13.07.2015 Views

En hoe komt toch een olifant aan al die kilo's grijs? - Biblion

En hoe komt toch een olifant aan al die kilo's grijs? - Biblion

En hoe komt toch een olifant aan al die kilo's grijs? - Biblion

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-2014Groep 1/2<strong>En</strong> <strong>hoe</strong> <strong>komt</strong> <strong>toch</strong> <strong>een</strong> <strong>olifant</strong> <strong>aan</strong> <strong>al</strong> <strong>die</strong> kilo’s <strong>grijs</strong>?Elle van Lieshout & Erik van Os (tekst) en Alice Hoogstad (illustraties)Lemniscaat 2012, € 12,95 ISBN 978 90 477 0413InhoudPolle gaat met opa naar de <strong>die</strong>rentuin. In de <strong>die</strong>rentuin wonen heel veelverschillende <strong>die</strong>ren. Hij vraagt zich bij ieder <strong>die</strong>r af waarom ze zijn zo<strong>al</strong>s zezijn en wie ze maakt tot wat ze zijn. Alice Hoogstad geeft in haar prachtigeillustraties <strong>een</strong> antwoord op de vragen van Polle. Maar is dat het juisteantwoord? Iedere vraag leidt tot <strong>een</strong> nieuwe vraag. Een heerlijk boek om teg<strong>aan</strong> filosoferen met kleuters over waarom dingen zijn zo<strong>al</strong>s ze zijn.1 IntroductieIn het boek komen de volgende <strong>die</strong>ren voor:- giraf- zebra- pauw- slang- neushoorn- ijsbeer- <strong>olifant</strong>- flamingo- krokodil- kangoeroe- leeuwSelecteer <strong>een</strong> <strong>aan</strong>t<strong>al</strong> <strong>die</strong>ren (<strong>al</strong>lema<strong>al</strong> kan ook) en bespreek met de kinderen per <strong>die</strong>r <strong>hoe</strong> deze eruit zien.Kennen zij de <strong>die</strong>ren? Waarvan? Hebben zij de <strong>die</strong>ren in het echt gezien? Wie van de kinderen iswel<strong>een</strong>s naar <strong>een</strong> <strong>die</strong>rentuin geweest? Een <strong>aan</strong>t<strong>al</strong> kinderen vertellen over hun ervaringen. Vervolgensgaat u in op <strong>een</strong> <strong>aan</strong>t<strong>al</strong> specifieke kenmerken van de geselecteerde <strong>die</strong>ren. Via het digibord laat u zien<strong>hoe</strong> de <strong>die</strong>ren er in werkelijkheid uitzien. Op de website www.rangerclub.nl kunt u in de ‘Dierenbieb’afbeeldingen vinden van <strong>al</strong>le, in het boek voorkomende, <strong>die</strong>ren. Van <strong>een</strong> <strong>aan</strong>t<strong>al</strong> <strong>die</strong>ren zo<strong>al</strong>s: de leeuw,<strong>olifant</strong>, (ratel)slang en flamingo kunt u ook de geluiden laten horen. Zie hiervoor onder de knop <strong>die</strong>ren –‘<strong>die</strong>rengeluiden’ Op de website www.n-kids.natur<strong>al</strong>is.nl onder de knop fun’n’games – ‘<strong>die</strong>rengeluiden’vindt u <strong>die</strong>rengeluiden van de volgende <strong>die</strong>ren: krokodil, slang, neushoorn, <strong>olifant</strong> en zebra. Heeft u g<strong>een</strong>digibord tot uw beschikking zorg dan voor <strong>een</strong> stapeltje <strong>die</strong>renboeken in de klas waarin de genoemde<strong>die</strong>ren voorkomen.2 Beeldend - Collage maken 1Op de website www.schoolplaten.com zijn van <strong>al</strong>le <strong>die</strong>ren <strong>die</strong> in het boek voorkomen kleurplaten tevinden. Rechtsboven op de website vindt u <strong>een</strong> zoekfunctie. Selecteer van <strong>al</strong>le <strong>die</strong>ren geschiktekleurplaten voor uw groep. Stel twee- of driet<strong>al</strong>len samen, afhankelijk van de groepsgrootte en geef iedertweet<strong>al</strong>- of driet<strong>al</strong> <strong>een</strong>zelfde <strong>die</strong>r. Alle kinderen maken individueel <strong>een</strong> <strong>die</strong>renkleurplaat. Ze g<strong>aan</strong> <strong>aan</strong> deslag met het zo natuurgetrouw inkleuren van de kleurplaten. Ter ondersteuning bekijken de kinderen defoto’s op het digibord of u zorgt voor <strong>een</strong> collectie <strong>die</strong>renboeken in de klas. Kies zelf <strong>een</strong> techniek:kleurpotloden, verf of anders.Alle <strong>die</strong>ren worden uitgeknipt en op <strong>een</strong> groot vel geplakt. De kinderen bep<strong>al</strong>en zelf <strong>hoe</strong> ze de <strong>die</strong>rengroeperen. Welke <strong>die</strong>ren kunnen bij elkaar en welke zeker niet? De collage krijgt <strong>een</strong> prominente plaatsin de klas.© Gretha Straatsma, juni 20131


