13.07.2015 Views

De stadsVOS Boommarters in Friesland ... - Zoogdierwinkel

De stadsVOS Boommarters in Friesland ... - Zoogdierwinkel

De stadsVOS Boommarters in Friesland ... - Zoogdierwinkel

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

jaargang 1 nr. 4 december 1990<strong>De</strong> <strong>stadsVOS</strong><strong>Boommarters</strong> <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong>l1eernmuiskasten<strong>De</strong> tuimelaar van Brouwersdam


.925-1006verschijnt vier keereen ezamenliJkeVerEmll~<strong>in</strong>g voorZOOGomRInhoud(1) 90/4december 1990Relnier Akkermans, Dirk Criel,Kees Kapteyn, Piet vanReest, Mar{a Versteeg.'IloMedewerkersasoski, Pieter Eibers,Meester.DrukHPC, Arnhem.RedactieadresRedactie Zoogdier,Jansbuitens<strong>in</strong>gel14, 6811Arnhem. Telefoon Re<strong>in</strong>ierAkkermans: 04750-24281 (Nl).Dirk Cnel: 091-837352 (B).vu.Verenig<strong>in</strong>gvoor Zoogdierkundeen Zoogdierbescherm<strong>in</strong>g,Jansbuitens<strong>in</strong>gel 14, 6811Arnhem. 085-515069 (NL).Lidmaatschap f 37,50 of BF700per jaar. Voor Nederlandpostbank 203737, voor Belgiëreken<strong>in</strong>g 000-1486269-35.leden ontv e tijdschriftenlutra en Z gratis.NeBR.Nationale CampagneBescherm<strong>in</strong>g Roofdieren,Postbus 10, 9749 Gavere.Telefoon 091-837352 (B).M<strong>in</strong>imumdonatie BF450 off 2SVoor Belgiëreken<strong>in</strong>gvoorNederland rabobank 133513866. Donateurs ontvangenhet tijdschrift Zoogdier gratis.AbonnementBelgië enLuxemburgAbonneren door overmak<strong>in</strong>gvan BF 450 op reken<strong>in</strong>g000-1486269-35 ten name vanpenn<strong>in</strong>gmeester VZZ te Arnhem,(Nederland) onder vermeld<strong>in</strong>gAbodAbonneren door overmakivan f25 op pos:t1:>anl{ 2()37:ten name van penn<strong>in</strong>gmeesterVU te Arnhem ondervermeld<strong>in</strong>g 'AbonnementZoogdier'.losse nummerss, <strong>in</strong>clusief portoBestellen viae<strong>Boommarters</strong> <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong>, P. van der leer 3In Noord-Nederland huist een kle<strong>in</strong>e geïsoleerde boommarterpopulatie.Hoe levensvatbaar is deze populatie?leptospirose ook bij hazen, S. Broekhuizen 9Nederlands onderzoek toont aan dat ook bij hazen leptospirosevoorkomt.Nieuw natuurbeleid <strong>in</strong> Nederland en Vlaanderen, 12P. van der reest & D. CrielZowel <strong>in</strong> Nederland als <strong>in</strong> Vlaanderen zijn onlangs natuurbeleidsplannengepresenteerd. Een vergelijk<strong>in</strong>g van beideplannen met een oog gericht op de zoogdierbescherm<strong>in</strong>g.Erfelijke kaakafwijk<strong>in</strong>gen bij Noord-Hollandse vossen, 19j.i, MulderHet komt maar hoogst zelden voor dat onderzoekers de kanskrijgen <strong>in</strong> het veld de afstamm<strong>in</strong>g van een erfelijke eigenschap tevolgen.<strong>De</strong> tuimelaar van de Brouwersdam, 23M.j. Add<strong>in</strong>k & C. SmeenkTuimelaars leven soms solitair en zoeken wel eens bewust demensen op. Velen hebben van de tuimelaar bij de Brouwersdamgenoten.Ervar<strong>in</strong>gen met vleesmuiskasten, j.P. Bekker 26Het ophangen van vleermuiskasten kan succes hebben: Eenkraamkolonie is zelfs niet onmogelijk. Tips en trucs met eenbouwteken<strong>in</strong>g om zelf aan de slag te kunnen.<strong>De</strong> stadsvos, B. Brochier 32Kwam de vos vroeger alleen op het platte land voor,tegenwoordig vestigt hij zich ook <strong>in</strong> de stad, bijvoorbeeld <strong>in</strong>Brussel. Wat zijn de gevolgen en is er gevaar voorhondsdolheid?Dassenbeschermer Daniël Ryelandt: Eenzaam 38voorvechter, j. <strong>De</strong>smetEen <strong>in</strong>terview met Daniël Ryelandt, de Belgischedassenbeschermer van het eerste uur. Zestien was hij, toen hijvol angst zijn eerste das zag, maar het vuur is nooit meergedoofd.RubriekenKort AfBoekbesprek<strong>in</strong>gWaarnem<strong>in</strong>genRelmuizen <strong>in</strong> Nederlands LimburgVerenig<strong>in</strong>gsnieuwsAgendaAdressen41444648SOS1Foto omslagMartijn de Jonge


ZOOGDIER (1) 90/43autoch...·f''1ut11l0ft<strong>De</strong> boommarteris eenvan de zeldzaamste zoogdiersoorten<strong>in</strong> Nederland, waarschijnlijk zeldzamer dan de das.Toch wordt er we<strong>in</strong>ig aandacht aan deze soort geschonken.Hierbij speelt ongetwijfeld zijn heimelijke levenswijzeeen rol. Eigenlijk weten we helemaal niet <strong>in</strong>hoeverre de boommarter onze aandacht nodig heeft. Ditartikel gaat speciaal <strong>in</strong> op de aanwezigheid van boommarters<strong>in</strong> het gebied van de Drents-Friese Wouden.Ook de boommarter verdient opgenomen te worden <strong>in</strong>de natuurbescherm<strong>in</strong>gswet.Foto Annemarie Stegeman.


ZOOGDmR (1) 90/4Over de bedreig<strong>in</strong>gen van de boommarterMartes martes is nog veel onbekend.Enerzijds beschermt zijn nachtelijke levenswijzehem, maar anderzijds magverwacht worden dat de toename vanverkeer en recreatie en het verdwijnenvan houtwallen nadelige <strong>in</strong>vloed op destand hebben. Wat de verzur<strong>in</strong>g vanonze bosgronden voor deze toppredatorbetekent, weten we al helemaal niet. Omte voorkomen dat dit schuwe roofdier,net als de otter, <strong>in</strong>eens en door bijnaniemand opgemerkt uit onze fauna kanverdwijnen, moeten we <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantieeen beeld hebben van de verspreid<strong>in</strong>gvan de soort en van de aantallenwaar<strong>in</strong> hij voorkomt.<strong>Friesland</strong> tot 1980<strong>De</strong> verspreid<strong>in</strong>g van de boommarterwastot 1945 <strong>in</strong> hoofdzaak beperkt tot Gaasterlanden de bossen bij St. Nicolaasga,maar de soort werd ook af en toe <strong>in</strong> deWouden gesignaleerd (Müskens &Broekhuizen, 1986). Na 1945 zijn er geenwaarnem<strong>in</strong>gen uit Gaasterland meer gemeld.Wel werd de boommarter nog <strong>in</strong>1954 en 1963 <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van St.Nicolaasga waargenomen (gemeentedossierRIVON / Müskens & Broekhuizen,1986), terwijl Willems(1967) nogenkele waarnem<strong>in</strong>gen uit andere delenvan <strong>Friesland</strong> vermeldt: uit de omgev<strong>in</strong>gvan Appelscha (1947), Haule (1954),Lauswolt bij Beetsterzwaag (1958), Bakkeveen(1962) en Oranjewoud (1962 en1963). Of al deze waarnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>der-Lokaties <strong>in</strong> het Drents-Friese Woudengebied met opgavenvan boommarters s<strong>in</strong>ds 1980.11 'zekere' waarnem<strong>in</strong>geno waarschijnlijke waarnem<strong>in</strong>gendaad boommarters betroffen, valt achterafniet meer te verifiëren enverwissel<strong>in</strong>g met de steenmarter Martesfo<strong>in</strong>a mag niet worden uitgesloten(Müskens, 1984). Tussen 1964 en 1980zijn uit <strong>Friesland</strong> geen waarnem<strong>in</strong>gengemeld (Müskens & Broekhuizen.1986).Periode 1981-1986S<strong>in</strong>ds 1980 zijn door het Rijks<strong>in</strong>stituutvoor Natuurbeheer zoveel mogelijkmeld<strong>in</strong>gen van boommarterwaarnem<strong>in</strong>genverzameld en nagetrokken. Tussen1981 en 1986 zijn <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong> vier verkeersslachtoffersgevonden enonderzocht:1981, tussen Donkerbroek en Oosterwolde;1982, tussen Beetsterzwaag en Gorredijk;1983, tussen Donkerbroek en Oosterwolde;1986, tussen <strong>De</strong><strong>in</strong>um en Boksum (Jukema& Posthumus, 1986).Alle vier waren het mannetjes. Verderwerd nog een veldwaarnem<strong>in</strong>g van eenboommarter onder Lippenhuizen gemeld(Boommarterarchief RIN).Werkgroep Marterachtigen Noord­Nederland<strong>De</strong> 'stille' periode tussen 1964 en 1981 ende meld<strong>in</strong>gen uit de periode 1981-1986roepen een aantal vragen op. In eenartikel <strong>in</strong> 'Vanellus' over het voorkomenvan de boommarter <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong> schrijvenBroekhuizen en Müskens (1986)over de Friese Wouden en de bossen opde grens van Drenthe en <strong>Friesland</strong>: 'Ofwe <strong>in</strong> dit gebied te maken hebben meteen kle<strong>in</strong>e autochtone populatie diezichtot nu toe heeft weten staande te houden,of dat het hier gaat om zwerversvanuit het Drentse 'boommartergebied'tussen Veenhuizen en Roden, is niet tezeggen'. Voor de werkgroep 'MarterachtigenNoord-Nederland' was dit aanleid<strong>in</strong>geen onderzoek te starten naar hetvoorkomen van de boommarter <strong>in</strong>Noord-Nederland. Dit onderzoek is primairgericht op de vraag of er momenteelnog een gevestigde populatie <strong>in</strong> deDrents-Friese Wouden aanwezig is. <strong>De</strong>vondst van krabsporen op boomstammenwekte de <strong>in</strong>druk dat <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>gvan Beetsterzwaag, Bakkeveen, Appelschaen Diever de boommarter nog vrijalgemeen aanwezig zou kunnen zijn.Om vast te kunnen stellen of er <strong>in</strong>derdaadsprake is van een gevestigde popu-4


ZOOGDma (1) 90/4latie <strong>in</strong> de Drents-Friese Wouden, heeftde werkgroep <strong>in</strong> een aantal bossen <strong>in</strong>totaal 32 marternestkasten geplaatst.Hiervoor werd subsidie ontvangen vande sticht<strong>in</strong>g Fonds Onderzoek Natuurbeheer(FONA).Recente waarnem<strong>in</strong>genIn het najaar van 1988 werd bij Diever opéén van de opgehangen nestkasten martermestgevonden. <strong>De</strong> mest bestondvoornamelijk uit zaden en pitten en vooreen kle<strong>in</strong> deel uit haren en kapotgevretenbotjes. Of het hier mest van eenboommarter of van een steenmarterbetrof, is niet te zeggen. Boommartermestruikt over het algemeen wat zoeteren aangenamer dan steenmartermest.Maar <strong>in</strong> een regenachtige periode spoeltde mest uit en verdwijnt de karakteristiekegeur. In 1989 werd, nadat er <strong>in</strong>1988 al een (boom)marter was gezien(Boommarterarchief RIN), <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>gvan Beetsterzwaag onder een beukeen grote hoeveelheid boommartermestgevonden. Op een tak, dichtbij tweeoude zwarte spechtengaten, lagen eveneenskeutels. Op de Veluwe zijn meerderemalen keutels gevonden op takkennabij een nestholte, die met zekerheidaan een boommarter konden wordentoegeschreven. Wat de betekenis vandeze latr<strong>in</strong>es kan zijn, is nog niet duidelijk.Het is niet uitgesloten dat de dierendoor middel van deze keutels de nest- ofschuilplaats markeren. Ook werd <strong>in</strong> 1989tussen Olde- en Nijeberkoop <strong>in</strong> eennaaldhoutbosje een marter waargenomen,die op grond van de duidelijk gelekleur van de bef als boommarter werdgedeterm<strong>in</strong>eerd (Scheenstra, 1989).Verheugende vondstIn het voorjaar van 1990 deed de 'WerkgroepMarterachtigen Noord­Nederland' bij een controle van de marternestkasten<strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van Dievereen verheugende vondst. Bij hetopenen van één van de kasten kwam eensterke martergeur naar buiten en <strong>in</strong> dekast lag een grote hoeveelheid mest.Weliswaar was de kast op het momentvan de controle niet bewoond, maar aande verschillen <strong>in</strong> dikte en lengte van dekeutels kon worden afgeleid dat er ookjonge boommarters <strong>in</strong> de kast warengeweest. <strong>De</strong> bodem van de b<strong>in</strong>nenkastwas bedekt met een circadrie centimeterdikke laagmos. Het was niet duidelijk ofde marter het mos zelf <strong>in</strong> de kast hadgebracht, of dat het de resten van eenoud mezennest betrof. Onder de boomwaaraan de kast was bevestigd, lagenIn het Drents-Friese Woudengebied leeft een geïsoleerdeboommarterpopulatie. Foto Johan de Meester.5


Krabsporen van een boommarter op de stam van eeneik nabij Beesterzwaag.Foto RIN.Boommarterpoep op een beuketak gevonden bij Beesterzwaag.Foto RIN.In de buurt van Diever werd een door een boommarter<strong>in</strong> een boom opgehangen dood konijn gevonden.Foto Harm van de Veen, Ecovision.


ZOOGDIER (1) 90/4naast enkele keutels ook afgebetenveren van een bonte specht en eenzwarte specht. Op circa vijftig meter vande marternestkast staat een oude eik,waarvan een deel van de stam doorbliksem<strong>in</strong>slag is afgebroken. Hierdoor isop ongeveer 3,5 meter hoogte een grote,open holte ontstaan, waar<strong>in</strong> afgebetenveren van een vlaamse gaai lagen. Op degrond en op een zware zijtak lagenenkele keutels. Op een andere zijtak lageen vers doodjong konijn. Hoewel doorhet uitbreiden van het areaal van desteenmarter tot <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong>, bewon<strong>in</strong>gvan de kast door deze andere martersoortniet geheel mag worden uitgesloten,wijzen de aard van de prooiresten ende plaats van de keutels sterk <strong>in</strong> dericht<strong>in</strong>g van boommarterbewon<strong>in</strong>g ener zou hier dan sprake zijn van een zichvoortplantende populatie.deel uitmaken van het leefgebied van deboommarter.Wat de gevolgen zullen zijn van hetbereiken van het steenmarterfront vande Drents-Friese Wouden, is eveneensniet duidelijk. Het is echter niet uitgeslotendat daar waar beide soorten elkaarontmoeten, beiden zich zullen terugtrekken<strong>in</strong> de voor hen optimale biotopen.Voor de boommarter zou ditterre<strong>in</strong>verlies kunnen betekenen, waardoorde populatieverder onder druk zoukomen te staan. <strong>De</strong> uitwissel<strong>in</strong>gsmogelijkhedenmet andere populaties lijkenuiterst beperkt en het is daarom vanlevensbelang voor de boommarter <strong>in</strong>Noord-Nederland, dat bij het beheervan de bossen en de daartussen liggendehoutwallen en bosjes zoveel mogelijkmet de behoeften van deze soort reken<strong>in</strong>gwordt gehouden.8Twee trieste vondstenHelaas waren er <strong>in</strong> 1990 ook triesteberichten over boommarters. Tweeboommarters uit het Drents-FrieseWoudengebied vonden door het verkeerde dood. <strong>De</strong> eerste meld<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> mei,betrof een mannelijk dier uit de omgev<strong>in</strong>gvan Diever, dat niet ver van debewoonde marternestkast werd gevonden.Het is zelfs niet uit te sluiten dat hetde vader van de jongeboommarterswas.<strong>De</strong> tweede meld<strong>in</strong>g kwam uit de omgev<strong>in</strong>gvan Jubbenga bij Gorredijk en betrofeveneens een mannelijk exemplaar(pers. med. S. Broekhuizen).ToekomstVoor een recente aanwezigheid van eenboommarterpopulatie <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>gvan Norg en Veenhuizen hebben wij totdusverre geen aanwijz<strong>in</strong>g kunnen v<strong>in</strong>den.Dat geldt ook voor de rest vanNoordNederland, met uitzonder<strong>in</strong>g danvan de Friese Wouden en de omgev<strong>in</strong>gvan Diever. Het is dan ook niet uitgeslotendat de boommarters daar praktischgeïsoleerd leven van andere boommarterpopulaties<strong>in</strong> Nederland. Omdat aangenomenmag worden dat het hier omeen relatief ger<strong>in</strong>g aantal <strong>in</strong>dividuengaat, lijkt de vraag gerechtvaardigd ofdepopulatie <strong>in</strong> de Drents-Friese Woudenop termijn wel levensvatbaar zal zijn. <strong>De</strong>bossen <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong> zijn relatiefkle<strong>in</strong> enworden omsloten door cultuurgronden.Hoewel dit niet zeker is, is het nietonwaarschijnlijk dat houtwallen, kle<strong>in</strong>ebosjes en andere landschapselementen<strong>in</strong> het aangrenzende cultuurland onder-LiteratuurBroekhuizen, S. & G.J.D.M. Müskens, 1986.Marters <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong>: verleden, heden entoekomst. Vanellus 39:61-66.Jukema, J. &D. Postumus, 1986.Vondstvaneen boommarter Martes martes: een zeldzaamheid<strong>in</strong> <strong>Friesland</strong>. Vanellus 39:59-60.Müskens, G.J.D.M. & S. Broekhuizen, 1986.<strong>De</strong> verspreid<strong>in</strong>g van de boommarterMartes martes <strong>in</strong> Nederland. Lutra29:81-98.Müskens, G.J.D.M., 1984. Uiterlijke kenmerkenvan boommarter Martes martes ensteenmarter Martes fo<strong>in</strong>a. Lutra27:274-286.Scheerstra, W.H., 1989.Boommarter <strong>in</strong> 01­deberkoop terug van weggeweest. <strong>De</strong>Nieuwe Ooststell<strong>in</strong>gwerver, 14 juni 1989.Ik dank Sim Broekhuizen (RIN­Arnhem) voor zijn commentaar en aanvull<strong>in</strong>genop eerdere versies van hetmanuscript.


