13.07.2015 Views

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2004 - Verbond van ...

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2004 - Verbond van ...

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2004 - Verbond van ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong><strong>Verbond</strong> <strong>van</strong> Verzekeraars


VoorwoordVoor u ligt het <strong>jaarverslag</strong> met de belangrijkste resultaten <strong>van</strong> de <strong>verzekeringsbranche</strong> over<strong>2004</strong>. Een financieel verslag dat niet alleen cijfers bevat, maar vooral ook achtergrondenen verklaringen bij de cijfers. Dit <strong>jaarverslag</strong> is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek(CVS), onder leiding <strong>van</strong> dr. J.L.A <strong>van</strong> Rijckevorsel.Het CVS voert elk voorjaar de enquêtes schadeverzekeringen en levensverzekeringen bijzijn leden uit. Deze worden mondeling gepresenteerd op de marktvergaderingen <strong>van</strong> het<strong>Verbond</strong> <strong>van</strong> Verzekeraars in juni. Dit verslag vult de spiegelfunctie <strong>van</strong> het CVS in: hoekunnen de cijfers en trends <strong>van</strong> de branche zodanig worden gecommuniceerd dat beleidsverantwoordelijkenin de branche er nog beter kennis <strong>van</strong> kunnen nemen? Dat laatste isbelangrijk omdat de <strong>verzekeringsbranche</strong> een uniek kenmerk heeft: ze is gebaseerd opeen omgekeerde productiecyclus. Pas aan het eind ‘<strong>van</strong> de rit’ weet een verzekeraar of zijnkostprijsberekening correct was. Vooraf beschikt hij alleen over retrospectieve statistieken.In de poging het ‘wat’ <strong>van</strong> een ‘waarom’ te voorzien, beoogt dit <strong>jaarverslag</strong> een brugte slaan tussen de ‘droge’ statistieken en de beleidsbepalers bij de leden <strong>van</strong> het <strong>Verbond</strong>.Deze krijgen de spiegel in handzame vorm aangereikt.Daarnaast vindt het <strong>Verbond</strong> <strong>van</strong> Verzekeraars het belangrijk dat ook andere geïnteresseerdenuit bijvoorbeeld politiek, overheid, pers en maatschappelijke organisaties, kenniskunnen nemen <strong>van</strong> de ontwikkelingen in de verzekeringsbedrijfstak. Een belangstellingdie mede wordt veroorzaakt door de actuele discussies over WAO, zorg, pensioenen,levensloop, etc., waarin verzekeraars een meer belangrijke rol hebben dan wel wordt toegedicht.Vermoedens over hoe verzekeraars het doen, kunnen plaatsmaken voor feiten.De leden, vertegenwoordigd in de commissie CVS <strong>van</strong> het <strong>Verbond</strong> <strong>van</strong> Verzekeraars,hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand brengen <strong>van</strong> dit verslag.De commissie CVS bestaat uit de volgende leden:- dr. R.Th. Wijmenga, voorzitter (Interpolis)- drs. G. <strong>van</strong> Olphen RA (Achmea)- P.J.W.G. Kok (Delta Lloyd)- M.J.L. Kerkhof (DKV Nederland)- mr. J. Boven (Reaal)- drs. J. <strong>van</strong> den Berg (AXA)Ik hoop dat deze uitgave u in uw werk als verzekeraar of anderszins <strong>van</strong> dienst is, en dat ude tijd wilt nemen om kennis te nemen <strong>van</strong> de inhoud die zeker de moeite waard is.mr. H.L. De Boerdirecteur<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 1


InhoudsopgaveVoorwoord 1Samenvatting 3Summary 5Zusammenfassung 71 Inleiding 91.1 Verantwoording 91.2 Representativiteit 91.3 Leeswijzer 102 Economische ontwikkelingen 112.1 De Nederlandse economie 112.2 Beleggingen 122.3 Verzekeringsmarkten 132.3.1 Nederland 132.3.2 Toekomstverwachting 152.3.3 IFRS 15IN-HOUD3 Levensverzekeringen 163.1 Overzicht levenmarkt 163.2 Collectieve levensverzekeringen 173.3 Individuele levensverzekeringen 183.3.1 Nieuwe productie 183.3.2 Beleggingsverzekeringen 194 Schadeverzekeringen 214.1 Overzicht schademarkt 214.2 Herverzekering 224.3 Motorrijtuigen 234.4 Brand 264.5 Transport 274.6 Aansprakelijkheid 284.7 Rechtsbijstand 294.8 Reis 295 Zorgverzekeringen 305.1 Overzicht zorgmarkt 305.2 Ziektekosten 32Verklaring begrippen 342 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


