13.07.2015 Views

Gezondheid in kaart - GGD Rotterdam-Rijnmond

Gezondheid in kaart - GGD Rotterdam-Rijnmond

Gezondheid in kaart - GGD Rotterdam-Rijnmond

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Gezondheid</strong> <strong>in</strong> <strong>kaart</strong><strong>Rotterdam</strong>


Inhoud1 Inleid<strong>in</strong>g 42 De <strong>in</strong>woners van de gemeente <strong>Rotterdam</strong> 73 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid 124 Tot slot 31Literatuur, gegevensbronnen en websites 32Def<strong>in</strong>ities 34Afkort<strong>in</strong>gen 38Bijlage: <strong>Gezondheid</strong>sprofiel van de gemeente <strong>Rotterdam</strong> 40


1 Inleid<strong>in</strong>gGemeenten krijgen een steeds grotere rol <strong>in</strong> het volksgezondheidsbeleid. De Wet publiekegezondheid (WPG) schrijft voor dat gemeenten elke vier jaar hun volksgezondheidsbeleidvaststellen. Daarnaast zijn gezondheid en zorg belangrijke onderwerpen <strong>in</strong> de Wetmaatschappelijke ondersteun<strong>in</strong>g (WMO) en <strong>in</strong> het jeugdbeleid van (deel)gemeenten.In de <strong>Rotterdam</strong>se situatie krijgt dit beleid vorm <strong>in</strong> het samenspel tussen gemeente endeelgemeenten.Budgetten zijn beperkt, dus (deel)gemeenten moeten keuzes maken. Ze willen die keuzeszoveel mogelijk baseren op <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de lokale gezondheidssituatie. Dat is ook wat de WPGvoorschrijft.Het Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelt elke vier jaar de landelijkeVolksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g (VTV) op. Dit is de basis voor het rijksbeleidop het terre<strong>in</strong> van de volksgezondheid. Vanaf 2010 zal de <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>vierjaarlijks een regionale VTV opstellen. Hier<strong>in</strong> brengt de <strong>GGD</strong> bestaande gegevens overde gezondheidssituatie <strong>in</strong> de gemeenten en deelgemeenten <strong>in</strong> het werkgebied samen.De regionale VTV kan dienen als feitelijke onderbouw<strong>in</strong>g voor bestuurlijke keuzes <strong>in</strong> hetgezondheidsbeleid.Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid <strong>Rotterdam</strong>Dit rapport is het resultaat van een <strong>in</strong>tegrale analyse van bestaande gegevens over degezondheid <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>. De belangrijkste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen zijn vertaald <strong>in</strong> kernboodschappenvoor gezondheidsbeleid. De kernboodschappen worden toegelicht en mogelijk toekomstigbeleid met betrekk<strong>in</strong>g tot het betreffende onderwerp wordt beschreven. In de bijlage is eenuitgebreid gezondheidsprofiel van de gemeente opgenomen.In het rapport is <strong>in</strong>formatie bijeen gebracht die gaat over vragen als: Wat zijn de belangrijkstegezondheidsproblemen? Waarom zijn dit problemen? Waar liggen mogelijkheden voorverbeter<strong>in</strong>g? Van deze <strong>in</strong>formatie kan de gemeente <strong>Rotterdam</strong> gebruik maken om te komentot keuzes <strong>in</strong> het gezondheidsbeleid.Voor elke gemeente en deelgemeente <strong>in</strong> het werkgebied van de <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> iseen regionaal VTV-rapport gemaakt (totaal 33). De psychosociale gezondheid van de jeugdis voor het hele <strong>Rijnmond</strong>gebied een belangrijk thema. Daarom wordt daar <strong>in</strong> alle rapportenaandacht aan besteed. Omdat de <strong>in</strong>vloed van de fysieke omgev<strong>in</strong>g op gezondheid vaakonderbelicht blijft, komt ook dit <strong>in</strong> elk rapport aan de orde.De kernboodschappen voor het gezondheidsbeleid <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> luiden:› De <strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong> zijn m<strong>in</strong>der gezond dan de <strong>in</strong>woners van Nederland.Dit vraagt actie, ook buiten het terre<strong>in</strong> van de gezondheid.• Veel k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> maken een slechte start bij de geboorte. Een bredeaanpak van preconceptie tot kraamzorg kan verbeter<strong>in</strong>g brengen.• Eenzaamheid is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> een omvangrijk probleem. Dit vraagt om passendbeleid per doelgroep.• Een deel van de <strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong> heeft een slechte psychische gezondheid.Preventie kan al op jonge leeftijd starten.• Een deel van de jeugd van <strong>Rotterdam</strong> groeit niet op <strong>in</strong> veiligheid. Bestaandeprogramma’s moeten voortgezet worden om de situatie verder te verbeteren.• Overgewicht is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> een hardnekkig en groot probleem. Een bredeaanpak van voed<strong>in</strong>g en beweeggedrag is nodig.• In <strong>Rotterdam</strong> wordt m<strong>in</strong>der alcohol gedronken dan gemiddeld <strong>in</strong> Nederland enevenveel gerookt. Belangrijk is te voorkomen dat jongeren gaan roken.• Huiselijk geweld is onacceptabel. Niet alleen opvang van slachtoffers, maarook preventie is nodig.• Veel <strong>Rotterdam</strong>mers kampen met een comb<strong>in</strong>atie van lichamelijke, geestelijkeen psychische problemen. Een persoonsgerichte aanpak en samenwerk<strong>in</strong>g doorde verschillende partijen biedt perspectief.• Investeren <strong>in</strong> de leefomgev<strong>in</strong>g is niet alleen bevorderlijk voor de gezondheid vande <strong>Rotterdam</strong>mers, maar draagt ook bij aan de belev<strong>in</strong>g van de stad.Naast deze stedelijke kernboodschappen heeft de <strong>GGD</strong> kernboodschappen geformuleerd perdeelgemeente, passend bij de specifieke situatie <strong>in</strong> de deelgemeente. De kernboodschappenover huiselijk geweld en <strong>Rotterdam</strong>mers die kampen met complexe problemen gelden alskernboodschap voor alle <strong>Rotterdam</strong>se deelgemeenten.Het <strong>Rotterdam</strong>s gemeentebestuur ziet gezonde <strong>Rotterdam</strong>mers als voorwaarde voor eensociaal sterke stad. Bevorderen van de gezondheid is daarmee een onderdeel van de socialestrategie van de stad.Aan het bevorderen van gezondheid kan op verschillende manieren worden gewerkt. In deeerste plaats door acties vanuit de gezondheidssector, specifiek gericht op de gezondheid.Daarnaast kan de gezondheidssector samenwerken met andere sectoren om de gezondheidte bevorderen. Tot slot kunnen ook acties buiten de gezondheidssector die niet op gezondheidzijn gericht daar wel een positief effect op hebben. Acties gericht op arbeidsparticipatie zijnhiervan een voorbeeld. Deze diverse benader<strong>in</strong>gen van de bevorder<strong>in</strong>g van gezondheid4 5


komen naar voren <strong>in</strong> de verschillende gezondheidsprogramma’s <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>, <strong>in</strong> hetstadsbrede programma ‘Gezond <strong>in</strong> de Stad’ en het stadsregionale programma ‘Ieder K<strong>in</strong>dW<strong>in</strong>t’. Daarnaast heeft het bevorderen van de gezondheid meer of m<strong>in</strong>der expliciet een plaats<strong>in</strong> de <strong>in</strong>tegrale wijkactieplannen en de gebiedsvisies die onder regie van de deelgemeententot stand komen.LeeswijzerDit rapport met kernboodschappen voor de gemeente <strong>Rotterdam</strong> is als volgt opgebouwd.In deze <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g is toegelicht wat de regionale VTV <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> is. Hoofdstuk 2brengt de bevolk<strong>in</strong>g van de gemeente <strong>Rotterdam</strong> <strong>in</strong> <strong>kaart</strong>. In hoofdstuk 3 zijn de belangrijkstebev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van de <strong>in</strong>tegrale analyse van de gezondheidsgegevens omgezet <strong>in</strong> kernboodschappenop maat, passend bij de specifieke gezondheidssituatie van de bevolk<strong>in</strong>g van degemeente. Tot slot volgen een toelicht<strong>in</strong>g op de andere onderdelen en een blik op toekomstigeontwikkel<strong>in</strong>gen van de regionale VTV. Het rapport e<strong>in</strong>digt met een overzicht vangebruikte literatuur en verklar<strong>in</strong>gen van gebruikte def<strong>in</strong>ities en afkort<strong>in</strong>gen. In de bijlage iseen uitgebreid gezondheidsprofiel van de gemeente opgenomen.De <strong>in</strong>woners van de gemeente<strong>Rotterdam</strong><strong>Rotterdam</strong>, stad aan de Maas, is met bijna 600.000 <strong>in</strong>woners de op één na grootste stadvan Nederland. <strong>Rotterdam</strong> bestaat uit 12 deelgemeenten en een wijkraad voor Pernis. Op18 maart 2010 wordt de gemeente <strong>Rotterdam</strong> uitgebreid met de nieuwe deelgemeenteRozenburg. De <strong>Rotterdam</strong>se haven behoort tot de grootste en belangrijkste havens terwereld. <strong>Rotterdam</strong> is tevens een multiculturele stad: <strong>Rotterdam</strong> herbergt meer dan 160verschillende nationaliteiten.Om een <strong>in</strong>druk te krijgen van de <strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong> geeft dit hoofdstuk <strong>in</strong>formatie overde bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g van de stad. Er wordt <strong>in</strong>gegaan op aspecten van de demografiedie een relatie kunnen hebben met de gezondheid zoals de leeftijdsopbouw, de etniciteit, desociaaleconomische status en de bevolk<strong>in</strong>gsprognose.Aantal <strong>in</strong>woners en leeftijdsopbouw<strong>Rotterdam</strong> had op 1 januari 2009 587.161 <strong>in</strong>woners. <strong>Rotterdam</strong> heeft het grootste oppervlakvan de G4 (Amsterdam, Den Haag, <strong>Rotterdam</strong> en Utrecht). De bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid van<strong>Rotterdam</strong> is met 2.831 <strong>in</strong>woners per vierkante kilometer (<strong>in</strong> 2008) de laagste van de viergrote steden. De hoogste bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid heeft Den Haag (5.773 <strong>in</strong>woners per vierkantekilometer).2Leeftijd<strong>in</strong> jaren95+90-9485-8980-8475-7970-7465-6960-6455-5950-5445-4940-4435-3930-3425-2920-2415-1910-144-90-4MannenVrouwen30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 5000 10000 15000 20000 25000 30000Aantal <strong>in</strong>wonersFiguur 2.1: Demografische opbouw van de gemeente <strong>Rotterdam</strong> op 1 januari 2009(Bron: COS <strong>Rotterdam</strong>DATA, 2009).6 7


De lagere bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid van <strong>Rotterdam</strong> wordt voor een deel verklaard uit het feit dateen deel van de gemeente uit havengebied bestaat.De bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid van de deelgemeenten varieert sterk. Delfshaven telt gemiddeld13.889 <strong>in</strong>woners per vierkante kilometer, Hoek van Holland 671.In figuur 2.1 is de leeftijdsopbouw <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> per 1 januari 2009 weergegeven. In <strong>Rotterdam</strong>is de leeftijdsopbouw tussen mannen en vrouwen nagenoeg gelijk verdeeld: 50,9% vrouwenen 49,1% mannen. In de leeftijdscategorie 20-29 jaar en vanaf 65 jaar zijn er meer vrouwendan mannen.Het aantal 0- tot 19-jarigen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> is met 22% bijna gelijk aan het landelijk gemiddelde.Ook het percentage 65-plussers wijkt, met 14%, nauwelijks af van het Nederlandsegemiddelde. Van alle huishoudens <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> bestaat 47% uit eenpersoonshuishoudens,29% uit huishoudens met k<strong>in</strong>deren en 24% uit huishoudens zonder k<strong>in</strong>deren.Etniciteit<strong>Rotterdam</strong> is één van de sterkst gekleurde steden van Nederland. Bijna de helft van de<strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong> (46%) is van allochtone afkomst, tegenover 20% <strong>in</strong> heel Nederland.Van alle <strong>in</strong>woners is 36% niet-westers allochtoon en 10% westers allochtoon. Sur<strong>in</strong>amersvormen de grootste groep niet-westerse allochtonen van de <strong>Rotterdam</strong>se bevolk<strong>in</strong>g (9%),gevolgd door Turken (8%) en Marokkanen (6%). Met 9% vormen de <strong>in</strong>woners uit de overigeniet-westerse landen eveneens een belangrijke groep <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>. Van de vier grote stedenheeft Amsterdam het hoogste percentage <strong>in</strong>woners van allochtone afkomst (totaal 49%; nietwestersallochtoon 35%, westers allochtoon 14%).Opleid<strong>in</strong>gsniveau<strong>Rotterdam</strong>mers hebben een lager opleid<strong>in</strong>gsniveau dan gemiddeld <strong>in</strong> de G4. <strong>Rotterdam</strong>heeft meer laagopgeleide <strong>in</strong>woners (lo, vmbo): 48% tegenover 39% gemiddeld <strong>in</strong> de G4. Hetaandeel hoogopgeleide <strong>in</strong>woners (hbo, wo) is lager: 26% tegenover 35% gemiddeld <strong>in</strong> de G4.Het aantal <strong>Rotterdam</strong>mers met een middenhoge opleid<strong>in</strong>g (havo, vwo, mbo) wijkt niet af vanhet gemiddelde van de G4.40353025% 20151050lo vmbo havo, vwo, mbo hbo, wo<strong>Rotterdam</strong>G4Figuur 2.3: Opleid<strong>in</strong>gsniveau van <strong>in</strong>woners vanaf 16 jaar van <strong>Rotterdam</strong> en de G4 <strong>in</strong> 2008(Bron: Van Veelen et al., 2009).■ Autochtoon 54%■ Westerse allochtoon 10%■ Niet-westerse allochtoon 36%■ Marokko 6%■ Nederlandse Antillen 3%■ Sur<strong>in</strong>ame 9%■ Turkije 8%■ Overig niet-westerse landen 9%Figuur 2.2: Etniciteit van <strong>in</strong>woners van de gemeente <strong>Rotterdam</strong> op 1 januari 2008(Bron: CBS Statl<strong>in</strong>e, 2009).8 9