ZOOGDIER (1) 90/4e••IJ9In zijn artikel <strong>in</strong> Zoogdier 90/2 over het risico voor demens om besmette worden metleptospiren door contactmet knaagdieren, geeft Thijs Kuiken (1990) een overzichtvan wat thans bekend is over het voorkomen van<strong>in</strong>fecties met de ziekteverwekkende soort Leptospira<strong>in</strong>terrogans bij <strong>in</strong>sekteneters en knaagdieren. Daarnaastmerkt hij op dat er, behalve de bru<strong>in</strong>e rat, we<strong>in</strong>ig wildediersoorten <strong>in</strong> Nederland zijn onderzocht op hetvoorkomenvan <strong>in</strong>fecties met leptospiren. Een diersoort, weliswaarniet behorend tot de knaagdieren, waarvan hetvoorkomen van besmett<strong>in</strong>g met leptospiren wel is onderzocht,is de haas.Ook hazen zijn gevoelig voor <strong>in</strong>fectie met leptospirose.Foto Sim Broekhuizen.Midden jaren zeventig vond <strong>in</strong> Nederlandeen grootschalig onderzoek plaatsnaar de aanwezigheid van leptospirosebij hazen (Hartman & Broekhuizen,1980). Van 508 hazen Lepus europaeusdie <strong>in</strong> de maanden november en decembervan de jaren 1972-1974 waren geschoten,werden bloedmonstersverzameld. <strong>De</strong>ze werden getest op antilichamentegen het serotype grippotyphosa,de veroorzaker van dezogenaamde modderkoorts. Van 427van deze hazen werd het serum ookgetest op antilichamen tegen de serotypencopenhageni, canicola,pomona, bratislavaen hyos, terwijl bloed van 173dieren ook nog werd getest op de serotypenicterohaemorrhagiae (de verwekkervan de ziekte van Weil), saxkoeb<strong>in</strong>g,bal/um en poi. <strong>De</strong> hazen waren afkomstiguit een veenweidegebied <strong>in</strong> <strong>Friesland</strong>,uit vijfjachtvelden <strong>in</strong> Drenthe, vierjachtvelden <strong>in</strong> de Achterhoek, tweejachtvelden aan de rand van deUtrechtse Heuvelrug, van Schiphol envan het eilandje Tiengemeten <strong>in</strong> hetHar<strong>in</strong>gvliet.ModderkoortsUit het onderzoek kwam naar voren datverscheidene hazen antilichamen tegende veroorzaker van modderkoorts hadden,wat aangeeft dat hazen met deze


Haas rustend tussen molshopen. Foto SimBroekhuizen.ziekte besmet kunnen zijn. Het percentagehazen waarbij de antilichamen werdengevonden varieerde van plaats totplaats en van jaar tot jaar. Zo was van 60hazen uit de Achterhoek 39%positiefofverdacht en van 113 hazen afkomstigvande rand van de Utrechtse Heuvelrug35%, terwijl dat percentage bij 85 hazenuit Drenthe maar één bedroeg.Op het eerste gezicht lijkt dit verschilmoeilijk te verklaren, omdat de gebiedenlandschappelijk nogal wat overeenkomstenhebben. <strong>De</strong> bloedmonstersvan de hazen uit Drenthe werden echter<strong>in</strong> 1972 verzameld en die van de hazenuit de Achterhoek en langs de UtrechtseHeuvelrug <strong>in</strong> 1974. Volgens collegae vanhet Rijks<strong>in</strong>stituut voor Natuurbeheer(P. Fuchs en D. Jonkers, pers. med.) was1974 een heel goed veldmuizenjaar,waar<strong>in</strong> plaatselijk plaagniveaus werdenbereikt. Omdat, zoals ook Kuiken (1990)vermeldt, de veldmuis bij ons het natuurlijkereservoir voor modderkoorts-


ZOOGDIER (1) 90/411besmett<strong>in</strong>g vormt, is het waarschijnlijkdat de jaarlijkse verschillen <strong>in</strong> besmett<strong>in</strong>gbij de hazen mede het gevolg zijnvan verschillen <strong>in</strong> dichtheid van develdmuizenstand.In het Friese jachtveld werd <strong>in</strong> 1972een besmett<strong>in</strong>g van 37% bij 16 dierengevonden, terwijl <strong>in</strong> 1973 géén van de 30onderzochte bloedmonsters positiefwerd bevonden. Dat jaar was daar eenuitgesproken slecht veldmuizenjaar.Natuurlijke gastherenBij het onderzoek werd geen verschil <strong>in</strong><strong>in</strong>fectiegraad gevonden tussen mannetjesen vrouwtjes. Wel waren ouderehazen vaker besmet dan eerstejaars hazen.Dit kan zowel het gevolg zijn vanhet feit dat na een <strong>in</strong>fectie hazen noglange tijd antilichamen <strong>in</strong> het bloedhouden, als van het feit dat hazen na eenbesmett<strong>in</strong>g met het serotype grippotyphosalangdurig geïnfecteerd blijven. Indat laatste geval zou, zoals Kuiken aangeeft,ook de haas één van de natuurlijkegastheren van deze parasiet zijn. Datlaatste is echter lang niet zeker. Het iszelfs onbekend ofhazen welleptospirenuitscheiden. Waarschijnlijk lopen hazende besmett<strong>in</strong>g op door het eten vangewas, dat door ur<strong>in</strong>e van geïnfecteerdemuizen is besmet.Opmerkelijk was, dat géén van de 40onderzochte hazen van het eilandjeTiengemeten positief was. Op diteilandje kwam de veldmuis niet voor,maar alleen de noordse woelmuis. Omdatde noordse woelmuis <strong>in</strong> Oost­Europa wel drager van het serotypegrippotyphosa is, was het ontbreken vande <strong>in</strong>fectie wellicht niet het gevolg vande specifieke muizenfauna, maar eengevolg van de toenmalige geisoleerdeligg<strong>in</strong>gvan Tiengemeten.Andere serotypenWat de besmett<strong>in</strong>g met Leptospira <strong>in</strong>terrogansserotype icterohaemorrhagiae betreft,werd slechts bij één haas een vagereactie gevonden. Bij de verspreid<strong>in</strong>gvan de ziekte van Weil spelen hazen duswaarschijnlijk geen, of althans geen belangrijkerol.Bijhazen uit het jachtveld aan de randvan de Utrechtse Heuvelrug werden ookantistoffen gevonden tegen het serotypebratislava, waarvoor de egel het natuurlijkereservoir vormt (31% van de 113monsters positief of verdacht). Het isniet duidelijk waarom de <strong>in</strong>fectie voornamelijktot dit gebied beperkt was. Hetgewicht van de besmette hazen was nietafwijkend, evenm<strong>in</strong> overigens als datvan de hazen met positieve reactie tenaanzien van grippotyphosa.Antilichamen tegen de verwante serotypenpoi en saxkoeb<strong>in</strong>g werdenslechts <strong>in</strong>cidenteel bij hazen aangetroffen.Beide serotypen zijn uit het buitenland bekend van zowel egelsalsverschillendemuizesoorten, terwijlhet serotypepoi <strong>in</strong> <strong>De</strong>nemarken ook uit vossen isgeisoleerd. Ook hier is het waarschijnlijk,dat de hazen de <strong>in</strong>fectie opdedendoor het eten van met uitwerpselen ofur<strong>in</strong>e besmet voedsel. Ook deze typenzouden dan bij wilde diersoorten <strong>in</strong>Nederland voorkomen. Antilichamentegen de serotypen copenhageni, canicola,pomona,ballum en hyoswerden bijde onderzochte hazen niet aangetroffen.Besmett<strong>in</strong>gsgevaarOfschoon niet vaststaat dat hazen doorgeverszijn van leptospiren van de serotypenwaartegen antilichamen <strong>in</strong> hunbloed werden aangetroffen, en hazenten aanzien van de ziekte van Weil geenof slechts een onbeduidende rol lijken tespelen, kan enige voorzichtigheid bij hetomgaan met (dode) hazen geen kwaad.<strong>De</strong> kans op besmett<strong>in</strong>g door hazen moetechter niet groot worden geacht. Het ismij niet bekend, dat ooit is vastgestelddat jagers en poeliers <strong>in</strong> Nederland meerbesmet zijn met Leptospira <strong>in</strong>terrogansdan andere beroepsgroepen..LiteratuurHartman, E.G. & S. Broekhuizen, 1980.Antibodies to 1eptospira <strong>in</strong> EuropeanHares Lepus europaeus Pallas <strong>in</strong> the Netherlands.Zbl. Vet. Med. B 27:640-649.Kuiken, T., 1990. Leptospirose gevaar voorde mens. Zoogdier 1 (2):3-10.


ZOOGDIER (1) 90/4 12lnSf~nvoor zoog~eren•I•Hetafgelopenjaarverschenenbijna gelijktijdig<strong>in</strong> Nederlandhet Natuurbeleidsplan en <strong>in</strong> Vlaanderen het Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan.<strong>De</strong>ze nota's van respectievelijkhet M<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserijen het Gemeenschapsm<strong>in</strong>isterie van Leefmilieu, Natuurbehouden Land<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g vormen de basis van hetoverheidsbeleid <strong>in</strong>zake natuur en landschap. Beide beleidsplannenzijn omvangrijke documenten, waar<strong>in</strong> dem<strong>in</strong>isters hun visie en oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen uiteenzetten.Reden genoeg om de plannen te bespreken, tevergelijken en vooral het beleid ten aanzien van dezoogdierfauna kritisch onder de loep te nemen.<strong>De</strong> kern van beide beleidsplannen wordtgevormd door de ecologische hoofdstructuur(<strong>in</strong> Vlaanderen groene hoofdstructuur).Dit is eenstelsel van kerngebiedenen natuurontwikkel<strong>in</strong>gsgebieden, dat <strong>in</strong>de toekomst het raamwerk voor de natuurmoetvormen. Tot de kerngebiedenworden alle belangrijke natuurgebiedengerekend, zowel natuurreservaten alssommige landbouwgronden. Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsgebiedenzijn doorgaansgebieden <strong>in</strong> het cultuurlandschap metger<strong>in</strong>ge natuurwaarde, maar met gunstigeontwikkel<strong>in</strong>gskansen.In kern- en ontwikkel<strong>in</strong>gsgebiedenmoeten de natuurwaarden wordenveiliggesteld en vergroot. Bufferzoneszullen worden <strong>in</strong>gesteld om nadelige<strong>in</strong>vloeden uit de omgev<strong>in</strong>g te weren.Natuurlijke fysische processen, zoalsoverstrom<strong>in</strong>g, bez<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g en kwel moetenzoveel mogelijk worden bevorderdom het natuurlijke karakter en de diversiteitvan de natuurgebieden te vergroten,aldus de beide beleidsplannen.Ecologische verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszones makeneveneens deel uit van de ecologischehoofdstructuur. Het zijn gebieden waarmaatregelen worden genomen ten gunstevan flora en fauna, zodat uitwissel<strong>in</strong>gtussen geïsoleerde gebieden mogelijkwordt. Door het <strong>in</strong>richten van verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsstroken,het aanleggen van beplant<strong>in</strong>gen het beheren ofontwikkelen vankle<strong>in</strong>e natuurgebiedjes wordt gepoogdhet isolement van veel grotere natuurgebiedente doorbreken. <strong>De</strong> ecologischehoofdstructuur is vereenvoudigd weergegeven<strong>in</strong> figuur 1.SoortenbeleidVoor een aantal dier- en plantesoortenwordt een specifiek soortenbeleid uitgewerkt.In Vlaanderen is nog geen lijstopgesteld van bij voorrang te beschermensoorten; <strong>in</strong> Nederland daarentegenwel. Daar zijn naast vissen (8 soorten),amfibieën en reptielen (6) en vogels (8)ook zoogdieren aangewezen, te wetenvleermuizen, das, otter, gewone zeehond,bru<strong>in</strong>vis en noordse woelmuis.<strong>De</strong> maatregelen behelzen het opstellen


ZOOGDma (1) 90/413Natuurbeleidsplan-1. --r~-jt-'-J.Niet even concreetIn Nederland zijn de hoofdlijnen van deecologische hoofdstructuur reeds <strong>in</strong>gevuld.Het Natuurbeleidsplan is er gepresenteerdals een reger<strong>in</strong>gsbesliss<strong>in</strong>g. <strong>De</strong>beleidskaart verschaft <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> ligg<strong>in</strong>gen oppervlakte van de betreffende gebieden.Belangrijke keuzen bij de aanwend<strong>in</strong>gvan beleids<strong>in</strong>strumenten zijndaarmee voor een groot deel reeds gemaakt.Het Nederlandse Natuurbeleidsplankan dan ook als zeer concreet enuitvoer<strong>in</strong>gsgericht worden gekenschetst.Het natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan voorVlaanderen bevat daarentegen voorlopigslechts een globale zogenaamdeoppervlakte-natuurkaart (verwerkt <strong>in</strong> afbeeld<strong>in</strong>g1),waarop een ruimtelijk beeldvan de ecologische hoofdstructuurwordt gegeven. Bovendien verkeert hetplan hier <strong>in</strong> het stadium van voorstel enis het nog onduidelijk welke richtlijnenuite<strong>in</strong>delijk voor welke gebieden zullengelden.van soortbescherm<strong>in</strong>gsplannen voornoordse woelmuis en otter, het nemenvan beheersmaatregelen voor vleermuizen,das en otter, en het uitvoeren vanonderzoek naar vleermuizen, das, otter,gewone zeehond en bru<strong>in</strong>vis.Uitvoer<strong>in</strong>gIn beide natuurbeleidsplannen wordenomvangrijke maatregelen <strong>in</strong> hetvooruitzichtgesteld. <strong>De</strong> Nederlandse overheidschenkt veel aandacht aan grondverwer-Tabel 1. Nederlands natuurbeleid <strong>in</strong> cijfers.Taakstell<strong>in</strong>g 1990-1995 (Bron: M<strong>in</strong>isterie vanLandbouw, Natuurbeheer en Visserij, 1990)doelreservaatvorm<strong>in</strong>gnatuurontwikkel<strong>in</strong>gbeheersovereenkomstenmilieubeleidsoortenbeleid<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en beheeroverigebedragf. miljoen911373475187368ha13.0008.500•MINA PlAN 2000MI\.JEUBELEIDSPLAN ENNATUURONTWIKKELlNGSPLANVOOR VLAANDERENtotaal 496 21.500Tabel 2. Streefcijfers verwerv<strong>in</strong>gen, huur enbeheersovereenkomsten (ha) <strong>in</strong> Vlaanderen voorde periode 1990-1995 (Bron: M<strong>in</strong>isterie van deVlaamse Gemeenschap, 1990). (* = aanwijz<strong>in</strong>g)natuurkerngebiedennatuurontwikkel<strong>in</strong>gsgebiedennatuurverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsgebiedenbuffergebiedentotaal20.000ha40.000ha*9.000ha*2.300 ha*72.200haT.•• ••


Doorbrek<strong>in</strong>g van het isolement tussen populaties vergrootde overlev<strong>in</strong>gskansen van diersoorten, zoals hetedelhert.Foto Jas Jaspers.v<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en beheer en gaat hiervoorde volgende middelen gebruiken:- aanwijz<strong>in</strong>g van gebieden onder deNatuurbescherm<strong>in</strong>gswet,- uitbreid<strong>in</strong>g van de Relatienotagebiedenmet 100.000 hectare,- verwerv<strong>in</strong>g van gronden voor natuurontwikkel<strong>in</strong>gen voltooi<strong>in</strong>g van bestaandereservaten (90.000 hectare),- uitbreid<strong>in</strong>g van de Bergboerenregel<strong>in</strong>gen- uitbreid<strong>in</strong>g van het aantal NationaleParken.Vlaanderen kan van een gelijksoortig<strong>in</strong>strumentarium gebruik maken. In hetNatuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan worden alszodanig genoemd:- herdef<strong>in</strong>itie van natuurpark <strong>in</strong> regionaallandschap,- <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van een stelsel vanbeheersovereenkomsten,- reservaatvorm<strong>in</strong>g- toepass<strong>in</strong>g 'van het <strong>in</strong>strumentariumvan de Wet op het Natuurbehoud en- het vernieuwde beleid zal op kortetermijn vorm krijgen <strong>in</strong> een nieuwnatuurbehoudsdecreet.Wat betreft de looptijd wijken deplannen sterk van elkaar af. Het Vlaamseplan heeft een looptijd van slechts vijfjaar. Het Nederlandse plan is daarentegenopgesteld voor een planperiode van30jaar *). Dit verschil komt onder meertot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de omvang van de voorgesteldemaatregelen.<strong>De</strong> Nederlandse overheid zal de komendedertig jaar diverse middelen <strong>in</strong>zetten.<strong>De</strong> planuitvoer<strong>in</strong>g zal plaatsv<strong>in</strong>den<strong>in</strong> de vorm van 42actiepunten en37projecten, gericht op de belangrijkstenatuurgebieden en op zeer uiteenlopendeonderwerpen, zoals watervogels,grensoverschrijdend natuur-, milieu- enwaterbeleid, multifunctioneel bos en tegengaanversnipper<strong>in</strong>g. Land<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gmoet een belangrijk <strong>in</strong>strument wordenwaarmee de grondverwerv<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gvan de nieuwe natuurgebiedenwordt uitgevoerd. Voor de uitvoer<strong>in</strong>gvan deze plannen zal <strong>in</strong> 1990f 41 miljoen(820 miljoen bfr) extra voor natuurwordt uitgetrokken, oplopend tot f 155miljoen (3000 miljoen bfr) <strong>in</strong> 1994.


ZOOGDIER (1) 90/4<strong>De</strong> Vlaamse gewestreger<strong>in</strong>g wil dekomende vijf jaar de reservaatvorm<strong>in</strong>gsterk bevorderen. Een groot deel van hetgeraamde bedrag van ongeveer 5 miljardbfr (f 28 miljoen) zal hiervoor gereserveerdmoeten worden.Niet gericht op zoogdieren<strong>De</strong> plannen voor bescherm<strong>in</strong>g en ontwikkel<strong>in</strong>gvan natuur b<strong>in</strong>nen de ecologische(groene) hoofdstructuur zijn nietdirect gericht op zoogdieren. <strong>De</strong> nadrukligt op (half-)natuurlijke levensgemeenschappen,zoals bos, heide, water, veenen veenweide. Versterk<strong>in</strong>g van de natuurwaardevan deze terre<strong>in</strong>en, doorvergrot<strong>in</strong>g en verbeter<strong>in</strong>g van de terre<strong>in</strong>condities,zal zeker ook de positie van dezoogdierfauna ten goede komen. Metname soorten met grote territoria, zoalshoefdieren en grote marterachtigen, zijnhierbij gebaat. Versterk<strong>in</strong>g van het natuurlijkeregime van bodem en waterkan een gunstig effect hebben op zoogdiersoortenvan vochtige milieus, zoalsde noordse woelmuis en dewaterspitsmuis.Aan deze schaalvergrot<strong>in</strong>g klevenechter ook risico's. Kle<strong>in</strong>schalige cultuurlandschappendreigen te wordenopgeofferd aan natuurontwikkel<strong>in</strong>gsprojecten.Hierdoor kunnen oorspronkelijkewaarden verloren gaan. Mendient zich goed te realiseren dat kle<strong>in</strong>schaligegraslandgebiedjes naast grotebos-, veen-, of heidecomplexen voorsommige diersoorten, zoals korhoen,das en ree, vaak zeer belangrijk zijn.Hiermee zal bij de uitvoer<strong>in</strong>g van natuurontwikkel<strong>in</strong>gsprojectenen bij hetterre<strong>in</strong>beheer terdege reken<strong>in</strong>g moetenworden gehouden.Stapstenen voor zoogdierenEcologische verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszones makendeel uit van de ecologische hoofdstructuur.Het zijn gebieden waar<strong>in</strong> maatregelenworden genomen ten gunste vande fauna om uitwissel<strong>in</strong>g tussen populatiesmogelijk te maken. Bij verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszonesgaat het vooral om de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gvan smalle verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsstroken en hetversterken van kle<strong>in</strong>e natuurgebieden,de zogenaamde stapstenen, waarlangsdieren zich ongeh<strong>in</strong>derd kunnen verplaatsen.Zij doorbreken het isolementvan veel waardevolle natuurgebieden enversterken levenskansen b<strong>in</strong>nen eenaanzienlijk groter gebied. Vooral voorzoogdieren, zoals otter, das, ree en edelhertis dit van essentieel belang. In<strong>Friesland</strong> en Zeeland gaat het om contactzonesvoor de otter. Langs de Maaszijn er tussen bossen en uiterwaardenverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszones bedacht voor de das.Niemand betwijfelt de noodzaak vanverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszones. Toch bestaat er veeltwijfel over de haalbaarheid van dergelijkeplannen. Uite<strong>in</strong>delijk zal het welslagenafhangen van de uitvoer<strong>in</strong>g opdetailniveau. <strong>De</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van stelselsvan heggen, houtwallen, rasters enfaunapassages zijn weliswaar gunstig alsfoerageer- en trekroute, maar dergelijkemaatregelen hebben geen z<strong>in</strong> wanneerondertussen de totale kwaliteit van hetleefgebied achteruit gaat.Tussen wal en schip<strong>De</strong> gebieden buiten de ecologischeOppervlakte natuurkaart van Vlaanderen. Verklar<strong>in</strong>g0-5% natuur .. 25-50% natuurI 5-12,5% natuur 11 50-100% natuur+ 12,5-50% natuur15..........................................................................................................................................." " '" ,••...... , .• ••• •• - ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• + ••• "'1••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••~ ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ~ ••••••••••••••• I I . I.···· I I I I •••••••+•••••••••••••••••••••••••••••••o 0·····················································.···..•L '+18 ·III.I···111····.·••I•••....··· 81.·.····· ••••••••••••• ~ · ••••••• - .1----1 •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••• 1+ I. I I • , DI ••• •••••• •••••• • •• • .... • ••••••............................................................... .. I 11+0•• + •••••••••••••••••••••••••••••••· .......••.•........•....•.••••.....••..............••.••."B I •• '81 + I I.. • + I. I I•••• • .••••••••••••••• 0 •••••••••••e+e· ••••••••••••••••••••••••••••• 1+1.1.... I ......................... I·••••••••• ••••• 10•• 1.1 •• 11+1 .• • • • • . • • . • .• • • •• • • • . • • • • • • • • . • • .. •• • • •• • •• • • • • • • • I I I 1.1 I. 1.1 I. I.. • II 1+ •••••••••• 1 III.:. I • ::::::'::~:II I ~+••••••••••••••••••• ,••••••• •••• ·····.1:::::::::::::"1 1 I1Ilil•••• I••••++.;+11 1+111::I=i't:':+:t.:lt::~:~11..1"I;.r:1.11 •• '••••••••++++11111 ••••++11 •••••• 1 ..••••...•..•...•..•••1••;11.,11+ .::::::::::::::• ••••••••••••••••• '. I I I' • • • • • I I I I 1.101 ,. .I • • • • • • • • • • • • • • • • • I I I + I + •:::::::::;.;.' IJII II 1.,1' IL:. .11::r~lj I I I ~lt,::t:::~=,. "'1::::J. I:::::t,:··.,;:::::........+ 1 11 1 I ..... ' 1+11 .118+ 11+1.+1.+ I. ++1.1.1 + •••••," .+•••1+1'•••••••• • •• • ••• I I I + •• I I I. ) I •• I + I I 1 I I I I... I I 1++ ++ I I , I. I •••• 1I. " 1.TI•• I I ••••••••+., 1 .'.11 .+1+ + 1+1111111 • I +11111 •• 1++1 ' ••+1 ..a•.. '••• I ,. 11'"••• I I I I 1 ..... I •• I I I + 1.0' .1... 1+ I I·' I. I I. .e. I e.e••••••B ••••••..... I 111+1+."+8111 .1++••81++11 1111... 1••••••••• +1•••••••• 11 •••:0+ 1 I Ij 1: 1 1+ 1 +.I~':' ::: I +:1 1:"1"·J.~+1 ~l 1111~i~:~::1' 1"::1:: 1:••t~:I:::'·I::::I 1I 10'" 0+1+1 •• 1 1+ 111+ 11++1 ..+1....... • ••••••+ .• 1)111 "11••• 11111 + ...... I +11++11 I 1111 •••••••"+1.,. .EI. • .. , ••••••• I 1•• 11. 1111 •• 1 I + 1111+1.'.1+••+ ••+. +1.1 •••+•••• , ••••••••••••• 1+. 111+'" t'+11 III 11 11111 +++•• 1 +1.1++ &1 ••••••••••••• 11 .'1 •.. ···.' & 1+111+11 111111 I 111.111+ + + 111.1 ••••••••,' .'''' 1+.1111 IIII 1111 +1+1+1+••1+••• 11 •• 1 1I 11+1.......... 1+ •• •••1+1."'11 • + I' 1I 1++.1111 ....... +•••+ I I 10. I +•• 1. + ••••••-+1 I I1I 1+++1 .. 1I +II +L •• I ••••• 1 11+1 II1 +.••••••'11 1"'1 eli I I , 1.8••0.1+1 111 I I ••••••••••••••••11+ I 111111 +1+'" •••• 11+ 1.+.1111 "1,1.11•• ,1 ••••••••f I .. 1,_.:...+ I.l. :r+"1 r ..~.l 1+1+11 1+++11 1,.11111.1.111 +111+11+.+ •••••••••I1 I'" 1 II 1+ Ir +1 I•• +1+.1 .+1+1 1'+11.+1 •••••••••I I 1 1 I I I I I • I I Ol + I... I I I , I.'" I I I 1 + I I I I + I •••••••••I.rll+ ID' 111 •••+.1 ••••• 1 • 111++11•••• ••• •... rr+ ti 1++1' + •••••'1 •••••• +1 1111. ..·1+•••••...1.~~*;;~:::1:~~ dl: I ! I I : .itT;II*rr~~'!::::::~ 11 11,,·· : ::~i~: :E................+ I I I " • ..1::::::::::::: ::1; .1;1! :~::::::::::::::::::::: -e.............. :~. .............. ..........................