SamenvattingHet premievolume <strong>van</strong> de gehele <strong>verzekeringsbranche</strong> is met ruim 4% gestegen naar 47,4miljard euro. Het resultaat <strong>van</strong> de <strong>verzekeringsbranche</strong> is gestegen naar bijna 9% <strong>van</strong> debruto verdiende premie. Dit is teweeggebracht door de sterke daling <strong>van</strong> de schadelast<strong>van</strong>wege het uitblijven <strong>van</strong> grote schaden in de schadesector en de fors lagere instroom inde WAO, de daling <strong>van</strong> het ziekteverzuim en de aandacht voor kostenbeheersing.Resultaat <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>Premievolume 1Netto Resultaat 2<strong>2004</strong>CombinedRatio <strong>2004</strong> 2003 2002 2001 2000mrd. euro% groeit.o.v. 2003 3% verdiende premieTotaal Leven 25,0 1 n.v.t. 8 7 3 7 9Totaal Schade 10,8 4 96 7 3 0 1 0- Motorrijtuigen 4,4 3 99 6 2 0 -1 -1- Brand 3,2 3 87 12 5 -1 3 -1- Transport 0,6 5 92 11 4 4 4 0- Overig 2,7 12 104 2 -1 -1 1 3Totaal Zorg 11,6 16 91 10 7 6 4 0LevensverzekeringenDe levensector heeft al een aantal jaren te kampen met moeilijke marktomstandigheden.Door beperkingen in fiscale behandeling <strong>van</strong> levensverzekeringen, een relatief lagerentestand en de voortschrijdende vergrijzing is een verschuiving gaande <strong>van</strong> goed renderendepremiebetalende verzekeringen naar de voor verzekeraars minder goed renderendekoopsommen. Verder is al een aantal jaren sprake <strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> het aantal verkochtenieuwe levensverzekeringen. Het totale premievolume steeg uiteindelijk met 1%. Hetresul taat in de levensector is in <strong>2004</strong> gestegen naar 8%. De belangrijkste oorzaken hier<strong>van</strong>zijn koersresultaten en winstnemingen op beleggingen. Het resultaat komt geheel voorrekening <strong>van</strong> individuele en collectieve geldverzekeringen. Het resultaat op beleggingsverzekeringenis nihil.SchadeverzekeringenHet premievolume bij schadeverzekeringen is met een stijging <strong>van</strong> 4% minder hard toegenomendan in voorgaande jaren. Het positieve resultaat in 2003, de stevige concurrentieevenals de aanscherping <strong>van</strong> het acceptatiebeleid laten in dit opzicht hun invloed zien. Hetresultaat na rente en na herverzekering <strong>van</strong> de schadebranche is gestegen <strong>van</strong> 3 naar 7%<strong>van</strong> de verdiende premie in <strong>2004</strong>. Aan de ene kant heeft dit te maken met de verbeterderisico-identificatie en een aanscherping <strong>van</strong> het acceptatiebeleid door verzekeraars, inverzekeringskringen ook wel ‘back to basics’ genoemd. Aan de andere kant was <strong>2004</strong> eengoed schadejaar met minder grote (brand)schaden, minder diefstal en een sterke daling<strong>van</strong> het aantal verkeersslachtoffers. De enige schadebranche met een negatief resultaat isAansprakelijkheid. Het resultaat daalde <strong>van</strong> 4 naar -3% in <strong>2004</strong> dankzij fors hogere toevoegingenaan de schadevoorzieningen door reserveringen voor IBNR en lopende claimsvoor beroepsziekten. Een deel <strong>van</strong> de resultaatsverbetering <strong>van</strong> de schadebranche in <strong>2004</strong>viel toe aan de herverzekeraars. Dientengevolge daalde het herverzekeringsresultaat.1 Premievolume <strong>van</strong> de directe binnenlandse tekening.2 Technisch resultaat, uitgedrukt in een percentage <strong>van</strong> de bruto verdiende premie, behaald in het binnenlands bedrijf, na rente en naherverzekering, maar voor afdracht <strong>van</strong> vennootschapsbelasting.3 De volumegroei is het product <strong>van</strong> de groei <strong>van</strong> de portefeuille door nieuwe productie en de verhogingen <strong>van</strong> de premies.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 3


