Milieubeleid - Oapen
Milieubeleid - Oapen Milieubeleid - Oapen
heden en procedures. Ook van de andere bij het 'contract' betrokken partijenwordt een andere rol venvacht. De natuur- en milieubeweging kan in dezeoptiek niet volstaan met morele appels maar dient actief met de belangen vande wederpartij mee te denken en bereidheid te tonen tot het vinden van goedeoplossingen. De wederpartij daarentegen dient het economisch belang dan niette maximaliseren en evenzeer bereidheid te tonen tot uitruil van belangen.Deze figuur zou een veel ruimer toepassingsbereik kunnen krijgen dan thanshet geval is. Een belangrijke voorwaarde voor het vrijwillig inruilen van hetconflictmodel voor het samenwerkingsmodel zal toch zijn dat op de achtergrondsancties bestaan, bijvoorbeeld als gevolg van een onrechtmatige daadactie.Bedrijfsinterne milieuzorgIn paragraaf 3.5.2. werd de bedrijfsinterne milieuzorg geplaatst in het kadervan een principaal-agent-relatie. De informatie over produktieprocessen waaroverde overheid kan beschikken, is per definitie ontoereikend om deze processente kunnen sturen door prijsprikkels of gedragsparameters. Voorzover vankenbaarheid sprake is, moet deze vooral bij de input en de output gezochtworden. Input- en ouputeisen kunnen vanzelfsprekend grote invloed hebbenop de 'throughput', de transformatieprocessen, maar het omgekeerde is ook het. geval. Er is dus veel aan gelegen ook in dit stadium van de bedrijfsvoering eensystematisch proces van informatievergaring en verspreiding over milieuaspectente stimuleren.Informatiesystemen zullen een steeds belangrijkere component worden bij hetopzetten en uitvoeren van bedrijfsinterne milieuzorg lo7. Met het oog op deuitwisseling en vergelijking van bedrijfsmilieu-informatie verdient het devoorkeur deze voorzover mogelijk te standaardiseren. Branche- of bedrijfstakorganisatieskunnen hierbij een initierende rol vervullen.Tot 1995 wordt de invoering van milieuzorgsystemen aan de eigen verantwoordelijkheidvan het bedrijfsleven overgelaten. De activiteiten die de overheid indeze periode onderneemt, zijn communicatief en structurerend van aard. Hiertoebehoren het opzetten van stimulerings- en leerprojecten, voorlichtingsactiviteiten,vorming en opleiding, specifiek onderzoek, alsook van een coordinatiestructuurwaarin alle betrokkenen zijn vertegenwoordigd. Bij het zichontwikkelende stelsel is de gelaagde principal-agent structuur goed herkenbaar.De impulsen van de overheid beperken zich tot vertegenwoordigendeinstellingen die op hun beurt als principaal gaan functioneren voor hun achterban.Zo worden de stimulerings- en leerprojecten vooral gericht op de branchesen hun overkoepelende organisaties, waarbij deze geacht worden de inzichtenover te dragen aan individuele bedrijven.Op deze wijze tracht de overheid te bewerkstelligen dat in 1995 bedrijven meteen (middellgrote milieubelasting of bijzondere milieurisico's (ca. 12.000 inaantal) over een integraal milieuzorgsysteem beschikken. Zo'n systeem wordtopgevat als een systematisch geheel van voorzieningen gericht op het verkrijgenvan inzicht in, het beheersen en het zo mogelijk beperken van de milieubelastingdie het bedrijf veroorzaakt lo'. Het omvat doelstellingen, maatregelen,meet- en registratiesystemen, controles, voorlichting en opleiding, milieurapportages(intern en extern) en milieu-audits. De bedrijven met een relatiefbeperkte milieubelasting (ong. 250.000) moeten in. 1995 een partieel milieuzorgsysteemhebben ingevoerd, dat enkele van de genoemde elementen omvat.'1H.J.M. Corstens en]. de Groene. 'Milieu-informatievoorziening: noodzakelijk bestanddeel van bedrijfsinterne milieuzorg'; Milieu.1991 nr.6,blz. 187-191. .''"1Commissie bedrijfsinterne milieuzorgsystemen, Milieuzorg in somenspel; 's-Gravenhage, 1988, blz. 4.108 WETENSCHAPPELIJKE RAADVOOR HET REGERINGSBELEID