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-20143 Filosoferen (Voorlezen)Lees na deze uitgebreide introductie het boek <strong>En</strong> <strong>hoe</strong> <strong>komt</strong> <strong>toch</strong> <strong>een</strong> <strong>olifant</strong> <strong>aan</strong> <strong>al</strong> <strong>die</strong> kilo’s <strong>grijs</strong>? voor.Het boek <strong>komt</strong> het best tot zijn recht wanneer het wordt voorgelezen in kleinere groepen vanwege <strong>al</strong>ledetails en het eindeloze kijkplezier dat dat oplevert.Polle vraagt zich bij ieder <strong>die</strong>r af waarom ze zijn zo<strong>al</strong>s ze zijn. Hebben de kinderen zich dat wel<strong>een</strong>safgevraagd? Waarom heeft <strong>een</strong> giraf vlekken en waarom zijn de strepen van <strong>een</strong> zebra nooit <strong>een</strong>s rozemet blauw? <strong>En</strong> waarom is <strong>een</strong> flamingo eigenlijk roze? Wat voor <strong>een</strong> <strong>die</strong>r zou <strong>een</strong> krokodil zijn zonder <strong>die</strong>vervaarlijke tanden? Waarom heeft hij <strong>die</strong> eigenlijk? Stel de vraag <strong>die</strong> Polle stelt ook <strong>aan</strong> de kinderen bijiedere dubbele pagina en toon daarbij de bijbehorende illustratie. In de illustraties wordt op iedere vraag<strong>een</strong> antwoord gegeven. Maar is dat het juiste antwoord? Ga uitgebreid in op de reacties van de kinderen.Tot slot zegt opa tegen Polle: ‘Weet jij waarom je neus niet <strong>aan</strong> je billen zit?’ Waarom is dat eigenlijk?Waarom zitten je oren op je hoofd en niet op je borst?4 Beeldend - Collage maken 2Doe nu nogma<strong>al</strong>s lessuggestie 2. Alle kinderen g<strong>aan</strong> weer <strong>een</strong> <strong>die</strong>r inkleuren. Hanteer dezelfde twe<strong>een</strong>/ofdriet<strong>al</strong>len of wissel de samenstelling. De kinderen laten nu hun fantasie de vrije loop. Rozekrokodillen met zonnebrillen, zwarte giraffen, paars gebloemde <strong>olifant</strong>en <strong>al</strong>les is mogelijk. De vorm vande <strong>die</strong>ren blijft wel hetzelfde. Ook nu worden de <strong>die</strong>ren uitgeknipt en op <strong>een</strong> groot vel geplakt. Laat dekinderen de groepering weer zelf bep<strong>al</strong>en. Zijn de <strong>die</strong>ren nog net zo (on)gevaarlijk <strong>al</strong>s op de eerstecollage? Of is de aard van het beestje met zijn uiterlijk ook veranderd? Hang collage 2 naast collage 1.5 Beeldend - Collage maken 3Als collage 1 en 2, maar nu g<strong>aan</strong> de kinderen ook met de uiterlijke kenmerken van de <strong>die</strong>ren <strong>aan</strong> de slag:de prachtige manen van de leeuw worden bijvoorbeeld om de nek van de giraf gehangen. De slurf van de<strong>olifant</strong> <strong>komt</strong> wellicht <strong>aan</strong> de billen van de zebra. Alles is mogelijk. De kinderen kunnen zich vollediguitleven. De kinderen verzinnen namen voor hun ‘nieuwe’ <strong>die</strong>ren. Ook deze <strong>die</strong>ren worden weeruitgeknipt en op <strong>een</strong> groot vel geplakt. De kinderen bep<strong>al</strong>en weer <strong>hoe</strong> de <strong>die</strong>ren opgeplakt worden. Deleerkracht schrijft de namen bij <strong>al</strong>le <strong>die</strong>ren. Collage 3 wordt naast collage 1 en 2 gehangen. Vraag dekinderen eigenschappen van hun specifieke <strong>die</strong>ren te bedenken. In wat voor leefomgeving woont hun<strong>die</strong>r? Wat vinden de kinderen de mooiste collage? Waarom?6 AfsluitenLees tot slot het boek nogma<strong>al</strong>s voor. Is er <strong>een</strong> sluitend antwoord te geven op de vragen van Polle? Watvinden de kinderen? Is dat makkelijk/moeilijk?Tip:Op de website van www.rangerclub.nl - wilde <strong>die</strong>ren in de klas is <strong>een</strong> prachtige PowerPoint te vindenover de neushoorn. Dia 1 tot en met 16 van de PowerPoint is goed te gebruiken voor oudere kleutersvoor meer informatie over de neushoorn.© Gretha Straatsma, juni 20132


