13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EEN NIEUWE RICHTING VOOR EEN VERZORGINGSSTAAT: NEDERLANDreservefonds aan te leggen dat voor de 21e eeuw, wanneer de babyboomers metpensioen gaan, een toereikende pensioenprovisie moest garanderen. Dankzij ditpensioenfonds zou de provisie van een basisoverheidspensioen moeten kunnenworden voortgezet en hierin onderscheidde Nederland zich van de andere continentaleverzorgingsstaten. Sinds het midden van de jaren negentig maakte arbeidsmarktflexibiliteitintegraal deel uit van de nieuwe beleidsmix van arbeidsmarktreglementeringen ze kreeg ook duidelijk de steun van de sociale partners. Ondertussenveranderde de logica van beleidswisseling die achter de loonmatiging schuilging,van aard. Steeds meer ging loonmatiging gepaard met lagere belastingen en socialebijdragen, wat mogelijk werd gemaakt door betere overheidsfinanciën en een brederebelastingbasis, om de “raderen van het corporatistische overleg te smeren”. In1995 ondertekenden vakbonden en werkgevers de eerste collectieve overeenkomstvoor tijdelijke werknemers. Met deze overeenkomst werd het recht op continuetewerkstelling en op pensioenverzekering na vier opeenvolgende contracten of 24maanden dienst ingevoerd. De collectieve overeenkomst voor tijdelijke werknemerslegde de grondslag voor de overeenkomst van 1996 over “Flexibiliteit en zekerheid”,die dan weer de weg baande voor een nieuwe Wet (Aanpassing) Arbeidsduurin 2000. Met deze wet kregen deeltijdse werknemers expliciet het recht op gelijkebehandeling in alle sectoren waarover door de sociale partners werd onderhandeld,met inbegrip van lonen, elementaire sociale zekerheid, opleiding en onderwijs,gesubsidieerde zorgverstrekking, betaald verlof en tweedepijlerpensioenrechten.Hierbij moet worden beklemtoond dat het initiatief voor “flexicurity” werd genomendoor de sociale partners, via een vernieuwende collectieve overeenkomst, dielater via de staatswetgeving de status kreeg van wet. Naarmate het belastingstelselvanaf 1984 steeds meer werd geïndividualiseerd, droeg de “flexicurity”-wetgevingbij tot de “normalisering” van deeltijds werk in Nederland.Op het vlak van pensioenen ging de paarse coalitie de verbintenis aan dat het basispensioenin de overheidssector (beheerd door de AOW – Algemene Ouderdomswet)behouden zou blijven. In tegenstelling tot het Duitse pensioenstelsel, combineerthet Nederlandse een gegarandeerd, algemeen en door inkomens gefinancierdbasispensioen met een door kapitalisatie gefinancierde uitbreiding van de verplichte,inkomensgebonden pensioenen. De regering wilde de overheidspensioenen gelijklopendmet het inkomen laten stijgen. De verwachte stijgende druk op de overheidsfinanciënten gevolge van de vergrijzing zou moeten worden opgevangen door eenaantal maatregelen, waaronder inspanningen om het beroepsbevolkingspercentagete doen stijgen (in het bijzonder door brugpensioensystemen aan banden te leggen),door de interestbetalingen te verlagen door de overheidsschuld te verminderen,door een pensioenspaarfonds van de overheid in te voeren en door de AOW eenbredere financiering te geven. De laatstgenoemde doelstelling zou worden bereiktdoor pensioenbijdragen vast te leggen op hun niveau van 1997, namelijk 18,25%.467

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!