Sociaaleconomische statusHet Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) berekent de sociaaleconomische status (SES) van<strong>in</strong>woners van gebieden <strong>in</strong> Nederland. De SES-score (zie Def<strong>in</strong>ities) wordt <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> zevengroepen, oplopend van lage naar hoge status. De SES-scores van de postcodegebieden <strong>in</strong><strong>Rotterdam</strong> variëren van zeer laag tot zeer hoog. Gebieden met hogere SES-scores bev<strong>in</strong>denzich voornamelijk <strong>in</strong> het noorden van de stad.Veiligheids<strong>in</strong>dex en Sociale <strong>in</strong>dex<strong>Rotterdam</strong> scoort op de Veiligheids<strong>in</strong>dex 2009 (veiligheidssituatie 2008) gemiddeld een 7,2en is daarmee een (redelijk) veilige stad. Ten opzichte van de vorige met<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>onder meer op de elementen ‘overlast’ en ‘schoon en heel’ een verslechter<strong>in</strong>g waar te nemen.De elementen die ongeveer hetzelfde zijn gebleven zijn ‘drugsoverlast’, ‘diefstal’, ‘geweld’,‘<strong>in</strong>braak’ en ‘vandalisme’ (Gemeente <strong>Rotterdam</strong>, 2009).Op de Sociale Index 2009 scoort <strong>Rotterdam</strong> gemiddeld een 6. Deze score is net hoog genoegom de stad als ‘sociaal voldoende’ te kwalificeren. <strong>Rotterdam</strong> scoort vooral ongunstig op hetaspect ‘capaciteiten’. Hierbij gaat het om eigenschappen die mensen nodig hebben om meete kunnen doen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g, zoals voldoende opleid<strong>in</strong>g en een goede gezondheid. Descore op ‘gezondheid’ is 5,2. <strong>Rotterdam</strong> is <strong>in</strong> dit opzicht kwetsbaar (COS, 2009).Statusscore■ Zeer hoog■ Hoog■ Midden-hoog■ Gemiddeld■ Midden-laag■ Laag■ Zeer laagBevolk<strong>in</strong>gsprognoseVolgens de huidige prognose zal het aantal <strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong> tussen 2010 en 2020licht groeien. Het aantal <strong>in</strong>woners <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> zal van circa 583.000 <strong>in</strong>woners <strong>in</strong> 2010geleidelijk groeien naar ongeveer 608.000 <strong>in</strong>woners <strong>in</strong> 2020. Tussen 2020 en 2025 zal hetaantal <strong>in</strong>woners nagenoeg gelijk blijven.Naar verwacht<strong>in</strong>g zal de <strong>Rotterdam</strong>se bevolk<strong>in</strong>g het meest toenemen <strong>in</strong> de leeftijds categorieën65-74 en 0-14 jaar en alleen onder de 75-plussers afnemen.700.000600.000500.00040.06435.95241.332 45.70063.507 63.95634.127 36.48348.234 49.09268.831 69.502400.000Figuur 2.4: Sociaaleconomische status per vierpositie postcodegebied <strong>Rotterdam</strong> <strong>in</strong> 2006(Bron: SCP, 2006).300.000210.053 210.421215.813 214.219Eén op de vijf <strong>Rotterdam</strong>mers ontvangt een uitker<strong>in</strong>g voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheidof algemene bijstand. In de rest van de G4 is het percentage uitker<strong>in</strong>gsontvangers lager.In heel Nederland is dit 16%. Het gemiddeld gestandaardiseerde <strong>in</strong>komen, waarbij reken<strong>in</strong>gwordt gehouden met de samenstell<strong>in</strong>g van een huishouden, is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> 19.600 euro perhuishouden. Dit is lager dan het Nederlandse gemiddelde van 21.600 euro en ook lager dan <strong>in</strong>de rest van de G4.200.000100.0000130.605 133.424 134.920 132.92297.642 100.444 106.384 107.2612010 2015 2020 20250-14 15-29 30-54 55-64 65-74 75+Figuur 2.5: Prognose leeftijdsopbouw bevolk<strong>in</strong>g <strong>Rotterdam</strong>, 2010-2025(Bron: COS <strong>Rotterdam</strong>DATA, 2009).10 11


3 Kernboodschappen voor lokaalgezondheidsbeleidIn dit hoofdstuk worden de belangrijkste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen over de gezondheid van <strong>in</strong>wonersvan de gemeente <strong>Rotterdam</strong> gepresenteerd, samengevat <strong>in</strong> een aantal kernboodschappenvoor het lokaal gezondheidsbeleid. Elke kernboodschap wordt toegelicht en aangevuldmet mogelijk toekomstig beleid van de gemeente <strong>Rotterdam</strong>, al dan niet <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atiemet deelgemeentelijk beleid. De gezondheidstoestand van de <strong>in</strong>woners wordt beschrevenaan de hand van beschikbare enquêtegegevens, zoals de <strong>Gezondheid</strong>senquête en deJeugdmonitor van de <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>, zorgregistraties en sterftestatistieken. Waarmogelijk worden de cijfers van de gemeente <strong>Rotterdam</strong> vergeleken met het gemiddeldevan de G4 en Nederland. Deze cijfers zijn <strong>in</strong> uitgebreide vorm terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de bijlage:<strong>Gezondheid</strong>sprofi el van de gemeente <strong>Rotterdam</strong>.De <strong>in</strong>woners van<strong>Rotterdam</strong> zijn m<strong>in</strong>dergezond dan de <strong>in</strong>wonersvan Nederland. Ditvraagt actie, ook buitenhet terre<strong>in</strong> van degezondheid.Kernboodschap›In <strong>Rotterdam</strong> is de levensverwacht<strong>in</strong>g voor mannen 75,4 jaar en voor vrouwen 80,2jaar (totaal 77,9 jaar). Voor mannen en vrouwen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> is dat ongeveer anderhalfjaar lager dan het gemiddelde van Nederland. De levensverwacht<strong>in</strong>g is ook lager dan<strong>in</strong> de drie andere grote steden.De sterfte is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> hoger dan <strong>in</strong> Nederland. Hart- en vaatziekten, kanker en ziektenvan ademhal<strong>in</strong>gsorganen zijn zowel <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> als <strong>in</strong> Nederland de belangrijkstedoodsoorzaken. In <strong>Rotterdam</strong> sterven naar verhoud<strong>in</strong>g meer mensen aan deze ziekten dangemiddeld <strong>in</strong> Nederland.De ervaren gezondheid van de <strong>Rotterdam</strong>mers is slechter dan gemiddeld <strong>in</strong> Nederland. Delaatste landelijke vergelijk<strong>in</strong>gscijfers zijn van 2006. In dat jaar gaf <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> gemiddeld24,4% van de bevolk<strong>in</strong>g aan zijn gezondheid als m<strong>in</strong>der goed te ervaren; gemiddeld <strong>in</strong>Nederland was dit 19%.In 2008 gaf 19% van de <strong>Rotterdam</strong>mers van 16 jaar en ouder aan zijn gezondheid als matig ofslecht te ervaren. Dit is evenveel als <strong>in</strong> 2005. Het percentage is iets hoger dan het gemiddelde<strong>in</strong> de G4 (17%). De verschillen tussen de grote steden zijn het gevolg van de verschillen <strong>in</strong> debevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g.Van de <strong>Rotterdam</strong>se jongeren geeft ongeveer 18% aan zijn gezondheid als gaat wel tot slechtte ervaren. Een landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscijfer is niet beschikbaar.De <strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong> van 16 jaar en ouder rapporteren een aantal ziekten en aandoen<strong>in</strong>genrelatief vaker dan gemiddeld <strong>in</strong> de G4. Zo is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> het percentage <strong>in</strong>wonersmet hoge bloeddruk, migra<strong>in</strong>e of regelmatig ernstige hoofdpijn en artrose van heupen ofknieën hoger dan gemiddeld <strong>in</strong> de G4.In hoofdstuk 2 is aangegeven dat <strong>Rotterdam</strong> een SES-score heeft, die varieert van (zeer)laag tot (zeer) hoog. Een lage SES-score gaat vaak samen met ziekten en aandoen<strong>in</strong>gen.In Nederland bestaan er aanzienlijke verschillen <strong>in</strong> gezondheid naar sociaaleconomischestatus. Zo leven lager opgeleide mannen en vrouwen gemiddeld respectievelijk 5 jaar en 3jaar korter dan hoogopgeleiden. Het gemiddelde verschil <strong>in</strong> het aantal jaren dat <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dergoede gezondheid wordt doorgebracht is zelfs 15 jaar. Deze gezondheidsachterstanden zijnook te zien bij enkele andere groepen, zoals werklozen, arbeidsongeschikten en allochtonen(Deun<strong>in</strong>g & Roedig, 2006).De gezondheidsachterstand <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> vraagt om een <strong>in</strong>tensieve aanpak, die niet beperktmag blijven tot de gezondheidssector. Ook andere sectoren kunnen een bijdrage leveren aande verbeter<strong>in</strong>g van de gezondheid. Zo kan verbeter<strong>in</strong>g van de leefomgev<strong>in</strong>g het vóórkomenvan astma en COPD positief beïnvloeden. Ook onderwijs, won<strong>in</strong>gbouw, veiligheid, groen enverkeer hebben hun <strong>in</strong>breng. Tot slot kunnen ook acties <strong>in</strong> andere sectoren, die niet primairzijn gericht op gezondheid, verbeter<strong>in</strong>g van gezondheid als bijkomend effect hebben. Zodragen programma’s om niet-werkenden naar werk te geleiden bij aan de gezondheid en iseen aangename woonomgev<strong>in</strong>g ook gezond. Het verm<strong>in</strong>deren van schooluitval leidt tot goedopgeleide jongeren, met een betere kans op gezondheid. Dit zijn voorbeelden van actiesdoor andere sectoren, die als bijkomend effect een positief effect op de gezondheid hebben(gezondheid als “bijvangst”).12 13


Veel k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong><strong>Rotterdam</strong> maken bij degeboorte een slechtestart. Een brede aanpakvan preconceptietot kraamzorg kanverbeter<strong>in</strong>g brengen.KernboodschapOm per<strong>in</strong>atale sterfte te verm<strong>in</strong>deren en m<strong>in</strong>der k<strong>in</strong>deren een slechte start te laten maken zouhet programma ‘Klaar voor een K<strong>in</strong>d’ de komende jaren stevig moeten worden voortgezet.Van belang is te onderzoeken hoe het komt dat mensen <strong>in</strong> achterstandswijken relatieflaat en beperkt gebruik maken van verloskundige zorg en kraamzorg. Tegelijkertijd is hetzaak de samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de verloskundige keten te verbeteren. In het onderwijs zou meeraandacht moeten zijn voor anticonceptie en preconceptie, vooral op de ROC’s waar relatiefveel jongeren studeren die <strong>in</strong> een achterstandssituatie verkeren. Een extra contactmomentvan de jeugdgezondheidszorg bij 15/16 jaar zou hiervoor een goed beg<strong>in</strong> zijn. Ook moeter meer aandacht zijn voor tieners die zwanger worden en voor jonge moeders. Zij hebbenvaak te kampen met complexe problemen, maar v<strong>in</strong>den onvoldoende steun en begeleid<strong>in</strong>g.En natuurlijk draagt alles wat leidt tot een betere gezondheid van jonge vrouwen bij aangezondere zwangerschappen en betere geboorteuitkomsten. Dergelijke maatregelen zijn nietbeperkt tot de zorg, maar strekken zich uit over sectoren als arbeid en opleid<strong>in</strong>g.›Uit recente analyses blijkt dat 1 op de 6 <strong>Rotterdam</strong>se baby’s een slechte start maakt:te vroeg geboren, te licht geboren, een m<strong>in</strong>der goede score op de gezondheidstestvoor pasgeborenen en/of aangeboren afwijk<strong>in</strong>gen. De meeste van deze k<strong>in</strong>deren komenter wereld <strong>in</strong> de achterstandswijken. Een slechte start bij de geboorte is sterk verbondenmet per<strong>in</strong>atale sterfte (zie Defi nities) en is tevens een voorbode voor ziekten op langeretermijn en leer- en gedragsstoornissen.De per<strong>in</strong>atale sterfte <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> is <strong>in</strong> de periode 2000-2004 hoger dan <strong>in</strong> de rest vanNederland (11,6 per 1.000 geborenen tegenover 10,1 per 1.000 geborenen <strong>in</strong> Nederland).In de achterstandswijken van <strong>Rotterdam</strong> is de per<strong>in</strong>atale sterfte nog hoger, namelijk 13per 1.000 geborenen en onder allochtone vrouwen 13,5 per 1.000 geborenen. Ook onderautochtone <strong>Rotterdam</strong>mers <strong>in</strong> de achterstandswijken is per<strong>in</strong>atale sterfte relatief hoog: 12 per1.000 geborenen. Er is kennelijk sprake van zowel aan etniciteit gerelateerde problemen alsgrootstedelijke achterstandsproblematiek (<strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> & Erasmus MC, 2008).De gemeente <strong>Rotterdam</strong> heeft <strong>in</strong> 2008 het belang van terugdr<strong>in</strong>gen van per<strong>in</strong>atale sterfte alonderkend. In 2009 is uitvoer<strong>in</strong>g gestart van het programma ‘Klaar voor een K<strong>in</strong>d’, gericht opde verbeter<strong>in</strong>g van de per<strong>in</strong>atale gezondheid. Dit programma richt zich op optimale zorg enbegeleid<strong>in</strong>g tijdens de zwangerschap, preconceptiezorg, beter gebruik van de kraamzorg eneen goede positie van het Centrum voor Jeugd en Gez<strong>in</strong> <strong>in</strong> de keten. Ook is <strong>in</strong> het ErasmusMedisch Centrum een geboortecentrum <strong>in</strong>gericht.Eenzaamheid is<strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> eenomvangrijk probleem.Dit vraagt om passendbeleid per doelgroep.Kernboodschap›Eenzaamheid is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> net zo’n groot probleem als gemiddeld <strong>in</strong> de G4. Van de<strong>in</strong>woners van 16 jaar en ouder voelt ruim 40% zich eenzaam. (Zeer) ernstige eenzaamheidkomt bij 10% van de <strong>in</strong>woners van 16 jaar en ouder voor. Dit is vergelijkbaar methet gemiddelde van Nederland (Van Tilburg & De Jong-Gierveld, 2007). Het percentageeenzame volwassenen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> is s<strong>in</strong>ds 2005 ongeveer 10% lager geworden.14 15