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-2014Groep 2/3/4Springende pinguïns en lachende hyena’sMarije Tolman (illustraties) & Jesse Goosens (tekst)Lemniscaat 2013, € 19,95 ISBN 978 90 4770 5284InhoudEen prachtig <strong>die</strong>renprentenboek met bizarre, ongelofelijke en vrolijkmakende <strong>die</strong>renweetjes. Marije Tolman maakte de humoristische en tot deverbeelding sprekende tekeningen bij de vijftig <strong>die</strong>ren waarvan JesseGoosens de <strong>die</strong>renweetjes verzamelde. Sommige feitjes zijn bekend maarandere feitjes zijn nieuw en onverwacht. Wist je bijvoorbeeld dat gorilla’sniet kunnen zwemmen? <strong>En</strong> dat de papegaai het enige <strong>die</strong>r is dat de stemvan mensen kan nadoen? Dat <strong>een</strong> hongerige wolf in één keer twintig kilovlees kan eten? Dat <strong>een</strong> krekel hoort met zijn knieën? Een prachtigweetjesprentenboek. Veel (be)kijken en voorlezen.Dit prentenboek is uitgegeven ter ere van het vijftig jarig jubileum van uitgeverij Lemniscaat én het vijftigjarige jubileum van de Vriendenvereniging van Diergaarde Blijdorp.1 IntroductieToon de voorkant van het boek <strong>aan</strong> de groep. Wat v<strong>al</strong>t op? Als de leerlingen het niet direct zien, neem erdan <strong>een</strong> paar andere (prenten)boeken bij. Het bijzondere van dit boek is dat de titel- en auteurgegevensniet op de voorkant van het boek st<strong>aan</strong>, wel op de rug van het boek. Wat zou de reden hiervan kunnenzijn? Wat vinden de kinderen, moet de titel van <strong>een</strong> boek per [spatie]se op de voorkant van <strong>een</strong> boekst<strong>aan</strong>?2 VoorlezenIn dit <strong>die</strong>renprentenboek verzamelde de auteur vijftig bijzondere weetjes over <strong>die</strong>ren. U kunt het boekchronologisch voorlezen of uw leerlingen kiezen welk <strong>die</strong>r <strong>aan</strong> ‘de beurt’ is om te worden voorgelezen. Deindex vindt u achterin het boek.Maak, eventueel samen met uw leerlingen, kaartjes van <strong>al</strong>le <strong>die</strong>ren <strong>die</strong> in het boek voorkomen. Voorkleuters gebruikt u afbeeldingen. Via Google images zijn van <strong>al</strong>le <strong>die</strong>ren afbeeldingen te vinden. Lees dekaartjes <strong>een</strong> voor <strong>een</strong> voor en verdeel ze daarna over de leerlingen. Voorkeur <strong>aan</strong>geven mag. Iedereleerling heeft nu <strong>een</strong> of meerdere kaartjes in zijn of haar bezit. Om de beurt lezen de leerlingen <strong>een</strong>kaartje voor of tonen de afbeelding. Het weetje van het <strong>die</strong>r wordt voorgelezen en de prachtige illustratiesvan Marije Tolman worden uitgebreid bekeken. Wat vraagt meer <strong>aan</strong>dacht in dit boek: de tekst of deillustraties? Wat vinden de leerlingen waardevoller? Weten de leerlingen <strong>aan</strong>vullende informatie over de<strong>die</strong>ren?3 MemoryStel groepjes van ongeveer vier leerlingen samen. De leerlingen gebruiken de <strong>die</strong>renkaartjes uitsuggestie 1 voor het maken van <strong>een</strong> memoryspel. Niet met twee afbeeldingen maar op het ene kaartjehet <strong>die</strong>r <strong>al</strong>s woord en op het andere kaartje de afbeelding van het <strong>die</strong>r. Samen met de leerkracht ofklassika<strong>al</strong> worden afbeeldingen gezocht van ‘hun’ <strong>die</strong>ren via Google images en printen deze uit. Deafbeeldingen worden op kaartjes geplakt. Ze spelen het memoryspel in hun eigen groepje.Voer na <strong>een</strong> paar keer spelen <strong>een</strong> extra spelregel in: je mag de kaartjes pakken <strong>al</strong>s je ook hetbijbehorende weetje weet (uit het boek). Leg het boek op <strong>een</strong> plek in de klas waar <strong>al</strong>le leerlingen hetkunnen inzien.© Gretha Straatsma, juni 20133


