Supporter 28 (2007 – 4e kwartaal) - Sport Development

Supporter 28 (2007 – 4e kwartaal) - Sport Development Supporter 28 (2007 – 4e kwartaal) - Sport Development

sportdevelopment.org
from sportdevelopment.org More from this publisher
13.07.2015 Views

eportagereportageDe jongens enmeisjes willenvooral wetenhoe het is omte leven alsvoetballerBepakt in dikke jassen en sjaals springen jongens en meisjeop en neer in de tribunebox van FC Den Bosch. Het iseen gure vrijdagavond in oktober, maar niets weerhoudtde kleine voetbalfans ervan om hier, in het vrijwel volle StadionDe Vliert, hun regionale sporthelden aan te moedigen. Metsjaaltjes van hun eigen voetbalclub OJC Rosmalen zwaaien deE-pupillen naar de spelers van FC Den Bosch. Nog geen weekgeleden stonden ze tegenover twee van de mannen die het veldop komen rennen.Sprintje en soepHet is een week eerder. De E-pupillen zitten op de vloer van dekleine OJC-kantine. Buiten regent het. ‘Gaan we daarom nietvoetballen?’, vraagt een jongetje teleurgesteld aan zijn trainer.Die stelt hem gerust. ‘We gaan zo naar buiten. Ga eerst maar evenbij de rest zitten.’ Tevreden trek het jongetje, met zijn voetbalschoenenal aan, een sprintje naar zijn teamgenoten. De trainermaant de luidruchtige groep tot stilte en geeft dan het woord aantwee gastsprekers: FC Den Bosch-spelers Mohamed el Makrinien Arjan Ebbinge.Zij zijn naar Rosmalen gekomen om te praten over wereldwijdeongelijkheid. En over de millenniumdoelen: afspraken tussen191 VN-landen om mondiale problemen als armoede en analfabetismevóór het einde van 2015 op te lossen. Dat zijn moeilijkethema’s voor kleine kinderen. Dus probeert El Makrini zeinvoelbaar te maken – zij het niet zonder te vervallen in hetcliché van Afrika als grote verzameling zielige mensen: ‘Straksna de training gaan jullie naar huis. Daar kunnen jullie lekkerin een warm bad stappen. Sommigen krijgen wellicht eenwarme kop soep en wat brood. Maar in Afrika krijgen kinderenvaak helemaal niets wanneer de voetbaltraining is afgelopen.’Profs en plezierDe topsporters doen hun best. Maar ze krijgen de kinderen nietecht mee. Aanvankelijk enthousiasme over de aanwezigheid vanéchte profs maakt langzaam plaats voor verveling. De pupillenschuiven van links naar rechts en kijken ongeconcentreerd omzich heen. Dat ze überhaupt blijven zitten, lijkt vooral te komenomdat het moet van hun trainer en ouders achterin de kantine.Af en toe stelt één van de kinderen een vraag, maar niet over hetthema van de middag. De jongens en meisjes willen vooral wetenhoe het is om te leven als voetballer. En ze willen spelen.Pas als er een documentaire van sportjournalist Edwin van Cuilenborggedraaid wordt, keert de aandacht even terug. Arjan Ebbingeluidt de film in met een opmerking over de rol van sport in hetbehalen van de millenniumdoelen. Zoals doel 2: basisonderwijsvoor alle kinderen. ‘Afrikaanse kinderen willen graag naar school,zéker als daar ook gevoetbald wordt. Door samen te sporten,kunnen ze samen plezier hebben, net als jullie hier op je eigenvoetbalclub. Bovendien krijgen ze niet alleen rekenen en taal, maarook uitleg over hoe ze zo gezond mogelijk kunnen leven.’Ouders en ongelijkheidDe film van Van Cuilenborg gaat over voetballen in Afrika. Dekinderen zien hoe leeftijdsgenoten op blote voeten een bal tussentwee steentjes schieten. De Afrikaanse jongetjes dragen langeT-shirts die tot hun knieën rijken. ‘Hebben ze nou jurken aan?’,roept een E-tje verbaasd. Ouders schieten in de lach, maar dekinderen kijken de film in volle ernst uit. En krijgen misschiennog wel méér zin om zelf tegen een bal aan te trappen. Want22 | SUPPORTER | Nummer 28 | december 2007SUPPORTER | Nummer 28 | december 2007 | 23