Eenzaamheid tast het welzijn ofwel het psychisch of sociaal welbev<strong>in</strong>den van mensen aan enis daarmee op zichzelf een gezondheidsprobleem. Eenzaamheid kan <strong>in</strong> allerlei opzichten ookziekmakend zijn, zowel geestelijk als lichamelijk (Fokkema & Van Tilburg, 2005).Er is <strong>in</strong> Nederland al lange tijd aandacht voor de problematiek van eenzaamheid van ouderen,ook <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>. Er worden verschillende activiteiten uitgevoerd, <strong>in</strong>dividueel of groepsgericht.Uit onderzoek blijkt dat het niet eenvoudig is personen op hoge leeftijd te activeren (Fokkema& Van Tilburg, 2005). Daar is meer voor nodig dan het organiseren van gezamenlijkeactiviteiten en het aanbieden van een contactrijke omgev<strong>in</strong>g. Er is een grote variëteit <strong>in</strong> demate, vorm en oorzaken van eenzaamheid. Daarom zijn er geen standaardoploss<strong>in</strong>gen.Het is zaak zorgvuldig een passende <strong>in</strong>terventie te kiezen, aan te sluiten bij de behoeftenvan de doelgroep en zo mogelijk gebruik te maken van ervar<strong>in</strong>gen elders met dezelfde<strong>in</strong>terventie. Als dat niet gebeurt, kan ook een op zich kansrijke <strong>in</strong>terventie mislukken. Effectiefgebleken <strong>in</strong>terventies voor ouderen zijn veelal kle<strong>in</strong>schalige groepsactiviteiten (bijvoorbeeld<strong>in</strong> een woonzorgcentrum) en vriendschapscursussen, gericht op het verbeteren van socialecontacten en het bevorderen van vriendschappelijke relaties.Voor sommige ouderen heeft eenzaamheid te maken met onzekerheid, gebrek aanassertiviteit of aan sociale vaardigheid. Geestelijke gezondheidszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen organisereneen breed pakket aan tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen gericht op deze specifi eke problematiek.Naast een aanpak <strong>in</strong> de zorg- en welzijnssector kunnen gemeente en deelgemeenten eenaantal voorwaarden realiseren om sociaal isolement van ouderen te voorkomen of bestrijden:sociale veiligheid en vervoersvoorzien<strong>in</strong>gen.Eenzaamheid van niet-oudere volwassenen is niet vaak een onderwerp van beleid. Er zijngeen effectieve eenzaamheids<strong>in</strong>terventies bekend gericht op deze groep.De kans op sociaal isolement van volwassenen is kle<strong>in</strong>er wanneer zij een baan hebben of aanvrijwilligerswerk z<strong>in</strong>volle contacten kunnen ontlenen.In <strong>Rotterdam</strong> is <strong>in</strong> februari 2007 een driejarig traject gestart gericht op het bestrijdenen voorkomen van sociaal isolement bij ouderen. De gemeente werkt daar<strong>in</strong> samenmet het Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventies (LESI). Het traject omvat vijfdeelgemeentelijke projecten en een stadsbreed project. Om <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> brede kennis enervar<strong>in</strong>g op te bouwen met dit specifi eke terre<strong>in</strong> is een kenniskr<strong>in</strong>g sociaal isolement gestart.De ervar<strong>in</strong>gen met de verschillende projecten zijn positief: de doelgroep wordt bereikt,professionals worden deskundiger, goede <strong>in</strong>terventies zijn beschikbaar en geleidelijk verbetertde situatie van een deel van de ouderen. Reden om de aanpak na de projectfase (februari2010) te verankeren en te cont<strong>in</strong>ueren.Een deel van de <strong>in</strong>wonersvan <strong>Rotterdam</strong> heefteen slechte psychischegezondheid. Preventiekan al op jonge leeftijdstarten.Kernboodschap›Psychische ongezondheid komt bij een aanzienlijk deel van de jeugd <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>voor. Volgens de ouders heeft 15% van de 5- en 6-jarigen een hoge score op psychosocialeproblemen (zie Defi nities). Volgens de leerkracht is dit percentage ook 15%.Ouders geven bij 14% van de 10- en 11-jarigen aan dat er sprake is van een hoge score oppsychosociale problemen. Leerkrachten geven dit aan voor 6% van de 10- en 11-jarigen.Bij 13% van de 12- en 13-jarigen en 14- en 15-jarigen is sprake van een hoge score oppsychosociale problemen. Daarnaast geeft 19% van de 12- en 13-jarigen en 18% van de14- en 15-jarigen aan <strong>in</strong> het afgelopen jaar suïcidegedachten te hebben gehad.De psychische gezondheid van volwassen <strong>Rotterdam</strong>mers is gelijk aan die van volwassenengemiddeld <strong>in</strong> de G4. Dat blijkt onder meer uit cijfers die betrekk<strong>in</strong>g hebben op depressieof angststoornis. In <strong>Rotterdam</strong> heeft 8% van de <strong>in</strong>woners van 16 jaar en ouder een hoogrisico op depressie of angststoornis (ongeveer 2% lager dan <strong>in</strong> 2005). Er zijn geen landelijkevergelijk<strong>in</strong>gscijfers beschikbaar.Psychische problematiek kan verregaande gevolgen hebben. Het hebben van een depressieop jonge leeftijd is bijvoorbeeld een belangrijke voorspeller voor het ontwikkelen van eendepressie op latere leeftijd. Psychische problematiek belemmert het functioneren en kanernstige zelfdestructieve vormen aannemen, zoals suïcidaal gedrag. Ook kunnen psychischeproblemen vroeg <strong>in</strong> de levensloop van <strong>in</strong>vloed zijn op de school- en beroepscarrière en16 17


uite<strong>in</strong>delijk op de maatschappelijke en sociale positie die iemand zich kan verwerven.Gezien de mogelijke impact van dergelijke problemen is vroegtijdige onderkenn<strong>in</strong>g uitermatebelangrijk.Met het voorkomen van psychosociale problemen is grote gezondheidsw<strong>in</strong>st en ookmaat schappelijke w<strong>in</strong>st te behalen. Depressie is niet voor niets één van de speerpunten<strong>in</strong> het volksgezondheidsbeleid. Preventie van psychische en psychosociale problemenheeft de beste resultaten als publieksvoorlicht<strong>in</strong>g, vroegsignaler<strong>in</strong>g en adviser<strong>in</strong>g,ondersteun<strong>in</strong>gsprogramma’s en maatregelen gericht op de omgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atieworden uitgevoerd. Het gaat om:• Primaire preventieprogramma’s waarbij k<strong>in</strong>deren beter worden voorbereid op stressvollesituaties <strong>in</strong> hun latere leven. Voorbeelden zijn het nieuwe lesprogramma ‘Zippy’s Vrienden’dat k<strong>in</strong>deren leert omgaan met tegenslagen en de verschillende waarbaarheids- en socialevaardigheidstra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen voor k<strong>in</strong>deren.• Signaleren en adviseren. Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en begeleid<strong>in</strong>g van beroepskrachten die regelmatig<strong>in</strong> contact staan met de doelgroep, goede afspraken over verwijz<strong>in</strong>g en toepassen vansignaler<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strumenten. Soms volstaat een kort advies.• Ondersteun<strong>in</strong>g voor mensen die meer nodig hebben dan een kort advies.• Maatregelen <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g: arbeidsparticipatie, een prettige en veilige woonomgev<strong>in</strong>g ensociale steun <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g.• Publieksvoorlicht<strong>in</strong>g en bewustword<strong>in</strong>g, gericht op het onderkennen van de problematieken het verm<strong>in</strong>deren van het taboe.Landelijk is op deze gebieden en voor diverse doelgroepen een keur aan <strong>in</strong>terventies ontwikkeld,die aangepast kunnen worden aan de lokale situatie.Voor (preventie)beleid op het terre<strong>in</strong> van psychosociale gezondheid van k<strong>in</strong>deren is goedesamenwerk<strong>in</strong>g met partners <strong>in</strong> de jeugdketen van preventie naar zorg -zoals beschreven <strong>in</strong>het ‘Ieder K<strong>in</strong>d W<strong>in</strong>t’ programma- een belangrijke voorwaarde.Een deel van de jeugdvan <strong>Rotterdam</strong> groeitniet op <strong>in</strong> veiligheid.Bestaande programma’smoeten voortgezetworden om de situatieverder te verbeteren.Kernboodschap›Een deel van de <strong>Rotterdam</strong>se jeugd groeit op <strong>in</strong> een situatie die niet veilig is. Zo heeft10% van de 12- en 13-jarigen en van de 14- en 15- jarigen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> <strong>in</strong> de 12 maandenvoorafgaand aan het onderzoek één keer een ernstig geweldsdelict gepleegd. Van dejongeren <strong>in</strong> de leeftijdsgroep 14 en 15 jaar draagt 9% een wapen bij zich. Ruim één op de vijf12- tot 15-jarigen heeft te maken met problematiek thuis. Van de 10- en 11- jarigen geeft 56%aan zich soms of (heel) vaak niet veilig te voelen <strong>in</strong> de woonbuurt.Van de 0- tot 16 jarigen is 9% ernstig bedreigd <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g. Bij 4% is er sprake vanacuut veiligheidsgevaar. Voor deze jeugdigen zet het Centrum voor Jeugd en Gez<strong>in</strong> snelpassende zorg en hulpverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gang.<strong>Rotterdam</strong> maakt werk van haar jongeren door de uitvoer<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>tegrale programma’s‘Ieder K<strong>in</strong>d W<strong>in</strong>t’, ‘Communities that Care’ (CtC) en het ‘<strong>Rotterdam</strong>s offensief VMBO-MBO’,maar ook via het Centrum voor Jeugd en Gez<strong>in</strong> (CJG) en de Deelgemeentelijke OrganisatieSluitende Aanpak (DOSA). De gemeente zet met name <strong>in</strong> op vroegsignaler<strong>in</strong>g van problemen,preventie via leefstijlprogramma’s en het positief beïnvloeden van de omstandigheden waar<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren opgroeien. Daarnaast streeft de gemeente naar de ontwikkel<strong>in</strong>g van de talenten vanjongeren.18 19