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-20144 Informatie zoekenVoor leerlingen van groep 4 kunt u voorg<strong>aan</strong>de opdracht uitbreiden door na het voorlezen en het spel deleerlingen meer informatie over de <strong>die</strong>ren te laten opzoeken. Dit kan op de website vanwww.rangerclub.nl <strong>die</strong>renbieb. Of <strong>een</strong> andere geschikte <strong>die</strong>rensite. Bijna <strong>al</strong>le <strong>die</strong>ren st<strong>aan</strong> hierin. Beh<strong>al</strong>vede: doodgraver, tarantula, termiet en het zeepaardje. Opzoeken in boeken kan ook. Vraag hiervoor <strong>een</strong>projectcollectie <strong>aan</strong> bij uw lok<strong>al</strong>e bibliotheek. Vraag uw leerlingen één weetje op te zoeken en voeg dezebij het weetje uit het boek.5 Digit<strong>al</strong>e <strong>die</strong>renpuzzelsDeze opdracht is bestemd voor kinderen vanaf groep 4. Leerlingen g<strong>aan</strong> <strong>aan</strong> de slag met het maken van<strong>een</strong> digit<strong>al</strong>e <strong>die</strong>renpuzzel op de website Jigsawplanet Hiervoor kiezen ze <strong>een</strong> <strong>die</strong>r uit het boekSpringende pinguïns en lachende hyena’s. Of ze nemen het <strong>die</strong>r vanuit de vorige suggesties. Zeselecteren <strong>een</strong> mooie afbeelding via Google images, sl<strong>aan</strong> de afbeelding op en kopiëren de afbeeldingnaar de website www.jigsawplanet.com. Wanneer dit te moeilijk blijkt te zijn, kan de leerkracht dit voorvoordoen op het digibord.Op www.stationtostation.nl/asp/invado.asp?t=show&id=1633, in de lesbrief voor leerlingen, wordt stapvoor stap uitgelegd <strong>hoe</strong> <strong>een</strong> en ander werkt. Neem deze <strong>al</strong>s leerkracht door. Maak eerst <strong>een</strong>gezamenlijke puzzel op het digibord. Uw leerlingen komen om de beurt naar het digibord om <strong>een</strong> stukjevan de puzzel te leggen. Daarna g<strong>aan</strong> de leerlingen zelfstandig of in tweet<strong>al</strong>len <strong>aan</strong> de slag.Tip: begin met <strong>een</strong> puzzel van maxima<strong>al</strong> 20 stukjes.© Gretha Straatsma, juni 20134


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-2014Groep 3/4Liever <strong>een</strong> hondAnke Kranendonk (tekst) & Sandra Klaassens (illustraties)Lemniscaat 2007, € 12,95, ISBN 978 90 5637 531 7InhoudKees zit op zwemles, maar hij vindt het helema<strong>al</strong> niet leuk. Het liefst gaat hijwandelen met Bas, de hond va de buurvrouw, want Kees wil dolgraag <strong>een</strong> hond. Hijzeurt er <strong>al</strong> m<strong>aan</strong>den over bij zijn ouders. Als hij eindelijk <strong>een</strong> huis<strong>die</strong>r krijgt, is hetg<strong>een</strong> hond maar <strong>een</strong> cavia! Kees vindt het helema<strong>al</strong> niks. Wat moet hij met dat rarebeest? Hij kan niet kwispelen, hij kan niet rennen en het enige geluid dat hij maakt is‘oink, oink’. Kees besluit zijn cavia Hector te noemen, misschien wordt het dan nogwat met hem…1 IntroductieGa in gesprek met uw leerlingen over het wel/niet hebben van huis<strong>die</strong>ren. Wie heeft er <strong>een</strong> huis<strong>die</strong>r enwil hierover vertellen? Zijn er leerlingen <strong>die</strong> heel graag <strong>een</strong> huis<strong>die</strong>r willen maar dat om <strong>een</strong> of anderereden van hun ouders niet mogen? Ook