ZorgverzekeringenHet premievolume <strong>van</strong> de zorgverzekeringen in <strong>2004</strong> kwam uit op 11,6 miljardeuro, een stijging <strong>van</strong> 16% ten opzichte <strong>van</strong> 2003. Hiermee is de sector Zorg voorhet eerst groter dan de sector Schade. De stijging deed zich zowel voor bij ziektekostenals bij inkomensverzekeringen. Het resultaat na rente en na herverzekeringbij Zorg is gestegen en komt in <strong>2004</strong> uit op 10% <strong>van</strong> de verdiende premie.Ook het resultaat <strong>van</strong> Ziektekosten is weer boven nul.Het resultaat <strong>van</strong> Zorg is positief beïnvloed door de daling <strong>van</strong> het ziekteverzuim,de toegenomen aandacht voor kostenbeheersing en de fors lagere WAOinstroomin <strong>2004</strong>. Zo wijst een schatting uit dat het ziekteverzuim bij privatebedrijven rond de 4,6% is uitgekomen. Dat is een lichte daling ten opzichte<strong>van</strong> de 4,8% <strong>van</strong> 2003. De WAO-instroom bedroeg in <strong>2004</strong> ruim 59.200 en isdaarmee op het laagste niveau sinds 1973 gekomen. Deze forse dalingen zijn toete schrijven aan meerdere factoren. Een factor is de slechte economische ontwikkelingin de jaren 2003 en <strong>2004</strong>. Het consumentenvertrouwen is hiervoor eengoede indicator. Een laag consumentenvertrouwen blijkt gepaard te gaan meteen lage WAO-instroom. Ook hebben de reïntegratieactiviteiten <strong>van</strong> verzekeraars,arbodiensten en werkgevers een bijdrage geleverd. De Wet verbeteringpoortwachter is eveneens een factor <strong>van</strong> betekenis.4 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


SummaryPremium turnover for the entire insurance sector rose by 4% to 47.4 billion euro. Profitsincreased to almost 9% of gross earned premiums. This was caused by significantly fewergeneral insurance claims. This was a result of a considerably reduced number of new disabilityclaims (WAO), a drop in sickness absence and the priority given to cost control.Results insurance industry <strong>2004</strong>Premium income 1<strong>2004</strong>NettoCombinedRatioResults 2<strong>2004</strong> 2003 2002 2001 2000bln. euro% growthcomparedwith 2003 3% earned premiumsLife 25.0 1 n.a. 8 7 3 7 9General 10.8 4 96 7 3 0 1 0- Motor 4.4 3 99 6 2 0 -1 -1- Property 3.2 3 87 12 5 -1 3 -1- Transport 0.6 5 92 11 4 4 4 0- Other 2.7 12 104 2 -1 -1 1 3Accident & Health 11.6 16 91 10 7 6 4 0Life insuranceThe life insurance sector has been experiencing difficult market circumstances for a whilenow. This is due to limitations in tax privileges, a relatively low rate of interest, a populationwhich is becoming gradually older and a change in new business from profitablerenewable premium contracts to single premiums where the returns are expected to beless. Further, we have seen for several years now fewer new policies being sold. Total premiumincome rose by only 1%. Profits increased by 8%. This was stimulated by realisedgains on investments. Profits were attributable entirely to individual and group traditionalbusiness and not from unit-linked business.Non-life insurancePremium income increased by 4% which was less than in previous years. Profits in 2003,strong competition as well as keener underwriting policies all contributed. Profits afterinterest and reinsurance rose from 3 to 7% of earned premiums in <strong>2004</strong>. This has beenpromoted by improved risk identification and a strengthened approach to underwriting,which could be referred to as going back to the fundamentals. There were also fewerclaims, no large fires, less theft and many fewer road casualties. In comparision to theincreased result of general insurance, the result of liability shows a decrease due a sharpincrease in the provisions for claims on general liability insurance (AVB) policies in connectionwith long-tail claims. What is also clear is the lower result on reinsurance in <strong>2004</strong>due to lower claim payments against increased premiums.1 Premium income of direct domestic business.2 Technical result, expressed as a percentage of the gross earned premium income, secured in national business, after interest andreinsurance but before payment of corporation tax.3 The growth of volume is the product of the growth of the portfolio with new production and the increase of premiums.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 5


