13.07.2015 Views

Het heft in eigen hand Sturen op zelfsturing - Gilde Re-integratie

Het heft in eigen hand Sturen op zelfsturing - Gilde Re-integratie

Het heft in eigen hand Sturen op zelfsturing - Gilde Re-integratie

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Handreik<strong>in</strong>g voorre-<strong>in</strong>tegratieprofessionals<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong><strong>Sturen</strong> <strong>op</strong>zelfstur<strong>in</strong>gwww.rwi.nl


<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> <strong>hand</strong><strong>Sturen</strong> <strong>op</strong> zelfstur<strong>in</strong>gHandreik<strong>in</strong>g voor re-<strong>in</strong>tegratieprofessionalsDrs Peter Wesdorp (<strong>Gilde</strong> <strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie / WhatWorks)Dr Edw<strong>in</strong> van Hooft (Universiteit van Amsterdam)Drs Gejo Du<strong>in</strong>kerken (<strong>Gilde</strong> <strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie)Dr Roeland van Geuns (<strong>Gilde</strong> <strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie)1Een uitgave van de Raad voor Werk en Inkomen


Inhouds<strong>op</strong>gave1 Inleid<strong>in</strong>g 41.1 De klant achter het stuur 51.2 <strong>Het</strong> gebeurt tussen de oren 51.3 Zelfstur<strong>in</strong>g is geen vrijheid – blijheid 51.4 En de ruimte voor de re-<strong>in</strong>tegratieprofessional? 71.5 Verantwoord<strong>in</strong>g van deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g 81.6 Hoe deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g te gebruiken? 82 Psychologie is van ons allemaal 102.1 Nogal wiedes? 112.2 U mag het zeggen! 113 Zelfstur<strong>in</strong>g bij re-<strong>in</strong>tegratie 143.1 Wat is zelfstur<strong>in</strong>g? 153.2 Waarom is zelfstur<strong>in</strong>g wenselijk? 163.3 Zijn onze klanten wel <strong>in</strong> staat tot zelfstur<strong>in</strong>g? 173.4 Verschillen <strong>in</strong> de mate van zelfstur<strong>in</strong>g 193.5 Werken aan zelfstur<strong>in</strong>g = gedragsverander<strong>in</strong>g 203.6 Fasen van gedragsverander<strong>in</strong>g 204 Zelfstur<strong>in</strong>g: <strong>Het</strong> bouwen aan de relatie met de klant 244.1 De <strong>op</strong>en deuren die vaak dicht blijven 254.2 Neutraal <strong>in</strong>formeren 254.3 Open vragen stellen (en doorvragen) 264.4 <strong>Re</strong>flecteren 264.5 Bevestigen 284.6 Samenvatten 284.7 NORBS versus een confronterende benader<strong>in</strong>g 295 Werken aan zelfstur<strong>in</strong>g: Motiveren 305.1 Inleid<strong>in</strong>g 315.2 Ambivalentie verkennen 315.3 Verandertaal uitlokken 335.4 Omgaan met weerstand 345.5 Geloof <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnen versterken: vertrouwenstaal 356 Werken aan zelfstur<strong>in</strong>g: Doelen, plannen en uitvoeren 366.1 De juiste doelen stellen 376.2 Plannen 396.3 Geloven dat het z<strong>in</strong> heeft 396.4 Werken met ‘als-dan’-plannen 406.5 Ondersteunende omgev<strong>in</strong>g betrekken 402<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


7 Werken aan zelfstur<strong>in</strong>g: Volhouden, evalueren en afronden 427.1 Algemeen 437.2 ‘Als-dan’-plannen 437.3 Zoeken naar positieve uitzonder<strong>in</strong>gen 447.4 Hulpbronnen zoeken 447.5 Successchalen 457.6 Mislukk<strong>in</strong>gen duiden als leermoment 457.7 Belonen en complimenteren 467.8 C<strong>op</strong><strong>in</strong>g versterken 477.9 Alternatieven zoeken 47Literatuurlijst 48Samenvattend schema:Stappen van zelfstur<strong>in</strong>g: het sociaalpsychologisch perspectief 49Verder lezen? 50Colofon 523


1Inleid<strong>in</strong>g4<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Motivatie is één van de meestbepalende succesfactoren bijhet v<strong>in</strong>den van werk1.1 De klant achter het stuur<strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie – het zoeken en v<strong>in</strong>den van eenbaan door iemand die werkloos geworden is –vergt veel motivatie en doorzett<strong>in</strong>gsvermogen.<strong>Het</strong> is voor een klant een uitdagende en complexetaak. Er komt immers veel bij kijken: het oriënteren<strong>op</strong> de arbeidsmarkt, het omgaan met belemmer<strong>in</strong>gen,het soms nog verwerven van bepaaldecompetenties, het zoeken naar vacatures, hetreageren <strong>op</strong> vacatures en het voeren van sollicitatiegesprekken.<strong>Het</strong> is een proces dat bijnaonvermijdelijk met teleurstell<strong>in</strong>gen, tegenvallers,obstakels, onduidelijkheden en afwijz<strong>in</strong>gen gepaardgaat. Blijf onder die omstandigheden maareens gemotiveerd.Niet iedere klant is <strong>op</strong> ieder moment even goed <strong>in</strong>staat om zijn re-<strong>in</strong>tegratieproces zelf te sturen.Vaak ontbreekt <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g de tijd daargericht aan te werken. Daarom worden klantenvaak activiteiten en verantwoordelijkheid uit <strong>hand</strong>engenomen door klantmanagers, werkcoachesen re-<strong>in</strong>tegratieconsulenten (vanaf hier aangeduidals (re-<strong>in</strong>tegratie)professionals). Soms wordtdan vrij directief voorgeschreven wat de klantmoet gaan doen.Een directieve houd<strong>in</strong>g kan er echter toe leidendat de motivatie van de klant om te gaan werkenafneemt. En dat terwijl motivatie één van demeest bepalende succesfactoren is bij het v<strong>in</strong>denvan werk. <strong>Het</strong> is daarom van belang het zelfsturendvermogen van de klant zo veel mogelijkaan te spreken en te benutten; de klant zo veelmogelijk het <strong>heft</strong> <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> <strong>hand</strong> te laten nemen enhouden. Maar hoe doe je dat?1.2 <strong>Het</strong> gebeurt tussen de oren<strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie is een proces dat zich <strong>in</strong> belangrijkemate tussen de oren van mensen afspeelt. ‘Kan ikhet wel?’, ‘Heeft het enige z<strong>in</strong>?’, ‘Maakt het wat uitals ik mijn best doe?’ ‘Wil ik het nog wel?’, ‘Ga ik erook echt moeite voor doen?’ zijn van die vragendie werkzoekenden zich stellen. De psychologiebiedt <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> hoe deze denkprocessen <strong>in</strong> dehoofden van mensen werken. Wat het geheel aanrelevante overtuig<strong>in</strong>gen, gedachten, gevoelens,verwacht<strong>in</strong>gen en attitudes - de wetenschappelijketerm hiervoor is cognities - is en hoe ze (kunnen)worden beïnvloed door de omgev<strong>in</strong>g. Wantzaken als motivatie en zelfvertrouwen zijn tebeïnvloeden. De professional kan een belangrijkerol spelen om de denkprocessen <strong>in</strong> de hoofdenvan klanten te beïnvloeden en weer te ordenen.In deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g worden de belangrijkste ennieuwste <strong>in</strong>zichten van de sociaalpsychologie <strong>in</strong>relatie tot motivatie en zelfstur<strong>in</strong>g bij re-<strong>in</strong>tegratie<strong>op</strong> een toegankelijke manier gepresenteerd,zodat re-<strong>in</strong>tegratieprofessionals daarvan gebruikkunnen maken <strong>in</strong> hun dagelijks werk. Door hetzelfsturend vermogen van werkzoekenden <strong>op</strong> diemanier te versterken kan re-<strong>in</strong>tegratie wordenverbeterd.Zelfstur<strong>in</strong>g betekent dat <strong>in</strong> de re-<strong>in</strong>tegratiedienstverlen<strong>in</strong>ghet perspectief van de klantmeer centraal staat. Diens mogelijkheden zijnhet vertrek- en richtpunt van de ondersteun<strong>in</strong>g.Dat is belangrijk: het verdwijnen van motivatieis vaak het gevolg van een gebrek aan perspectief,<strong>op</strong> werk of <strong>op</strong> volwaardige deelname aan desamenlev<strong>in</strong>g. Werkloosheid is vooral een sociaaleconomischvraagstuk, maar heeft voor het<strong>in</strong>dividu vaak verstrekkende gevolgen, voor hetwelbev<strong>in</strong>den en de (psychische) weerbaarheid.<strong>Het</strong> bevorderen van het zelfsturend vermogen isdan ook vooral z<strong>in</strong>vol wanneer we dat perspectiefkunnen blijven bieden of kunnen laten zien datdat perspectief er is.5


Casus RoelRoel is al anderhalf jaar werkloos. 44 jaar, getrouwd en 2 puberendezonen. Hij baalt als een stekker dat zijn gez<strong>in</strong> nu van eenuitker<strong>in</strong>g moet rondkomen en dat hij niet het goede voorbeeldaan zijn k<strong>in</strong>deren geeft.Zijn ontslag kwam hard aan, trots als hij was <strong>op</strong> zijn werk enhet bedrijf waar hij voor werkte. Zijn mooie leasewagen moesthij natuurlijk <strong>in</strong>leveren. In het beg<strong>in</strong> heeft hij wel gesolliciteerd,maar voor iemand met zijn deskundigheid is er we<strong>in</strong>ig werk.Nu dw<strong>in</strong>gt hij zichzelf nog wel om iedere twee weken een sollicitatiebriefte schrijven. Hij is al lang niet meer uitgenodigdvoor een gesprek, maar hij moet wel, anders wordt hij <strong>op</strong> zijnuitker<strong>in</strong>g gekort.Hij baaltervanwant eenéchte ventzorgt tochvoor zijngez<strong>in</strong>?<strong>Het</strong> is wel wennen om van een uitker<strong>in</strong>g rond te komen. Watvroeger kon, kan niet meer. Om niet <strong>in</strong> de problemen te komenmoesten zijn zonen ook concessies doen. De ene zoon is vanpaardrijden af en zijn andere zoon moest st<strong>op</strong>pen met pianoles.Hij baalt ervan want een échte vent zorgt toch voor zijngez<strong>in</strong>?Hij wordt <strong>in</strong>middels iedere ochtend om half elf wakker, slaathet ontbijt geregeld over, laat de hond uit en gaat dan richt<strong>in</strong>gde kroeg om een beetje te darten en een kaartje te leggen metjongens die ook werkloos zijn of <strong>op</strong> een onduidelijke manieraan hun geld komen. Die laatste jongens betalen gelukkignogal eens een rondje. Soms een rondje te veel, trouwens.Roel heeft alle tijd. Toch stapelen de klusjes thuis zich <strong>op</strong>. Erkomt we<strong>in</strong>ig uit zijn <strong>hand</strong>en. Zijn wereldje wordt steeds kle<strong>in</strong>er.Zijn oud-collega’s zijn langzamer<strong>hand</strong> uit beeld verdwenen.Nu hij veel thuis is en we<strong>in</strong>ig afleid<strong>in</strong>g heeft lo<strong>op</strong>t de spann<strong>in</strong>gtussen hem en zijn vrouw geregeld hoog <strong>op</strong>. “Ga eens wat doen.Neem een volkstu<strong>in</strong>.” zei zijn vrouw laatst, “of word vrijwilligerbij de kr<strong>in</strong>glo<strong>op</strong>w<strong>in</strong>kel”. Hij kan zich er niet toe zetten. Nogmeer brieven schrijven? Ze willen hem toch niet.6<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


<strong>Het</strong> is een misverstand te denkendat zelfstur<strong>in</strong>g hetzelfde is als vrijheid– blijheid voor de klant1.3 Zelfstur<strong>in</strong>g is geen vrijheid – blijheid<strong>Het</strong> is echt een misverstand te denken dat zelfstur<strong>in</strong>ghetzelfde is als vrijheid – blijheid voorde klant. Zelfstur<strong>in</strong>g is iets heel anders dan ‘leefje droom’. Zelfstur<strong>in</strong>g is juist een manier om deklant zijn <strong>eigen</strong> verantwoordelijkheid te latenvormgeven. Verantwoordelijkheden die horenbij de samenlev<strong>in</strong>g en bij alle mensen die <strong>in</strong> diesamenlev<strong>in</strong>g (moeten) participeren.Ieder mens heeft te maken met randvoorwaarden,met kaders, of we ze nu leuk v<strong>in</strong>den of niet.Daarb<strong>in</strong>nen proberen we er vaak het beste van temaken en is ieder mens geneigd te streven naarzo veel mogelijk autonomie. Wie een beroep doet<strong>op</strong> een uitker<strong>in</strong>g krijgt te maken met duidelijkekaders en verantwoordelijkheden. Zo gelden deverplicht<strong>in</strong>gen die samenhangen met het ontvangenvan een uitker<strong>in</strong>g en / of het deelnemen aaneen traject. <strong>Het</strong> gaat bijvoorbeeld om de sollicitatieplichtof de verplicht<strong>in</strong>g om algemeen geaccepteerdearbeid te aanvaarden. Deze verplicht<strong>in</strong>genvormen als het ware de vangrails langs deweg naar werk. Waar het om gaat is om de klantb<strong>in</strong>nen deze vangrails ruimte te geven om zelfte sturen en zelf zijn traject naar werk en zijnverantwoordelijkheden vorm te geven. Dat werktmotiverend en komt het resultaat ten goede.Zelfstur<strong>in</strong>g betekent niet dat professionals nietricht<strong>in</strong>ggevend kunnen <strong>hand</strong>elen. Integendeel!In deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g wordt juist uiteengezet hoestur<strong>in</strong>g en zelfstur<strong>in</strong>g samenhangen. <strong>Het</strong> gaat omzelfstur<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen duidelijke randvoorwaarden,met duidelijke afspraken met de klant en <strong>in</strong> degewenste richt<strong>in</strong>g. Er is een duidelijk doel.Niet alle klanten zullen <strong>in</strong> staat zijn te komen tot(volledige) zelfstur<strong>in</strong>g. Dat laat onverlet dat destrategieën en technieken uit deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>gwel kunnen worden gebruikt bij re-<strong>in</strong>tegratie. Teneerste om de capaciteiten tot zelfstur<strong>in</strong>g zo veelmogelijk te benutten, ten tweede omdat de techniekenbruikbaar zijn voor alle veranderprocessen,ook die waar<strong>in</strong> de klant m<strong>in</strong>der zelfsturendis en ten derde omdat de technieken ook sturendkunnen worden <strong>in</strong>gezet.1.4 En de ruimte voor de re-<strong>in</strong>tegratieprofessional?7<strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratieprofessionals hebben (dus) juisteen belangrijke rol <strong>in</strong> het bewerkstelligen vanzelfstur<strong>in</strong>g door hun klanten. ‘Maar,’ zullen zijzich bijvoorbeeld afvragen, ‘hebben we daar detijd wel voor?’ <strong>Het</strong> is een terechte vraag. <strong>Re</strong><strong>in</strong>tegratieprofessionalshebben te maken met dekaders en randvoorwaarden die worden meegegevendoor het management van de organisatieswaarvoor ze werken. Zaken als caseload, de tijddie aan een klant kan worden besteed, de samenstell<strong>in</strong>gvan het takenpakket, de werk<strong>in</strong>structies,de beschikbare trajecten, de ruimte om zelf keuzeste kunnen maken (maatwerk) zijn van <strong>in</strong>vloed<strong>op</strong> de mate van zelfstur<strong>in</strong>g die de klant door deprofessional kan worden geboden. Vaak ontbreektde tijd om zelf<strong>in</strong>zicht en zelfvertrouwenbij de klant te laten rijpen. Een meer directieveaanpak kan <strong>in</strong>gegeven zijn door de wens zakentijdig af te ronden. <strong>Het</strong> is <strong>in</strong> veel gevallen begrijpelijk,maar de consequentie kan zijn dat klantende hakken <strong>in</strong> het zand zetten of alleen solliciterenomdat ze móeten solliciteren en niet omdat zehet ook zelf willen. Daardoor blijft veel energieonbenut en gaat er ook veel energie <strong>in</strong> anderezaken – zoals controleren – zitten <strong>in</strong> plaats van <strong>in</strong>het ondersteunen en helpen van de klant.De <strong>op</strong>stellers van deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g erkennen datde randvoorwaarden voor de professional belangrijkzijn. Niettem<strong>in</strong> is het b<strong>in</strong>nen de grenzenvan het redelijke en mogelijke altijd nuttig omaan te sluiten bij de motivatie van de klant. Ervanuitgaande dat ieder gesprek tussen klant enprofessional een bepaald doel heeft, bieden detechnieken <strong>in</strong> deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g houvast om datdoel effectiever te bereiken.


