13.07.2015 Views

Wijzer in geldzaken Junior-monitor 2011 (PDF)

Wijzer in geldzaken Junior-monitor 2011 (PDF)

Wijzer in geldzaken Junior-monitor 2011 (PDF)

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• 41.Inkomsten en uitgavenIn dit hoofdstuk worden de <strong>in</strong>komsten en uitgaven van de k<strong>in</strong>deren beschreven. Krijgen ze al zakgeld? Doenze klusjes? Waar geven ze hun geld aan uit? Hebben ze al een bankpas? Ook wordt er kort <strong>in</strong>gegaan op def<strong>in</strong>anciële zelfstandigheid van de k<strong>in</strong>deren; wat mogen k<strong>in</strong>deren wel en niet van de ouders?1.1 InkomstenEen ruime meerderheid van de k<strong>in</strong>deren uit groep 5 tot en met 8 van de basisschool (<strong>in</strong> de leeftijd van 8 t/m 11jaar) krijgt zakgeld (84%). In elke groep is dit aandeel ongeveer even groot. De meeste k<strong>in</strong>deren geven dan ookaan dat ze voor hun 9e levensjaar al voor het eerst zakgeld hebben gekregen. Het vaakst wordt begonnen methet geven van zakgeld bij 6 of 7 jaar.1 | Het krijgen van zakgeld en de leeftijd waarop men dit voor het eerst kreegKrijg je zakgeld? (n=1.005)Op welke leeftijd kreeg je voor het eerst zakgeld? (n=1.005)nee16%jonger dan 55 jaar7106 jaar2478%7 jaar208 jaar179 jaar810 jaar6ja84%11 jaar2weet ik niet60 10 20 30 40 %


• 6Wanneer we de weekbedragen doorberekenen naar maandbedragen, dan zien we dat k<strong>in</strong>deren gemiddeldongeveer hetzelfde bedrag per maand krijgen, of dit nu wekelijks of maandelijks wordt gegeven.Het gemiddelde zakgeldbedrag dat k<strong>in</strong>deren uit de steekproef krijgt, komt sterk overeen met de normbedragen.De grafiek toont een weekgemiddelde van alle k<strong>in</strong>deren die zakgeld krijgen. Wanneer k<strong>in</strong>deren maandelijkszakgeld krijgen, zijn de maandbedragen terugberekend naar een weekbedrag.4 | Gemiddelde hoeveelheid zakgeld per week versus normbedragen: aanbevolen zakgeld per week€ 3,00€ 2,50gemiddeld zakgeld per weeknorrmbedrag: aanbevolen zakgeld per week€ 2,16€ 2,35€ 2,00€ 1,50€ 1,61€ 1,50€ 1,00€ 0,50€ 0,00groep 5 en 6 groep 7 en 8N.B. De normbedragen zijn gebaseerd op het onderzoek F<strong>in</strong>ancieel <strong>in</strong>zicht van 8 tot 18 jarigen <strong>in</strong> Nederland.Dit onderzoek is uitgevoerd door <strong>Wijzer</strong> <strong>in</strong> <strong>geldzaken</strong> <strong>in</strong> 2008.Als k<strong>in</strong>deren wekelijks zakgeld krijgen, is het bedrag meestal een veelvoud van € 0,50. In groep 5 krijgende k<strong>in</strong>deren het vaakst een bedrag van € 1,00 of € 1,50. In groep 6 en groep 7 krijgen de k<strong>in</strong>deren vaker€ 1,00 of € 2,00. In groep 8 wordt het vaakst € 2,00 of € 2,50 euro per week gegeven.


