13.07.2015 Views

Beleidsvisie SUG 2011-2015 - Nederlandse Vereniging voor ...

Beleidsvisie SUG 2011-2015 - Nederlandse Vereniging voor ...

Beleidsvisie SUG 2011-2015 - Nederlandse Vereniging voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

5 Relaties met anderenAnesthesiologen leven en werken niet op een eiland. Op professioneel vlak hebben anesthesiologen velecontacten en nemen zij een centrale positie in binnen het ziekenhuis. Deze samenwerking heeftbelangrijke consequenties <strong>voor</strong> de urgentiegeneeskunde.1. Interdisciplinaire samenwerking binnen de ziekenhuizen:a. de samenwerking met de chirurgenHuidige situatie vanuit anesthesiologisch perspectiefSamenwerking van de anesthesiologen met chirurgen, en in het bijzonder de traumatologen, op hetgebied van de urgentiegeneeskunde is sterk in ontwikkeling.ProbleemstellingDe ontwikkeling van deze relatie behoeft <strong>voor</strong>tdurend onderhoud. De anesthesioloog is een volwaardiggesprekspartner van de traumachirurg binnen de acute zorg, met name aan traumapatiënten. Dezerolverdeling komt <strong>voor</strong>al tot uiting in de level I en II ziekenhuizen. Daarbuiten is deze rolverdeling nogonvoldoende bestendig.Doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>2015</strong>De opvang van de vitaal bedreigde traumapatiënt is een multidisciplinaire aangelegenheid. De<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Anesthesiologie zal zich blijvend moeten inzetten om te komen totbestendiging van de inzet van anesthesiologen in de rol van teamspeler <strong>voor</strong> de vitaal bedreigdetraumapatiënt, niet alleen in kwalitatief maar ook kwantitatief opzicht door middel van: duidelijker profilering van de anesthesioloog binnen het traumateam onderhoud van de contacten met de <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> van Traumatologie het stimuleren van deelname in beleidsvormende , zowel lokaal en regionaal als landelijk het opstellen van protocollen en richtlijnen gericht op samenwerking, in eerste instantie met dechirurgen maar verder met alle specialismen die daar een beroep op doen streven naar 24‐uurs beschikbaarheid van de anesthesioloog binnen een vanuit de zorgbehoeftevan de vitaal bedreigde patiënt te definiëren, en door de medische staf vast te stellen termijn inalle centra met een Spoed Eisende Hulpafdelingb. de samenwerking met de intensivistenHuidige situatie vanuit anesthesiologisch perspectiefDe intensive care geneeskunde heeft de afgelopen jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt, daaringesteund door een sterke verenigingsstructuur en wetenschappelijke producten. De patiëntengroepenwaarbij zowel een anesthesioloog als een intensivist betrokken zijn, kunnen worden onderverdeeld in vijfcategorieën:1. patiënten die vanaf de SEH ofwel rechtstreeks opgenomen worden op een afdeling Intensive Care2. patiënten die <strong>voor</strong>dien al in het ziekenhuis lagen maar die verslechteren, waardoor ze op deafdeling Intensive Care opgenomen moeten worden3. postoperatieve patiënten met <strong>voor</strong>aanmelding4. postoperatieve patiënten zonder <strong>voor</strong>aanmelding, met acute problemen in de peri‐operatieveperiode5. instabiele patiënten afkomstig uit een ander ziekenhuis (interhospitaal transport)ProbleemstellingOver het te volgen beleid bij deze vitaal bedreigde patiënten bestaan vaak geen duidelijke afsprakentussen de anesthesioloog en de intensivist aangaande opvang, overdracht, verdere behandeling en de<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 8