<strong>Het</strong> is deels de kunst vanhet weglaten1.5 Verantwoord<strong>in</strong>g van deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>gDeze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g is <strong>op</strong>gesteld <strong>in</strong> <strong>op</strong>dracht vande Raad voor Werk en Inkomen (RWI). De <strong>in</strong>houdervan is gebaseerd <strong>op</strong> de laatste, zo veel mogelijkmet onderzoek geschraagde, sociaalpsychologische<strong>in</strong>zichten. Concepten van de <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>gzijn <strong>op</strong> toegankelijkheid en bruikbaarheidbesproken met re-<strong>in</strong>tegratieprofessionals uitde praktijk. De wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten zijnsamengevat <strong>in</strong> de achtergrondstudie ‘<strong>Het</strong> <strong>heft</strong><strong>in</strong> <strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>, een achtergrondstudie naar derelevante sociaalpsychologische <strong>in</strong>zichten rondzelfstur<strong>in</strong>g’. Deze achtergrondstudie kan separaatworden gedownload van de site van de RWI. Methet oog <strong>op</strong> de leesbaarheid is <strong>in</strong> deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>ggetracht het wetenschappelijk jargon zoveel mogelijk te vermijden. Wel is <strong>op</strong> verschillendeplaatsen een verwijz<strong>in</strong>g <strong>op</strong>genomen naarde wetenschappelijke term<strong>in</strong>ologie die ook <strong>in</strong> deachtergrondstudie wordt gebruikt en uitgelegd.Tegelijk met deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g verschijnt eenadvies van de RWI met als titel ‘<strong>Sturen</strong> <strong>op</strong>Zelfstur<strong>in</strong>g’. In dit advies wordt beschreven welkeoverweg<strong>in</strong>gen en mogelijkheden er zijn voororganisaties om de <strong>in</strong>vloed van de klant <strong>op</strong> zijn<strong>eigen</strong> traject te vergroten en aan welke randvoorwaardener dan moet zijn voldaan. <strong>Het</strong> adviesricht zich vooral <strong>op</strong> de managementlaag, terwijldeze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g gericht is <strong>op</strong> de uitvoerendeprofessional.De <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g, de achtergrondstudie en hetadvies zijn het vervolg <strong>op</strong> een eerdere, <strong>in</strong>ventariserendestudie naar <strong>in</strong>strumenten en werkwijzenom het zelfsturend vermogen van re-<strong>in</strong>tegratieklantente bevorderen. Dit onderzoek met alstitel ‘<strong>Het</strong> verhaal van de klant’ is gepubliceerd <strong>in</strong>januari 2010. Alle publicaties zijn te downloadenvia www.rwi.nl. Klik door naar het thema re-<strong>in</strong>tegratiemarkten vervolgens <strong>op</strong> zelfstur<strong>in</strong>g.1.6 Hoe deze <strong>hand</strong> reik<strong>in</strong>g te gebruiken?Wij denken dat professionals zich de <strong>in</strong> deze<strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g gebruikte beg<strong>in</strong>selen en techniekenrelatief snel <strong>eigen</strong> kunnen maken. <strong>Het</strong> vergtgeen grondige analyse of expertkennis. <strong>Het</strong> zijnvaardigheden die <strong>in</strong> een tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g kunnen wordengeoefend en aangeleerd, of die men zichdoor zelfstudie <strong>eigen</strong> kan maken en/of die met<strong>in</strong>tervisie kunnen worden ontwikkeld. De grootstekunst is om bepaalde neig<strong>in</strong>gen die professionalskunnen hebben, zoals een zorgreflex of eenreparatiereflex, te onderdrukken. <strong>Het</strong> is deelsdus de kunst van het weglaten. <strong>Het</strong> achterwegelaten van ongevraagd advies, van het aandragenvan <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gen, van overtuigen door normatieveof directieve <strong>op</strong>merk<strong>in</strong>gen, van zoeken naarprobleemoorzaken en van zoeken naar schuldigen.De hier voorgestelde technieken vergen een<strong>op</strong>en, onderzoekende en lerende houd<strong>in</strong>g vande professional. <strong>Het</strong> is niet harder werken, maarslimmer werken en vooral de klant het werk latendoen.<strong>Het</strong> is bovenal een kwestie van doen, van oefenenen van leren van fouten en successen. <strong>Het</strong> materiaal<strong>in</strong> deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g is daarmee vooral ietsom zelf mee aan de slag te gaan.8<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


2Psychologieisvan onsallemaal10<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Niet iedere klant is <strong>op</strong> iedermoment even goed <strong>in</strong> staatom zijn re-<strong>in</strong>tegratieproceszelf te sturen2.1 Nogal wiedes?Veel (sociaal)psychologische <strong>in</strong>zichten hebbeneen hoog ‘ja logisch’-gehalte. We hebbenhet gevoel niets te horen wat we <strong>in</strong>tuïtief niet alwisten. Wie bijvoorbeeld door een sociaalpsycholoogkrijgt uitgelegd hoe de motivatie van iemandkan worden verbeterd, denkt al snel ‘dat wist ikallang’. Toch is het dan <strong>op</strong> zijn zachtst gezegdbijzonder dat uit onderzoek blijkt dat als diezelfdepsycholoog precies het omgekeerde beweerthet voor veel mensen even aannemelijk kl<strong>in</strong>kt. Depsychologie is van ons allemaal, maar blijkbaaris het toch niet zo eenvoudig als we allemaaldenken...2.2 U mag het zeggen!Laten we uw kennis eens testen. In deze paragraafis een aantal stell<strong>in</strong>gen <strong>op</strong>genomen.De vraag is of ze waar of onwaar zijn. Na iederestell<strong>in</strong>g wordt het juiste antwoord gegeven,gebaseerd <strong>op</strong> de meest recente sociaalpsychologische<strong>in</strong>zichten.Stell<strong>in</strong>g 1‘Alleen zichtbaargedrag wijst <strong>op</strong>gedragsverande -r<strong>in</strong>g’UitlegVerander<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t tussen de oren. Twijfel aan<strong>eigen</strong> kunnen en weerstand tegen verander<strong>in</strong>gzijn zaken die eerst overwonnen moeten worden.Motivatie en het geloof dat het z<strong>in</strong> heeft moetenworden <strong>op</strong>gebouwd. Aan een gedragsverander<strong>in</strong>ggaat dus vaak een heel <strong>in</strong>tern proces voorafvoordat de feitelijke verander<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong>gezet.Dat proces is niet per def<strong>in</strong>itie onzichtbaar. <strong>Het</strong>kan vaak al worden waargenomen <strong>in</strong> de taal diemensen gebruiken.11


Stell<strong>in</strong>g 2‘Sociale druk isgoed om mensenplannen te latenmaken om naarwerk te gaanzoeken. Pushenkan geen kwaad.’UitlegSociale druk kan <strong>in</strong>derdaad een manier zijn ommensen voornemens en plannen te laten makenwat betreft het zoeken naar werk en solliciteren.Echter, het blijkt dat plannen gebaseerd <strong>op</strong> socialedruk m<strong>in</strong>der vaak ook daadwerkelijk uitgevoerdworden. Sociale druk ondermijnt de zelfstur<strong>in</strong>g.Beter kan gewerkt worden aan de <strong>eigen</strong> houd<strong>in</strong>gen persoonlijke <strong>op</strong>vatt<strong>in</strong>gen van de klant ten<strong>op</strong>zichte van werk en het zoeken naar werk.Stell<strong>in</strong>g 3‘<strong>Het</strong> stellen vaneen doel <strong>in</strong> devorm van “ik wilvoor de volgendeafspraak lerenhoe ik een goedesollicitatiebriefkan schrijven” isveel te vrijblijvend.Mensen zullen danniets doen.’UitlegDit is een voorbeeld van een leergericht doel.Dergelijke doelen stimuleren het zelfsturendvermogen van klanten omdat ze zorgen voor <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siekemotivatie, het uitproberen van verschillendestrategieën en verbeter<strong>in</strong>g van vaardigheden.Omdat je niet kunt falen <strong>op</strong> een dergelijkdoel, zijn ze niet bedr<strong>eigen</strong>d, zorgen ze nietvoor stress, zullen mensen m<strong>in</strong>der aan zichzelftwijfelen en daardoor nieuwe energie krijgen vanhet uitvoeren van de taak. Een goed doel dus datzelfstur<strong>in</strong>g stimuleert.12<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Stell<strong>in</strong>g 4‘Als ik een tra<strong>in</strong><strong>in</strong>ggeef, stimuleer ikde deelnemersaltijd om teproberen beterte presteren dande rest. Competitiewerkt namelijkmotivatieverhogend.’UitlegCompetitie kan soms tot betere prestaties leiden,maar alleen <strong>in</strong>dien mensen de vaardighedenhebben om het gedrag uit te voeren, een hoogvertrouwen hebben <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnen, en wanneermensen een sterke drang tot presteren hebben.Omdat deze randvoorwaarden erg onwaarschijnlijkzijn <strong>in</strong> de context van re-<strong>in</strong>tegratie, is hetstimuleren van competitie af te raden. Beter kanmen zich richten <strong>op</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van zichzelf.Stell<strong>in</strong>g 5‘Je kunt wel goedevoornemenshebben en plannenmaken, maar alspuntje bij paaltjekomt, leiden goedevoornemens nooittot actie.’UitlegOok al is er zeker enige waarheid <strong>in</strong> dit statement,onderzoek heeft laten zien dat <strong>in</strong> iets meer dan50 procent van de gevallen <strong>in</strong>tenties wel degelijkzorgen voor daadwerkelijke actie. En zonder <strong>in</strong>tentiesweet je vrijwel zeker dat er niets gebeurt.Dus het is zeker aan te raden voornemens enplannen te maken wat betreft het zoeken naarwerk en solliciteren. Wat bevorderlijk werkt, is alsde plannen en <strong>in</strong>tenties betrekk<strong>in</strong>g hebben <strong>op</strong>(tussen)doelen <strong>op</strong> de korte termijn.13


3Zelfstur<strong>in</strong>gbij re<strong>in</strong>tegratie14<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


3.1 Wat is zelfstur<strong>in</strong>g?Zelfstur<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de context van re-<strong>in</strong>tegratie wordt<strong>in</strong> de RWI-studie ‘<strong>Het</strong> verhaal van de klant’ omschrevenals de mate waar<strong>in</strong> klanten van socialediensten en UWV WERKbedrijf zelf de verantwoordelijkheidnemen over hun route (terug) naarwerk en deze zelf kunnen beïnvloeden.Dit nemen van verantwoordelijkheid kan verderworden uitgewerkt. <strong>Het</strong> gaat er dan om datklanten zelf hun sterkten, zwakten, behoeften,wensen en voorkeuren identificeren (cognitiesen zelfkennis) en vervolgens doelen stellen,plannen maken, die vertalen <strong>in</strong> afspraken enactiviteiten, de plannen uitvoeren, obstakelsoverw<strong>in</strong>nen, de voortgang bewaken, feedbackzoeken, teleurstell<strong>in</strong>gen verwerken, resultatenevalueren en bijsturen.Zelfstur<strong>in</strong>g is het proces waarbij een klant,met of zonder hulp van professionals:– Initiatief neemt– Doelen stelt– Acties plant– Acties uitvoert– Evalueert en reflecteertKlanten zijn dan <strong>in</strong> staat tot het doorl<strong>op</strong>envan de zelfstur<strong>in</strong>gcyclus.DoelenEvaluatieCognitiesen zelfkennisPlannenUitvoeren15


Als een klant zelf kan bepalenhoe en wanneer hij iets mag doen,neemt zijn motivatie toe3.2 Waarom is zelfstur<strong>in</strong>g wenselijk?Er kunnen allerlei redenen zijn om zelfstur<strong>in</strong>g <strong>op</strong>het terre<strong>in</strong> van re-<strong>in</strong>tegratie te willen bevorderen.Deels is zelfstur<strong>in</strong>g het gevolg van een terugtredendeoverheid. Deels is het een manier om dezelfbeschikk<strong>in</strong>g van burgers te versterken. <strong>Het</strong>centraal stellen van de klant is <strong>in</strong> de wetgev<strong>in</strong>gverankerd. In de SUWI-wet is klantgerichtheid alsaparte doelstell<strong>in</strong>g geformuleerd. In de toelicht<strong>in</strong>gvan deze wet staat dat de klant ‘voldoendemogelijkheden’ moet hebben ‘om een belangrijkerol te spelen bij zijn re-<strong>in</strong>tegratie’.In deze publicatie wordt met name <strong>in</strong>gegaan<strong>op</strong> de sociaalpsychologische argumenten voorzelfstur<strong>in</strong>g.<strong>Het</strong> zal onder professionals we<strong>in</strong>ig discussie<strong>op</strong>leveren dat succesvolle re-<strong>in</strong>tegratie staat ofvalt met de motivatie van de werkzoekende. Ditis ook <strong>in</strong> allerlei onderzoeken veelvuldig vastgesteld.Motivatie is een succesvoorwaarde bijre-<strong>in</strong>tegratie. <strong>Het</strong> is de basis voor de <strong>in</strong>zet omeen doel te willen bereiken en het is afhankelijkvan de mate waar<strong>in</strong> klanten v<strong>in</strong>den dat de doelenhaalbaar en de moeite waard zijn. Motivatie iseen comb<strong>in</strong>atie van iemands bereidheid (willen),iemands vermogen (kunnen) en iemands gereedheid(er aan toe zijn). Motivatie zegt iets over debereidheid tot een bepaalde verander<strong>in</strong>g <strong>op</strong> eengegeven moment.Motivatie is geen stabiele karaktertrek. Motivatieontwikkelt zich <strong>in</strong> de relatie tussen klant en professional.Motivatie is beïnvloedbaar.Over motivatieMotivatie is de set aan beweegredenen vaniemand om iets te doen of te laten.<strong>Het</strong> wekt gedrag <strong>op</strong>, bepaalt de richt<strong>in</strong>gervan en bepaalt de duur. Iemands motivatievloeit voort uit zijn persoon lijkheid, zijnbehoeften, zijn waarden (verbonden aan decultuur) en zijn omgev<strong>in</strong>g.In het algemeen worden er twee vormenvan motivatie onderscheiden. Intr<strong>in</strong>siekemotivatie is de <strong>eigen</strong> drijfveer van een klantom iets te doen of te laten. <strong>Het</strong> gedrag zelfheeft directe positieve gevolgen. Klantenzijn altijd <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek gemotiveerd voor iets.<strong>Het</strong> gaat er om dat zij <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek gemotiveerdraken om weer aan het werk te gaan.Bij extr<strong>in</strong>sieke motivatie is dat laatste niethet geval. Daar wordt de klant gemotiveerddoor externe factoren zoals een complimentof een premie. Intr<strong>in</strong>sieke motivatie heefteen sterkere <strong>in</strong>vloed <strong>op</strong> gedrag dan extr<strong>in</strong>siekemotivatie. Extr<strong>in</strong>sieke motivatie kande <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie verder vergroten,maar excessief gebruik maken van extr<strong>in</strong>siekemotivatie kan maken dat klanten hun<strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie verliezen en alleennog maar gemotiveerd worden door externebelon<strong>in</strong>gen.Motivatie heeft betrekk<strong>in</strong>g <strong>op</strong> de bereidheid(ik wil het), <strong>op</strong> het vermogen (ik kan het) en<strong>op</strong> de gereedheid (ik ben er klaar voor) om teveranderen. Deze drie componenten dienenaanwezig te zijn voordat er stappen wordenondernomen.Zelfstur<strong>in</strong>g is een goede manier om aan te sluitenbij iemands motivatie. Daarnaast leidt ruimtevoor zelfstur<strong>in</strong>g tot grotere motivatie. Zelfstur<strong>in</strong>gvergroot immers het gevoel van autonomie vande klant. Als een klant zelf kan bepalen hoe enwanneer hij iets mag doen, neemt zijn motivatietoe. Een goede aansluit<strong>in</strong>g tussen de wensenvan de klant en de route (terug) naar werk, c.q. demogelijkheden van re-<strong>in</strong>tegratieondersteun<strong>in</strong>g,is daarmee bevorderlijk voor de effectiviteit vanre-<strong>in</strong>tegratie. Een manier om dat te bevorderen isdoor klanten zelf te laten (mee)beslissen over enverantwoordelijkheid te geven <strong>in</strong> de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g vanhun re-<strong>in</strong>tegratietraject. Om deze reden heeft hetidee van zelfstur<strong>in</strong>g bij re-<strong>in</strong>tegratie de laatstejaren aan belang gewonnen, vaak <strong>in</strong> de vorm vanempowermenttrajecten. De woorden empowermenten zelfstur<strong>in</strong>g liggen dan ook <strong>in</strong> elkaarsverlengde: het doel van empowerment is vaakzelfstur<strong>in</strong>g te bevorderen.16<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


<strong>Het</strong> succes van re-<strong>in</strong>tegratie is afhankelijkvan de motivatie van de klantMotivatie =Ik wil het + Ik kan het + Ik ben er klaar voorZelfstur<strong>in</strong>g is een manier om aan te sluitenbij iemands motivatie en deze motivatie teversterkenEen directieve – ‘u moet’ - benader<strong>in</strong>g bij re<strong>in</strong>tegratieroept weerstand <strong>op</strong> en is niet bevorderlijkvoor de motivatie van de klant om zich zelf <strong>in</strong>te zetten voor werk.In elke discussie over zelfstur<strong>in</strong>g zijn er tweewoorden die veelvuldig gebruikt worden:‘Ja, maar …:• Ja maar mijn klanten kunnen of willen helemaalniks’. Klanten kunnen <strong>in</strong>derdaad hulpeloos zijn.Dat kan het gevolg zijn van hun situatie, maar isgeen vaststaand gegeven. Juist door te werkenaan motivatie kan de kracht van de klant wordenbenut.• Ja maar de klant is helemaal niet gemotiveerd’.Klanten zijn vaak voor andere d<strong>in</strong>gen gemotiveerd.Deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g geeft aan hoe klantengemotiveerd voor werk of andere flankerendevoorzien<strong>in</strong>gen kunnen worden.• Ja maar niet iedereen is <strong>in</strong> staat zelf stur<strong>in</strong>gte geven aan zijn re-<strong>in</strong>tegratie’. Dat kl<strong>op</strong>t. Decapaciteiten van de klant voor zelfstur<strong>in</strong>g staanvaak ter discussie. De mate van zelfstur<strong>in</strong>gkan verschillen. In paragraaf 3.4. wordt daar<strong>op</strong><strong>in</strong>gegaan. Veel klanten zijn aanvankelijk nogniet <strong>in</strong> staat tot zelfstur<strong>in</strong>g, maar kunnen viaeen empowermenttraject wel zover gebrachtworden.• Ja maar straffen, directief aansturen en streng<strong>hand</strong>haven blijken toch ook prima te werken?’Zo lijkt het, maar het roept onnodig weerstand<strong>op</strong> en het heeft bovendien vooral een kortetermijneffect.Straffen geven immers alleen maaraan wat ongewenst is, en niet wat gewenst is.Op de langere termijn heeft straffen allerleischadelijke gevolgen, zoals negatieve emoties(stress, angst), verslechterde relatie tussen deklant en de professional (weerstand), en negatiefvoorbeeldgedrag van de professional. Maarsommige klanten zijn <strong>in</strong>derdaad gebaat bij eenmotiverende duw (zie paragraaf 5.2). Dit is geenpleidooi om geen sancties <strong>in</strong> te zetten. Sanctieszijn vaak nodig en bruikbaar als tevoren vastgesteldespelregels (rechten en plichten) nietworden nagekomen. Voor de duidelijkheid zijndan sancties nodig. Vanuit de sociaalpsychologiewordt echter duidelijk dat sancties niethelpen bij het proces van het zoeken en v<strong>in</strong>denvan werk.3.3 Zijn onze klanten wel <strong>in</strong> staat totzelf stur<strong>in</strong>g?17Wie zijn werk kwijtraakt is, nadat hij de schrikte boven is, aanvankelijk vaak nog gemotiveerdom actief <strong>op</strong> zoek te gaan naar nieuw werk. Vaakgaat dat goed, soms niet. <strong>Het</strong> verlies van werk isna enige tijd vaak sterk van <strong>in</strong>vloed <strong>op</strong> iemandsmotivatie, welbev<strong>in</strong>den en algeheel functioneren.Waar zelfstur<strong>in</strong>g bepaalde vaardigheden van het<strong>in</strong>dividu vraagt (zie paragraaf 3.1), is het de vraagof werkzoekenden daarover beschikken. Om dezevraag te beantwoorden is <strong>in</strong>zicht nodig <strong>in</strong> sociaalpsychologischeprocessen en mechanismen.<strong>Het</strong> voorbeeld van Roel <strong>in</strong> het kader <strong>in</strong> hoofdstuk1 zal voor veel professionals en werkcoaches herkenbaarzijn. We beschrijven hierna het procesvan Roel <strong>op</strong> een ander abstractieniveau langs delijnen van een aantal sociaalpsychologische mechanismen,waarbij belangrijke cognities vet zijngedrukt.<strong>Het</strong> proces dat Roel doormaakt, treedt <strong>in</strong>wisselende mate <strong>op</strong> bij veel werkzoekenden dieer al langere tijd niet <strong>in</strong> slagen aan het werk tekomen. Werkloosheid kan zo leiden tot uitzichtloosheiden veel frustratie. Niet alleen bij de klantmaar ook bij de professionals die de klant helpen.


