13.07.2015 Views

Koersen op de nieuwe school - VOS/ABB

Koersen op de nieuwe school - VOS/ABB

Koersen op de nieuwe school - VOS/ABB

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw<strong>Koersen</strong><strong>op</strong> <strong>de</strong><strong>nieuwe</strong> <strong>school</strong>Vereniging van <strong>op</strong>enbare enalgemeen toegankelijke scholen


<strong>Koersen</strong><strong>op</strong> <strong>de</strong><strong>nieuwe</strong> <strong>school</strong>Vereniging van <strong>op</strong>enbare enalgemeen toegankelijke scholen


InhoudColofonInleiding / 3De <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw / 5De docent van <strong>de</strong> 21e eeuw / 16De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> 21e eeuw / 19De arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> 21e eeuw / 22Uitgave van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>Samenstelling en interviews: Public Creation, BaarnEindredactie: Voorlichting <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>Foto’s, tenzij an<strong>de</strong>rs vermeld: Joost GrolISBN: 90-806353-4-0Omslagontwerp, lay-out en druk: Giethoorn ten Brink, MeppelNovember 2001Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Niets uit <strong>de</strong>ze uitgave magwor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, <strong>op</strong>geslagen in een geautomatiseerdgegevensbestand of <strong>op</strong>enbaar gemaakt, in enigevorm of <strong>op</strong> enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,door fotok<strong>op</strong>ieën, <strong>op</strong>namen of enige an<strong>de</strong>re manierzon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toestemming van <strong>de</strong>uitgever.


InleidingDe <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r aan zetIn geen enkele sector is het menselijk kapitaal zo bepalendvoor goed functioneren als in het on<strong>de</strong>rwijs. In vrijwelgeen enkele sector echter is <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en twintig jaar zoweinig aandacht geweest voor <strong>de</strong> ‘productiefactor mens’.In geen enkele sector staat scholing meer centraal dan inhet on<strong>de</strong>rwijs. In vrijwel geen enkele sector echter wordtzo weinig gedaan aan scholing, aan ‘een leven lang leren’,als in het on<strong>de</strong>rwijs.In geen enkele sector beste<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>werkers zoveel tijdaan beoor<strong>de</strong>len als in het on<strong>de</strong>rwijs. In vrijwel geen enkelesector echter wordt zo weinig gedaan aan het beoor<strong>de</strong>lenvan me<strong>de</strong>werkers als in het on<strong>de</strong>rwijs.De on<strong>de</strong>rwijssector zit vol paradoxen en merkwaardigemechanismen. Ze wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> mensen die al wat langermeedraaien – en dat zijn er nogal wat – gemakkelijkover het hoofd gezien, omdat ze behoren tot <strong>de</strong> dingendie ‘nu eenmaal zo gaan’. Tegelijkertijd zijn veel van <strong>de</strong>problemen in <strong>de</strong> sector ertoe te herlei<strong>de</strong>n. Het ontbrekenvan personeelsbeleid, van <strong>op</strong>leidingsbeleid, van structurelecommunicatie tussen <strong>school</strong>leiding en docenten en vandocenten on<strong>de</strong>rling, zijn factoren die <strong>de</strong> aantrekkelijkhei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dynamiek van het on<strong>de</strong>rwijs hebben uitgehold.Met alle gevolgen van dien.Wat te doen om <strong>de</strong> <strong>school</strong> om te vormen tot een aantrekkelijkewerkplek, tot een bron van inspiratie en energie voorzowel leerlingen als docenten en <strong>school</strong>managers? De commissieArbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n voortgezet on<strong>de</strong>rwijs van<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> ziet het als een van haar belangrijke taken om nate <strong>de</strong>nken over antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze vraag, om het gespreken <strong>de</strong> discussie binnen het on<strong>de</strong>rwijs te stimuleren.Na <strong>de</strong> zomer kwam <strong>de</strong> commissie twee dagen bijeen omvan gedachten te wisselen over trends in het on<strong>de</strong>rwijs enom die te vertalen naar aangrijpingspunten voor veran<strong>de</strong>ring.Doel van <strong>de</strong> bijeenkomst was niet zozeer een gezamenlijkstandpunt, maar een gezamenlijke toekomstverkenning.Wat zijn die trends? In <strong>de</strong> commissie werd een aantalgenoemd. Een belangrijke ontwikkeling is differentiatie in<strong>de</strong> werkwijze van <strong>de</strong> docent. ‘De les’ is niet langer hetbegrip waarmee <strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> docent afdoen<strong>de</strong> wordtomschreven. Nieuwe on<strong>de</strong>rwijsvormen – het studiehuis,het vmbo – zorgen ervoor dat ‘<strong>de</strong> docent’ verdwijnt. Hetberoep omvat meer<strong>de</strong>re functies en vaardighe<strong>de</strong>n. Ermoet daarom meer wor<strong>de</strong>n gekeken naar individuele competenties.Een twee<strong>de</strong> trend is een grotere pluriformiteit in <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijsvraag. Die ontwikkeling vraagt om versterkingvan communicatieve, didactische en sociale vaardighe<strong>de</strong>nvan docenten. En als laatste belangrijke trend valt te noemen<strong>de</strong> grotere autonomie van scholen. De overheid zal meer<strong>op</strong> output gaan sturen en zich min<strong>de</strong>r gaan bemoeien methet on<strong>de</strong>rwijsproces zelf. Dat betekent dat individuelescholen een grotere maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheidkrijgen en beter in staat moeten zijn zichzelf telegitimeren.De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> commissie conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>zetrends belangrijke gevolgen zullen hebben voor alle aspectenvan <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n. Er zal een gedifferentieer<strong>de</strong>rfunctiebouwwerk moeten komen, met een bijbehorendgedifferentieer<strong>de</strong>r beloningsbeleid. Daarnaast zal <strong>de</strong><strong>school</strong> a<strong>de</strong>quate on<strong>de</strong>rsteuning en scholing moeten bie<strong>de</strong>naan alle professionals binnen <strong>de</strong> organisatie en behoeven<strong>de</strong> fysieke omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r gewerkt wordtaanzienlijke verbetering.Vanzelfsprekend hebben <strong>de</strong> ontwikkelingen die <strong>op</strong> heton<strong>de</strong>rwijs afkomen ook belangrijke consequenties voor het<strong>school</strong>management. Nieuw is dat <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>rs veel meerkeuzen moeten maken, gebaseerd <strong>op</strong> een expliciete visieen strategie. Ze zullen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n lager in <strong>de</strong>organisatie moeten leggen om zelf <strong>de</strong> hoofdlijnen te kunnenbewaken. Tegelijkertijd moeten ze over een groot inlevingsvermogenbeschikken om niet uit het oog te verliezenwat zich in <strong>de</strong> organisatie afspeelt en waar nodig inte grijpen.De vraag kwam aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> of <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>rs van vandaagprofessioneel genoeg zijn om te voldoen aan <strong>de</strong>KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 3


