13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE HERVORMINGEN VAN DE VERZORGINGSSTAAT IN DUITSLANDvrijwillig privépensioenstelsel, van geringe omvang in het begin, is immers bovenop het overheidsstelsel gekomen en zal in vergelijking sneller groeien dan dat vande overheid. Het systeem ging in 2002 van start en ondertussen (november 2008)heeft ongeveer één derde (12 miljoen) van alle in aanmerking komende werknemerseen Riester-Rente-spaarplan genomen. In het gezondheidszorgbeleid zagen weinstitutionele hervormingen die meer inhielden dan alleen maar bezuinigingen (versterkteconcurrentie), maar er waren nog geen veranderingen die tot “conversie”leidden. De hervorming van 2008 heeft het verzekeringsstelsel voor blijvende zorggevrijwaard van ontwikkelingen.Als we de institutionele omstandigheden van de Duitse verzorgingsstaat omstreeks1980 (zie deel 2.) vergelijken met de omstandigheden na de recentere hervormingen,dan zijn de veranderingen het duidelijkst zichtbaar op het vlak van de financiering.Ondanks de noemenswaardige stijgingen van de gecombineerde bijdragevoetvoor de socialeverzekeringsstelsels (zie tabel 1), stellen we vast dat steeds meer vandeze financieringswijze wordt afgeweken. Het aandeel van de sociale uitgaven datdoor bijdragen wordt gefinancierd, is gedaald van 65,7% in 1991 tot minder dan60% sinds 2003 (BMGS, p. 12, 2008). Dit is in sterke mate het gevolg van het feit datmeer belastinggeld in de socialeverzekeringsstelsels wordt binnengebracht. Vanuitdat oogpunt werden de indirecte belastingen verhoogd (btw en tabaksbelasting) ofwerden nieuwe belastingen ingevoerd (ecotaks). De verschuiving in de financieringwerd het verst doorgedreven in het overheidspensioenstelsel. In 2007 dektenbetalingen uit de federale begroting (met inbegrip van bijdragen voor kredieten vooropvoeding van kinderen, waardoor heffingen op inkomsten momenteel gemakkelijkerkunnen worden verlaagd) ongeveer een derde van dit in hoofdzaak door bijdragengefinancierde pensioenstelsel; in 1992 was dit slechts 21%. Deze subsidiesbedroegen 29% van de federale begroting in 2007 (Bundesrechnungshof, p. 90,p. 95, 2007). De belastinguitgaven voor deze Riester-Rente zijn hierbij te voegen.De bestaansreden van alle herfinancieringsmaatregelen bestaat hierin dat ze degecombineerde bijdragevoet voor de socialeverzekeringsstelsels blijvend tot onderde drempel van 40 procent moeten brengen en in het bijzonder de werkgeversmoeten vrijwaren tegen nog meer verhogingen van dit type van arbeidskostenandere dan loon. Met dat doel voor ogen hebben recente hervormingen ook het “ijzerenprincipe” – bijdragen voor sociale verzekeringen worden gelijkmatig overwerkgevers en werknemers gespreid – opgeheven. Sinds november 2008 wordt eenwerknemer zonder kinderen die zijn inkomen tegen het aanbevolen percentage van4% in de Riester-Rente stopt, belast tegen een tarief van 24,8% aan werknemersbijdragen,terwijl de werkgever boven op het brutoloon 19,6% betaalt. Dat is ongeveerhetzelfde niveau als in 1994.Wat daarentegen wel wordt voortgezet, is een opportunistisch “rangeerstationbeleid”,dat er met name in bestaat om de bijdragevoet op te trekken in een stelseldat dringend nood heeft aan bijkomende middelen, en om de bijdragevoet te verlagenin een ander stelsel, dat momenteel minder onder druk staat (zoals gebeurde in357

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!