13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EEN NIEUWE RICHTING VOOR EEN VERZORGINGSSTAAT: NEDERLANDVanaf het begin is het belangrijk om de nadruk te leggen op het feit dat het Nederlandsesocialezekerheidsstelsel een gemengde ontwerpstructuur heeft, met elementenvan het beveridgeaanse en bismarckiaanse systeem. Het bismarckiaanse bestanddeelomvat aan werk gebonden socialezekerheidsregelingen, waarbij arbeiders enbedienden inkomensgebonden uitkeringen krijgen, die worden gefinancierd doorspeciaal daarvoor bestemde bijdragen van werkgevers en werknemers; deze regelingenbeschermen de werknemers in geval van ziekte (ZW – Ziektewet), invaliditeit(WAO – Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) en werkloosheid (WW –Werkloosheidswet), oorspronkelijk goed voor 80% van het laatste loon. Het beveridgeaansebestanddeel houdt verband met de universele verzekering, die uit een aantalalgemene, door de belasting gefinancierde stelsels bestaat, bedoeld is om nietwerkendeburgers te steunen en aan alle ingezetenen uitkeringen verschaft tot eenuniform bestaansniveau. Eind jaren vijftig werd de Algemene Ouderdomswet (AOW)ingevoerd, waarmee 65-plussers een universele uitkering kregen. In het midden vande jaren zestig verving de Algemene Bijstandswet (ABW) de vroegere Armenwet(1854), waardoor het algemene vangnet voor ingezetenen met ontoereikende middelengroter werd. De lokale overheden (de gemeenten) beheren de sociale bijstand.Tijdens de naoorlogse periode onderscheidde het Nederlandse gemengdepensioenstelsel zich sterk van de meeste andere Continentale Europese pensioenstelsels,door zijn “driepijlerstructuur”. De eerste pijler omvat het beveridgeaansebasisoverheidspensioen. Dit is een forfaitaire uitkering voor alle individuen, die aanhet minimumloon is gekoppeld en via kapitalisatie wordt gefinancierd (PAYG). Detweede pijler omvat verplichte beroepspensioenregelingen, georganiseerd doorwerkgevers en werknemers op het niveau van de onderneming of de bedrijfstak.Het gaat hier om door kapitalisatie gefinancierde en wel afgelijnde uitkeringen. Dederde pijler betreft zuiver individuele pensioenvoorzieningen met een gunstige fiscalebehandeling. Over het algemeen liggen de beroepspensioenen volgens internationalenormen hoog en dekken ze meer dan negentig procent van alle werknemers.Deze bijzondere combinatie van het bismarckiaanse en beveridgeaanse beleidserfgoed– de kern van de structuur van de Nederlandse verzorgingsstaat – leidde ersamen met de royale uitkeringen toe dat een behoorlijk aantal academische commentarende Nederlandse verzorgingsstaat bij de Noordelijke groep klas-seren (Goodinet al., 1999). Maar aangezien de uitkeringsprogramma’s voor werkloos-heid, ziekteen invaliditeit en de gezondheidszorg stuk voor stuk de verzekeringslogica van debismarckiaanse systemen volgen en de algemene voorkeur uitgaat naar een passiefeerder dan naar een actief arbeidsmarkt- en gezinsbeleid, een strikte arbeidswetgevingen tevens een sterke historische en culturele neiging naar een traditionelegezinssituatie, wordt het Nederlandse welzijnszorgsysteem misschien beter geklasseerdals een hybride van het bismarckiaanse socialezorgsysteem.459

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!