Overgewicht is <strong>in</strong><strong>Rotterdam</strong> een hardnekkigen groot probleem.Een brede aanpak vanvoed<strong>in</strong>g en beweeggedragis nodig.Kernboodschap›Overgewicht is <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> een omvangrijk probleem. In <strong>Rotterdam</strong> komt overgewichtmeer voor dan gemiddeld <strong>in</strong> de G4: <strong>in</strong> 2008 had 34% van de <strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong>van 16 jaar en ouder matig overgewicht en 14% obesitas (31% en 12% <strong>in</strong> de G4). Dit isevenveel als <strong>in</strong> 2005. Een geschikt landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscijfer ontbreekt.Ook onder de <strong>Rotterdam</strong>se jeugd komt overgewicht veel voor. In <strong>Rotterdam</strong> heeft 10% vande 2-jarigen matig overgewicht en 2% obesitas. Van de 10- en 11-jarigen heeft 21% matigovergewicht en 7% obesitas. Geschikte landelijke vergelijk<strong>in</strong>gscijfers ontbreken.Overgewicht hangt voor een deel samen met bewegen. Van de <strong>Rotterdam</strong>se k<strong>in</strong>deren van5 en 6 jaar sport 39% tenm<strong>in</strong>ste twee dagen per week buiten schooltijd. Van de 12- en 13-jarigen is dit 77%.Van de <strong>in</strong>woners van <strong>Rotterdam</strong> van 16 jaar en ouder voldoet 43% niet aan de NederlandseNorm Gezond Bewegen (zie Defi nities). Dit is hoger dan het gemiddelde <strong>in</strong> de G4, dat 40% is.Ook hier zijn geen geschikte landelijke vergelijk<strong>in</strong>gscijfers beschikbaar.onvruchtbaarheid vaker voor (Visscher & Schoemaker, 2008). De belangrijkste oorzaak vanovergewicht is een disbalans tussen energie-<strong>in</strong>name en energieverbruik. Daarnaast houdtovergewicht verband met het optreden van psychosociale problemen en een relatief grootverlies aan kwaliteit van leven (Voed<strong>in</strong>gscentrum, 2008). Een k<strong>in</strong>d met (ernstig) overgewichtkan gemakkelijk doelwit worden van pesterijen, een negatief zelfbeeld ontwikkelen en <strong>in</strong> eensociaal isolement raken.De aanpak van overgewicht vraagt om een brede benader<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>g- en beweeggedrag,die bestaat uit verschillende elementen die <strong>in</strong> samenhang worden uitgevoerd:• Individuele en groepsgerichte voorlicht<strong>in</strong>g en advies, bijvoorbeeld door een diëtist.• Het beschikbaar stellen van voorzien<strong>in</strong>gen op het gebied van sport en bewegen en hetbevorderen van het gebruik daarvan. B<strong>in</strong>nen de (deel)gemeente, op de werkplek en <strong>in</strong>scholen.• Het zodanig <strong>in</strong>richten van de omgev<strong>in</strong>g, dat burgers veilig kunnen bewegen, spelen ensporten en een wandel<strong>in</strong>g of fi etstocht aantrekkelijk is.• Het zodanig <strong>in</strong>richten van de omgev<strong>in</strong>g, dat keuze voor gezonde voed<strong>in</strong>g een gemakkelijkekeuze is: gezonde voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> automaten, voorlicht<strong>in</strong>g over en promotie van gezondevoed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de lokale supermarkten.Investeren <strong>in</strong> beweegactiviteiten is niet alleen van belang met het oog op overgewicht, maarkan ook een bijdrage leveren aan de bestrijd<strong>in</strong>g van eenzaamheid en depressiviteit.Een voorbeeld van een aanpak waar<strong>in</strong> verschillende elementen worden gecomb<strong>in</strong>eerdis het programma ‘Van Klacht naar Kracht’, dat partijen <strong>in</strong> zorg en welzijn <strong>in</strong> een aantaldeelgemeenten <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> onder regie van de <strong>GGD</strong> uitvoeren. Dit is opgezet voor mensendie van hun huisarts een dr<strong>in</strong>gend leefstijladvies hebben gekregen, omdat ze (vooral doorovergewicht) hard op weg zijn een aandoen<strong>in</strong>g als diabetes te ontwikkelen. In het programmaworden een persoonlijke leefstijladviseur en een activiteitenprogramma op maat aangeboden.Voor de jeugd kent <strong>Rotterdam</strong> het actieprogramma ‘Voed<strong>in</strong>g en beweg<strong>in</strong>g’. Een belangrijkonderdeel daarvan is het project ‘Lekker fi t’ op scholen. Hier<strong>in</strong> worden voorlicht<strong>in</strong>g,beweegactiviteiten en een gezond aanbod <strong>in</strong> de schoolkant<strong>in</strong>e gecomb<strong>in</strong>eerd.Recent onderzoek toont aan dat de beweegprogramma’s ‘COACH-methode’, ‘Jump-<strong>in</strong>’ en‘Revalidatie, Sport en Bewegen’ signifi cant positieve effecten hebben op het beweeggedragvan de deelnemers en daarnaast ook praktisch goed uitvoerbaar zijn (Leemrijse et al., 2009).Overgewicht, met name ernstig overgewicht (obesitas), hangt samen met meerderechronische ziekten, zoals diabetes mellitus type 2 (suikerziekte), hoge bloeddruk en hart- envaatziekten. Ook hebben mensen met (ernstig) overgewicht vaker verschillende vormen vankanker, aandoen<strong>in</strong>gen aan het beweg<strong>in</strong>gsapparaat (artrose) en de ademhal<strong>in</strong>gsorganen.Bovendien komen bij vrouwen met (ernstig) overgewicht menstruatiestoornissen en20 21


In <strong>Rotterdam</strong> wordtm<strong>in</strong>der alcoholgedronken dangemiddeld <strong>in</strong> Nederlanden evenveel gerookt.Belangrijk is tevoorkomen dat jongerengaan roken.Kernboodschap› AlcoholIn <strong>Rotterdam</strong> wordt m<strong>in</strong>der alcohol gedronken dan gemiddeld <strong>in</strong> Nederland. In de periode2004-2007 was 15% van de <strong>in</strong>woners van de regio <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> van 12 jaar en ouderovermatig of zware dr<strong>in</strong>ker, tegenover 18% gemiddeld <strong>in</strong> Nederland.In 2008 was 10% van de <strong>Rotterdam</strong>mers van 16 jaar en ouder overmatig dr<strong>in</strong>ker. Dit is lagerdan het G4-gemiddelde van 12%. Het is ook gedaald s<strong>in</strong>ds 2005: toen was het percentageovermatige dr<strong>in</strong>kers ruim 13%.In <strong>Rotterdam</strong> geeft 7% van de 10- en 11-jarigen, 11% van de 12- en 13-jarigen en 32% vande 14- en 15-jarigen aan alcohol gedronken te hebben <strong>in</strong> de vier weken voorafgaand aanhet onderzoek. Landelijke vergelijk<strong>in</strong>gscijfers voor dezelfde leeftijdscategorieën zijn nietbeschikbaar.Dat het alcoholgebruik <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> relatief laag is, is goed nieuws. De schadelijke gevolgenvan overmatig alcoholgebruik zijn talrijk. Alcoholgebruik heeft <strong>in</strong>vloed op alle organen <strong>in</strong> hetlichaam en hangt samen met ongeveer zestig aandoen<strong>in</strong>gen (Kuunders & Van Laar, 2009).De schadelijkheid van het dr<strong>in</strong>ken van alcohol op jonge leeftijd staat steeds meer <strong>in</strong> debelangstell<strong>in</strong>g. Er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat het dr<strong>in</strong>ken van (grote hoeveelheden) alcohol als jenog <strong>in</strong> de groei bent extra schadelijk is en een negatief effect heeft op de ontwikkel<strong>in</strong>g van dehersenen. Tot slot geldt dat hoe jonger k<strong>in</strong>deren met alcohol <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komen, hoe groterde kans op overmatig gebruik en verslav<strong>in</strong>g op latere leeftijd.Doel van landelijk alcoholbeleid is dat jongeren onder de 16 jaar geen alcohol dr<strong>in</strong>ken.Bovendien is er een discussie gaande om de leeftijd te verhogen naar 18 jaar. Gelet op denegatieve effecten van alcoholgebruik op jonge leeftijd is iedere alcoholdr<strong>in</strong>ker onder de 16er één teveel.RokenIn <strong>Rotterdam</strong> wordt net zo veel gerookt als gemiddeld <strong>in</strong> Nederland. In 2008 rookte 28% van de<strong>Rotterdam</strong>mers van 16 jaar en ouder en gemiddeld 27% van de Nederlanders van 15 jaar enouder (Stivoro, 2009). Het percentage <strong>Rotterdam</strong>se rokers wijkt niet af van het gemiddelde vande G4. Volwassenen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> zijn s<strong>in</strong>ds 2005 m<strong>in</strong>der gaan roken: <strong>in</strong> 2005 rookte ruim 33%.In <strong>Rotterdam</strong> heeft 15% van de 12- en 13-jarigen en 35% van de 14- en 15-jarigen wel eensgerookt. 7% van de laatstgenoemde groep rookt dagelijks.In bepaalde allochtone groepen (Turken, Sur<strong>in</strong>amers, Antillianen/Arubanen) wordt meergerookt dan gemiddeld.Roken verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker, bijvoorbeeld longkanker. Ookverhoogt roken het risico op COPD, beroerte en hartfalen. In 2007 stierven <strong>in</strong> Nederland20.000 mensen die ten gevolge van roken één van bovenstaande ziekten kregen. Daarnaastis door roken het risico op veel andere aandoen<strong>in</strong>gen verhoogd. Ook passief roken (<strong>in</strong>ademenvan tabaksrook uit je omgev<strong>in</strong>g) verhoogt het risico op het krijgen van verschillendeaandoen<strong>in</strong>gen (Van Gelder et al., 2009). Met het terugdr<strong>in</strong>gen van het aantal rokers kan eengrote vooruitgang <strong>in</strong> de gezondheidssituatie <strong>in</strong> de gemeente worden gerealiseerd.Stoppen met roken is al vele jaren een belangrijk punt van landelijk beleid, zowel vande overheid als van STIVORO. Diverse zorgaanbieders verzorgen ‘stoppen met roken’-cursussen. Onder meer thuiszorgorganisaties en Bouman GGZ zijn actief. Huisartsen biedenondersteun<strong>in</strong>g bij stoppen met roken. De deelgemeente kan de effecten van landelijk beleidvoor de eigen burgers versterken door actief mee te werken aan landelijke campagnes. Ookkan de deelgemeente het gebruik van zorgaanbod gericht op stoppen met roken stimulerendoor de mogelijkheden, bijvoorbeeld via de Vraagwijzer, onder de aandacht te brengen.Bijzondere aandacht verdient voorkomen dat jongeren gaan roken. Het programma ‘Gezondeschool en genotmiddelen’, dat door de <strong>GGD</strong> wordt gecoörd<strong>in</strong>eerd biedt hiervoor goedemogelijkheden. Verenig<strong>in</strong>gen met veel jongere leden kunnen roken ontmoedigen en toezienop nalev<strong>in</strong>g van het rookverbod <strong>in</strong> bijvoorbeeld de sportkant<strong>in</strong>e.22 23


Huiselijk geweld isonacceptabel. Nietalleen opvang vanslachtoffers, maar ookpreventie is nodig.Kernboodschap›In <strong>Rotterdam</strong> geeft 8% van de <strong>in</strong>woners van 16 jaar en ouder aan ooit slachtoffer te zijngeweest van huiselijk geweld.In 2008 ontv<strong>in</strong>g het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld <strong>Rotterdam</strong> 2.844 meld<strong>in</strong>gen vanslachtoffers van huiselijk geweld, 49 per 10.000 <strong>in</strong>woners.Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kr<strong>in</strong>g van het slachtoffer gepleegdis. Onder ‘geweld’ wordt de aantast<strong>in</strong>g van de persoonlijke <strong>in</strong>tegriteit verstaan met daarbijeen onderscheid tussen psychisch en lichamelijk geweld (waaronder seksueel geweld). Dehuiselijke kr<strong>in</strong>g van het slachtoffer bestaat uit (ex) partners, gez<strong>in</strong>sleden, familieleden enhuisvrienden. Het begrip ‘huiselijk’ betreft hier de relatie tussen dader en slachtoffer en niet delocatie. Een belangrijk kenmerk van huiselijk geweld is de omstandigheid dat dader (pleger)en slachtoffer (waaronder het m<strong>in</strong>derjarige slachtoffer ) vaak - en soms noodgedwongen- deel blijven uitmaken van elkaars leefomgev<strong>in</strong>g. Vaak is er sprake van een verstoordemachtsverhoud<strong>in</strong>g (<strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>, 2008).depressie, suïcidale gedachten en posttraumatische stressstoornis. Ze leven vaak, mededoor de (opgedrongen) geheimhoud<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> een isolement. Per jaar sterven naar schatt<strong>in</strong>g <strong>in</strong>Nederland tachtig vrouwen en vijftig k<strong>in</strong>deren als gevolg van het geweld. Huiselijk geweldbrengt tevens enorme verborgen kosten met zich mee door huisartsen- en specialistenbezoek,medicijngebruik, bezoeken aan de Spoedeisende Hulp, ziekenhuisopnamen en werkverzuim(Reijnders & Drijber, 2006).De aanpak van huiselijk geweld beslaat de hele keten van preventie en signaler<strong>in</strong>g tot<strong>in</strong>terventies en nazorg. De aanpak is gericht op het beschermen en versterken van hethele (gez<strong>in</strong>s)systeem (slachtoffers, k<strong>in</strong>deren en plegers). Iedereen die met huiselijk geweldte maken heeft, kan zich melden bij het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG)<strong>Rotterdam</strong>. Het ASHG is 7 dagen per week 24 uur bereikbaar.Het steunpunt zoekt de juiste actie bij de (hulp)vraag van de cliënt en werkt daarvoor samenmet een uitgebreid netwerk van organisaties <strong>in</strong> de (jeugd)zorg, politie en strafrecht.Als er lange tijd sprake is van geweld zijn cliënten vaak niet goed meer <strong>in</strong> staat om het geweldte stoppen en hulp te zoeken en/of te aanvaarden. Hulpverleners zijn getra<strong>in</strong>d om hiermee omte gaan.Deskundigheidsbevorder<strong>in</strong>g is een specifi ek onderdeel van de aanpak van huiselijk gewelden wordt op maat aangeboden. Door deskundigheidsbevorder<strong>in</strong>g leren professionals metcliënten om te gaan en huiselijk geweld vroegtijdig te signaleren. Met het oog op vroegtijdigesignaler<strong>in</strong>g heeft de <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> bovendien een meldcode ontwikkeld. Na<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van deze meldcode gaan professionals actiever om met vermoedens van huiselijkgeweld. Streven is deze meldcode <strong>in</strong> te voeren <strong>in</strong> het totale gebied van de Stadsregio<strong>Rotterdam</strong>.Tenslotte is preventie van belang. Het gaat hierbij onder meer om doelgroepspecifi ekecampagnes, voorlicht<strong>in</strong>gen en het bieden van preventieprogramma’s aan doelgroepen. Gebiedsgerichtwerken en het actief betrekken van burgers en lokale partijen vormen hierbij hetspeerpunt. De gebiedsspecifi eke aanpak van de deelgemeenten versterkt het beleid.Huiselijk geweld is een ernstig volksgezondheidsprobleem en maatschappelijk probleemmet grote gevolgen voor slachtoffers, vaak nog vele jaren nadat de gebeurtenissen hebbenplaatsgevonden. Slachtoffers kunnen ernstige lichamelijke en/ of psychische klachten hebben,waaronder lichamelijk letsel, spier- en gewrichtspijnen, hoofdpijn, onverklaarbare chronischebuikklachten, nervositeit, angst, slaapproblemen, m<strong>in</strong>derwaardigheidsgevoelens, faalangst,24 25


