13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

EEN NIEUWE RICHTING VOOR EEN VERZORGINGSSTAAT: NEDERLAND2.3. ACTIVERING EN FLEXICURITYIn mei 1998 werd de regering-Kok herverkozen, waarmee de kiezers haar beloondenvoor haar uitstekende prestaties inzake werkgelegenheid en haar onverzettelijkehouding inzake de hervorming van de sociale zekerheid. De internationale mediawaren vol lof over de weldaden van het Nederlandse “Poldermodel,” een alternatiefvoor zowel de neoliberale deregulering als de traditionele sociale democratie(Schmid, 1996; Hemerijck en Visser, 1999; Hartog, 1999). De economie ging er in dejaren negentig met 2,9 procent op vooruit en het werkloosheidscijfer daalde tot 3procent, na Luxemburg het laagste in Europa. Met 1,4 miljoen nieuwe banen steeghet beroepsbevolkingspercentage van 59 tot 67 procent van de volwassen bevolking.In 2000 werd een begrotingsoverschot van 0,3 procent van het bbp geregistreerden de overheidsschuld daalde van 80 procent van het bbp in 1994 tot 54 procentin 2001. Vooraleer de tweede regering-Kok in juni 1998 aantrad, kwamen desociale partners in de SER tot een akkoord over de privatisering van een aantalaspecten van het toepassingssysteem van de sociale zekerheid, met name voor ziekteverlofen arbeidsbemiddeling voor de personen met een handicap. Het privatiseringsprogrammaviel onder de administratie van de socialezekerheidsvoorzieningen,maar de pas gevormde tweede “paarse” coalitie oordeelde dat de toelating van aansprakenop deze gebieden daarentegen niet aan de marktwerking kon worden overgelaten.Op het einde van 1998 werden de hoofdlijnen voor de pas geïntegreerdeorganisatiestructuur voorgelegd als onderdeel van het SWI-proces (“Samenwerking,Werk en Inkomen”). Later stelde het SUWI-rapport (“Structuur UitvoeringsorganisatieWerk en Inkomen”), dat in 1999 officieel werd goedgekeurd, dat de socialeverzekeringsorganisatiesen de werkgelegenheidsraden hun krachten zouden moetenbundelen in de zogenaamde Centra voor Werk en Inkomen (de CWI’s). De nieuwe“Wet (Structuur van de uitvoering van) Werk en Inkomen” veranderde radicaal dewerking van een aantal uitkeringsstelsels. Deze wet, die op 1 januari 2002 vankracht werd, beperkte de rol van de sociale partners op dit vlak en kende het Ministerievan <strong>Sociale</strong> Zaken en Werkgelegenheid een grotere verantwoordelijkheid toe.De Raad voor Werk en Inkomen (RWI), met vertegenwoordigers van de werkgevers,de werknemers en de lokale overheid, werd opgericht om bij te dragen tot deformulering van de algemene beleidsrichtlijnen op de domeinen werk en inkomen,maar had niet echt uitvoerend gezag (SZW 2001).Net als de meeste continentale welvaartsstaten ontwikkelde de Nederlandse verzorgingsstaatpas in het begin van de jaren negentig een actief arbeidsmarktbeleid. DeNederlandse publieke arbeidsvoorzieningsorganisatie (PES) was al sinds 1930 eenstaatsmonopolie. Sinds het midden van de jaren zeventig beheerde een sluimerendstaatsmonopolie kantoren voor arbeidsbemiddeling, die door werkgevers en talentrijkewerknemers werden geschuwd en door werklozen voor wie maar weinig konworden gedaan, onder de voet werden gelopen. Na een lange voorbereiding werdin 1991 een nieuwe trilaterale werkgelegenheidsdienst opgericht. De demonopoliseringvan de arbeidsbemiddeling en de subtiele combinatie van functionele enregionale decentralisering mogen dan al een belangrijke doorbraak hebben betekendvoor het Nederlandse arbeidsmarktbeleid, de corporatistische vernieuwing op465

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!