estaat er onvoldoende inzicht in de wijze waarop de protocollen worden uitgevoerd en wat de gevolgener van zijn. Een langlopend discussiethema is de vraag onder welke <strong>voor</strong>waardenambulanceverpleegkundigen mogen intuberen.VerbeterpuntenDe <strong>SUG</strong> dient op een gestructureerde manier betrokken te zijn het opstellen van protocollen die te makenhebben met vitaal bedreigde patiënten en pijnbestrijding, en deel te nemen aan het overleg hierovertussen Ambulancezorg Nederland, de BVA, het NAI en de sectie Medisch Managers Ambulancezorg.Tevens dient de <strong>SUG</strong> actief te participeren in de scholing van de ambulanceverpleegkundigen, de SOSA,<strong>voor</strong> de pre‐hospitale opvang van de vitaal bedreigde patiënt. Verschillende anesthesiologen die defunctie van Medisch Manager Ambulancezorg vervullen kunnen als bruggenbouwers tussen deanesthesiologie en de pre‐hospitale wereld fungeren.Doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>2015</strong> Het maken van procedure afspraken over de samenwerking en de wijze waarop de adviezen vande NVA, met input van de <strong>SUG</strong>, worden opgenomen in de landelijke ambulanceprotocollen. Contacten aangaan met de vertegenwoordigers van de BVA en het NAI om tot een formelesamenwerking te komen over de scholing en functie van de anesthesiologische aspecten van deambulancezorg. Het formeren van een taskforce uit de (bestuurs)leden van de <strong>SUG</strong> en de anesthesioloog‐MMA’som de anesthesiologische hulpverlening in kaart te brengen en te verbeteren. Dit kan onderandere via een vaste vergadercyclus van 2 tot 4 maal per jaar <strong>voor</strong> het bespreken van despecifieke anesthesiologische aspecten in de pre‐hospitale fase tussen de <strong>SUG</strong>, AmbulancezorgNederland, de BVA en het NAI. Op deze wijze kan de borging van de pre‐hospitale acutehulpverlening door formele samenwerking tussen deze partijen qua scholing, protocolontwikkeling en de implementatie worden bewerkstelligd. Deelnemen in de SOSA‐scholing en opleiding door anesthesiologen, <strong>voor</strong> waarborging van deanesthesiologische aspecten van de ambulancezorg. Via de organisatie van een congres/symposium op het gebied van de anesthesiologische aspectenvan de pre‐hospitale zorg <strong>voor</strong> de vitaal bedreigde patiënt kan dit gezamenlijk wordenuitgedragen en vormgegeven, <strong>voor</strong> zowel publiek als politiek.b. Samenwerking met de MMT’sHuidige situatie vanuit anesthesiologisch perspectiefDe kerntaak van het MMT is het overnemen, stabiliseren en bewaken van vitale functies. Momenteelwordt circa 80% van de MMT artsen gevormd door anesthesiologen. In de overige gevallen participerentraumachirurgen als MMT arts. Dit geeft kernachtig weer wat de rol van de anesthesioloog binnen deacute zorg is. Het Mobiel Medisch Team is ingesteld ter ondersteuning van de ambulancezorg inNederland bij de pre‐hospitale zorg van de gecompliceerde vitaal bedreigde patiënten. Daarbij richtenMMT’s zich niet alleen op instabiele poly‐traumapatiënten maar tevens op iedere patiënt met eencomplexe bedreiging van de vitale functies. Er bestaan zowel primaire als secundaire inzetcriteria. Dezeinzetcriteria worden thans door een landelijke vertegenwoordiging vanuit de MMT’s in overleg met hetRIVM nader bestudeerd. Doel hiervan is om te komen tot een efficiënter gebruik van MMT’s.ProbleemstellingOfschoon de inhoudelijke taak van het MMT <strong>voor</strong>al ligt op anesthesiologisch gebied hebben deanesthesiologen geen directe beleidsbepalende rol bij de ontwikkelingen met betrekking tot het MMT.Wat betreft de financiële aspecten is men afhankelijk van de wijze waarop het traumacentrum met degelden omgaat. Daarnaast zijn er grote verschillen van invulling van een MMT per traumacentrum en zijner grote regionale verschillen in de sfeer van samenwerking tussen MMT en ambulancezorg. Er zijn tevensgrote regionale verschillen tussen direct aansturende Meldkamers Ambulancezorg (MKA’s) en overigeMKA’s wat betreft hantering van de inzetcriteria. Zo kan het <strong>voor</strong>komen dat <strong>voor</strong> dezelfde indicatie, een<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 11