Accident and Health insurancePremium income was 11.6 billion euro in <strong>2004</strong>, 16% more than in 2003. For the first timethis was larger than premium income from general insurance. Higher premiums wereseen both for medical expenses and disability cover. Profits after interest and reinsurancewere again increased at 10% of earned premiums. The result from medical expenses wasitself also in the black again.Profits were positively influenced by the fall in sickness absence, more emphasis on costcontrol and a reduced flow of new disability cases in <strong>2004</strong> (WAO). For instance, sicknessabsence in private companies was estimated to be 4.6% in <strong>2004</strong> against 4.8% a yearpreviously. The number of new disability cases was 59,200, the lowest level since 1973.The reasons can be found in several factors. The WAO is affected by low economic growth.2003 and <strong>2004</strong> have been years where economic development has been disappointing.The consumer confidence level serves as a good measure for economic growth. A lowconsumer confidence level can be associated with few new participants in the WAO. Inaddition, legislation has ensured that much more effort is invested in reintegration andthe reduction in sickness absence.6 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


ZusammenfassungWährend das Prämienvolumen des gesamten Versicherungsmarktes um 4% auf 47,4 MilliardenEuro angewachsen ist, konnte das Ergebnis sogar auf circa 9% der Bruttobeiträgegesteigert werden. Diese Ergebnisverbesserung resultiert aus einem starken Rückgang derAufwendungen für Versicherungsleistungen, wofür die Hauptgründe das Ausbleiben vonGroßschäden, der Rückgang von Berufsunfähigkeitsfällen sowie der Rückgang von Krankenstandstagenund die Verbesserung der Kostensituation im Gesundheitssektor sind.Ergebnis Versicherungsmarkt <strong>2004</strong>Prämieneinnahmen 1 Netto Ergebnis 2<strong>2004</strong>Kosten/Schaden Satz <strong>2004</strong> 2003 2002 2001 2000Mld. euro% Wachstumvs. 2003 3% verdiente PrämienLeben Gesamt 25,0 1 n.b. 8 7 3 7 9Sach Gesamt 10,8 4 96 7 3 0 1 0- Motor 4,4 3 99 6 2 0 -1 -1- Feuer 3,2 3 87 12 5 -1 3 -1- Transport 0,6 5 92 11 4 4 4 0- Übridge 2,7 12 104 2 -1 -1 1 3Kranken Gesamt 11,6 16 91 10 7 6 4 0LebensversicherungDie Lebensversicherungsbranche kämpft schon seit einigen Jahren mit schwierigenMarktverhältnissen wie zum Beispiel der Veränderung der steuerlichen Behandlung vonLebensversicherungen, dem relativ niedrigen Zinssatz und der zunehmendenÜberalterung. Dadurch kommt es zu einer Verschiebung von gut rentierenden laufendenPrämieneinnahmen hin zu für Versicherungsunternehmen weniger gut rentierendeEinmaleinlagen. Darüber hinaus sinkt seit einigen Jahren die Anzahl der verkauften neuenLebensversicherungen, wodurch das Prämienvolumen letztendlich nur um 1% stieg.Der Ergebnisbeitrag in der Lebensversicherungsbranche ist in <strong>2004</strong> jedoch auf 8%gestiegen. Der wichtigste Grund dafür ist die Realisierung von Gewinnen auf Kapitalanlagen.Das erwirtschaftete Ergebnis stammt sowohl aus individuellen wie auch Gruppenkapitallebensversicherungenwohingegen die fondsgebundene Lebensversicherung keinenErgebnisbeitrag leistet.SachversicherungDas Prämienvolumen der Schadenversicherung ist mit einem Wachstum von nur 4%weniger stark gestiegen als in den letzten Jahren. Das bereits hohe Ergebnisniveau imMarkt in 2003, die Erhöhung des Wettbewerbs und die Verschärfung der Annahmerichtlinienzeigten auf diese Weise ihren Einfluss. Das Ergebnis nach Zinsen und Rückversicherungder Schadenbranche ist um 4% auf 7% der verdienten Prämien in <strong>2004</strong> gestiegen.Einerseits ist dies auf eine verbesserte Risiko-Identifikation und die Verschärfungder Annahmerichtlinien der Versicherer, also der Rückbesinnung auf die Basics in derVersicherungswelt zurückzuführen. Andererseits war <strong>2004</strong> ein gutes Schadenjahr mitwenig Großschäden (insbesondere Feuer), Rückgang von Diebstählen und Einbrüchenund einer starken Reduktion von Verkehrsunfällen mit Personenschäden. Des Weiterenfällt auf, dass in <strong>2004</strong> die Kosten für Rückversicherung wieder gestiegen sind. Dies zeigtsich anhand der Tatsache dass die von den Rückversicherern ausbezahlten Schäden zwargesunken sind, die Rückversicherungsprämien jedoch nahezu stabil geblieben sind.1 Prämienvolumen direkter inländischer Zeichnung.2 Technisches Ergebnis als Prozentsatz der Bruttoprämien nach Zinsen und nach Rückversicherung, aber vor Körperschaftsteuer im Inland erwirtschaftet.3 Das Volumenwachstum resultiert sowohl aus dem Bestandswachstum in Stück als auch Tariferhöhungen.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 7