Veel <strong>Rotterdam</strong>mers pen met een comb<strong>in</strong>atiekamvanlichamelijke, geestelijkeen sociale problemen.Een persoonsgerichteaanpak en samenwerk<strong>in</strong>gdoor de verschillendepartijen biedt perspectief.KernboodschapAls het de lokale <strong>in</strong>stanties niet lukt om gezamenlijk de grenzen van hetgeen mogelijk is op terekken tene<strong>in</strong>de multiproblematiek op te lossen, worden knelpunten <strong>in</strong> de ketensamenwerk<strong>in</strong>gervaren. Genoemde knelpunten dienen vervolgens te worden opgeschaald. Hierbij iseen belangrijke rol weggelegd voor de deelgemeenten, die mede de zorg dragen vooradequate hulp aan kwetsbare burgers <strong>in</strong> hun gebied. In de stuurgroep LZN, die veelal ondervoorzitterschap van de portefeuillehouder plaatsv<strong>in</strong>dt, worden de knelpunten besproken enworden oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen benoemd. De <strong>GGD</strong> ondersteunt de deelgemeenten hier<strong>in</strong>.Een specifi eke groep mensen met complexe problemen is die van de dak- en thuislozen.Voor hen loopt het programma ‘Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang’. Dit programma,uitgevoerd met medewerk<strong>in</strong>g van de deelgemeenten, is er op gericht 2.900 mensen <strong>in</strong>een stabiele mix van wonen en zorg te brengen. In de afgelopen vier jaar is 60% van hetgenoemde aantal <strong>in</strong> een stabiele mix terecht gekomen; 40% van het aantal is wel <strong>in</strong> zorg,maar nog niet stabiel.Als vervolg op het eerste Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang is beg<strong>in</strong> 2010 gestartmet een ‘Plan van aanpak kwetsbare groepen’, waar<strong>in</strong> een vergelijkbare persoonsgerichteaanpak wordt toegepast op andere kwetsbare personen die dreigen af te glijden. Preventievan terugval van voormalig dak- en thuislozen en de aanpak van zwerfjongeren zijn hier<strong>in</strong>belangrijke elementen.›<strong>Rotterdam</strong> kent een fl <strong>in</strong>ke groep mensen die problemen hebben op verschillende leefgebieden.In lokale zorgnetwerken worden deze mensen geholpen middels een ketenaanpakwaarbij relevante hulp- en zorgverleners met elkaar samenwerken. In 2008 warener 2.583 meld<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>, 44 per 10.000 <strong>in</strong>woners. Het aantal meld<strong>in</strong>gen verschiltper deelgemeente. Een deel van de meld<strong>in</strong>gen bij lokale zorgnetwerken heeft ook betrekk<strong>in</strong>gop huiselijk geweld. Wanneer <strong>in</strong> de deelgemeente een gespecialiseerd zorgnetwerkvoor huiselijk geweld functioneert, worden meld<strong>in</strong>gen geregistreerd als meld<strong>in</strong>gen huiselijkgeweld. Het aantal meld<strong>in</strong>gen lokale zorgnetwerken is dan lager.Bij mensen met complexe problematiek is vaak sprake van een opeenstapel<strong>in</strong>g van problemen.Ze verwaarlozen zichzelf, verkeren <strong>in</strong> een sociaal isolement, zijn <strong>in</strong> de war en/ofveroor zaken overlast en hebben vaak fi nanciële problemen. De opeenstapel<strong>in</strong>g van problemenkan uite<strong>in</strong>delijk leiden tot uithuiszett<strong>in</strong>g, opname <strong>in</strong> een psychiatrisch ziekenhuis of dakenthuisloosheid. Omdat het hier gaat om mensen die zorgmijdend zijn, moeten zij vanuit dehulpverlen<strong>in</strong>g actief worden benaderd. De hulpverlen<strong>in</strong>g moet <strong>in</strong> omvang en deskundigheid<strong>in</strong> staat zijn de noodzakelijke hulp, zoals maatschappelijk werk, te bieden. Omdat deproblematiek niet door één organisatie kan worden opgelost, is samenwerk<strong>in</strong>g tussenverschillende <strong>in</strong>stanties, <strong>in</strong> de directe leefomgev<strong>in</strong>g van de cliënt, geboden.26 27


Investeren <strong>in</strong> deleefomgev<strong>in</strong>g is nietalleen bevorderlijk voorde gezondheid van de<strong>Rotterdam</strong>mers, maardraagt ook bij aan debelev<strong>in</strong>g van de stad.longen het bloed <strong>in</strong> gaan. Dan kunnen vaatvernauw<strong>in</strong>g, bloedklonter<strong>in</strong>g en een verstoordehartslag ontstaan. Voor de gezondheid is dan ook de fi jnste fractie van het fi jn stof, afkomstigvan de verbrand<strong>in</strong>g van wegverkeer, het meest schadelijk. Daarom zijn vooral langs drukkewegen gezondheidsrisico’s te verwachten, ook als er aan de normen wordt voldaan. K<strong>in</strong>derendie op een school dicht bij een rijksweg zitten, hebben meer luchtwegklachten en hun longenwerken m<strong>in</strong>der goed. Volwassenen die langs een rijksweg of drukke b<strong>in</strong>nenstedelijke wegwonen, hebben meer kans om te overlijden aan een luchtwegziekte of een hart- en vaatziekte.Dit geldt vooral b<strong>in</strong>nen 100 meter van een rijksweg of <strong>in</strong> de eerstelijns bebouw<strong>in</strong>g (b<strong>in</strong>nen50 meter) van een drukke stadsweg. Om gevoelige groepen (ouderen, k<strong>in</strong>deren en mensenmet luchtwegklachten of hart- en vaatziekten) te beschermen tegen te hoge concentratiesluchtverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, is het belangrijk de luchtverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g door drukke b<strong>in</strong>nenstedelijkewegen aan te pakken.KernboodschapDe <strong>Rotterdam</strong>se aanpak luchtkwaliteit (RAL) heeft twee doelstell<strong>in</strong>gen. Ten eerste wordt<strong>in</strong>gezet op verbeter<strong>in</strong>g (of <strong>in</strong> ieder geval tegengaan van verdere verslechter<strong>in</strong>g) van deluchtkwaliteit. Ten tweede worden wetgev<strong>in</strong>g, normer<strong>in</strong>g en maatregelenpakket zodanig<strong>in</strong>gericht dat de stad zich economisch en ruimtelijk kan blijven ontwikkelen. Het zalduidelijk zijn dat aanpass<strong>in</strong>g van wetgev<strong>in</strong>g en normer<strong>in</strong>g ten behoeve van ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong>eerste <strong>in</strong>stantie niet zal leiden tot een betere leefomgev<strong>in</strong>gkwaliteit. Alleen toepassen vanmaatregelen zal daadwerkelijk iets op kunnen leveren voor de leefomgev<strong>in</strong>g. Aangezien deRAL <strong>in</strong> 2010 wordt herijkt, ligt er een kans voor de luchtkwaliteit.›De kwaliteit van de leefomgev<strong>in</strong>g beïnvloedt de gezondheid op drie manieren. Ten eersterechtstreeks door blootstell<strong>in</strong>g aan fi jn stof <strong>in</strong> de buitenlucht, ernstige geluidsh<strong>in</strong>derdoor verkeer en verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g van het b<strong>in</strong>nenmilieu. Ten tweede kan de leefomgev<strong>in</strong>g uitnodigentot gezond gedrag, zoals fi etsen, wandelen, sporten en spelen. De derde manierwaarop de leefomgev<strong>in</strong>g de gezondheid beïnvloedt, is de belev<strong>in</strong>g van de omgev<strong>in</strong>g. Hierwordt dat toegespitst op de positieve belev<strong>in</strong>g van het groen.In de ‘Stadsvisie <strong>Rotterdam</strong>; Ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gsstrategie 2030 (2007)’ wordt een goedemilieukwaliteit, veiligheid en gezondheid van groot belang genoemd voor <strong>Rotterdam</strong> alsaantrekkelijke stad om <strong>in</strong> te wonen en te werken. In het ‘Programma Milieu <strong>Rotterdam</strong> 2008-2012’ wordt een gezondere leefomgev<strong>in</strong>g als één van de milieudoelen genoemd.Lucht en gezondheidVan de won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> ligt 9% direct aan een drukke b<strong>in</strong>nenstedelijke weg (zieDefi nities) en ligt 1% b<strong>in</strong>nen honderd meter van een rijksweg. Dit betekent dat de bewonersvan ongeveer 18.500 won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een gebied wonen met een relatief slechte luchtkwaliteit.Luchtverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g door wegverkeer kan leiden tot luchtwegklachten, zoals hoesten, piepenen kortademigheid. De kle<strong>in</strong>ste deeltjes van <strong>in</strong>geademd fi jn stof kunnen bovendien vanuit deGeluid en gezondheidBijna één op de drie <strong>in</strong>woners van 16 tot 55 jaar ervaart h<strong>in</strong>der door geluid van wegverkeer.Ruim een derde ervaart geluidsh<strong>in</strong>der door buren. Brommers en scooters veroorzaken bij 38%van de <strong>Rotterdam</strong>mers h<strong>in</strong>der. Het percentage <strong>in</strong>woners <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong> van 16 tot 55 jaar daternstige h<strong>in</strong>der door geluid ervaart is 31%. Vergeleken met de G4 ervaren de <strong>Rotterdam</strong>mersmeer geluidsh<strong>in</strong>der van verkeer, buren en <strong>in</strong>dustrie.Geluid is <strong>in</strong> toenemende mate een gezondheidsprobleem. Het veroorzaakt vooral h<strong>in</strong>deren slaapverstor<strong>in</strong>g. Langdurige blootstell<strong>in</strong>g aan geluid kan leiden tot hart- en vaatziekten.Daarnaast leidt geluidsoverlast mogelijk tot meer huisartsbezoeken, meer medicijngebruiktegen hoge bloeddruk, meer ziekenhuisopnames en verm<strong>in</strong>derde leerprestaties van k<strong>in</strong>deren.Wegverkeer is de belangrijkste bron van geluidsh<strong>in</strong>der. Daarnaast zijn vliegverkeer,railverkeer, bouw- en sloopactiviteiten en buren belangrijke bronnen. Voor afzonderlijkegeluidsbronnen gelden wettelijke normen. De wet houdt geen reken<strong>in</strong>g met gelijktijdigeoverlast van meerdere bronnen. Ook onder de wettelijke norm kunnen daarom nadeligegezondheidseffecten optreden.<strong>Rotterdam</strong> heeft een Actieplan Geluid (2009) vastgesteld. Het doel van het actieplanis ten eerste de geluidsh<strong>in</strong>der te beperken, ten tweede de akoestische kwaliteit van destad te verbeteren en daarmee de kwaliteit van de leefomgev<strong>in</strong>g te verhogen en de stad28 29


