13.07.2015 Views

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en de inzet van minder zwavelhoudende brandstoffen en meer gas, is in 1988 a140 procent minder SO2 vrij gekomen dan in 1980. De doelstellingen voor 2000zullen worden benaderd; alleen de doelgroep industrie zal naar venvachtingenigszins achterblijven bij de doelstelling.4.2.1.3 VermestingDe belangrijkste doelgroepen voor het beleid gericht op het terugdringen vande vermesting zijn de landbouw, de industrie en de rioolwaterzuiveringsinrichtingen.Wat betreft de landbouw, moet het mestbeleid in 2000 een sluitendefosforbalans opleveren en een zodanige stikstofbalans dat alle functies vanbodem en water worden veilig gesteld. Het RIVM verwacht dat de uitspoelingvan de nutrienten fosfor en stikstof vanuit de landbouwgronden pas op langetermijn zal verminderen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door naijlingseffecten.Met de vastgestelde maatregelen zal in 2000 de fosfor-ophoping inlandbouwgronden ongeveer 18 miljoen kilo zijn (doelstelling voor 2000 is 0) ende stikstofbelasting van landbouwgronden 333 miljoen kilo, waar de doelstellingvoor 2000 140 miljoen kilo is.4.2.1.4 VerwijderingAlle doelgroepen van het milieubeleid produceren afval. Van de totale hoeveelheidvast afval die jaarlijks in Nederland wordt geproduceerd, is ongeveer dehelft afkomstig uit het baggeren van waterbodems in vaanvegen en vaargeulen.Daarnaast is er veel afval afkomstig uit de bouw- en sloopsector. Dezecategorieen afval zijn zeer geschikt voor hergebruik wanneer zij zijn ontdaanvan de ernstig vervuilde delen.De resterende afvalstroom is afkomstig uit diverse bronnen. Het beleid is hiervooral gericht op preventie en hergebruik van het afval om het volume aan teverbrandedstorten afval te verminderen. De industrie en de consument zijn debelangrijkste doelgroepen van dit beleid. Er doen zich hier enkele positieveontwikkelingen voor. Zo komt de gescheiden afvalinzameling goed op gang.Tbch zal het zeer moeilijk zijn om de doelstellingen voor 2000 te realiseren,mede omdat de uitgangssituatie is onderschat. De autonome ontwikkeling vanhet afvalaanbod hangt samen met de ontwikkelingen in bevolkingsomvang,produktie en consumptie. De hoeveelheid afval na preventie zal hierdoorstijgen van 53 miljoen ton tot 63 miljoen ton in 2010. Daarnaast wordt het aanbodbei'nvloed door beleid op andere gebieden; bodemsanering zal bijvoorbeeldeen toename van de hoeveelheid afval in de vorm van verontreinigde grondmet zich meebrengen. Bovendien is het zo belangrijke preventiebeleid veelalnog niet met maatregelen ingevuld. De ingezette positieve ontwikkelingenkunnen teniet worden gedaan door problemen met de afvalverwerkingscapaciteit:de verbrandingscapaciteit is te klein, nieuwe voorzieningen voor deverwerking van afval worden te traag gerealiseerd en de stortplaatsen rakenvol. Dit geldt overigens ook voor de verwerking van het mestoverschot, hetzuiveringsslib uit de rivieren en het chemisch afval.4.2.2 De doelgroepenHiervoor werd aangegeven welke doelgroepen vooral bijdragen aan ieder vande milieuproblemen die, zoals in hoofdstuk 1 bleek, het meest hardnekkig zijn.Aan het energieverbruik (voorzover gepaard gaande met C02-emissie) blijktdoor veel doelgroepen te worden bijgedragen. Andere milieuproblemen zijn bijeen beperkt aantal doelgroepen te lokaliseren. Sommige doelgroepen dragenaan verschillende milieuproblemen bij. Hieronder wordt ingegaan op devereiste gedragsverandering per doelgroep.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!