KrankenversicherungDie Prämieneinnahmen der Krankenversicherung erreichten in <strong>2004</strong> 11,6 MilliardenEuro. Dies entspricht einem Wachstum von 16% gegenüber 2003. Hiermit hat dieKrankenversicherung zum ersten Mal die Schadenversicherung übertroffen. Sowohl dieKrankheitskostenversicherung sowie die Einkommensausfallversicherung sind gewachsen.Das Ergebnis der Krankenversicherung nach Zinsen und nach Rückversicherung isterneut gestiegen und erreichte in <strong>2004</strong> 10% der verdienten Prämien. Auch das Ergebnisder Krankheitskostenversicherung ist wieder positiv.Das Ergebnis der Krankenversicherung ist positiv beeinflusst von einem Rückgang derKrankenstandstage, Kostenmanagement und dem starken Rückgang von Berufsunfähigkeitsfällenin <strong>2004</strong>. Eine Hochrechnung zeigt, dass die Krankenstandstage in privatenUnternehmen sich auf 4,6% reduziert haben. Dies stellt einen leichten Rückgang gegenüberdem Niveau von 4,8% in 2003 dar. Die Fälle von Berufsunfähigkeit betrugen in <strong>2004</strong>rund 59.200 und sind somit auf dem tiefsten Niveau seit 1973. Dieser starke Rückgang istauf mehrere Faktoren zurückzuführen. Ein wichtiger Grund ist die negative Konjunktursowie die schlechte ökonomische Entwicklung in den Jahren 2003 und <strong>2004</strong>. Das gesunkeneVertrauen der Konsumenten ist ein weiterer Grund. Darüber hinaus haben Rehabilitationsmaßnahmender Versicherer und Wiedereingliederungspläne durch die staatlicheOrganisation ‘Arbodiensten’ und das Gesetz ‘Wet verbetering poortwachter’ einen Beitraggeliefert.8 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