aantrekkelijker te maken. Ten derde moet het kansen scheppen voor de gewenste ruimtelijkeontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>Rotterdam</strong>. Het is de uitdag<strong>in</strong>g voor bijvoorbeeld stiller asfalt daadwerkelijkmiddelen vrij te maken.Groen en gezondheidIn <strong>Rotterdam</strong> geeft 61% van de 16- tot 55-jarigen een voldoende aan het groen. Voor55-plussers is dit 82%. Van de 16- tot 55-jarigen v<strong>in</strong>dt 61% dat men <strong>in</strong> het groen tot rust kankomen, 64% v<strong>in</strong>dt dat er actief <strong>in</strong> de buurt gerecreëerd kan worden. 45 procent van de 16- tot55 jarigen en 65% van de 55-plussers v<strong>in</strong>dt dat er voldoende groen <strong>in</strong> de buurt is.De aanwezigheid van groen stimuleert bewegen, zorgt voor herstel van stress enaandachtsmoeheid, maakt z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g mogelijk en kan sociale contacten stimuleren. K<strong>in</strong>derendie opgroeien <strong>in</strong> een groene omgev<strong>in</strong>g zijn beter <strong>in</strong> het opnemen van kennis. Bovendienworden k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> een natuurlijke omgev<strong>in</strong>g meer uitgenodigd tot bewegen dan <strong>in</strong> eenniet-natuurlijke omgev<strong>in</strong>g. Groen heeft ook een recreatieve functie; het werkt vooral alshet makkelijk toegankelijk en uitnodigend is. Maar ook uitzicht op groen brengt al positieveeffecten met zich mee.Het stedelijk Groenplan en het Regionale Groenstructuurplan 2 en vervolgens het MeerjarenInvester<strong>in</strong>gsprogramma Buitenruimte hebben geleid tot onder meer het Handboek openbareruimte (<strong>Rotterdam</strong>se Stijl), Bomenstructuurvisie, Lichtvisie, Groene daken, Kleur en Fleur. Destad, samen met de deelgemeenten, heeft succesvolle projecten uitgevoerd, zoals het Kral<strong>in</strong>gseBos en het Zuiderpark. Het Groenjaar 2008 heeft een diversiteit aan projecten en ideeën, eneen groener beeld van de stad opgeleverd. Eén van de onderzoeken is ‘<strong>Rotterdam</strong> gezondgroen, gewoon doen’ (2009). Maar ook de <strong>Rotterdam</strong>se Norm voor buitenspeelruimte, deStedenbouwkundige visie K<strong>in</strong>dvriendelijke wijken en de studie ‘Bio+divers=gezond’. Uitvoer<strong>in</strong>gvan (onderdelen van) de plannen zullen bijdragen aan de gezondheid.Tot slotIn het kader van de regionale VTV heeft de <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> ook een <strong>Gezondheid</strong>satlasontwikkeld: een website met een schat aan <strong>in</strong>formatie over de gezondheid <strong>in</strong> de (deel)gemeenten van het <strong>Rijnmond</strong>gebied (www.<strong>Gezondheid</strong>satlasrotterdamrijnmond.nl). Omdaarnaast cont<strong>in</strong>u achtergrond<strong>in</strong>formatie en <strong>in</strong>formatie over <strong>in</strong>terventiemogelijkhedenbeschikbaar te kunnen stellen, ontwikkelt de <strong>GGD</strong> <strong>in</strong> 2010 een Kompas Volksgezondheid<strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>. Beide websites worden regelmatig aangevuld met nieuwe <strong>in</strong>formatie enactuele cijfers. Op deze manier kunnen (deel)gemeenten altijd de meest actuele gegevensgebruiken.De regionale VTV <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> ontwikkelt zich verderVoor de gemeentelijke en deelgemeentelijke rapportages die de <strong>GGD</strong> nu presenteert,heeft de <strong>GGD</strong> voor het eerst een <strong>in</strong>tegrale analyse gemaakt van de gezondheid <strong>in</strong> haarwerkgebied. De komende jaren zal de <strong>GGD</strong> dit aanvullen met prognoses voor de toekomst.Voor (deel)gemeentelijk gezondheidsbeleid is naast <strong>in</strong>formatie over de gezondheidssituatievan de burgers ook <strong>in</strong>formatie over zorgbehoefte en zorgaanbod van belang. Hierovergaat de <strong>GGD</strong> meer kennis verzamelen. Deze toekomstige ontwikkel<strong>in</strong>gen zullen zowelde volgende serie (deel)gemeentelijke rapportages als de <strong>Gezondheid</strong>satlas op <strong>in</strong>ternetverrijken. Daarnaast zullen de evaluatie van de huidige rapportages en de ervar<strong>in</strong>gen metde <strong>Gezondheid</strong>satlas leiden tot verbeter<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de toekomst. Deze regionale VTV is eengroeiproces. Groei op basis van beschikbare <strong>in</strong>formatie zowel als behoeften van (deel)gemeenten.430 31


Literatuur, gegevensbronnenen websitesLiteratuurChristiaanse B, Schouten G, Stam B, Veelen J van. <strong>Gezondheid</strong>senquête 2008. Degezondheid van volwassenen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>. <strong>Rotterdam</strong>: <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>, 2009.Cole TJ, Bellizzi MC, Flegal KM, Dietz WH. Establish<strong>in</strong>g a standard def<strong>in</strong>ition for childoverweight and obesity worldwide: <strong>in</strong>ternational survey. BMJ, 2000;320(7244):1240-3.Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <strong>Gezondheid</strong>sdeterm<strong>in</strong>anten\ Leefstijl\ Alcoholgebruik, 30 maart 2009.Leemrijse CJ, Ooms L, Veenhof C. Evaluatie van kansrijke beweegprogramma’s omlichaamsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de bevolk<strong>in</strong>g te bevorderen. Fase 2. Utrecht: NIVEL, 2009.Reijnders UJL, Drijber BC. Huiselijk geweld (1): Cijfers en herkenn<strong>in</strong>g; Huisarts en geweld.Huisarts Wet, 2006;49:65-66,88.Stivoro. Jaarverslag 2008. Stivoro voor een rookvrije toekomst. Den Haag, 2009.COS, Centrum voor Onderzoek en Statistiek. <strong>Rotterdam</strong> sociaal gemeten: 2e met<strong>in</strong>g SocialeIndex. <strong>Rotterdam</strong>: Gemeente <strong>Rotterdam</strong>, 2009.Tilburg T van, Jong de-Gierveld J. Zicht op eenzaamheid. Achtergronden, oorzaken enaanpak. Assen: Kon<strong>in</strong>klijke Van Gorcum, 2007.Deun<strong>in</strong>g CM, Roedig A. Sociaaleconomische status 2006. In: Volksgezondheid ToekomstVerkenn<strong>in</strong>g, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Beïnvloedende factoren\ Sociale omgev<strong>in</strong>g\ Ses, 12 december 2006.Fokkema T, Tilburg T van. Eenzaam en dan? De (on)mogelijkheden van <strong>in</strong>terventiesbij ouderen. E<strong>in</strong>drapportage aan de Sticht<strong>in</strong>g Sluyterman van Loo van een vergelijkendeffect- en procesevaluatie-onderzoek naar <strong>in</strong>terventies ter voorkom<strong>in</strong>g en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g vaneenzaamheid onder ouderen. Den Haag/Amsterdam: NIDI/VU, 2005.Gelder BM van, Poos MJJC, Zant<strong>in</strong>ge EM. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen vanroken? In Volksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g, Nationaal Kompas Volksgezondheid.Bilthoven: RIVM, <strong>Gezondheid</strong>sdeterm<strong>in</strong>anten\ Leefstijl\Roken, 8 december 2009.Gemeente <strong>Rotterdam</strong>. Veiligheids<strong>in</strong>dex 2009: Met<strong>in</strong>g van de veiligheid <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>.<strong>Rotterdam</strong>: Gemeente <strong>Rotterdam</strong>, 2009.<strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> & Erasmus Medisch Centrum, Aanvalsplan per<strong>in</strong>atale sterfte<strong>Rotterdam</strong>. <strong>Rotterdam</strong>: Gemeente <strong>Rotterdam</strong>, 2008.<strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>. Samenwerken bij de aanpak Huiselijk geweld Werkwijze Lokaalteam Huiselijk Geweld <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>. <strong>Rotterdam</strong>: <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>, 2008.Jong-Gierveld J de, Kamphuis FH. The development of a Rasch-type lonel<strong>in</strong>ess-scale.Applied Psychological Measurement, 1985;9:289-299.Veelen JJ van et al. G4: Op gezondheid uitgemeten. Over gezondheid engezondheidsverschillen <strong>in</strong> de vier grote steden. Den Haag: 2009.Visscher TLS, Schoemaker C. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen vanovergewicht en ondergewicht? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g, NationaalKompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <strong>Gezondheid</strong>sdeterm<strong>in</strong>anten\ Persoonsgebonden\ Lichaamsgewicht, 22 september 2008.Voed<strong>in</strong>gscentrum. Preventie van overgewicht <strong>in</strong> de nota lokaal gezondheidsbeleid.Den Haag: Voed<strong>in</strong>gscentrum, 2008.GegevensbronnenGE. <strong>Gezondheid</strong>senquête. Onderzoek naar gezondheidstoestand van volwassen <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>en omgev<strong>in</strong>g (<strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>).JMR. Jeugdmonitor <strong>Rotterdam</strong>. Onderzoek naar gezondheidstoestand van jeugd <strong>in</strong> <strong>Rotterdam</strong>en omgev<strong>in</strong>g (<strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>).Statusscore. Rangorde naar sociale status van postcodegebieden <strong>in</strong> Nederland (Sociaal enCultureel Planbureau).Websiteswww.cbs.nl/statl<strong>in</strong>ewww.nationaalkompas.nlwww.cos.rotterdam.nlDe elektronische databank van het CBSNationaal Kompas Volksgezondheid (RIVM)Centrum voor Onderzoek en StatistiekKuunders MMAP, Laar MW van. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgenvan alcoholgebruik? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g, Nationaal32 33


Def<strong>in</strong>itiesADL-beperk<strong>in</strong>gAlgemene Dagelijkse Levensverricht<strong>in</strong>gen zijn de handel<strong>in</strong>gen die mensen dagelijks verrichtenom <strong>in</strong> leven te blijven. Mensen met beperk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de ADL hebben grote moeite met gaanzitten en opstaan uit een stoel, <strong>in</strong> en uit bed stappen, de trap op- en aflopen, of kunnen ditalleen met hulp van anderen.Direct gestandaardiseerde sterfteBij directe standaardisatie worden de leeftijdspecifieke cijfers van de <strong>in</strong>dex (bijvoorbeeldmannen uit de gemeente) toegepast op de bevolk<strong>in</strong>g van heel Nederland per 1 januari 2000.De resulterende aantallen overledenen per 10.000 van de standaardpopulatie zijn directvergelijkbaar, zonder dat verschillen <strong>in</strong> de leeftijdsopbouw als verklar<strong>in</strong>g een rol spelen. Datmaakt het mogelijk om mannen en vrouwen met elkaar te vergelijken en om verschillenderegio’s of gemeenten met elkaar te vergelijken.Drukke b<strong>in</strong>nenstedelijke wegEen (stads)weg met meer dan 10.000 voertuigbeweg<strong>in</strong>gen per etmaal.EenzaamheidEenzaamheid is het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan(kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. Kort gezegd gaat het hier om het al of niet bestaandeverlangen naar (meer, andere of betere) relaties. Eenzaamheid kent twee dimensies, namelijksociale en emotionele eenzaamheid. Bij sociale eenzaamheid wordt een ondersteunendnetwerk gemist met als gevolg gevoelens van vervel<strong>in</strong>g en doelloosheid en bij emotioneleeenzaamheid wordt het missen van <strong>in</strong>tieme relaties bedoeld wat leidt tot gevoelens vanverlatenheid en <strong>in</strong>tens verdriet. De genoemde cijfers over eenzaamheid zijn gebaseerd op deeenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld (Jong-Gierveld J de & Kamphuis FH, 1985).Ernstige geweldsdelictenEen jongere heeft een ernstig geweldsdelict gepleegd als hij/zij m<strong>in</strong>stens één vanonderstaande daden heeft gedaan:• Iemand <strong>in</strong> elkaar heeft geslagen of zo heeft geslagen dat hij/zij naar de dokter moest.• Iemand heeft bedreigd met een wapen of heeft gedreigd hem/haar <strong>in</strong> elkaar te slaanalleen om hem/haar bang te maken.• Iemand heeft bedreigd met een wapen of heeft gedreigd hem/haar <strong>in</strong> elkaar te slaanom geld of andere waardevolle artikelen te krijgen.• Iemand met een mes of wapen heeft verwond.Gestandaardiseerd huishoud<strong>in</strong>komenOm <strong>in</strong>komens van huishoudens vergelijkbaar te maken wordt het besteedbaarhuishoudens<strong>in</strong>komen gecorrigeerd voor grootte en samenstell<strong>in</strong>g van een huishouden (zie:CBS Statl<strong>in</strong>e).<strong>Gezondheid</strong><strong>Gezondheid</strong> is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn enniet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken (WHO).Groente- en fruitnormIn Nederland zijn normen vastgesteld voor de consumptie van groente en fruit. Volwassenenmoeten volgens deze normen m<strong>in</strong>imaal 200 gram groente (groentenorm) en 2 stuks fruit(fruitnorm) per dag eten. Deze normen gelden ook voor k<strong>in</strong>deren vanaf 12 jaar. Voor jongerek<strong>in</strong>deren geldt dat ze dagelijks groente én fruit moeten eten.G4De grootste vier steden van Nederland, te weten Amsterdam, Den Haag, <strong>Rotterdam</strong> enUtrecht.HDA-beperk<strong>in</strong>gMensen hebben een beperk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de huishoudelijke dagelijkse activiteiten (HDA) als zijbeperkt zijn bij het uitvoeren van m<strong>in</strong>imaal één van de volgende activiteiten: dagelijkseboodschappen doen, warme maaltijden bereiden en licht en zwaar huishoudelijk werkverrichten.Ingrijpende gebeurtenissenIngrijpende gebeurtenissen zijn bijvoorbeeld het overlijden van een familielid of een andergeliefd persoon, langdurige ziekte of ziekenhuisopname van een gez<strong>in</strong>slid, conflicten of ruziesb<strong>in</strong>nen het gez<strong>in</strong>, problemen met een ander k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> en verhuiz<strong>in</strong>g of migratie.MantelzorgMantelzorg is de zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgev<strong>in</strong>g, zoals eenpartner, ouder, k<strong>in</strong>d, buurman of -vrouw, vriend(<strong>in</strong>), als deze persoon voor langere tijd ziek,hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen,aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen enz. Mantelzorg wordt nietbetaald.Nederlandse norm gezond bewegenJeugd (onder de 18 jaar): dagelijks een uur matig <strong>in</strong>tensieve lichamelijke activiteit, waarbijde activiteiten m<strong>in</strong>imaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven vanlichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coörd<strong>in</strong>atie).Volwassenen (18-55 jaar): een half uur matig <strong>in</strong>tensieve lichamelijke activiteit op tenm<strong>in</strong>ste vijf,34 35