• 8Als het gaat om het zelf mogen beslissen wat je met je geld doet, is er een tweedel<strong>in</strong>g: ongeveer dehelft mag altijd of vaak zelf weten waar men het geld aan uitgeeft, de andere helft mag dit soms of nooit.Welke <strong>in</strong>komsten hebben k<strong>in</strong>deren naast zakgeld? 61% verdient weleens geld door klusjes te doen, en bijnaalle k<strong>in</strong>deren krijgen ook nog op een andere manier geld, bijvoorbeeld voor de verjaardag, rapport of vakantie.Bij de meeste k<strong>in</strong>deren komt dit ‘af en toe’ voor (63%).7 | Andere bronnen van <strong>in</strong>komstenVerdien je weleens geld door klusjes te doen?(n=1.005)Krijg je nog op een andere manier geld?(n=1.005)nee39%best vaak37af en toe63nooit1ja61%0 20 40 60 80 100 %De helft van de k<strong>in</strong>deren heeft <strong>in</strong>komsten van zowel zakgeld als klusjes en een derde alleen van zakgeld.Een kle<strong>in</strong> deel krijgt geen zakgeld én verdient niet bij (6%), en 10% krijgt alleen geld door klusjes te doen.8 | Inkomsten via zakgeld of klusjesgroep 5(n=237)groep 6(n=279)groep 7(n=256)groep 8(n=233)totaal(n=1005)% % % % %geen <strong>in</strong>komsten 8 6 5 5 6alleen zakgeld 36 30 31 34 33alleen klusjes 11 12 9 9 10zowel zakgeld als klusjes 45 52 55 51 51


• 9Waar bewaren k<strong>in</strong>deren het geld dat ze krijgen of verdienen? Driekwart van de k<strong>in</strong>deren bewaart hun geld <strong>in</strong>de spaarpot en ruim de helft zet het op de bank. Ook heeft 45% een portemonnee waar<strong>in</strong> geld bewaard wordt.9 | Hoe bewaar jij je geld?<strong>in</strong> mijn spaarpot73op de bank57<strong>in</strong> mijn portemonnee45op een speciale plek(doosje of bakje)17mijn ouders bewarenhet voor me6<strong>in</strong> mijn broekzak10 20 40 60 80 100%De manier van het bewaren van geld verschilt per leeftijdsgroep. K<strong>in</strong>deren uit groep 5 (ca. 8 jaar) bewaren hungeld vaker <strong>in</strong> de spaarpot (79%) en m<strong>in</strong>der vaak op de bank (47%). K<strong>in</strong>deren uit groep 8 (ca. 11 jaar) bewarenhun geld juist relatief m<strong>in</strong>der vaak <strong>in</strong> de spaarpot (66%) en vaker op de bank (66%).Het deel van de k<strong>in</strong>deren dat een eigen bankreken<strong>in</strong>g bij de bank heeft (81%), is groter dan het percentagedat het geld op de bank stort. De bankreken<strong>in</strong>g wordt bij ongeveer drie op de tien k<strong>in</strong>deren dus uitsluitendgebruikt door de ouders of andere personen die er geld op storten. Hoe ouder de k<strong>in</strong>deren worden, des tegroter het aandeel dat een eigen bankreken<strong>in</strong>g heeft.10 | Heb je een eigen bankreken<strong>in</strong>g bij de bank?groep 5(n=237)groep 6(n=279)groep 7(n=256)groep 8(n=233)totaal(n=1005)% % % % %ja 76 76 84 88 81nee 16 19 12 10 15weet niet 8 5 4 2 5


• 1112 | Waar geef jij je eigen geld allemaal aan uit?speelgoed5468computerspellen2257spullen om je mooi te maken156snoep2728boeken, tijdschriften2035cadeautjes voor anderensport- of hobbyspullenschoolspullen92221212827jongensmeis jesmuziek en films512huisdieren79kleren, schoenen212ik geeft (bijna) niets uit770 20 40 60 80%Daarnaast zijn er enkele leeftijds-/groepsverschillen te constateren:• K<strong>in</strong>deren uit groep 5 en 6 geven hun geld vaker uit aan speelgoed (groep 5: 71%, groep 6: 68%).• K<strong>in</strong>deren uit groep 7 en 8 geven hun geld relatief vaak uit aan computerspellen (groep 7: 48%,groep 8: 47%). K<strong>in</strong>deren uit groep 5 geven hier m<strong>in</strong>der geld aan uit dan gemiddeld (30%).


