Milieubeleid - Oapen
Milieubeleid - Oapen Milieubeleid - Oapen
WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID
Keuze van instrumenten4.1 InleidingIn dit hoofdstuk wordt een methode ontwikkeld voor optimale instrumentkeuzein het milieubeleid. Het uitgangspunt hierbij is dat milieuproblemen inessentie vragen om gedragsverandering van instellingen en personen. Of hetnu om klimaatverandering, vermindering van de soortendiversiteit of omwaterverontreiniging gaat, steeds betreft het problemen die ontstaan doormenselijk gedrag. Bij milieubeleid is dan ook de centrale vraag hoe dit gedragkan worden gewijzigd. Gedragsverandering moet ruim worden opgevat; dezekan ook betrekking hebben op productieprocessen en technieken, bijvoorbeeldbij de keuze van andere technologieen. De eerste stap in de te ontwikkelendenkwijze is aan te geven wat er nodig is om de in hoofdstuk 1 gesignaleerdemilieuproblemen te mitigeren. Deze gedragsveranderingen worden beschrevenin paragraaf 4.2.In hoofdstuk 3 zijn de hoofdsoorten van instrumenten behandeld, die de overheidkan toepassen om gedrag te bei'nvloeden. Daarbij is een dubbele indelinggehanteerd naar de soort van overheidsoptreden en naar gedragsmechanismendie daarmee tot stand worden gebracht.In dit hoofdstuk wordt, ten behoeve van een overzichtelijke presentatie, aangeslotenbij de gangbare indeling van instrumenten in de categorieen directeregulering, financiele regulering en sociale regulering. Hieraan wordt de categorieprivaatrechtelijke instrumenten toegevoegd. lbt deze vier categorieenbehoren onder meer de volgende instrumenten:Directe regulering: gedragsvoorschriften;Financiele regulering: regulerende hefingen, milieubelastingen, subsidies,verhandelbare vergunningenl;Privaatrechtelijke regulering: aansprakelijkheid, eigendomsrechten, verhandelbarevergunningen 2;Sociale regulering: voorlichting, informatieplicht, milieu-effectrapportage,convenanten, milieukeur, subsidies aan milieu-organisaties, bedrijfsinternemilieuzorg.Voor de keuze van het optimale instrumentarium moeten de eigenschappenvan de instrumenten worden gerelateerd aan kenmerken van het op te lossenprobleem en aan algemene criteria van goed bestuur. Daartoe wordt in dithoofdstuk allereerst gepoogd enige orde te scheppen in de veelheid aan problemendie onderwerp vormen van het milieubeleid. De situatiekenmerken dierelevant zijn voor de instrumentatiekeuze worden afzonderlijk beschreven inparagraaf 4.3; de verdere uitwerking van de methode volgt in de paragrafen 4.4en 4.5.Deze analytische werkwijze acht de raad onontbeerlijk om tot uitspraken overinstrumentering te komen die de casui'stiek te boven gaan. De decompositievan de vele milieuproblemen naar een beperkt aantal relevant te achtensituatiekenmerken maakt vervolgens weer een recompositie mogelijk. Dezeherordening vindt op twee manieren plaats, namelijk vanuit de onderscheidensituatiekenmerken (par. 4.4) en vanuit een aantal uiteenlopende milieuproblemen(par. 4.5). De eerste benadering leidt tot een typering van milieuproblemenop basis van de belangrijkste situatiekenmerken. In de tweedebenadering worden enkele belangrijke problemen ontrafeld naar de in het'1 Het instrument verhandelbare vergunningen wordt -rowel bii financiele als bij privaatrechtelijke regulering ingedeeld.'1 Idem.
- Page 63 and 64: het voordeel van de snelheid en de
- Page 65 and 66: lijke betrekking tussen de controle
- Page 67 and 68: Een spectaculair voorbeeld hiervan
- Page 69 and 70: lijk om op andere wijze te voldoen.
- Page 71 and 72: van het fiscale instrument 44. Best
- Page 73 and 74: zijn regulerende energieheffingen,
- Page 75 and 76: Oormerking van heffingen en eenheid
- Page 77 and 78: egulering, niet alleen de handhavin
- Page 79 and 80: Verhandelbare vergunningenDe privaa
- Page 81 and 82: kunnen de transactiekosten hoog zij
- Page 83 and 84: Verder wordt hiermee geen recht ged
- Page 85 and 86: egulering in de vorm van technologi
- Page 87 and 88: elementen in de attitudes of voorke
- Page 89 and 90: werking wordt gedaan. Zij is echter
- Page 91 and 92: Onvolledige contracten fvormen van
- Page 93 and 94: in de specificatie van het wenselij
- Page 95 and 96: Landelijke Vereniging tot behoud va
- Page 97 and 98: kader van de produktaansprakelijkhe
- Page 99 and 100: De openbaarheid van de procedure is
- Page 101 and 102: gegeven welke publiekrechtelijke en
- Page 103 and 104: Indien eind 1992 onvoldoende voortg
- Page 105 and 106: 3.6.2 De comrnunautaire rechtsordeD
- Page 107 and 108: etrokken regels dit uitdrukkelijk b
- Page 109 and 110: directe regulering worden de (impli
- Page 111 and 112: Eerst de efficiencyvraag of het kan
- Page 113: 3.8 SlotbeschouwingIn het voorafgaa
- Page 117 and 118: muleerd. Deze doelstellingen voor 2
- Page 119 and 120: en de inzet van minder zwavelhouden
- Page 121 and 122: gehaald worden. Om deze doelstellin
- Page 123 and 124: 3. kenmerken die de weerstand en de
- Page 125 and 126: De afvalproblematiek omvat veel moe
- Page 127 and 128: 4.3.4 StructuurAantal bronnenDoelgr
- Page 129 and 130: Geografische schaal van de effecten
- Page 131 and 132: directe regulering is geboden. Met
- Page 133 and 134: Verhandelbare vergunningen hebben i
- Page 135 and 136: hiervan is de relatie werkgever-wer
- Page 137 and 138: zijn voor de instrumentkeuze: de me
- Page 139 and 140: Het spreekt vanzelf dat bij het inz
- Page 141 and 142: Tabel 4.3Indeling van doelgroepen/m
- Page 143 and 144: autogebruik) en op Ben doelgroep-mi
- Page 145 and 146: landbouw (veel tuinbouw, veel aarda
- Page 147 and 148: Toelichting tabel 4.51 =)a D = Dire
- Page 149 and 150: het milieu. Rvens bleek dat de typo
- Page 151 and 152: De onderzochte heffingen hebben een
- Page 153 and 154: verdragen met de continui'teit die
- Page 155 and 156: delen en de (milieuhadelen. De voor
- Page 157 and 158: onderkend, dat hiervan vooralsnog g
- Page 159 and 160: Vorm en inhoudvan het milieubeleid5
- Page 161 and 162: In de bepaling van de beleidsagenda
- Page 163 and 164: Het vinden van de optimale bestuurl
WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID