13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>voor een Europees sociaal model, maar ze zou ook de deregulerende neiging van deEU kunnen versterken (of operationaliseren). De uitdaging om de impact na tetrekken, is complexer dan voor het onrechtstreekse effect.Elk instrument mag dan al zijn specifieke karakter hebben (zie Lascoumes en LeGales, 2007), het zou verkeerd zijn om ze afzonderlijk te beschouwen. Ten eersteomdat we door dat te doen, een deel van het verhaal zouden missen. Ten tweedeomdat er wel degelijk interactie bestaat tussen de verschillende domeinen, werdeen sociaal beleid ontwikkeld in reactie op het economische beleid van de EU. Dezeruimere benadering wijzigt ook het perspectief van de zogenaamde zachte wetgeving.De precieze impact analyseren kan interessant zijn, als die er is (in vergelijkingmet het recht), maar het is ook belangrijk om te beoordelen hoe de zachte wetgevingmet andere interveniërende factoren bijdraagt tot en deelneemt aan het“moderniseringsproces” op nationaal niveau. Om de ontwikkeling van de Europesewerkgelegenheidsstrategie (EWS) te begrijpen, moeten we de GREB’s en het debatin de economische en monetaire kringen analyseren (de la Porte en Pochet, 2002).Zoals Palier (2010) aantoont, zouden de vele coïncidenties qua timing en dealgemene oriëntering van uiteenlopende, recente welzijnshervormingen – vooraldan in de continentale Europese landen – ons ertoe moeten aanzetten om dieper inte gaan op de interactie tussen de Europese beleidsvormen en de nationale welzijnshervormingen.Een tegenargument is het feit dat, nadat er ongeveer vijftien jaar lang hervormingenvan de verzorgingsstaat werden doorgevoerd in een steeds meer geïntegreerdEuropa, nog geen convergentie van verzorgingsstaten kan worden vastgesteld (Kvisten Saari, 2007). De redenering hierachter gaat ervan uit dat, als de Europese integratieof de Europese beleidsvormen de nationale verzorgingsstaat al beïnvloedden,er toch enige convergentie van welvaartssystemen zou moeten zijn. De algemeneliteratuur over de europeanisering vertelt ons echter twee dingen die tegen dezeredenering ingaan. Ten eerste “is er een verschil tussen een proces en de gevolgendaarvan” (Radaelli, 2003, p. 33), wat op het volgende neerkomt: het is niet omdatwelvaartssystemen nog steeds verschillend zijn, dat het proces van de welzijnshervormingenniet wordt beïnvloed door vergelijkbare elementen zoals Europese beleidsvormen.Ten tweede houdt een europeaniseringsproces niet altijd, en evenminautomatisch, convergentie van nationale beleidsvormen in, aangezien om het evenwelke “aanpassingsdruk” van het Europese niveau door binnenlandse structurenwordt gefilterd (Cowles et al., 2001).514Het uitgangspunt is de kloof tussen het op Europees niveau goedgekeurde beleid enhet nationale beleid (“misfit”). Volgens deze benadering zou er in het geval van congruentietussen het Europese en het nationale beleid, a priori minder aanpassingsdrukzijn dan wanneer er divergentie is. De impact zal ook verschillen naargelangvan de helderheid/precisie van de doelstelling en de sanctiecapaciteit. Met anderewoorden, monetaire wijzigingen waren gebaseerd op een duidelijk geïdentificeerd,overheersend model (Duitsland) en op specifieke doelstellingen, zoals onafhanke-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!