• 12Het uitgeven van geld aan de mobiele telefoon is via een aparte vraag <strong>in</strong> kaart gebracht. Het gebruik van eenmobiele telefoon neemt sterk toe met leeftijd. In groep 5 heeft 16% van de k<strong>in</strong>deren een mobiele telefoon,<strong>in</strong> groep 8 is dit 70%.13 | Bezit en kosten mobiele telefoonHeb je een mobiele telefoon waarmee je kuntbellen of sms’en? (n=1.005)Betaal je de kosten van je mobiele telefoonvan je eigen geld? (n=451)%100ja, helemaal6%deels zelf,deels mijn ouders7%80706059403520016groep 5 groep 6 groep 7 groep 8mijn oudersbetalen alles87%De kosten van de mobiele telefoon worden bij 87% van de k<strong>in</strong>deren volledig betaald door de ouders.Dit percentage is gelijk <strong>in</strong> alle groepen.


• 132.Kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardighedenIn het vorige hoofdstuk is er een beeld geschetst van de <strong>in</strong>komsten, uitgaven en f<strong>in</strong>anciële zelfstandigheidvan k<strong>in</strong>deren uit groep 5 tot en met 8. In dit hoofdstuk wordt er <strong>in</strong>gegaan op f<strong>in</strong>anciële kennis, <strong>in</strong>zicht envaardigheden. Bij de manier waarop dit <strong>in</strong> kaart is gebracht, is aangesloten bij de Basisvisie F<strong>in</strong>anciële Educatie,die <strong>in</strong> 2008 door <strong>Wijzer</strong> <strong>in</strong> <strong>geldzaken</strong> is opgesteld.Deze basisvisie biedt een richt<strong>in</strong>ggevend kader voor f<strong>in</strong>anciële competenties <strong>in</strong> onderwijs. Hier<strong>in</strong> zijn perleeftijdsgroep leerdoelen geformuleerd. Met deze leerdoelen wordt weergegeven welke kennis, <strong>in</strong>zichten,vaardigheden en houd<strong>in</strong>gen van leerl<strong>in</strong>gen op een bepaalde leeftijd en op een bepaald niveau verwachtmogen worden.In dit onderzoek zijn de vragen toegespitst op een selectie van de leerdoelen:groep 5 en 6 (middenbouw primair onderwijs)de leerl<strong>in</strong>g heeft een idee waar geld vandaan komtde leerl<strong>in</strong>g heeft <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de waarde van geld en kan hiermee bewerk<strong>in</strong>gen uitvoerengroep 7 en 8 (bovenbouw primair onderwijs)De leerl<strong>in</strong>g heeft een idee waar geld vandaan komt en waar het geld heengaatDe leerl<strong>in</strong>g kent het verschil tussen verschillende betal<strong>in</strong>gswijzenDe leerl<strong>in</strong>g heeft een globaal beeld van de functie en werk<strong>in</strong>g van een bank (lenen en sparen)2.1 Waar komt geld vandaan en waar gaat het naar toe?Hoe komen grote mensen aan geld volgens de k<strong>in</strong>deren? Bijna alle k<strong>in</strong>deren geven aan dat ouders hun geldkrijgen door te werken (96%). K<strong>in</strong>deren uit groep 5 en 6 zijn hier even goed van op de hoogte als k<strong>in</strong>derenvan groep 7 en 8. De bank en reger<strong>in</strong>g worden amper genoemd als bronnen van <strong>in</strong>komsten voor de ouders.