In het natuurbeleidsplan wordt niet gerept over <strong>in</strong>tegratieen professionaliser<strong>in</strong>g van het faunabeheer. Er isgeen duidelijke visie over de particuliere jagerij.Foto Fred Hess.hoofdstructuur zijn witte vlekken op dekaart. <strong>De</strong> Nederlandse overheid stelt <strong>in</strong>deze gebieden de landbouwkundigefunctie primair en wil zich hier m<strong>in</strong>dermet de natuur bezighouden. Nochtansbehoren tot dit witte gebied tal van waardevollecultuurlandschappen, zoalsveenweidegebieden en kle<strong>in</strong>schalige akker-en graslandcomplexen. <strong>De</strong>ze cultuurlandschappenzijn van groot belangvoor zoogdiersoorten, zoals vleermuizen,kle<strong>in</strong>e marterachtigen, haas, das enhamster, die door het nieuwe beleidtussen wal en schip dreigen te vallen.In het Natuurbeleidsplan wordt metdeze cultuurlandschappen onvoldoendereken<strong>in</strong>g gehouden. Wanneerde landbouw haar greep op deze gebiedenverder versterkt, moet voor eenverder verlies van de natuur <strong>in</strong> cultuurlandworden gevreesd. Het is te hopendat prov<strong>in</strong>cies en gemeenten zich vanhun belangrijke taak bewust zijn envoldoende (f<strong>in</strong>anciële-) en voldoendebeleidsruimte krijgen om hier de natuurovere<strong>in</strong>d te houden. Te denken valtonder meer aan een versterk<strong>in</strong>g van hetsoortenbeleid en de ontwikkel<strong>in</strong>g vaneen specifiek beleid voor kle<strong>in</strong>schaligecultuurlandschappen. Enkele aanzettenhiertoe worden al <strong>in</strong> het Natuurbeleidsplangenoemd.Soortenbeleid <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gHet soortenbeleid vormt een speerpunt<strong>in</strong> de beide natuurbeleidsplannen. Watde f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g betreft wordtdit aspect echter stiefmoederlijk behandeld.<strong>De</strong> Vlaamse overheid heeft <strong>in</strong> haarbeleid nog geen post voor het soortenbeleidopgenomen. In Nederland wordtslechts 5 % van het totale budget voorhet soortenbeleid gereserveerd, watneerkomt op f2 miljoen (40miljoen bfr)per jaar. Het is duidelijk dat dit bedragniet volstaat om de noodzakelijke maat- .regelen, waaronder de uitvoer<strong>in</strong>g vansoortbescherm<strong>in</strong>gsplannen, te treffen.Wanneer we voorts bedenken dat deNederlandse overheid zich voortaanvooral door middel van het soortenbeleidmet het witte gebied bezighoudt,blijkt opnieuw dat de maatregelen hiervoortekort schieten. <strong>De</strong> eerste soortbescherm<strong>in</strong>gsplannen,voor otter endagvl<strong>in</strong>ders, zijn <strong>in</strong>middels verschenenen worden nu reeds <strong>in</strong> praktijk gebracht.<strong>De</strong>ze ger<strong>in</strong>ge aandacht voor het wittegebied vormt tevens een zwakke basisvoor de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszones voor deuitwissel<strong>in</strong>g van dieren tussen natuurgebieden.


ZOOGDIER (1) 90/4Bijde keuze van de aandachtssoortendienen enkele opmerk<strong>in</strong>gen te wordengemaakt. Het betreft tot nu toe vooral detypische reservaatsoorten, waarvoor hetcultuurlandschap we<strong>in</strong>ig perspectiefbiedt. Daar het soortenbeleidjuist <strong>in</strong> hetwitte gebied een belangrijke rol kan vervullen,is het gewenst om juist aan soortenvan kle<strong>in</strong>schalige cultuurlandschappen,zoals kle<strong>in</strong>e marterachtigen,das, haas en hamster, de nodigeaandacht te schenken.Het ziet er naar uit dat Vlaanderen <strong>in</strong>dit opzicht niet zal achterblijven. Zo ismomenteel een soortbescherm<strong>in</strong>gsplanuitgewerkt voor de das, dat zal wordengevolgd door meerdere detailplannenvoor de verschillende leefgebieden vandeze soort.Gelijkspel of overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g?<strong>De</strong> natuurbeleidsplannen <strong>in</strong> Nederlanden Vlaanderen hebben veel met elkaargemeen. Het ecologische concept vaneen hoofdstructuur met verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszonesen buffergebieden vertoont qua<strong>in</strong>houd en qua term<strong>in</strong>ologie opvallendveel overeenkomsten. Ook <strong>in</strong> hun aandachtvoor verwerv<strong>in</strong>g van reservaten,natuurontwikkel<strong>in</strong>g, beheer en soortenbeleidsporen de beleidsplannen goed(zie tabellen 1 en 2). Dit opent perspectievenvoor samenwerk<strong>in</strong>g en onderl<strong>in</strong>geafstemm<strong>in</strong>g van projecten, zoalsbijvoorbeeld de vorm<strong>in</strong>g van grensoverschrijdendenatuurgebieden.Toch verschillen de beleidsplannenop een aantal punten sterk van elkaar.Het Nederlandse plan is vrij concreet englobaal regionaal <strong>in</strong>gevuld. Het Vlaamsedaarentegen mist een regionale <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g;ook het f<strong>in</strong>anciële plaatje ishier nogniet vastgesteld. Dit plan heeft daarommeer het karakter van een beleidsvoornemen,dat nog verder moet wordenuitgewerkt.Ook wat betreft het scala aan maatregelenis het Nederlandse Natuurbeleidsplanverder uitgewerkt. Duidelijk blijkthieruit de ervar<strong>in</strong>g die de Nederlandersreeds op dit vlak hebben, onder anderedoor toepass<strong>in</strong>g van de Relatienota. InVlaanderen moet met het afsluiten vanbeheersovereenkomsten nog een aanvangwordengenomen. <strong>De</strong> totale oppervlaktenatuurreservaat is er nog uiterstbeperkt (circa 10.000 hectare). Het isduidelijk dat Vlaanderen <strong>in</strong> dit opzichteen achterstand heeft goed te maken.Kle<strong>in</strong>schalige cultuurlandschappen dreigen te wordenopgeofferd aan natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplannen.Foto Johan de Meester.<strong>De</strong> cultuurgronden, 'de witte gebieden', vervullen eenbelangrijke rol voor cultuurvolgers als de wezel.Foto Johan de Meester.Uitdag<strong>in</strong>g voor de toekomstMet het uitbrengen van de natuurbeleidsplannenwordt gebroken met eenlange traditie van vage nota's over natuuren landschap. <strong>De</strong> geschetste visieszijn duidelijk gestructureerd <strong>in</strong> de vormvan een ecologisch concept. Visies enmaatregelen worden op een logische enbegrijpelijke manier aan elkaar gekoppeld,waardoor de plannen solide overkomen.Het positieve karakter, deopname van enkele nieuwe beleidsmaatregelenen de verruim<strong>in</strong>g van def<strong>in</strong>anciële middelen zijn een belangrijkestap voorwaarts.Gelet op de doelstell<strong>in</strong>gen en voorgesteldemaatregelen mogen de beideplannen ambitieus worden genoemd. Erwordt een duidelijk antwoord gegevenop de snelle verarm<strong>in</strong>g van onze natuur.Dit tekent de ernst waarmee <strong>in</strong> Nederlanden Vlaanderen een nieuwe koers


<strong>De</strong> zeehond is een van de soorten waar volgens hetNederlandse natuurbeleidsplan onderzoek aan verrichtmoet worden.Foto Fred Hess.wordt gevaren en waarmee naar wijhopen de maatregelen zullen wordengenomen.Toch blijven enkele belangrijke vragenonbeantwoord. Naast de ger<strong>in</strong>geaandacht voor het witte gebied wordt nogniet duidelijk genoeg aangegeven hoe deverwerv<strong>in</strong>g van de vele duizenden hectarenbekostigd moet worden, waar hetgeld voor het beheer van deze gebiedenvandaan moet komen en hoe een op delandbouw <strong>in</strong>gesteld <strong>in</strong>stituut als deLand<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g tot natuurontwikkelaarkan worden omgevormd. Ook ontbreekt<strong>in</strong> de plannen een duidelijke visieover de rol van de particuliere jacht <strong>in</strong>het faunabeheer. Ten onrechte wordt er<strong>in</strong> het Natuurbeleidsplan hoog opgegevenover het functioneren vanwildbeheerseenheden, terwijl de hoognodigeprofessionaliser<strong>in</strong>g van het faunabeheerniet eens wordt genoemd.Aan de milieuproblematiek wordt <strong>in</strong>beide plannen onvoldoende aandachtgeschonken. <strong>De</strong> maatregelen blijven beperkttot wat hydrologische bufferzones,milieu-effectrapportages enplannen voor onderzoek. Tevergeefsmoeten we <strong>in</strong> de natuurbeleidsplannenzoeken naar richtlijnen en maatregelenvan een ecologische normstell<strong>in</strong>g voornatuurgebieden en basismilieukwaliteit<strong>in</strong> het witte gebied, zoals die <strong>in</strong> de milieuplannenvan Nederland en Vlaanderenglobaal zijn aangegeven. Het ontbrekenvan samenhang tussen het natuur- enmilieubeleid vormt een groot probleem.Zolang er geen doeltreffende maatregelengetroffen worden voor een goedemilieukwaliteit zijn alle plannen voornatuurbehoud en natuurontwikkel<strong>in</strong>gimmers gedoemd te mislukken. Hier ligtde grote uitdag<strong>in</strong>g voor het natuurbeleidvan de nabije toekomst.LiteratuurM<strong>in</strong>isterie van de Vlaamse Gemeenschap,1990.Milieubeleidsplan en Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplanvoor Vlaanderen met bijlage.M<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuurbeheer enVisserij, 1990. Natuurbeleidsplan, reger<strong>in</strong>gsbesliss<strong>in</strong>g.SDU uitgeverij, <strong>De</strong>n Haag.Commentaar op dit artikel is geleverd door: Dr. M.den Boer (voorzitter VZZ), Dr. S. Broekhuizen enDr. C. Smeenk.*) Op aandrang van de Tweede Kamer heeft staatssecretarisGabor bij de behandel<strong>in</strong>g op 26 november1990 toegezegd de plannen niet <strong>in</strong> 30maar <strong>in</strong> 20 jaar uit te zullen voeren.


ZOOGDIER (1) 90/419•Het gebeurt maar zelden dat verschijnselen, die samenhangenmet de erfelijke eigenschappen b<strong>in</strong>nen populatiesvan zoogdieren, m<strong>in</strong> of meer rechtstreekswaarneembaar zijn. Zo'n geval heeft zich voorgedaan <strong>in</strong>het Noordhollands Du<strong>in</strong>reservaat, waar de leefwijze vande vos werd bestudeerd van 1980 tot 1985. In de loop vandat onderzoek werd duidelijk, dat een fl<strong>in</strong>k deel van devossen een merkwaardige afwijk<strong>in</strong>g vertoonde: de onderkaakwas opvallend kort. Nadere bestuder<strong>in</strong>g toondeaan dat hetom eenerfelijke eigenschap g<strong>in</strong>g,die normaalgesproken onderdrukt wordt, maar hier een kans kreegals gevolg van de ontstaansgeschiedenis van dezepopulatie.<strong>De</strong> afwijk<strong>in</strong>g zit <strong>in</strong> de verkort<strong>in</strong>g van het voorste deel vande onderkaak.Voor het onderzoek naar de leefwijzevan de vos (Vulpes vulpes)werden velejonge en volwassen exemplaren gevangen,om ze van een oormerk of eenzender te voorzien (Mulder, 1988).Daarbij viel het soms op dat een dier zijnbek op een wat afwijkende manier dichtdeed,omdat blijkbaar de boven- enondertanden niet goed op elkaar aansloten.Nu was het nogal moeilijk om bijeen levende, niet verdoofde vos te bestuderenwat er precies aan de hand was.Er kwam echter ook een aantal dodevossen <strong>in</strong> onze handen. Dit als eengelukkige bijkomstigheid van de vervelendeakties van stropers: er werden <strong>in</strong>die jaren nogal wat vossen vergiftigd <strong>in</strong>het Noordhollandse du<strong>in</strong>gebied. In totaalkonden 72 schedels bekeken engemeten worden. Twaalf daarvan haddeneen te korte onderkaak. Bovendienvertoonden m<strong>in</strong>stens 6 levend gevangenvossen deze afwijk<strong>in</strong>g (Bouwmeester etal., 1989).


Schedel met een te korte kaak en een normale onderkaak.Foto's Jaap Mulder.Alles of nietsUit de met<strong>in</strong>gen aan de schedels kon deconclusie getrokken worden dat het omeen alles-of-niets verschijnsel g<strong>in</strong>g, datwil zeggen dat een te korte onderkaakaltijd evenveel korter was dan een normale.Het tekort bedroeg altijd 7 %. Erwas dus blijkbaargeen tussenweg mogelijk,de onderkaak was ofwel normaal,ofwel 7% te kort. <strong>De</strong> verklar<strong>in</strong>g hiervoormoet wel zijn, dat het gaat om eenerfelijke eigenschap die op de werk<strong>in</strong>gvan slechts één gen, de kle<strong>in</strong>ste bouwsteenvan het erfelijk materiaal berust.Recessieve overerv<strong>in</strong>gOmdat we elk jaar probeerden alle jongenvan de gezenderde vossen te vangenkregen we ook gegevens over de familierelatiestussen vossen met en zonder deafwijk<strong>in</strong>g. Twee situaties waren daarbij<strong>in</strong>formatief. Drie jaar achter elkaar kreegeen 'normaal' wijfje een worp waar<strong>in</strong>tenm<strong>in</strong>ste één jong een te korte onderkaakhad, terwijlze gedurende m<strong>in</strong>stenstwee van de drie jaar gepaard was meteen normaal mannetje: uit normaleouders kunnen dus blijkbaar afwijkendejongen geboren worden. Andersom kanook: een wijfje met een te korte onderkaak,gepaard met een normaal mannetje,kreeg normale jongen. Datbetekent, dat het om een recessieveeigenschap gaat. Elk gen is <strong>in</strong> tweevoudaanwezig <strong>in</strong> het erfelijk materiaal, éénexemplaar afkomstig van de moeder enéén afkomstig van de vader; alleen alsbeide exemplaren van het afwijkendetype zijn, ontwikkelt het embryo een tekorte onderkaak. Als één van de genenechter van het normale type is, is ditdom<strong>in</strong>ant, en het embryo ontwikkelteen onderkaak met de normale lengte.<strong>De</strong> eigenschap voor zo'n te korte onderkaakis dus, <strong>in</strong> een verborgen vorm, <strong>in</strong>veel hogere mate <strong>in</strong> de vossenpopulatieaanwezig dan het lijkt. Zowel het mannetjeals het vrouwtje van het bovengenoemdevossenpaar, dat elk jaar eenkortkakig jong kreeg, moeten één normaalen één afwijkend gen gehad hebben,waardoor ze beide toch eennormale onderkaak hadden.H<strong>in</strong>derVoor wie zo'n abnormale schedel bekijkt,is het duidelijk dat een vos die eente korte onderkaak heeft, daar een zekereh<strong>in</strong>der van onderv<strong>in</strong>dt. Het gebit isvoor een vos ongeveer het belangrijkstewat er is: hij pakt er zijn prooien mee enhij verdedigt zich ermee tegen soortgenoten.Stevige, rechtopstaande hoektandenheeft hij vooral nodig om degrotere prooien zoals konijnen goed tekunnen pakken. Bijeen normale schedelvallen de onderhoektanden precies vóórde bovenhoektanden, maar bij de kortkakigevossen zitten de boven- en onderhoektandenelkaar <strong>in</strong> de weg,waarbijde laatste vaak scheef gaan groeien. Bijenkele afwijkende schedels waren deonderhoektanden vrijwel nutteloos,omdat ze geheel naar buiten waren gebogen.Bij een paar andere waren zeafgebroken, maar dat komt bij normaalontwikkelde schedels ook vaakvoor. Bijvijf van de twaalf afwijkende schedelswas tenm<strong>in</strong>ste één onderhoektand naarb<strong>in</strong>nen gedrongen en <strong>in</strong> het verhemelte<strong>in</strong>gegroeid. <strong>De</strong> vaak diepe putten die ditveroorzaakte, moeten voor de vossenpijnlijk zijn geweest. Het is dan ookaannemelijk, dat het merendeel van devossen met een te korte onderkaak m<strong>in</strong>of meer <strong>in</strong> het nadeel is als het omcompetitie met soortgenoten gaat.Waarom zoveel?Van elke diersoort wordt wel eens eenafwijkend exemplaar gevonden, dat dansteevast <strong>in</strong> het museum belandt. Mu-


seumcollecties bevatten daardoor vaakeen onrealistisch hoog percentage abnormalevertegenwoordigers van elkesoort. Het percentage afwijk<strong>in</strong>gen bij devossenschedels, die <strong>in</strong> het du<strong>in</strong>gebiedvan Noord-Holland (ten noorden vanhet Noordzeekanaal) verzameld werden,slaat echter de percentages van alleandere collecties met stukken: 17 %. Inde rest van ons land, zelfs <strong>in</strong> heel West­Europa, zijn tot nu toe slechts een handvolvossen met deze ofeen soortgelijkeafwijk<strong>in</strong>ggevonden.Voor de verklar<strong>in</strong>g van de grote aantallenafwijkende gebitten is de ontstaansgeschiedenisvan de betreffendevossenpopulatie van belang. Vossenkwamen vroeger niet <strong>in</strong> het westen vanNederland voor, afgezien van een zeldzamezwerver. Vanaf ongeveer 1968werden er echter regelmatigvossen <strong>in</strong> dedu<strong>in</strong>streek gezien, zowel ten zuiden alsten noorden van het Noordzeekanaal.Het is zeer waarschijnlijk dat dit vossenbetrof, die door mensen waren uitgezet.Iemand heeft mij, na afloop van een<strong>De</strong>tail van de bovenkaak van een vos met te korteonderkaak; duidelijk is het letsel te zien, aangerichtdoor de onder-hoektand. Foto Jaap Mulder.lez<strong>in</strong>g die ik voor een jagersverenig<strong>in</strong>ghield, <strong>in</strong> vertrouwen verteld dat er bijHeemskerk vier jonge vossen uit éénworp zijn losgelaten. Uit dit viertal vossenis de gehele huidige populatie, diezich nu ten noorden van het Noordzeekanaalbev<strong>in</strong>dt, ontstaan. Daarbij is dussprake van een hoge graad van <strong>in</strong>teelt,zeker als het <strong>in</strong>derdaad begonnen is metbroertjes en zusjes. Eén van die eerstevossen moet een afwijkend gen gehadhebben, dat normaliter <strong>in</strong> een vossenpopulatiezo zeldzaam is, dat het slechtsuiterst zelden gebeurt dat er een jongevos geboren wordt met twee afwijkendegenen, en dus een te korte onderkaak.Door de <strong>in</strong>teelt <strong>in</strong> de nieuwe vossenpopulatie,waarbij broertjes en zusjes geenandere keus hadden dan met elkaar teparen, kon dit afwijkende gen zo algemeenworden dat het nu vaak gebeurtdat het <strong>in</strong> een vos dubbel aanwezig is.Het verschijnsel, dat <strong>in</strong> nieuw ontstanepopulaties bepaalde zeldzame


ZOOGDIER (1) 90/4 22aab~ - - - _ ., ,D Dao - Qo - cf'normale kaaknormale kaak• - Q111 - cf'______ relatie niet met zekerheid vastgesteldkorte kaakkorte kaak\J - QL. - cf'onbekendonbekendSchema van de familierelaties tussen vossen metnormale en korte kaken gevonden <strong>in</strong> het NoordhollandsDu<strong>in</strong>reservaatgedurende veldwerk van 1980 tot1990.eigenschappen opeens veel meer kanskrijgen, staat bekend als het 'foundereffect'.<strong>De</strong> m<strong>in</strong> ofmeer toevallige comb<strong>in</strong>atievan eigenschappen, die de eerstepioniers, de 'founders', <strong>in</strong> hun erfelijkmateriaal met zich mee brengen, bepaaltde mate waar<strong>in</strong> die eigenschappen later<strong>in</strong> de hele populatie voorkomen. Menkent aan dit effekt een belangrijke rol toe<strong>in</strong> het evolutieproces bij het ontstaanvan nieuwe soorten.Toekomst<strong>De</strong> onderzochte schedels werden verzameld<strong>in</strong> eenperiode dat de populatie nogmaar juist zijn verzadig<strong>in</strong>gspunt hadbereikt. Zolang er voldoende ruimte wasvoor uitbreid<strong>in</strong>g, was er we<strong>in</strong>ig competitie(om het bezit van een territoriumbijvoorbeeld) tussen de vossen. Daardoorwaren de overlev<strong>in</strong>gskansen van deafwijkende vossen waarschijnlijk nietveel kle<strong>in</strong>er dan die van normale vossen.Nu de populatie echter alweer enigejaren op hetzelfde niveau lijkt te zitten, isde onderl<strong>in</strong>ge competitie ongetwijfeldeen stuk sterker geworden. <strong>De</strong> verwacht<strong>in</strong>gis dan ook, dat het percentage vossen,dat de afwijk<strong>in</strong>g vertoont, <strong>in</strong> detoekomst een stuk lager zal zijn. Helemaalverdwijnen kan het verschijnselnauwelijks, omdat het <strong>in</strong> zijn verborgenvorm niet nadelig is voor de vossen: danleidt het immers niet tot een verkorteonderkaak.Wellicht bestaat er over een paar decennianogmaals de gelegenheid om demate van voorkomenvan deze afwijk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de populatie vast te stellen. Intussenheeft het een <strong>in</strong>teressante illustratie opgeleverdvan één van de processen, dieeen rol kunnen spelen <strong>in</strong> de evolutie.LiteratuurBouwmeester, J., J.L.Mulder & P.J.H. vanBree, 1989. High <strong>in</strong>cidence of malocclusion<strong>in</strong>an isolatedpopulationofthe redfoxVulpes vulpes <strong>in</strong> the Netherlands. Journalof Zoology, London, 219: 123-136.Mulder,lL., 1988. <strong>De</strong> vos <strong>in</strong> het NoordhollandsDu<strong>in</strong>reservaat.<strong>De</strong>el 3:<strong>De</strong> vossenpopulatie.RIN-rapport88/43.


