13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>continuïteit en stabiliteit van tewerkstelling met slechts korte onderbrekingen vande bezoldigde arbeid. Dit wordt verondersteld niet-zelfstandige arbeid te zijn,gebonden aan richtlijnen en uitgevoerd als een voltijdse baan op basis van een contractvan onbepaalde duur vanaf het einde van de studies tot het pensioen op eenbepaalde leeftijd. De socialeverzekeringsstelsels – die voortgaan op tewerkstellingonder “standaardomstandigheden” maar afzonderlijk worden georganiseerd – zorgenin duidelijk omschreven omstandigheden voor een vervangingsinkomen, metname wanneer er typische risico’s van loonarbeid aanwezig zijn en wanneerwerknemers tijdelijk niet in staat zijn om een marktinkomen te verdienen (ziekte,werkloosheid) of wanneer niet langer van hen wordt verwacht dat ze dat doen(invaliditeit, ouderdom). Deze inkomensafhankelijke uitkeringen zijn tevensbedoeld om het armoedebeleid te marginaliseren, d.w.z. om ervoor te zorgen datiemand zo weinig mogelijk afhangt van doorgaans lagere, middelengetoetste bijstandsuitkeringen.Als maatschappelijke regeling van productie en reproductie was de SAV duidelijkgendergedifferentieerd. Het uitgangspunt was dat een voltijdse baan die door collectieveovereenkomsten werd gegarandeerd, (zelfs voor het laagste loontarief) eenvoldoende hoog “gezinsloon” opleverde om in de noden van een kerngezin te kunnenvoorzien. <strong>Sociale</strong>verzekeringsstelsels brachten soelaas voor gezinnen waar deman de kostwinner was, omdat de eigen en afgeleide rechten op uitkeringen doorgaanshoog genoeg waren om tegelijk ook aan de noden van de personen ten lastetegemoet te komen. Bijgevolg hoefde niet veel aandacht te worden besteed aan desociale zekerheid van overwegend vrouwelijke werknemers in atypische of marginaletewerkstelling, die voornamelijk een tijdelijk of aanvullend inkomenopleverde. Op die manier werden gezinnen waar de vrouw thuisbleef, gezien als dekeerzijde van de medaille, zodat overheidsvoorzieningen voor zorg voor kinderenen bejaarden overbodig werden en tegelijkertijd de blijvende integratie vanvrouwen op de arbeidsmarkt werd belemmerd. Uitkeringen daarentegen (kinderbijslagen huisvestingstoelagen, belastingvoordelen) voldeden aan de inkomensbehoeftenvan huishoudens in bepaalde fasen van hun levensloop (1).2.2. SOCIALEVERZEKERINGSSTELSELS: INSTITUTIONELE KENMERKEN<strong>Sociale</strong>verzekeringsstelsels vormen de kern van de Bismarckiaanse verzorgingsstaat.Zoals elke andere verzorgingsstaat kunnen ze vanuit vier invalshoeken wordengeanalyseerd (zie Bonoli en Palier, 1998). De onderstaande informatie schetst desituatie op het einde van de jaren zeventig, toen het einde van de expansiegerichteontwikkeling werd ingeluid, maar werpt ook een licht op de blijvende zorg (BZ),een verzekeringsstelsel dat pas in 1995 van kracht werd (zie deel 3.1.).340(1) Door de ontwikkeling van het sociale beleid aan het SAV-concept te koppelen, geleek Duitslandzeer sterk op andere “conservatieve” verzorgingsstaten (Lewis, 1992).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!