Casus Roel (vervolg)<strong>Het</strong>geloof<strong>in</strong> <strong>eigen</strong>kunnenNa een korte periode van verwerk<strong>in</strong>g pakt Roel de draad weer<strong>op</strong>. Aanvankelijk gemotiveerd en met zelfvertrouwen beg<strong>in</strong>tRoel heel zelfredzaam te solliciteren. Maar na een paar afwijz<strong>in</strong>genneemt zijn gevoel dat het enige z<strong>in</strong> heeft al snel af. Hijbeg<strong>in</strong>t zich te schamen. <strong>Het</strong> geloof <strong>in</strong> zijn <strong>eigen</strong> kunnen -<strong>in</strong> het idee dat zijn <strong>eigen</strong> acties een <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>g dichterbij zoudenbrengen – neemt af . Hij is m<strong>in</strong>der gemotiveerd zich <strong>in</strong> tezetten. Waarom zou hij zijn best nog doen? <strong>Het</strong> geloof <strong>in</strong> eengoede aflo<strong>op</strong> vervliegt.Na een tijdje nemen zijn mentale scherpte en de fysiekeconditie - nodig om te werken - af. <strong>Het</strong> gemis aan het dw<strong>in</strong>gendedagritme van een baan maakt dat alle <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g sterkafhankelijk is van zijn <strong>eigen</strong> <strong>in</strong>itiatief. Ondanks soms goede<strong>in</strong>tenties kan hij zich er niet meer toe zetten. In zijn gedachtenwordt het belang van werk steeds m<strong>in</strong>der groot. Dat maakt hetwat draaglijker.De aanvankelijke zelfredzaamheid van Roel is na verlo<strong>op</strong> vantijd goeddeels veranderd <strong>in</strong> hulpeloosheid. Hij is <strong>in</strong> een negatievespiraal terechtgekomen. Roel wordt somber. Daardoorher<strong>in</strong>nert Roel zich vooral de mislukk<strong>in</strong>gen. Alle positieve her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>genverdwijnen naar de achtergrond. Successen die hijwel boekt, zijn voor zijn gevoel niet herhaalbaar. Hij is daardoorsneller dan voorheen geneigd te denken dat hij iets niet kan enheeft daardoor nog m<strong>in</strong>der zelfvertrouwen om doelen te stellenen deze na te streven. Hij is ook bang keuzes te maken die zijnsituatie verder zouden verslechteren. Hij is daardoor geneigdalle voor- en nadelen uitgebreid af te wegen en tot niets tekomen. Acties worden uitgesteld.Hij denkt ook niet meer na over andere wegen naar werk diemisschien wél succesvol zouden kunnen zijn.Roel’s gevoel van hulpeloosheid breidt zich uit naar anderesituaties die Roel <strong>eigen</strong>lijk goed aan zou moeten kunnen.Hulpeloosheid wordt zo een gewoonte, een karaktertrek. Inzijn gedachten lo<strong>op</strong>t <strong>in</strong>middels altijd alles verkeerd af. Voorzijn gevoel is er geen verband meer tussen zijn (nog te leveren)<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en het resultaat. <strong>Het</strong> ligt ook niet aan hem, maaraan de werkgevers die hem <strong>eigen</strong>lijk al te oud v<strong>in</strong>den en aan deslechte begeleid<strong>in</strong>g van zijn klantmanager. Sancties om hemtot <strong>hand</strong>elen aan te zetten helpen nauwelijks. <strong>Het</strong> ligt voor zijngevoel niet aan hem, dus hij voelt zich ook niet schuldig.<strong>Het</strong> chronisch ervaren van hulpeloosheid zorgt ook voorlichamelijke verander<strong>in</strong>gen. Roel krijgt <strong>op</strong>eens last van<strong>in</strong>fecties. Dat hulpeloze gevoel kan leiden tot agressie, angsten depressie.18<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


3.4 Verschillen <strong>in</strong> de mate van zelfstur<strong>in</strong>gIn de praktijk wordt zelfstur<strong>in</strong>g verschillend <strong>in</strong>gevuld,al naar gelang de klant <strong>in</strong> staat is of <strong>in</strong> staatwordt gesteld om zelf te sturen. De rolverdel<strong>in</strong>gtussen klant en professional kan hierbij variëren.<strong>Het</strong> zijn communicerende vaten. Er worden drievormen van zelfstur<strong>in</strong>g onderscheiden: de klantals regievoerder, de klant als c<strong>op</strong>roducent en deklant als toetser.De klant als regievoerder bepaalt b<strong>in</strong>nen gesteldegrenzen hoe zijn route naar werk er uitziet.De professional heeft daarbij een toetsende encoachende rol (bijvoorbeeld via een persoonsgebondenre-<strong>in</strong>tegratiebudget (PRB)). In de praktijkis soms sprake van een gedeelde verantwoordelijkheidvan klant en professional. De klant is danc<strong>op</strong>roducent. Voor deze variant komen met nameklanten <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g voor wie volledige zelfstur<strong>in</strong>gnet een brug te ver is. De klant is gemotiveerdmaar heeft onhaalbare plannen, of komt niet totactie en heeft een duwtje nodig.De regie kan ook bij de professional liggen. Dezeneemt dan <strong>in</strong> overleg met de klant het <strong>in</strong>itiatiefen bepaalt <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel hoe de re-<strong>in</strong>tegratie wordtvormgegeven. De klant toetst de voorstellenvervolgens aan zijn wensen en verwacht<strong>in</strong>gen.Deze variant past bij klanten die niet direct hetvoortouw kunnen of willen nemen.De uitvoer<strong>in</strong>g zou zich moeten <strong>in</strong>spannen om,b<strong>in</strong>nen de randvoorwaarden, het zelfsturendvermogen van de klant te maximaliseren.Dat is immers ook de beste garantie <strong>op</strong> duurzameuitstroom. Dat sluit aan bij en bevorderttegelijkertijd de motivatie van de klant, die zonodig is om succes te boeken bij re-<strong>in</strong>tegratie.Zelfsturend vermogen is ook een belangrijkevoorwaarde om eenmaal gevonden werk te behoudenals de klantmanager niet meer meekijkt.In die z<strong>in</strong> is het vergroten van het zelfsturendvermogen zowel een middel als een doel vanre-<strong>in</strong>tegratie. De rol van de professional varieertdaar<strong>in</strong>. Van het vertellen aan een klant wat hijmoet doen tot het empoweren van klanten ompersoonlijke vaardigheden en motivatie <strong>op</strong> tebouwen voor zelfstur<strong>in</strong>g.Lagemate vanzelfstur<strong>in</strong>gKlant alstoetserKlant alsc<strong>op</strong>roducentKlant alsregievoerderHogemate vanzelfstur<strong>in</strong>g19


Niet alle klanten maken hetzelfdeverander<strong>in</strong>gsproces door3.5 Werken aan zelfstur<strong>in</strong>g = gedragsverander<strong>in</strong>gZelfstur<strong>in</strong>g is het vertonen van een bepaaldgedrag, waar<strong>in</strong> bepaalde vaardigheden een rolspelen. <strong>Het</strong> voorbeeld van Roel geeft aan dat veelwerkzoekenden dat gedrag niet of nog maar <strong>in</strong>beperkte mate vertonen. Gedragsverander<strong>in</strong>g isdus nodig. Zelfstur<strong>in</strong>g is een complexe vaardigheiddie (tot <strong>op</strong> zekere hoogte) aangeleerd enverbeterd kan worden. Om zelfsturend gedragbij klanten te bewerkstelligen zijn drie randvoorwaardennodig:1 klanten moeten de mogelijkheid en ruimtekrijgen om zelf te sturen (d.w.z. de professionalmoet de klant <strong>in</strong> staat stellen om zelf te sturen,regelruimte),2 klanten moeten de vaardigheden hebben omzelf te sturen (d.w.z. zelfsturend vermogen ofzelfregulatievaardigheid, zelfcontrole, zelfvertrouwen),en3 klanten moeten de motivatie hebben om zelf testuren.Wanneer de klant over voldoende zelfsturendvermogen en motivatie beschikt, volstaat het voldoenderuimte te geven voor zelfstur<strong>in</strong>g. Wanneerde klant hierover niet beschikt, kan zelfsturendgedrag bevorderd worden door het zelfsturendvermogen te tra<strong>in</strong>en/ontwikkelen en te werkenaan de motivatie van de klant ten aanzien van hetre-<strong>in</strong>tegratieproces en re-<strong>in</strong>tegratiedoel (bijvoorbeeldbetaald werk).3.6 Fasen van gedragsverander<strong>in</strong>gIn paragraaf 3.1 is uiteengezet wat zelfstur<strong>in</strong>gis en betekent. <strong>Het</strong> aanleren van zelfstur<strong>in</strong>gis een vorm van gedragsverander<strong>in</strong>g.Gedragsverander<strong>in</strong>g is een proces. Niet alleklanten maken hetzelfde verander<strong>in</strong>gsprocesdoor of beg<strong>in</strong>nen <strong>op</strong> hetzelfde punt. Klanten dieal gemotiveerd zijn hebben waarschijnlijk vooralhulp nodig bij het maken van plannen of het komentot actie. Bij andere klanten zal vooral eerstaan de motivatie en aan het stellen van doelenmoeten worden gewerkt. Klanten <strong>in</strong> verschillendefasen van het verander<strong>in</strong>gsproces hebben duseen andere behoefte aan ondersteun<strong>in</strong>g en zullenuiteenl<strong>op</strong>end reageren <strong>op</strong> dezelfde techniekof <strong>in</strong>terventie. Idealiter sluit de begeleid<strong>in</strong>g enondersteun<strong>in</strong>g aan bij het stadium waar<strong>in</strong> deklant verkeert. Als een klant nog niet gemotiveerdis, zal bijvoorbeeld een stijl van de professionaldie niet sturend is maar het <strong>in</strong>itiatief bij de klantlaat (een delegerende stijl) niet snel werken enmisschien zelfs overkomen als onverschilligheid(‘zoek het maar uit’). Een pog<strong>in</strong>g om een klantdoelen te laten stellen en acties te laten plannenals deze nog niet gemotiveerd is, zal eveneensniet werken.20<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Bestendig<strong>in</strong>gActieve verander<strong>in</strong>g<strong>Het</strong> stages of changemodelvangedrags verander<strong>in</strong>gIn de begeleid<strong>in</strong>g van de klant is het van belangreken<strong>in</strong>g te houden met de fase waar<strong>in</strong> deklant verkeert. Volgens het stages of changemodelis het <strong>hand</strong>ig de volgende vijf fasen teonderscheiden:Voorbereid<strong>in</strong>g /besliss<strong>in</strong>gVoorbeschouw<strong>in</strong>gOverpe<strong>in</strong>z<strong>in</strong>gDe eerste drie fasen kenmerken zich door eengroeiende <strong>in</strong>tentie om te veranderen, de laatstetwee fasen door de mate waar<strong>in</strong> het nieuwegedrag wordt <strong>in</strong>gezet en vastgehouden. In iederefase kan terugval <strong>op</strong>treden.1 Voorbeschouw<strong>in</strong>g (precontemplatie)Klanten die zich <strong>in</strong> deze fase bev<strong>in</strong>den, hebbengeen <strong>in</strong>tentie om hun gedrag te veranderen.Zij zijn zich er <strong>in</strong> dit stadium niet tot nauwelijksvan bewust dat zij problemen hebben ofproblemen worden niet <strong>in</strong> verband gebrachtmet het <strong>eigen</strong> gedrag. Men wil het gedrag nietveranderen, of men gelooft niet dat men hetgedrag kan veranderen. De meeste klanten <strong>in</strong>deze fase zijn niet zo geïnteresseerd <strong>in</strong> zelfstur<strong>in</strong>gbij re-<strong>in</strong>tegratie.2 Overpe<strong>in</strong>z<strong>in</strong>g (contemplatie)In deze fase wordt men zich bewust van eenprobleem en is er wel een <strong>in</strong>tentie tot verander<strong>in</strong>g,maar deze is eerder vaag en <strong>op</strong> langetermijn. Er wordt nog geen besluit genomen.De klant staat nog wat ambivalent tegenoverde verander<strong>in</strong>g. De voor- en nadelen wordentegen elkaar afgewogen en er wordt vaak hetsterkst gefocust <strong>op</strong> de nadelen van de verander<strong>in</strong>g.Professionals die de nadruk leggen <strong>op</strong> devoordelen van verander<strong>in</strong>g geven de klant geenantwoord <strong>op</strong> zijn bezorgdheid.3 Voorbereid<strong>in</strong>g / besliss<strong>in</strong>g (preparatie)Er is een duidelijke <strong>in</strong>tentie om te veranderen<strong>op</strong> korte termijn. <strong>Het</strong> is duidelijk een tussenstadium.Klanten <strong>in</strong> deze fase denken na overde naderende verander<strong>in</strong>g. De meest voorkomendebarrières zijn een gebrek aan vaardighedenen een laag zelfvertrouwen. Klantenkunnen strategieën ontwikkelen om met dezebarrières om te gaan.4 Actieve verander<strong>in</strong>g (actie)Er is een zichtbare gedragsverander<strong>in</strong>g (omhet probleem <strong>op</strong> te lossen). In deze fase iser een reëel risico <strong>op</strong> terugval, vaak omdatde omgev<strong>in</strong>g (negatief) gaat reageren <strong>op</strong> degedragsverander<strong>in</strong>g en men gevoelens vanongemak en angst gaat vertonen. Steun is<strong>in</strong> deze fase erg belangrijk.5 Bestendig<strong>in</strong>g (consolidatie)De gedragsverander<strong>in</strong>g wordt volgehouden engeïntegreerd <strong>in</strong> het gewoontegedrag. Zeker <strong>in</strong>het beg<strong>in</strong> is terugvalpreventie erg belangrijk.Naarmate het nieuwe gedrag langer wordt bestendigd,daalt de kans <strong>op</strong> terugval. Indien dezefase lang voortduurt is het nieuwe gedrag degewoonte geworden en behoeft geen bewustekeuze meer.21


Motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g gaatuit van de gedachte dat motivatieveranderbaar isWetenschappelijk onderzoek heeft aangetoonddat men deze fasen weliswaar allemaal kanonderscheiden, maar dat ze niet noodzakelijkallemaal en <strong>in</strong> deze volgorde (moeten) wordendoorl<strong>op</strong>en. Toch is het voor de professional vanbelang te onderkennen <strong>in</strong> welke fase van verander<strong>in</strong>gde klant zich bev<strong>in</strong>dt, zodat deze daar <strong>in</strong>de communicatie en <strong>in</strong>terventies <strong>op</strong> kan aansluiten.Ook is het zaak te onderkennen dat klanten<strong>op</strong> hetzelfde moment aan meerdere verander<strong>in</strong>genkunnen werken en daarbij <strong>in</strong> verschillendefasen kunnen verkeren. Zo kan een klant nadenkenover solliciteren, terwijl hij deelneemt aaneen schol<strong>in</strong>gstraject en overweegt zijn alcoholgebruikte matigen.De fasen van de <strong>in</strong> het kader geschetste stages ofchange-model komen <strong>in</strong> belangrijke mate overeenmet stappen uit de zelfstur<strong>in</strong>gscyclus. In hetvervolg van deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g wordt aangeslotenbij de verschillende stappen van de zelfstur<strong>in</strong>gscyclus.Daarbij wordt telkens uitgelegd hoe dezelfstur<strong>in</strong>g van de klant <strong>in</strong> de verschillende fasenversterkt kan worden.Hiervoor wordt geput uit de laatste sociaalpsychologische<strong>in</strong>zichten en bewezen effectieveaanpakken als motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g en<strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gsgerichte coach<strong>in</strong>g.van de gedachte dat motivatie veranderbaaris en kan worden beïnvloed. In het contactmet de klant wordt gelet <strong>op</strong> uitspraken diete maken hebben met gedragsverander<strong>in</strong>gen.Deze zelfmotiverende uitspraken wordenuitgelokt en uitvergroot zodat de balansdoorslaat naar actieve probleem<strong>op</strong>loss<strong>in</strong>g.De manier waar<strong>op</strong> de professional de klantbenadert, bepaalt voor een groot deel of deklant gemotiveerd raakt om te veranderen.De klant is verschenen <strong>op</strong> de afspraak,is <strong>in</strong> de basis gemotiveerd en vervolgensis het zaak deze motivatie uit te bouwen.Oploss<strong>in</strong>gsgerichte coach<strong>in</strong>g is een techniekdie kan worden <strong>in</strong>gezet als de klant eenmaalgemotiveerd is te veranderen en <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>gis gekomen. Deze techniek activeert,mobiliseert en versterkt de <strong>eigen</strong> kracht encompetenties van de klant om een doel tebereiken en verkle<strong>in</strong>t het risico <strong>op</strong> terugval.De benader<strong>in</strong>gen vullen elkaar aan enpassen ook bij de verschillende fasen vanzelfstur<strong>in</strong>g en gedragsverander<strong>in</strong>g. Bij motiverendegespreksvoer<strong>in</strong>g ligt de focus <strong>op</strong>het ‘waarom’ van verander<strong>in</strong>g. De focus bij<strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gsgericht coachen ligt <strong>op</strong> het ‘hoe’van de verander<strong>in</strong>g.Motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g en<strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gsgerichte coach<strong>in</strong>gIn aanpalende beleidsvelden zijn gesprekstechniekenontwikkeld gebaseerd <strong>op</strong> delaatste sociaalpsychologische <strong>in</strong>zichten.Van deze technieken is aangetoond dat zijde effectiviteit sterk kunnen vergroten. Zijdragen er bijvoorbeeld aan bij dat klantende gemaakte afspraken daadwerkelijk naleven.Motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g gaat uitIn de hiernaast staande figuur worden de belangrijkstesociaalpsychologische concepten weergegeven,zoals deze rond de zelfstur<strong>in</strong>gscyclus<strong>in</strong> deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g zijn verwerkt. Op pag<strong>in</strong>a 49worden de technieken uit deze <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g <strong>in</strong> eenoverzichtsplaat weergegeven.22<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