deze leerlingen vertellen hun verha<strong>al</strong>.Pak het boek Liever <strong>een</strong> hond erbij en toon de klas de voorkant van het boek. Lees de titel voor. Waargaat het boek over? Wat is dat voor <strong>een</strong> beest op de voorkant?Lees het boek in meerdere sessies voor. Kees wil graag <strong>een</strong> hond maar de ouders van Kees vinden datte druk. In hoofdstuk 10 Het cadeau krijgt Kees <strong>een</strong> cavia. Lees het hoofdstuk voor en ga het gesprek<strong>aan</strong> met uw leerlingen. Wat vinden zij van het feit dat Kees <strong>een</strong> cavia krijgt? Kunnen zij zich inleven in degevoelens van Kees? Hoe zouden zij in <strong>een</strong> vergelijkbare situatie reageren?In hoofdstuk 26 Spartelbeest ‘wast’ Kees Hector in de badkuip. Lees het hoofdstuk voor, is het voorv<strong>al</strong>grappig, zielig? Hoe gaat Kees met Hector om? Wat is de mening van de kinderen. Ga je zo met(huis)<strong>die</strong>ren om?In de loop van het verha<strong>al</strong> krijgt Kees steeds meer affiniteit met Hector. Kunnen uw leerlingen <strong>aan</strong>wijzenwanneer de kentering <strong>komt</strong>? Aan het einde van het boek heeft Kees zich verzoend met Hector, waarblijkt dat uit?2 Dierenwoordenwolk met wordlOp www.wordle.net maak je prachtige woordenwolken over <strong>al</strong>lerlei onderwerpen. Het is heel gemakkelijk.Selecteer <strong>een</strong> <strong>aan</strong>t<strong>al</strong> woorden, kopiëren in het format, klikken op go en klaar is de Wordle. Vooruitgebreide handleidingen voor werken met Wordle in het onderwijs zie:www.stationtostation.nl/asp/invado.asp?t=archief&news_type=55&var=1145&page=3.Stel gezamenlijk <strong>een</strong> Wordle samen. Selecteer op het digibord met de leerlingen huis<strong>die</strong>ren. Maakhiervan <strong>een</strong> lijst. Vul deze in op de site, onder de knop Create, klik op go en klaar is je Wordle. Wanneersommige huis<strong>die</strong>ren populairder zijn dan andere, maak dan onder de knop Advanced de Wordle. Vulachter ieder <strong>die</strong>r <strong>een</strong> cijfer in tussen de 10 en 100. Op de volgende manier:hond: 100Poes: 10De populairste <strong>die</strong>ren krijgen <strong>een</strong> hoog cijfer, de minst populaire <strong>een</strong> laag cijfer. De woorden wordenhierdoor groter dan wel kleiner in de Wordle afgebeeld.Hierna g<strong>aan</strong> de leerlingen in tweet<strong>al</strong>len <strong>aan</strong> de slag. Vraag ze <strong>een</strong> Wordle te maken met kernwoorden uithet boek. Een leuke manier om <strong>een</strong> boek te presenteren voor de klas.Alle Wordle’s krijgen uiteraard <strong>een</strong> plek in de klas.© Gretha Straatsma, juni 20135


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-2014Groep 5/6Mikis de ezeljongenBibi Dumon Tak (tekst) & Philip Hopman (illustraties)Querido 2011, € 13,95, ISBN 978 90 451 1186 5InhoudOp <strong>een</strong> dag heeft opa (pappou) <strong>een</strong> grote verrassing voor Mikis. In de schuur staat<strong>een</strong> ezel! <strong>En</strong> Mikis mag <strong>een</strong> naam voor haar verzinnen. Hij noemt haar Tsaki. Tsakiis de mooiste ezel van het hele eiland. Haar vacht is lekker zacht en <strong>aan</strong> haar langeoren lijkt g<strong>een</strong> einde te komen. Opa heeft haar gekocht voor het zware sjouwwerk.Lekker handig, vindt hij, <strong>een</strong> tractor op poten. Maar <strong>al</strong> dat hout is veel te zwaar voorTsaki. Mikis en zijn vriendinnetje Elena g<strong>aan</strong> Tsaki helpen. <strong>En</strong> dat loopt anders afdan ze hadden gedacht…1 IntroductieToon de voorkant van het boek <strong>aan</strong> uw leerlingen maar dek de titel nog even af. Wat kunnen deleerlingen op grond van de illustratie zeggen over de inhoud van het boek? Waar speelt het verha<strong>al</strong> zichaf? Waardoor trekken de leerlingen deze conclusie? Vertel na deze korte introductie wie