eisen die <strong>de</strong> <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw aan hen stelt.Le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> commissie noem<strong>de</strong>n zelf als zwakke puntenvan hun beroepsgroep tekortschietend strategisch <strong>de</strong>nkvermogen,onvoldoen<strong>de</strong> kennis van bedrijfsvoering engebrek aan ‘on<strong>de</strong>rnemerschap’. ‘De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>rs van nuzijn geselecteerd <strong>op</strong> an<strong>de</strong>re vaardighe<strong>de</strong>n dan he<strong>de</strong>n entoekomst van ze vragen’, zei een van <strong>de</strong> commissiele<strong>de</strong>n.In dat licht werd <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> CAO, waartoeWalter Dresscher (vice-voorzitter van <strong>de</strong> AlgemeneOn<strong>de</strong>rwijsbond) was uitgenodigd, een kip of ei-verhaal.Schoollei<strong>de</strong>rs willen meer ruimte om <strong>op</strong> <strong>school</strong>niveauarbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n in te vullen en ervaren wet- en regelgevingen <strong>de</strong> collectieve arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>novereenkomstals een belemmering om <strong>op</strong> <strong>school</strong>niveau invullingte kunnen geven aan noodzakelijke veran<strong>de</strong>ringen. De bon<strong>de</strong>ndaarentegen willen eerst garanties dat <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>rser geen potje van maken wanneer ze <strong>de</strong> gewenste ruimtedaadwerkelijk krijgen. Eén van <strong>de</strong> commissiele<strong>de</strong>n zei: ‘Alsje goed naar <strong>de</strong> huidige wet- en regelgeving kijkt, dan kaner al meer dan menigeen <strong>de</strong>nkt. Bij een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>scholen zijn het management en het bestuur onvoldoen<strong>de</strong>geëquipeerd om <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n te benutten.’De tweedaagse van <strong>de</strong> commissie Arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>nvan <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> maakte in ie<strong>de</strong>r geval dui<strong>de</strong>lijk dat nietalleen van het personeel, maar ook van het managementan<strong>de</strong>re vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verwacht. Schoollei<strong>de</strong>rs enbesturen zijn aan zet om <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> ruimte – los van<strong>de</strong> CAO – in te vullen. Ze zullen daartoe belangrijke vaardighe<strong>de</strong>nmoeten ontwikkelen <strong>op</strong> terreinen als visie- enstrategieontwikkeling, integraal personeelsmanagement enlei<strong>de</strong>rschap. De <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw vraagt van alleprofessionals binnen <strong>de</strong> organisatie bereidheid tot veran<strong>de</strong>ring.KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 4


De <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw volgens Jan <strong>de</strong> BoomIndividueler en communicatiever‘De samenleving individualiseert en die ten<strong>de</strong>ns moet eenvertaling krijgen naar het on<strong>de</strong>rwijs. De <strong>school</strong> biedt maatwerk,in wat wordt geleerd, in lestij<strong>de</strong>n, in aanvullen<strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n die een <strong>school</strong> biedt. De vensterscholenzijn een eerste uiting van <strong>de</strong>ze ten<strong>de</strong>ns: een <strong>school</strong> diebijvoorbeeld zes dagen per week <strong>op</strong>en is en waar naaston<strong>de</strong>rwijs- ook an<strong>de</strong>re voorzieningen beschikbaar zijn.‘Nu nog, in het klassikale systeem, bena<strong>de</strong>ren we leerlingenals groep. De docent zoekt <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmaat en pasthet niveau van zijn les daar<strong>op</strong> aan. De leerlingen die hetniet aankunnen, geven we vervolgens extra hulp. Waar weveel meer aandacht voor moeten krijgen, is die inmid<strong>de</strong>lsbehoorlijk grote groep leerlingen die zich een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>tijd verveelt, maar verplicht wordt hun uren in die klasdoor te brengen. Die leerlingen zullen steeds min<strong>de</strong>rbereid zijn te wachten <strong>op</strong> an<strong>de</strong>ren. Kortom: we zullen veelmeer individuele ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n moetencreëren. Wij hebben in <strong>de</strong> <strong>school</strong> een collegezaal ingericht,waarin één docent geduren<strong>de</strong> een half uur aan driegroepen tegelijk instructie kan geven. Daarna kunnen <strong>de</strong>leerlingen in hun eigen, individuele traject ver<strong>de</strong>rgaan.‘Dat we het on<strong>de</strong>rwijs groepsgewijshebben ingericht, wil nog niet zeggendat er ook een groepsproces is’‘Aansluitend hier<strong>op</strong> noem ik <strong>de</strong> geweldige impact die <strong>de</strong>informatie- en communicatietechnologie <strong>op</strong> <strong>de</strong> samenleving– en dus ook <strong>op</strong> het on<strong>de</strong>rwijs – zal hebben. Alleen al<strong>de</strong> hoeveelheid informatie die beschikbaar is, leidt totgigantische veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> kansen en mogelijkhe<strong>de</strong>ndie mensen krijgen. Of en hoe ze die benutten, is aanmensen zelf. De <strong>school</strong> is er, zoals gezegd, vooral om teassisteren, om leerlingen mogelijkhe<strong>de</strong>n aan te reiken.Daarnaast <strong>de</strong>nk ik dat ICT ertoe zal lei<strong>de</strong>n dat leerlingenmin<strong>de</strong>r uren <strong>op</strong> <strong>school</strong> doorbrengen. Individuele leertrajectenlenen zich uitstekend voor ‘distance learning’.‘Ik weet dat dit soort i<strong>de</strong>eën het schrikbeeld <strong>op</strong>roept van<strong>de</strong> eenzame leerling die <strong>de</strong> godganse dag achter <strong>de</strong> computerdoorbrengt. Ik ben daar helemaal niet bang voor.Sterker nog: als je een sociogram maakt van een willekeurigeklas nu, dan komt er soms een afschuwelijke hoeveelhei<strong>de</strong>enzaamheid bovendrijven. Het simpele feit dat wehet on<strong>de</strong>rwijs groepsgewijs hebben ingericht, wil nog nietzeggen dat er ook een groepsproces is. We <strong>de</strong>nken dathet sociaal is om mensen bij elkaar te zetten, terwijl eenleerling zich zowel sociaal als rationeel wellicht veel beterontwikkelt met behulp van ICT. Binnen vijf jaar vanaf nu zullencomputers met direct beeld en geluid gemeengoedzijn, waarmee <strong>de</strong> zwakke kant van <strong>de</strong> computer nu – verbaleen visuele communicatie – is on<strong>de</strong>rvangen.‘Met dit alles bedoel ik nadrukkelijk niet dat het groepsverbandof <strong>de</strong> huidige on<strong>de</strong>rwijsmethodiek volledig zal verdwijnen.Directe sociale contacten blijven van belang ensociale vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n alleen maar belangrijker. Alsje ziet welke eisen werkgevers vandaag <strong>de</strong> dag aan me<strong>de</strong>werkersstellen, dan staan sociale en communicatievevaardighe<strong>de</strong>n bijna overal bovenaan. Die vaardighe<strong>de</strong>nmoeten dus wor<strong>de</strong>n geleerd. Ik <strong>de</strong>nk dat maatwerk in heton<strong>de</strong>rwijs er ook toe zal lei<strong>de</strong>n dat een leerling veel meerover zijn eigen traject zal moeten communiceren. Nu ontvangteen leerling zijn lesrooster en kiest vervolgens zelfof hij zijn best doet om <strong>de</strong> stof te leren of niet. In mijntoekomstvisie gaan docenten veel meer <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n alsmentor, als begelei<strong>de</strong>rs van het on<strong>de</strong>rwijsproces. Ie<strong>de</strong>redocent communiceert dan met een klein groepje leerlingenover individuele leertrajecten. En daarmee bedoel ikniet alleen communicatie over <strong>de</strong> inhoud van het traject,maar ook over het gedrag van <strong>de</strong> leerling, over <strong>de</strong> problemendie hij tegenkomt. In dat traject leren leerlingen dus veelcommunicatiever te zijn dan in het huidige on<strong>de</strong>rwijsproces,waarin ze communicatie als iets passiefs on<strong>de</strong>rgaan.‘Mon<strong>de</strong>linge communicatie zal dus niet verdwijnen, zoalsaanraking niet zal verdwijnen en iemand slaan al evenmin.Maar in <strong>de</strong> toekomstige <strong>school</strong> zullen veel gevarieer<strong>de</strong>rwerkvormen komen, soms ook klassikaal maar met eenmaximum aan individuele ontplooiingsmogelijkhe<strong>de</strong>n,KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 5


Jan <strong>de</strong> Boom, rector van <strong>de</strong> RSG Noord-Oost Veluwe in EpeKOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 6


waarin voor zowel leerlingen als docenten veel meerbehoefte zal bestaan om met elkaar contacten en relatieste on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, omdat ze elkaar hard nodig hebben.‘Mon<strong>de</strong>linge communicatie zalniet verdwijnen, zoals aanrakingniet zal verdwijnen en iemand slaanal evenmin’‘De Vlaamse filosoof Arnold Cornelis beschrijft in zijn boek‘Logica van het gevoel; Filosofie van stabiliteitslagen van<strong>de</strong> cultuur als nesteling <strong>de</strong>r emoties’, dat we ons in eenovergangsperio<strong>de</strong> bevin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> stabiliteitslaag van hetsociale regelsysteem naar die van <strong>de</strong> communicatievezelfsturing. In het sociale regelsysteem heeft een relatiefkleine groep mensen <strong>de</strong> beschikking over informatie. Uitdie informatie <strong>de</strong>stilleert die groep regels en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>renmoeten zich die regels vervolgens eigen maken en zichernaar gedragen. In feite is dat <strong>de</strong> <strong>school</strong> van nu. Waar wenaartoe gaan is een samenleving waarin ie<strong>de</strong>reen zelf kanbeschikken over alle mogelijke informatie. Het wordt nietmeer voor hun gezeefd, ze moeten leren dat zelf te doen.Informatie filteren en zo schikken dat ze voor het individuin <strong>de</strong> eigen context nuttig wordt. Het assisteren van jongerenom zich die vaardigheid eigen te maken, dat is eenvan <strong>de</strong> kerntaken van <strong>de</strong> <strong>school</strong> van <strong>de</strong> toekomst.’KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 7