eportagereportageDe jongens enmeisjes willenvooral wetenhoe het is omte leven alsvoetballerBepakt in dikke jassen en sjaals springen jongens en meisjeop en neer in de tribunebox van FC Den Bosch. Het iseen gure vrijdagavond in oktober, maar niets weerhoudtde kleine voetbalfans ervan om hier, in het vrijwel volle StadionDe Vliert, hun regionale sporthelden aan te moedigen. Metsjaaltjes van hun eigen voetbalclub OJC Rosmalen zwaaien deE-pupillen naar de spelers van FC Den Bosch. Nog geen weekgeleden stonden ze tegenover twee van de mannen die het veldop komen rennen.Sprintje en soepHet is een week eerder. De E-pupillen zitten op de vloer van dekleine OJC-kantine. Buiten regent het. ‘Gaan we daarom nietvoetballen?’, vraagt een jongetje teleurgesteld aan zijn trainer.Die stelt hem gerust. ‘We gaan zo naar buiten. Ga eerst maar evenbij de rest zitten.’ Tevreden trek het jongetje, met zijn voetbalschoenenal aan, een sprintje naar zijn teamgenoten. De trainermaant de luidruchtige groep tot stilte en geeft dan het woord aantwee gastsprekers: FC Den Bosch-spelers Mohamed el Makrinien Arjan Ebbinge.Zij zijn naar Rosmalen gekomen om te praten over wereldwijdeongelijkheid. En over de millenniumdoelen: afspraken tussen191 VN-landen om mondiale problemen als armoede en analfabetismevóór het einde van 2015 op te lossen. Dat zijn moeilijkethema’s voor kleine kinderen. Dus probeert El Makrini zeinvoelbaar te maken – zij het niet zonder te vervallen in hetcliché van Afrika als grote verzameling zielige mensen: ‘Straksna de training gaan jullie naar huis. Daar kunnen jullie lekkerin een warm bad stappen. Sommigen krijgen wellicht eenwarme kop soep en wat brood. Maar in Afrika krijgen kinderenvaak helemaal niets wanneer de voetbaltraining is afgelopen.’Profs en plezierDe topsporters doen hun best. Maar ze krijgen de kinderen nietecht mee. Aanvankelijk enthousiasme over de aanwezigheid vanéchte profs maakt langzaam plaats voor verveling. De pupillenschuiven van links naar rechts en kijken ongeconcentreerd omzich heen. Dat ze überhaupt blijven zitten, lijkt vooral te komenomdat het moet van hun trainer en ouders achterin de kantine.Af en toe stelt één van de kinderen een vraag, maar niet over hetthema van de middag. De jongens en meisjes willen vooral wetenhoe het is om te leven als voetballer. En ze willen spelen.Pas als er een documentaire van sportjournalist Edwin van Cuilenborggedraaid wordt, keert de aandacht even terug. Arjan Ebbingeluidt de film in met een opmerking over de rol van sport in hetbehalen van de millenniumdoelen. Zoals doel 2: basisonderwijsvoor alle kinderen. ‘Afrikaanse kinderen willen graag naar school,zéker als daar ook gevoetbald wordt. Door samen te sporten,kunnen ze samen plezier hebben, net als jullie hier op je eigenvoetbalclub. Bovendien krijgen ze niet alleen rekenen en taal, maarook uitleg over hoe ze zo gezond mogelijk kunnen leven.’Ouders en ongelijkheidDe film van Van Cuilenborg gaat over voetballen in Afrika. Dekinderen zien hoe leeftijdsgenoten op blote voeten een bal tussentwee steentjes schieten. De Afrikaanse jongetjes dragen langeT-shirts die tot hun knieën rijken. ‘Hebben ze nou jurken aan?’,roept een E-tje verbaasd. Ouders schieten in de lach, maar dekinderen kijken de film in volle ernst uit. En krijgen misschiennog wel méér zin om zelf tegen een bal aan te trappen. Want22 | SUPPORTER | Nummer <strong>28</strong> | december <strong>2007</strong>SUPPORTER | Nummer <strong>28</strong> | december <strong>2007</strong> | 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!