1 Inleiding1.1 VerantwoordingIn dit <strong>jaarverslag</strong> wordt gerapporteerd over de financiële ontwikkelingen in de Nederlandse<strong>verzekeringsbranche</strong> over het jaar <strong>2004</strong>. Het <strong>jaarverslag</strong> is opgesteld door het Centrumvoor Verzekeringsstatistiek (CVS), het statistische onderzoeksbureau <strong>van</strong> het <strong>Verbond</strong> <strong>van</strong>Verzekeraars.Alle hier gepresenteerde gegevens over de <strong>verzekeringsbranche</strong> zijn ontleend aan doorhet CVS onder verzekeraars gehouden comptabele enquêtes in het voorjaar <strong>van</strong> 2005.Aan deze enquêtes doen verzekeraars mee die werkzaam zijn op de Nederlandse markt eneen vergunning hebben <strong>van</strong> De Nederlandsche Bank (DNB). Resultaten die Nederlandseverzekeraars in het buitenland behalen zijn niet inbegrepen. De hier gepresenteerde resultatenzijn de zogenaamde technische resultaten inclusief herverzekering, maar exclusiefvennootschapsbelasting, tenzij anders vermeld. De resultaten zijn opgehoogd naar degehele Nederlandse binnenlandse <strong>verzekeringsbranche</strong>.De genoemde bedragen en aantallen in dit <strong>jaarverslag</strong> over oude jaren kunnen op bepaaldepunten licht afwijken <strong>van</strong> de bedragen en aantallen zoals vermeld in het financieel<strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> 2003. Bijstellingen op oude jaren zijn hier<strong>van</strong> de oorzaak.Grote verschillen ten opzichte <strong>van</strong> het vorige <strong>jaarverslag</strong> worden waar nodig explicietvermeld en toegelicht. Alle resultaten en groeipercentages zijn afgerond op hele procentpunten.De in de kaders gepresenteerde resultaten zijn afkomstig <strong>van</strong> het CVS, tenzijanders vermeld.1.2 RepresentativiteitDe cijfers in dit verslag zijn <strong>van</strong>wege de hoge deelnamegraad representatief voor de heleNederlandse <strong>verzekeringsbranche</strong>. De financiële gegevens <strong>van</strong> levensverzekeraars zijngebaseerd op ruim 90% <strong>van</strong> de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume.De resultaten zijn afkomstig <strong>van</strong> de enquête levensverzekeringen (ELV), die doorhet CVS in het voorjaar is gehouden onder levensverzekeraars die in Nederland werkzaamzijn. De enquête bevat onder andere vragen over de verlies- en winstrekening, de technischeen niet-technische rekening en de balans.De financiële gegevens <strong>van</strong> schadeverzekeraars zijn gebaseerd op ongeveer 85% <strong>van</strong>de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijnafkomstig <strong>van</strong> de enquête schadeverzekeringen (ESV), die door het CVS in het voorjaar isgehouden onder schadeverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De in het hoofdstukschadeverzekeringen gepresenteerde resultaten hebben betrekking op schadeverzekeringenexclusief Zorg (ziektekosten en inkomensverzekeringen).De financiële gegevens <strong>van</strong> zorgverzekeraars zijn gebaseerd op 80% <strong>van</strong> het premievolume<strong>van</strong> de Nederlandse ziektekostenverzekeraars en 70% <strong>van</strong> de inkomensverzekeraars.De branche zorgverzekeringen bestaat uit ziektekosten en inkomensverzekeringen (zoalsWAO-gat- en ziekteverzuimverzekeringen). Dit verslag bevat uitsluitend de cijfers <strong>van</strong> departiculiere ziektekostenverzekeraars. De ziekenfondsen worden niet in beeld gebrachtomdat deze niet tot de particuliere ziektekostenbranche behoren. Daarnaast zijn degegevens <strong>van</strong> Vektis 4 gebruikt uit de ‘Marktenquête 2005’. Vektis rapporteert jaarlijks overde resultaten in de gehele branche inclusief de ziekenfondsen.4 Vektis is het informatiecentrum voor de zorg<strong>verzekeringsbranche</strong> en richt zich op zowel de zorg<strong>verzekeringsbranche</strong> als opindividuele verzekeraars.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 9


1.3 LeeswijzerIn hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op algemene (economische) ontwikkelingen die <strong>van</strong>invloed zijn geweest op de branche en in het bijzonder op de resultaten <strong>van</strong> verzekeraars.In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan <strong>van</strong> de financiële ontwikkelingen op de marktvoor levensverzekeringen, met aandacht voor de ontwikkeling <strong>van</strong> het premievolume,de nieuwe productie en het resultaat. De resultaten <strong>van</strong> de diverse schadeverzekeringenwordt toegelicht in hoofdstuk 4. Ook wordt stilgestaan bij de impact <strong>van</strong> de herverzekeringen.De opbouw volgt de branches die samen de schadebranche vormen. In hoofdstuk5 wordt de markt <strong>van</strong> zorgverzekeringen toegelicht. Het verslag sluit met een verklarendelijst <strong>van</strong> begrippen.10 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