Leon van Min<strong>de</strong>rhout, rector van scholengemeenschap De Waer<strong>de</strong>nborch in HoltenKOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 8


De <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw volgens Leon van Min<strong>de</strong>rhout‘De <strong>school</strong> duidt’‘De <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw moet leerlingen vooral inzichtbie<strong>de</strong>n in welke doelen ze kunnen bereiken en welke wegze daarvoor moeten afleggen. Leerlingen wor<strong>de</strong>n geïnformeerdover die doelen, krijgen instructie en vervolgensletterlijk en figuurlijk <strong>de</strong> ruimte om aan het behalen van diedoelen te werken. Ik stel me daarbij een on<strong>de</strong>rwijsgebouwvoor met een combinatie van instructie- en werkzalen. Deleraren <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze <strong>school</strong> geven voorlichting over <strong>de</strong> doelenen instructie over het curriculum. Daarnaast zijn zebeschikbaar om leerlingen in <strong>de</strong> werkzalen te begelei<strong>de</strong>nen aanvullen<strong>de</strong> uitleg te geven. Qua werkwijze zie ik eenmeer universitair ingericht on<strong>de</strong>rwijsinstituut ontstaan inhet voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, met veel zelfstudie en practica.Naast <strong>de</strong> nodige kennis die leerlingen <strong>op</strong>doen, komt ermeer aandacht voor vaardighe<strong>de</strong>n dan nu het geval is.Een docent kan voordoen hoe je een vraagstuk <strong>op</strong>lost,maar hij kan leerlingen beter <strong>op</strong>lossingstechnieken bijbrengen.Het accent komt meer te liggen <strong>op</strong> het lerenselecteren van technieken, <strong>op</strong> <strong>de</strong> vaardigheid om bij eenprobleem <strong>de</strong> juiste <strong>op</strong>lossing te kiezen.eigen belang. Tolerantie en verdraagzaamheid nemen niettoe. Ik <strong>de</strong>nk dat we daar als samenleving zeer voor moetenwaken. Om <strong>de</strong> sociale cohesie te versterken, is vanzelfspreken<strong>de</strong>n belangrijke taak weggelegd voor ou<strong>de</strong>rs,maar ook voor <strong>de</strong> <strong>school</strong>.‘De introductie van een vak als culturele en kunstzinnigevorming, waarin leerlingen kennis en aandacht wordt bijgebrachtvan culturele diversiteit, vind ik een uitsteken<strong>de</strong>ontwikkeling. Daarnaast zou ik graag een vak als sociaalethischeoriëntatie in het on<strong>de</strong>rwijs willen zien. Ik acht hetvan groot belang dat leerlingen niet alleen kennis nemenvan an<strong>de</strong>re culturen, maar ook besef krijgen van wat verschillen<strong>de</strong>mensen in hun omgeving – dichtbij of ver weg –drijft. In staat zijn gedrag te dui<strong>de</strong>n, is een voorwaar<strong>de</strong> om‘<strong>de</strong> an<strong>de</strong>r’ te zien en om tolerantie te kunnen <strong>op</strong>brengen.’‘Het accent komt meer te liggen <strong>op</strong>het leren selecteren van technieken,<strong>op</strong> <strong>de</strong> vaardigheid om bij eenprobleem <strong>de</strong> juiste <strong>op</strong>lossing te kiezen’‘Ver<strong>de</strong>r is er in <strong>de</strong> <strong>school</strong> van <strong>de</strong> toekomst veel meer aandachtvoor sociale vaardighe<strong>de</strong>n. Ik <strong>de</strong>nk dat we <strong>de</strong><strong>school</strong> zo moeten inrichten dat ze geen voorbereiding is<strong>op</strong> het leven, maar er <strong>de</strong>el van uitmaakt. Dat betekentvoor mij vooral dat het on<strong>de</strong>rwijsinstituut leerlingen leertom te gaan met verschillen tussen mensen: verschillen incultuur, in kwaliteiten en capaciteiten, in drijfveren. Socialevaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n steeds belangrijker om een aantalwaar<strong>de</strong>n in onze samenleving overeind te hou<strong>de</strong>n, die nuon<strong>de</strong>r druk staan. In toenemen<strong>de</strong> mate draait het omKOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 9


Walter Dresscher, vice-voorzitter van <strong>de</strong> Algemene On<strong>de</strong>rwijsbondKOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 10


De <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw volgens Walter DresscherDe klantgerichte <strong>school</strong>‘Een van <strong>de</strong> belangrijkste trends is dat ou<strong>de</strong>rs en leerlingensteeds kieskeuriger wor<strong>de</strong>n. Vaak wordt gesteld dat zemeer kwaliteitseisen stellen aan het on<strong>de</strong>rwijs, maar overhet begrip kwaliteit bestaat veel verwarring. Als een leraarvindt dat een leerling niet mag overgaan naar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>klas, dan zien ou<strong>de</strong>rs dat vaak niet als een teken vankwaliteit van die leraar, terwijl het voor <strong>de</strong> leerling en heton<strong>de</strong>rwijspeil best goed zou kunnen zijn. Veel meer dan inhet verle<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnemen ou<strong>de</strong>rs direct actie, tre<strong>de</strong>n <strong>op</strong> als<strong>de</strong> belangenbehartiger van hun kind en weigeren <strong>de</strong> professioneleconclusie van <strong>de</strong> leraar te accepteren.‘In <strong>de</strong> toekomst zal <strong>de</strong> <strong>school</strong> – bestuur, directie, maarvooral ook <strong>de</strong> individuele docent – veel aandacht moetenbeste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs en leerlingen.Ie<strong>de</strong>re keer moet <strong>de</strong> <strong>school</strong> haar uitgangspunten hel<strong>de</strong>rmaken, beschrijven welke pedagogische en didactischebena<strong>de</strong>ring ze hanteert, wat leerlingen mogen verwachtenen welke verplichtingen daar tegenover staan, wat <strong>de</strong>gevolgen zijn van ongewenst gedrag. Aan ou<strong>de</strong>rs moetdui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gemaakt wat van hen wordt verwacht.Een leraar kan zich in het zweet werken, maar als eenleerling in <strong>de</strong> klas zit te pitten, omdat hij met me<strong>de</strong>wetenvan zijn ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> hele nacht in <strong>de</strong> kroeg heeft gezeten,dan heeft het allemaal weinig zin. Tegelijkertijd vind ik dathet on<strong>de</strong>rwijs niet aan branchevervaging moet doen. Dekerntaak van een <strong>school</strong> is het on<strong>de</strong>rwijsproces en nietmaatschappelijk werk. Als je dat <strong>op</strong> zijn k<strong>op</strong> zet, krijg jehet NS-scenario: kiosken, koffie, het croissantje – allemaalin or<strong>de</strong>. Maar <strong>de</strong> treinen rij<strong>de</strong>n niet!hebben allemaal hun eigen programma en leren in huneigen studienisje. Ik <strong>de</strong>nk dat scholen daarvan zullenterugkeren. Individualisme maakt het kind zelf ten onrechtetot <strong>de</strong> maat van alle dingen. Hetgeen dan dus ook geldtvoor achterstandsleerlingen. Hun individuele maat isachterstand. Een klassikale situatie daarentegen kankin<strong>de</strong>ren prikkelen om achterstand in te l<strong>op</strong>en.‘Individualisme maakt het kindzelf ten onrechte tot <strong>de</strong> maat vanalle dingen’‘Allerlei an<strong>de</strong>re trends, zoals <strong>de</strong> invloed van ICT, wor<strong>de</strong>nnaar mijn overtuiging schromelijk overdreven. Op hoofdlijnenwordt het on<strong>de</strong>rwijs er niet door beïnvloed. Vergelijkhet maar met <strong>de</strong> uitvinding van <strong>de</strong> boekdrukkunst. Erwordt nog steeds gepraat in leslokalen, terwijl dat na 500jaar eigenlijk allang niet meer nodig is. Ik <strong>de</strong>nk dat hetinteractieve proces in een lessituatie altijd zal blijven.’‘We gaan toe naar klantgerichte scholen: hel<strong>de</strong>r en <strong>op</strong>encommunicerend met hun omgeving. Een puur aanbodgerichteon<strong>de</strong>rwijsorganisatie raakt haar klanten kwijt.’‘In mijn <strong>op</strong>tiek blijft <strong>de</strong> les altijd <strong>de</strong> kern van het on<strong>de</strong>rwijs.Hetgeen overigens niet wegneemt dat het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>klassikale les wat gereduceerd kan wor<strong>de</strong>n. Maar daarinmoeten we niet doorslaan. In sommige <strong>op</strong>vattingen wordt<strong>de</strong> klassikale les volledig naar <strong>de</strong> prullenbak verwezen. Hetstudiehuis is er zelfs een praktijkvoorbeeld van: kin<strong>de</strong>renKOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 11