ZOOGDIER (1) 90/4 23Foto Martijn de Jonge.S<strong>in</strong>ds beg<strong>in</strong> april 1990 (volgens sommigen al eerder)zwemt er <strong>in</strong> de Zeeuwse wateren een tuimelaar rond diemaandenlang veel belangstell<strong>in</strong>g voor mensen aan dedag legde. Het is een fraai, volwassen vrouwtje, dat zichbijna een half jaar lang heeft opgehouden op enkelekle<strong>in</strong>e, visrijke plekjes bij de Brouwersdam. Ze werd heteerst opgemerkt door Michel Beut<strong>in</strong>, de eigenaar vaneen patatkraam. Inmiddels is ze vanaf de dam bewonderddoor honderden mensen; ook zijn er nogal watduikers bij haar <strong>in</strong> de weer geweest.


ZOOGDIER (1) 90/4Solitaire dolfijnenTuimelaars Tursiops truncatus en anderedolfijnen leven gewoonlijk <strong>in</strong> hechtgroepsverband. Maar dit dier heeft zichkennelijk, helemaal alleen, <strong>in</strong> Zeelandgevestigd.Dolfijnen die solitair leven ende mens opzoeken, komen al voor <strong>in</strong>verhalen uit de Griekse oudheid. Ens<strong>in</strong>ds <strong>in</strong> 1955 een jonge tuimelaar, 'Opo'genaamd, <strong>in</strong> Nieuw Zeeland de hartenvan talloze mensen stal door zelfs k<strong>in</strong>derenop haar rug te laten rijden, is hetverschijnsel van dolfijnen die vriendschapsluiten met mensen, veelvuldigbeschreven aan de hand van tientallengoed gedocumenteerde gevallen (zieLockyer, 1990). Het patroon is meestaldat er ergens een dolfijn (bijna altijd eentuimelaar) wordt ontdekt die zijn ofhaarkuddeverband is kwijtgeraakt of heeftverlaten (hoe of waarom is niet bekend).<strong>De</strong>ze dolfijnen blijken <strong>in</strong> de regel we<strong>in</strong>igschuwen gaan contact met mensen nietuit de weg. In veel gevallen lijken ze ditcontact zelfs uit eigen beweg<strong>in</strong>g te zoeken,vooral met mensen die op of<strong>in</strong> hetwater werken, zoals vissers en duikers.Als het tenslotte bekend wordt, ontstaater vaak een hele toeristen<strong>in</strong>dustrie rondzo'n dier, helaas nogal eens met nadeligegevolgenvoor de dolfijn <strong>in</strong> kwestie. Vaneen aantal 'tamme' tuimelaars is bekenddat ze van tijd tot tijd ook contacthadden met soortgenoten, waarna zetoch weer terugkwamen op hun oudeplekje, of niet ver daarvandaan. Verschillendedolfijnen hebben deze bandmet de mens jarenlang volgehouden.Geen onbekendeHoewel het verschijnsel van een'tamme' dolfijn nieuw is voor Nederlandof België, is de tuimelaar geen onbekendevoor onze kust. Uit strand<strong>in</strong>gsgegevensweten we, dat de soort tot <strong>in</strong> dejaren zestig niet zeldzaam was <strong>in</strong> onzewateren (Bakker & Smeenk, 1987). <strong>De</strong>bioloog Jan Verwey heeft <strong>in</strong> de jarendertig een hele studie verricht van detuimelaars <strong>in</strong> het Marsdiep, die hij observeerdevanaf de dijk <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Helder.Ze waren daar het talrijkst <strong>in</strong> de periodemaart-mei, wanneer de Zuiderzeehar<strong>in</strong>gkuit schoot. Na de voltooi<strong>in</strong>g van deAfsluitdijk <strong>in</strong> 1932 heeft deze har<strong>in</strong>g nogeen aantal jaren <strong>in</strong> de Waddenzee gepaaid,maar de populatie hield geenstand. Hierdoor verdween de (vermoedelijk)voornaamste voedselbron voordeze tuimelaars. In 1939 waren dezedolfijnen <strong>in</strong> het Marsdiep vrijwel ver-24dwenen (Verwey, 1975). In de tweedehelft van de jaren zestig is de tuimelaarplotsel<strong>in</strong>g sterk achteruitgegaan langsonze hele kust. <strong>De</strong> soort is nu bepaaldzeldzaam <strong>in</strong> de Noordzee.GedragTerug naar de Zeeuwse tuimelaar. Tijdensonze bezoeken aan de Brouwersdamwas goed waar te nemen hoe hetdier zich beperkte tot een plekje vanenkele hectaren, waar vaak fuiken vanvissers stonden opgesteld. Het was kennelijkeen voedselrijk stekje en verschillendemensen hebben haar vis zienvangen. Van tijd tot tijd maakte ze eenserie schitterende sprongen, waarbij zezich plat op het water liet ploffen. Wekonden ons niet aan de <strong>in</strong>druk onttrekkendat ze dit echt voor haar plezierdeed. Ze had belangstell<strong>in</strong>g voor duikersen plankzeilers. Vanafde dam was goedte zien hoe ze de duikers van achterenbenaderde, maar steeds een m<strong>in</strong>imumafstand hield. Soms was ze langere tijdafwezig; ze wisselde tussen twee vasteplekjes en werd door vissers ook verderbuitengaats gesignaleerd.Een van ons (Marjan Add<strong>in</strong>k) heeft <strong>in</strong>augustus met haar gedoken. Op datmoment was ze geïnteresseerd maarterughoudend en g<strong>in</strong>g ze duidelijk haareigen gang. Met ons vieren zwommenwe rustig naar haar toe en ze bleef eenhele poos bij ons <strong>in</strong> de buurt. Verschillendekeren begon ze aan een seriesprongen, op slechts 4 tot 5 meter vanons vandaan. Na een poosje liet ze onsachter en g<strong>in</strong>g naar enkele vissers dieverderop bezig waren. We zijn toenopnieuw naar haar toegezwommen enwonnen haar aandacht weer. Ze was dieochtend ook bezig om met haar snuit enmet de zijkant van haar rug een vrijgrotekwal omhoog te gooien. Dit spelen metkwallen is ook waargenomen bij tweetuimelaars die zich op 17 oktober 1986enkele dagen bij de pieren van IJmuidenophielden en is ook van elders beschreven(zieDos Santos & Lacerda,1987). <strong>De</strong>dieren bij IJmuiden drukten de kwallenmet hun borstv<strong>in</strong>nen tegen het lichaam.In het haventje van de Brouwersdamspeelde onze dolfijn soms met stukkenplastic die daar (helaas) <strong>in</strong> het waterdreven. Anderen hebben gezien hoe zezich zelfs nogal 'ruw' met een eidereendvermaakte; ook dit spelen met levendevogelsis beschreven door Dos Santos &Lacerda. Kort na onze zwempartij heeftze zich, als het verhaal klopt, laten aanra-


ken door enkele k<strong>in</strong>deren die bij haar <strong>in</strong>het water waren.Niet lang daarna is ze van haar vastestekje aan de Brouwersdam verdwenen;het lijkt erop dat ze meer is gaan zwerven.<strong>De</strong> laatste maanden zwemt ze verderuit de kust, op plaatsen die m<strong>in</strong>dergemakkelijk bereikbaar zijn voor mensen.Is de drukte haar toch te veelgeworden? Heeft ze betere visplekjesontdekt?Soms gaat het misIn het verleden is het met verschillende'tamme' tuimelaars uite<strong>in</strong>delijk misgegaan.Het g<strong>in</strong>g daarbij vooral om dierendie zich lieten aanraken door een kle<strong>in</strong>aantal mensen die ze vertrouwden. Alsdat dan bekend raakte, wilde bijna iedereenzo'n 'dolfijnervar<strong>in</strong>g' meemaken.Met gevolg dat het dier dagelijks werdbelaagd door tientallen, zo niet honderdenmensen. Het gevolg was dat dedolfijn geheel over zijn toeren raakte,wild werd en tenslotte zelfs gevaarlijk.Men lijkt niet altijd te beseffen dat hetuite<strong>in</strong>delijk niet gaat om een mens, maarom eenwilde diersoort, die <strong>in</strong> haar eigenelement duidelijk de baas is en niet altijdis gediend van wat wij leuk v<strong>in</strong>den.Enkele dolfijnen zijn tenslotte doodgeschotendoor vissers of crim<strong>in</strong>elen. Ineen baai <strong>in</strong> Australië, waar een helegroep tuimelaars contact met mensenheeft gelegd, is het nodig gebleken bordente plaatsen die ervoor waarschuwende dieren niet te voeren (met zaken alschocolade en s<strong>in</strong>aasappels) en niets <strong>in</strong>de ademopen<strong>in</strong>g te stoppen.Bij de Brouwersdam zijn wij rond p<strong>in</strong>ksterenbang geweest dat de drukte metonder meer speedboten en waterscootersuit de hand zou lopen: men viel dedolfijn voortdurend lastig. Gelukkigwerd de situatie goed <strong>in</strong> de gaten gehou-<strong>De</strong> 'tamme' dolfijn bij de Brouwersdam is een nieuwverschijnsel voor België en Nederland.Foto Marlijn de Jonge.den door Michel Beut<strong>in</strong> en onze collegaHenk Baptist. Ook de politie heeft enkelemalen fl<strong>in</strong>k opgetreden. Een pog<strong>in</strong>ghaar vaste stekje af te zetten met eendrijflijn is echter stukgelopen op ambtelijkecompetentiestrijd en bureaucratie.Misschien is het daarom wel goed datonze tuimelaar op het ogenblik buitenhet bereik van de meeste mensenzwemt. Maar het contact met deze dolfijnis voor velen wel een heel bijzondereervar<strong>in</strong>g geweest.LiteratuurBakker, J. & C. Smeenk, 1987. Time-seriesanalysis of Tursiops truncatus, <strong>De</strong>lph<strong>in</strong>usdelphis, and Lagenorhynchus albirostrisstrand<strong>in</strong>gs on the Dutch coast. EuropeanCetacean Society Newsletter 1:14-19.Lockyer, Ch., 1990. Review of <strong>in</strong>cidents<strong>in</strong>volv<strong>in</strong>g wild, sociable dolph<strong>in</strong>s, worldwide:337-353. In: S. Leatherwood & R.R.Reeves (eds.). The bottlenose dolph<strong>in</strong>.Academie Press, San Diego.Santos, M. dos & M. Lacerda, 1987. Prelim<strong>in</strong>aryobservations of the bottlenose dolph<strong>in</strong>(Tursiops truncatus) <strong>in</strong> the Sado estuary(Portugal). Aquatic Mammals 13:65-80.Verwey, J., 1975. The cetaceans Phocoenaphocoena and Tursiops truncatus <strong>in</strong> theMarsdiep area (Dutch Waddensea) <strong>in</strong> theyears 1931-1973. NIOZ Publikaties en Verslagen17a, b T:I-153.


ZOOGDIER (1) 90/4 26Nestkastenvoor holenbroedende vogels zijn bijiedereenbekend. Veel vleermuissoorten bewonen boomholten.Speciale vleermuiskasten zijn dus een voor de handliggend idee. Na aanvankelijke teleurstell<strong>in</strong>gen en veelgeëxperimenteer met verschillende typen kasten, luktehet om de dieren de kasten te laten accepteren. Momenteelmaken <strong>in</strong> vier bosgebieden <strong>in</strong> Zeeland vier soortenm<strong>in</strong> ofmeer regelmatig gebruik van de kasten.Een door de grote bonte specht opengehakte vieermuiskast.Foto Jan Piet Bekker.Vleermuiskasten bestaan <strong>in</strong> soorten enmaten; <strong>in</strong> totaal zijn het er ongeveertw<strong>in</strong>tig. Diverse modellen doen deronde, zoals die van Issel, Stratmann,Steckby en Richter (Jüdes, 1985). Ookzijn er <strong>in</strong>middels twee Nederlandse modellen:het type 'Ridder' (Ridder et al.,1981) en het type 'Bruijn' (Bruijn, 1987).Vleermuiskasten zijn meestal van houtgemaakt, maar er zijn ook enkele modellenop de markt van houtbeton (eenmengsel van zaagsel en beton).Toch waren mijn eerste ervar<strong>in</strong>gen metvleermuiskasten niet al te positief. Ikhad er <strong>in</strong> 1986 drie gemaakt van hout enafgedekt met asfaltpapier. <strong>De</strong> aanvliegplankwas bespannen met horregaas omhet naar boven klauteren te vergemakkelijken.<strong>De</strong> kasten h<strong>in</strong>gen rond het huisen na een jaar bleek er geen enkelevleermuis <strong>in</strong> terecht te zijn gekomen.Toen ik het jaar daarop zelfdrie gewonedwergvleermuizen Pipistrellus pipistrellus<strong>in</strong>een kast zette, hakte een grotebonte specht een gat <strong>in</strong> de achterwandmet als gevolg een kapotte kast en dedood voor de dwergvleermuizen.Eenvoudige kastenOndertussen had ik wel wat geleerd vandeze eerste ervar<strong>in</strong>gen: de kasten warenveel te mooi en <strong>in</strong> ieder geval te arbeids<strong>in</strong>tensiefom te maken. In Engelandmaakte ik kennis met een door Stebb<strong>in</strong>gsgemodificeerd model van de RichterII: de vorm van een vogelkast meteen tot vliegplank verlengde achter-


ZOOGDma (1) 90/4 27wand. <strong>De</strong>ze kasten waren wat simpelervan constructie en <strong>in</strong> de kortste kerenstonden er vijf klaar.Ik h<strong>in</strong>g ze dit keer niet op rond het huis,want daar was genoeg plaats voor vleermuizente v<strong>in</strong>den. Ze kwamen te hangen<strong>in</strong> het Veerse bos, vlak <strong>in</strong> de buurt. Ditbos is aan het e<strong>in</strong>d van de vijftiger jarenaangelegd rond het krekengebied bijVeere en bestaat uit populier, es, iep, eiken beuk. Het bosvak waar de kasten <strong>in</strong>eerste <strong>in</strong>stantie werden opgehangenbestaat <strong>in</strong> hoofdzaak uit eik en beuk.Eerste vleermuizenIn het najaar van 1987 bleek een aantalvan de kasten bewoond te zijn doorgewone dwergvleermuizen en ruigedwergvleermuizen Pipistrellus nathusii.Door dit positieve resultaat maakte ik erb<strong>in</strong>nen korte tijd tien vleermuiskastenbij. <strong>De</strong> kasten h<strong>in</strong>g ik op langs een padop een hoogte van ongeveer 4 meter,met een onderl<strong>in</strong>ge tussenruimte vanongeveer 40 meter. Het pad kwam uit opeen vijver omgeven door bos; daarmeewas een rij kasten gesitueerd langs eenpad dat liep van een spreng naar eenvijver.Bij regelmatige controles van de kasten<strong>in</strong> 1988 bleek er, naast ruige dwergvleermuizenen dwergvleermuizen, ook eengrootoorvleermuis Plecotus auritus <strong>in</strong>voor te komen en aan het e<strong>in</strong>de van datjaar werd er een aantal watervleermuizenMyotis daubentonii <strong>in</strong> gevonden.Opnieuw werd <strong>in</strong> die w<strong>in</strong>ter het aantalkasten uitge breid tot een totaal vantw<strong>in</strong>tig. Hiermee werden twee rijenvleermuiskasten gerealiseerd.; ZAAGSNEDEI:III/II /I /: 1/ ....10/I /INVLIEG KIER 1,5cm~ 't' I(.Tl IOPHANGKRAMMESTGOOT-13-Bouwteken<strong>in</strong>g van vleermuiskastmodel naar eigen ontwerp.Maten zijn <strong>in</strong> cm. Achterplank ruw hout, 2,2 cmdik. Ga uit van courante houtafmet<strong>in</strong>gen. Zijplankjesbij voorkeur multiplex. B<strong>in</strong>nenzijdedak witverven.Kraamkoloniekast bij een vijver <strong>in</strong> het Veerse bos.Foto Jan Piet BekkerCoControlemethoden<strong>De</strong> controle van het vergrote aantalkasten kostte wel meer tijd en bovendienbehoorde de controle van de bezett<strong>in</strong>gzodanig te verlopen dat devleermuizen niet hoefden te wordenverstoord. Met een sterke lamp vanonderaf <strong>in</strong> de kast schijnend, was hetmogelijk de vleermuizen <strong>in</strong> de kast tezien hangen, als ze tenm<strong>in</strong>ste tegen devliegplank h<strong>in</strong>gen. Dat hield <strong>in</strong> dat ik devleermuizen er toe moest 'dw<strong>in</strong>gen' omtegen de vliegplank te hangen en niet opvoor mij onzichtbare plaatsen. Dat bereikteik door <strong>in</strong> de kast een gedeelteschu<strong>in</strong>weg met een stukje hardboarddoormidden te delen en de overige wandenglad te maken. Bovendien gafik deonderkant van het dekplankje een likwitte verf, zodat bij het beschijnen de


ZOOGDmR (1) 90/4Dwergvleermuizen maken regelmatig gebruik van dekasten.Foto Johan de Meester.Doodgevonden watervleermuizen <strong>in</strong> mestgoot vanvleermuiskasten bewoond door kraamkolonie; boven:gemummificeerde embryo, onder: gemummificeerdpas geboren jong.Foto Jan Piet Bekker.Jonge watervleermuis met zwarte k<strong>in</strong>stip.Foto Marja L<strong>in</strong>a.28vleermuizen goed afstaken.Controles met de lamp kunnen het bestuitgevoerd worden op bewolkte dagen;bij veel zonlicht is het namelijk nogallastig om <strong>in</strong> de donkere vleermuiskastvoldoende contrast te verkrijgen omvleermuissoorten te onderscheiden.Om daarnaast ook te weten te komen ofvleermuiskasten buiten de controleperiodebezet waren geweest, werd aan deonderkant van de aanvliegplank de helftvan een stuk afvoergoot bevestigd.Vleermuiskeutels werden op deze manieropgevangen <strong>in</strong> de mestgoot.Om de 14 dagen klom ik op een laddernaar de kasten. Met een spiegeltje en eenlampje werd elke vleermuiskast bekekenen de eventueel aanwezige dieren werdengedeterm<strong>in</strong>eerd. Tegelijkertijd konbekeken worden ofer s<strong>in</strong>ds mijn laatstebezoek vleermuiskeutels <strong>in</strong> de mestgootterecht waren gekomen.Andere plaatsenDoor het succes <strong>in</strong> het Veerse bos aangemoedigdmaakte ik er nog 30 vleermuiskastenbij. Het model paste ikenigsz<strong>in</strong>s aan: het vierkante verblijfsboxjeveranderde ik <strong>in</strong> een driehoekigmodel. Ik koos drie betrekkelijk jongebosgebieden langs de kust; het eerstegebied had geen (kle<strong>in</strong>e) waterpartijen<strong>in</strong> de buurt terwijl de andere twee oudekreken (dus brak water) omsloten. <strong>De</strong>eerste serie van tien h<strong>in</strong>g ik e<strong>in</strong>d 1988 oplangs een pad parallel aan en vlak achterde Veerse dam op de Schotsman teNoord-Beveland en e<strong>in</strong>d 1989 plaatste iker tien <strong>in</strong> Rammekenshoek bij Ritthemop Walcheren. Tenslotte kwamen erbeg<strong>in</strong> 1990 nog tien te hangen op deSchelphoek op Schouwen-Duiveland.<strong>De</strong> kasten <strong>in</strong> deze gebieden werdenenkele malen met de lamp gecontroleerden een keer perjaar met de ladder.In de kasten op de Schotsman werdentot en met oktober 1990 geen vleermuizengevonden. In Rammekenshoekwerd <strong>in</strong> september 1990 de eerste dwergvleermuis<strong>in</strong> de kasten gesignaleerd en<strong>in</strong> de kasten op de Schelphoek werdenna het eerste seizoen al vier dwergvleermuizengezien. <strong>De</strong> aanwezigheid van dewaterpartijen speelt ongetwijfeld een rol<strong>in</strong> de aanwezigheid van de vleermuizen.Trends en fenologieLangzamerhand kreeg ik een redelijkbeeld van de aanwezige vleermuizen <strong>in</strong>het Veerse bos en het gebruik van dekasten. In de eerste jaren kon ik de


ZOOGDIER (1) 90/4volgende trends waarnemen.<strong>De</strong> eerste dwergvleermuizen zijn e<strong>in</strong>dmaart <strong>in</strong> de kasten aanwezig, en <strong>in</strong> deeerste weken van april neemt hun aantaltoe. Bijna elke keer gebruiken ze eenandere kast. <strong>De</strong> ruige dwergvleermuizenvestigen zich <strong>in</strong> de loop van de zomer ene<strong>in</strong>d augustus komt een fors aantal(vrouwtjes?) de populatie versterken.Het lijkt zo te zijn dat de ruige dwergvleermuizende dwergvleermuizen verdr<strong>in</strong>genuit de beschikbare kasten. In deloop van oktober verdwijnen de ruigedwergvleermuizen weer. Medio novemberduikt er nog wel eens een enkeledwergvleermuis <strong>in</strong> de kasten op.Watervleermuizen zijn ook e<strong>in</strong>d maartal present; hun aantal stijgt tot <strong>in</strong> de.eerste weken van april. Ze blijven totomstreeks 20 november gebruik makenvan de kasten. <strong>De</strong> watervleermuizenbleken opvallend honkvast te zijn: keerop keer kon je een zelfde aantal <strong>in</strong>dezelfde kast aantreffen en alleen <strong>in</strong> deherfst verhuisden ze wel eens. In oktobervoegde er zich een aantal vrouwtjesbij de groep waardoor <strong>in</strong> de kasten eenforse cluster ontstond die bij controlemet de lamp niet meer exact te tellenwas. Trouwens, ook bij de controles metde ladder was het niet eenvoudig om ervia het spiegeltje achter te komen hoeveelexemplaren er h<strong>in</strong>gen.In het najaar van 1987 werd een aantalmalen een grootoorvleermuis <strong>in</strong> eenkast gesignaleerd en ook <strong>in</strong> het voorjaarvan 1988 werd nog een keer een exemplaargezien. Nadien zijn er geen grootoorvleermuizenmeer <strong>in</strong> de kastenaangetroffen..Niet onvermeld mag blijven dat <strong>in</strong> dezomer van 1989 een baardvleermuisMyotis mystac<strong>in</strong>us/brandtii <strong>in</strong> één van dekasten h<strong>in</strong>g; deze soort is later nietmeer<strong>in</strong> de kasten gezien.Kraamkolonie <strong>in</strong> kastIn de loop van 1990 bleek het aantalwatervleermuizen <strong>in</strong> de kasten <strong>in</strong> hetVeerse bos veel groter te zijn dan dejaren daarvoor, het besloeg bijna hetdubbele. Om de verstor<strong>in</strong>g te beperkenbesloot ik eens <strong>in</strong> de 14 dagen controleste doen met de lamp en eens per maandmet de ladder. Op 1juni 1990vond ik <strong>in</strong>de mestgoot van kast 4, waar steedswatervleermuizen verbleven, de <strong>in</strong>gedroogdemummie van een vleermuisembryodat kennelijk door vroeggeboorteverloren was. Na 14 dagen bleekde groep watervleermuizen te zijn ver-30huisd naar kast 18. Bij de controlerondesmet de lamp was het me alopgevallen dat bij die kast overdag piependegeluiden te horen waren. Op 30juni 1990 kreeg ik zekerheid dat er eenkraamkolonie <strong>in</strong> de kasten aanwezigwas: er bevonden zich enkele jongewatervleermuizen tussen de volgroeidedieren. Wel werd nog een dood, voldragenjong aangetroffen dat net boven demestgoot aan een spijker h<strong>in</strong>g.Voorzover ik <strong>in</strong> de literatuur kon nagaanwas dit de eerste kraamkolonie van watervleermuizen<strong>in</strong> een kast <strong>in</strong> Nederlanden wellicht de eerste <strong>in</strong> Europa. Later <strong>in</strong>hetjaar werden <strong>in</strong> een paar kastenjongewatervleermuizen aangetroffen (herkenbaaraan de zwarte k<strong>in</strong>stip ).Andere kastbewonersVleermuizen zijn niet de enige gebruikersvan vleermuiskasten. <strong>De</strong> grotebonte specht <strong>De</strong>ndrocopus major en degroene specht Pieus viridis gebruiken debuitenzijde van de kasten <strong>in</strong> het voorjaarals resonantie-trommel. Daarbij moetvooral de aanvliegplank het ontgelden.Alleen <strong>in</strong> het <strong>in</strong> de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g vermeldegeval is via de achterzijde een gat gemaakt.Een enkele maal proberen spechtenook wel de toegangsspleet teverwijden en zichzelf toegang te verschaffen.Spechten is dit niet geluktmaar pimpelmezen Parus caeruleuskruipen doorde verwijde toegangsspleetnaar boven om op aanwezige <strong>in</strong>sekten tefoerageren. Tot nu toe hebben pimpelmezentwee keer een nest gemaakt <strong>in</strong>mijn vleermuiskasten: vleermuizen maken<strong>in</strong> die gevallen geen gebruik van dekast.M<strong>in</strong> of meer vaste gasten <strong>in</strong> de kastenzijn oorwormen <strong>De</strong>rmaptera en sp<strong>in</strong>nenArachnidae; roestjes Scoliopteryx libatrixzijn geregelde bezoekers. Oorwormenzitten doorgaans <strong>in</strong> de hoeken aan debovenzijde tegen de vliegplank, terwijlroestjes zich vaak vlakbij de toegangsspleetophouden. Het is opvallend hoesnel deze <strong>in</strong>sekten de kasten weten tev<strong>in</strong>den: vaak al b<strong>in</strong>nen enkele dagen.Een enkele maal zijn ook bl<strong>in</strong>de bijenEristalis tenax <strong>in</strong> een vleermuiskast tev<strong>in</strong>den. In de vochtige seizoenen komener ook wel eens naaktslakken Arion ateren Limax maximus en een-enkele pissebedPorcellio scaber<strong>in</strong>voor. Tot nu toe iser twee keer een nest van de gewonewesp Vespula vulgaris <strong>in</strong> gevonden. Hetverh<strong>in</strong>dert vleermuizen er overigensniet van gebruik te maken van deze


31'onderverhuurde' kasten.Tot slot<strong>De</strong> bouwteken<strong>in</strong>g geeft weer hoe menzelf een vleermuiskast kan timmerenvan het hier door mij gebruikte type.Gebruik voor de aanvliegplank ongeschaàfdhout; dat vergemakkelijkt hetnaar boven klimmen. Een zaagsnede <strong>in</strong>de top van de aanvliegplank maakt hethangen op die plaats aantrekkelijk. Eenkwastjeverf aan de buitenzijde verhoogtde duurzaamheid. Met vier krammen opde zijkanten van de aanvliegplank is hetmogelijk de kasten op te hangen. Zelfgebruik ik daarvoor graag restanten éénaderigelectriciteitssnoer. Bij de jaarlijkseschoonmaakronde (<strong>in</strong> decemberof januari) dient zonodig het snoer omde boom te worden verwijd. Gebruikvoor het ophangen van de kasten <strong>in</strong> debomen <strong>in</strong> geen geval spijkers: deze gaanop den duur roesten. <strong>De</strong> boseigenaarheeft dat liever niet (lagere opbrengstvan het hout en gevaar bij het verwerken).Het is trouwens noodzakelijk omvoor het ophangen van de kasten toestemm<strong>in</strong>gte vragen aan de boseigenaar.<strong>De</strong> beste plaats om vleermuiskasten opte hangen is <strong>in</strong> de nabijheid van vijversen andere waterpartijen. Waterrijke biotopenzijn uitstekende foerageerplaatsenvoor een groot aantalWatervleermuizen blijken de kasten zelfs als kraamkoloniete gebruiken.Foto Johan de Meester.Figuur 6.vleermuissoorten. Kies bijvoorkeur eenjong bos uit om de kasten op te hangen,want daar zijn doorgaans nog maar we<strong>in</strong>igspechtegaten of andere natuurlijkeboomholten of spleten. En tenslotte,hang een fl<strong>in</strong>k aantal kasten op: vleermuizenmoeten de mogelijkheid hebbenom geregeld van verblijfplaats tekunnen wisselen.LiteratuurBruijn, Z., 1987. Vleermuiskast. Gestencild(1-3). Uitgave <strong>in</strong> eigen beheer.Ridder, R.M., P.R.C. L<strong>in</strong>a & A.M. Voute,1981.Vleermuiskasten: 1-7.M<strong>in</strong>isterie vanCultuur, Recreatie en MaatschappelijkWerk, Rijswijk/Laboratorium voor ZoölogischeOecologie en Taxonomie, RijksuniversiteitUtrecht.Jüdes, U., 1985. Fledermäuse und ihrSchutz. Informationen undMaterialien fürdie regionale Naturschutzarbeit. 1-144.


ZOOGDIER (1) 90/4 32<strong>De</strong> vos blijkt niet gebonden te zijn aan één welbepaaldbiotoop. We komen hem <strong>in</strong> de meest verschillendeomgev<strong>in</strong>gen tegen: du<strong>in</strong>en, bos, heide, bergen ofwoestijnen.Ook <strong>in</strong> ons land wordt de vos zowel <strong>in</strong> een open alsgesloten landschap gevonden, maar hij schijnt een voorkeurte hebben voor halfopen terre<strong>in</strong>en met bosjes,bosranden, kreupelhout, heggen en houtkanten. Hoewelde vos aanvankelijk vooral <strong>in</strong> landelijke gebiedenvoorkwam, is hij de laatste tientallenjaren niet meerwegte denken uit de stedelijke omgev<strong>in</strong>g. Met name <strong>in</strong>Brussel rukt de vos op.Vossen weten sluikstorten snel te benutten als voedselbron.Foto Wildlif Pictures.Het duurde even<strong>De</strong> kolonisatie van de stad door de vosVulpes vulpes manifesteerde zich aanvankelijkuitsluitend <strong>in</strong> Groot­Brittannië (Harris, 1977), maar uit recentonderzoek is gebleken dat de vossenondertussen ook <strong>in</strong> andere steden hun<strong>in</strong>trek hebben genomen, zoals Parijs,Oslo, Kopenhagen, Stockholm, Madrid,New York of Toronto. (<strong>De</strong>buf, 1987;Artois, 1988). In Groot-Brittannië is deuitbreid<strong>in</strong>g van de vossenpopulatie naarde stad <strong>in</strong>middels zeer omvangrijk geworden.Uit een studie blijkt dat vossensedert 1930 <strong>in</strong> de Londense buitenwijkenvertoeven (Teagle, 1967). In 1965werden ze reeds tot op 10kilometer vanhet stadscentrum aangetroffen. Rondhet beg<strong>in</strong> van de jaren 70 werden ookvossen gezien te Bristol, Ed<strong>in</strong>burg enOxford (Harris, 1981; Kolb, 1984; Macdonald& Newdick, 1982). <strong>De</strong>ze kolonisatieis vrij recent en valt samen met eenhernieuwde stadsorden<strong>in</strong>g. Door de uitbreid<strong>in</strong>gvan de stedelijke kernen tot <strong>in</strong>de buitenwijken ontstond er een andertype randstad, met veel residentiële wijken.<strong>De</strong> eigendommen <strong>in</strong> dit deel van destad zijn uitgestrekt en worden gekenmerktdoor grote en aaneengeslotentu<strong>in</strong>en. <strong>De</strong> hoeveelheid groene ruimte ishier aanzienlijk groter dan elders <strong>in</strong> destad en dient voor recreatie ofhet krijgteen bestemm<strong>in</strong>g als kerkhof, spoorwegberm,volkstu<strong>in</strong> of braakland. Ook v<strong>in</strong>denwe hier nog restanten van delandbouwzone. In dit 'nieuwe' milieu,met verspreide bebouw<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt de vosvoldoende voedsel en dekk<strong>in</strong>g.Voldoende voedsel en ruimteHet leefgebied van de vos varieert <strong>in</strong>oppervlakte van 50 tot 1.600 hectare,


maar ligt <strong>in</strong> Europa gemiddeld rond de100 hectare. <strong>De</strong> grootte is rechtstreeksafhankelijk van het voedselaanbod: hoeger<strong>in</strong>ger het voedselaanbod, hoe groterhet territorium is en omgekeerd. <strong>De</strong>vossenpopulatie volgt deze trend. Hetopportunisme van de vos <strong>in</strong>zake zijnvoedsel houdt rechtstreeks verband metzijn aanpass<strong>in</strong>gsvermogen, hetgeen totuit<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> de biotoopkeuze, zijnvoortplant<strong>in</strong>gsvermogen, zijn sociale organisatieen het ruimtelijk gebruik. <strong>De</strong>ecologische elasticiteit van de vos heefthem tot een cultuurvolger verheven. Ineen halfstedelijk milieu dat rijk is aanvoedsel kan de dichtheid oplopen tot 1vos per 30 hectare; <strong>in</strong> de kale en uitgestrekteSchotse hooglanden daarentegenbeperkt de populatie zich tot éénkoppel per 4.000 hectare.In Wallonië varieert de populatiedichtheidal naargelang de regio die menbeschouwt, maar de vos komt er op veelplaatsen algemeen voor. In Vlaanderendaarentegen is de vos m<strong>in</strong>der algemeen.Dit neemt niet weg dat het fenomeenvan de 'stadsvos' ook <strong>in</strong> België zijn<strong>in</strong>trede heeft gedaan, aangezien de soortregelmatig wordt gevonden <strong>in</strong> of rondIn Brussel leven tenm<strong>in</strong>ste 2,5 vossen per vierkantekilometer.Foto Johan de Meester.de steden Luik, Namen, Charleroi enBrussel (gemeenten Oudergem, Ukkelen Bosvoorde). <strong>De</strong> bevolk<strong>in</strong>g van deBrusselse randstad door de vos en degestage populatie-aangroei zijn van zeerrecente datum. Nauwelijks tw<strong>in</strong>tig jaargeleden was de vos hier beslist eenzeldzaamheid, waarvan de vondst grootopzien baarde. Tegenwoordig wordt deaanwezigheid van de vos <strong>in</strong> het verstedelijktmilieu nog steeds <strong>in</strong> de pers genoemd,maar de stadsvos is nuonderwerp van een felle discussie tussenvoor- en tegenstanders van deze ontwikkel<strong>in</strong>g.<strong>De</strong> vossenstand kan plaatselijkhoog oplopen, waardoor de kans opschade aan pluimvee en jachtwild nietonbestaande is.Hondsdolheid: een gevaar?Het is een gekend feit dat de vos <strong>in</strong>België een belangrijke overdrager is vanhondsdolheid. Dit virus blijft een probleemvoor de volksgezondheid, zelfs<strong>in</strong>dien, zoals <strong>in</strong> alle Westeuropese landen,geen mensen hieraan sterven. We


ZOOGDIER (1) 90/4mogen niet vergeten dat <strong>in</strong> 1989 nietm<strong>in</strong>der dan 1300 personen <strong>in</strong> Europategen hondsdolheid zijn behandeld, nadatze met een ziek dier <strong>in</strong> contact warengekomen. Verder mag men het effectervan op andere wilde dieren, vooralmarterachtigen, niet onderschatten, ookal is dit moeilijk te meten.Het front van de ziekte bereikte <strong>in</strong>1966 België en heeft zich voortgezet <strong>in</strong>westelijke en zuidelijke richt<strong>in</strong>g tot aande vallei van Samber en Maas, die eennatuurlijke barrière blijkt te vormen.Ook <strong>in</strong> andere Europese landen stoptede uitbreid<strong>in</strong>g en de ziekte stabiliseerdezich ter hoogte van het front, hetgeenwordt gekenmerkt door het permanentekarakter van de ziektehaarden en deregelmatige uitbraak van de ziekte <strong>in</strong> debesmette gebieden (Marchal, 1985).Intussen (sedert 1989) zijn enkele gevallenvan hondsdolheid boven de lijnvan Samber en Maas vastgesteld(Thomas et al., 1989). <strong>De</strong> twee eerstegevallen te Ittre (Brabant) en te Pont-à­Celles (Henegouwen) zijn hoogstwaarschijnlijkhet gevolg van opzettelijke<strong>in</strong>troducties van besmette kadavers afkomstiguit hondsdolle zones. Men vermoedtkwade opzet, omdat sommigen,meestaljagers, het behoud van bepaaldewettelijke bestrijd<strong>in</strong>gsmethoden zoalsafschot, vergass<strong>in</strong>g en klemmen nastreven<strong>in</strong> plaats van ruimte te geven aanalternatieve bestrijd<strong>in</strong>gsmethoden,zoals orale vacc<strong>in</strong>atie. Zulke crim<strong>in</strong>elehandelswijzen zijn uiterst gevaarlijk envolledig afte keuren. Anderzijds wijzende andere gevallen van hondsdolheidten noorden van de Samber- en Maasvallei,met name <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Namen,op een uitbreid<strong>in</strong>g van het ziektefront.Met de uitbraak van deze ziektehaard <strong>in</strong>de streek rond Namen is de natuurlijkegrens van Samber en Maas dus overschreden.Met deze wetenschap <strong>in</strong> hetachterhoofd is het ogenblik gekomenom de risico's van een eventuele uitbreid<strong>in</strong>gvan hondsdolheid naar het westentoe <strong>in</strong> te schatten, vooral met het oog opdichtbevolkte streken zoals hetBrusselse.Vossen <strong>in</strong> BrusselTen zuidoosten van Brussel werd <strong>in</strong> vijfregio's (<strong>in</strong> de gemeenten Overijse, Terhulpen,St.-Genesius-Rode en Eigenbrakel)onderzoek verricht naar hetvoorkomen van vossen. Het landschapis hier over het algemeen halfopen enopgebouwd uit landgoederen en gebou-34wen met grote tu<strong>in</strong>en die worden doorspektmet bosjes, akkers, weilanden enparkgebieden. <strong>De</strong>ze zandleemstreek islichtjes heuvelachtig en wordt doorsnedendoor verschillende grote verkeerswegen.Gedurende een meerjarig veldonderzoek(<strong>in</strong> de lente van 1984, 1986, 1988 en1989) vonden we hier 22vosseburchten.Bij elke burcht werden nauwkeurig allesporen genoteerd. Door observatie ofvangst van de jonge vossen kon debewon<strong>in</strong>g van de burcht worden bevestigd.Er bestaat een grote variatie <strong>in</strong> dekeuze van de nestplaats. Een aantalholen werden op merkwaardige plaatsenaangetroffen, onder andere <strong>in</strong> ongebruikteafvoerkanalen, <strong>in</strong> privétu<strong>in</strong>en(buiten medeweten van de eigenaar), <strong>in</strong>bermen van autosnelwegen en <strong>in</strong> zandgroeven.In Ukkel werd zelfs een nestgevonden <strong>in</strong> een afgedankt hondehok.Het gebruik van kunstmatige nestplaatsenis voor vossen niet ongewoon.Sommige burchten worden zowel doorvossen als konijnen Oryctolagus cuniculusbewoond. Ook dit samenwonen isreeds langer van vossen bekend. Opmerkelijkis dat de kraamburchten tamelijkdicht bij won<strong>in</strong>gen, begraasde weilandenen drukke straten kunnen liggen.Te veel, te we<strong>in</strong>ig?In 1989 kon over een oppervlakte van 7km2 een schatt<strong>in</strong>g worden gemaakt vanhet aantal kraamburchten. Door de tallozeprivédome<strong>in</strong>en was een schatt<strong>in</strong>gelders moeilijk te realiseren. Reken<strong>in</strong>ghoudend met een aantal beperk<strong>in</strong>genvan onze teltechniek, verkregen we eengemiddelde van één kraamburcht perkm2. Door het ontbreken van gegevensover sociale organisatie en terre<strong>in</strong>gebruikis het moeilijk een uitspraak tedoen over de dichtheid van de Brusselsepopulatie. Hiervoor is aanvullend onderzoeknodig, onder meer met behulpvan radiotelemetrie. Het tellen van devossenpopulatie blijft evenwel zeermoeilijk (Artois, 1981) en vraagt vooreersteen goede terre<strong>in</strong>kennis. Baserenwe ons op een gemiddelde van één rekel,één moer en eventueel één vrouwtje datvoedsel helpt aandragen, dan komen weop tenm<strong>in</strong>ste 2,5 volwassen dieren perkm2. Dit getal ligt hoger dan het Europeesgemiddelde van 1 vos per 100hectare,maar sluit sterk aan bij de waardendie voor de Londense vossenpopulatiezijn berekend (Page, 1981). Anderzijdsligt onze waarde ver beneden het getal