• 1414 | Kennisvragen functie en werk<strong>in</strong>g van een bankHoe komen de meeste grote mensen volgens jou aan geld?(n=1.005)De meeste mensen krijgen elke maand geld, waarmee zed<strong>in</strong>gen betalen. Aan welke van de volgende d<strong>in</strong>gengeven ze het meeste uit denk je? (alleen groep 7 en 8; n=489)dat verdienen zedoor te werken96het huis waar ze wonen(huur, verwarm<strong>in</strong>g)63krijgen ze vande reger<strong>in</strong>g1eten en dr<strong>in</strong>ken29dat hebbenze gewoon1nieuwe spullen, zoalskleren of tv2krijgen zevan de bank1leuke d<strong>in</strong>gen, zoalsvakantie1weet ik niet1weet ik niet50 20 40 60 80 100%0 20 40 60 80 100 %Aan k<strong>in</strong>deren uit groep 7 en 8 werd gevraagd waar de meeste grote mensen hun geld aan uitgeven.Kosten aan het huis en eten en dr<strong>in</strong>ken worden het meest genoemd.Hieruit valt te concluderen dat k<strong>in</strong>deren goed weten waar geld vandaan komt en waar het naartoe gaat.2.2 De waarde van geldK<strong>in</strong>deren uit groep 5 en 6 hebben als leerdoel om de waarde van geld te begrijpen en te kunnen rekenenmet geld. Hier zijn twee vragen over gesteld. De k<strong>in</strong>deren blijken te weten dat 5 munten van 1 euro evenveel waard zijn als een briefje van 5 euro, en hebben door hoe het krijgen van wisselgeld <strong>in</strong> z’n werk gaat.


• 1515 | Kennisvragen groep 5 en 6Waar kun je meer voor kopen?5 munten van een euro of 1 briefje van 5 euro?Stel je voor dat je een ijsje wilt kopen van 1 euro.Maar je hebt alleen een muntje van 2 euro.Wat gebeurt er dan?allebeieven veel95je betaalt 2 euroen krijgt het ijsje+ 1 euro985 muntenvan een euro31 briefjevan 5 euro2je betaalt 2 euroen krijgthet ijsje1weet ik niet1je kunt ditijsje nietkopen00 20 40 60 80 100%0 20 40 60 80 100%2.3 Verschillende betal<strong>in</strong>gswijzenIn hoeverre kennen k<strong>in</strong>deren uit groep 7 en 8 verschillende betal<strong>in</strong>gsmethoden? Vrijwel alle k<strong>in</strong>deren wetendat betalen met muntjes en briefjes <strong>in</strong> je portemonnee contante betal<strong>in</strong>g wordt genoemd. Ook weten demeeste k<strong>in</strong>deren dat het betalen met een pasje, waarbij het geld meteen van de reken<strong>in</strong>g wordt gehaaldPIN-betal<strong>in</strong>g wordt genoemd.16 | Kennisvragen verschillende betal<strong>in</strong>gswijzenAntwoord:contantebetal<strong>in</strong>gPINbetal<strong>in</strong>gcreditcardbetal<strong>in</strong>gweet nietHoe heet de volgende manier van betalen? % % % %betalen met munten en briefjes<strong>in</strong> je portemonnee 95 1 0 5betalen met een pasje, waarbij het geld meteenvan je reken<strong>in</strong>g wordt gehaald 1 85 9 5betalen met een pasje, waarbij het geld pas naeen tijdje van je reken<strong>in</strong>g wordt gehaald 1 22 60 17


