13.07.2015 Views

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.8 SlotbeschouwingIn het voorafgaande is een scala gegeven van de instrumenten die het milieubeleidter beschikking staan. Daarbij valt op dat directe regulering, financieleinstrumenten, privaatrechtelijke regulering en op overreding gerichte instrumenteneen afnemende reeks vormen in termen van de handhavingslast voorde overheid, en een opklimmende reeks in termen van de eigen verantwoordelijkheidvan burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen om milieuwaardenin het maatschappelijk verkeer tot gelding te brengen. Bij directeregulering doet de overheid (a1 dan niet expliciet) zelf een uitspraak over demilieugebruiksruimte en de waardebepaling - de afweging van belangen - enzal veelal van geval tot geval beslissingen moeten nemen over verboden, voorschriftenen vergunningen. Bij financiele regulering zijn afbakening vangebruiksruimte en waardebepaling eveneens een overheidsverantwoordelijkheid.Deze zijn nu evenwel ge'impliceerd in een tarief, dat een veelal meer algemenetoepassing zal hebben dan de gevalsbeslissingen in de directe reguleringsvorm,en de betrokken actor meer ruimte laat om zijn of haar eigen afwegingente maken (betalen of vermijden). Dat is onder meer van belang bij het optimerenvan nieuwe technologieen en processen (zie hierover ook bijlage 2). In deprivaatrechtelijke optie staat de zelfregulering van contracterende partijencentraal. Zij bepalen onderling de milieuwaarden die aan hun transacties tengrondslag liggen (bijv. het statiegeld of de verzekeringspremie). De overheidbeperkt zich tot het opstellen van de spelregels (bijv. inzake aansprakelijkheid)en tot een scheidsrechterlijk beschikbaarheidsnut voor het regelen van geschillen.Bij sociale regulering is het omgaan met informatie omtrent het gewenstehandelen als zodanig belangrijker dan de publieke sanctie daarop. De sanctioneringis veeleer van sociale aard, en gericht op het zelfbeeld van wie flessennaar de glasbak brengt, en de 'corporate image' van bedrijven. Vandaar ook datdeze reguleringsvorm bij uitstek geschikt is in bewustwordings- en leerprocessen.Een milieubeleid dat gericht wil zijn op het ontlasten van het openbaar bestuurzal zich bij voorrang moeten richten op het structureren van de mogelijkhedenvan individuele burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen om zelfmilieu-informatie te genereren en zelf voor milieuwaarden op te komen. Naarhet oordeel van de raad worden die mogelijkheden thans onderschat, of althansniet voldoende systematisch benut. Dat is temeer te betreuren omdat milieubewustzijnen de bereidheid daar individueel danwel als organisatie gestalteaan te geven het noodzakelijk substraat vormen van de maatschappelijke aanvaardingvan een meer op publieke sancties stoelend beleid dat noodzakelijkkan zijn om het sociale of prisoners' dilemma te doorbreken. Een milieubeleidis vaak een 'gelaagd' beleid, in die zin dat sociale en privaatrechtelijke reguleringeen bodem leggen in de aanspraken op het milieu, waardoor het 'onnodig'gebruik a1 een eindweegs wordt teruggedrongen. Het publiekrechtelijkemilieubeleid in engere zin kan zich dan in sterkere mate richten op dat gebruikdat bij een gegeven stand van de techniek 'onvermijdelijk' is. Anderzijds zijbenadrukt dat instrumenten niet alleen op hun eigen merites beoordeeldkunnen worden, maar ook in relatie tot de karakteristieken van het probleemdat om een oplossing vraagt. Om dat te verduidelijken presenteert de raad inhet nu volgende hoofdstuk een typologie van situatiekenmerken die zich in hetdoelgroepenbeleid voordoen. Deze typologie kan worden benut voor eenwelovenvogen keuze tussen de hiervoor besproken instrumenten.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!