ZOOGDIER. (1) 90/4van 12 tot 15 dieren per km2, dat op depopulatie van Bristol van toepass<strong>in</strong>g is(Harris & Smith, 1987).Populatie groeit niet zomaarEr is reeds op gewezen dat een halfstedelijkgebied opgebouwd uit residentiëlewijken de vos bevoordeelt. <strong>De</strong>aanwezigheid van vossen <strong>in</strong> het Brusselsebevestigt dit. In de Gentse randstadconstateerden we dit eveneens. Indit biotooptype is het voedsel haastonuitputtelijk en de dekk<strong>in</strong>g ruim voldoende.Door de aanwezigheid van halfnatuurlijkelandschapselementen(bosjes, weilanden) v<strong>in</strong>dt de vos er zijn'gebruikelijke' voedselplanten en -dieren.Bovendien kan hij er putten uitaanvullende voedselbronnen die hemdoor de mens ter beschikk<strong>in</strong>g wordengesteld. <strong>De</strong> talloze grasvelden (tu<strong>in</strong>en,parken, golfterre<strong>in</strong>en) tellen niet alleengrote aantallen regenwormen, maartrekken ook veel konijnen en kle<strong>in</strong>ezoogdieren aan. Als aaseter v<strong>in</strong>dt hij ookvoedsel langs de wegen waar verkeersslachtoffers(honden, katten, egels) geenzeldzaamheid zijn. Hoe tegenstrijdig hetmag kl<strong>in</strong>ken, de menselijke bevolk<strong>in</strong>gsaanwasen het toenemend ruimtebeslagheeft een gunstig effect op de vossenpopulatie.<strong>De</strong> groeiende <strong>in</strong>teresse van demens voor natuurlijke en ambachtelijkeprodukten vertaalt zich <strong>in</strong> een stijgendefruitteelt en pluimveehouderij rond hethuis. <strong>De</strong> vos kan deze bronnen als provisiekastgebruiken, <strong>in</strong>dien ze niet wordenbeschermd. Zulke schadegevallen zijnweliswaar geen regel, maar kunnen metname problemen geven <strong>in</strong> de maandenmei en juni, wanneer de jongen wordengrootgebracht.Vuilnisbelten verschaffen niet alleenvoedsel aan dieren die de vos tot prooidienen, maar de vos v<strong>in</strong>dt er eveneenseetbare afvalresten. Het teruglopen vande kle<strong>in</strong>wildstand <strong>in</strong> kwetsbare natuurterre<strong>in</strong>enzet er de jager toe aan fazantenen patrijzen te kweken en massaal uit tezetten, een methode die omstreden is.<strong>De</strong>ze dieren zijn nauwelijks aan hetwildleven aangepast en vormen een gemakkelijkeprooi voor de vos. Hoewelons onderzoek niet het voedsel van devos betrof, is het nuttig te signaleren datbij 80% van de burchten resten vanpluimvee of gevederd wild werden gevonden.<strong>De</strong> vos hanteert simpelweg dewet van de ger<strong>in</strong>gste <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g.In Brussel huizen vossen tegenwoordig <strong>in</strong> de residentiëlewijken.Foto Wildlife Pictures.Geen concurrentie<strong>De</strong> wilde kat Fe/is sy/vestris, de steenmarterMartes fo<strong>in</strong>a en de boommarterMartes martes komen niet voor <strong>in</strong> hetBrussels gewest. <strong>De</strong> das Me/es me/es wasvroeger geen zeldzaamheid, maar depopulatie is de laatste tw<strong>in</strong>tig jaar sterkteruggelopen, zo niet geheel verdwenen.Verscheidene boswachters en beambtenvan Groen, Waters en Bossen merktenop dat de vossen- endassen populaties zich <strong>in</strong> tegengesteldericht<strong>in</strong>g ontwikkelden en dat de vos deplaats van de das heeft <strong>in</strong>genomen. <strong>De</strong>aantallen van de kle<strong>in</strong>e marterachtigenwezel Muste/a niva/is, hermelijn Mustelaerm<strong>in</strong>ea en bunz<strong>in</strong>g Mustela putoriusschijnen eveneens te zijn gedaald. Hieruitleiden wij af dat gedomesticeerderoofdieren en kraaiachtigen de enigoverblijvende voedse1concurrenten zijnvan de vos <strong>in</strong> deze regio.Behalve de mens kent de vos geennatuurlijke vijanden, en zelfs wanneerdie er zouden zijn;dan was hun <strong>in</strong>vloedvan geen belang bij de regulatie van devossenstand.Beperkende factorenIn het halfstedelijk gebied is het wegverkeerwaarschijnlijk de voornaamstedoodsoorzaak van vossen. Het zijn voor-


ZOOGoma (1) 90/4's Nachts buitengezette vuilnisbakken trekken de aandachtvan vossen.Foto Wild/ife Pictures.namelijk jonge en halfwas dieren opzoek naar een eigen territorium, dieonder de wielen van auto's en tre<strong>in</strong>enterechtkomen. Ze zijn nog onervaren enop hun zoektocht moeten ze talrijkeverkeerswegen kruisen.Het stijgende aantal honden vormteen tweede beperkende factor voor devossenpopulatie. Vooral gedurende devoortplant<strong>in</strong>gsperiode kunnen hondenvoor de vos fataal zijn, ofwel doordat dewelpen worden gepredeerd ofwel doordateen deel van de ruimte door henwordt <strong>in</strong>genomen. Tijdens mijn onderzoekheb ik vastgesteld dat de kraamburchtenzich nooit <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g vanwandelpaden bev<strong>in</strong>den die door mensenmet honden worden bezocht. Eentoename van de recreatie werkt uite<strong>in</strong>delijknadelig op destadsvossenpopulatie.In de omgev<strong>in</strong>g van Brussel wordtslechts sporadisch op vossen gejaagd.<strong>De</strong> jacht op de vos is er verboden. Jachtop vossen v<strong>in</strong>dt slechts plaats <strong>in</strong> eenaantal jachtgebieden met kle<strong>in</strong>wild. Ondankshet belang van deze gebiedenschijnt de jacht de vossenstand nietnoemenswaardig te be<strong>in</strong>vloeden. Wanneereen vos wordt gedood, wordt devrijgekomen leefruimte al gauw dooreen rondzwervend dier <strong>in</strong>genomen.Daarbij komt dat de welpen niet altijdgedoemd zijn te sterven wanneer hetmoederdier om het leven komt; meestalwordt de opvoed<strong>in</strong>g overgenomen doorde andere vrouwtjes <strong>in</strong> het territorium.<strong>De</strong> nieuwe bouwmethoden tasten devrije ruimte aan en beperken het aantalkraamplaatsen, evenals de hoeveelheidschuilplaatsen waar de vos zich overdagkan terugtrekken.Kans op hondsdolheidGelet op de ongewoon hoge populatiedichtheidvan zowel vossen, huisdierenals mensen en de enge ruimte waarop zesamenleven <strong>in</strong> stadsgebieden, wordt dekans op besmett<strong>in</strong>g verhoogd. <strong>De</strong> snelheidwaarmee de ziekte zich kan uitbreiden,zal verschillen van die <strong>in</strong> degekende besmette gebieden ten zuidenvan Samber en Maas, waar vooral hetvee aan besmett<strong>in</strong>g blootstaat. In eenverstedelijkt gebied is de kans veel groterdat huisdieren, paarden en zelfs mensen(k<strong>in</strong>deren) met het virus <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>gkomen.Indien de hondsdolheid de stadsgebiedenbereikt, dan moet allereerst desystematische <strong>in</strong>ent<strong>in</strong>g van honden enkatten verplicht worden gesteld. Boven"dien moet het loslopen van honden aanbanden worden gelegd. <strong>De</strong> <strong>in</strong>ent<strong>in</strong>g vanandere huisdieren (paarden) en uiteraardook van mensen moet eveneensernstig worden overwogen.Het <strong>in</strong> de praktijk brengen van maatregelentegen hondsdolheid zal stuitenop allerhande praktische en adm<strong>in</strong>istratieveh<strong>in</strong>dernissen. <strong>De</strong> bestrijd<strong>in</strong>gsmethodenvan weleer (afschot, gif,klemmen) zijn gevaarlijken niet toepasbaar<strong>in</strong> dichtbevolkte gebieden, omdathuisdieren en mensen er het slachtoffervan kunnen worden. Maar ook de oralevacc<strong>in</strong>atie van vossen zou <strong>in</strong> dit gebiedheel moeilijk kunnen zijn, gezien deaanwezigheid van veel huisdieren diehet lokaas tot zich zullen nemen.Er zal voor moeten worden gewaakt,dat de hondsdolheid zich niet naar hetwesten toe kan uitbreiden. Daarnaastmoeten de stadsbewoners er op gewezenworden, dat het verboden is vossente vervoeren, dat ze verplicht zijn hunhond <strong>in</strong> te enten wanneer ze hem meenemennaar een met hondsdolheid besmetgebied en dat het gevaarlijk is eenvos of enig ander dier, dat een abnormaal(tam) gedrag vertoont of doodgevonden wordt, te benaderen ofaan teraken.


37LiteratuurArtois, M., 1981. Méthodes de dénombrementdes populations de renards roux.Bull. Mens. O.N.C., 47:23-22.Artios, M., 1989. Le renard rous Vulpesvulpes. Encyciopédie des carnivores deFrance no 3. Société Française pour l'etudeet la proteetion des mammiferes. Pohallard,Puceul, 44390 Nort si Erdre.<strong>De</strong>buf, 1.M., 1987. Contribution à l'étude durenard urba<strong>in</strong> en région parisenne. TheseMéd. Vét., Créteil.Harris. S., 1977 Distribution, habitat utilizationand age structure of a suburba<strong>in</strong> foxVu/pes vu/pes population. Mammal Rev.,7:25-39.Harris, S. 1981.An estimation ofthe numberoffoxes Vu/pes vu/pes <strong>in</strong> the city ofBristol,and some possible factors affect<strong>in</strong>g theirdistribution. J. Appl. Ecol., 18:455-465.Harris, S. & G.C. Smith, 1987. <strong>De</strong>mographyof two urba<strong>in</strong> fox Vu/pes vu/pes populations.1. Appl. Ecol., 24:75-86.Kolb, H.H., 1984. Factors affect<strong>in</strong>g the rnovementsof dog foxes <strong>in</strong> Ed<strong>in</strong>burgh. 1.Appl. Ecol., 21:161-173.Lloyd, H.G., B. Jensen, J.L. van Haaften,F.J.J. Niewold, A.1. Wandeler, K. Bogel &A.A. Arata, 1976. Annual turnover of foxpopulations <strong>in</strong> Europe. Zbl. Vet. Med.,23:580-589.MacDonald, D.W., & M.T. Newdick, 1982.The distribution and ecology of foxexVu/pes vu/pes <strong>in</strong> urban areas. In: R. Bornkamm,JA Lee & M.R.D:Seaward (eds).Zijn vossen <strong>in</strong> verstedelijkt gebied gevaarlijk <strong>in</strong> verbandmet besmett<strong>in</strong>g van hondsdolheid?Foto Johan de Meester.Urban ecology, pp 123-135. BlackwellScientific Publications, Oxford.Marchal, A., 1985. Situation de la rage enBelgique en 1985. Ann Méd. Vét.,129:275-280.Page, RJ.C., 1981. Dispersal and populationdensity ofthefox Vu/pes vu/pes <strong>in</strong> an area ofLondon. 1. Zool., 194:485-491.Teagle, W.G., 1967. The fox <strong>in</strong> Londonsuburbs. London Nat., 46:44-68.Thomas, 1., B. Brochier, T. Leveau, B. Baudiun,F. Costy, D. Peharpre, L. Hallet &P.P. Pastoret, 1989. Quatrième campagnede vacc<strong>in</strong>ation antirabique du renard àl'aide de la souche atténuée SAD B19 duvirus rabique, réalisée en Belgique (1988).Ann Méd. Vét., 133:403-412.


ZOOGDmR (1) 90/4Dassenbes~helmt~r38jan <strong>De</strong>smetDaniël Ryelandt was pas zestien toen hij voor het eerstoog <strong>in</strong> oog stond met een das. S<strong>in</strong>dsdien g<strong>in</strong>g hij elkeavond dassen kijken. Althans, tot hij voor zijn werknaar het buitenland vertrok. Toen hij terugkeerde,ontdekte hij tot zijn grote schrik dat het met 'zijn'dassen slecht gesteld was. Maar dit was geen reden ombij de pakken neer te blijven zitten.Daniël Ryelandt, een aristocraat, is de eerste voorvechtervan de das <strong>in</strong> België. Foto George Charlier.Alsof het gisteren wasDaniël her<strong>in</strong>nert zich zijn eersteontmoet<strong>in</strong>g met een das, alsof het gisterenwas. 'Het was vrij <strong>in</strong>drukwekkend. Hetgebeurde tijdens de Paasdagen van 1956 <strong>in</strong>de bossen van de Beneden-Semois te Oizy.Mijn ouders bezaten daar een buitengoedwaar wij altijd de vakantiedagendoorbrachten. Een boswachter had meverteld over een prachtige dassenburchtniet ver van ons buitenverblijf. Ik was eropgebeten de dieren te zien, maar was tochniet helemaal gerust. In eenjagersboekjevan A. Chaigneau had ik wilde verhalenover dassen gelezen en ik besloot dan ookvoor de veiligheid vaders jachtgeweer meete nemen. Uiteraard niet met de bedoel<strong>in</strong>geen das te schieten. Om het dier niet aanhet schrikken te brengen, zette ik me opeen tw<strong>in</strong>tigtal meters van de burcht.Opeens kwam een donkere gedaante uitéén van de holen tevoorschijn. <strong>De</strong>ze begoiwat rond te scharrelen en verdween heelmysterieus <strong>in</strong> het schemerduister van hetbos. Ik was fl<strong>in</strong>k onder de <strong>in</strong>druk van mijnwaarnem<strong>in</strong>g, zodanig zelfs dat ik degeweerriem op de terugweg vergat mee tenemen, hetgeen me een stevige uitbrandervan vader opleverde. <strong>De</strong> volgende avondkeerde ik terug, ditmaal zonder geweer enik durfde ook wat dichter bij de burcht tekomen. Zo bekwaamde ik me geleidelijkaan <strong>in</strong> het dassenkijken. Het werd eenavondritueel dat ik deelde met mijn nevenen nichten, want <strong>in</strong> het dorp viel niets tebeleven. We verdeelden ons <strong>in</strong> groepjes vatwee. Van die eerste observaties heb ik <strong>in</strong>een schoolschrift nog aanteken<strong>in</strong>genbewaard. Gaandeweg heb ik dedassenpopulatie <strong>in</strong> dit deel van deSemoisvallei leren kennen. Op een gebiedvan 6.700 hectare bracht ik alle burchten <strong>in</strong>kaart. Later heb ik voor mijn werk veel <strong>in</strong>het buitenland gewoond, onder andere <strong>in</strong>Ivoorkust, Ghana, Columbia en Zàire.Daardoor heb ik de dassen een hele poosniet kunnen volgen'.Teleurstell<strong>in</strong>gMaar toen hij naar België terugkeerde,wachtte hem een onaangename verrass<strong>in</strong>g.


ZOOGDIER (l) 90/4'Toen ik de streek van Oizy opnieuwbezocht om er naar de dassen te kijken,stelde ik een enorme achteruitgang vast.Van de 80 dieren die ik ooit had geteld,vond ik er maar drie terug. <strong>De</strong>vergass<strong>in</strong>gsacties die voor de bestrijd<strong>in</strong>gvan de hondsdolheid plaatsvonden, haddenhun aantal sterk gedecimeerd. Bij detoenmalige Dienst van Waters en Bossenheb ik de oude telgegevens opgevraagd.Het was een enorm dossier. Ik heb vrij snelbereikt dat op dassenburchten niet langerzou worden vergast. Een verbod opklemmen daarentegen heeft me heel watmeer moeite gekost: betog<strong>in</strong>gen, brieven,zes m<strong>in</strong>isters voor en slechts eentje tegenklemmen... In 1987 kwam er uite<strong>in</strong>delijkeen verbod op klemmen'.Soms één man tegenOp de vraag of het allemaal wat heeftuitgehaald, schudt hij ontkennend hethoofd. '<strong>De</strong> das mag dan wel sedert 1973niet meer worden bejaagd, maar ik weet datdit verbod niet overal wordt gerespecteerd.Er wordt misschien m<strong>in</strong>der verdelgd danvroeger, maar er worden nog altijd dassengedood en burchten vernield. Mijn <strong>in</strong>drukis, dat de Ardense jachtopzichters de dasdoorgaans met rust laten. <strong>De</strong> problemendoen zich overwegend voor opjachtterre<strong>in</strong>en waar op kle<strong>in</strong> wild wordtgejaagd. In Brabant is 85% van dedassenpopulatie uitgemoord. Ik hebverschillende kadavers van dassengevonden, die waren gewurgd door eenstrik. Ik heb vosseburchten aangetroffendie totaal waren vernield, en waarvan ookde das het slachtoffer was. In zulke gevallenis er geen vergelijk tussen jagers ennatuurbeschermers mogelijk. Het is zeermoeilijk om de jachtopzichters tot andere<strong>in</strong>zichten te brengen. Op een burcht metnegen dassen heb ik lange tijdgedragsonderzoek verricht. Daarbij maakteik gebruik van een zelfgemaaktdetectiesysteem, waarbij het uur dat de daszijn hol verliet werd geregistreerd. Helaaswerd mijn werk verstoord door één enkeleman, een bosarbeider, die het verdelgenniet kon weerstaan. Telkens weer vond iknieuwe slachtoffers, tot er uite<strong>in</strong>delijk nogmaar één das op de burcht overbleef. Ikben toen naar de man toegestapt en hebhem gevraagd deze laatste das te sparen.Maar het mocht niet baten. Heel vaak looptde dassenbescherm<strong>in</strong>g uit op een oorlogtussen verdelgers en beschermers. Beidegroepen zijn even passioneel, hoewel <strong>in</strong>sommige gevallen toch vrij hartelijkecontacten kunnen ontstaan. Ik kenjachtterre<strong>in</strong>en waar de das niets <strong>in</strong> de wegwordt gelegd en waar hij met hand en tandwordt beschermd. Ik denk daarbij aan eenjachtwachter met twaalf dassen op zijndome<strong>in</strong> <strong>in</strong> de Ardennen, die elkeen die ereen v<strong>in</strong>ger durft naar uit te steken bij wijzevan spreken naar het leven staat. Een anderheeft bij een burcht zelfs een observatiehutgebouwd'.Klachten zijn noodzaakMeer dan eens heeft Daniël een klacht<strong>in</strong>gediend tegen het gebruik van klemmenen strikken op en rondom dassenburchten.'Zelfs tegen de burgemeester van eenBrabantse gemeente. Het was een graafenhij was zeer <strong>in</strong>vloedrijk <strong>in</strong> de St­Hubertusclub (de grootste Belgischejagersverenig<strong>in</strong>g). Maar omdat ik eveneensHeel vaak loopt de dassenbescherm<strong>in</strong>g uit op eenoorlog tussen verdelgers en beschermers.Foto Georges Charliertot de aristocratie behoor, heb ik doorgezet.<strong>De</strong> rijkswachters die proces-verbaalopmaakten zaten met de zaak zeerverveeld. Ze moesten hun eigenburgemeester bekeuren. Voor hun was ikeen onbekende en de wetgev<strong>in</strong>g terzakewas net hetzelfde. Gelukkig voelden ze datik van de zaak op de hoogte was en kondenniet anders dan op mijn wens <strong>in</strong>gaan.Persoonlijk was het voor mij een delicate39


ZOOGDIER (1) 90/440aangelegenheid, temeer omdat mijn neef<strong>in</strong>dienst was van de betrokken burgemeester.Gelukkig heeft mijn neefme dit nietkwalijk genomen, omdat hijzelf ecologischgeëngageerd is. Het jammere is, dat je alsaanklager je naam moet bekend maken.Dat kan nare gevolgen hebben. Daarbijkomt, dat je voor het onderzoek geregeldeen plaatsbezoek moet afleggen, hetgeenveel tijd en energie kost. Maar het is hetnoodzakelijk dat dergelijke zaken onder deaandacht van het publiek en de persworden gebracht; zo niet dan gaat deverdelg<strong>in</strong>g onverm<strong>in</strong>derd voort'.Nodeloze strijd?Wanneer we zijn opsomm<strong>in</strong>g vanovertred<strong>in</strong>gen en doelloos vechtenoverlopen, komt vanzelf de vraag ofal zijn<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen niet voor niets zijn geweesten de das uite<strong>in</strong>delijk toch tot uitstervengedoemd is. 'Toch niet' antwoord Daniëlspontaan. 'Althans niet <strong>in</strong> geheel België,maar wel <strong>in</strong> een aantal prov<strong>in</strong>cies, vooraldan <strong>in</strong> Brabant en Limburg. In deArdennen ligt het populatieniveau nogsteeds erg laag, maar ik hoop dat door dealternatieve aanpak van de hondsdolheid,waarbij vossen langs orale weg wordengevacc<strong>in</strong>eerd, de das weer <strong>in</strong> aantal zaltoenemen. Ik schat de Belgische populatiemomenteel op 800 tot 1.000 dieren. <strong>De</strong>meeste daarvan leven <strong>in</strong> Wallonië. Nogsteeds sterven dassen aan rabiës, maarvroeger sneuvelde 90% gegarandeerdtengevolge van de vergass<strong>in</strong>gen'.van het dassentoneel teruggetrokken. Hemteisteren momenteel andere kopzorgen.Toch heeft hij de moed niet helemaalverloren. <strong>De</strong> das behoudt een ruime plaats<strong>in</strong> zijn hart. En om alle zorgwekkendefeiten van zich afte zetten, vertelt hij eenkorte anekdote die hem al die tijd isbijgebleven. Hij zat <strong>in</strong> de Ardennen bij eenburcht samen met een bevriende graaf enzijn vriend<strong>in</strong>, een charmante pr<strong>in</strong>ses. 'Opeen bepaald ogenblik daalde een dassewijfjede burcht afen liep me rakel<strong>in</strong>gs voorbij. Ikkon niet aan de verleid<strong>in</strong>g weerstaan omhet dier plagend aan de staart te trekken ente pakken. <strong>De</strong> das krijste verschrikkelijk. Bijeen pog<strong>in</strong>g het dier te bedaren door de jasover de kop te gooien, hoorde ik eentweede ijz<strong>in</strong>gwekkende schreeuw. <strong>De</strong> dashad de graaf<strong>in</strong> twee van de v<strong>in</strong>gernagelsgebeten. Dit lesje volstond. Een das bijtharder toe dan een hond. Met veel gemakbijt hij een been <strong>in</strong> twee stukken. In deScand<strong>in</strong>avische landen wapent men zichtegen een mogelijke beet door houten latjes<strong>in</strong> de laarzen te stoppen. Dat een das hardkan toebijten is voor plaaggeestenmisschien goed om te weten'.Educatie is belangrijk'Voor mij krijgt een goede educatie ronddassen absolute prioriteit. Het publiekheeft nood aan <strong>in</strong>formatie over dit dier endit niet alleen bij ons. Ik heb ook contactenmet Fransen. Ik speel die mensen mijnpersoonlijke ervar<strong>in</strong>gen door en ik heb de<strong>in</strong>druk dat hun jagers veel 'gevoeliger' voorde das zijn dan die bij ons. Alleen dewetgev<strong>in</strong>g volgt <strong>in</strong> Frankrijk m<strong>in</strong>der vlug dezich wijzigende tijdgeest. Pas als jagers ennatuurbeschermers het daar over iets eenszijn, volgt de wetgever. Maar ook <strong>in</strong> Belgiëblijft er nog heel wat werk aan de w<strong>in</strong>kel.Hier kun je nooit op beide oren slapen. Inhet zuiden van de prov<strong>in</strong>cie Henegouwen,nabij Rois<strong>in</strong>, leefden jarenlang een twaalftaldassen, die door de jachtwachter met rustwerden gelaten. Zodra het gebied <strong>in</strong> anderehanden overg<strong>in</strong>g, legden de dassen hetloodje'.Pijnlijke her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gInmiddels heeft Daniël zich gedeeltelijk


