13.07.2015 Views

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Zoals in paragraaf 3.5 nader zal worden verduidelijkt, voldoet de aan speltheoretischemodellen ten grondslag liggende eigenbelanghypothese evenwelslechts ten dele als verklaring van het milieugedrag. Vaak zijn mensen we1degelijk bereid om vrijwillig en zonder de garantie dat de ander ook meedoet,bij te dragen aan een beter milieu. Het milieuprobleem kan zo veeleer als een'sociaal dilemma' worden gezien. De bereidheid is er, maar de kennis over hetwaarom en hoe ontbreekt of is onvolledig. Vragen zoals 'Wat is nu een veiligeverpakking? of 'Wanneer komt de chemocar? zijn dan ook aan de orde van dedag. Juist door de grote betrokkenheid van mensen bij het milieu constateertde raad een veel groter potentieel voor vormen van sociale regulering ensociale controle dan uit de eigenbelanghypothese kan worden afgeleid, a1 blijktuit de analyse van mogelijke weerstanden tegen milieubeleid (zie bijv. hfdst. 4)dat in bepaalde gevallen, zoals het autogebruik, het eigenbelang een overheersenderol speelt.<strong>Milieubeleid</strong>Het keuzegedrag nader beschouwdIn het milieubeleid veronderstelt iedere inzet van instrumenten een gespecificeerdemilieudoelstelling, dat wil zeggen een configuratie van streefwaardenvoor een duurzame ontwikkeling. De doelstellingsformulering speelt zich af opverschillende aggregatieniveaus: lokaal, regionaal, fluviaal, continentaal enmondiaal. Het uiteindelijke oogrnerk is de bei'nvloeding van een gedrag vanactoren op microniveau zodat dit zich verdraagt met de duurzaamheidsdoelstellingenvoor het beschouwde aggregatieniveau. In deze subparagraafgaat het om dat micro-gedrag van maatschappelijke actoren.Het keuzegedrag van maatschappelijke actoren is te beschrijven in termen vana) voorkeuren en b) randvoorwaarden of keuzeparameters. Voorkeurenkunnen worden (1) doorkruist door een 'onwrikbare' parameter van directeordening in de vorm van een bevel of verbod, (2) bei'nvloed door manipulatievan gedragsbei'nvloedende parameters in de vorm van transactievoorwaardenof (3) bijgesteld als gevolg van overreding ('blij dat ik rij7/'waar zouden we zijnzonder de trein?'). Op den duur zal ieder van deze drie mechanismen leiden toteen verandering van voorkeuren op grond van een niet meer op de invloed vanindividuele actoren traceerbare cultuurverandering.Het keuzemodel nader uerklaardIn figuur 2.1 wordt het keuzegedrag beschreven van een actor K, die soms deauto, soms de trein neemt. Hoewel de figuur ontleend is aan de elementaire prijstheorie,waar zij de werking van financiele prikkels beschrijft, blijkt zij ookbruikbaar voor de beschrijving van andere maatschappelijke interactiemechanismen.Als transactievoorwaarden wordt K geconfronteerd met zijnperceptie van de relatieve prijskwaliteitsverhouding van auto- en treinkilometersen zijn beschikbare mobiliteitsbudget *.Wie vanuit de hiervoor gei'ntroduceerde veronderstellingen van een objectiefrationeleparameterbepaling en een subjectief-rationeel keuzegedrag de figuurraadpleegt, vindt de prijs/kwaliteitsverhouding van auto en trein in de hellingshoekenABO, DEO en ACO, die X uitdrukken in Y, en de mobiliteitsbudgetten inde budgetlijnen AB, DE en AC. Die budgetten geven aan hoeveel K aan trein-(Y-as) edof autokilometers (X-as) te besteden heeft. K's voorkeuren zijn, met a1hun eigenaardigheden, gerepresenteerd als een verzameling indifferentiecurvenI, ... I,, die aangeven welke combinaties van auto- en treinkilometers voorhem gelijkwaardig zijn bij de gegeven relatieve prijs/kwaliteitsverhoudingen enmobiliteitsbudgetten. In de uitgangssituatie optimeert hij in PI, waar hij, gegevenzijn voorkeursschema I,, nog net zijn hoogst haalbare combinatie trein- enautokilometers weet te verzoenen met zijn budget AB. In PI combineert hij eenMILIEUBELEID

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!