maar bij voorkeur alle dagen van de week.55-plussers: een half uur matig <strong>in</strong>tensieve lichamelijke activiteit op tenm<strong>in</strong>ste vijf, maar bijvoorkeur alle dagen van de week. Voor niet-actieven, zonder of met lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen,is elke extra hoeveelheid lichaamsbeweg<strong>in</strong>g meegenomen.Niet-westerse allochtoonAllochtoon met als herkomstgroeper<strong>in</strong>g een van de landen <strong>in</strong> de werelddelen Afrika,Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op grond van hunsociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden allochtonen uit Indonesië en Japantot de westerse allochtonen gerekend. Het gaat vooral om mensen die <strong>in</strong> het voormaligNederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gez<strong>in</strong>.Norm aanvaardbaar alcoholgebruikMannen: maximaal 2 glazen per dr<strong>in</strong>kdag, maximaal 5 dr<strong>in</strong>kdagen per week.Vrouwen: maximaal 1 glas per dr<strong>in</strong>kdag, maximaal 5 dr<strong>in</strong>kdagen per week.OvergewichtJeugd (onder de 18 jaar): de def<strong>in</strong>itie voor overgewicht en obesitas is afhankelijk vande leeftijd en het geslacht. Dit onder meer omdat de hoeveelheid lichaamsvet tijdens dek<strong>in</strong>derjaren steeds verandert. Internationaal zijn er geslachts- en leeftijdspecifieke afkappuntenvoor de BMI bij k<strong>in</strong>deren bepaald (Cole et al., 2000).Bij volwassenen is sprake van matig overgewicht bij een body mass <strong>in</strong>dex (BMI = gewicht <strong>in</strong>kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte <strong>in</strong> meters [kg/m 2 ]) van 25 tot 30 kg/m 2 .Bij volwassenen is sprake van ernstig overgewicht/obesitas bij een BMI groter of gelijk aan30 kg/m 2 .Overmatig alcoholgebruikMannen: meer dan 21 glazen alcoholische drank per week.Vrouwen: meer dan 14 glazen alcoholische drank per week.Dit begrip zegt dus iets over het gemiddelde dr<strong>in</strong>kgedrag.Per<strong>in</strong>atale sterfteSterfte vanaf de 22ste week van de zwangerschap tot en met de eerste week na de geboorte.Psychosociale problemenPsychische problemen voor 5- en 6-jarigen zijn gemeten met het Kort Instrument Psychologischeen Pedagogische Probleem<strong>in</strong>ventarisatie (Monitor KIPP 5). Voor het meten van depsychosociale gezondheid is gebruik gemaakt van de Strengths and Difficulties Questionaire(SDQ). De SDQ bevat <strong>in</strong> totaal 25 items, die betrekk<strong>in</strong>g hebben op vijf subschalen: ‘emotioneleproblemen’, ‘gedragsproblemen’, ‘hyperactiviteit’, ‘problemen met leeftijdsgenoten’ en ‘prosociaalgedrag’. De SDQ totaalscore maakt een goed onderscheid mogelijk tussen jongerendie waarschijnlijk geen psychosociale problemen hebben en jongeren die dit wel hebben.SES-scoreDe SES-score is een maat voor de sociale status van een postcodegebied. Deze maat issamengesteld uit drie elementen: <strong>in</strong>komen, werkgelegenheid en opleid<strong>in</strong>gsniveau.SignificantDe kans dat een onderzoeksresultaat op toeval berust, is kle<strong>in</strong>er dan 5% (bij eenbetrouwbaarheid van 95% en een nauwkeurigheid van 5%).Sociale <strong>in</strong>dexEen <strong>in</strong>strument waarmee een score wordt berekend voor de sociale situatie <strong>in</strong> een gebied.Een deelgemeente met een score van 3,8 en lager wordt beschouwd als ‘sociaal zeer zwak’,3,9 tot 5,0 als ‘probleem', 5,0 tot 6,0 als ‘kwetsbaar’, 6,0 tot 7,1 als ‘sociaal voldoende’ en 7,1en hoger als ‘sociaal sterk’.Standardized Mortality Ratio (SMR)De SMR is het toepassen van de leeftijd- en geslachtspecifieke sterfte kansen van destandaardpopulatie (Nederland) op de bevolk<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>dex (gemeente of <strong>GGD</strong>). Deverwachte sterfte wordt op 100 gezet, de sterfte <strong>in</strong> de <strong>in</strong>dexpopulatie is daaraan gerelateerd.Als de SMR 100 is, is de sterfte <strong>in</strong> de <strong>in</strong>dexpopulatie gelijk aan die van de standaardpopulatie.Als de SMR hoger is, is de sterfte <strong>in</strong> de <strong>in</strong>dexpopulatie hoger. En als de SMR lager is, is desterfte juist lager.Uitker<strong>in</strong>gsontvangersHet aandeel uitker<strong>in</strong>gsontvangers van 15 tot en met 64 jaar uitgedrukt <strong>in</strong> hele procenten vanhet aantal personen van 15 tot en met 64 jaar.Veiligheids<strong>in</strong>dexEen <strong>in</strong>strument waarmee een score wordt berekend voor de veiligheidssituatie <strong>in</strong> een gebied.Een deelgemeente met een score 3,8 en lager wordt beschouwd als ‘onveilig’, 3,9 tot 5,0 als‘probleem’, 5,0 tot 6,0 als ‘bedreigd’, 6,0 tot 7,1 als ‘aandacht’ en 7,1 of hoger als ‘(redelijk)veilig’.Zware dr<strong>in</strong>kerMannen: m<strong>in</strong>stens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol per dag.Vrouwen: m<strong>in</strong>stens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol per dag.36 37


Afkort<strong>in</strong>genADLAMWASHGBMICJGCOPDCtCDOSA<strong>GGD</strong>GGZhavohboJGZKDVKlboLESIloLZNmavomboNIDINNGBRIVMSESSCPSDQvmboVTVvwoWHOWMOwoWPGAlgemene Dagelijkse Levensverricht<strong>in</strong>genAlgemeen maatschappelijk werkAdvies- en Steunpunt Huiselijk GeweldBody Mass IndexCentrum voor Jeugd en Gez<strong>in</strong>Chronic Obstructive Pulmonary DiseaseCommunities that CareDeelgemeentelijke Organisatie Sluitende AanpakGemeentelijke gezondheidsdienstGeestelijke gezondheidszorgHoger algemeen voortgezet onderwijsHoger beroepsonderwijsJeugdgezondheidszorgKorte Depressie Vragenlijst voor K<strong>in</strong>derenLager beroepsonderwijsLandelijk Expertisecentrum Sociale InterventiesLager onderwijsLokaal ZorgnetwerkMiddelbaar algemeen voortgezet onderwijsMiddelbaar beroepsonderwijsNederlands Interdiscipl<strong>in</strong>air Demografisch InstituutNederlandse Norm Gezond BewegenRijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en MilieuSociaaleconomische statusSociaal Cultureel PlanbureauStrengths and Difficulties QuestionnaireVoorbereidend middelbaar beroepsonderwijsVolksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>gVoorbereidend wetenschappelijk onderwijsWorld Health OrganizationWet maatschappelijke ondersteun<strong>in</strong>gWetenschappelijk onderwijsWet publieke gezondheid38 39


Bijlage: <strong>Gezondheid</strong>sprofiel van degemeente <strong>Rotterdam</strong>Tabel 1: Sterfte en levensverwacht<strong>in</strong>gIndicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLTotale sterfteTotaal (2003-2006) Aantal per jaar 6.011 137.539Mannen (2003-2006) 2.758 66.743Vrouwen (2003-2006) 3.253 70.796Totaal (2003-2006)Aantal per 10.000 <strong>in</strong>wonersper jaar101 ● 84Mannen (2003-2006) 95 ● 83Vrouwen (2003-2006) 108 ● 86Totaal (2003-2006)Direct gestandaardiseerd per10.000 <strong>in</strong>woners per jaar85 ● 77Mannen (2003-2006) 83 ● 73Vrouwen (2003-2006) 87 ● 79Totaal (2003-2006) SMR 110 ▼ 100Mannen (2003-2006) 112 ▼ 100Vrouwen (2003-2006) 109 ▼ 100Ziekten van het hart- en vaatstelselTotaal (2003-2006) SMR 108 ▼ 100Mannen (2003-2006) 110 ▼ 100Vrouwen (2003-2006) 108 ▼ 100Kwaadaardige nieuwvorm<strong>in</strong>genTotaal (2003-2006) SMR 107 ▼ 100Mannen (2003-2006) 106 ▼ 100Vrouwen (2003-2006) 110 ▼ 100Ziekten van deademhal<strong>in</strong>gsorganenTotaal (2003-2006) SMR 107 ▼ 100Mannen (2003-2006) 107 ▼ 100Vrouwen (2003-2006) 108 ▼ 100Levensverwacht<strong>in</strong>g bij de geboorteTotaal (2003-2006) Jaren 77,9 ▼ 79,4Mannen (2003-2006) 75,4 ▼ 77,0Vrouwen (2003-2006) 80,2 ▼ 81,6▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.● Significantie is niet berekend.Tabel 2: Ziekten en aandoen<strong>in</strong>genIndicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLChronische aandoen<strong>in</strong>g16-55 jaar (2008)% m<strong>in</strong>imaal 1 ziekte ofaandoen<strong>in</strong>g55 jaar en ouder (2008) 7916 jaar en ouder (2008) 55 ▼ 53Diabetes16-55 jaar (2008) % 355 jaar en ouder (2008) 1216 jaar en ouder (2008) 6 6Migra<strong>in</strong>e/ernstige hoofdpijn16-55 jaar (2008) % 1755 jaar en ouder (2008) 1016 jaar en ouder (2008) 15 ▼ 14Hoge bloeddruk16-55 jaar (2008) % 955 jaar en ouder (2008) 3316 jaar en ouder (2008) 16 ▼ 15Luchtwegaandoen<strong>in</strong>gen16-55 jaar (2008) % astma/COPD 855 jaar en ouder (2008) 1216 jaar en ouder (2008) 9 9Aandoen<strong>in</strong>g aan rug16-55 jaar (2008) % 955 jaar en ouder (2008) 1816 jaar en ouder (2008) 12 11Artrose van heup/knie16-55 jaar (2008) % 755 jaar en ouder (2008) 3416 jaar en ouder (2008) 15 ▼ 14Aandoen<strong>in</strong>g nek/schouder16-55 jaar (2008) % 955 jaar en ouder (2008) 1516 jaar en ouder (2008) 11 11Aandoen<strong>in</strong>g elleboog/pols/ hand16-55 jaar (2008) % 655 jaar en ouder (2008) 1216 jaar en ouder (2008) 8 7▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.4840 41


Tabel 2: Ziekten en aandoen<strong>in</strong>genIndicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLDepressiviteit16-55 jaar (2008) % 1155 jaar en ouder (2008) 11ADL-beperk<strong>in</strong>g55 jaar en ouder (2008) % met m<strong>in</strong>imaal 1 beperk<strong>in</strong>g 14 14HDL-beperk<strong>in</strong>g55 jaar en ouder (2008) % met m<strong>in</strong>imaal 1 beperk<strong>in</strong>g 22 21Beperk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> horen55 jaar en ouder (2008) % met beperk<strong>in</strong>g 9 8Beperk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zien55 jaar en ouder (2008) % met beperk<strong>in</strong>g 9 ▲ 11▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.Tabel 3: InfectieziektenIndicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLBevolk<strong>in</strong>gsonderzoekBaarmoederhalskanker (2008) Bescherm<strong>in</strong>gsgraad 57InfectieziektenHepatitis B acuut (2008) Aantal meld<strong>in</strong>gen 21Hepatitis B chronisch/ onbekend (2008) 188K<strong>in</strong>khoest (2008) 805Tuberculose (2008) 112Tuberculose (2008)Vacc<strong>in</strong>atieAantal röntgenfoto’s teridentificatie8.2742 jaar (2009) % gevacc<strong>in</strong>eerd 1 9410 jaar (2009) % gevacc<strong>in</strong>eerd 2 901Gemiddelde vacc<strong>in</strong>atiegraad van zuigel<strong>in</strong>gen met geboortejaar 2006 van DKTP basis immuun, HIB volledigafgesloten, BMR basis immuun, MenC volledig afgesloten, pneumokokken volledig afgesloten.2Gemiddelde vacc<strong>in</strong>atiegraad van schoolk<strong>in</strong>deren met geboortejaar 1998 DTP volledig afgesloten en BMRvolledig afgesloten.Tabel 4: Functioneren en kwaliteit van levenIndicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLErvaren gezondheid5-6 jaar (2007-2008) % gaat wel tot slecht 610-11 jaar (2008-2009),landelijk 0-11 jaar (2007-2008)12-13 jaar (2007-2008) 1814-15 jaar (2007-2008) 1812-15 jaar (2007-2008), lan -d elijk 12-17 jaar (2007-2008)16-55 jaar (2008) % matig of slecht 1455 jaar en ouder (2008) 3017 518 1016 jaar en ouder (2008) 19 ▼ 17Eenzaamheid16-55 jaar (2008) % matig tot zeer ernstig 4155 jaar en ouder (2008) 4416 jaar en ouder (2008) % (zeer) ernstig eenzaam 10 916-55 jaar (2008) % emotioneel eenzaam 1655 jaar en ouder (2008) 1616-55 jaar (2008) % sociaal eenzaam 3155 jaar en ouder (2008) 32Depressie16-55 jaar (2008) % hoog risico 855 jaar en ouder (2008) 716 jaar en ouder (2008) 8 7Psychofarmaca16-55 jaar (2008) % gebruikers 655 jaar en ouder (2008) 916 jaar en ouder (2008) 7 7Psychosociale problemen5-6 jaar (2007-2008) % zorgelijke score volgens ouders 155-6 jaar (2007-2008) % zorgelijke score volgens leerkracht 155-6 jaar (2007-2008)% zorgelijke score volgens zowel ouders alsleerkracht10-11 jaar (2008-2009) % zorgelijke score volgens ouders (SDQ) 1410-11 jaar (2008-2009) % zorgelijke score volgens leerkracht (SDQ) 610-11 jaar (2008-2009)% zorgelijke score volgens zowel ouders alsleerkracht (SDQ)12-13 jaar (2007-2008) % hoge score op psychosociale problemen (SDQ) 1314-15 jaar (2007-2008) 1312-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.4213 1642 43