• Soorten doelen• Doeloriëntatie• <strong>Re</strong>actanceDoelenMotiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g• Belonen enstraffenEvaluatieCognitiesen zelfkennisPlannen• Implementatie<strong>in</strong>tenties• Als-dan plannen• GoedevoornemensOploss<strong>in</strong>gsgericht coachenUitvoeren• C<strong>op</strong><strong>in</strong>g• Omgaan mettegenslagen• Vertrouwen <strong>in</strong> <strong>eigen</strong>kunnen• Uitkomstverwacht<strong>in</strong>g• Zelfdeterm<strong>in</strong>atie• Type motivatie• Gezondheidsbelev<strong>in</strong>g• Belang gehecht aan werk23


4Zelfstur<strong>in</strong>g:het bouwenaan derelatie metde klant24<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Om te kunnen werken aanzelfstur<strong>in</strong>g is het van belang tewerken aan een goede relatiemet de klant4.1 De <strong>op</strong>en deuren die vaak dicht blijvenOm te kunnen werken aan zelfstur<strong>in</strong>g is het vanbelang te werken aan een goede relatie met deklant. Hiervoor kan een basisgesprekstechniekworden gebruikt die er<strong>op</strong> gericht is <strong>op</strong> een positievemanier <strong>in</strong> contact te komen en te blijvenmet de klant. De wetenschappelijke term hiervooris ‘rapport <strong>op</strong>bouwen’. Dit is belangrijk om vast tekunnen stellen wat nodig is om de klant <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>gte krijgen en zijn gedrag te laten veranderen.<strong>Het</strong> is een techniek die weerstand voorkomt endie de klant helpt zijn gedachtegang en keuzeprocessenvorm te geven en die de motivatiebevordert.Deze bestaat uit 5 elementen:1 Neutraal <strong>in</strong>formeren2 Open vragen stellen3 <strong>Re</strong>flectief luisteren4 Bevestigen5 SamenvattenAls geheugensteuntje is de afkort<strong>in</strong>g NORBSmakkelijk te onthouden. Werken volgens NORBSbetekent dat vooral de klant aan het woord is.Voor veel professionals zullen dit <strong>op</strong>en deurenzijn. In de praktijk blijven deze deuren echtervaak nog gesloten. Nog lang niet altijd wordt <strong>op</strong>deze manier gewerkt, of kan door bijvoorbeeldtijdgebrek <strong>op</strong> deze manier worden gewerkt. Deessentie is dat een empathische relatie met deklant wordt <strong>op</strong>gebouwd. Dat vergt een gesprekdat niet wordt gevoerd vanachter een computerschermen gedicteerd wordt door <strong>in</strong>vulvelden,maar dat uitgaat van wezenlijk contact van menstot mens.Professionals kunnen hun huidige gedrag en gesprekstechniekspiegelen aan de onderstaandechecklist.Zelftoets gebruik NORBS door professionalsN Informeer ik mijn klanten altijd tevoren <strong>op</strong> een neutrale manier zodat zij goed geïnformeerd zijn?O Wat is <strong>in</strong> de gesprekken die ik voer de verhoud<strong>in</strong>g tussen <strong>op</strong>en en gesloten vragen?R Pas ik reflecties toe tijdens mijn gesprekken met klanten?B Hoe vaak geef ik de klant bevestig<strong>in</strong>gen?S Op welke manier en met welk doel vat ik soms <strong>in</strong> mijn gesprekken samen?4.2 Neutraal <strong>in</strong>formeren25<strong>Het</strong> is van belang de klant <strong>op</strong> een neutrale manierte <strong>in</strong>formeren over de rechten en plichten die samenhangenmet het gebruikmaken van een uitker<strong>in</strong>gen / of de mogelijkheden voor ondersteun<strong>in</strong>gbij re-<strong>in</strong>tegratie. <strong>Het</strong> gaat om het uiteenzetten vande kaders, maar ook van de ruimte om zelf keuzeste maken <strong>in</strong> het proces. Bij het leven <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>ghoren randvoorwaarden en spelregels dievoor iedereen gelden. Heldere <strong>in</strong>formatie voorafkan weerstand achteraf voorkomen. Daarbij is hetzaak de <strong>in</strong>formatie niet te directief te geven.‘<strong>Het</strong> is nu eenmaal zoals het is’, <strong>in</strong> plaats van‘U moet dit’ en ‘U mag dat niet’.<strong>Het</strong> <strong>in</strong>formeren van de klant is ook nuttig omdat deklant de rechten en plichten zal meenemen <strong>in</strong> zijnafweg<strong>in</strong>g van de voor- en nadelen van de verschillendealternatieven. <strong>Het</strong> kan daarmee een motiefzijn om te veranderen. <strong>Het</strong> is ook van belang aan tegeven welke keuzevrijheid en verantwoordelijkhedende klant heeft. Vaak is het z<strong>in</strong>vol vast te stellenof de klant de rechten en plichten goed heeftbegrepen. Dat kan door de klant te vragen <strong>in</strong> <strong>eigen</strong>woorden te vertellen wat zijn rechten en plichtenzijn en daar eventueel nog <strong>op</strong> te reageren.Na de klant te hebben geïnformeerd is het zaakde klant nadrukkelijk aan het woord te laten. Invervolggesprekken zal het niet altijd noodzakelijkzijn de klant wederom volledig te <strong>in</strong>formeren.


4.3 Open vragen stellen (en door vragen)<strong>Het</strong> stellen van <strong>op</strong>en vragen is dé manier omvooral de klant aan het woord te krijgen en veel<strong>in</strong>formatie over de klant te verzamelen. Een <strong>op</strong>envraag nodigt de klant uit zijn verhaal te doen enzijn gevoel verder te verkennen. Gevoel is vaakeen reden om te willen veranderen. De klantwordt zo gestimuleerd om te praten over gedragsverander<strong>in</strong>g.Gesloten vragen remmen datjuist af. Ze kunnen wel een plaats hebben <strong>in</strong> hetgesprek, maar een ondergeschikte, bijvoorbeeldom ergens toestemm<strong>in</strong>g voor te vragen of om feitente checken. <strong>Het</strong> stellen van <strong>op</strong>en vragen kanook helpen bij het vaststellen <strong>in</strong> welke fase vangedragsverander<strong>in</strong>g de klant zich bev<strong>in</strong>dt.Confronterende vragen om de klant de waarheidonder ogen te laten zien werken averechts en zijncontraproductief. Verander<strong>in</strong>g moet van b<strong>in</strong>nenuitkomen en aansluiten bij iemands <strong>eigen</strong> wensenen door hem zelf geformuleerde motieven enredenen. Verander<strong>in</strong>g kun je niet afdw<strong>in</strong>gen of<strong>op</strong>dr<strong>in</strong>gen.Voorkomen moet worden dat de klant het gevoelheeft aan een kruisverhoor te worden onderworpendoor een spervuur aan <strong>op</strong>en vragen. Eengoede regel is om niet meer dan drie <strong>op</strong>en vragenachter elkaar te stellen. <strong>Het</strong> antwoord <strong>op</strong> de <strong>op</strong>envraag is (daarom) het beg<strong>in</strong>punt voor één van devolgende technieken: reflecteren of samenvatten.Dit zijn ook bruikbare technieken om de klant die<strong>in</strong> de beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>op</strong>en vragen al te zeeris uitgeweid, weer <strong>in</strong> het spoor van het gesprek tekrijgen.Open vragen stellenWatWat houdt je het meeste bezig?WaarWaar zit u nu het meeste mee <strong>in</strong> uw maag?HoeHoe zien je dagen er nu uit?WelkeWelke d<strong>in</strong>gen mis je aan werk?Open versus gesloten vragenGeslotenMaakt u zich zorgen?Bent u tevreden over hoe het nu gaat?Zullen we eerst uw k<strong>in</strong>der<strong>op</strong>vangprobleem <strong>op</strong>lossen?OpenWat is uw gevoel hierbij / waarover maakt u zich zorgen?Hoe v<strong>in</strong>dt u dat het gaat?Wat wilt u als eerste aanpakken?4.4 <strong>Re</strong>flecteren<strong>Re</strong>flecteren helpt om een bepaald gespreksthemaverder te verkennen. <strong>Het</strong> helpt het verhaal vande klant vooruit. <strong>Het</strong> antwoord <strong>op</strong> een <strong>op</strong>en vraagkan aanleid<strong>in</strong>g zijn voor een aantal reflecties.<strong>Re</strong>flecties tonen voor de klant ook aan dat er echtnaar hem geluisterd wordt en dat versterkt devertrouwensrelatie tussen klant en professional.<strong>Re</strong>flecteren is iets anders dan samenvatten. <strong>Het</strong>is het beredeneerd raden wat de ander bedoelt;controleren of je het goed begrepen hebt. <strong>Het</strong> iszoeken naar de betekenis van de woorden vande klant en het je <strong>eigen</strong> maken van het referentiekadervan de klant. Mensen communicerenvaak onvolledig en onvolmaakt als het gaat overhun gedachten en gevoelens. Ook lichaamstaalis belangrijk. Van belang is dat de professionaldatgene wat hij of zij hoort, <strong>in</strong>terpreteert en dat<strong>in</strong> een uitspraak – niet een vraag – teruggeeft.Een vraag kan weerstand verhogend werken engetuigt van m<strong>in</strong>der begrip. De professional verwoordtwat de ander bedoelt maar misschien nietzegt of niet durft te zeggen. <strong>Re</strong>flectie kan wordengebruikt om een hypothese te toetsen. Door te26<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


speculeren wat de klant bedoelt en dus vooruit tel<strong>op</strong>en <strong>op</strong> de volgende z<strong>in</strong> <strong>in</strong> het verhaal, wordt hetverhaal voortgezet.<strong>Re</strong>flecteren is selectief. De professional kiest zelfdatgene waar<strong>op</strong> hij reflecteert, welke elementen<strong>in</strong> het antwoord hij versterkt en geeft daarmeericht<strong>in</strong>g aan het gesprek. In het kader van zelfstur<strong>in</strong>gen gedragsverander<strong>in</strong>g is het belangrijkvooral de verandertaal te versterken en de ambivalentiete vergroten en zo bepaalde gedachtenen gedrag te triggeren. In het m<strong>in</strong>ste geval is reflecterenhet papegaaien van de laatst gesprokenwoorden van de klant (eenvoudige reflectie). Eenbelangrijke valkuil is dat de professional te sneldenkt te weten wat de klant bedoelt te zeggen ofgaat discussiëren, oordelen of kritiseren.Een aandachtspunt is de reflectie <strong>op</strong> een emotioneelantwoord <strong>op</strong> een <strong>op</strong>en vraag. Als de professionalde <strong>in</strong>tensiteit van de emotie <strong>in</strong> zijn reflectiegroter maakt dan bedoeld zal de klant de emotiegaan bagatelliseren of wegwuiven, terwijl dieemotie bruikbaar kan zijn om verander<strong>in</strong>g te bewerkstelligen.Als de professional de emotie watkle<strong>in</strong>er maakt zal de klant zijn <strong>eigen</strong> emotie juistweer wat groter willen maken. Gevoelsreflectiesdienen dan ook altijd iets kle<strong>in</strong>er te zijn dan deemotie.<strong>Re</strong>flecties kunnen het beste <strong>in</strong> de ‘jij’- of ‘u’-vormworden geformuleerd. Daardoor wordt de klantdirect aangesproken en is hij meer geneigd tereageren. Hij zal dan de reflectie bevestigen,ontkennen, aanvullen of nuanceren.Soorten reflectiesKlantProfessional- Eenvoudige reflectie- <strong>Re</strong>flectie- Kle<strong>in</strong>er makende reflectie- Groter makende reflectie- Versterkende reflectie“Dat gezeur over sollicitatiebrieven schrijven…ik word er moe van!”U wordt er moe van…U heeft er geen z<strong>in</strong> meer <strong>in</strong>Daar ergert u zich een beetje aanDat bent u helemaal spuugzatU wilt niet meer aan het werk<strong>Re</strong>flecteren - Een voorbeeldKlantProfessionalKlantProfessionalKlantProfessionalKlantProfessionalKlantProfessionalKlantIk word gek van dat thuiszittenU wordt er ongelukkig vanNee, echt gek word ik er van. De muren komen <strong>op</strong> me afU zou graag eens wat vaker het huis uit komenJa. Je wereld wordt zo kle<strong>in</strong> <strong>op</strong> deze manier. Ik mis collega’s om me heenDan wordt het tijd om iets aan werk krijgen te gaan doenJa, maar heeft dat wel z<strong>in</strong>?U denkt dat niemand <strong>op</strong> u zit te wachtenNee. Die techniek is zo snel gegaan, daar ben ik helemaal uitMisschien is dat met een korte schol<strong>in</strong>g wel <strong>op</strong> te lossenAls dat zou kunnen!27


4.5 BevestigenMet een bevestig<strong>in</strong>g spreekt de professional zijnwaarder<strong>in</strong>g uit over de manier waar<strong>op</strong> de klantmet zaken omgaat. <strong>Het</strong> bekrachtigt de sterkekanten, vaardigheden en <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van deklant. Daardoor voelt de klant dat zijn moeiteen zijn <strong>in</strong>zet wordt <strong>op</strong>gemerkt. In het algemeenmoeten ‘ik ben’-statements zoals ‘ik ben trots<strong>op</strong> je’ vermeden worden omdat die de <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siekemotivatie van de klant niet vergroten. Ook gevenze blijk van een oordeel en van machtsverschil;de professional v<strong>in</strong>dt blijkbaar iets van de klant.Door ze <strong>in</strong> de ‘jij’- of ‘u’-vorm te formuleren blijfthet contact gelijkwaardig.Bevestigen - VoorbeeldenProfessionalDat heeft je een ho<strong>op</strong> moeite gekostDat is een hele overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g voor jeDat heb je goed gezienFijn dat je toch gekomen bentDat is stoer van jeJij laat zien dat je echt gemotiveerd bent om dat te gaan doenJe bent wel een volhouder, zegJij weet wat je wiltDat is knap dat je dat gedaan hebtZoals je daarmee bent omgegaan, toont maar weer eens aan hoe goed je dat kunt4.6 SamenvattenDe laatste gesprekstechniek is samenvatten.Samenvatten dient meerdere doelen:• De klant laten merken dat je goed hebtgeluisterd• De klant helpen zijn verhaal te structureren• <strong>Het</strong> checken of dat wat je gehoord hebt ookecht kl<strong>op</strong>t• <strong>Het</strong> afsluiten van een gespreksonderwerp omover te gaan tot een volgend onderwerp en deblikricht<strong>in</strong>g te veranderen• <strong>Het</strong> verb<strong>in</strong>den van de verschillende onderdelenvan het gesprek om zo de samenhang aan tegeven• <strong>Het</strong> verzamelen van sommige elementen uithet gesprek waardoor sommige zaken meerexpliciet worden gemaaktDoor (selectief) samen te vatten kunnen bepaalde<strong>op</strong>merk<strong>in</strong>gen, gedachten en gevoelens van deklant worden versterkt. Juist die zaken die pleitenvoor gedragsverander<strong>in</strong>g kunnen dan wordenmeegenomen. <strong>Het</strong> is goed aan het e<strong>in</strong>de van desamenvatt<strong>in</strong>g te controleren of de samenvatt<strong>in</strong>gkl<strong>op</strong>t.SamenvattenProfessional- Start- E<strong>in</strong>dAls ik nu eens probeer samen te vatten wat je tot nu toe gezegd hebt…Heb ik het zo goed begrepen? Heb je nog iets aan te vullen? Ben ik iets vergeten?Kl<strong>op</strong>t dat?28<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


4.7 NORBS versus een confronterendebenader<strong>in</strong>gNORBS past als stijl uitstekend bij werken aanmotivatie en aan zelfstur<strong>in</strong>g. <strong>Het</strong> tegenovergesteldevan NORBS is een sterk directieve ofconfronterende benader<strong>in</strong>g die we<strong>in</strong>ig ruimte laatvoor zelfstur<strong>in</strong>g. In het volgende schema wordenbeide stijlen met elkaar vergeleken.Directieve / confronterende benader<strong>in</strong>gKenmerkenGrote nadruk <strong>op</strong> accepteren probleemNadruk <strong>op</strong> labels zoals ‘werkloze’Weerstand gezien als ontkenn<strong>in</strong>gWeerstand gekeerd met argumenten en overtuig<strong>in</strong>gDe professional besluit wat de doelen zijnen hoe die bereikt moeten wordenNORBSKenmerkenNadruk <strong>op</strong> empathie en <strong>op</strong>bouwen <strong>in</strong>tern verlangen om teveranderenFocus <strong>op</strong> gedrag en geloven dat verander<strong>in</strong>g mogelijk isAarzel<strong>in</strong>g te veranderen als normaal onderdeelverander<strong>in</strong>gsprocesWeerstand is een reactie <strong>op</strong> de stijl van de professionalGedeelde overeenstemm<strong>in</strong>g over doelenKernvaardighedenVertellen / <strong>in</strong>formerenRationele argumentenGesloten vragenAdviesInstructiesWaarschuwen en dr<strong>eigen</strong>KernvaardighedenNeutraal <strong>in</strong>formerenOpen vragen<strong>Re</strong>flecterenBevestigenSamenvattenPr<strong>in</strong>cipesDe professional is de expertConsistentie <strong>in</strong> benader<strong>in</strong>gIedereen <strong>op</strong> dezelfde manier be<strong>hand</strong>elenPr<strong>in</strong>cipesEcht begrip hebbenDiscussie vermijden, overeenstemm<strong>in</strong>g zoekenOndersteunen geloof <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnen,verantwoordelijkheid29


