Installatiehandleiding CS121 - Steunpunt

PROGRAMMEREN VAN DE LIJNMONITOROp de telefoonkiesautomaat RD521 kan standaard een lijnmonitor worden geplaatst. Dezecontroleert of er op de telefoonkiesautomaat nog lijnstroom of lijnspanning aanwezig is.Wanneer de lijnmonitor geplaatst wordt moet de zwarte draadbrug op de telefoonkiesautomaatgeknipt worden.Wanneer de telefoonlijn wegvalt wordt een optisch en akoestisch signaal gegeven op hetdruktoetsbediendeel, bij een weggevallen lijn en alarm kan de eventuele vertraging op sireneaktivering opgeheven worden.Men heeft de volgende programmeermogelijkheden met een lijnmonitor.Funktie 193o geen lijnmonitor aanwezig1 lijnmonitor aanwezig optie 13 lijnmonitor aanwezig optie 25 lijnmonitor aanwezig optie 3Optie 1De lijnspanning wordt bewaakt als de telefoonkiesautomaat niet op de lijn is en de lijnstroomwordt bewaakt als de telefoonkiesautomaat wel op de lijn is. Als een (in)belspanning wordtgedetecteerd voordat de telefoonkiesautomaat de lijn bezet blijft de telefoonkiesautomaatproberen naar buiten te bellen totdat er geen belspanning meer is.Optie 2Als optie 1, echter met dit verschil dat wanneer er een inbelspanning op de lijn wordt gedetecteerdvoordat de telefoonkiesautomaat.gaat bellen. De telefoonkiesautorT)aat 60 seconden wachtmet de eerste belpoging.Optie 3Als optie 2, echter met dien verstande dat de optische en akoestische indicatie op het druktoetsbediendeelautomatisch wordt gereset wanneer de lijn terug is.Korte technische handleiding CS1 21CS121 .1/200 30-11-94Pagina 35Wijzigingen voorbehouden