13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>De voornaamste reactie bestond er met andere woorden in om de middelen te doentoenemen. De sociale bijdragen stegen van minder dan 20% van het Franse bbp in1978 tot nagenoeg 23% in 1985. Sindsdien stabiliseren ze zich op dit niveau. Daarwaar de sociale bijdragen in het begin van de jaren tachtig goed waren voor 45%van het brutoloon, bedroegen ze in 1996 meer dan 60% voor een loon dat 1,3 keerhoger lag dan het minimumloon (Palier, 2005a).Deze eerste reacties op de financiële crisis van de Franse verzorgingsstaat leiddentot relatief kleine veranderingen in het uitkeringsniveau (een aantal nieuwe uitkeringen,een zekere stabilisering, zoals voor de werkloosheid na 1984, en in sommigegevallen een daling, vooral dan in de terugbetaling van de gezondheidszorg), tot eengroter aantal gerechtigden (werkloosheidsverzekering, voortijdige pensionering, pensioenop de leeftijd van 60 jaar) en vooral tot de verhoging van de sociale bijdragen.Om conflicten met de sociale partners en de bevolking uit de weg te gaan, pastende regeringen enkele “goede oude methodes” toe. Deze methodes waren eveneensvan belang, als ondersteuning van de strategie om de werkgelegenheid te beperken– strategie die in die tijd in Frankrijk en andere landen van Continentaal Europawerd ingevoerd (Esping-Andersen, 1996). Tijdens de jaren 1980 verzachtten deregeringen de zwaarste sociale gevolgen van de industriële herstructurering – die talvan ontslagen tot gevolg had – met de uitgaven voor sociale zekerheid. In Frankrijkwerd deze techniek bestempeld als sociale aanpak van de werkloosheid. Ditbeleid werd ontworpen om de oudste werknemers van de arbeidsmarkt te halen,door in 1981 de wettelijke pensioenleeftijd te verlagen (van 65 tot 60 jaar) en doorvervroegd uittreden aan te moedigen: in 1975 gingen 84.000 personen vervroegdmet pensioen; 159.000 in 1979; 317.000 in 1981 en 705.000 in 1983 (Bichot,p. 132, 1997).In de loop van deze eerste periode gebruikten de regeringen de beschikbare sociaalbeleidsinstrumentenzonder evenwel echt nieuwe instrumenten te creëren, en zebepaalden voor hun beleid ook geen nieuwe doelstellingen. Ze voerden duseersterangswijzigingen door (Hall, 1993). De sociale uitkeringen werden beschouwd alseen goed instrument om de slachtoffers van de crisis te helpen (Levy, 2005). In de jaren1990 werd deze strategie problematisch, gezien de nieuwe Europese context.3.2. BEHEERSING VAN DE UITGAVEN VOOR SOCIALE ZEKERHEID: DE EERSTE POGIN-GEN OM DE UITGAVEN TE VERMINDERENDe Europese context veranderde ingrijpend in het begin van de jaren 1990, toende eenheidsmunt werd goedgekeurd en de criteria van Maastricht werden opgelegd.Door de interne markt nam de concurrentie tussen de Europese bedrijven toe endaarbij speelden de arbeidskosten een doorslaggevende rol. De Franse werkgeversdrongen er tijdens de debatten steeds meer op aan dat de sociale bijdragen niet380

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!