het boek heeftgeschreven en wat de titel is.Wat voor beeld hebben uw leerlingen van ezels? Wat voor beeld hebben volwassenen van ezels? Zitdaar verschil tussen? Inventariseer de antwoorden via het digibord.De leerlingen vragen hun (groot)ouders wat hun beeld over ezels is. Ook deze meningen wordentoegevoegd <strong>aan</strong> het document op het digibord.Start vervolgens met het voorlezen van Mikis de ezeljongen. Opa heeft <strong>een</strong> ezel gekocht en Mikis magvoor haar zorgen. Om te beginnen mag hij <strong>een</strong> naam voor haar verzinnen. Het wordt <strong>al</strong> gauw duidelijk datMikis en pappou heel anders over ezels denken. Bespreek met uw leerlingen <strong>hoe</strong> opa over Tsaki denkten <strong>hoe</strong> Mikis over Tsaki denkt. Voeg deze informatie bij de voorg<strong>aan</strong>de informatie over ezels op hetdigibord (<strong>een</strong> flap kan uiteraard ook). Wanneer verandert de houding van opa ten opzichte van Tsaki?Hoe <strong>komt</strong> dat? Het slot is verrassend; Tsaki krijgt <strong>een</strong> veulentje. Hebben uw leerlingen dat zien<strong>aan</strong>komen?2 EzelopvangHet verha<strong>al</strong> speelt zich af op het Griekse eiland Korfoe. Schrijfster Bibi Dumon Tak verbleef twee wekenop Korfoe om dit verha<strong>al</strong> te schrijven. Zie Nawoord op pagina 87. Ze nam <strong>een</strong> kijkje bij <strong>een</strong> ezelopvang.In de ezelopvang wonen <strong>al</strong>lema<strong>al</strong> oude ezels, sommige zijn kreupel, andere zijn blind of hebben <strong>een</strong>doorgezakte rug van de zware manden. Tsaki was <strong>een</strong> van de eerste ezels in de ezelopvang op Korfoe.Daarom heet het ezeltje in dit boek Tsaki. Op de website www.ezelsocieteit.eu wordt informatie gegevenover de ezelopvang in Zeist en ook over de ezelopvang op Korfoe, waar Bibi Dumon Tak is geweest.Vraag uw leerlingen meer informatie op te zoeken over ezels en voeg deze informatie toe bij de reedsverzamelde informatie.Op de website staat het adres van de ezelopvang op Korfoe, zie tapblad vrijwilligerswerk Corfu. Snuffelrond op deze website. Bij routebeschrijving is informatie te vinden waar de ezelopvang gelok<strong>al</strong>iseerd is.Voer de gegevens in op Google Earth voor <strong>een</strong> echt kijkje bij de ezelopvang op Korfoe.3 ‘Zo dom <strong>al</strong>s <strong>een</strong> ezel’Wijs <strong>een</strong> paar leerlingen <strong>aan</strong>, zij g<strong>aan</strong> op zoek naar spreekwoorden waar <strong>een</strong> ezel in voor<strong>komt</strong>. Kijkbijvoorbeeld op: www.mooie-zinnen.nl/mooie-spreekwoorden-over-ezels.html. De leerlingen zoeken vijf(of meer) spreekwoorden waarin <strong>een</strong> ezel voor<strong>komt</strong>, en verklaren ook de betekenis. De spreekwoordenworden bij de informatie op het digibord gevoegd. In veel spreekwoorden wordt de ezel <strong>al</strong>s dom gezien,maar is dat waar?In het filmpje op de website van schooltv wordt er juist vanuit geg<strong>aan</strong> dat <strong>een</strong> ezel slim is!http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20120401_ezels01 Bekijk het filmpje via het digibord. Vraag uwleerlingen meer informatie te zoeken over het feit dat ezels juist slimme <strong>die</strong>ren zijn. Gebruik hiervoor devolgende websites.- Willem Wever: www.willemwever.nl/vraag_antwoord/<strong>die</strong>ren-en-planten/waarom-zeggen-we-dat-ezelsdom-zijn- Een spreekbeurt over ezels: http://www.spreekbeurten.info/ezel.html- Youtubefilmpje (grappig): http://youtu.be/EiedcIQlGEI© Gretha Straatsma, juni 20136