• 16Meer verwarr<strong>in</strong>g is te zien bij de creditcard. Zes op de tien weet dat betalen met een pasje, waarbij het geldpas na een tijdje van je reken<strong>in</strong>g wordt gehaald, een creditcardbetal<strong>in</strong>g betreft. Bijna een kwart verwart ditmet een PIN-betal<strong>in</strong>g en 17% weet niet wat voor type betal<strong>in</strong>g dit is.2.4 De werk<strong>in</strong>g van de bank: lenen en sparenDe laatste kennisdoelstell<strong>in</strong>gen voor groep 7 en 8 zijn dat k<strong>in</strong>deren een globaal beeld hebben van defunctie en werk<strong>in</strong>g van een bank en dat ze weten wat de begrippen lenen en rente <strong>in</strong>houden. Acht op detien k<strong>in</strong>deren weet dat je rente krijgt van de bank als je geld bij de bank spaart. Tweederde weet dat je ookrente moet betalen als je geld leent bij de bank, 20% denkt dat je dan alleen het geleende geld (zonder rente)moet terugbetalen. K<strong>in</strong>deren uit groep 8 weten vaker dat je rente moet betalen als je bij de bank leent(74%, groep 7: 61%).17 | Kennisvragen functie en werk<strong>in</strong>g van een bankWat is waar? Als je geld bij een bank spaart …Wat is waar? Als je geld leent van de bank …geen vanbeide4%weet niet14%dan moet je de bankbetalen1%hoef je nikste doendan moet je het 2%geleende geldgedeeltelijk terugbetalen1%weet niet9%dan moet je hetgeleende geldallemaalterugbetalen20%dan krijg je daarvoor geldvan de bank (rente)81%dan moetje het geleende geldterugbetalen + rente68%


• 173.F<strong>in</strong>ancieel bewustzijnF<strong>in</strong>anciële kennis en <strong>in</strong>zicht en f<strong>in</strong>anciële vaardigheden (hoofdstuk 2) zijn de eerste kernconcepten van deBasisvisie F<strong>in</strong>anciële Educatie. Het derde kernconcept is f<strong>in</strong>ancieel bewustzijn. Dit begrip gaat <strong>in</strong> op de matewaar<strong>in</strong> k<strong>in</strong>deren zich bewust zijn van zaken die hun <strong>in</strong>komsten en uitgaven kunnen beïnvloeden, of ze weleensnadenken over geld en of ze sparen belangrijk v<strong>in</strong>den.Om zicht te krijgen op het f<strong>in</strong>ancieel bewustzijn van k<strong>in</strong>deren, zijn er vragen <strong>in</strong> het onderzoek betrokken dietoegespitst zijn op een selectie van de leerdoelen die volgens de basisvisie bij f<strong>in</strong>ancieel bewustzijn horen.Deze worden behandeld <strong>in</strong> paragraaf 3.1.groep 5 en 6 (middenbouw primair onderwijs)de leerl<strong>in</strong>g kan herkennen dat een uit<strong>in</strong>g is bedoeld als reclamegroep 7 en 8 (bovenbouw primair onderwijs)de leerl<strong>in</strong>g is zich bewust van het nut en de <strong>in</strong>vloed van reclamede leerl<strong>in</strong>g is zich bewust van de sociale druk <strong>in</strong> de groep en de <strong>in</strong>vloed hiervan op aankopenDaarnaast zijn er een aantal extra vragen <strong>in</strong> het onderzoek opgenomen over f<strong>in</strong>ancieel bewustzijn;denken k<strong>in</strong>deren bijvoorbeeld weleens na over geld? En hoe belangrijk v<strong>in</strong>den ze sparen? De antwoordenop deze vragen worden beschreven <strong>in</strong> paragraaf 3.2.3.1 Leerdoelen; herkenn<strong>in</strong>g van reclame en <strong>in</strong>vloeden op koopgedragTen behoeve van de leerdoelen zijn eerst twee vragen gesteld die over reclame en merkwaarde gaan.In de antwoorden zijn verschillen te zien tussen k<strong>in</strong>deren uit de verschillende groepen. Naarmate k<strong>in</strong>derenouder worden begrijpen ze beter dat bedrijven reclame maken, omdat ze willen dat je hun spullen koopt.


• 1818 | Kennisvragen reclame en merkwaardegroep 5(n=237)groep 6(n=279)groep 7(n=256)groep 8(n=233)totaal(n=1005)Waarom maken bedrijven reclame? % % % % %omdat ze willen dat je hun spullen koopt 75 87 94 97 88om je leuke spullen te laten zien 14 8 4 2 7om je te helpen de beste spullen te kiezen 3 1 - - 1weet ik niet 8 4 1 1 4Wat is duurder?spullen van een bekend merk 59 70 86 86 75spullen van een onbekend merk 4 7 4 5 5maakt niet uit 16 11 5 5 9weet ik niet 21 13 6 4 11Volgens driekwart van de k<strong>in</strong>deren zijn spullen van een bekend merk duurder dan spullen van een onbekendmerk. Hoe ouder het k<strong>in</strong>d, des te groter de groep die dit denkt. Eén op de vijf k<strong>in</strong>deren uit groep 5 weet nietwat het antwoord is op deze vraag, en één op de vijf geeft een fout antwoord.Aan k<strong>in</strong>deren uit groep 7 en 8 zijn drie stell<strong>in</strong>gen voorgelegd die gaan over het bewustzijn van de <strong>in</strong>vloed vanreclame en <strong>in</strong>vloed van andere k<strong>in</strong>deren, zoals <strong>in</strong> de leerdoelen beschreven. De bovenbouwers geven maarwe<strong>in</strong>ig aan dat reclame, klasgenoten of vrienden hun productwensen beïnvloeden. Twee op de tien zegt datreclame er (heel) vaak voor zorgt dat ze iets willen hebben.19 | Stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>vloed reclame en peergroepenHoe vaak komt het voor dat je iets wilt hebben ...omdat je er reclame vangezien hebt51449275omdat je klasgenotenhet ook hebben312452811omdat je de eerste wiltzijn die het heeft352331380 20 40 60 80 100 %heel vaak vaak soms bijna nooit nooitMeisjes (19%) geven meer dan jongens (12%) aan dat ze iets willen hebben omdat klasgenoten het ook hebben.


• 204.F<strong>in</strong>ancieel gedragDe f<strong>in</strong>anciële kennis, <strong>in</strong>zichten, vaardigheden (hoofdstuk 2) en het f<strong>in</strong>ancieel bewustzijn (hoofdstuk 3) zijnvolgens de Basisvisie F<strong>in</strong>anciële Educatie uite<strong>in</strong>delijk bepalende factoren voor het f<strong>in</strong>ancieel gedrag vanjongeren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de jongeren omgaan met hun geld; sparen ze of gevenze juist alles uit? En wat doen jongeren als ze geen geld meer hebben?4.1 Uitgeven of sparen?De helft van de basisscholieren geeft aan het meeste geld dat ze b<strong>in</strong>nen krijgen te sparen. Eén op de driegeeft de helft uit en spaart de andere helft en één op de zeven geeft bijna alles uit.21 | Wat doe je met je geld? Geef je het vooral uit of spaar je vooral?meeste uitgeven14%meeste sparen51%helft uitgeven,helft sparen35%


• 21In groep 5 geven relatief veel k<strong>in</strong>deren aan te sparen (57%). Hier zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes.Wel komt het bij meisjes m<strong>in</strong>der vaak voor dat het geld op is. Bij ongeveer de helft is het geld ‘soms’ op.22 | Is je geld weleens op, zodat je niet meer kunt kopen wat je wilt?%80jongensmeis jes604050463947201280soms vaak nooitDe meeste k<strong>in</strong>deren doen geen aankopen die ze eigenlijk niet kunnen betalen, ze wachten dan met kopen.Eén derde lost dit op door geld aan ouders te vragen of iemand anders om het voor hen te laten kopen.Eén op de tien k<strong>in</strong>deren leent het geld en 7% haalt het van de bankreken<strong>in</strong>g (dit gebeurt vaker bij k<strong>in</strong>derenuit groep 8: 12%).23 | Wat doe je als je iets wilt kopen, maar je hebt te we<strong>in</strong>ig geld?ik wacht nog met kopen75ik vraag geld aan mijn ouders of anderen17ik vraag of iemand anders hetvoor me wilt kopen15ik leen geld van mijn oudersof anderen11ik haal geld van mijn bankreken<strong>in</strong>g7dat gebeurt nooit90 20 40 60 80 100%