worden aan een formele carrière van een of meerdere anesthesiologen die expertise en competentieshebben op het gebied van de problematiek van vitaal bedreigde patiënten bij rampen. In iedereveiligheidsregio en in ieder ziekenhuis dient er naar gestreefd te worden dat anesthesiologenvertegenwoordigd zijn in de relevante commissies en dat er goede contacten zijn tussen RGF en de artsenvan het MMT. Gestimuleerd moet worden dat één of meerdere anesthesiologen de rol van RGF op zichnemen; dit zouden bij<strong>voor</strong>beeld MMT‐artsen met veel ervaring kunnen zijn .De anesthesioloog dient in het rampenopvangplan van de ziekenhuizen benoemd te zijn, nietnoodzakelijkerwijs als coördinator, maar zeker wel als degene die de ernstig gewonde T1‐T2 patiëntenmoet triëren en stabiliseren. Tevens dienen de anesthesiologen te participeren in de <strong>voor</strong>bereiding enuitvoering van rampenoefeningen.Binnen de opleiding tot anesthesioloog dient structureel aandacht besteed te worden aan de rol die deanesthesioloog moet spelen tijdens rampen of crisissituaties. Dit kan ook door anesthesiologen eenaanvullende master opleiding te laten volgen in Crisis and Disaster Management (MCDM). Samen met de<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Traumatologie kan de <strong>SUG</strong> de samenwerking en communicatie met deGHOR verbeteren en zorgdragen <strong>voor</strong> gestructureerde opleiding <strong>voor</strong> (para)‐medische hulpverleners en<strong>voor</strong> multidisciplinaire oefeningen.Doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>2015</strong> Met de GHOR en de RGF‐en heeft de <strong>SUG</strong> namens de anesthesiologen een structureel landelijkberaad over de formele samenwerking en de aspecten die hierbij een rol kunnen spelen. Door middel van artikelen in het Nederlands Tijdschrift <strong>voor</strong> Anesthesiologie is de aandachtgevestigd op de rol van de anesthesioloog binnen de rampenbestrijding. Dit zal tijdens de landelijkewetenschappelijke anesthesiologendagen verder vorm gegeven worden. Op het gebied van nascholing in de rampengeneeskunde zal aan anesthesiologen standaard meeronderwijs verzorgd worden, zoals Emergo Train System (ETS) en Major Incident MedicalManagement and Support (MIMMS). Dit zal anesthesiologen meer faciliteren om ze op te leiden<strong>voor</strong> functies binnen de GHOR, en als RGF. De rol van de anesthesioloog in de rampenplannen van ziekenhuizen is verbeterd waardoor deanesthesioloog is opgenomen in de rampenplannen en rampenoefeningen van alle <strong>Nederlandse</strong>ziekenhuizen.d. de samenwerking met DefensieHuidige situatie vanuit anesthesiologisch perspectiefDefensie heeft naast een klein ziekenhuis, het Centraal Militair Hospitaal, met het Noodhospitaal in en bijhet UMCU, een samenwerkingsverband met 12‐15 ziekenhuizen in Nederland. In deze RelatieZiekenhuizen worden chirurgische teams gefinancierd, die een verplichting aangaan met Defensie. Ook demilitair anesthesiologen zitten in een dergelijke constructie. In totaal zijn circa 45 anesthesiologen opdeze manier verbonden aan Defensie. De taakstelling van de anesthesioloog bij defensie is met name bijuitzendingen de anesthesiologie in de brede zin van het woord:1. participeren in, aansturen van ‐ en onderwijs geven aan militairen in de pre‐hospitale zorg2. consulting, aansturen en onderwijs op de militaire equivalent van de SEH3. anesthesiologie tijdens ingrepen4. beheer en medische eindverantwoordelijke van de IC, alwaar de patiënt enkele dagen moetkunnen verblijven alvorens te worden geëvacueerd.5. het vervullen van de positie van medisch directeur (medisch eindverantwoordelijke) en medischadviseur aan de commandant.6. enkele anesthesiologen houden zich daarnaast bezig met krijgsmacht specifieke onderdelen alsrepatriëring, Helikopter Emeregency Medical Systems (HEMS),duikgeneeskunde, trainingen metmobiel hospitaal7. wetenschappelijk onderzoek op gebied van anesthesiologie/Urgentiegeneeskunde,<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 13