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-2014De leerlingen koppelen de informatie klassika<strong>al</strong> terug. De gevonden informatie wordt <strong>aan</strong> de reedsverzamelde informatie toegevoegd.4 Digit<strong>al</strong>e muurkrantDe leerlingen maken <strong>een</strong> digit<strong>al</strong>e muurkrant van de verzamelde informatie over ezels Dit kan vrij<strong>een</strong>voudig met het programma Popplets.Via de website Station to Station zijn de handleidingen te downloaden voor leerkracht en leerling. U kuntvijf gratis Popplets maken per e-mailadres. Zie: www.stationtostation.nl/asp/invado.asp?t=show&id=1641De leerlingen werken in tweet<strong>al</strong>len <strong>aan</strong> de digit<strong>al</strong>e muurkrant. Ze maken gebruik van de informatie <strong>die</strong>gezamenlijk geïnventariseerd is. Deze informatie is via het digibord voor <strong>al</strong>le leerlingen beschikbaar. Demuurkranten worden via het digibord gepresenteerd.5 Nog meer <strong>die</strong>renboekenBibi Dumon Tak heeft nog veel meer prachtige <strong>die</strong>renboeken geschreven. Een <strong>aan</strong>t<strong>al</strong> van haar boekenzijn bekroond. Voor het boek Winter<strong>die</strong>ren ontving zij in 2012 de Gouden Griffel.- Bezem (Querido, 2005)- Laika tussen de sterren (CPNB/Querido, 2006)- Bibi´s bijzondere beestenboek (Querido, 2006)- Soldaat Wojtek (Querido, 2008)- Fiet wil rennen (Querodo, 2010)- Winter<strong>die</strong>ren (Querido, 2011)© Gretha Straatsma, juni 20137


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-2014Groep 7/8Boven in <strong>een</strong> groene linde zat <strong>een</strong> moddervette h<strong>aan</strong>De 75 mooiste fabels op rijm gezet door: Maria van Donkelaar & Martine vanRooijen, Sieb Posthuma (illustraties)Gottmer 2008, € ISBN 978 90 2574 363 5InhoudFabels maken deel uit van ons cultureel erfgoed. Wie kent niet de krekel <strong>die</strong> erin de zomer zijn gemak van neemt, om er in de winter achter te komen dat hijbeter, net <strong>al</strong>s de mier, wat eten had kunnen verzamelen? Of de wolf en hetslimme geitje, de haas en de schildpad? De auteurs verzamelden de 75mooiste fabels uit de wereldliteratuur en zetten <strong>die</strong> op rijm. De prachtigeillustraties zijn van Sieb Posthuma. Hij ontving hiervoor in 2009 <strong>een</strong> GoudenPenseel1 IntroductieIntroduceer dit prachtig vormgegeven boek bij uw leerlingen. Weten zij wat <strong>een</strong> fabel is? Lees het eersteverha<strong>al</strong> van De krekel en de mier voor. Bespreek met elkaar wat de mora<strong>al</strong> van het verha<strong>al</strong> is. Lees nog<strong>een</strong> paar verh<strong>al</strong>en voor. Herha<strong>al</strong>t het patroon zich? Stel nu gezamenlijk <strong>een</strong> definitie van <strong>een</strong> fabel op.Wat <strong>komt</strong> er in iedere fabel voor?Lees daarna onderst<strong>aan</strong>de omschrijving van <strong>een</strong> fabel voor. Komen de beschrijvingen over<strong>een</strong>? Watmoet nog worden toegevoegd?‘Een fabel is <strong>een</strong> gedicht of <strong>een</strong> kort verha<strong>al</strong> waarin voor<strong>al</strong> <strong>die</strong>ren en ook planten zich gedragen <strong>al</strong>smensen. In iedere fabel zit <strong>een</strong> les verborgen. Goed gedrag wordt beloond, menselijke zwakhedenworden op de korrel genomen. Zo<strong>al</strong>s bijvoorbeeld gierigheid, j<strong>al</strong>oezie, bevooroordeeld zijn, hebberigheid.Maar niet <strong>al</strong>tijd. Soms wint de slimmerik, <strong>een</strong> andere keer is onverwacht <strong>een</strong> ander <strong>die</strong>r slimmer. Al vanafde middeleeuwen worden fabels gebruikt om het doen en laten van bepa<strong>al</strong>de personen <strong>aan</strong> de kaak testellen. Het is <strong>een</strong> veilige manier om kritiek te uiten, want niemand kan bewijzen dat je hem of haarbedoelt.Vraag uw leerlingen om de beurt <strong>een</strong> fabel uit het boek te kiezen en deze voor te lezen <strong>aan</strong> de helegroep. Na iedere voorleesbeurt wordt de mora<strong>al</strong> besproken. Wat vinden uw leerlingen van de verh<strong>al</strong>en ende mora<strong>al</strong> <strong>die</strong> hierin wordt verwoord? Deze