• 23Bijlage 1Onderzoeksverantwoord<strong>in</strong>gAchtergrond en doelstell<strong>in</strong>g<strong>Wijzer</strong> <strong>in</strong> <strong>geldzaken</strong> richt haar activiteiten op verschillende doelgroepen van de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g.Eén van die doelgroepen zijn k<strong>in</strong>deren op de basisschool. Hiervoor heeft <strong>Wijzer</strong> <strong>in</strong> <strong>geldzaken</strong> het kernprogramma‘Jong geleerd is oud gedaan’ opgezet. Dit programma onderscheidt drie pijlers: f<strong>in</strong>anciële opvoed<strong>in</strong>g,op school leren omgaan met geld en jongerencommunicatie. Eén van de projecten van het progamma ‘Jonggeleerd is oud gedaan’ voor <strong>2011</strong> is het houden van een nieuw <strong>monitor</strong>onderzoek onder jongeren uit groep5 tot en met 8 van de basisschool (8 tot en met 11 jaar) ter evaluatie en onderbouw<strong>in</strong>g van vervolgactiviteiten.Deze rapportage beschrijft de resultaten van het eerste <strong>monitor</strong>onderzoek. De onderzoeksresultaten zijngepresenteerd tijdens de Week van het geld <strong>2011</strong>, waar<strong>in</strong> het leren omgaan met geld centraal staat <strong>in</strong> hetbasisonderwijs.De opzet van het onderzoek sluit aan bij het theoretische model dat beschreven wordt <strong>in</strong> het onderzoekF<strong>in</strong>ancieel <strong>in</strong>zicht van Nederlanders, van Antonides, G., I. de Groot en F. van Raaij uit 2008. In dit model is‘f<strong>in</strong>ancieel’ <strong>in</strong>zicht uiteengelegd <strong>in</strong> f<strong>in</strong>ancieel bewustzijn, motivatie, kennis en vaardigheden. Verondersteldwordt dat deze factoren van <strong>in</strong>vloed zijn op het f<strong>in</strong>ancieel gedrag.Uitvoer<strong>in</strong>g van het onderzoekDe <strong>Wijzer</strong> <strong>in</strong> <strong>geldzaken</strong> <strong>Junior</strong> Monitor <strong>2011</strong> is een kwantitatief onderzoek. Dit onderzoek betreft de eerstemet<strong>in</strong>g. De vragenlijst is opgesteld door onderzoeksbureau Veldkamp, waarbij de vragenlijst van het onderzoekF<strong>in</strong>ancieel <strong>in</strong>zicht van Nederlanders als basis is genomen. De vragenlijst is door middel van een pilotonderzoekgetest onder acht k<strong>in</strong>deren tussen 8 en 11 jaar met verschillende achtergronden.De met<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> dit rapport wordt beschreven, is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 1.005k<strong>in</strong>deren tussen 8 en 11 jaar (groep 5 tot en met groep 8 van de basisschool). De steekproef is representatiefnaar de kenmerken regio, huishoudgrootte en sociale klasse van huishoudens met k<strong>in</strong>deren tussen 8 en 11jaar <strong>in</strong> Nederland. Het veldwerk is uitgevoerd met behulp van de steekproefbron TNS NIPObase, waarbij deenquêtes onl<strong>in</strong>e door de k<strong>in</strong>deren zijn <strong>in</strong>gevuld. Het veldwerk vond plaats van 21 tot en met 28 september<strong>2011</strong>.Ten geleideAlle gepresenteerde resultaten zijn enquêteresultaten die representatief zijn voor de populatiekenmerken.De resultaten zijn weergegeven <strong>in</strong> afgeronde percentages. Wanneer er door afrond<strong>in</strong>g totalen ontstaan vanmeer of m<strong>in</strong>der dan 100%, zijn deze niet gecorrigeerd. De titels van figuren en tabellen betreffen (behoudensbij enkele uitsplits<strong>in</strong>gen) de exacte vraagteksten die aan de respondenten zijn voorgelegd. Wanneer <strong>in</strong> detekst wordt gesproken over verschillen tussen groepen betreft het getoetste significante verschillen.