Indien eind 1992 onvoldoende voortgang blijkt te zijn geboekt, zal alsnog eenwettelijke regeling tot stand worden gebracht.Andere ontwikkelingen in en rond bedrijven zijn eveneens bevorderlijk voor deinvoering van de bedrijfsinterne milieuzorg. De risico-aansprakelijkheidwordt door nationaal en EG-beleid steeds verder aangescherpt. Verzekeringsmaatschappijentenderen er steeds meer naar aansprakelijkheid voor milieurisico'ste verdisconteren in de premie. Ook banken stellen hogere eisen aan demilieuzorg in bedrijven. Bedrijven worden aldus in toenemende mate geconfronteerdmet juridische en financiele risico's en consequenties van milieuhygienischdisfunctioneren. Ook de marktwerking van het milieu-imago vanbedrijven vormt een steeds belangrijker impuls voor milieuzorg. Consumenten,milieu-organisaties, omwonenden, werknemers gaan hogere eisen stellen aanhet milieuhandelen van bedrijven log. De gevoeligheid van bedrijven voor hetmilieu-imago blijkt ook uit de toenemende aandacht die in de jaarverslagenaan het milieu wordt besteed.De bedrijfsinterne milieuzorg die zich aldus in Nederland ontwikkelt, is nogmoeilijk te evalueren. We1 is inmiddels duidelijk geworden dat zij tot nu toesterk handhavingsgericht is, dat wil zeggen gericht op de naleving vanbestaande overheidsregelgeving. Bedrijfsinterne milieuzorg kan aldus dehandhavingslast van directe regulering aanzienlijk verminderen. Zorgsystemenkunnen echter ook de efficiency binnen bedrijven meer in het algemeen tengoede komen. Door de kosten en baten zichtbaar te maken en gestructureerdaandacht te geven in alle lagen van de bedrijfsvoering is het in veel gevallenmogelijk aanzienlijke reducties in de kosten van stoffen, afval, afvalverwijderingen onderhoud te bewerkstelligen ('pollution prevention pays'). De besparingenop grond van preventieconcepties worden veelal onderschat en dekosten van milieu-investeringen overschat. 'Good housekeeping', gecombineerdmet procesgei'ntegreerde schonere technologieen kunnen een belangrijkemilieuwinst opleveren, zonder a1 te zware belasting van bedrijven 'lo.Vrijwillige gedragsverandering van bedrijven boven het door wetgeving envergunningen vereiste niveau kan de overheid bevorderen via de bewerktuiging:het bijdragen aan de ontwikkeling van een infrastructuur van kennisoverdrachten technische assistentie aan met name kleinere bedrijven. De hierbedoelde infrastructuur zal dan zowel branchegewijs als regionaal moetenworden opgebouwd. Een kennis- en informatieplicht, die eerder werd bepleit,zou deze vrijwillige gedragsverandering sterk kunnen stimuleren, evenals eenprivaatrechtelijk vorm te geven algemene norm om niet onnodig het milieu tevervuilen (zie par. 3.3).In internationaal verband loopt Nederland met de invoering van de systematischemilieuzorg in bedrijven voorop 'I1. In andere Europese landen en ook in deVerenigde Staten wordt de invoering van milieuzorg en niet zozeer van milieuzorgsystemennagestreefd.De Europese Commissie heeft onlangs aan de Raad een verordening inzake eneco-logo voor bedrijven voorgelegd 'I2. Dit voorstel betreft de oprichting vaneen communautair systeem van milieu-auditing waarin enkele elementen vanhet Nederlandse bedrijfsinterne milieuzorgsysteem worden teruggevonden.Een van de elementen betreft een extern milieuverslag, dat openbaar zal zijn.'09]'lo]W. Hafkamp en G. Molenkamp, 'Tursen droom en daad; over uitvoering en handhaven'; in: Het milieu: denkbeelden voor de Zlsteeeuw, op.cit.. blz. 221.Erasmus Studiecentrum voor Milieukunde, Schonere Technologic en Rijn, op.cit., blz. 18."'] Chc Kooij, 'Bedrijfsinterne milieuzorg'; Vereniging voor Milieurecht. 1991 ncl. Zwolle, blz. 4.112 ] Agence Europe, nc 5634,20 december 1991, blz. 9.