5Werken aanzelfstur<strong>in</strong>g:Motiveren30<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


<strong>Het</strong> gaat erom klanten aanhet twijfelen te brengen5.1 Inleid<strong>in</strong>gEen deel van de klanten heeft geen <strong>in</strong>tentie meerom te werken aan re-<strong>in</strong>tegratie. Veel professionalsverbazen zich erover dat klanten die zoveelnadelen van hun werkloosheid ervaren, niet geneigdzijn hun gedrag te veranderen en te werkenaan re-<strong>in</strong>tegratie. Gedemoraliseerd door eerderemislukte pog<strong>in</strong>gen heeft de klant echter nietmeer het gevoel dat er een probleem is en wil deklant niet meer veranderen. De huidige situatiebiedt voor de klant ook voordelen en de voordelenvan de verander<strong>in</strong>g wegen niet <strong>op</strong> tegen denadelen.De kunst van de professional is de klant zelf telaten <strong>in</strong>zien dat hij wel een probleem heeft enzou moeten nadenken over een <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>g. Datkan door de ambivalentie eerst te verkennen envervolgens <strong>op</strong> te lossen.5.2 Ambivalentie verkennen31Mensen streven altijd doelen na en zijn altijdgemotiveerd voor iets. Dat is een belangrijkevaststell<strong>in</strong>g. Ze zijn gemotiveerd voor die doelendie ze aantrekkelijk genoeg v<strong>in</strong>den om na testreven en waarvan ze denken dat deze haalbaarzijn. Als een klant vol<strong>op</strong> werk wil maken van zijnre-<strong>in</strong>tegratie is er niets aan de <strong>hand</strong>. Maar nietiedere klant is gemotiveerd om weer aan het werkte gaan.De klant kan ook gemotiveerd zijn voor het <strong>hand</strong>havenvan de status quo en ‘niets doen’. Hij zietdan geen reden om te veranderen. Professionalshebben de neig<strong>in</strong>g daar<strong>op</strong> normatief of directiefte reageren, bijvoorbeeld door de klant te willenovertuigen. Maar de motivatie tot verander<strong>in</strong>gmoet van b<strong>in</strong>nenuit komen en kan niet worden<strong>op</strong>gelegd. Anders houdt de motivatie <strong>op</strong> zodra deklant niet meer van buitenaf wordt geprikkeld.Voor klanten die zich hebben neergelegd bij dehuidige situatie is (het vergroten van) ambivalentieéén van de belangrijkste voorwaarden voorgedragsverander<strong>in</strong>g. De eerste stap is dus vaakhet verkennen en vergroten van de ambivalentievan klanten. Ambivalentie is voor te stellen alshet h<strong>in</strong>ken <strong>op</strong> twee gedachten; het ervaren vantegenstrijdige gevoelens. Als de klant aan hettwijfelen wordt gebracht over zijn huidige gedrag,is het mogelijk om gedragsverander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gang tezetten. <strong>Het</strong> is een element van zelfstur<strong>in</strong>g dat deklant zelf uitdrukk<strong>in</strong>g geeft aan zijn ambivalentieen hier zelf <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gen voor zoekt. De rol van deprofessional is de klant te ondersteunen en tehelpen om de voor- en nadelen van het huidigegedrag (de huidige situatie) én van de gedragsverander<strong>in</strong>gte laten <strong>in</strong>zien. <strong>Het</strong> gaat eromhet verschil te vergroten tussen hoe het is enhoe men zou willen dat het zou zijn. Zonder eenbeg<strong>in</strong> van ambivalentie zal een klant niet willenveranderen.<strong>Het</strong> gaat erom klanten aan het twijfelen te brengen.Ambivalentie <strong>op</strong> te roepen. Klanten reagerenvaak <strong>op</strong> argumenten vóór verander<strong>in</strong>g door deandere kant van de ambivalentie <strong>in</strong> te vullen.Ze voeren argumenten tegen verander<strong>in</strong>g aanen praten daarbij zichzelf van de verander<strong>in</strong>g af.Ze krijgen dan vaak ‘ja, maar’-gevoelens.Ambivalentie - ‘Ja, maar’-gevoelensIk ben alleenstaand moeder. Ik wil best wel weer aan hetwerk, maar ik wil er ook voor mijn k<strong>in</strong>deren zijnIk wil best weer solliciteren, maar ik word vast afgewezenIk wil best dat werk gaan doen, maar ik ben bang dat ik <strong>in</strong>no-time met een burn-out thuis zitIk wil dat werk best wel doen, maar het verdient zo we<strong>in</strong>igProfessionals hebben nog vaak de neig<strong>in</strong>g <strong>in</strong>een reparatiereflex te schieten en dan directief,hulpverlenend, moralistisch of confronterend <strong>in</strong>te steken. De reparatiereflex is de automatischeneig<strong>in</strong>g om te herstellen, te genezen, de ander<strong>op</strong> de ‘goede’ weg te zetten. Dat is een klassiekevalkuil. Zij kijken vooral naar wat een klant nietwil en maken te we<strong>in</strong>ig gebruik van wat de klant


Dit gaat ervan uit dat de klant zelfde expert over zijn leven iswel wil. Zij gaan zelf een pleidooi voor verander<strong>in</strong>gvoeren, door het geven van adviezen en hetaandragen van <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gen. Ze willen de klant <strong>in</strong>het goede spoor krijgen. Een ambivalent persoonzal echter precies de andere kant verdedigen zodrade professional de ene kant benadrukt. Waarde professional redenen bedenkt om te veranderen,schiet de klant <strong>in</strong> de verdedig<strong>in</strong>g en voertargumenten tegen de verander<strong>in</strong>g aan. Omdatmensen altijd streven naar autonomie werktovertuigen averechts. De reparatiereflex van deprofessional lokt dus weerstand bij de klant uit.Die kan zich dan onder andere uiten <strong>in</strong> boosheid,weerspannigheid, tegendraadsheid en vermijd<strong>in</strong>g.In het algemeen geldt dat professionalsalleen advies aan klanten dienen te geven alsdie daar zelf toestemm<strong>in</strong>g voor hebben gegeven.Immers, als de klant nog niet toe is aan verander<strong>in</strong>gkan dit weerstand <strong>op</strong>roepen. De klant staater dan nog niet voor <strong>op</strong>en. Door bijvoorbeeld tevragen ‘Zal ik daar iets meer over vertellen?’ of‘Wilt u daar mijn men<strong>in</strong>g over horen?’ kan de klanttoestemm<strong>in</strong>g geven voor advies. Door het gevenvan feitelijke en neutrale <strong>in</strong>formatie, zoals de<strong>in</strong>formatie over de voor de klant geldende rechtenen plichten kan de balans van voor- en nadelenbij de klant worden beïnvloed en de ambivalentieworden vergroot. Onderzoek wijst uit dat het voorveel klanten motiverend werkt het ‘gedoe’ met deuitvoerende <strong>in</strong>stanties achter zich te laten.De hier voorgestelde manier van gespreksvoer<strong>in</strong>ggaat ervan uit dat de klant zélf de expert overzijn leven is. <strong>Het</strong> paradoxale is dat juist zodra deprofessional st<strong>op</strong>t de ander te willen repareren,de weg vrij wordt gemaakt voor verander<strong>in</strong>g. Alsde klant merkt dat de professional hem accepteertzoals hij is en <strong>op</strong>recht geïnteresseerd naarhem luistert zonder hem te willen veranderen ishij veel meer geneigd zijn ambivalentie <strong>op</strong>en enbloot <strong>op</strong> tafel te leggen.Ambivalentie kan worden verhelderd door gebruikte maken van een zogenoemde besliss<strong>in</strong>gsbalans.De balans kan worden voorgesteld als eenweegschaal waarmee de voor- en nadelen vanniet veranderen tegen de voor- en nadelen vanwel veranderen kunnen worden afgewogen. <strong>Het</strong>gaat om de voor- en nadelen die de klant zelfnoemt omdat het gaat om datgene wat de klantbelangrijk v<strong>in</strong>dt en datgene wat motiverend werktom te veranderen.Ambivalentie – De besliss<strong>in</strong>gsbalansNiet veranderenWel veranderenVoordelen Nadelen Voordelen NadelenDe besliss<strong>in</strong>gsbalans kan helpen de voor- ennadelen van wel en niet veranderen <strong>in</strong> kaart tebrengen. <strong>Het</strong> brengt dus <strong>in</strong> beeld wat de klant beweegtom wel of niet te veranderen. Zo’n balanskan de klant de doorslag geven te veranderen,vooral als de balans zeer negatief uitpakt voorzijn huidige gedrag. Dat is niet altijd het geval,maar twijfel is een goed beg<strong>in</strong> van gedragsverander<strong>in</strong>g.<strong>Het</strong> is het beg<strong>in</strong> van de zoektocht. Zolangiemand nog twijfelt zal het oude gedrag waarschijnlijkworden voortgezet. Mensen hebben <strong>in</strong>pr<strong>in</strong>cipe een weerstand tegen verander<strong>in</strong>g. <strong>Het</strong>oude gedrag is bekend, daardoor veilig én vaakbelonend <strong>op</strong> de korte termijn.Ambivalentie - De motiverende duwSommige klanten zijn gebaat bij een meerverplichtende aanpak. Dat geldt met namevoor klanten die <strong>in</strong>middels zó gewend zijnaan het werkloos bestaan dat dit voor hencomfortabel is geworden. Zij zien en ervarenwe<strong>in</strong>ig nadelen van de huidige situatie enkunnen zich geen voorstell<strong>in</strong>g maken vande voordelen van een werkend bestaan. Inzekere z<strong>in</strong> zijn ze vastgeroest, tot stilstandgekomen en krijgen ze nog nauwelijksfeedback <strong>op</strong> hun gedrag. <strong>Het</strong> geldt ook voorklanten die sterk negatief beïnvloed wordendoor hun sociale omgev<strong>in</strong>g.Voor deze klanten kan het motiverendwerken de nadelen van het hebben van eenuitker<strong>in</strong>g nadrukkelijker of om de voordelenvan het hebben van bijvoorbeeld eendagritme, z<strong>in</strong>volle dagbested<strong>in</strong>g en collega’ste ervaren. De klant krijgt feedback <strong>op</strong> zijnnieuwe gedrag, krijgt mogelijk meer zelfvertrouwen,voelt zich serieus genomen enraakt zo meer gemotiveerd. Van bijvoorbeeldeen Work First-aanpak kan zo’n motiverendeffect uitgaan. <strong>Het</strong> kan een duw zijn <strong>in</strong> degoede richt<strong>in</strong>g. Van belang is wel dat deklant na het zetje <strong>in</strong> de goede richt<strong>in</strong>g, zelfweer meer <strong>in</strong>vloed krijgt <strong>op</strong> zijn weg naarwerk.32<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


5.3 Verandertaal uitlokkenVeel klanten aarzelen om een stap te zetten <strong>in</strong>de richt<strong>in</strong>g van een verander<strong>in</strong>g. Ze twijfelen,zijn ambivalent. Verandertaal zijn uitspraken <strong>in</strong>de richt<strong>in</strong>g van de (gewenste) verander<strong>in</strong>g. <strong>Het</strong>is de kunst van de professional zo veel mogelijkverandertaal uit te lokken. <strong>Het</strong> is een manier vancommuniceren waardoor iemand redenen omte veranderen gaat noemen en de voordelen vanverander<strong>in</strong>g zal benadrukken. Belangrijk is deverandertaal te herkennen en te versterken doormiddel van reflecties. De professional stuurt doorte bepalen <strong>op</strong> welke verandertaal hij <strong>in</strong>gaat en<strong>op</strong> welke niet. <strong>Het</strong> kan zijn dat de klant zich nietbewust is van het feit dat hij verandertaal gebruikt.Door daar<strong>op</strong> te reflecteren – bijvoorbeeld‘U ervaart nogal wat nadelen van werkloos zijn’– kan de klant gaan <strong>in</strong>zien dat hij zelf de redenenvoor verander<strong>in</strong>g aandraagt. De klant wordt zichdaardoor bewust van zijn motivatie en zo gestimuleerddaar verder mee aan de slag te gaan.<strong>Het</strong> bijzondere is dat als klanten zichzelf daaroverhoren praten, ze het ook sterker geloven. Metandere woorden: mensen veranderen niet doorwat anderen zeggen, maar door wat zij zichzelfhoren zeggen <strong>in</strong> reactie <strong>op</strong> anderen. Als eenklant zichzelf keer <strong>op</strong> keer <strong>in</strong> het gesprek met deprofessional hoort zeggen dat hij ’er nu echt klaarmee is’ en ’nu echt wil st<strong>op</strong>pen met niets doen’,gaat hij zichzelf geleidelijk zien als iemand bij wiedat gedrag niet meer hoort. Dat is verandertaal.Klanten kunnen zich dus letterlijk ergens naartoepraten.Verandertaal kan betrekk<strong>in</strong>g hebben <strong>op</strong> devolgende 4 situaties:1 <strong>Het</strong> onderkennen van de nadelen van dewerkloosheid (status quo)2 <strong>Het</strong> zien van de voordelen van werken3 <strong>Het</strong> verwoorden van <strong>op</strong>timisme oververander<strong>in</strong>g4 De bedoel<strong>in</strong>g om te veranderen onderwoorden brengenVerandertaal uitlokkenOnderkennen nadelen huidige situatie• Wat v<strong>in</strong>dt u vervelend aan werkloos zijn?• Wat zijn voor jou de m<strong>in</strong>der prettige kanten van hetmoeten rondkomen van een uitker<strong>in</strong>g?• Waarover maakt u zich het meeste zorgen?Zien van de voordelen van verander<strong>in</strong>g• Wat zijn voor u redenen om weer aan het werk te gaan?• Hoe zou uw leven eruitzien als u weer werk zouhebben?• Wat zou het leuke zijn van het hebben van werk?• Wat zouden de voordelen zijn voor je gez<strong>in</strong>?• Hoe zou u het graag anders willen zien?Verwoorden van <strong>op</strong>timisme over verander<strong>in</strong>g• Nou, u wordt toch nog regelmatig uitgenodigd voor eensollicitatiegesprek. Dat is dan wel knap, toch?• U hebt al eerder nieuw werk gevonden. Hoe hebt uervoor gezorgd dat u die baan toen kreeg?• Welke kwaliteiten heeft u die u kunnen helpen bij hetv<strong>in</strong>den van nieuw werk?Bedoel<strong>in</strong>g om veranderen onder woorden brengen• Wat v<strong>in</strong>dt u nu van uw werkloosheid?• Wat zou u (als eerste) moeten doen om weer aan hetwerk te kunnen?• Wat lijkt u aantrekkelijk aan het deelnemen aan datre-<strong>in</strong>tegratietraject?Eenmaal ontlokte verandertaal kan verder wordenversterkt. <strong>Het</strong> doel is dan de klant die kantvan zijn ambivalentie onder woorden te latenbrengen die pleit vóór verander<strong>in</strong>g. <strong>Het</strong> gaat eromdat een klant de redenen om te veranderen en devoordelen daarvan zelf verwoordt. Dat kan doormiddel van de eerder genoemde basistechniekenNORBS (met name <strong>op</strong>en vragen stellen en verandertaalbevestigen). Maar er zijn ook nog anderetechnieken geschikt om verandertaal te ontlokkenof te versterken.Verandertaal kan worden <strong>op</strong>geroepen of uitgeloktdoor <strong>op</strong> deze punten rechtstreekse <strong>op</strong>en vragente stellen.33