8. waarbij Defensie een belanghebbende kan zijn, is een braakliggend terrein.De kracht van de samenwerking is een potentiële win‐win situatie: daar waar de hierin geïnteresseerdeanesthesioloog de gelegenheid krijgt de anesthesiologie in volle omvang in een ander tempo, in eentotaal andere omgeving uit te oefenen, krijgt Defensie de benodigde anesthesiologische expertise.De eerste 4 producten worden tijdens uitzendingen en oefeningen samen met de overige teamleden (1chirurg, 2 omloop, 1 anesthesiemedewerker) 7*24 uur geleverd. De uitvoering van de taak kenmerkt zichdoor het met beperkte middelen, beperkte logistiek en support en dus relatief vaak geïmproviseerd eenproduct leveren. Uitzendingen en oefeningen zijn in toenemende mate multinationaal, zodat een openmind <strong>voor</strong> andere oplossingen van andere partijen een <strong>voor</strong>waarde is. Ook de status en positie van deanesthesioloog is anders: een militaire oplossing kan anders zijn dan wat civiel gebruikelijk is.Geneeskundig handelen kan secundair zijn, en niet de hoogste prioriteit hebben. Geïnteresseerdeanesthesiologen dienen zich daarvan bewust te zijn. De anesthesioloog in het uitzendgebied is militair endient zich als zodanig te gedragen.Probleemstelling Defensie zoekt volledige chirurgische teams <strong>voor</strong> uitzendingen. Het is uitzonderlijk als in eenziekenhuis alle partijen (chirurgen, anesthesiologen, OK medewerkers en directie ) allemaalenthousiast zijn het product. Andere geïnteresseerde anesthesiologen worden zo onvoldoendebereikt. Binnen defensie wordt gekeken naar verbetering van de constructie met derelatieziekenhuizen om meer anesthesiologen te kunnen interesseren. Hoewel financieel aantrekkelijk <strong>voor</strong> maatschappen en directie zijn er historisch gezien beperkte,maar wel wezenlijke, persoonlijke risico’s. Conform de opleiding van SEH‐artsen, als boven beschreven, dient er betrokkenheid te zijn vande anesthesioloog bij de opleiding van de Algemeen Militair Arts, AMA. Na de opleiding wordt ervan de AMA verwacht zelfstandig een medische post te bemannen, en initiële spoedeisendegeneeskunde te bedrijven. In het curriculum is hiertoe 6 maanden SEH‐tijd opgenomen. Hierin zitechter niet het structureel vitale kenmerken beoordelen en bijsturen. Daarnaast heeft Defensieeen aantal artsen in opleiding tot SEH‐ arts. Voor deze populatie geldt onverkort het onderbetreffende hoofdstuk geschrevene. Er is geen structureel plan waarbij de NVA defensie aangeeft wat de minimum eisen zijn inopleiding en training op gebied van vitale functies in de acute geneeskunde <strong>voor</strong> de AlgemeenMilitair Arts, en de militaire SEH‐arts. Een militaire anesthesioloog dient volledig traumatologisch en spoedeisend geneeskundigonderlegd te zijn. Deze kennis en vaardigheden moeten courant zijn. Veel anesthesiologenhebben te weinig blootstelling aan deze specifieke materie door het beperkte aanbod van dezepatiënten categorie in Nederland.VerbeterpuntenDe bal ligt primair bij Defensie, maar de NVA zou een advies kunnen opstellen t.a.v. de eisen, verlangensen beperkingen t.a.v. de scholing en training van de AMA en SEH‐artsen. De NVA kan samen met defensieeen curriculum opstellen <strong>voor</strong> de anesthesiologische aspecten van de acute geneeskunde, en zou dan viade <strong>SUG</strong> kunnen participeren in het opstellen van zo’n document, en het actief ondersteunen van hetonderwijs, al dan niet in de relatie ziekenhuizen. Hierbij moet de <strong>SUG</strong> meer gebruik maken van deanesthesiologen met een militaire binding of interesse, als klankbord<strong>voor</strong> inhoudelijke discussie.Doelstelling in <strong>2015</strong> Alle anesthesiologen en assistenten in opleiding die een relatie hebben met Defensie, ofbelangstelling hebben <strong>voor</strong> defensietaken, zijn middels een inventarisatie geïdentificeerd enhebben plaats genomen in een <strong>SUG</strong> werkgroep, met als speciaal onderwerp het militairgeoriënteerde anesthesiologisch pakket. De <strong>SUG</strong> heeft de eisen op het gebied van de vitale functies in de acute zorg, die worden gesteldaan militaire medisch personeel tijdens uitzendingen geïnventariseerd, en een daarbij passend<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 14


De <strong>SUG</strong> is partner van Defensie in zijn vragen, onderwijs en toetsen van de kennis en kundeaangaande de urgentiegeneeskunde, met name <strong>voor</strong> de vitaal bedreigde patiënt.De <strong>SUG</strong> kan geïnteresseerde anesthesiologen met Defensie in contact brengen.<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 15