Jan Wiegers, tot voor kort voorzitter van <strong>de</strong> centrale directie van Openbare Scholengemeenschap Singelland in Drachten(foto: Niels <strong>de</strong> Vries)KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 12


De docent van <strong>de</strong> 21e eeuwGerrit BoersmaOn<strong>de</strong>rwijskundige verantwoor<strong>de</strong>lijkheid‘Uitgangspunt is ‘team teaching’, on<strong>de</strong>rwijs vanuit eenkernteam van docenten. De individuele docent is natuurlijkverantwoor<strong>de</strong>lijk voor het overdragen van kennis <strong>op</strong> zijnvakgebied, maar in <strong>de</strong> eerste plaats voor <strong>de</strong> gehele ontwikkelingvan <strong>de</strong> leerling. Ik weet dat dit niet zo revolutionairklinkt, maar tegelijkertijd weet ik ook dat we in <strong>de</strong>praktijk nog heel ver verwij<strong>de</strong>rd zijn van zo’n bena<strong>de</strong>ring.Vreemd is dat natuurlijk niet. We hebben generaties leraren<strong>op</strong>geleid, die kozen voor <strong>de</strong> vakinhoud en min<strong>de</strong>r voorhet on<strong>de</strong>rwijskundige aspect.‘In mijn visie bestaat een <strong>school</strong> uit enkele af<strong>de</strong>lingen,waarbinnen kernteams <strong>op</strong>ereren. De verantwoor<strong>de</strong>lijkheidis verticaal gelegd, dat wil zeggen vanaf het eerste tot enmet het laatste leerjaar. Uiteraard moet <strong>de</strong> aandacht voorsociaal-emotionele aspecten toegespitst zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> levensfasewaarin <strong>de</strong> leerling zich bevindt. Met name in <strong>de</strong> laagsteklassen moet je ervoor zorgen dat <strong>de</strong> afstand tussen<strong>de</strong> leerling en <strong>de</strong> docent, cq het docententeam, heel kleinis. Dus geen counsellor die in een kantoortje achter eenbureau zit, waar je terecht komt als het verkeerd gaat,maar een mentor die <strong>de</strong> leerling on<strong>de</strong>rsteunt, eventueelzelfs buiten <strong>de</strong> <strong>school</strong>.‘In <strong>de</strong> <strong>school</strong> van <strong>de</strong> toekomst zal een kleiner aantaldocenten actief zijn. Ze wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund door mensenin ‘hulpfuncties’, van klassenassistent tot en met <strong>school</strong>maatschappelijkwerker.’Jan WiegersVerregaan<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n‘Het kenmerk van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprofessional in <strong>de</strong> toekomst,is dat hij in een team werkt en niet alleen voorzichzelf. Dat team formuleert een on<strong>de</strong>rwijskundige aanpaken elke individuele docent formuleert <strong>op</strong> grond daarvanzijn eigen <strong>op</strong>dracht en zijn eigen doelen. Om te waarborgendat <strong>de</strong> doelen van <strong>de</strong> individuele docent sporenmet die van zijn team, vindt regelmatig een vorm van intervisieplaats. De <strong>school</strong>leiding faciliteert <strong>de</strong> eigen scholingvan <strong>de</strong> docent, <strong>de</strong> docent doet aan kwaliteitszorg, waardoorhij in staat wordt gesteld <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> doelenbeter te realiseren.‘Ik ben ervan overtuigd dat het in zo’n systeem veel aantrekkelijkerwordt om in het on<strong>de</strong>rwijs te werken. De collegialiteitwerkt motiverend en draagt bij aan <strong>de</strong> professionaliseringvan <strong>de</strong> docent. Het team krijgt verregaan<strong>de</strong>bevoegdhe<strong>de</strong>n, met bijbehoren<strong>de</strong> budgetten. Natuurlijk zijner randvoorwaar<strong>de</strong>n. Als <strong>school</strong> draag je overkoepelen<strong>de</strong>waar<strong>de</strong>n en normen uit en streef je gezamenlijke doelenna. Bovendien heb je als <strong>school</strong>, en dus ook als docent ofdocententeam, rekening te hou<strong>de</strong>n met richtlijnen overexamens, leerstof en boeken. Maar <strong>de</strong> belangrijkste ontwikkelingis veel meer ruimte voor docenten. Het on<strong>de</strong>rwijsmoet zelfsturen<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n. Docenten krijgen <strong>de</strong> vrijheidals ze <strong>de</strong> <strong>school</strong>leiding kunnen overtuigen van hunaanpak en als ze dui<strong>de</strong>lijk kunnen maken hoe die past inhet grotere geheel. Om dat mogelijk te maken moet er in<strong>de</strong> eerste plaats een teamgevoel ontstaan. Dat is echtnog een cultuuromslag.’KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 16