• 24SteekproefVoor de gegevensverzamel<strong>in</strong>g is gebruik gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase. Dit is een databasevan huishoudens die zich bereid hebben verklaard met enige regelmaat aan enquêtes van Veldkamp en TNSNIPO deel te nemen. Het panel bestaat <strong>in</strong> totaal uit 200.000 personen. De werv<strong>in</strong>g voor het panel geschiedtgrotendeels via traditionele onderzoeks<strong>in</strong>strumenten.De dataverzamel<strong>in</strong>g van het onderzoek is verlopen via een computergestuurde zelf<strong>in</strong>vulvragenlijst (ComputerAssisted Self Interview<strong>in</strong>g, vanaf hier te noemen: CASI). Voor het veldwerk dat via CASI is uitgevoerd, is eensteekproef getrokken waarbij is gestreefd naar representativiteit voor de achtergrondkenmerken regio,huishoudgrootte en sociale klasse van huishoudens met k<strong>in</strong>deren tussen 8 en 11 jaar.Benader<strong>in</strong>gswijze en vragenlijstHet hoofd van het huishouden ontv<strong>in</strong>g een uitnodig<strong>in</strong>g per e-mail met daar<strong>in</strong> uitleg over de achtergrondenvan het onderzoek. Hier<strong>in</strong> werd de strekk<strong>in</strong>g van het onderzoek uitgelegd en gevraagd of het betreffendek<strong>in</strong>d wilde deelnemen, zonder bijzijn van de ouder/verzorger. Via het CASI-systeem kon het k<strong>in</strong>d vervolgenszelf de vragenlijst op de pc <strong>in</strong>vullen. Het k<strong>in</strong>d ontv<strong>in</strong>g een belon<strong>in</strong>g naar keuze voor deelname aan hetonderzoek.De conceptvragenlijst is door Veldkamp opgesteld en grotendeels gebaseerd op het door <strong>Wijzer</strong> <strong>in</strong> <strong>geldzaken</strong>opgezet onderzoek F<strong>in</strong>ancieel <strong>in</strong>zicht van 8 – 18 jarigen <strong>in</strong> Nederland (2008). De vragenlijst is vervolgens viaeen pilotonderzoek getest onder 8 k<strong>in</strong>deren van verschillende leeftijden (8 t/m 11 jaar). Ook was er variatie<strong>in</strong> het opleid<strong>in</strong>gsniveau van de ouders van deze k<strong>in</strong>deren. De <strong>in</strong>vulduur van de vragenlijst bedroeg gemiddeld9,5 m<strong>in</strong>uten.ResponsHet veldwerk heeft plaatsgevonden van 21 tot en met 28 september <strong>2011</strong>. Van de 1.430 benaderde k<strong>in</strong>derenhebben er 1.005 deelgenomen aan het onderzoek, waarmee de respons uitkomt op 70%.


<strong>Wijzer</strong> <strong>in</strong> <strong>geldzaken</strong>Postbus 202012500 EE Den Haag<strong>in</strong>fo@wijzer<strong>in</strong><strong>geldzaken</strong>.nlwww.wijzer<strong>in</strong><strong>geldzaken</strong>.nl• 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!