2 Economische ontwikkelingen2.1 De Nederlandse economieAl geruime tijd lijkt aan de periode <strong>van</strong> laagconjunctuur een einde te komen, maar hetherstel blijft steeds uit. Vaak zijn duidelijke gebeurtenissen aan te wijzen die het herstelnegatief beïnvloeden, zoals terroristische aanslagen, de oorlog in Irak, diverse schandalen,etc. Ook de hoge olieprijs heeft een ongunstige invloed op het herstel <strong>van</strong> de economie.Het effect is voor <strong>2004</strong> vooral te zien in de eurozone, waar een aan<strong>van</strong>kelijk economischgoed eerste halfjaar werd gevolgd door een tweede halfjaar met weinig groei. Uiteindelijkwas de economische groei <strong>van</strong> het eurogebied over <strong>2004</strong> als geheel toch nog 2%. Dezegroei was echter vooral te danken aan de toegenomen vraag uit landen <strong>van</strong> buiten heteurogebied waar de economie wel sterk aantrok. Zo groeide de economie in de VS metmaar liefst 4,4%. De Nederlandse economie bleef met een groei <strong>van</strong> 1,4% wederom achterbij de groei in andere eurolanden. Dit komt vooral door een achterblijvende groei <strong>van</strong> debinnenlandse vraag, zowel voor wat betreft de consumptie als de investeringen. Dankzijde flinke stijging in de buitenlandse vraag naar Nederlandse producten en diensten was deeconomische groei in ons land licht positief.Figuur 1. Mutaties BBP ten opzichte <strong>van</strong> het vorige jaar (bron: CBS) Voor de werkgelegenheid was <strong>2004</strong> geen goed jaar zoals te zien is in figuur 2, maar het lijktwel een omslagjaar te zijn. De totale werkgelegenheid nam met bijna 1,5% af en de werkloosheidsteeg, maar de daling <strong>van</strong> de werkgelegenheid was geringer dan in de voorgaandetwee jaren en het aantal openstaande vacatures nam toe. Stijgende loonkosten werdengecompenseerd door een sterkere stijging <strong>van</strong> de arbeidsproductiviteit.Het consumentenvertrouwen weerspiegelt het vertrouwen <strong>van</strong> de consument in dealgemene economische situatie en in de eigen financiële situatie. DNB ziet het consumentenvertrouwenals een goede indicator voor de groei <strong>van</strong> het bruto nationaal product. Hetwijst enigszins, maar nog niet overtuigend in de richting <strong>van</strong> een doorzettende economischegroei. In <strong>2004</strong> was er aan<strong>van</strong>kelijk sprake <strong>van</strong> een stijging, maar aan het einde <strong>van</strong> hetjaar daalde het weer tot een niveau dat maar iets hoger lag dan aan het begin <strong>van</strong> het jaar.Het niveau <strong>van</strong> het consumentenvertrouwen ligt nog steeds onder nul.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 11