Walter DresscherEnergie vrijmaken‘De enige kapitaalgoe<strong>de</strong>ren van het on<strong>de</strong>rwijs zijn <strong>de</strong> mensendie er werken. Daar moet je dus buitengewoon zuinig<strong>op</strong> zijn. Je zult docenten bij het gehele on<strong>de</strong>rwijsprocesmoeten betrekken, moeten proberen om alle neuzen<strong>de</strong>zel<strong>de</strong> kant <strong>op</strong> te krijgen. De meeste docenten hebbenvanuit een bepaald i<strong>de</strong>alisme voor hun vak gekozen, velenwerken hun hele leven bij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>school</strong>. Daar hoort bijdat ze <strong>de</strong> mogelijkheid hebben om processen te beïnvloe<strong>de</strong>nen om hun plaats binnen <strong>de</strong> organisatie me<strong>de</strong> te bepalen.Er moet een niet afgedwongen consensus ontstaanover <strong>de</strong> richting die <strong>de</strong> <strong>school</strong> inslaat. Als dat lukt, dankomt een ongeken<strong>de</strong> hoeveelheid energie vrij. Dan ontstaatenthousiasme en een wij-gevoel. Dan zie je dat mensenveel meer uren gaan werken dan ze eigenlijk moetenzon<strong>de</strong>r dat ze dat als overbelasting ervaren. Een te hogewerkdruk zit hem niet zozeer in het aantal gewerkte uren,maar vooral in het gevoel iets te moeten doen waar<strong>op</strong> jegeen invloed hebt en waarvan je het nut niet inziet.‘Docenten moeten in <strong>de</strong> situatie gebracht wor<strong>de</strong>n dat zeont<strong>de</strong>kken dat het ook an<strong>de</strong>rs kan. Maar het blijft maatwerk,waardoor je als <strong>school</strong>organisatie altijd rekening zultmoeten hou<strong>de</strong>n met persoonlijkheidsverschillen. Ik kan mevoorstellen dat docenten <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> <strong>school</strong>on<strong>de</strong>rschrijven en van harte hun best doen, maar zichtegelijkertijd vanwege hun persoonlijkheid bij voorkeurbeperken tot hun vak. Dat moet kunnen wanneer je ervoor zorgt dat daarnaast een docent staat die gedrevenwordt door pedagogische kant van het vak.Jan <strong>de</strong> BoomChaos duidt <strong>op</strong> veran<strong>de</strong>ring‘De autonome docent maakt plaats voor <strong>de</strong> docent alsteamspeler. Die ontwikkeling legt een sterkere nadruk <strong>op</strong> <strong>de</strong>sociale en communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> docent.Die heeft hij overigens toch al nodig, wil hij <strong>de</strong>rgelijke vaardighe<strong>de</strong>neffectief kunnen overdragen aan leerlingen.‘Daarnaast moet <strong>de</strong> docent blijven beschikken over eenfikse hoeveelheid basiskennis. In <strong>de</strong> toekomst zelfs basiskennisvan meer<strong>de</strong>re vakken, doordat on<strong>de</strong>rwijs steedsmeer geïntegreerd wordt aangebo<strong>de</strong>n. Nu nog is heton<strong>de</strong>rwijs zeer inefficiënt. Leerlingen horen iets over <strong>de</strong>Romantiek bij Ne<strong>de</strong>rlands, Frans, Engels en Duits, terwijlhet over <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> stijlperio<strong>de</strong> in <strong>de</strong> literatuur gaat. Dat isniet alleen inefficiënt, maar vooral vervelend voor leerlingen.Er zal meer integratie moeten komen, hetgeen consequentiesheeft voor <strong>de</strong> wijze waar<strong>op</strong> docenten wor<strong>de</strong>n<strong>op</strong>geleid: min<strong>de</strong>r specialistisch, meer generalistisch, meergericht <strong>op</strong> raakvlakken met an<strong>de</strong>re disciplines.‘De docent van <strong>de</strong> toekomst begeleidt een paar hon<strong>de</strong>rdleerlingen en levert toch maatwerk. Dat vereist beheersingvan een breed scala aan pedagogische en didactischevaardighe<strong>de</strong>n, waaraan in leraren<strong>op</strong>leidingen veel meeraandacht moet wor<strong>de</strong>n besteed. De ervaringen met hetstudiehuis tot dusverre, tonen aan dat het niet meevalt om<strong>de</strong>rgelijke vaardighe<strong>de</strong>n te ontwikkelen. Je kunt je er drukom maken, maar je kunt ook zeggen: waar veran<strong>de</strong>ringnoodzakelijk is, ontstaat eerst chaos. Dat is niet erg, maarbewijst dat er iets gebeurt.’KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 17


Leon van Min<strong>de</strong>rhoutEenheid binnen het kernteam‘Leraren in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs zullen meer <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>moeten krijgen van hun collega’s in het basison<strong>de</strong>rwijs:“Ik ben hier niet in <strong>de</strong> eerste plaats om een vak te doceren,maar om jongeren te vormen.” Nu heeft <strong>de</strong> docent in zijnprivé-leven vanzelfsprekend wel <strong>op</strong>vattingen over cultureleen levensvraagstukken, maar eenmaal <strong>op</strong> <strong>school</strong> beperkthij zich te veel tot het afdraaien van zijn eigen les.Natuurlijk zullen er specialismen blijven bestaan, maar <strong>de</strong>docent van <strong>de</strong> toekomst zal meer oog moeten hebbenvoor zijn bre<strong>de</strong> <strong>op</strong>voedkundige taak om kin<strong>de</strong>ren vantwaalf tot achttien jaar volwassenen te laten wor<strong>de</strong>n.‘De consequentie is dat er veel meer overleg tussendocenten zal moeten plaatsvin<strong>de</strong>n. Er zal eenheid van<strong>op</strong>vatting moeten ontstaan over <strong>de</strong> vraag hoe je die <strong>nieuwe</strong>kerntaak vorm geeft. Er zal permanent tijd beschikbaarmoeten zin om met elkaar van gedachten te wisselen en<strong>de</strong> koers te bepalen.‘Ik zie het kernteam als een eenheid waarbinnen <strong>de</strong>ze taaktot wasdom kan komen. Het kernteam heeft een gezamenlijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> vorming van een groepleerlingen en alle individuele docenten binnen zo’n teamcommitteren zich, dankzij permanent overleg, aan <strong>de</strong>gekozen aanpak. Juist om het gevoel van grip <strong>op</strong> heteigen on<strong>de</strong>rwijsproces te versterken, beschikken kernteamsover een grote mate van autonomie. Ze zijn zelfsturend,uiteraard binnen <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>re ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> <strong>school</strong>als geheel.’De ro<strong>de</strong> draad• sterke nadruk <strong>op</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige verantwoor<strong>de</strong>lijkheid• docenten <strong>op</strong>ereren in kernteams• kernteams beschikken over een grote mate vanautonomie, binnen <strong>de</strong> centrale ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> <strong>school</strong>• docenten bepalen me<strong>de</strong> <strong>de</strong> richting van <strong>de</strong> <strong>school</strong>• enthousiasme en een ‘wij-gevoel’ voorkomtoverbelasting• docenten beschikken over pedagogische,didactische, sociale en communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n.KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 18


De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> 21e eeuwJan WiegersKleinere directies‘Ook in mijn beroepsgroep zie je mensen die vastzitten inou<strong>de</strong> patronen. Tegelijkertijd zie ik veel enthousiasme enveran<strong>de</strong>ringsbereidheid. Cynisme maakt plaats voor <strong>de</strong> wilom te ver<strong>nieuwe</strong>n, al heeft <strong>de</strong> een meer moeite om dievernieuwing han<strong>de</strong>n en voeten te geven dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r. Erzal een proces van ‘natuurlijke selectie’ <strong>op</strong> gang komen,want geen enkele <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r kan zich permitteren <strong>de</strong>ogen voor veran<strong>de</strong>ringen te sluiten. Een goed bestuurcorrigeert – of vervangt – <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r die niet meebeweegt.‘Ik ben ervan overtuigd dat <strong>de</strong> directie van <strong>de</strong> <strong>school</strong> kleinerwordt naarmate <strong>de</strong> docent zich meer als professionalgaat <strong>op</strong>stellen. Zo’n kleine directie houdt zich bezig methoofdlijnen, bewaakt missie en strategie van <strong>de</strong> <strong>school</strong> enon<strong>de</strong>rhoudt externe contacten om goed te kunnen inschattenwelke ontwikkelingen <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>school</strong> afkomen. Opboven<strong>school</strong>s niveau zie ik een professioneel bestuur<strong>de</strong>rontstaan. Die ontwikkeling zie je nu al <strong>op</strong> kleine schaal enzal doorzetten. Die professionele bestuur<strong>de</strong>r volgt actief<strong>de</strong> ontwikkelingen in meer<strong>de</strong>re scholen en legt verantwoordingaf aan een Raad van Toezicht. Ik voorzie dus <strong>op</strong>bestuurlijk niveau ver<strong>de</strong>re schaalvergroting. Daardoor kan<strong>de</strong> sector veel krachtiger dan nu het geval is haar belangenbehartigen en <strong>de</strong> concurrentie met an<strong>de</strong>re sectoren dusbeter aan. Bovendien geeft een professioneel bestuur<strong>de</strong>rdoor het permanent prikkelen van <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>rs eenimpuls aan beleidsontwikkeling.’Gerrit BoersmaInitiërend en enthousiasmerend‘In <strong>de</strong> <strong>school</strong> van <strong>de</strong> toekomst zijn af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>rs verantwoor<strong>de</strong>lijkvoor het on<strong>de</strong>rwijs en het personeelsbeleid enkrijgen <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len om zaken te regelen. Bovendien zijnzij als on<strong>de</strong>rwijskundige specialisten het visitekaartje naarbuiten toe. Zij moeten dus nogal wat kunnen en daar moetje ze goed voor betalen.Boven <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>r staat <strong>de</strong> eindverantwoor<strong>de</strong>lijkedirecteur. Die zorgt dat het curriculum wordt ontwikkeld enis verantwoor<strong>de</strong>lijk voor voldoen<strong>de</strong> afstemming tussenaf<strong>de</strong>lingen, voor een goe<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len eneen goe<strong>de</strong> uitvoering van het personeelsbeleid door <strong>de</strong>af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>rs. De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r is dus een initiëren<strong>de</strong>,controleren<strong>de</strong> en vooral enthousiasmeren<strong>de</strong> figuur.‘Daarnaast wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rsteund doormid<strong>de</strong>l van begrotingen, on<strong>de</strong>rhoudsplannen, het makenvan roosters, et cetera. Momenteel zie je dat veel directeurennog heel veel tijd beste<strong>de</strong>n aan die beheersmatigetaak. Ze zullen het beheer in <strong>de</strong> toekomst zoveel mogelijkláten doen, maar er tegelijkertijd voor zorgen dat zezoveel van <strong>de</strong> beheerskant weten dat ze in <strong>de</strong>tail kunnentre<strong>de</strong>n wanneer dat nodig is.‘Naast <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r komt dus een on<strong>de</strong>rsteunendbureau dat een heleboel uitvoerend werk <strong>op</strong> zich neemt.Maar hij blijft wel eindverantwoor<strong>de</strong>lijke. Een af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>rmaakt dus geen volledige begroting, maar geeft aan wathij nodig heeft. Het on<strong>de</strong>rsteunend bureau kan vervolgensuitzoeken wat daarvan <strong>de</strong> kosten zijn. En <strong>de</strong> eindverantwoor<strong>de</strong>lijkedirecteur relateert <strong>de</strong>ze inzichtelijke informatievervolgens aan beleid en strategie van <strong>de</strong> <strong>school</strong> enmaakt keuzen.’KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 19