6 Opleiding in de urgentiegeneeskundea. de verdiepingsstage urgentiegeneeskundeHuidige situatie vanuit anesthesiologisch perspectiefMomenteel heeft het curriculum <strong>voor</strong> de opleiding tot anesthesioloog zich veranderd. Sinds 2003 wordteen vernieuwd curriculum gehanteerd, waarin ook plaats is <strong>voor</strong> een erkende verdiepingsstageurgentiegeneeskunde in het laatste jaar van de opleiding. Het doel is om tijdens deze verdiepingsstage deaankomende anesthesioloog kennis en vaardigheden op te laten doen met diagnostische, therapeutischeen organisatorische aspecten van de zorg aan patiënten met bedreigde vitale functies binnen de helehulpverleningsketen. Maar deze stage is als zodanig nooit goed van de grond gekomen. De eersteanesthesioloog van het nieuwe curriculum is reeds in 2008 afgeleverd.ProbleemstellingOver het algemeen is er in het huidige capaciteitsmodel weinig plaats <strong>voor</strong> extra stages buiten de afdelinganesthesiologie, maar <strong>voor</strong> een stage urgentiegeneeskunde is er binnen een level 1 traumacentrumweinig meer waarde te behalen <strong>voor</strong> een AIOS anesthesiologie indien deze tijdens de werkzaamheden ophet gebied van de urgentiegeneeskunde, zoals trauma opvang, shockroom opvang en reanimaties,voldoende directe supervisie en begeleiding van een ervaren anesthesioloog krijgt.Indien de AIOS anesthesiologie buiten de afdeling anesthesiologie stage is gaan lopen is hier<strong>voor</strong> welextra opleidingscapaciteit nodig. Hoewel dit extra geld zal gaan kosten, geeft het op termijn eenkwaliteitsverhoging op het gebied van de urgentiegeneeskunde door de aanwezigheid van getraindeanesthesiologen(‐opleider) en AIOS anesthesiologie op de SEH. Daartoe zou er een begroting vastgesteldmoeten worden en extra gelden moeten worden gevonden.VerbeterpuntenOp plaatselijk niveau dient de begeleiding en directe supervisie van de AIOS anesthesiologie tijdens dewerkzaamheden op het gebied van de urgentiegeneeskunde worden verzorgd door anesthesiologen diezich <strong>voor</strong> een belangrijk hebben bekwaamd en verdiept in de aspecten van de urgentiegeneeskundeDoelstellingen <strong>voor</strong> <strong>2015</strong>Tijdens de werkzaamheden op het gebied van de urgentiegeneeskunde wordt elke AIOS anesthesiologiedirect gesuperviseerd en begeleid door een ervaren anesthesioloog die bekwaam en ervaren in hetaandachtsgebied urgentiegeneeskunde.b. postacademisch onderwijs, cursussen en congressenHuidige situatie vanuit anesthesiologisch perspectiefOnderwijs in de urgentiegeneeskunde is op dit moment beperkt tot korte cursussen waarin een aantalvaardigheden op een gestructureerde manier onderwezen worden. Ook binnen de <strong>Nederlandse</strong><strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Anesthesiologie komen de onderwijs en opleidingsaspecten van de urgentiegeneeskundeslecht sporadisch aan de orde, zoals in de periodieke wetenschappelijke bijeenkomsten van de sectiesUrgentieGeneeskunde, Kinderanesthesiologie, Obstetrische Anesthesie en Neuro Anesthesiologie. Andere<strong>voor</strong>beeld is de parallelsessie van de <strong>SUG</strong> tijdens de anesthesiologendagen, welke altijd zeer druk bezochten bovengemiddeld beoordeeld wordt.Anesthesiologen worden regelmatig uitgenodigd om een inhoudelijke bijdrage te leveren aan (korte)cursussen en congressen van andere wetenschappelijke verenigingen en organisaties, zoals bij<strong>voor</strong>beeldde APLS, ATLS, EMSB, ICET, MIMMS, PHTLS, Toegang tot de luchtweg (bijzondere intubatietechnieken endetubatiestrategieën van het Wenckebach Instituut Groningen) en de Traumadagen van de <strong>Nederlandse</strong><strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Traumatologie. Een groot aantal anesthesiologen neemt hierbij deel als cursist, docent,course‐director of bestuurslid. In het buitenland zijn er diverse initiatieven ontplooid om deanesthesiologische inbreng in de urgentiegeneeskunde te vergroten, zoals bij<strong>voor</strong>beeld ATACC<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 16