Verandertaal versterkenDe belangenl<strong>in</strong>eaal is een eenvoudige methodeom verandertaal uit te lokken. Gebruikeen l<strong>in</strong>iaal met gradaties van 0 tot en met10 en stel de klant de volgende vraag. ‘Hoebelangrijk is het voor u om weer aan het werkte gaan?’ 0 staat voor zeer onbelangrijk en 10voor zeer belangrijk. Stel de klant geeft aandat werk zeer belangrijk voor hem is (een 8),vraag dan: ‘Stel, dat u besluit om weer werkte zoeken. Hoeveel vertrouwen hebt u dat udaar<strong>in</strong> zult slagen?’ 0 staat dan voor absoluutgeen vertrouwen en 10 voor zeer veelvertrouwen. De klant kan dan aangeven nietzo gek veel vertrouwen te hebben (een 5).De antwoorden zijn gericht <strong>op</strong> verander<strong>in</strong>g.Stel daarom niet de vraag: ‘Waarom zit u <strong>op</strong>5 en niet <strong>op</strong> 10?’ Dat roept een antwoord <strong>op</strong>dat <strong>in</strong>druist tegen verander<strong>in</strong>g. Stel eerderde vragen: ‘Waarom zit u niet <strong>op</strong> een 4?’ of‘Wat zou er moeten gebeuren om een stapjeverder te komen?“Zodra een klant een reden voor verander<strong>in</strong>gheeft genoemd, is het raadzaam nietgelijk <strong>op</strong> zoek te gaan naar de volgendereden, maar uit te weiden over de genoemdereden. Zo wordt de motivatie bekrachtigd enwordt er nog meer verandertaal uitgelokt.Bijvoorbeeld door door te vragen: ‘Hoe zouje dat precies willen aanpakken?’ of ‘Kun jedaarvan een voorbeeld geven?’Door te vragen naar extremen en uitersten,kan verandertaal uitgelokt worden - zekerwanneer men <strong>in</strong> een impasse is aanbeland.Een voorbeeld: ‘Stel dat je geen werk maaktvan je re-<strong>in</strong>tegratie en nog een paar jaarwerkloos blijft… waar maak je je dan hetmeeste zorgen over? Hoe zou je je voelen?’Een ongunstig toekomstbeeld kan mensenmotiveren om te gaan veranderen.<strong>Het</strong> kan nuttig zijn de klant terug te latenkijken naar een tijd voordat het probleemontstond, zodat deze periode vergeleken kanworden met de huidige situatie. Bijvoorbeeld:‘Waar liep je toen tegenaan en hoe heb je dattoen <strong>op</strong>gelost?’ of ‘Hoe zag je leven eruit toenje nog werkte?”Vragen naar waar de cliënt wil zijn over vijfjaar – vooruit kijken - kan ook een manierzijn om verandertaal uit te lokken. Een voorbeeld:‘Als je besluit te veranderen, hoe zoudan je toekomst er uit zien?’ of ‘Hoe zou jijhet v<strong>in</strong>den als straks blijkt dat….’Door verandertaal uit te lokken met <strong>op</strong>en vragen,daar<strong>op</strong> te reflecteren en door verandertaalsamen te vatten en te bevestigen (NORBS) wordtde motivatie om te veranderen aangesproken. Deprofessional doet dit selectief, waarbij het eenvalkuil is dit alleen <strong>op</strong> de positieve kanten vande verander<strong>in</strong>g toe te passen. Dat kan tot gevolghebben dat de klant zijn situatie gaat verdedigenof <strong>in</strong> een ‘ja, maar’-reactie schiet. <strong>Het</strong> gaat dusom subtiel manipuleren. Paradoxaal genoeg kandaarmee zelfstur<strong>in</strong>g worden bevorderd.5.4 Omgaan met weerstandWeerstand is het tegenovergestelde van motivatieen weerstandtaal het tegenovergestelde vanverandertaal. Verandertaal duidt <strong>op</strong> een beweg<strong>in</strong>gnaar de verander<strong>in</strong>g toe. Weerstandtaal wijst<strong>op</strong> een beweg<strong>in</strong>g van de verander<strong>in</strong>g af. Behalvedoor het taalgebruik is weerstand vaak ook nonverbaalwaarneembaar.Weerstand kan altijd <strong>op</strong>treden maar treedt metname <strong>op</strong> bij een directieve stijl (bijvoorbeeld bijde reparatiereflex). Maar ook wanneer een professionalde keuzemogelijkheden voor een klant<strong>in</strong>perkt wordt een sterke tegenreactie <strong>op</strong>geroepen.De <strong>in</strong>perk<strong>in</strong>g kan betrekk<strong>in</strong>g hebben <strong>op</strong> watiemand doet, wanneer iemand iets doet of hoeiemand iets doet. Dit is een normale menselijkereactie. De klant zal, strevend naar autonomie,juist meer verlangen naar de keuze(vrijheid)die hem is ontnomen. De <strong>op</strong>tie die niet tot demogelijkheden behoort, wordt aantrekkelijker.34<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Weerstand is een uitvloeiselvan de relatie tussen klant enprofessionalNiet omdat de <strong>op</strong>tie zo <strong>in</strong>teressant is, maar omdathet weer beschikbaar krijgen van die <strong>op</strong>tie dekeuzevrijheid herstelt (de wetenschappelijk termhiervoor is reactance).Weerstand is dus niet altijd een kenmerk van eenklant, maar vaak een uitvloeisel van de relatietussen klant en professional. Weerstand(taal)dient vermeden te worden en dat hangt voor eengroot deel af van de gespreksstijl van de professional.Een professional zou zich daarom altijd devraag moeten stellen wat er gebeurt <strong>in</strong> de relatiewaardoor weerstand ontstaat of verergert. Voeltde klant zich niet gehoord? Voelt de klant zichniet gerespecteerd? Gaat het te snel? Werk ik nietaan zijn doelen? Is het niet nuttig? Weerstandis dus vaak een signaal om het anders aan tepakken.Weerstand kan bijvoorbeeld worden tegengegaandoor onder meer het gevoel van de ander teerkennen, door het probleem even te parkeren,door een ander onderwerp aan te snijden en zode aandacht af te leiden of door de keuzevrijheiden de mogelijkheden voor zelfstur<strong>in</strong>g die men nogwel heeft juist te benadrukken.Herkennen van weerstand en motivatieComponent van motivatie Teken van lage motivatie Teken van hoge motivatieWillen,kunnen en klaar zijn Weerstandtaal VerandertaalWillenBelang (Waarom?)Daar geef ik geen **** om…Waarom zou ik?Ik wil veranderen omdat…Ik maak me zorgen om…Ja, maar…..<strong>Het</strong> goede van veranderen is…KunnenVertrouwen (Hoe?)Dat kan ik nietIk kan dit doen<strong>Het</strong> is niet mijn schuld Ik heb hiervoor de vaardighedenZij moeten veranderen, niet ik Dit heb ik eerder gedaan<strong>Het</strong> ligt buiten mijn macht Ik kan dit doen <strong>in</strong> deze situatiesKlaar(Wanneer?)Niet nuDat ik nog wel eens, ooitNu is het juiste momentIk kan de eerste stap zettenIk ben begonnen5.5 Geloof <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnen versterken:vertrouwenstaal35De klant die verandertaal gebruikt, overweegtverander<strong>in</strong>g. Hij wil veranderen. Maar een voornemenom te veranderen is nog geen besluit omte veranderen, laat staan een daadwerkelijkeverander<strong>in</strong>g. Van belang is of de klant denkt deverander<strong>in</strong>g ook te kunnen realiseren. Heeft deklant er vertrouwen <strong>in</strong>? Uit onderzoek is bekenddat het geloof <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnen – de wetenschappelijketerm hiervoor is self efficacy – van werkzoekendenvaak ger<strong>in</strong>g is. Maar vaak is het geenalles of niets. Net als bij het willen zal er sprakezijn van ambivalentie over het kunnen. <strong>Het</strong> gaater dan om de mogelijkheden die men wel ziet uitte lokken en te versterken. Dit kan door <strong>op</strong> zoekte gaan naar vertrouwenstaal, naar positieveuitspraken over het <strong>eigen</strong> kunnen die er <strong>op</strong> wijzendat er vertrouwen is dat het zal lukken.Dat kan door te vragen hoe iemand denkt de verander<strong>in</strong>gaan te gaan pakken, door te vragen naariemands sterke <strong>eigen</strong>schappen en hulpbronnendie de gewenste verander<strong>in</strong>g kunnen ondersteunen.Positieve ervar<strong>in</strong>gen die daarmee al zijn <strong>op</strong>gedaankunnen worden benadrukt. Voorbeeldenvan vertrouwenstaal zijn: ‘ik weet dat ik het kan’of ‘ik blijf het proberen tot het lukt’.


6Werken aanzelfstur<strong>in</strong>g:Doelen,plannen enuitvoeren36<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Falen zorgt voor negatieveemoties en verm<strong>in</strong>derdzelfvertrouwen6.1 De juiste doelen stellen37<strong>Het</strong> stellen van doelen is een gezamenlijk procesvan de klant en de professional. Opgelegde doelenontnemen de klant zelfstur<strong>in</strong>g, met weerstand endemotivatie als gevaar. De professional kan gerichtwerken aan de motivatie voor een bepaald doeldoor verandertaal uit te lokken en daar zodanig <strong>op</strong>te reflecteren, bevestigen en samenvatten dat demotivatie voor dat doel wordt versterkt. De sterke<strong>eigen</strong>schappen van de klant die deze verander<strong>in</strong>gkunnen ondersteunen worden benadrukt. Diekomen tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> vertrouwenstaal.Maar welke doelen moeten dan wel gesteldworden?Doelen stellenGoede doelen zijn:• Acceptabel voor de professional• Acceptabel voor de klant• Niet <strong>op</strong>gelegd, maar <strong>in</strong> samenspraak tot stand gekomen• Belangrijk voor de klant• Haalbaar voor de klant (realistisch)• Intr<strong>in</strong>siek motiverend - waardevol <strong>in</strong> zichzelf – of geplaatst<strong>in</strong> een motiverend perspectief als zij <strong>in</strong> zichzelfwe<strong>in</strong>ig motiverend zijn• Voldoende uitdagend• Specifiek (meetbaar en tijdgebonden)• Leerdoelen als de taken nieuw en misschien te moeilijkzijn• Voorzien van haalbare subdoelen als het hoofddoellastig haalbaar lijkt• Voorzien van kortetermijndoelen als het e<strong>in</strong>ddoel <strong>op</strong> delange termijn ligt• Meervoudig voor ouderen met een afnemend gevoel vancompetentie (naast het vervullen van een taak en hetbehalen van een prestatie, tevens van betekenis zijnvoor de groep)Specifieke uitkomstdoelenErvan uitgaande dat het doel voor de klant acceptabelis, niet afgedwongen wordt, maar <strong>in</strong>samenspraak tot stand komt, dat de klant het doelbelangrijk v<strong>in</strong>dt en dat de klant denkt over de capaciteitente beschikken om het doel te bereikenis het raadzaam om specifieke moeilijke uitkomstdoelente stellen.Mensen presteren beter wanneer ze specifiekemoeilijke uitkomstdoelen stellen, dan wanneer zegeen doelen, gemakkelijke doelen, of ‘doe-je-best’-doelen stellen. Een uitkomstdoel is specifiek alshet een meetbaar doel is dat aangeeft wat iemandwanneer wil bereiken (‘Ik ga mezelf voor 18:00vanmiddag <strong>in</strong>schrijven bij 5 uitzendbureaus’). Ofeen uitkomstdoel moeilijk is, hangt af van de vaardighedenen percepties van de klant. Een moeilijkuitdagend doel zorgt voor meer <strong>in</strong>zet, moeite endoorzett<strong>in</strong>gsvermogen dan een gemakkelijk doel.Bijvoorbeeld wanneer de klant als doel stelt om 10sollicitatiebrieven te schrijven, gaat hij harder enlanger aan de slag dan wanneer hij als doel steltom 2 sollicitatiebrieven te schrijven. Een specifiekdoel houdt <strong>in</strong> dat het doel omschreven wordt <strong>in</strong>aantallen en tijdstippen. Bijvoorbeeld het doel ‘Ikga mijn best doen om sollicitatiebrieven te schrijven’is een vaag doel, terwijl ‘Ik ga vanmiddag voor17:00 uur twee sollicitatiebrieven schrijven’ eenveel specifieker doel is. Doordat het doel specifiekeris, gaat de klant vanzelf meer nadenken overhoe hij het doel het beste kan behalen. Omdat hetdoel meetbaar is, zal hij doorzetten tot het bereiktis. Bij een ‘doe-je-best’-doel is het m<strong>in</strong>der duidelijkwanneer het doel behaald is en zullen menseneerder st<strong>op</strong>pen.LeerdoelenBij nieuwe taken, complexe taken, en taken waarvoormensen (nog) niet alle vaardigheden hebben,kunnen specifieke moeilijke uitkomstdoelenaverechts werken. De kans is namelijk groot dathet doel niet bereikt wordt. Doordat het doel zospecifiek gesteld is, voelen mensen dat ze gefaaldhebben. Falen zorgt voor negatieve emoties,verm<strong>in</strong>derd zelfvertrouwen en geloof <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnenen daardoor voor m<strong>in</strong>der motivatie voor hetvervolg. Daarom kan bij nieuwe, complexe takenbeter gewerkt worden met leergerichte doelen. Eenleergericht doel is een doel waar<strong>in</strong> niet zozeer deuitkomst maar het proces centraal staat. Verdergebruikt een leergericht doel het <strong>eigen</strong> niveau, decompetenties of eerdere prestaties van de klantals vergelijk<strong>in</strong>gsstandaard. <strong>Het</strong> gaat om leren enontwikkelen, zodat de klant ergens beter <strong>in</strong> wordtdan hij was. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil leren hoe ik eengoed CV moet <strong>op</strong>stellen’ of ‘Ik wil uitzoeken <strong>op</strong> watvoor manieren ik het beste naar geschikte vacatureskan zoeken’. De klant kan <strong>eigen</strong>lijk niet falen <strong>op</strong>leergerichte doelen (hij leert onderweg altijd wat).


<strong>Het</strong> is bekend dat mensen m<strong>in</strong>dergemotiveerd zijn voor doelen die(nog) ver weg liggenWerkt competitie motiverend?Competitiegerichte doelen (ofwel prestatiegerichtedoelen) zijn doelen waarbijprestaties van anderen als vergelijk<strong>in</strong>gsstandaardgelden. Deze doelen gaan overhet aan anderen laten zien hoe goed je bent,of voorkomen dat je afgaat waar anderenbij zijn. Bijvoorbeeld ‘Ik wil eerder een baanv<strong>in</strong>den dan de andere mensen van de sollicitatietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g’of ‘Ik wil voorkomen dat ik eenslecht figuur sla <strong>in</strong> het sollicitatiegesprek’.Dergelijke competitiegerichte doelenkunnen soms werken <strong>in</strong>dien mensen devaardigheden hebben om het gedrag uit tevoeren en hoog vertrouwen hebben <strong>in</strong> <strong>eigen</strong>kunnen en wanneer mensen een sterkeprestatiemotivatie hebben. Maar <strong>in</strong> depraktijk blijkt dat competitiegerichte doelenmeestal slechter werken dan leergerichtedoelen. Omdat mensen vooral bezig zijn metanderen, met het demonstreren van hunvaardigheden en het voorkomen van afgaan,hebben ze m<strong>in</strong>der aandacht voor de taak.Verder leiden competitiegerichte doelen totm<strong>in</strong>der <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie, meer stress,en geven mensen eerder <strong>op</strong> als het tegenzit.Dus je kunt beter leergerichte doelenstellen dan competitiegerichte doelen, en alhelemaal als het gaat om complexe, nieuwetaken, taken waarvoor je nieuwe d<strong>in</strong>genmoet leren, en taken waarbij de kans <strong>op</strong>obstakels en falen groot is.Korte- en langetermijndoelenDe aantrekkelijkheid van een doel wordt zeldenalleen maar bepaald door de korte termijn ofonmiddellijke doelen. Werk zoeken en eventueel‘slechter’ werk tijdelijk accepteren kan geïnspireerdzijn door langetermijndoelen die daarmeemeer b<strong>in</strong>nen bereik komen. <strong>Het</strong> hebben van eenpad van subdoelen <strong>op</strong> weg naar een bepaalde<strong>in</strong>ddoel, waarbij het succesvol behalen van iedersubdoel voorwaarde is voor het volgende doel,werkt sterk motiverend. De feedback over hetbehalen van de subdoelen vergroot het zelfvertrouwenen de idee van haalbaarheid van verdergelegen (moeilijke) sub- en e<strong>in</strong>ddoelen.<strong>Het</strong> is bekend dat mensen m<strong>in</strong>der gemotiveerdzijn voor doelen die (nog) ver weg liggen <strong>in</strong> de tijddan voor nabije doelen. Door het def<strong>in</strong>iëren vansubdoelen kan de tijd tot het e<strong>in</strong>ddoel beter wordenoverbrugd. <strong>Het</strong> is de kunst om de negatievespiraal waar<strong>in</strong> iemand door langdurige werkloosheidterecht is gekomen te doorbreken ende klant uitzicht te bieden <strong>op</strong> door hem/haar alshaalbaar ervaren mogelijkheden <strong>op</strong> de arbeidsmarkt.Daarbij is het belangrijk om niet <strong>in</strong> te zoomen<strong>op</strong> de onmogelijkheden die een klant <strong>in</strong> hetheden ervaart, maar veeleer <strong>op</strong> de potentie diewel aanwezig is. Hoe verder iemands toekomstperspectiefreikt des te gemotiveerder mensenzijn. De motivationele kracht voor een onmiddellijk(sub)doel wordt als het ware vermeerderdmet de motivatie die men heeft voor alle doelendie <strong>in</strong> het verschiet liggen bij het behalen van datonmiddellijke doel. Doelen die <strong>op</strong> zichzelf we<strong>in</strong>igmotiverend zijn kunnen zeer motiverend wordendoor ze <strong>in</strong> een perspectief te plaatsen.Werken met subdoelenMogelijke subdoelen die het geloof <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnenversterken zijn bijvoorbeeld:• <strong>Het</strong> volgen van een sollicitatiecursus alvorens te gaansolliciteren• Een werkervar<strong>in</strong>gsplaats accepteren alvorens te gaanzoeken naar een reguliere baan• <strong>Het</strong> verrichten van vrijwilligerswerk alvorens te startenmet re-<strong>in</strong>tegratie• <strong>Het</strong> doen van een <strong>in</strong>tensieve <strong>op</strong>leid<strong>in</strong>g of het volgenvan kortere tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen alvorens ergens aan het werkte gaanVoor oudere werkzoekenden geldt dat verderweg gelegen e<strong>in</strong>ddoelen wellicht niet meervoor<strong>hand</strong>en of aantrekkelijk zijn. Zij hoevengeen verstrekkende toekomstplannen meer temaken gezien het beperkte aantal jaren dat zijnog kunnen werken. Juist voor deze groep kanveel w<strong>in</strong>st worden geboekt door het stellen vanmeervoudige doelen of bredere levensdoelen:leer- of prestatiedoelen bijvoorbeeld gek<strong>op</strong>peldaan sociale doelen (naast het vervullen van eentaak en het behalen van een prestatie, tevens vanbetekenis zijn voor de groep).Irreële doelenSommige klanten hebben irreële doelen. Zij willen‘piloot worden’ maar hebben geen voor<strong>op</strong>leid<strong>in</strong>g.Zonder de klant zijn droom te ontnemen kanuiteraard wel het eerst mogelijke reële subdoelworden geformuleerd, gericht <strong>op</strong> uitstroom.De klant kan dan vervolgens vanuit een baan38<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


