13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>2. EEN NIEUWE KIJK OP HET NEDERLANDSE WONDERTen tijde van de eerste oliecrisis in 1973/4 reageerde de centrumlinkse regering(sociaaldemocraten en christendemocraten), onder de sociaaldemocratische premierJoop Den Uyl, door een expansiegerichte begrotingspolitiek te voeren diehaast onmiddellijk leidde tot aanzienlijke loonstijgingen en een sterk stijgende inflatie.In de tweede helft van de jaren zeventig werd afgestapt van het Nederlandseexperiment met keynesiaanse reflatie. In reactie daarop legde de staat in 1974 en1976 tevergeefs een loonstop op. In 1979, 1980 en 1981 was een centrumrechtseregering, die een kort leven beschoren was, eveneens genoodzaakt om in te grijpenop het vlak van de lonen. Nederland was er niet in geslaagd om zijn beleid aan deeerste oliecrisis aan te passen en kende een zware recessie na de tweede oliecrisisin 1979. Toen de werkloosheid in 1982 tot 8,5 procent en in 1983 tot 11 procentsteeg (Scharpf en Schmidt 2000b: 341) – de hoogste cijfers sinds de Grote Depressie– raakte de bevolking steeds meer gefrustreerd door de herhaalde mislukkingen vande verdeelde regeringen en het corporatistische systeem. De Nederlandse economischeproblemen in deze periode werden nog eens verergerd door de zogenaamde“Hollandse ziekte.” Deze term verwijst naar het feit dat door de stijgende aardgasprijs,waar Nederland grote reserves van had, een groot overschot op de lopende rekeningontstond en de Nederlandse gulden een sterke opwaartse druk onderging, tenkoste van het concurrentievermogen van de Nederlandse export en de sectoren diequa invoer concurrentieel waren. Na nieuwe verkiezingen in 1982 kwam een bezuinigingscoalitievan CDA (het Christen Democratisch Appel) en de liberale VVD (deVolkspartij voor Vrijheid en Democratie) aan de macht, met christendemocraatRuud Lubbers aan het hoofd. Zijn regering stelde zichzelf voor als een “no-nonsense”-bestuur dat “regeert”. De regering was bereid om gevestigde belangen aan tepakken en schortte onmiddellijk de prijsindexering op van lonen en sociale uitkeringen;tegelijkertijd werden de minimumlonen, de sociale uitkeringen en de lonen inde overheidssector bevroren. De weg stond blijkbaar open voor een confrontatietussen de staat en de sociale partners en dan meer bepaald de vakbonden. In 1979keurde Nederland de facto de vaste wisselkoers voor de Deutschmark goed (de jurein 1983). De regering-Lubbers steunde onmiddellijk een deflatoir macro-economischbeleidsprogramma. Hoewel het “hardevalutabeleid” voor een grotere macro-economischestabiliteit zorgde, moest op de veranderingen in de interne economie wordeningespeeld door middel van vrijwillige loonmatiging, een hogere productiviteiten besnoeiingen in de sociale zorg. Doordat de crisis in 1981-82 zo groot was, werdde verandering in het sociale beleid gekatalyseerd, te beginnen bij de opschortingvan de loonindexering, de blokkering van het minimumloon en de verlaging van desociale uitkeringen.2.1. HET AKKOORD VAN WASSENAAR EN TERUGKEER NAAR LOONMATIGINGNa een decennium waarin de ene op keynesiaanse gronden gebaseerde driepartijenregeringna de andere faalde, bekroonden de Nederlandse sociale partners de aantredingvan de nieuwe bezuinigingscoalitie totaal onverwacht met een bilateraal460

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!