- Page 51 and 52: Naast allocatieve gronden zijn er v
- Page 53 and 54: de verschillende maatschappelijke g
- Page 55 and 56: opkomen. Langs die weg kunnen de ko
- Page 57 and 58: 3.3.5 Mogelijkheden en beperkingenI
- Page 59 and 60: PrivaatrechtelGk beheer van milieuw
- Page 61 and 62: individuele belangen. Een vraag die
- Page 63 and 64: het voordeel van de snelheid en de
- Page 65 and 66: lijke betrekking tussen de controle
- Page 67 and 68: Een spectaculair voorbeeld hiervan
- Page 69 and 70: lijk om op andere wijze te voldoen.
- Page 71 and 72: van het fiscale instrument 44. Best
- Page 73 and 74: zijn regulerende energieheffingen,
- Page 75 and 76: Oormerking van heffingen en eenheid
- Page 77 and 78: egulering, niet alleen de handhavin
- Page 79 and 80: Verhandelbare vergunningenDe privaa
- Page 81 and 82: kunnen de transactiekosten hoog zij
- Page 83 and 84: Verder wordt hiermee geen recht ged
- Page 85 and 86: egulering in de vorm van technologi
- Page 87 and 88: elementen in de attitudes of voorke
- Page 89 and 90: werking wordt gedaan. Zij is echter
- Page 91 and 92: Onvolledige contracten fvormen van
- Page 93 and 94: in de specificatie van het wenselij
- Page 95 and 96: Landelijke Vereniging tot behoud va
- Page 97 and 98: kader van de produktaansprakelijkhe
- Page 99 and 100: De openbaarheid van de procedure is
- Page 101: gegeven welke publiekrechtelijke en
- Page 105 and 106: 3.6.2 De comrnunautaire rechtsordeD
- Page 107 and 108: etrokken regels dit uitdrukkelijk b
- Page 109 and 110: directe regulering worden de (impli
- Page 111 and 112: Eerst de efficiencyvraag of het kan
- Page 113 and 114: 3.8 SlotbeschouwingIn het voorafgaa
- Page 115 and 116: Keuze van instrumenten4.1 Inleiding
- Page 117 and 118: muleerd. Deze doelstellingen voor 2
- Page 119 and 120: en de inzet van minder zwavelhouden
- Page 121 and 122: gehaald worden. Om deze doelstellin
- Page 123 and 124: 3. kenmerken die de weerstand en de
- Page 125 and 126: De afvalproblematiek omvat veel moe
- Page 127 and 128: 4.3.4 StructuurAantal bronnenDoelgr
- Page 129 and 130: Geografische schaal van de effecten
- Page 131 and 132: directe regulering is geboden. Met
- Page 133 and 134: Verhandelbare vergunningen hebben i
- Page 135 and 136: hiervan is de relatie werkgever-wer
- Page 137 and 138: zijn voor de instrumentkeuze: de me
- Page 139 and 140: Het spreekt vanzelf dat bij het inz
- Page 141 and 142: Tabel 4.3Indeling van doelgroepen/m
- Page 143 and 144: autogebruik) en op Ben doelgroep-mi
- Page 145 and 146: landbouw (veel tuinbouw, veel aarda
- Page 147 and 148: Toelichting tabel 4.51 =)a D = Dire
- Page 149 and 150: het milieu. Rvens bleek dat de typo
- Page 151 and 152: De onderzochte heffingen hebben een
Indien eind 1992 onvoldoende voortgang blijkt te zijn geboekt, zal alsnog eenwettelijke regeling tot stand worden gebracht.Andere ontwikkelingen in en rond bedrijven zijn eveneens bevorderlijk voor deinvoering van de bedrijfsinterne milieuzorg. De risico-aansprakelijkheidwordt door nationaal en EG-beleid steeds verder aangescherpt. Verzekeringsmaatschappijentenderen er steeds meer naar aansprakelijkheid voor milieurisico'ste verdisconteren in de premie. Ook banken stellen hogere