werken aan zijn droom: piloot worden. Een anderezelfsturende manier is om de klant zelf telaten uitzoeken aan welke kwalificaties hij moetvoldoen om piloot te kunnen worden. Hij kandan zelf tot het <strong>in</strong>zicht komen dat ‘piloot worden’niet haalbaar is en vervolgens haalbare doelenstellen. Ten slotte kan worden uitgelegd dat nietalles mogelijk is; dat klant en professional zijngebonden aan bepaalde randvoorwaarden.Irreële doelenManieren om met irreële doelen om te gaan zijn:• <strong>Het</strong> stellen van subdoelen die wel haalbaar zijn• <strong>Het</strong> de klant zelf laten uitv<strong>in</strong>den dat het doel irreëel is• Uitleggen wat de randvoorwaarden zijn waar de klanten de professional zich aan moeten houden6.2 PlannenAls een klant gemotiveerd is en zijn doelen heeftgesteld zou het – mede <strong>in</strong> het licht van zelfstur<strong>in</strong>g- een gemiste kans zijn als de professional nuzelf met een plan zou komen over hoe de doelengerealiseerd moeten worden. Beter is het deklant zijn <strong>eigen</strong> wensen en plannen te ontlokken(‘Wat denkt u te gaan doen?’, ‘Wat is nu deeerste stap?’ ‘Wat gaat u als eerste <strong>op</strong>pakken?’).De klant lijkt immers klaar voor actie. De doelenkunnen worden uitgewerkt <strong>in</strong> concrete acties; <strong>in</strong>een veranderplan.Dit betekent niet dat de professional geen <strong>in</strong>vloedheeft. Door - het liefst gevraagd - te adviseren en<strong>in</strong>formeren kan de professional beïnvloeden dathet plan ook tot het gewenste resultaat (doel) zalleiden. Maar <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe is het zaak dat de klanteerst zelf zijn plan maakt en dat uitlegt en naderspecificeert.Adviseren over plannen• ‘Zal ik u vertellen wat andere klanten <strong>in</strong> uw situatiehebben gedaan?’• ‘Als ik het plan zo bekijk, maak ik me <strong>op</strong> onderdelen welwat een paar zorgen. Is het goed dat ik u vertel waaromik me zorgen maak?’• ‘Een paar d<strong>in</strong>gen zijn misschien belangrijk voor u <strong>in</strong>deze fase. <strong>Het</strong> is misschien wel <strong>hand</strong>ig dat u daar weetvan heeft. Mag ik ze eens uiteenzetten?’6.3 Geloven dat het z<strong>in</strong> heeft39<strong>Het</strong> is niet alleen van belang dat een klant hetgevoel heeft dat hij de <strong>in</strong> het plan gevraagdeacties ook kan uitvoeren (‘kan ik het?’). Belangrijkis ook dat de klant ervan overtuigd is dat zijngedrag ook <strong>in</strong>vloed heeft <strong>op</strong> het bereiken van hetgewenste doel (‘heeft het z<strong>in</strong>?’). <strong>Het</strong> gaat dan omde verwacht<strong>in</strong>g die zij hebben over de uitkomstvan hun plan. Zonder het gevoel dat het z<strong>in</strong> heeftdoen mensen hun best niet. Als zij daar niet <strong>in</strong>geloven – ‘Ook al ga ik nu nog zo hard mijn bestdoen, ze willen mij toch niet / de arbeidsmarktbepaalt of ik werk v<strong>in</strong>d…’ - zullen zij het plan ookniet snel uitvoeren. Maar als een klant wel eenpositieve verwacht<strong>in</strong>g heeft - ‘Als ik een goedesollicitatiebrief schrijf, is het waarschijnlijk datik uitgenodigd word voor een gesprek’ – zal hijook eerder geneigd zijn een plan te maken en deacties uit te voeren.Daarom is een positieve uitkomstverwacht<strong>in</strong>gvoor zelfstur<strong>in</strong>g noodzakelijk. Er is een aantalmanieren om negatieve uitkomstverwacht<strong>in</strong>gente veranderen:• <strong>Het</strong> ervaren van successen. Dit kan bereiktworden door:- Kle<strong>in</strong>e, duidelijke doelen te stellen zodatvoortgang wordt ervaren en kle<strong>in</strong>e successenkunnen worden geboekt.- Leergerichte doelen te stellen(i.p.v. prestatiegerichte doelen).


- Vaardigheidstra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen.• Observeren van iemand anders die het gedragvertoont (‘modell<strong>in</strong>g’). Dit werkt vooral voormensen die niet veel ervar<strong>in</strong>g hebben met hetgedrag en een vergelijkbaar iemand het gedragsuccesvol zien vertonen.• Peptalks van anderen en positieve ‘self-talk’kunnen vertrouwen <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnen tijdelijkverhogen. Negatieve ‘self-talk’ (‘ik ben te oud’)kan worden omgevormd tot positieve ‘self-talk’(‘ik heb veel ervar<strong>in</strong>g’).• Leren omgaan met tegenslagen(zie hoofdstuk 7).6.4 Werken met ‘als-dan’-plannenOm de kans te vergroten dat goede voornemensook echt worden omgezet <strong>in</strong> acties kan gewerktworden met als-dan plannen. De wetenschappelijketerm hiervoor is implementatie-<strong>in</strong>tenties.Ligt bij doel<strong>in</strong>tenties de nadruk <strong>op</strong> het resultaat,bij ‘als-dan’-plannen gaat het om de wijze waar<strong>op</strong>dat resultaat kan worden bereikt; om gedrag. Deidee achter ‘als-dan’-plannen is dat gedrag wordtgek<strong>op</strong>peld aan een tijd en een plaats. Daardoorhoeven mensen <strong>op</strong> het moment zelf niet meer nate denken of te besluiten. <strong>Het</strong> gedrag wordt zo alshet ware geautomatiseerd.Voorbeeld ‘als-dan’-plan om doelgericht gedrag te<strong>in</strong>itiëren• Klant: Ik denk dat het dan <strong>hand</strong>ig is om me <strong>in</strong> teschrijven bij een paar uitzendbureaus• Professional: Inderdaad. Wanneer gaat u dat doen?• Klant: Ik denk dat ik dat maandagmiddag kan doen.Dan ben ik <strong>in</strong> de stad.• Professional: Hoe laat ben je daar?• Klant: Gelijk na de lunch, dan fiets ik er even heen.• Professional: Nou, als je je dan gelijk even <strong>in</strong>schrijft ishet maar weer geregeld.• Klant: Ok, maandagmiddag na de lunch ga ik <strong>op</strong> de fietsde stad <strong>in</strong> en schrijf ik me <strong>in</strong> bij uitzendbureaus X, Yen Z.Wanneer klanten hun goede voornemens aanvullenmet concrete ‘als-dan’-plannen is de kansveel groter dat ze het gedrag daadwerkelijk gaanuitvoeren. Door deze plannen gaan mensen gemakkelijkerover van het overwegen van actie <strong>in</strong>het overgaan tot actie. ‘Als-dan’-plannen werkenvooral goed bij mensen die uitstelgedrag vertonenen die moeite hebben om tot actie te komenen bij mensen die snel afgeleid zijn. Ze werkenniet bij mensen die niet echt gemotiveerd zijn hetgedrag te vertonen.6.5 Ondersteunende omgev<strong>in</strong>g betrekkenEen manier om te bevorderen dat plannen ookworden uitgevoerd is het betrekken van de socialeomgev<strong>in</strong>g van de klant door het plan voor hen<strong>op</strong>enbaar te maken. Daarbij is wel de <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>gvan belang dat de sociale omgev<strong>in</strong>g ondersteunendwerkt en niet remmend. De socialeomgev<strong>in</strong>g kan actief worden betrokken doorbijvoorbeeld af te spreken dat zij structureel <strong>op</strong>bepaalde momenten naar de voortgang <strong>in</strong>formeren(‘ik heb hem gevraagd mij iedere vrijdagmiddagte bellen om te vragen hoe het ervoor staat’).40<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


7Werken aanzelfstur<strong>in</strong>g:Volhouden,evaluerenen afronden42<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Sommige mensen zullen zeggen:‘Zie je wel, ik kan het niet’ engeven <strong>op</strong>7.1 AlgemeenAls het gedrag – zelfstur<strong>in</strong>g – eenmaal is <strong>in</strong>gezetis het van belang dat eventuele tegenslagen goedworden <strong>op</strong>gevangen. Een risico <strong>in</strong> deze fase is datmensen gaan beseffen dat het nieuwe gedragafscheid betekent van oud gedrag. Ze kunnen eengevoel van verlies hebben en weer gaan verlangennaar de oude situatie. <strong>Het</strong> risico <strong>op</strong> terugvalen zelfs <strong>op</strong> def<strong>in</strong>itief afhaken is aanwezig. Doorde klant goed te ondersteunen kan worden voorkomendat de gedragsverander<strong>in</strong>g tot stilstandkomt.Een ander risico is dat er (herhaaldelijk) tegenslagenkunnen <strong>op</strong>treden of dat klanten te makenkrijgen met barrières. Niet iedereen gaat <strong>op</strong>dezelfde manier met tegenslagen om. Sommigemensen zullen zeggen: ‘Zie je wel, ik kan hetniet’ en geven <strong>op</strong>. Anderen zullen een tegenslagzien als een uitdag<strong>in</strong>g die je kunt overw<strong>in</strong>nen.<strong>Het</strong> resultaat is dat zij niet <strong>op</strong>geven maar juistdoorzetten en nog harder hun best gaan doen.Met name de eerste categorie mensen heeft baatbij het leren van manieren om om te gaan met denegatieve stress van tegenslagen. Daarvoor zijnverschillende technieken voor<strong>hand</strong>en.7.2 ‘Als-dan’-plannen‘Als-dan’-plannen kunnen ook gebruikt wordenom doelgericht gedrag vol te houden. Risico’s, obstakelsen afleid<strong>in</strong>gen worden <strong>in</strong> beeld gebrachten er wordt een plan <strong>op</strong>gesteld hoe daarmee kanworden omgegaan (‘als risico X <strong>op</strong>treedt, dan doeik Y om te zorgen dat het risico niet meer <strong>op</strong>treedtof geen effect heeft’). <strong>Het</strong> is met name relevant‘als-dan’-plannen te ontwikkelen met de klantvoor die situaties die het risico van afhaken of terugvallenmet name vergroten. ‘Als-dan’-plannenzijn dus niet alleen <strong>hand</strong>ig om gedrag te concretiseren(paragraaf 6.4) maar kunnen ook worden<strong>in</strong>gezet als een soort ontsnapp<strong>in</strong>gsplannen bijrisicovolle situaties.Voorbeeld ‘als-dan’-plan gericht <strong>op</strong> volhoudenKlantmanager: Wat zijn nou d<strong>in</strong>gen die dit <strong>in</strong> de warkunnen sturen? Wat zijn afleiders?Klant: Mmm… nou Frank. Die zegt iedere keer als ik hemtegenkom ‘je bent toch ook helemaal gek dat je weer gaatsolliciteren’. En dan beg<strong>in</strong> ik wel te twijfelen.Professional: Je zei ook dat je aan je k<strong>in</strong>deren het goedevoorbeeld wilde geven door weer aan het werk te gaan….Hoe kun je het beste met Frank omgaan?Klant: Ik denk dat ik hem maar eens moet uitleggen dathij moet st<strong>op</strong>pen met die <strong>op</strong>merk<strong>in</strong>gen.Professional: Ok. Dus als je Frank spreekt kun je hemmisschien vragen om er niet iedere keer over te beg<strong>in</strong>nen.Wanneer zie je Frank weer?Klant: Maandag. Als ik hem dan zie dan zal ik dat gelijktegen hem eens zeggen. Ik denk dat hij dat wel begrijpt.43


7.3 Zoeken naar positieve uitzonder<strong>in</strong>genUitgangspunt is het idee dat geen enkel probleemzich on<strong>op</strong>houdelijk (altijd en overal) voordoet.Er zijn altijd uitzonder<strong>in</strong>gen; momenten waar<strong>op</strong>het probleem niet <strong>op</strong>treedt, waar<strong>op</strong> het doel welis bereikt, gedrag dat wel werkte. Deze uitzonder<strong>in</strong>genworden door de klant vaak over hethoofd gezien of als triviaal afgedaan omdat zijnaandacht uitgaat naar zijn probleem. Maar alseen klant al een uitzonder<strong>in</strong>g heeft meegemaakt,waarom zou hij dan niet dit proberen te herhalentotdat hij tevreden is over de manier waar<strong>op</strong>hij zijn doelen bereikt? Door vragen te stellenover de momenten waar<strong>op</strong> het probleem zichniet of <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate voordoet, achterhaaltde professional de uitzonder<strong>in</strong>gen die de klantals hulpbron voor (het volhouden van) de verander<strong>in</strong>gkan gebruiken. Door te vragen naar deuitzonder<strong>in</strong>gen toont de professional de klantdat hij het wél kan. Daardoor gaat de klant weerkeuzemogelijkheden ervaren ten aanzien van demanier waar<strong>op</strong> hij met een probleem omgaat. Ineen uitzonder<strong>in</strong>g is (het beg<strong>in</strong> van) een <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gaanwezig. Informeer uitvoerig naar details van deomstandigheden (wie, wat, waar, wanneer, hoe;geen waarom). Onderzoek vooral of de klant een<strong>eigen</strong> bijdrage aan de uitzonder<strong>in</strong>g leverde. Zo ja,dan vergroot dat de mogelijkheid van herhal<strong>in</strong>g.Voorbeelden van uitzonder<strong>in</strong>gsvragen• Wanneer werkte het wel?• Waarom lukte het toen wel?• Zijn er momenten waar<strong>op</strong> het wel lukt?Vertel daar eens over.• Is er ooit een moment geweest waar<strong>op</strong> je dichterbij je doel was?7.4 Hulpbronnen zoekenEen goede toegang tot hulpbronnen (goede<strong>eigen</strong>schappen, netwerk, sociale omgev<strong>in</strong>g) kanhelpen problemen te verslaan en gedrag vol tehouden. Om die reden is het van belang dat deklantmanager, tussen de ruis van de problemendoor, oog houdt voor de sterke kanten van deklant en de hulpbronnen die er zijn. <strong>Het</strong> gaaterom zo veel mogelijk zaken die de klant helpenzijn doel te bereiken <strong>in</strong> kaart te brengen. De professionalkan de klant helpen deze te benoemenen te gebruiken. De professional is natuurlijk zelfook een hulpbron.Voorbeelden van hulpbronnen• Klantmanager: ‘Als je dat nou niet meer ziet zitten, belme dan eventjes, dan kunnen we het erover hebben’.• Klantmanager: ‘Misschien kun je die oom eens benaderen.Als hij echt zoveel restauranthouders kent kan hijje misschien ook wel ergens <strong>in</strong>troduceren’.• Klantmanager: ‘Maar gebruik ook je gevoel voor humorom het allemaal wat te relativeren. <strong>Het</strong> is niet het e<strong>in</strong>devan de wereld als het morgen niet lukt <strong>in</strong> dat gesprek’.44<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


7.5 SuccesschalenDe successchaal werkt net als de belangenl<strong>in</strong>iaal<strong>in</strong> paragraaf 5.3, alleen wordt nu de vraag gesteldwat er al bereikt is van de doelsituatie <strong>op</strong> eenschaal van 1 tot 10. De focus ligt dan niet <strong>op</strong> dehoogte van het cijfer, maar <strong>op</strong> hetgeen al behaaldis en <strong>op</strong> de mogelijkheden voor verdere vooruitgangen de kle<strong>in</strong>e haalbare stappen die daarvoornodig zijn.Voorbeeld successchalenProfessionalKlantProfessionalKlantProfessionalKlantProfessionalKlantProfessionalKlantProfessionalAls je nou <strong>op</strong> een schaal van 0 tot 10 moet aangeven hoe ver je bent verwijderd van degewenste situatie, welk cijfer geef je dan?Nou een 6. Net voldoende. <strong>Het</strong> houdt niet over.Ok, een 6. Dan ben je dus al van 0 naar 6 gegaan. Hoe ben je al zo ver gekomen?Nou ja, ik volg die netwerkbijeenkomsten met werkgevers en bezoek de banenmarktenen ik schrijf brieven.Dat is mooi. Hoe zou het eruit zien als je een 10 zou scoren <strong>op</strong> de l<strong>in</strong>iaal?Ja dan zou ik natuurlijk gewoon aan het werk zijn.Wat zou je kunnen doen om een 7 te halen denk je?Ik kan wel wat hulp gebruiken bij het solliciteren. Ik heb niet het gevoel dat ik dat lekker<strong>in</strong> de v<strong>in</strong>gers heb met die gesprekken.Wat denk je dat daaraan kan worden gedaan?Nou, ik ga vragen of ik daar geen ondersteun<strong>in</strong>g bij kan krijgen. Sollicitatietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g of zo.Prima, dan gaan we dat regelen.7.6 Mislukk<strong>in</strong>gen duiden als leermomentDoor uit te gaan van leerdoelen (zie paragraaf5.6) kan al worden voorkomen dat het (nog) niethalen van doelen wordt gezien als falen. De klantkan <strong>eigen</strong>lijk niet falen <strong>op</strong> leergerichte doelenwaardoor klanten beter met obstakels en tegenslagenkunnen omgaan, m<strong>in</strong>der snel gedemotiveerdraken of <strong>op</strong>geven. Obstakels, moeilijkhedenen tegenslagen worden dan zelfs gezien alsbruikbare leer<strong>in</strong>formatie. Een mislukk<strong>in</strong>g is danniet def<strong>in</strong>itief, maar een pog<strong>in</strong>g. Mislukk<strong>in</strong>genworden gezien als uitdag<strong>in</strong>gen die aangeven datde klant harder moet werken of andere strategieënmoet toepassen. In het gesprek met de klantis het dan ook van belang te vragen wat de klantheeft geleerd. Zo worden problemen uitdag<strong>in</strong>genen uitdag<strong>in</strong>gen mogelijkheden en mogelijkheden<strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gen.45