Tabel 4: Functioneren en kwaliteit van leven (vervolg)Indicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLEmotionele problemen2 jaar (2007-2008)% vaak / (bijna) altijd van streek/ huilt snelvolgens de ouders5-6 jaar (2007-2008) 125-6 jaar (2007-2008)2 jaar (2007-2008)% vaak / (bijna) altijd van streek/ huilt snelvolgens de leerkracht% maakt neerslachtige / verdrietige <strong>in</strong>drukvolgens de ouders5-6 jaar (2007-2008) 35-6 jaar (2007-2008)10-11 jaar (2008-2009)10-11 jaar (2008-2009)10-11 jaar (2008-2009)12-13 jaar (2007-2008)% maakt neerslachtige / verdrietige <strong>in</strong>drukvolgens de leerkracht% hoge score op sombere gevoelens volgensKDVK% zorgelijke score op SDQ, subschaalemotionele problemen volgens de ouders% zorgelijke score op SDQ, subschaalemotionele problemen volgens de leerkracht% zorgelijke score op SDQ, subschaalemotionele problemen14-15 jaar (2007-2008) 1712-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)Ontwikkel<strong>in</strong>g/gedrag2 jaar (2007-2008)% ouder maakt zich veel zorgen overontwikkel<strong>in</strong>g/gedrag5-6 jaar (2007-2008) 135-6 jaar (2007-2008)5-6 jaar (2007-2008)Suïcide% leerkracht maakt zich veel zorgen overontwikkel<strong>in</strong>g/gedrag% ouder en leerkracht maken zich veel zorgenover ontwikkel<strong>in</strong>g/gedrag12-13 jaar (2007-2008) % suïcidegedachten <strong>in</strong> afgelopen jaar 1914-15 jaar (2007-2008) 1812-13 jaar (2007-2008) % ooit suïcidepog<strong>in</strong>g gedaan 314-15 jaar (2007-2008) 4▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.11422231181817 1512215Tabel 4: Functioneren en kwaliteit van leven (vervolg)Indicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLProbleemgedrag2 jaar (2007-2008)% met drie of meer ongunstige antwoorden opprobleemgedrag volgens de ouders5-6 jaar (2007-2008) 13% met drie of meer ongunstige antwoorden opprobleemgedrag volgens de leerkracht10-11 jaar (2008-2009) % frequent probleemgedrag 1 1312-13 jaar (2007-2008)% probleemgedrag totaal (vandalisme, gevecht,diefstal, ernstig geweldsdelict, ouders mishandeldof weggelopen van huis)- tenm<strong>in</strong>ste 1 keer <strong>in</strong> afgelopen 12 maanden14-15 jaar (2007-2008) 6712-13 jaar (2007-2008)% probleemgedrag totaal- meer dan 1 keer <strong>in</strong> afgelopen 12 maanden14-15 jaar (2007-2008) 5512-13 jaar (2007-2008) % vandalisme <strong>in</strong> afgelopen 12 mnd 2914-15 jaar (2007-2008) 2712-13 jaar (2007-2008) % gevecht <strong>in</strong> afgelopen 12 mnd 3214-15 jaar (2007-2008) 3312-13 jaar (2007-2008) % diefstal (<strong>in</strong>cl. zwartrijden) <strong>in</strong> afgelopen 12 mnd 5214-15 jaar (2007-2008) 5812-13 jaar (2007-2008) % ernstig geweldsdelict <strong>in</strong> afgelopen 12 mnd 1014-15 jaar (2007-2008) 1012-13 jaar (2007-2008) % ouders mishandeld <strong>in</strong> afgelopen 12 mnd 514-15 jaar (2007-2008) 412-13 jaar (2007-2008) % weggelopen <strong>in</strong> afgelopen 12 mnd 314-15 jaar (2007-2008) 4Wapenbezit10-11 jaar (2008-2009) % dat wel eens een wapen bij zich draagt 612-13 jaar (2007-2008) 714-15 jaar (2007-2008) 9▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.1Probleemgedrag wordt frequent genoemd wanneer leerl<strong>in</strong>gen meer dan 3 probleemgedrag<strong>in</strong>gen rapporteren over het afgelopen jaar of wanneer leerl<strong>in</strong>gen rapporteren één of meer probleemgedrag<strong>in</strong>gen vaakof heel vaak te hebben gedaan het afgelopen jaar.257654944 45


Tabel 4: Functioneren en kwaliteit van leven (vervolg)Indicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLSpijbelen5-6 jarigen % vaak ongeoorloofd afwezig van school 310-11 jarigen 212-13 jaar (2007-2008) % gespijbeld <strong>in</strong> afgelopen vier weken 314-15 jaar (2007-2008) 1112-15 jaar (2007-2008),landelijk: 12-16 jaar (2005)12-13 jaar (2007-2008)% drie uur of meer gespijbeld <strong>in</strong> afgelopenvier weken14-15 jaar (2007-2008) 4Pesten5-6 jarigen (2007-2008)5-6 jarigen (2007-2008)5-6 jarigen (2007-2008)5-6 jarigen (2007-2008)10-11 jaar (2008-2009)% dat vaak of (bijna) altijd geplaagd wordtvolgens de ouders% dat vaak of (bijna) altijd geplaagd wordtvolgens de leerkracht% dat vaak of bijna altijd ruzie maakt ofanderen plaagt, volgens de ouders% dat vaak of bijna altijd ruzie maakt ofanderen plaagt, volgens de leerkracht% dat tenm<strong>in</strong>ste één keer per week wordtgepest12-13 jaar (2007-2008) 714-15 jaar (2007-2008) 312-15 jaar (2007-2008),landelijk: 12-16 jaar (2005)10-11 jaar (2008-2009)% dat m<strong>in</strong>stens twee keer per maandgepest wordt% dat tenm<strong>in</strong>ste één keer per weekanderen pest12-13 jaar (2007-2008) 314-15 jaar (2007-2008) 312-15 jaar (2007-2008),landelijk: 12-16 jaar (2005)Ingrijpende gebeurtenissen2 jaar (2007-2008)% dat m<strong>in</strong>stens twee keer per maandanderen pest% één of meer <strong>in</strong>grijpende gebeurtenissenmeegemaakt <strong>in</strong> de afgelopen 2 jaar5-6 jarigen 442 jaar (2007-2008)% één of meer <strong>in</strong>grijpende gebeurtenissenmeegemaakt, ooit5-6 jaar (2007-2008) 8010-11 jaar (2008-2009) 8112-13 jaar (2007-2008) 8914-15 jaar (2007-2008) 87▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.


Tabel 5: Leefstijl (vervolg)Indicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLVoed<strong>in</strong>g2 jaar (2007-2008) % dat ≥5 dagen per week ontbijt 965-6 jaar (2007-2008) 9210-11 jaar (2008-2009) 9012-13 jaar (2007-2008) 8014-15 jaar (2007-2008) 712 jaar (2007-2008) % dat voldoet aan de fruitnorm 1 545-6 jaar (2007-2008) 4210-11 jaar (2008-2009) 3112-13 jaar (2007-2008) 3014-15 jaar (2007-2008) 2410-11 jaar (2008-2009),landelijk 11-12 jaar (2007-2008))12-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)% dat dagelijks fruit eet 45 372 jaar (2007-2008) % dat dagelijks groente eet 545-6 jaar (2007-2008) 3910-11 jaar (2008-2009),landelijk 11-12 jaar (2007-2008))12-13 jaar (2007-2008) 4214-15 jaar (2007-2008) 3712-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)2 jaar (2007-2008)% dat meer dan twee glazen frisdr<strong>in</strong>kt 2 275-6 jaar (2007-2008) 3610-11 jaar (2008-2009) 3412-13 jaar (2007-2008) 3514-15 jaar (2007-2008) 412 jaar (2007-2008) % dat ≥3 tussendoortjes per dag eet 45-6 jaar (2007-2008) 510-11 jaar (2008-2009) 737 2939 4439 41▲ Significant gunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.▼ Significant ongunstiger dan het laatste cijfer <strong>in</strong> de rij.1Peuters en kleuters anderhalf stuk per dag, vanaf groep 7 twee stuks per dag. Bij alle leeftijdsgroepen mag1 stuk fruit vervangen worden door een glas s<strong>in</strong>aasappel- of grapefruitsap.2Frisdrank of andere gezoete dranken.3Populatie: jongeren die wel een geslachtsgemeenschap hebben gehad.Tabel 5: Leefstijl (vervolg)Indicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLLichaamsbeweg<strong>in</strong>g2 jaar (2007-2008),landelijk 3 jaar (2005)5-6 jaar (2007-2008),landelijk 5-12 jaar (2005)10-11 jaar (2008-2009),landelijk 5-12 jaar (2005)5-,6 jaar (2007-2008)% dat ≥5 dagen per week buiten speelt 51 60% dat ≥2 dagen per week sport buitenschooltijd10-11 jaar (2008-2009) 6912-13 jaar (2007-2008) 7714-15 jaar (2007-2008) 6710-11 jaar (2008-2009),landelijk 8-12 jaar (2005)34 6740 67% dat lid is van sportverenig<strong>in</strong>g 65 7712-13 jaar (2007-2008) 5614-15 jaar (2007-2008) 4912-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)2 jaar (2007-2008) % dat ≥1 uur per dag tv kijkt/ computert 565-6 jaar (2007-2008) 815-6 jaar (2007-2008) % dat ≥2 uur per dag tv kijkt/ computert 4610-11 jaar (2008-2009) 6512-13 jaar (2007-2008) 7714-15 jaar (2007-2008) 8316-55 jaar (2008) % dat de NNGB niet haalt 4755 jaar en ouder (2008) 343953 6716 jaar en ouder (2008) 43 ▼ 40Roken10-11 jaar (2008-2009) % wel eens gerookt 612-13 jaar (2007-2008) 1514-15 jaar (2007-2008) 3512-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)10-11 jaar (2008-2009) % dagelijkse rokers


Tabel 5: Leefstijl (vervolg)Indicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLAlcoholgebruik10-11 jaar (2008-2009),landelijk 11-12 jaar (2005)% dat wel eens alcohol heeft gedronken 28 4912-13 jaar (2007-2008), 2414-15 jaar (2007-2008) 4912-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)10-11 jaar (2008-2009),landelijk 11-12 jaar (2005)37 77% dat de afgelopen 4 weken heeft gedronken 7 1412-13 jaar (2007-2008) 1114-15 jaar (2007-2008) 3212-15 jaar (2007-2008),landelijk 12-16 jaar (2005)12-13 jaar (2007-2008)% dat ≥5 glazen heeft gedronken <strong>in</strong> afgelopen4 weken tijdens 1 gelegenheid14-15 jaar (2007-2008) 2116-55 jaar (2008) % overmatige dr<strong>in</strong>kers 955 jaar en ouder (2008) 1222 4916 jaar en ouder (2008) 10 ▲ 1216-55 jaar (2008)% dat de norm aanvaardbaar alcoholgebruikoverschrijdt55 jaar en ouder (2008) 40Drugsgebruik12-13 jaar (2007-2008) % softdrugs gebruikt <strong>in</strong> afgelopen 4 weken


Tabel 7: Leefomgev<strong>in</strong>gIndicator Def<strong>in</strong>itie <strong>Rotterdam</strong> G4 NLGeluidh<strong>in</strong>der16-55 jaar (2008) % dat ernstige geluidh<strong>in</strong>der ervaart 31 ▼ 2916-55 jaar (2008) % geluidh<strong>in</strong>der door bromfietsen 38 ▼ 3616-55 jaar (2008) % geluidh<strong>in</strong>der door buren 36 ▼ 3416-55 jaar (2008) % geluidh<strong>in</strong>der door verkeer


COLOFONDit rapport is een onderdeel van deregionale Volksgezondheid ToekomstVerkenn<strong>in</strong>g (rVTV) <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>.Dit is een uitgave van de <strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong> <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met hetRijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid enMilieu (RIVM).Herziene druk april 2010Redactie: Ö. Erdem, C. Nann<strong>in</strong>ga,R. Kiela en W.M.M. Klaus-MeijsVormgev<strong>in</strong>g: troy! creatieve communicatieDrukwerk: TDS<strong>GGD</strong> <strong>Rotterdam</strong>-<strong>Rijnmond</strong>Postbus 700323000 LP <strong>Rotterdam</strong>(010) 433 99 66<strong>in</strong>fo@ggd.rotterdam.nlwww.ggd.rotterdam.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!