manier van voorlezen kunt u ook met de tafelgroepentoepassen. De mora<strong>al</strong> wordt dan per tafelgroep besproken.2 Creatief; fabel schrijvenUw leerlingen hebben nu diverse fabels gelezen en <strong>aan</strong>gehoord. Ze g<strong>aan</strong> <strong>aan</strong> de slag met het zelfschrijven van <strong>een</strong> fabel. Dit kan individueel of in tweet<strong>al</strong>len. Volg hierbij onderst<strong>aan</strong>d stappenplan. Tervoorbereiding maakt u vooraf <strong>een</strong> gezamenlijke fabel met uw leerlingen.Stap 1: Het kiezen van de mora<strong>al</strong>Wat voor levensles (mora<strong>al</strong>) willen de kinderen in het verha<strong>al</strong> stoppen? Dit kunnen ook menselijkeeigenschappen zijn, waarvan ze willen <strong>aan</strong>tonen dat je ze beter niet kunt hebben. Bijvoorbeeld: hebzucht,gierigheid, ijdelheid, gulzigheid, haast en spoed zijn zelden goed, vooroordelen hebben, eigenwijs zijn.Een van deze eigenschappen wordt <strong>aan</strong> het hoofdpersonage gegeven. Bedenk ook <strong>al</strong>vast detegenhanger van de slechte eigenschap.Stap 2: Het kiezen van de hoofdpersonagesMeest<strong>al</strong> heeft <strong>een</strong> fabel twee of drie hoofdpersonages, met eventueel enkele zijpersonages om hetverha<strong>al</strong> vlot te laten verlopen. Kies eerst de hoofdpersonages <strong>die</strong> passen bij de eigenschappen <strong>die</strong> deleerlingen <strong>aan</strong> bod wil laten komen.Tip: de leerlingen laten zich leiden door hun gevoel. Dieren <strong>die</strong> in ons oogpunt <strong>een</strong> negatieve bijklankhebben (vossen, wolven, tijgers), zullen vaak de negatieve eigenschappen toebedeeld krijgen. De meeraaibare <strong>die</strong>ren de positieve.Stap 3: Bep<strong>al</strong>en van de hoofdlijn van het verha<strong>al</strong>Leerlingen bedenken in grote lijnen <strong>hoe</strong> het verha<strong>al</strong> z<strong>al</strong> g<strong>aan</strong>. Wie <strong>komt</strong> elkaar waar tegen, door welkegebeurtenis kan de lezer overtuigd worden dat de eigenschap wel degelijk slecht is? Stel bijvoorbeeld hetbos voor <strong>al</strong>s achtergrond van het verha<strong>al</strong>.© Gretha Straatsma, juni 20138


Beestachtig! Lekker lezen over <strong>die</strong>ren – Lessuggesties Leesprogramma 2013-2014Stap 4: Uitschrijven van het verha<strong>al</strong>Nu g<strong>aan</strong> de leerlingen werkelijk <strong>aan</strong> de slag. Ze schrijven het verha<strong>al</strong> volledig uit. Een fabel is nooit lang,dus het verha<strong>al</strong> <strong>hoe</strong>ft niet langer dan 1 pagina te zijn.Stap 5: klaar!Leerlingen <strong>die</strong> dat graag willen mogen hun verha<strong>al</strong> voorlezen.Bron: www.deboomin.eu3 Animatie makenLeerlingen g<strong>aan</strong> in viert<strong>al</strong>len <strong>een</strong> animatie van <strong>een</strong> fabel maken. Gebruik hiervoor <strong>een</strong> van de fabels uitBoven in <strong>een</strong> groene linde zat <strong>een</strong> moddervette h<strong>aan</strong> of de zelfgeschreven fabel uit suggestie 2. Inbijgevoegde link wordt stap voor stap uitgelegd <strong>hoe</strong> leerlingen <strong>een</strong> animatie kunnen maken.Tijdsinvestering: vier ma<strong>al</strong> <strong>een</strong> uur. De lesbrief is te downloaden via:www.4pip.nl/4pip_lesbrieven_multimedia.html onder<strong>aan</strong> de pagina vindt u de lesbrief animaties maken.Voorbeeld van <strong>een</strong> klas <strong>die</strong> animaties gemaakt heeft naar <strong>aan</strong>leiding van Boven in <strong>een</strong> groene linde zat<strong>een</strong> moddervette h<strong>aan</strong> is te vinden op: http://vimeo.com/channels/<strong>die</strong>renfabels. De doelgroep is jongermaar het gaat om het idee. Daarnaast ook voorbeelden van zelfverzonnen fabels.© Gretha Straatsma, juni 20139

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!