ZOOGDIER (1) 90/441KORTAF<strong>De</strong> zeehond herstelt zich weer <strong>in</strong> deWaddenzee.Foto Johan de Meester.<strong>De</strong> zeehonden <strong>in</strong> de Waddenzeena de virusepidemieDoor de uitbraak van de virus- mum aantal waargenomenepidemie <strong>in</strong> 1988 is de zeehon- levende jongen bedroeg 1085.denpopulatie <strong>in</strong> de gehele Vergelijk<strong>in</strong>g van deze cijfersWaddenzee sterk gereduceerd. met die uit 1989laat zien dat hetIn 1989 bedroeg het maximum totale aantal met circa 15% isaantal getelde gewone zeehon- toegenomen. Het aantaljongenden 4520stuks. Dit was slechts daarentegen met circa 70%. Uit40% van het aantal dat anders deze gegevens valt af te leidenbereikt zou zijn. In 1990zijn <strong>in</strong> dat de stijg<strong>in</strong>g van de populatietotaal 5200 dieren geteld, waar- grotendeels door de toenamevan 563 <strong>in</strong> de Nederlandse van het aantal geboorten wordtWaddenzee. Dit aantal is een veroorzaakt. Daarbij is betrokoptell<strong>in</strong>gvan de maximaal ge- ken dat er geen aanwijz<strong>in</strong>gentelde aantallen <strong>in</strong> de vier deel- zijn dat andere populatieparagebieden<strong>De</strong>nemarken, meters significant anders zijnSleeswijk-Holste<strong>in</strong>, Nedersak- dan afgelopen jaar. Het toegesenen Nederland. Het maxi- nomen geboortecijfer kan wor-Draagkrachtmodelden verklaard door het feit dathet aantal geboorten vorig jaarzeer laag was, doordat de paartijden het beg<strong>in</strong>stadium van dezwangerschap samenvielenmet de toen nog heersendeepidemie.Er is dus sprake van een zichherstellende populatie. <strong>De</strong> relatiefgunstige verhoud<strong>in</strong>g vanhet aantal jongen per totale populatiekan echter niet directworden vergeleken met voorgaandejaren. Het is onduidelijkof de leeftijdsopbouw van depopulatie dezelfde is als voor deepidemie. Het is niet onaannemelijkdat de sterfte onder dehalfwas dieren hoger is geweestdan onder de volwassenen endat bijna de gehele jaarklassevan 1988 is gestorven. Daardoorwordt zuiver rekenkundigeen gunstiger verhoud<strong>in</strong>g verkregen.<strong>De</strong> populatieontwikkel<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de komende jaren zalhierover meer duidelijkheidverschaffen.Peter ReijndersP.J.H. Reijnders, Rijks<strong>in</strong>stituut voor Natuurbeheer,Afdel<strong>in</strong>g Estuariene Ecologie,Postbus 59, 1790 AB <strong>De</strong>n Burg,Texel.Door het studiebureau Taken kend, met behulp waarvan een opgezet dat het <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe voorLandschapsplann<strong>in</strong>g te Roer- bepal<strong>in</strong>g van de gemiddelde iedere diersoort, die vanuit eenmond werd een methode ont- draagkracht van het be- vast punt (nest, burcht, ganwikkeld,waarbij met behulp schouwde dassenactiviteits- genstelsel) opereert, kan worvande computer een effect- gebied plaatsv<strong>in</strong>dt. Hoewel een den gebruikt, op voorwaardevoorspell<strong>in</strong>g van de gevolgen verificatie nog niet heeft plaats- dat de benodigde parametersvan <strong>in</strong>grepen <strong>in</strong> de home-range gevonden, lijkt het model een en <strong>in</strong>voervariabelen bekendvan een dassenfamilie mogelijk bruikbaar <strong>in</strong>strument waarmee zijn. Als zoogdieren komenwordt. Op basis van de actiera- op regionale en gemeentelijke naast de das bijvoorbeeld ookdius van de das, de kwaliteit en schaal de effecten van <strong>in</strong>grepen de noordse woelmuis en dibereikbaarheidvan de foera- <strong>in</strong> het landschap op het aspect verse vleermuissoorten <strong>in</strong>geergronden wordt de effectief 'das' kunnen worden beoor- aanmerk<strong>in</strong>g.te besteden foerageertijd bere- deeld. Het model is zodanig Dirk Criel


ZOOGDIER (1) 90/442<strong>De</strong> muskusrat blijkt verder uit tezwermen dan gedacht. Foto RIN.Muskusrat zwermt verder llitdan verwachtIn een artikel <strong>in</strong> het Landbouw- lange tijd is onderschat. VerkundigTijdschrift (1990 nr 9) kaik baseert haar bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genpubliceerde A. Verkaik (RIN) op resultaten van eigen onderenkelerecente bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen zoek <strong>in</strong> Flevoland. Daar woromtrentde exploratiedrangvan den enkele gezenderdede muskusrat. Hieruit blijkt, muskusratten cont<strong>in</strong>ue <strong>in</strong> dedat de mobiliteit van dit dier gaten gehouden.Uitgraven van VOSSeblIrchtenVossen en dassen betrekkenvaak eenzelfde burcht of makenhier om beurten gebruikvan. Dit is de reden waaromnog altijd veel burchten doorjagers worden vernield. <strong>De</strong>burchten worden door hen opgegraven<strong>in</strong> de hoop op dezewijze de jonge vosjes, die op deburcht worden grootgebracht,te verschalken. Dassenburchtenzijn evenwel zo uitgestrekten diep dat het vrijwel onmogelijkis dit werk met succes tebeë<strong>in</strong>digen, tenzij men hiervoorover een leger beschikt.Uitsluitend op een burcht diedoor een vos zelf is gegravenkan de graverij resultaat opleveren.<strong>De</strong> NCBR heeft met schrikvastgesteld dat er <strong>in</strong> het afgelopenjaar niet alleen verscheideneonbewoonde maar ookbewoonde dassenburchten tenbehoeve van de vossejacht zijnvernield. Dit gebeurde ondermeer op diverse jachtterre<strong>in</strong>en<strong>in</strong> Brabant en Limburg. Vooral<strong>in</strong> de streek rondom het Meerdaalwoudkreeg de das het hardte verduren. <strong>De</strong> situatie is erzodanig verslechterd, dat hetonder de gegeven omstandighedenuiterst moeilijk wordt dedassenpopulatie op een natuurlijkemanier te herstellen. <strong>De</strong>Tot voor kort werd aangenomendat het uitzwermen vanmuskusratten zich beperkte totvoor- en najaar. Het onderzoektoonde echter aan dat de dierenzich vrijwel het gehele jaar doorverplaatsen, met uitzonder<strong>in</strong>gvan de maand mei, wanneer dejongen geboren worden. Tijdensde verplaats<strong>in</strong>gen wordengrote afstanden afgelegd. Eenop de drie dieren legt afstandenaf die groter dan vijf kilometerzijn.<strong>De</strong> uitkomsten werpen eennieuw licht op de verspreid<strong>in</strong>gvan de muskusrat <strong>in</strong> Nederland.Naast het grote voortplant<strong>in</strong>gsvermogendraagt vermoedelijkook de grote exploratiedrangbij tot de succesvolle opmarsvan de soort <strong>in</strong> ons land.Piet van der Reestfeiten zijn wraakbaar omdatverscheidene burchten die recentelijkop de schop werdengenomen, behoren tot hetjachtterre<strong>in</strong> van een lid van deVlaamse Hoge Jachtraad enomdat de graverij met zijn medewetenplaatsvond. Ook deenige dassenburcht die Oost­Vlaanderen rijk is, ontsnapteniet aan de jagersschop. <strong>De</strong>burcht waarop eveneens eenvos met vier jongen aanwezigwas, werd grotendeels vernield.<strong>De</strong> vossen verhuisden naar eenander bos en ook de das zochtzijn heil elders.<strong>De</strong> NCBR stelt als oploss<strong>in</strong>gvoor om met <strong>in</strong>gang van hetvolgend jachtseizoen het vergravenvan dassen- en vossenholenhet gehele jaar door teverbieden. Zij wijst hierbij ophet belang van oude dassenburchten,ook al zijn die nietbewoond. <strong>De</strong>ze verlatenburchten blijken immers voorde migratie en het herstel vande das een belangrijke plaats <strong>in</strong>te nemen.Dirk Criel...TROUWENS,JE' L1J/(T ME OUDEN WIJS GENOEG OMlOOGI>IE~ 1f lEZEN!


ZOOGDIER (1) 90/4 43Actie voor de das <strong>in</strong> Noord­BrabantIn een thema-nummer over dedas vraagt de Sticht<strong>in</strong>g HetNoordbrabants Landschapaandacht voor de das. Aan dehand van een aantal bijdragenvan onder andere Jaap Mulder,Hanneke Das-Horsmeier,Carlo Spee en medewerkersvan Das en Boom wordt eenbeeld geschetst van het wel enwee van de das <strong>in</strong> deze prov<strong>in</strong>cie.Heel aardig is een artikelNatuurbescheml<strong>in</strong>gsraad wilbescherm<strong>in</strong>g allewalvisachtigen<strong>De</strong> Natuurbescherm<strong>in</strong>gsraaddr<strong>in</strong>gt <strong>in</strong> haar advies aan staatssecretarisJ.D. Gabor aan opwettelijke bescherm<strong>in</strong>g van alledolfijnsoorten en andere walvisachtigen<strong>in</strong> het Nederlandsedeel van de Noordzee. Viersoorten staan reeds op de nom<strong>in</strong>atieom op de lijst geplaatstte worden. Dit zijn gramper,griend, witflankdolfijn enwitsnuitdolfijn.<strong>De</strong> raad memoreert dat erthans <strong>in</strong> de Noordzee fl<strong>in</strong>keschommel<strong>in</strong>gen voorkomen bijover archieven en toponiemenals hulpmiddel bij de bepal<strong>in</strong>gvan de vroegere verspreid<strong>in</strong>gvan de das. <strong>De</strong> auteur komt totde bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g dat de das voor de1ge eeuw wijd verbreid was <strong>in</strong>de prov<strong>in</strong>cie. In Noord-Brabantzijn veel plaatsen geschikt voorhet uitzetten van dassen. <strong>De</strong>verenig<strong>in</strong>g Das en Boom houdt<strong>in</strong> het artikel van To<strong>in</strong>e Cooijmanseen pleidooi voor het hetalvan andere walvisachtigenen dat soorten als gewone dolfijn,dwergv<strong>in</strong>vis en tuimelaarook regelmatig waargenomenworden. Door alle walvisachtigenonder de natuurbescherm<strong>in</strong>gswette brengen kan eenaantal problemen op het gebiedvan herkenbaarheid (het zogenaamde'look alike-beg<strong>in</strong>sel'),status en controle wordenvoorkomen.Overigens is de raad voorstandervan een sterkere uitbreid<strong>in</strong>gvan de lijst vanFoto Johan de Meester.r<strong>in</strong>troduceren en bijzetten vandassen <strong>in</strong> geschikte natuurgebieden.Piet van der Reest<strong>De</strong> Sticht<strong>in</strong>g Het Noordbrabants Landschapkoppelt aan dit themanummer eenaantal activiteiten, waaronder excursies.Het adres is: Kasteelboerderij van Nemelaer,Kasteellaan 4 <strong>in</strong> Haaren.Telefoon 04117-2775.beschermde soorten. Zij verwijsthierbij naar eerdere adviezen,waar<strong>in</strong> onder meer gepleitwordt voor opname vannoordse woelmuis, das, otter,boommarter, steenmarter, gewonezeehond en grijzezeehond.Piet van der ReestNatuurbescherm<strong>in</strong>gsraad, 1990. Advieswijzig<strong>in</strong>g besluiten beschermde <strong>in</strong>heemseplante- en diersoorten. Nummer90773. Het advies ligt ter <strong>in</strong>zage <strong>in</strong>de bibliotheek van het M<strong>in</strong>isterie vanLandbouw, Natuurbeheer en Visserij enkan kosteloos besteld worden bij hetsecretariaat van de Natuurbescherm<strong>in</strong>gsraad,Maliebaan 12, 3581 eNUtrecht (teleiefoon 030-331441).


ZOOGDIER (1) 90/4Walvissen<strong>De</strong> serie British Natural Historyvan uitgeverij Whittet kenmerktzich door een populairgeschreven, lezenswaardigetekst en zwart-wit illustratiesvan een vaak wat oubollig karakter.'Whales' van de bekendeBritse walvisonderzoekerPeter Evans is hetnieuwste deel <strong>in</strong> deze reeks.Het boek legt de nadruk op degrote walvissen. Het beschrijfthun leven, de trek, de voortplant<strong>in</strong>g,de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> familiesen de bedreig<strong>in</strong>gen zoals dewalvisvaart of het verschijnselstrand<strong>in</strong>gen. Peter Evans geefteen totaalbeeld van de walvisfamilie.Alsje het boek leest weetje iets van deze groep van zoogdieren.Voor de leek staat erveel <strong>in</strong> over veel soorten walvissen.Dit is tegelijk de beperk<strong>in</strong>gvan het boek. Het blijft ergalgemeen. Wie specifiek iets wilweten over bijvoorbeeld debutskop zal misgrijpen.Daarom blijft het jammer, datwalvissen altijd tezamen <strong>in</strong> eenboek worden besproken en datze zelden <strong>in</strong>dividueel aandachtkrijgen. Toch staat er veel nuttige<strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> dit boek en is'Whales' is een aanrader, zekergezien de prijs.Re<strong>in</strong>ier AkkermansPeter Evans,1990,Whales. WhittetBooks, 18 Anley Road, LondonW14 GBY. Hardback, 136 pp, prijs(6,95. In de boekhandel.Identlflcation of Bats <strong>in</strong>FlightIngemar Ahlén beschrijft van30 Europese vleermuis-soortenhet geluid en gedrag, zoals dat<strong>in</strong> het veld kan worden waargenomen.<strong>De</strong>ze publicatie is geschrevenvoor de amateur-The humpbad, wh,.l" ferds by a variety of me[hod~. Wbl:l1feed<strong>in</strong>g upon~~i.}~~~.~~li~~. b~~;;;:{,;k1[~i~g;~..';;:'~a':S~:~.i .~~;:u~~esurface wilh us tbwa,' flk,u. gft..!!)'disrended :md r!'" pw wl~e open. Onbre,.k<strong>in</strong>l:{h,:~urface irlmds cfren with a splash on lISbel!y,sltk;-orevenits back. l1us mClho


ZOOGDIER (l) 90/4nijnen). Tevens keken ze hoedeze schade werd beleefd en ofde eigenaren genegen warenmaatregelen ter voorkom<strong>in</strong>gvan de schade te nemen. Hetonderzoek is uitgevoerd <strong>in</strong> deHollandse du<strong>in</strong>en (s<strong>in</strong>ds kortvossen), op de Veluwe (reedslang vossen), <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en vanVoorne-Putten (geen vossen)en op de zandgronden vanWest-Noordbrabant (nog geenvossen). In gebieden met vossenblijkt iets meer schade teontstaan dan <strong>in</strong> gebieden zondervossen en ook <strong>in</strong> de Hollandsedu<strong>in</strong>en blijkt meerschade te zijn dan op deVeluwe.Opvallend is, dat de bereidheidom maatregelen te nemenger<strong>in</strong>g is. Dit terwijl de mensenwel klagen over schade doorroofdieren. Met name eengoede huisvest<strong>in</strong>g voorkomtveel schade. Belangrijk is daarbijdat de huisdieren aan hunbelagers kunnen ontsnappen.Opvallend was ook dat de mensen<strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en, niet gewendaan deze voor hun nieuwesoort, harder over de vossenklaagden dan de mensen op deVeluwe, maar dat ze tegelijkertijdm<strong>in</strong>der deden om deschade te voorkomen.In het boek 'Schade doorvossen en andere roofdierenaan huisdieren' (te lange ouderwetsetitel) zijn de resultaten opeen rij gezet. Veel staafdiagrammenen enquèteformulieren,maar de begeleidende tekstlaat helaas iets te wensen over.Je moet erg vaak denken: 'watstaat hier nu', omdat het zo taaiis geschreven. Dat is jammer,want nu zie je niet direct dat alhet gekrakeel van sierkiphoudersover schade nogal isopgeblazen.Re<strong>in</strong>ier AkkermansT.J. Verstrael, G.J. de Bruijn &W. terKeurs, 1990. Schade door vossenen andere roofdieren aan huisdieren.Milieubiologie RijksuniversiteitLeiden. Boekje 43 pp + bijlagen. Tebestellen door stort<strong>in</strong>g van f 20,- oppostgiro 82181 van RijksuniversiteitLeiden/Biologie onder vermeld<strong>in</strong>gvan 'vossenschaderapport'.Mollen'The male' van K. Mellanby uit1971 was, voorzover ik weet,het meest recente standaardwerkover mollen. Met het verschijnenvan 'The naturalhistory ofmoles' van M.L. Gormanen R.D. Stone is het gemisaan een overzichtelijk boekwerkover deze soort opgeheven.'Moles' is geen typischemonografie. In feite wordt dehele familie mollen besproken.Centraal staat de Europesemol, maar daarbij worden telkenszijsprongen gemaakt naarverwante soorten, zoals de Pyrenesedesman of de Amerikaansesterneusmol. Somswerkt dit verwarrend, maar hetplaatst de Europese mol wel <strong>in</strong>45een breder verband. Zo ongeveeralle aspecten met betrekk<strong>in</strong>gtot de soort komen aan deorde, zoals biotoopvoorkeur,graafactiviteit, voedselkeuze,leven en dood, activiteitspatroon,sociale structuur en bestrijd<strong>in</strong>g.Het boek is goedverzorgd, gedegen en boordevol<strong>in</strong>formatie, maar het is geschreven<strong>in</strong> een wat m<strong>in</strong>dertoegankelijk Engels. Voor wiezich <strong>in</strong> de mol wil verdiepen isdit boek een verplichteaanschaf.Re<strong>in</strong>ier AkkermansMartyn L.Gorman &R. David Stone,1990. Moles. Christopher Helm,London. Ingebonden, 138 pp, prijsf 14.95. In de boekhandel.Dassen, verzur<strong>in</strong>g enregenwormenTot nu toe richtte het meesteonderzoek omtrent de das zichop zijn biotoop. Zijn stapelvoedsel,de regenworm, bleefvaak buiten schot. Vandaar datde Biologiew<strong>in</strong>kel van de RijksuniversiteitGron<strong>in</strong>gen een literatuuronderzoekheeft verrichtnaar de effecten van verzur<strong>in</strong>gop de regenworm <strong>in</strong> relatie totde das. Want als het met deregenworm slecht gaat, gaat hetook met de das bergafwaarts.Regenwormen blijken nogalgevoelig voor verzur<strong>in</strong>g te zijn.Beneden pH 4 kunnen ze nietoverleven. Drijfmest (ammoniak)zal daarom het aantal regenwormen<strong>in</strong> een graslanddoen afnemen. Het onderzoekgaat ook <strong>in</strong> op de verschillendesoorten regenwormen die <strong>in</strong> degrond leven.'Dassen, verzur<strong>in</strong>g en regenwormen'is een nuttige studie,die aanzet tot nadenken overbetere bescherm<strong>in</strong>g van de das.Re<strong>in</strong>ier AkkerrriansMaureen Butter, 1990. Dassen,verzur<strong>in</strong>gen regenwormen. Biologiew<strong>in</strong>kelRijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen.Boekje, 43 pp. prijs f 7,50. Te bestellen:Biologie, Postbus 14,9750AA Haren. Betal<strong>in</strong>g na ontvangst.


