13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>CONCLUSIE. DE DUALISERING VAN DE STELSELS VOOR SOCIALE BESCHERMINGIN CONTINENTAAL EUROPANa twee decennia van “groei zonder werk” (de jaren tachtig en negentig) blijken debismarckiaanse stelsels voor sociale bescherming in staat te zijn geweest om uit devalkuil van sociale bescherming zonder werk (welfare without work, Esping-Andersen,1996) te blijven. Tussen 1997 en 2007 lijken alle economische kernfactoren inpositieve zin te veranderen: laag werkloosheidscijfer, hogere arbeidsparticipatievoor laaggeschoolde werknemers, vrouwen en oudere werknemers (Duitsland enNederland slaagden er zelfs in om de doelstellingen van de Europese Unie, namelijk50% werkzaamheidsgraad voor de 55-64-jarigen, te halen). Dat kan ongetwijfeldworden toegeschreven aan de structurele hervormingen (activering) van de socialebescherming en aan de veranderingen inzake financieringswijze (verlaging van dearbeidskosten). Al deze bereikte vorderingen kwamen echter op de helling te staandoor de crisis van het einde van de jaren 2000, die haast al deze landen (met uitzonderingvan Duitsland) terugbracht naar de situatie van het einde van de jarennegentig. Bovendien ging het bij de bereikte vorderingen louter om kwantiteit enniet om kwaliteit.De kwaliteit van de meeste van de gecreëerde arbeidsplaatsen was immers nietgoed. In de jaren negentig voerden de landen van Continentaal Europa flexibiliseringsmaatregelendoor (versoepeling van de regels aangaande deeltijds werk,overeenkomsten voor bepaalde duur, werk als uitzendkracht), maar hoofdzakelijkdan in de marge van de arbeidsmarkt, met een institutionalisering van de secundairearbeidsmarkt als gevolg (Palier en Thelen, 2010). In de jaren negentig en 2000 leiddenzowel de ontwikkeling van arbeidsplaatsen gesubsidieerd dankzij de vrijstellingvan sociale bijdragen (zoals de mini- en midijobs in Duitsland, de verveelvoudigingvan gesteunde arbeidsplaatsen in Frankrijk), als de ontwikkeling van socialevrijstellingen tot de uitbreiding van deze secundaire arbeidsmarkt. Ook al stijgt hunaantal snel, deze nieuwe banen worden in Continentaal Europa vaak “atypisch”genoemd, een term die op zich al inhoudt dat op dit arbeidsmarktsegment verschillendenormen en regels van toepassing zijn (Palier en Thelen, 2010).Deze omvorming van de arbeidsmarkt gaat gepaard met de omvorming van desociale stelsels, want de atypische situaties op de arbeidsmarkt zijn gedekt doorandere sociale uitkeringen en zijn vaak van een lager niveau. In de meeste gevallenis er voor atypische banen geen typische sociale bescherming (met Nederland alsopmerkelijke uitzondering en behalve ook voor bepaalde deeltijdse werknemers inandere landen). In Continentaal Europa hadden de “outsiders” het meest te lijdenonder de veranderingen van de arbeidsmarkt en de hervormingen van de socialebescherming (Emmeneger et al., 2012). Dit toenemende dualisme van de arbeidsmarkten de sociale bescherming heeft de dualismen in de Europese samenlevingennog versterkt en gevoed.330

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!