Leon van Min<strong>de</strong>rhoutIntegraal eindverantwoor<strong>de</strong>lijk‘Het <strong>school</strong>bestuur ontwikkelt zich tot een Raad vanToezicht. Die zorgt ervoor dat <strong>de</strong> juiste <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r wordtaangetrokken en bevraagt hem regelmatig over ontwikkelingenin <strong>de</strong> <strong>school</strong> en in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijswereld. De Raad vanToezicht bestaat uit mensen die weten welke relevanteontwikkelingen zich in <strong>de</strong> maatschappij voltrekken enbediscussieert die regelmatig met <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r. DeRaad is niet regelend of bepalend, maar inspirerend enbetrokken. In <strong>de</strong> uitvoering zelf wordt een verstrekkendmandaat gegeven aan <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r.‘De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r is integraal eindverantwoor<strong>de</strong>lijk vooralles wat met <strong>de</strong> <strong>school</strong> te maken heeft, zowel on<strong>de</strong>rwijsinhou<strong>de</strong>lijkals in <strong>de</strong> bedrijfsvoering. Vanzelfsprekendbehoeft hij daarbij on<strong>de</strong>rsteuning van gekwalificeer<strong>de</strong> mensen.Dat lukt alleen door <strong>de</strong> <strong>school</strong> een flinke omvang tegeven. Met een <strong>school</strong> van 400 leerlingen kun je zo’nprofessioneel apparaat niet neerzetten. Maar wel een<strong>school</strong> van 2000 leerlingen. Dan kun je een hoofdpersoneelszaken aanstellen, een hoofd financiën en eenhoofd organisatie. Mensen met een HBO-<strong>op</strong>leiding, diequa beleidsvorming, beleidsuitvoering en personeelsmanagementdaadwerkelijk iets kunnen neerzetten.Daarnaast heb je administratieve specialisten, mensen die<strong>de</strong> boekhouding <strong>op</strong> or<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n, het rooster maken enalle huisvestingszaken regelen. Als <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r kun jebovendien vanuit strategisch oogpunt een beroep doen <strong>op</strong><strong>de</strong>ze mensen, om <strong>de</strong> consequenties van beleidskeuzes teon<strong>de</strong>rzoeken. Zo heeft <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r meer tijd voor zijnkerntaak: strategie en beleid.’Jan <strong>de</strong> BoomSchoollei<strong>de</strong>r wordt bestuur<strong>de</strong>r‘Kerntaak van <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r is het ontwikkelen van visieen het bewaken van <strong>de</strong> grote lijnen. Hij moet zich realiserendat hij niet alles kan beheersen én dat hij niet overal verstandvan heeft. De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r heeft een an<strong>de</strong>re professioneleverantwoor<strong>de</strong>lijkheid dan <strong>de</strong> docent. Docentenmoeten zich vooral niet met zaken als financiën en regelgevingbemoeien, <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>rs niet met <strong>de</strong> processen diezich tussen docenten en leerlingen afspelen. Docentenvormen kernteams, die hun eigen leerplannen maken.De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r moet daar vooral ruimte aan geven.Tegelijkertijd moet hij die leerplannen toetsen aan <strong>de</strong> visie,<strong>de</strong> kwaliteitsdoelstellingen en <strong>de</strong> financiële mogelijkhe<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> <strong>school</strong>. Zowel <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r als <strong>de</strong> docententeamsmoeten dus een goed verhaal hebben.‘Met <strong>de</strong>ze ontwikkeling wordt <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r min of meerbestuur<strong>de</strong>r. Het bestuur zelf ontwikkelt zich tot een soortRaad van Toezicht, die meer <strong>op</strong> afstand staat, fungeert alsklankbord voor <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r en daarnaast een controleren<strong>de</strong>functie heeft ten aanzien van <strong>de</strong> jaarrekening en <strong>de</strong>begroting. De samenstelling van het bestuur is erg belangrijk.Om <strong>de</strong> klankbordfunctie goed te kunnen vervullen,bestaat het uit mensen die een dwarsdoorsnee van <strong>de</strong>samenleving vormen.Naast dit klankbord wordt <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r professioneelon<strong>de</strong>rsteund bij <strong>de</strong> bedrijfsvoering. Nu nog zie je dat <strong>de</strong><strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r tal van taken verricht, waarvoor hij eigenlijkveel te duur is.’KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 20


Walter DresscherInspireren en luisteren‘De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r moet goed kunnen organiseren, maarvooral ook dingen <strong>op</strong> zijn belo<strong>op</strong> kunnen laten. Hij moetruimte geven aan mensen door te luisteren en door ze <strong>de</strong>kans te geven iets uit te proberen. Vanzelfsprekend zullener dan dingen misgaan. Maar door docenten <strong>de</strong>sondankshet vertrouwen te geven, zijn dat leermomenten vanonschatbare waar<strong>de</strong>. Er bestaat veel misverstand overmanagementfuncties. Alleen al het woord ‘management’suggereert dat <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r alles moet regelen. Onzin,hij moet er juist voor zorgen dat mensen het zélf regelen,door ze te inspireren en ze <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n aan te reiken.‘Loslaten en toch sturen naar het bre<strong>de</strong>re doel van <strong>de</strong><strong>school</strong>, dat is <strong>de</strong> moeilijkste taak waarvoor <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>rstaat. Een <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r moet in<strong>de</strong>rdaad over uitzon<strong>de</strong>rlijkekwaliteiten beschikken. Hij moet goed kunnen luisteren enzich kwetsbaar durven <strong>op</strong> te stellen. Tegelijkertijd moet hij<strong>de</strong> druk <strong>op</strong> <strong>de</strong> ketel hou<strong>de</strong>n, om ervoor te zorgen dat hetgrote plaatje niet uit het oog wordt verloren. Dat is heelerg moeilijk en vereist bepaal<strong>de</strong> persoonlijkheidskenmerken.Ik weet niet of je dat kunt leren.‘In ie<strong>de</strong>r geval leert <strong>de</strong> praktijk dat docenten enorm veelenergie krijgen wanneer er naar ze wordt geluisterd. Nietvia allerlei documenten, maar door mid<strong>de</strong>l van individueelcontact. Dan blijkt er ongelooflijk veel creativiteit enbereidheid tot investeren los te komen. Het <strong>school</strong>beleidis dan niet langer iets dat <strong>op</strong> een abstract managementniveauwordt bepaald, maar een verzameling van uitgangspuntenwaar<strong>op</strong> docenten daadwerkelijk invloed hebbengehad.’De ro<strong>de</strong> draad• Een kleine directie, die stuurt <strong>op</strong> hoofdlijnen• Professionalisering en schaalvergroting <strong>op</strong> bestuurlijkniveau• Het bestuur ontwikkelt zich tot een Raad van Toezicht• De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r initieert en controleert• De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r enthousiasmeert en inspireert• Niet <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r, maar <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>r is hetvisitekaartje van <strong>de</strong> <strong>school</strong>• Beheersmatige taken wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgebracht bij eenon<strong>de</strong>rsteunend bureau• Kerntaak van <strong>de</strong> <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r is beleid en strategie• De <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r komt meer in <strong>de</strong> rol van bestuur<strong>de</strong>r.KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 21


Arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> 21e eeuwWalter DresscherCAO als communicatiemid<strong>de</strong>l‘Als we inzien dat docenten <strong>de</strong> enige kapitaalgoe<strong>de</strong>renzijn in het on<strong>de</strong>rwijs, dat zij <strong>de</strong> <strong>school</strong> dragen, dan zou jeeigenlijk moeten na<strong>de</strong>nken over geheel an<strong>de</strong>re arbeidsverhoudingen.Er wordt wel eens het voorbeeld van <strong>de</strong>maatschap genoemd. Leraren vormen gezamenlijk eenmaatschap en spreken af hoe ze <strong>de</strong> zaak gaan aanpakken.Er kleven nogal wat complicaties aan zo’n systeem, maarals mo<strong>de</strong>l doet het wel recht aan <strong>de</strong> cruciale positie van<strong>de</strong> docent. In het huidige mo<strong>de</strong>l is er eerst een ministervan on<strong>de</strong>rwijs, dan een <strong>school</strong>bestuur, dan een directeur,een on<strong>de</strong>rdirecteur en een coördinator. Helemaal on<strong>de</strong>raankomt <strong>de</strong> docent. Dat is in feite <strong>de</strong> wereld <strong>op</strong> zijn k<strong>op</strong>.‘Er zijn echter tal van veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> <strong>school</strong> mogelijk,zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> afspraken in <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> CAO in hetgeding zijn. Een <strong>school</strong>directie kan an<strong>de</strong>re functiescreëren, kan mensen an<strong>de</strong>r werk laten doen. Wat volgens<strong>de</strong> CAO niet kan, is leerkrachten meer dan 26 lessen latengeven. Maar wij zeggen altijd: <strong>de</strong> CAO is een communicatiemid<strong>de</strong>l,een leidraad om <strong>op</strong> een zinnige manier overarbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n te praten. Het is een gemeenschappelijkebasis die een zekere stabiliteit brengt tussen werkgeversen werknemers in <strong>de</strong> hele sector. De CAO geeft <strong>de</strong>sector <strong>de</strong> mogelijkheid te concurreren <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt,terwijl <strong>de</strong> interne concurrentie er door wordtgeremd. Dat is een gemeenschappelijk belang. De CAObiedt wel <strong>de</strong>gelijk ruimte voor afwijken<strong>de</strong> regelingen. Hetprobleem is niet dat een <strong>school</strong>lei<strong>de</strong>r bijvoorbeeld met eenindividu 30 lesuren overeenkomt, maar of <strong>de</strong>ze afspraakecht in volle vrijheid gemaakt is en wie voor <strong>de</strong> gevolgen<strong>op</strong>draait wanneer het mis gaat. In een goe<strong>de</strong> organisatieontstaat flexibiliteit, omdat <strong>de</strong> mensen om wie het draaitserieus genomen wor<strong>de</strong>n. In slechte organisaties kunnendocenten gelukkig teruggrijpen <strong>op</strong> hun rechten.’Jan <strong>de</strong> BoomDe markt bepaalt‘Als we vin<strong>de</strong>n dat het on<strong>de</strong>rwijs meer maatwerk moetbie<strong>de</strong>n, dan moet dat zich ook vertalen naar <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n.Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: zo weinig mogelijkcollectief, zoveel mogelijk individueel. Schoollei<strong>de</strong>rs moetenmet docenten kunnen on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len over hun inzet en <strong>de</strong>bijbehoren<strong>de</strong> beloning. De markt bepaalt het salaris enmomenteel bevin<strong>de</strong>n docenten zich <strong>op</strong> die markt niet ineen ongunstige positie.‘Een <strong>school</strong> in Utrecht heeft aanzienlijk meer problemenmet het vin<strong>de</strong>n van personeel dan bijvoorbeeld mijn <strong>school</strong>in Epe. Maar misschien moeten docenten in Utrecht ookwel over an<strong>de</strong>re vaardighe<strong>de</strong>n beschikken dan docenten inEpe. De huidige CAO is zo rigi<strong>de</strong> dat Utrecht het nooit vanmij wint. Terwijl <strong>de</strong> docenten daar misschien voltallig zulleninstemmen met <strong>op</strong> maat gesne<strong>de</strong>n arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n.Zij wor<strong>de</strong>n immers voor het probleem geplaatst dat binnenhun <strong>school</strong> vacatures niet vervuld kunnen wor<strong>de</strong>n, hetgeenextra werkdruk met zich meebrengt.‘Ik vind <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> CAO nu tot stand komt echtabsurd. De minister zit om <strong>de</strong> tafel met <strong>de</strong> bon<strong>de</strong>n, nietmet <strong>de</strong> werkgevers. Zij komen een bepaal<strong>de</strong> pot met geldovereen en vervolgens wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> werkgevers ingeroepenom met <strong>de</strong> bon<strong>de</strong>n te gaan on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len over arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n.Het absur<strong>de</strong> is dat we over <strong>de</strong> beperktemogelijkhe<strong>de</strong>n die we dan hebben, nog ruzie gaan makenook. Wat werkgevers en werknemers moeten doen is eenCAO-akkoord sluiten, waarin we al onze gezamenlijkebelangen vastleggen. Daarna stappen we gezamenlijk naar<strong>de</strong> minister en zeggen: ‘Dit is onze overeenkomst, wekomen geld tekort, maar dat is uw probleem. We gaanfailliet of u komt met geld over <strong>de</strong> brug. Als signaal van <strong>de</strong>sector zou dat geweldig zijn.’KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 22