ZOOGDIER (1) 90/4 46Hamstervondst <strong>in</strong> Zuid·Limburg.<strong>De</strong> verspreid<strong>in</strong>g van de hamsterCricetus cricetus beperkt zich <strong>in</strong>Nederland tot de prov<strong>in</strong>cie Limburg.Recent zijn er <strong>in</strong> Zuid­Limburg <strong>in</strong> twee uurhokkenhamsters gevonden. In dezetwee uurhokken zijn <strong>in</strong> het verledenvaker hamsters aangetroffen(ZoogdierenwerkgroepLimburg 1986). <strong>De</strong>ze waarnem<strong>in</strong>gmoet dan ook gezien wordenals een waardevollebevestig<strong>in</strong>g.<strong>De</strong> eerste hamster werd op11 augustus 1990 omstreeks11.00 uur gevonden. <strong>De</strong>ze volwassenhamster is tijdens degraanoogst door een oogstmach<strong>in</strong>edoodgereden (mondel<strong>in</strong>gemededel<strong>in</strong>g A. v.d. Broek).Vlak na de oogst werden nogtwee dode halfwas hamsters gedeeltelijkonder het stro aangetroffen(mondel<strong>in</strong>ge mededel<strong>in</strong>gF. v.d. Broek). Later op de dagwerd op hetzelfde veld nog eendode volwassen hamster gevonden.<strong>De</strong>ze was <strong>in</strong> een beg<strong>in</strong>nendstadium van ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.Op 12 augustus bezochtenwe samen het stoppelveld. Doorhet veld systematisch af te lopenvonden we twee hamsterburchten.Ook werden de omr<strong>in</strong>gendepercelen bekeken op hetgrondgebruik. <strong>De</strong> gevondenhamsters zijn opgemeten meteen schuifmaat en gewogen meteen brievenweger (tabel 1). We<strong>in</strong>ventariseren al meerdere jaren<strong>in</strong> deze vier kilometerhokken degeschikte hamsterbiotopen.Doordat de meeste percelen vaneen boer zijn, is het grondgebruikper perceel elk jaar anders,Ook wordt elk jaar een van zijnpercelen <strong>in</strong>gezaaid met graan.Hierdoor is de hamster terplaatse verzekerd van een goedbiotoop.Tim van den Broek& Steven JansenLiteratuurZoogdierenwerkgroep, 1986.Zoogdieren <strong>in</strong> Limburg. Een voorlopigverslag. Uitgave Zoogdierenwerkgroepvan het NatuurhistorischGenootschap <strong>in</strong> Limburg,Maastricht.Speciale dank aan A. van den Broek en F.van den Broek, want zonder hun oplettendoog was dit artikel nooit geschreven.Tim van den Broek, Sparren hoven 18,6225 He Maastricht. Steven Jansen, Korhoenstraat12, 6075 BN Herkenbosch.Tabel 1. Gegevens van de vier dode hamstersEen dood hamster vrouwtje opgeoogst graanakker. (11-8-1990;km-hok 61-28-25).Foto Steven Jansen.leeftijd sexe lengte lengte achtervoet lengte gewichtlichaam staart met nagel oorvolwassen vrouw 23,2 cm 2,1 cm 3,5 cm 2,1 cm 190,0 grhalfwas man 14,3 cm 1,5 cm 3,0 cm 1,4 cm 88,0 grhalfwas man 15,6 cm 2,0 cm 3,0 cm 1,4cm 88,0 grvolwassen vrouw 22,5 cm 2,1 cm 3,5 cm lcm 1gr• vers doodgevonden hamster111 rottende hamstero hamsterburcht;;(;; stoppelveld w<strong>in</strong>tergraanmim suikerbieten;;W grasland:':{:: malsRelmuiz.en <strong>in</strong> clublokaalVanafjuli1989 zagen de kant<strong>in</strong>ebeheerderen verschillende spelersvan de voetbalclub <strong>in</strong> Oirlo(Nederlands Noord-Limburg)een vreemd soort diertjes wegvluchtenover de verwarm<strong>in</strong>gsbuizenen luchtkanalen van hunclublokaal. <strong>De</strong> beestjes blekenoverdag te slapen <strong>in</strong> een houtenelektriciteitskast en van daaruit's nachts plundertochten te ondernemenricht<strong>in</strong>g keuken. Naruim een jaar besloot men dathet wel genoeg was metde overlast.Zelfs de suikerzakjes warenniet meer veilig. Op 24 oktober1990 werd de hulp <strong>in</strong>geroepenvan een plaatselijke jager om dedieren te vangen. <strong>De</strong>ze wist met


ZOOGDIER (1) 90/4 47<strong>De</strong> relmuizen uit Oirlo gevangen <strong>in</strong>een clublokaal.Foto persbureau GLH.behulp van een kastval <strong>in</strong> tweedagen drie dieren te vangen. Menwist tot op dat moment nogsteeds niet wat voor soort dierenhet waren. NatuurfotograafP. Vermeulen uit Venray determ<strong>in</strong>eerdede dieren. Het blekenrelmuizen Glis glis te zijn, drievolgroeide mannetjes om precieste zijn.<strong>De</strong> noordgrens van het areaalvan de relmuis loopt door Zuid­België (Gaume). In Nederlandkomt hij van nature niet voor.<strong>De</strong>ze drie dieren zijn waarschijnlijkmet een vrachtwagenvan een nabijgelegen transportbedrijfmeegelift en vonden onderdak<strong>in</strong> het clublokaal. Waarze oorspronkelijk vandaan kwa-men was niet meer te achterhalen.<strong>De</strong> heer Vermeulen zochtcontact met het Rijks<strong>in</strong>stituutvoor Natuurbeheer. Dat wasmaar goed ook, want de Inspecteurvan de Dierenbescherm<strong>in</strong>gadviseerde om de dieren maar afte maken. Via het RIN zijn enkelebiologen van het NatuurhistorischGenootschap <strong>in</strong> Limburg<strong>in</strong>geschakeld, die de dieren <strong>in</strong>een geschikt biotoop <strong>in</strong> deGaume hebben losgelaten.Pieter Eibersnde Sticht<strong>in</strong>gnderzoek(S'V Nederland eenlandelijk atlasprojed om deverspreid<strong>in</strong>g van vleermuizen<strong>in</strong> kaart te Ditprojed zal lopen en met19 maar liefstvleermuizendeel uit vandoorgebrastaat erwaar<strong>in</strong>samengewerkt en vanwaaruit de <strong>in</strong>ventarisatiesworden gecoörd<strong>in</strong>eerd,Wie het avontuur van hetnachtelijk vleermuisonderzoektrekt kan meer <strong>in</strong>forvragenbij deotor,Contributie VZZOp de algemene ledenvergader<strong>in</strong>g van de VZZ <strong>in</strong>1990 is besloten de contributie voor de Verenig<strong>in</strong>gvoor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherm<strong>in</strong>g met<strong>in</strong>gang van 1-1-1991 te verhogen totf 37,50 ofBF 700.Voor dit geld krijgt u twee tijdschriften: Lutra enZoogdier. In verband met de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van dezetwee bladen verzoeken wij u echter een hoger bedrag(f 45 of BF 810) te willen overmaken.Abonnementsverhog<strong>in</strong>gZoogdier'Om Zoogdier <strong>in</strong> 1991 kostendekkend te krijgen iseen lichte verhog<strong>in</strong>g van de abonnementsprijs noodzakelijk.Voor 1991 bedraagt hetabonementsgeld f25of BF 450.Verhuiz<strong>in</strong>gRe<strong>in</strong>ier Akkermans is verhuisd. Zijn nieuwe adresluidt: Wilhelm<strong>in</strong>alaan 47, 6042 EL Roermond. Telefoon04750-24281 (NL).


ZOOGDma (1) 90/4VERENIGINGBNIEUWSNCBR krijgt eerste dassenburcht <strong>in</strong> beheerNa onderhandel<strong>in</strong>gen die meerdan twee jaar duurden is deNCBR er onlangs <strong>in</strong> geslaagddrie dassenburchten (één bijentwee hoofdburchten) van deNationale Maatschappij derBuurtspoorwegen (NMBS) <strong>in</strong>beheer te krijgen. <strong>De</strong> burchtenzijn allen gelegen <strong>in</strong> de hogeberm van de spoorweg die Voerendoorsnijdt en enkele speleneen zeer belangrijke rol bij de<strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van de lokaledassenpopulatie. Naast het terre<strong>in</strong>waar<strong>in</strong> de burcht gelegenis, heeft de NCBR eveneenseen strook van 100 meter langsbeide zijden van de burcht alsbuffer <strong>in</strong> beheer genomen. Eenvierde (bij)burcht die eveneens<strong>in</strong> de onmiddellijke omgev<strong>in</strong>gvan de spoorlijn ligt, valt jammergenoeg net buiten heteigendom van de NMBS, maarer werd afgesproken het gedeeltevan de spoorwegbermdat aan deze burcht grenstMuizenweekend <strong>in</strong> de ZaanstreekIn zowel juni als oktober is erdoor de veldwerkgroep van deVZZ een zoogdierweekendgeorganiseerd <strong>in</strong> de Zaanstreek.<strong>De</strong> weeke<strong>in</strong>den haddentot doel zoogdieren te <strong>in</strong>ventariseren<strong>in</strong> enkele bedreigde gebiedenten westen vanZaandam, namelijk het Guisveld,de Reef en het Westerzijderveld.In juni stonden devleermuizen centraal, van welkonderzoek de resultaten beknopt<strong>in</strong> Zoogdier 1990/2 zijnverschenen, terwijl <strong>in</strong> het weekendvan 5 tot 7 oktober dekle<strong>in</strong>e zoogdieren de meesteaandacht kregen. Vooral hetvaststellen van kwetsbare soorten,zoals de noordse woelmuis<strong>De</strong> NCBR stelt voor <strong>in</strong> Vlaanderen,net als <strong>in</strong> Nederland, een premie tegeven aan de grondeigenaar voorhet gedogen van dassenburchten.Foto Pieter EIbers.eveneens als reservaatszone teerkennen.Het beheer bestaat vooreerstuit het kappen van het hakhoutop en rond de burcht. Tot nogtoe werd dit werk aan een onderhoudsbedrijfovergelaten.Omdat de werklieden geen reken<strong>in</strong>ghielden met de aanwezigheidvan de das, werd deburcht telkenmale aanzienlijkbeschadigd en verstoord en<strong>De</strong> meest gevangen soort <strong>in</strong> hetGuisveld was de dwergmuis.Foto Pieter EIbers.48en waterspitsmuis was vanbelang.Er was ruime belangstell<strong>in</strong>gvoor het weekend: ruim 25kampdeelnemers hebben, ondankshet slechte weer met resteedsvolledig kaalgekapt.Door zelf het beheer van demeer dan 1 kilometer langespoorwegstrook <strong>in</strong> handen tenemen, hoopt de NCBR voortaande verstor<strong>in</strong>g tot een m<strong>in</strong>imumte beperken.Tegelijk zal een systeem wordenuitgedokterd om het aantaldassen dat door tre<strong>in</strong>en wordtaangereden terug te dr<strong>in</strong>gen.Daarbij wordt onder meer gedachtaan een dassenkerendraster, waarmee vermedenwordt dat jonge dassen op derails spelen en daarbij verrastworden door een voorbij razendetre<strong>in</strong>. <strong>De</strong> ligg<strong>in</strong>gen vande burchten lenen zicht hieruitstekend toe. Dit voorstelstuit voorlopig nog op tegenstandomwille van de f<strong>in</strong>anciëleconsequenties van zo'n project.Voorlopig ligt er geen andereduurzame oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hetverschiet.Dirk Criel<strong>De</strong> noordse woelmuis kreeg veelbelanstell<strong>in</strong>g. Foto Pieter EIbers.gen en zuidwesterstorm,meegeholpen de 200 vallen uitte zetten en op gezette tijden tecontroleren. In het Guisveldwerden 100 vallen uitgezet, <strong>in</strong>het Westzijderveld en de ReefI


ZOOGDffiR (l) 90/4ieder 50. In totaal werden devallen vijf maal gecontroleerden werden 400 valnachtengemaakt.In totaal werden 57vangstengedaan, verdeeld over vijf soorten:bosspitsmuis Sorex araneus,waterspitsmuis Neomysfodiens, noordse woelmuis Microtusoeconomus, dwergmuisMycromys m<strong>in</strong>utus en wezelMustela nivalis. Het vangstpercentageberekend over de controlesbedraagt slechts 5,7%, datechter voor moerassige gebiedenmeer regel is danuitzonder<strong>in</strong>g.Van de noordse woelmuiswerden meteen de eerste avondal enkele exemplaren gevangenen gedurende het weekend <strong>in</strong>plastic bakken verzorgd en bewonderd.<strong>De</strong> soort is zowel opverschillende plaatsen <strong>in</strong> hetGuisveld als <strong>in</strong> het Westzijderveldgevangen. <strong>De</strong> noordsewoelmuis komt hier gelukkignog op veel plaatsen voor. Ookde waterspitsmuis werd meteende eerste avond al gevangenlangs een rand van eenvochtig rietveld en een grasland.Het exemplaar is meegenomenen enkele dagen op hetkamp gevoerd met regenwormen.Na de laatste valcontroleis het exemplaar weer op dezelfdeplaats losgelaten. <strong>De</strong>meest gevangen muizesoortgedurendehet weekend was dedwergmuis met een totaal van22 exemplaren. Hoewel hetvangen van een wezel <strong>in</strong> eenmuizeval meestal een toevalligheidis, werden dit weekendmaar liefst drie verschillendeexemplaren gevangen en nogwel <strong>in</strong> alle drie de gebieden.Buiten de <strong>in</strong>ventarisatiegebieden,langs een wegberm nabijde kampboerderij is ook nogéén veldmuis gevangen.M<strong>in</strong>stens zo merkwaardig alsdeze vele leuke vangsten washet volledig ontbreken van debosmuis. Al met al kunnen weterugkijken op een zeer geslaagdweekend, dat ondankshet slechte weer succesvol isverlopen.Kees MostertVariadag VZZ<strong>De</strong> Verenig<strong>in</strong>g voor Zoogdierkundeen Zoogdierbescherm<strong>in</strong>gorganiseert op zaterdag 23februari 1991 een lez<strong>in</strong>gendagover diverse soorten zoogdieren<strong>in</strong> het Museum voor Geologieen M<strong>in</strong>eralogie, HooglandseKerkgracht 17te Leiden.Toegang vrij.Het museum is lopend vanafhet station Leiden <strong>in</strong> een kwartiertjete bereiken, via de Stationsweg(vanuit het stationrechtdoor), aan het e<strong>in</strong>d l<strong>in</strong>ksde brug over, rechtdoor deHaarlemmerstraat <strong>in</strong>, rechtsafbij de Gordijn Discount deHooglandse Kerkstraat <strong>in</strong>,bruggetje over, na 75 meter aande rechterhand.Voor de leden bestaat de mogelijkheidom meegebrachte materialenachter<strong>in</strong> de vergaderruimteuit te stallen. Ook kunnen'posters' worden opgehangen,bijvoorbeeld met resultatenvan een zelfverricht onderzoekje,of oproepen tot medewerk<strong>in</strong>g.Vlak voor de middagpauzeis er gelegenheid voor deleden om korte mededel<strong>in</strong>genofoproepen te doen. Graag vantevoren even contact opnemenmet Jaap Mulder, die ook enigepraktische hulp kan bieden bijhet maken van posters.Programma:- 10.00 uur ontvangst; koffieverkrijgbaar.- 10.20 uur open<strong>in</strong>g dagvoorzitter;mededel<strong>in</strong>gen van hetbestuur.- 10.30 uur Kees Mostert: <strong>De</strong>noordse woelmuis, zeldzaam ofkwetsbaar?<strong>De</strong> noordse woelmuis is bestempeldtot een zogenaamde'prioritaire soort' <strong>in</strong> het Natuurbeleidsplan.Wat is zijnhuidige status, en wat moet ergebeuren om de soort tebeschermen?49- 11.15 uur Luc Wauters: <strong>De</strong>ecologie van de eekhoorn <strong>in</strong>diverse biotopen.<strong>De</strong> spreker heeft <strong>in</strong> Belgiëjarenlang onderzoek gedaannaar het leven van de eekhoorn.- 12.00 uur Korte mededel<strong>in</strong>genvan leden.- 12.30 uur middagpauze; <strong>in</strong> dezaal is alleen koffie verkrijgbaar,de stad biedt echter diversemogelijkheden.13.30 uur Nicol<strong>in</strong>e Els<strong>in</strong>k:Zoogdieren <strong>in</strong> de aanbied<strong>in</strong>g.Nicol<strong>in</strong>e is bij de VZZ belastmet het zoogdierpromotieproject.Ze zal <strong>in</strong> dit praatjeaangeven hoe men zoogdierenhet beste <strong>in</strong> grotere kr<strong>in</strong>g populairkan maken.- 13.50 uur J.Poutsma: Reeën,aangepast aan het Nederlandselandschap.<strong>De</strong> wilde hoefdieren blijven <strong>in</strong>de VZZ relatief onderbelicht;de VZZ prijst zich daarom gelukkigde reeën-kennerPoutsma bereid gevonden tehebben een en ander over denogal verborgen leefwijze vandeze soort te vertellen.- 14.30 uur theepauze.- 14.50 uur Simon Capt (Zwitserland):The ecology of there<strong>in</strong>troduced Lynx <strong>in</strong>Switzerland.<strong>De</strong> spreker is reeds jaren betrokkenbij het onderzoekwaarbij vele lynxen met zenderswerden gevolgd, en kanzijn verhaal met prachtige dia'sillustreren. <strong>De</strong> belangrijksteprooisoorten van de lynx zijngems en ree.Inlicht<strong>in</strong>gen: Jaap Mulder, tel.071-277473 of 02510-32210(NL).


ZOOGDIER (1) 90/4 51Nationale Campagne Bescherm<strong>in</strong>gRoofdieren (NCBR).. NCBR, Postbus 10,9890 Gavere. 091-837352(B),Verenig<strong>in</strong>g Voor Zoogdierkunde enZoogdierbescherm<strong>in</strong>g (VZZ).. VZZ-Bureau en ledenadm<strong>in</strong>istratie, Jansbuitens<strong>in</strong>gel14, 6811 AB Arnhem. 085-515069(NL)... VZZ-België: V. van Cakenberghe, Blancefloerloon34 b 37, 2050 Antwerpen03-2195186 (B),.. Veldwerkgroep Nederland, R Lange, Vespucdstraat116 hs. 1056 ST Amsterdam.020-121292 (NL)... Veldwerkgroep België: W. Allaerts, Bierbeekstraat58, 3030 Heverlee, 016-221257 (B)... Materiaaldepot veldwerkgroep: F. van derVliet Spaamdammerstraat 660, 1013 TJ Amsterdam.020-828216 (NL) ... Werkgroep Zeezoogdieren (NZZ): J, Bakker,Raam 25, 3111 PL Schiedam. 010-4703245(NL)... Werkgroep Kle<strong>in</strong>e Marterachtigen: RM, deRidder, Plantenbaan 48, 3951 MK Maarn.03532-2770 (NL).. Redadie Lutro C. Smeenk, RMNH, Postbus9517,2300 RA Leiden, 071-143844 (NL) ,Vlaams Zoogdierlrundig Overleg (VZO).. W. Alloerts. Bierbeekstraat 58,3030 Heverlee,016-221257 (B).Zoogdier, tijdschIitl: voorzoogdierbescherrn<strong>in</strong>g en zoogdierkunde.. RW. Akkermens. Wilhelm<strong>in</strong>alaan 47,6042 ELRoermond. 04750-24281 (NL) ,D, CrieL Gansstraat 1, 9750 Huise-Z<strong>in</strong>gem.091-837352 (B),Aanwijz<strong>in</strong>gen voor auteurs- <strong>De</strong> tekst dient <strong>in</strong> de voorkeurspell<strong>in</strong>g te zijngesteld, Alleen hoofdletters gebruiken waardit grammaticaal verplicht is, Dus Nederlandseplanten- en dierennamen met eenkle<strong>in</strong>e letter beg<strong>in</strong>nen,- Gebruik van chapeaus toegestaan, Probeerde tekst metbehulp vankorte tussenkopjes testructureren, Gegevens auteur (adres, <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g)en oproepen aan het e<strong>in</strong>d van hetartikel plaatsen,- Bij artikelen hoort een beknopte literatuurlijst.Literatuurverwijz<strong>in</strong>gen op alfabetische volgorde,Elk item op een nieuwe regel beg<strong>in</strong>nen.Bijvoorbeeld:Akkermens. RW. &D. CrieL 1986. Roofdieren<strong>in</strong> België en Nederland. SKF, 's Graveland INCBR. Gavere,Wijs, w.J.R. de, 1989, <strong>De</strong> rosse woelmuisClethrionomysglareolus op Terschell<strong>in</strong>g, [utra32,53-60.Indetekst wordtdit (Akkermans & CrieL 1989)of (<strong>De</strong> Wijs, 1989).- Aanleveren van kopij zoveel mogelijk opdiskette (geen 1.2 Mb) leesbaar op eenMSDOS mach<strong>in</strong>e en liefst <strong>in</strong> Wordperfed (4.2of 5.0). Meezenden van een pr<strong>in</strong>tuitdraaigewenst.- Voor de opmaak zie gelijksoortige artikelen<strong>in</strong> Zoogdier. Hoofdkop en tussenkopjes vet.Latijnse namen en andere woorden, die cursiefgedrukt moeten worden, onderstrepen.Nieuwe al<strong>in</strong>ea's <strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gen met één tab,- Zorg dat het artikel<strong>in</strong>teressant is voorde lezer.Vermijd vaktermen en onnodige vreemdewoorden, Dus beter sterfte dan mortaliteit.Gebruik geen afkort<strong>in</strong>gen,- <strong>De</strong> redadie behoudt zich het recht voor deb<strong>in</strong>nengekomen artikelen te redigeren enaan te passen aan het lezerspubliek vanZoogdier.- Het copyright van foto's, illustraties en artikelenblijft bij de betrokken fotograaf. tekenaarof auteur. Overname alleen na verkregentoestemm<strong>in</strong>g,Mededel<strong>in</strong>gen voor deAgendavan.ZOogdier 1991nummer 1 voor 1 februari1991 naar de redactiesturen.Telefoneren-Telefoneren van Belgiënaar Nederland: 00-31 gevolgddoor het kengetalzonder nul en hetabonneenumm.er.Volgend nummerHet volgende nummer vonZ 'er Verschijnt <strong>in</strong>maart199 . Kopij graag voor 15januari naar de red.actiesturen."er KUST HEB (fCN1rJ OAAA ~tJ&R.~'T'T',. /4(Nf\)€r.JvalAS$EN.!. '--


HAD IK DAlMAAR EERDEf\GEWETEN! HEB JIJ Dt HrLE~~:Ef\m JAAR&A~G?•Van baby naar puberZoogdier groeit!Het aantal abonnees van Zoogdier stijgt gestaag. Dat isverheugend. Maar een snellere stijg<strong>in</strong>g nû is erg belangrijk,want Zoogdier 'dient kostendekkend te zijn. Het blad kanalleen bestaan dankzij leden, donateurs en abonnees.U, als abonnee, kunt ons helpen. Maak alle natuurliefhebbers<strong>in</strong> uw omgev<strong>in</strong>g abonnee van Zoogdier. Probeer ook eens deplaatselijke bibliotheek voor een abonnement te <strong>in</strong>teresseren.Zoogdier is een Vlaams-Nederlands natuurtijdschrift,boordevol boeiende artikelen en <strong>in</strong>teressante weetjes overonze <strong>in</strong>heemse zoogdieren. Ook <strong>in</strong> 1991 kunt u weer op onsrekenen. Mogen wij ook op û rekenen? Steun zoogdier en dusde bescherm<strong>in</strong>g van de zoogdieren.ZOOGDmR~•..1, ,,,.Re<strong>in</strong>ier Akkermans- (E<strong>in</strong>dredacteur)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!