13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>Heidenreich en Bischoff (2007, p. 22) vatten de twee hoofdtendensen samen en verzoenenze met elkaar: “Tot besluit moeten we enerzijds de fundamentele autonomievan de nationale beleidsarena erkennen. In vergelijking met de vele vetospelers inhet Duitse systeem (...) is de impact van de Europese stimulansen, suggesties, verplichtingenen beperkingen eerder klein. Effectieve veranderingen zijn maarmogelijk als de uitdagingen als dusdanig door de binnenlandse actoren wordenerkend. Anderzijds was binnen de kleine administratieve en politieke elite die perslot van rekening de Duitse arbeidsmarkt en de sociale hervormingen heeft ontworpen,de cognitieve impact (...) aanzienlijk.”Hetzelfde geldt voor de meest omvattende evaluatie van de impact van Europa ophet Frans sociaal beleid. Het is duidelijk dat de nieuwe tendensen de impact ondergaan(werkgelegenheidsgraad in plaats van werkloosheidscijfer). De analyse van dewisselwerking tussen het Franse werkgelegenheids- en pensioenbeleid en de EWSen de OMC leert ons dat de OMC de oriëntering van de Franse beleidsinitiatievenniet dicteert, maar ze geeft de nationale actoren wel Europese middelen die hen bijhun werk op nationaal niveau kunnen helpen (Barbier en Samba Sylla, 2001; Coronen Palier, 2002; Erhel et al., 2005). Volgens Mandin en Palier (2004), tijdens interviewsover de invloed van de OMC of de EWS op hun acties, ontkenden de Fransepolitici en actoren uit de administratie dat er een rechtstreekse invloed bestaat,maar ze spraken wel van een “hefboomeffect” (uitdrukking die voor het eerst werdgebruikt door Coron en Palier, 2002) teweeggebracht door het instrument dat binnende OMC’s werd ontwikkeld. De kwestie was niet zozeer om na te gaan of ze deOMC-richtlijnen “implementeerden”, maar wel om te weten of deze voor hen nuttigwaren bij de interactie met andere nationale actoren. De OMC wordt voor nationaleactoren een extra middel, eerder dan een niet-bespreekbare restrictie van buitenaf.Ze gebruikten de OMC-procedures, -richtlijnen, -oriënteringen en -instrumenten alseen hefboom om hun eigen positie te rechtvaardigen of om bepaalde hervormingente wettigen (voor een gedetailleerde analyse van dit “hefboomeffect”, zie Coron enPalier (2002) en Erhel et al. (2005).Wanneer we de hervormingen (bijvoorbeeld het activeringsbeleid) in detail bestuderen,stellen we vast dat er toch nog aanzienlijke verschillen zijn (zie Barbier,2006). De (nieuwe) woordenschat was bijzonder nuttig voor de “moderniseerder”in de Bismarckiaanse verzorgingsstaten. De anderen konden hiermee hun eigenverzorgingsstaat vóór de EWS en de OMC opnieuw kalibreren. Dat betekent niet dater geen invloed was, maar althans niet op de grote tendensen. Tot diezelfde conclusieskwamen ook Obinger en Talos (2010) voor Oostenrijk; zij beklemtonen deinvloed van de EWS en de OMC, niet op de details van de hervormingen, maar welop de weg die ze afleggen en het doel dat ze willen bereiken.524Om de Europese dubbelzinnigheden en de uploadprocedures anders toe te lichten,bespreken we het thema “Making Work Pay” (MWP). Het thema “werk dat moetopleveren”, is ideaal om het theoretische schema dat in het eerste deel in het lichtwerd gesteld, te illustreren. We beperken ons hier tot een analyse van de dynamiektussen de lidstaten en het Europese niveau. In een diepgaand onderzoek naar de Bel-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!