Gerrit BoersmaLeerkracht van negen tot vijf‘Voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> CAO-on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen hebben weeen inhou<strong>de</strong>lijke startnotitie gemaakt, als basis voor hetoverleg. Daarin hebben we gepoogd <strong>school</strong>organisatiesvanuit een inhou<strong>de</strong>lijke context te bena<strong>de</strong>ren, vanuit kwaliteiten plezier in het werk. Maar met die notitie is eigenlijkniets gebeurd. Dat komt doordat <strong>de</strong> bon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>school</strong>vooral bena<strong>de</strong>ren vanuit een materiële, beheersmatigecontext.‘De vakbeweging wil dat docenten min<strong>de</strong>r lesuren draaienom <strong>de</strong> werkdruk te verlagen. Ik vind ook dat <strong>de</strong> werkdrukmoet wor<strong>de</strong>n verlaagd, want ik heb geen enkel belang bijoverspannen docenten. De <strong>op</strong>lossing is dan echter nietmin<strong>de</strong>r lesuren, maar kleinere klassen gecombineerd meteen normale werkweek van negen tot vijf. In werkgeverskringenbegint die re<strong>de</strong>nering inmid<strong>de</strong>ls behoorlijk aanterrein te winnen. Maar nog steeds on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len we met<strong>de</strong> bon<strong>de</strong>n over een half uur min<strong>de</strong>r per week. Daarmeespannen we echt het paard achter <strong>de</strong> wagen, want hetgevolg is grotere klassen en dus een grotere belastingvoor docenten. Er bestaat naar mijn overtuiging weinigverband tussen het aantal lesuren en goe<strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n.Schoollei<strong>de</strong>rs en docenten moeten gezamenlijk<strong>op</strong> <strong>school</strong>niveau zorgen voor een werkomgevingdie voldoen<strong>de</strong> prikkels biedt om het vak met plezier uit teoefenen. Dat betekent meer teamwork, meer gezamenlijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n, meer overleg over het <strong>school</strong>beleid.Ver<strong>de</strong>r moeten we veel meer competentiegericht<strong>de</strong>nken. Een docent wordt beter naarmate zijn vaardighe<strong>de</strong>ntoenemen. Die competenties behoren vertaald te wor<strong>de</strong>nnaar salariëring. Dat wil <strong>de</strong> vakbond ook, maar dan welmet <strong>de</strong> garantie vooraf dat ie<strong>de</strong>reen in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mate enin hetzelf<strong>de</strong> tempo competenties ontwikkelt. Dan ben je infeite weer terug bij <strong>de</strong> alou<strong>de</strong> promotiecriteria.’Leon van Min<strong>de</strong>rhoutKa<strong>de</strong>rstellen<strong>de</strong> CAO‘In een <strong>school</strong> wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijstaken en niet-on<strong>de</strong>rwijstakenuitgevoerd. Vanuit <strong>de</strong> bedrijfsvoering wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>basis van alle te verrichten taken bouwpakketjes gemaakt,met inschattingen van bijbehoren<strong>de</strong> tijdsinvesteringen.Elk bouwpakketje vormt uitein<strong>de</strong>lijk een functie, waar eenbepaald salarisschaal bij hoort. Dan ben je bezig metfunctiedifferentiatie. Je kunt ook een passend takenpakketmaken uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> mensen die je in huis hebt. Danben je bezig met taakdifferentiatie. Bei<strong>de</strong> moet kunnen.‘Wanneer aan bepaal<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n, aan zeer specialistischvakmanschap in een <strong>school</strong> gebrek is, dan moet hetmogelijk zijn meer te bie<strong>de</strong>n dan wat volgens <strong>de</strong> schaalmogelijk is. Voor <strong>de</strong>rgelijke functionarissen moeten weaccepteren dat <strong>de</strong> markt <strong>de</strong> beloning bepaalt. Maar datblijft wel een risicovolle on<strong>de</strong>rneming. Als een nieuw personeelslidmeer krijgt dan iemand die er al veel langer zit,dan vormt dat een bron van onrust in <strong>de</strong> organisatie. Dusalleen bij hoge uitzon<strong>de</strong>ring moet je dit soort mechanismentoepassen.‘Ik heb er geen bezwaar tegen dat in een CAO wordt afgesprokenwelke schalen in het on<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n gehanteerd.Waar ik wel grote moeite mee heb, is dat mensen<strong>op</strong> centraal niveau willen regelen hoe iemand zijn jaar ofzijn dag moet invullen. Die regelzucht neemt echt extremevormen aan als het om <strong>de</strong> lestaak gaat, daar moeten wevanaf.‘Wat mij betreft gaan we toe naar een ka<strong>de</strong>rstellen<strong>de</strong> CAOwaarin kwaliteitsuitspraken wor<strong>de</strong>n gedaan. Het ka<strong>de</strong>r isbijvoorbeeld een afspraak over hoeveel uur een jaartaakheeft, die vervolgens <strong>op</strong> <strong>school</strong>niveau, in overleg met <strong>de</strong>me<strong>de</strong>zeggenschapsraad ver<strong>de</strong>r wordt ingevuld.Kwaliteitsuitspraken wor<strong>de</strong>n gedaan over bijvoorbeeldtaakbeleid. Maar uitein<strong>de</strong>lijk wordt <strong>de</strong> CAO <strong>op</strong> <strong>school</strong>niveauingevuld.’KOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 23


Jan WiegersProfilering van <strong>de</strong> sector‘Het allerbelangrijkste is dat docenten perspectieven wor<strong>de</strong>ngebo<strong>de</strong>n. Het is do<strong>de</strong>lijk dat je <strong>op</strong> 26-jarige leeftijd alsdocent binnenkomt en dan al weet dat alleen je salaris <strong>de</strong>komen<strong>de</strong> 39 jaar telkens een beetje hoger wordt. We zullenin een grotere variëteit aan taken en functies moetengaan <strong>de</strong>nken en ons moeten inspannen voor ontwikkelingvan bijbehoren<strong>de</strong> competenties. Een docent die al een tijdjemeedraait, kan bijvoorbeeld meer ontwikkeltaken danlestaken krijgen, of jonge docenten gaan coachen.Daarnaast komen er lesassistenten, die <strong>de</strong> docent eenaantal klussen uit han<strong>de</strong>n nemen. Want een docent heeftgeen HBO-<strong>op</strong>leiding gedaan om te surveilleren bij proefwerken.Het zal nog een hele toer wor<strong>de</strong>n om die differentiatiein te bouwen, want <strong>de</strong> <strong>school</strong> is sinds jaar en dageen buitengewoon platte organisatie.‘Ik <strong>de</strong>nk dat werkgevers en bon<strong>de</strong>n <strong>op</strong> lan<strong>de</strong>lijk niveauafspraken moeten maken over zo’n functiebouwwerk. Dezaak moet daar niet wor<strong>de</strong>n dichtgeregeld, maar ik zietegelijkertijd wel het belang in van een aantal centraleafspraken. Zo is het handig wanneer we centraal tot eenregeling komen, die <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n van zij-instromersvaststelt. Ook voor werkgevers is het toch wel handigals we daar wat regeltjes voor hebben, want je zult hetals <strong>school</strong> allemaal maar zelf moeten be<strong>de</strong>nken. De CAOmoet dus veel meer een kapstok zijn, waar individuelescholen <strong>op</strong> basis van hun eigen behoeften dingen aan kunnenhangen. Maar centrale afspraken moeten blijven, ookom je als gehele sector met goe<strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n tekunnen profileren.’De ro<strong>de</strong> draad• Individuele afspraken tussen werkgever en werknemerzijn mogelijk• De leerkracht werkt van negen tot vijf en vervultdaarin on<strong>de</strong>rwijs- en aanverwante taken• Naar een ka<strong>de</strong>rstellen<strong>de</strong> CAO• Een CAO met kwaliteitsafspraken• Marktconforme beloning moet mogelijk wor<strong>de</strong>n• Met centrale afspraken <strong>de</strong> gehele sector beterprofilerenKOERSEN OP DE NIEUWE SCHOOL / 24


<strong>Koersen</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> <strong>school</strong>Het woud van regels en arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>lijke afspraken maakt hetgemakkelijk te verdwalen in het on<strong>de</strong>rwijs. Het ministerie van OC&W, bon<strong>de</strong>nen werkgevers verga<strong>de</strong>ren en on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len talloze uren over taakbeleid,taakomschrijvingen, beloning et cetera. We zijn er zo druk mee, dat somsgeen acht meer wordt geslagen <strong>op</strong> <strong>de</strong> weg die we gezamenlijk behoren tebewan<strong>de</strong>len om goed on<strong>de</strong>rwijs te kunnen bie<strong>de</strong>n.De commissie arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n van <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> vindt dat het tijd wordtom ver<strong>de</strong>r te kijken Dat doen we on<strong>de</strong>r meer in <strong>de</strong>ze brochure. Is er in hetwoud van regels een ro<strong>de</strong> draad te ont<strong>de</strong>kken, die ons <strong>de</strong> weg wijst naar <strong>de</strong>toekomst? Een pad dat aangeeft hoe <strong>de</strong> <strong>school</strong> van <strong>de</strong> 21e eeuw er uitmoet zien, om daarmee me<strong>de</strong> vorm te geven aan <strong>de</strong> samenleving van <strong>de</strong>21e eeuw?In <strong>de</strong> brochure komen le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> commissie arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n van<strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong> – allen <strong>school</strong>directeuren – en één vakbondsvertegenwoordiger aanhet woord. We h<strong>op</strong>en dat <strong>de</strong>ze brochure <strong>de</strong> aanzet vormt tot een <strong>op</strong>en <strong>de</strong>batover <strong>de</strong> toekomst van het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, vanuit een gezamenlijkegedrevenheid en een gezamenlijke visie.Deze brochure verschijnt in het ka<strong>de</strong>r van het <strong>VOS</strong>/<strong>ABB</strong>-project School van<strong>de</strong> 21e eeuw.Polanerbaan 15Postbus 162 - 3440 AD Woer<strong>de</strong>nTel.: 0348-405200Fax: 0348-405205E-mail: vosabb@vosabb.nlWebsite: www.vosabb.nl / www.S21E.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!