13.07.2015 Views

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1.4.1 Verandering van klimaatBroeikaseffectHet broeikaseffect is essentieel voor het bestaan van leven op aarde in dehuidige vorm; het bei'nvloedt de temperatuur- en vochthuishouding. De matewaarin het broeikaseffect op dit moment wordt versterkt, als gevolg van toenemendeconcentraties broeikasgassen in de troposfeer (de lucht tot een hoogtevan 10 km), baart evenwel zorgen. Hoewel nog onzekerheid bestaat over detotale omvang van deze door menselijke activiteiten veroorzaakte klimaatveranderingen over de snelheid waarmee deze zich zal voltrekken, is hettempo en de schaal waarop de emissie van broeikasgassen stijgt van dien aarddat een drastische beperking noodzakelijk wordt geacht.Het belangrijkste gas dat bijdraagt aan het versterkte broeikaseffect is COz,niet zozeer als gevolg van het effect per eenheid alswel als gevolg van het totalevolume. Dit gas ontstaat grotendeels door verbranding van fossiele brandstoffenen door ontbossing. Het grootste gedeelte van het tot nu toe in Nederlandgeformuleerde beleid ten aanzien van de broeikasgassen richt zich op deCOz-emissie. De doelstelling is een vermindering van de COz-emissie met 3 a 5procent in 2000 te bereiken; dit komt neer op een emissie van 175 miljoen tonCOz in 2000.De emissiebeperking van COz moet grotendeels gerealiseerd worden door verminderingvan het energiegebruik, een verlaging van de koolstofintensiteitvan fossiele brandstoffen en door de inzet van andere energiedragers, zoals'stroom'energie. Het RIVM gaat er van uit dat uitvoering van het thans vastgesteldeenergiebeleid er, onder bepaalde vooronderstellingen, toe kan leidendat de doelstellingen voor het jaar 2000 benaderd worden. Waar de NMP-doelstellingeen energiegebruik van 2680 PJ in 2000 is, verwacht het RIVM opgrond van haar milieuverkenning dat het Nederlandse energiegebruik in 20002777 PJ zal bedragen. Hierbij doet zich echter een aantal onzekerheden voorten aanzien van de vooronderstellingen, onder meer op het gebied van de energieprijsontwikkeling.De kans dat deze doelstelling niet gehaald of benaderdwordt, is dus zeker aanwezig.Op pond van haar berekeningen en de verwachtingen ten aanzien van hetenergiegebruik verwacht het RIVM in 2000 een emissie van 181 miljoen tonCOz, hetgeen een lichte daling betekent ten opzichte van 1989 (182 mln tonCOJ. Na 2000 zal de COz-emissie echter toenemen tot 203 miljoen ton in 2010.Verdergaande inspanningen zullen dus nodig zijn om een nieuwe stijging vande Nederlandse COz-uitstoot, en daardoor een toenemende discrepantie met dedoelstellingen, ten gevolge van de voortgaande groei van produktie en9consumptie te voorkomen.Aantasting ozonlaag ... .Het tweede probleem binnen het thema 'verandering van klimaat' is de aantastingvan de ozonlaag. De in de atmosfeer voorkomende ozon absorbeert de vande zon afkomstige ultra-violette straling voor een belangrijk deel, waardoor deblootstelling van inens en dier aan deze schadelijke straling wordt beperkt.De stratosferische ozonconcentratie lijkt nu trendmatig af te nemen. Dit hangtsamen met het toenemen van de concentraties van vooral verbindingen metchloor en broom, die - als katalysator - ozon versneld afbreken. De belangrijkstegassen waarmee chloor en broom in de lucht worden gebracht, zijn CFK's,halonen (in blusmiddelen) en sommige gechloreerde koolwaterstoffen.In Nederland is het beleid ten aanzien van de gehalogeneerde CFK's tot nu toesuccesvol geweest. Het gebruik van CFK's is in Nederland gedaald van ruimWETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HETREGERINGSBELEID

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!