eisen aan demilieuzorg in bedrijven. Bedrijven worden aldus in toenemende mate geconfronteerdmet juridische en financiele risico's en consequenties van milieuhygienischdisfunctioneren. Ook de marktwerking van het milieu-imago vanbedrijven vormt een steeds belangrijker impuls voor milieuzorg. Consumenten,milieu-organisaties, omwonenden, werknemers gaan hogere eisen stellen aanhet milieuhandelen van bedrijven log. De gevoeligheid van bedrijven voor hetmilieu-imago blijkt ook uit de toenemende aandacht die in de jaarverslagenaan het milieu wordt besteed.De bedrijfsinterne milieuzorg die zich aldus in Nederland ontwikkelt, is nogmoeilijk te evalueren. We1 is inmiddels duidelijk geworden dat zij tot nu toesterk handhavingsgericht is, dat wil zeggen gericht op de naleving vanbestaande overheidsregelgeving. Bedrijfsinterne milieuzorg kan aldus dehandhavingslast van directe regulering aanzienlijk verminderen. Zorgsystemenkunnen echter ook de efficiency binnen bedrijven meer in het algemeen tengoede komen. Door de kosten en baten zichtbaar te maken en gestructureerdaandacht te geven in alle lagen van de bedrijfsvoering is het in veel gevallenmogelijk aanzienlijke reducties in de kosten van stoffen, afval, afvalverwijderingen onderhoud te bewerkstelligen ('pollution prevention pays'). De besparingenop grond van preventieconcepties worden veelal onderschat en dekosten van milieu-investeringen overschat. 'Good housekeeping', gecombineerdmet procesgei'ntegreerde schonere technologieen kunnen een belangrijkemilieuwinst opleveren, zonder a1 te zware belasting van bedrijven 'lo.Vrijwillige gedragsverandering van bedrijven boven het door wetgeving envergunningen vereiste niveau kan de overheid bevorderen via de bewerktuiging:het bijdragen aan de ontwikkeling van een infrastructuur van kennisoverdrachten technische assistentie aan met name kleinere bedrijven. De hierbedoelde infrastructuur zal dan zowel branchegewijs als regionaal moetenworden opgebouwd. Een kennis- en informatieplicht, die eerder werd bepleit,zou deze vrijwillige gedragsverandering sterk kunnen stimuleren, evenals eenprivaatrechtelijk vorm te geven algemene norm om niet onnodig het milieu tevervuilen (zie par. 3.3).In internationaal verband loopt Nederland met de invoering van de systematischemilieuzorg in bedrijven voorop 'I1. In andere Europese landen en ook in deVerenigde Staten wordt de invoering van milieuzorg en niet zozeer van milieuzorgsystemennagestreefd.De Europese Commissie heeft onlangs aan de Raad een verordening inzake eneco-logo voor bedrijven voorgelegd 'I2. Dit voorstel betreft de oprichting vaneen communautair systeem van milieu-auditing waarin enkele elementen vanhet Nederlandse bedrijfsinterne milieuzorgsysteem worden teruggevonden.Een van de elementen betreft een extern milieuverslag, dat openbaar zal zijn.'09]'lo]W. Hafkamp en G. Molenkamp, 'Tursen droom en daad; over uitvoering en handhaven'; in: Het milieu: denkbeelden voor de Zlsteeeuw, op.cit.. blz. 221.Erasmus Studiecentrum voor Milieukunde, Schonere Technologic en Rijn, op.cit., blz. 18."'] Chc Kooij, 'Bedrijfsinterne milieuzorg'; Vereniging voor Milieurecht. 1991 ncl. Zwolle, blz. 4.112 ] Agence Europe, nc 5634,20 december 1991, blz. 9.