13.07.2015 Views

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

egulering, niet alleen de handhavingskosten in ogenschouw worden genomen,maar ook de impliciete kosten van het verlies van bewegingsvrijheid vanproducent of consument. Die twee samen zijn veelal hoger dan de kosten vaneen financieel instrumentarium, dat nog optimalisatievrijheid biedt,waardoor betrokkenen als regel op termijn via gedragsaanpassing tot kostenreductiekunnen komen.In een macro-economische optiek dient te worden bedacht dat, maatschappelijkgezien, milieukosten (beleids- en bestrijdingskosten, maar ook schade vanrestemissies) hoe dan ook altijd opgebracht zullen moeten worden. 'De milieurekeningzal of door de vervuilers zelf betaald moeten worden, of doorgeschovenworden naar andere a1 dan niet vervuilende doelgroepen, of gepresenteerdworden aan toekomstige generaties', constateerde de SER in een unaniemadvies in 1989. 'In het laatste geval leent de huidige generatie van de toekomstigegeneratie. Duurzame ontwikkeling vereist in elk geval dat laatstgenoemdeafwenteling wordt tegengegaan' 66. In maatschappelijke (welvaartstheoretische)zin is er dus geen sprake van een extra last; integendeel, alsmilieuheflingen goed worden gestructureerd (op basis van de marginale maatschappelijkekosten van milieuvervuiling) ontlasten zij ons produktie- enconsumptiesysteem als zodanig van ongewenste neveneffecten en van eenhypotheek op de toekomst. De bezwaren tegen milieuheflingen concentrerenzich dan ook op de daarmee in gang gezette herverdeling van lusten en lastenuit hoofde van het adagium 'de vervuiler betaalt', danwel op de ongewensteneveneffecten van een afwenteling van milieulasten in andere markten, waarondermet name de arbeidsmarkt.Idealiter kan een combinatie van financiele prikkels om negatieve externeeffecten binnen het afwegingskader te brengen met weloverwogen compenserendebelastingverlaging er op twee manieren toe bijdragen om van produktiegroeiook welvaartsgroei te maken. Wanneer de introduktie van gedragsbei'nvloedendefinanciele instrumenten gepaard gaat met bijvoorbeeld eenverlaging van de lasten op het arbeidsinkomen komen er langs twee wegenverbeteringen in de maatschappelijke efficiency binnen bereik. Ten eerstewordt het Bcart tussen de prijs van milieubelastende consumptie of produktieen de maatschappelijke kosten daarvan (incl. de kosten van een aantastingvan het milieu) verminderd. Dientengevolge worden aanpassingsprocessenopgeroepen die het milieu ten goede komen. Ten tweede kan ook een verlagingvan de lasten op het arbeidsinkomen een positief effect op het gebruik van demiddelen hebben.Dit laatste is uiteraard alleen het geval voorzover de factor arbeid genoegenneemt met de geboden fiscale compensatie voor de invloed van hogere milieulastenop de koopkrachtontwikkeling, en deze hogere lasten derhalve nietafwentelt op de factor kapitaal. Een dergelijke ontwikkeling is te meer waarschijnlijknaar de mate dat consumenten hun gedrag aanpassen (het primairbeoogde effect) en naarmate de ruimte op de arbeidsmarkt de absorptie vanmilieulasten in het arbeidsvoorwaardenoverleg mogelijk maakt ?66] Aldus Sociaal-Economische Raad. Advies Notionaal <strong>Milieubeleid</strong>splon; nr. 89/17, 's-Gravenhage. 1989. blz. 27.67] Tenslotte is ook de keuze van de kale compensatiemogelijkheid van belang. De vraag naar arbeid wordt het sterkst gestimuleerddoor een terugsluis op werkgeverslasten. doch hier wordt we1 tegen aangevoerd dat de hiermee gei'mpliceerde doorbrekingvan het equivalentiedenken ongewenst zou zijn. De priisontwikkeling is in eerste instantie het meest gebaat bij een compenserendeverlaging van de BTW en de invloed van een verlaging van de IWLB op de arbeidskosten hang mede af van wat daaroverin het CAO-overleg afgesproken kan worden.Zie over deze problematiek 0okA.L. Bovenberg, M.E.T. van den Broek en R.J. Mulder, lnstrumentkeuze in het milieubeleid; Ministerievan Economische Zaken, Directie Algemene Economische Politiek, discussienota 9102, 1991, blz. 14- 18.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!