<strong>Het</strong> is de kunst niet de klant tecomplimenteren, maar datgenewat hij doet7.7 Belonen en complimenterenOm gedrag vol te houden kunnen klanten zichzelfbelonen voor successen (‘als ik die brievengeschreven heb, ga ik lekker het terras <strong>op</strong> meteen biertje’). Ook de sociale omgev<strong>in</strong>g kan wordenbetrokken <strong>in</strong> de belon<strong>in</strong>g (‘als ik dat gesprekgevoerd heb, neem ik m’n gez<strong>in</strong> lekker mee naarhet strand’). Professionals moeten ervoor <strong>op</strong>passenklanten materieel te belonen. Als iemand dieal <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek is gemotiveerd extra wordt beloond,dan kan deze extra belon<strong>in</strong>g juist leiden tot eenondermijn<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie.Wanneer het gaat om vervelende taken kaneen professional de klant wel verbaal belonendoor te complimenteren: ‘wat goed dat je dathebt gedaan’. Complimenten zijn krachtig omde werkrelatie te versterken, ho<strong>op</strong> en vertrouwente wekken en de aandacht te verleggen vanprobleem naar <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>g. Zoals <strong>in</strong> paragraaf 4.5is aangegeven dienen ‘ik ben’-statements welvermeden te worden. Van belang is dat complimentenecht en welgemeend overkomen, en doorde klant als relevant worden ervaren. <strong>Het</strong> gaat erniet om de klant stro<strong>op</strong> om de mond te smeren.Bij klanten die ‘allergisch’ zijn voor complimentenis het beter dat impliciet te doen (‘Wow!, Hoe is udat gelukt?’). Onderzoek wijst uit dat procescomplimenten,die iets zeggen over een <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g,effectiever zijn dan <strong>eigen</strong>schapcomplimenten dieiets zeggen over een <strong>eigen</strong>schap of kwaliteit. ‘Jijhebt hard gewerkt’ is dus een effectiever complimentdan ‘Jij bent wel heel slim’. <strong>Het</strong> probleemmet <strong>eigen</strong>schapcomplimenten is dat de ontvangerbang kan worden uitdag<strong>in</strong>gen aan te gaan enzo het compliment te verliezen. <strong>Het</strong> label ‘slim’kan belastend werken. De klant kan bang wordenhet te verliezen door iets doms te doen.Na het geven van een <strong>eigen</strong>schapscompliment(‘wat ben je slim’) bestaat het gevaar dat de klantdus gaat denken: ‘Als het mislukt, ben ik tochniet zo slim’. En dat hij probeert de mislukk<strong>in</strong>g tevoorkomen door geen nieuwe uitdag<strong>in</strong>gen aan tegaan. Dat probleem treedt niet <strong>op</strong> bij procescomplimenten.Bij het complimenteren is het dus dekunst niet de klant te complimenteren, maar datgenewat hij doet. Ook gaat het er om met namedat gedrag te complimenteren dat te makenheeft met het bereiken van de gewenste situatie.Complimenten zijn dan verwijz<strong>in</strong>gen naar <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>genvoor problemen en tegenslagen.Eigenschaps- versus procescomplimentenHoe ziet de klant slimheid?Gevoel na succesOmgaan met uitdag<strong>in</strong>genGevoel na mislukk<strong>in</strong>gDoorzetten na mislukk<strong>in</strong>gPrestaties na mislukk<strong>in</strong>gEigenschapscomplimentAls een vaststaande<strong>eigen</strong>schap. Je bentslim of nietGoedVermijdendSlechtNeeSlechterProcescomplimentAls ontwikkelbaar. Iets datje via moeite en goedestrategieën kan ontwikkelenGoedEnthousiast<strong>Re</strong>delijk / GoedJaBeter46<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


7.8 C<strong>op</strong><strong>in</strong>g versterkenC<strong>op</strong><strong>in</strong>g is de manier waar<strong>op</strong> we omgaan metomstandigheden die aanpass<strong>in</strong>g vereisen. <strong>Het</strong>is een vorm van stresshanter<strong>in</strong>g, van overlev<strong>in</strong>g.Wanneer andere strategieën om problemen<strong>op</strong> te lossen niet meer lijken te werken, kande professional terugvallen <strong>op</strong> c<strong>op</strong><strong>in</strong>gvragen.‘C<strong>op</strong><strong>in</strong>gvragen’ vormen een bruikbaar hulpmiddelom <strong>op</strong> zoek te gaan naar wat de klant beweegtom het bijltje er niet helemaal bij neer te gooien.De professional accepteert de manier waar<strong>op</strong> deklant de d<strong>in</strong>gen ziet en vraagt vervolgens hoe hijzich te midden van zulke zware omstandighedentoch staande weet te houden. De basisvorm vande c<strong>op</strong><strong>in</strong>gvraag is: ‘Hoe houd je het vol?’ Doordatde klant met enige hulp zijn c<strong>op</strong><strong>in</strong>gvaardighedenontdekt, groeit zijn zelfvertrouwen en vermogenom vol te houden.C<strong>op</strong><strong>in</strong>gvragen• Wat maakt dat je door kunt gaan onder zulke moeilijkeomstandigheden?• Hoe komt het dat het niet erger is?• Waar v<strong>in</strong>d jij de kracht om door te gaan?• Hoe kun jij elke dag zulke moeilijke situaties hethoofd bieden?• Hoe heb je dat tot nu toe volgehouden?• <strong>Het</strong> is bewonderenswaardig hoe je dit hebt volgehoudenonder zulke moeilijke omstandigheden.Hoe doe je dat?<strong>Het</strong> effect van de c<strong>op</strong><strong>in</strong>gvraag is dat ze mensen <strong>in</strong>moeilijke omstandigheden helpt nieuwe energiete v<strong>in</strong>den om hun problemen het hoofd te bieden.Hierdoor zien zij <strong>in</strong> dat ze nog wel iets voor elkaarkrijgen en dat blijkbaar nog niet al hun energieweg is. Bovendien kan het beantwoorden vande c<strong>op</strong><strong>in</strong>gvraag hen helpen duidelijk te krijgenwat hen de energie verschaft om door te gaan.Vervolgens wordt gezocht naar kle<strong>in</strong>e stapjeswaarmee morgen kan worden begonnen. Een variant<strong>op</strong> de c<strong>op</strong><strong>in</strong>gvraag die ook bij heel passieveklanten effectief kan zijn, is het vragen van adviesaan de klant. Zo kan aan een klant die zich voorhet contact afsluit en <strong>op</strong> vragen antwoordt met‘Ik weet het niet’, gevraagd worden: ‘Kun je mijvertellen wat ik moet doen om met jou <strong>in</strong> gesprekte komen?’ Dit kan een verrassend effect hebbenomdat de klant <strong>in</strong> een andere positie wordtgeplaatst. In plaats van de slachtofferrol wordthem nu een adviserende rol toebedeeld. Dit geldtook voor de vraag: ‘Stel dat je een vriend<strong>in</strong> hebtdie een vergelijkbare situatie heeft meegemaakt.Wat zou je haar adviseren om de zaken beter telaten verl<strong>op</strong>en?’7.9 Alternatieven zoekenAan het e<strong>in</strong>d van de zelfstur<strong>in</strong>gscyclus bestaat <strong>op</strong>basis van evaluatie ruimte om doelen bij te stellenen alternatieve doelen te zoeken. Niet iedereenzal <strong>in</strong> staat zijn weer aan het werk te komen.De arbeidsmarkt is veelbepalend. Belangrijk is deklant zelf na te laten denken over het bijstellenvan de doelen, zodat hij zelf de regie houdt. Als deklant het goed v<strong>in</strong>dt kan de professional de klanthier<strong>in</strong> adviseren.47


Literatuurlijst• Goijarts, F. en Van der Veen, M., Motiverendegesprekken <strong>in</strong> de praktijk; werken aan gedragsverander<strong>in</strong>g,Amsterdam: NSPOH, 2009.• Heijman, T. en De Feijter E., Handleid<strong>in</strong>g counselenvolgens motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g methet Soaaids gespreksmodel, Bilthoven: RIVM,2009.• Van Hooft, E.A.J., Wesdorp L.P., Du<strong>in</strong>kerken, G.,en Van Geuns R.C., <strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>; achtergrondstudie<strong>Sturen</strong> <strong>op</strong> Zelfstur<strong>in</strong>g, Den Haag:RWI, 2010.• Kuiper, J. en De Laat, H., Van adviseren naarmotiveren: motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> def<strong>in</strong>anciële hulpverlen<strong>in</strong>g, Utrecht: Nibud, 2010.• Miller, W.R. en Rollnick, S., Motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g;een methode om mensen voor tebereiden <strong>op</strong> verander<strong>in</strong>g, Gor<strong>in</strong>chem: Ekklesia,2009.• Rollnick, S., Miller, W.R. en Butler, C.C.,Motiverende gespreksvoer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de gezondheidszorg;werken aan gedragsverander<strong>in</strong>g alsje maar 7 m<strong>in</strong>uten hebt, Culemborg: Ekklesia,2009.• Visser, C., Doen wat werkt; <strong>op</strong>loss<strong>in</strong>gsgerichtwerken, coachen en managen, Culemborg: VanDuren Management, 2009.48<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Stappen van zelfstur<strong>in</strong>g: het sociaalpsychologisch perspectiefCognities en zelfbeeldStap van zelfstur<strong>in</strong>g Doelen stellen Plannen maken Plannen uitvoeren Volhouden en evaluerenStage of changeVoorbeschouw<strong>in</strong>g,Overpe<strong>in</strong>z<strong>in</strong>gVoorbereid<strong>in</strong>g / besliss<strong>in</strong>g Actieve verander<strong>in</strong>g Bestendig<strong>in</strong>gDef<strong>in</strong>itieKlant overweegt verander<strong>in</strong>gnog niet of wordt zichbewust van de voor- ennadelen van de huidige entoekomstige situatieDe klant heeft besloten tewillen veranderen en beg<strong>in</strong>tstappen te plannenDe klant onderneemt zelfactiesKlant heeft gedrag <strong>in</strong>gezeten moet dit voldoende langvolhouden om tot succes teleidenBehoefte klantGevoelens van ambivalentieverkennen en de voordelenvan re-<strong>in</strong>tegratie gaanonderkennen.Commitment versterkenen het plan maken dat hetbeste bij hem pastOndersteun<strong>in</strong>g bij het uitvoerenvan zijn plannen.Ondersteun<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het volhoudenvan het gedrag enhet overw<strong>in</strong>nen van nieuweteleurstell<strong>in</strong>genInzet professionalAmbivalentie eerst vergrotenen vervolgens <strong>op</strong>heffendoor klanten te laten kiezenvoor verander<strong>in</strong>gAdequate actie- of veranderstrategieënhelpenontwikkelen<strong>Het</strong> bieden van ondersteun<strong>in</strong>gom plannen uit tevoerenKlant zelfstur<strong>in</strong>g latenvolhouden zodat geplandeacties worden afgerond entot succes leidenAlgemene techniekNORBS (Neutraal <strong>in</strong>formeren, Open vragen stellen, <strong>Re</strong>flecteren, Bevestigen en Samenvatten)Specifieke techniek Motivationele gespreksvoer<strong>in</strong>g Oploss<strong>in</strong>gsgericht coachenStage of changeVoorbeschouw<strong>in</strong>g,Overpe<strong>in</strong>z<strong>in</strong>gVoorbereid<strong>in</strong>g / besliss<strong>in</strong>g Actieve verander<strong>in</strong>g Bestendig<strong>in</strong>gInterventies• Voor- en nadelenverkennen• Ambivalentie vergroten• Verandertaal uitlokken• Verandertaal versterken- Belangenl<strong>in</strong>iaal- Besliss<strong>in</strong>gsbalans- Uitweiden- Vragen naar extremen- Terugkijken- Vooruitkijken• Omgaan met weerstand• Geloof <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> kunnenversterken• Goede doelen stellen- Leerdoelen- Subdoelen• Doelen terugvertalen <strong>in</strong>kle<strong>in</strong>e stappen• Geloof dat het z<strong>in</strong> heeftversterken- Kle<strong>in</strong>e successen latenervaren- Leergerichte doelenstellen- Vaardigheidstra<strong>in</strong><strong>in</strong>g- Modell<strong>in</strong>g- Pep talks en ‘self-talk’- Omgaan met tegenslagen• Drempels wegnemen• ‘Als-dan’-plannen• Ondersteunendeomgev<strong>in</strong>g betrekken• Alternatieven zoeken• ‘Als-dan’-plannenformuleren• Zoeken naar positieveuitzonder<strong>in</strong>gen• Hulpbronnen zoeken• Successchalen• Mislukk<strong>in</strong>gen duiden enverkennen als leermomentontwikkelen• Belonen, complimenteren• C<strong>op</strong><strong>in</strong>gstrategieënontwikkelen49


8Verderlezen?50<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en


Advies ‘<strong>Sturen</strong> <strong>op</strong>zelfstur<strong>in</strong>g’In het advies ’<strong>Sturen</strong> <strong>op</strong> zelfstur<strong>in</strong>g’ (november2010) pleit de RWI voor een grotere rol van deklant <strong>in</strong> de re-<strong>in</strong>tegratiepraktijk (zelfstur<strong>in</strong>g). Erwordt <strong>in</strong>gegaan <strong>op</strong> de toegevoegde waarde voorverschillende cliëntgroepen en <strong>op</strong> de gevolgenvoor de motivatie van klanten. Ook worden dedilemma’s en randvoorwaarden geschetst voorprofessionals en organisaties, wanneer ze meer<strong>in</strong>vloed willen geven aan hun cliënten. Dezehebben betrekk<strong>in</strong>g <strong>op</strong> het beleid en het <strong>in</strong>strumentariumdat wordt gehanteerd, maar ook <strong>op</strong>de aanstur<strong>in</strong>g en de professionaliteit van de re<strong>in</strong>tegratie-uitvoer<strong>in</strong>g.Tot slot worden aanbevel<strong>in</strong>gengedaan die kunnen fungeren als leidraad bijhet bevorderen van zelfstur<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de praktijk.<strong>Het</strong> advies richt zich vooral <strong>op</strong> managers en beleidsmakers<strong>in</strong> de re-<strong>in</strong>tegratiepraktijk.Achtergrondstudie‘<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong> <strong>eigen</strong><strong>hand</strong>’In de achtergrondstudie ‘<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>’(november 2010) wordt de wetenschappelijkestand van zaken met betrekk<strong>in</strong>g tot motivatie enbeïnvloed<strong>in</strong>g daarvan weergegeven. Er wordt eenoverzicht gegeven van wetenschappelijke theorieëndie bruikbaar zijn voor het vormgeven vaneen effectieve re-<strong>in</strong>tegratie. Deze theorieën zijnvoor een deel al getoetst <strong>in</strong> concreet vormgegeven<strong>in</strong>terventies <strong>op</strong> het terre<strong>in</strong> van re-<strong>in</strong>tegratieof aanpalende beleidsterre<strong>in</strong>en. Begrippen alsself-efficacy, leeroriëntatie en reactance zijn toegepast<strong>in</strong> de <strong>hand</strong>reik<strong>in</strong>g ‘<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>’,maar worden <strong>in</strong> de achtergrondstudie vanuiteen meer wetenschappelijke hoek beschreven.Lezenswaardig voor wie bezig is met de vormgev<strong>in</strong>gvan nieuwe re-<strong>in</strong>tegratie-<strong>in</strong>terventies.Onderzoek ‘<strong>Het</strong>verhaal van de klant’In januari 2010 publiceerde de RWI ‘<strong>Het</strong> verhaalvan de klant’. Hier<strong>in</strong> werd verslag gedaan van eenonderzoek naar de wijze waar<strong>op</strong> <strong>in</strong> de praktijkvan gemeenten en UWV wordt omgegaan met demogelijkheden voor zelfstur<strong>in</strong>g door werkzoekenden.Uit dit onderzoek bleek dat die mogelijkhedenom cliënten zelf verantwoordelijkheidte laten nemen voor hun re-<strong>in</strong>tegratie maar zeerbeperkt worden toegepast. Tegelijkertijd werdduidelijk dat werkzoekenden die zelf verantwoordelijkzijn en de ruimte krijgen om die verantwoordelijkheidte nemen, vaak meer gemotiveerdzijn om het re-<strong>in</strong>tegratietraject tot een goede<strong>in</strong>de te brengen.Diagnose bijre-<strong>in</strong>tegratie: adviesen onderzoekenIn 2009 bracht de RWI het advies ‘Diagnose bijre-<strong>in</strong>tegratie’ en de onderzoeken ‘Naar de methodischediagnose’ en ‘Diagnose-<strong>in</strong>strumenten bijre-<strong>in</strong>tegratie’ uit. De RWI wil hiermee een bijdrageleveren aan de professionaliser<strong>in</strong>g van de uitvoer<strong>in</strong>gvan de re-<strong>in</strong>tegratiepraktijk.<strong>Het</strong> advies is een pleidooi voor het toepassen vaneen proces van screen<strong>in</strong>g en diagnose b<strong>in</strong>nen dere-<strong>in</strong>tegratiedienstverlen<strong>in</strong>g. Een goede <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>gvan de kwaliteiten, mogelijkheden, kansenen belemmer<strong>in</strong>gen van uitker<strong>in</strong>gsgerechtigdenen werkzoekenden draagt er immers toe bij datre-<strong>in</strong>tegratie-<strong>in</strong>strumenten gerichter en daarmeeselectiever worden <strong>in</strong>gezet. Bovendien voorkomteen adequate diagnose dat werkzoekenden<strong>in</strong>strumenten krijgen aangeboden die niet‘matchen’ met de problemen die moeten worden<strong>op</strong>gelost. Door een adequate screen<strong>in</strong>g wordtvoorkomen dat cliënten diensten krijgen aangebodenterwijl dat <strong>eigen</strong>lijk niet nodig is.51


Colofon‘<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong> <strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>. <strong>Sturen</strong> <strong>op</strong> zelfstur<strong>in</strong>g’ iseen uitgave van de Raad voor Werk en Inkomen.© Raad voor Werk en Inkomen, november 2010Bezuidenhoutseweg 602594 AW Den HaagPostbus 930482509 AA Den Haag<strong>in</strong>fo@rwi.nl070 789 07 89TekstDrs Peter Wesdorp (<strong>Gilde</strong> <strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie / WhatWorks)Dr Edw<strong>in</strong> van Hooft (Universiteit van Amsterdam)Drs Gejo Du<strong>in</strong>kerken (<strong>Gilde</strong> <strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie)Dr Roeland van Geuns (<strong>Gilde</strong> <strong>Re</strong>-<strong>in</strong>tegratie)OntwerpSmidswater / www.smidswater.comFotografie omslagJasper Nederlof, BredaDrukAlbani Drukkers, Den HaagDeze publicatie is gedrukt <strong>op</strong> Fastpr<strong>in</strong>t Gold,een milieuvriendelijk papier.52<strong>Het</strong> <strong>heft</strong> <strong>in</strong><strong>eigen</strong> <strong>hand</strong>en

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!