Aantrekkelijke inhoud van de wetenschappelijke vergaderingen samenstellen om zo een groterpubliek te trekken, en actief werven onder anesthesiologen (i.o.) <strong>voor</strong> de wetenschappelijkevergaderingen.Plenaire <strong>voor</strong>dracht organiseren het gebied van de urgentiegeneeskunde tijdens deanesthesiologendagen.Internationale samenwerking met de verschillende buitenlandse beroepsverenigingen isgeformaliseerd.Er bestaat een periodiek anesthesiologisch congres urgentiegeneeskunde.<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 18


eventuele aansluiting bij daar lopende onderzoekslijnen en om mogelijkheden tot verdere samenwerkingte onderzoeken. Dit kan ook in EU verband.Doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>2015</strong> Het aanstellen/benoemen van 1 staflid als aanspreekpunt per afdeling anesthesiologie van eenopleidingskliniek die zich bezig houdt met de supervisie van de AIOS en de wetenschappelijkeaspecten van de urgentiegeneeskunde Het instellen van een Wetenschappelijke Commissie Urgentiegeneeskunde. Opstellen van een inhoudelijk en financieel plan <strong>voor</strong> een research opleiding in deurgentiegeneeskunde , en het streven om 15 % van alle AIOS anesthesiologie eenwetenschappelijk onderwerp op het gebied van de urgentiegeneeskunde te laten onderzoeken. Een samenhangend onderzoeksbeleidsvisie is beschikbaar, gebaseerd op onderzoeksinitiatievendie levensvatbaar blijken te zijn, met ondersteuning van de <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong>Anesthesiologie, de afdelingen Anesthesiologie van de verschillende opleidingsinstituten en depersoonlijke ambities van belangstellende anesthesiologen. Per opleidingskliniek is er een anesthesioloog bezig met een proefschrift met eenurgentiegeneeskundig thema. Minstens 3 landelijke wetenschappelijke onderzoeken worden door anesthesiologen uitgevoerddie vallen binnen landelijke of Europese onderzoeksprojecten.<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 20


8 EvaluatieEvaluatie van deze beleidsnotitie dient plaats te vinden conform afspraken vastgelegd binnen het Bestuurvan de Sectie Urgentiegeneeskunde. De jaarlijks de vorderingen worden beoordeeld en nieuweactiviteiten <strong>voor</strong> het volgende jaar worden vastgesteld. Twee jaar <strong>voor</strong> het bereiken van de einddatumvan dit beleidsvisie, 2013, start het bestuur van de <strong>SUG</strong> een projectgroep op om een volgende versie <strong>voor</strong>te bereiden.<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 21


Bijlage 1: AfkortingenACLSAIOSAPLSATACCATLSBVABZKDBCEMSBERCETCGHORHEMSICETIDRITACCSMCDMMIMMSMKAMMAMMTNAINVANVTPHTLSRGFSEH‐SOSASt. LAMP<strong>SUG</strong>VUmcAdvanced Cardiac Life SupportArts In Opleiding tot SpecialistAdvanced Pediatric Life SupportAnesthesia Trauma And Critical CareAdvanced Trauma Life SupportBeroeps <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> AmbulancezorgBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ministerie van‐)Diagnose Behandel CombinatieEmergency Management of Severe BurnsEuropean Resuscitation CouncilEuropean Trauma CourseGrootschalige Hulpverlening bij Ongevallen en RampenHelicopter Emergency Medical SystemInternational Centre for Emergency TechniquesInstituut samenwerking Defensie en RelatieziekenhuizenInternational Trauma Anesthesia and Critical CareMaster of Crisis and Disaster ManagementMajor Incident Medical Management and SupportMeldKamer AmbulancezorgMedisch Manager AmbulancezorgMobiel Medisch TeamNederlands Ambulance Instituut<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Anesthesiologie<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> TraumatologiePre‐Hospital Trauma Life SupportRegionaal Geneeskundig FunctionarisSpoed Eisende Hulp ‐(arts, afdeling etc.)Stichting Opleidingen Scholing AmbulancehulpverleningStichting Landelijke Ambulance en Meldkamer ProtocollenSectie UrgentieGeneeskundeVrije Universiteit medisch centrum<strong>Beleidsvisie</strong> <strong>SUG</strong> <strong>2011</strong>‐<strong>2015</strong> 22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!