Het producentenvertrouwen was iets positiever. De aan<strong>van</strong>kelijke stijging tot boven denullijn zette zich halverwege <strong>2004</strong> voort als een min of meer vlakke lijn. De inflatie en derente namen in <strong>2004</strong> verder af. Het Centraal Planbureau voorziet in zijn Centraal EconomischPlan 2005 vooralsnog geen grote stijgingen in de nabije toekomst. De Nederlandseinflatie over <strong>2004</strong> bedroeg 1,2% en bereikte daarmee het laagste niveau sinds 1989.Figuur 2. Gemiddelde werkloze beroepsbevolking 1997-<strong>2004</strong> (bron: CBS)50047943840039634830029227025230220019971998 1999 2000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong>werkloze beroepsbevolking (x 1000)2.2 BeleggingenHet beleggingsklimaat in <strong>2004</strong> kenmerkte zich door een stijgend, maar nog altijd negatiefconsumentenvertrouwen, de dreiging <strong>van</strong> terreur, stijgende werkeloosheid, lage inflatie,hoge olieprijzen, een sterke euro en een verdere daling <strong>van</strong> de langlopende rente zoals tezien is in figuur 3. Desondanks was er wereldwijd sprake <strong>van</strong> sterk opgaande beurskoersen.De AEX, waarin slechts een klein deel <strong>van</strong> het vermogen <strong>van</strong> Nederlandse verzekeraarsis belegd, bleef met een groei <strong>van</strong> 3% hierbij achter.Aangezien het grootste gedeelte <strong>van</strong> de beleggingen <strong>van</strong> verzekeraars bestaat uit vastrentendewaarden is de hoogte <strong>van</strong> de rente de belangrijkste exogene determinant voor hetuiteindelijke rendement. Immers, een verder dalende rente maakt het vooral levensverzekeraars(maar ook de andere financiële dienstverleners) lastiger om voldoende nieuwerendabele vastrentende beleggingen te vinden. Daardoor wordt het op termijn lastigerom aan de aangegane verplichtingen te voldoen. Rentedalingen zijn dus structureel enop lange termijn ongunstig voor verzekeraars. Op korte termijn leidt het tot positieveresul taten, omdat hogere koersresultaten op beleggingen worden gerealiseerd.Figuur 3. Ultimo rendement 10-jarige staatsleningen in de afgelopen jaren en hetultimo maandelijkse u-rendement in <strong>2004</strong> (bron: CBS en CVS)85,076544,54,03,533,0‘93 ‘94 ‘95 ‘96 ‘97 ‘98 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04januari april juli oktoberultimo rendement staatsleningen 10 jaar (%) ultimo rendement staatsleningen 10 jaar <strong>2004</strong> (%)12 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Verzekeraars zijn relatief ongevoelig voor de conjunctuurUit een analyse <strong>van</strong> het CVS <strong>van</strong> de bijdrage <strong>van</strong> verzekeringsmaatschappijen aan het Nederlandse bruto nationaalproduct (BNP) volgt de geschatte macro-economische om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de sector in termen <strong>van</strong> BNP. Het BNP wordtberekend door de toegevoegde waarde, ruwweg gelijk aan personeelskosten, winst en afschrijvingen <strong>van</strong> alle bedrijvenbij elkaar op te tellen. De toegevoegde waarde gegenereerd door verzekeringsmaatschappijen gedeeld door detotale toegevoegde waarde geeft dan de bijdrage <strong>van</strong> verzekeringsmaatschappijen in de totale economie weer. Uitfiguur 4 blijkt dat dit aandeel tussen de 1 en 2% ligt en door de tijd heen slechts licht toeneemt. Op basis <strong>van</strong> dezegegevens kan dan ook veilig worden gesteld dat de verzekeringsmarkt door de tijd heen niet een steeds groter beslaglegt op het nationale inkomen.Figuur 4. Bijdrage aan het BNP <strong>van</strong> diverse economische bedrijfstakken (links) en devolumegroei <strong>van</strong> de toegevoegde waarde (rechts) (bron: CBS, Nationale Rekeningen)30%25%20%15%10%5%20%15%10%5%0%-5%0%-10%1969 1977 1985 1993 2001 1988 1992 1996 2000financiële dienstverleningverzekeringswezen en pensioenfondsenmacrototaalverzekeringswezen en pensioenfondsenConjuncturele veranderingen hebben een grote impact op alle bedrijfstakken. De verzekeringsmarkt blijkt hieropechter een uitzondering te zijn. De conjunctuur wordt gemeten als de volumetoename <strong>van</strong> het BNP <strong>van</strong> een land.Dit kan worden berekend door de toegevoegde waarde <strong>van</strong> alle bedrijven bij elkaar op te tellen. Een grafischeweergave <strong>van</strong> de volumegroei over de tijd, samen met de volumegroei <strong>van</strong> de toegevoegde waarde <strong>van</strong> verzekeringsmaatschappijen,laat zien dat de schommelingen niet synchroon lopen. Vermoedelijk zijn andere factoren,zoals overheidsbeleid (fiscale regels, toezicht, etc.) en de daaruit voortvloeiende nalevingslasten voor de verzekeringsmarkt<strong>van</strong> meer invloed dan de algemene conjuncturele ontwikkeling. De verzekeringsmarkt toont bovendiengrotere afwijkingen dan die <strong>van</strong> het macrototaal. De financiële en zakelijke dienstverlening als geheel loopt welsynchroon met de totale conjuncturele ontwikkeling, hoewel deze er bijna structureel boven ligt. Dat wil zeggen datde economische ontwikkeling in deze sector al jaren beter is dan gemiddeld.2.3 Verzekeringsmarkten2.3.1 NederlandDe markten voor financiële dienstverlening in Nederland zijn sterk in beweging. Nieuwewet- en regelgeving op het gebied <strong>van</strong> prepensioen, levensloopregeling, hypotheekrente(bijleenregeling), arbeidsongeschiktheid en ziektekosten leiden niet alleen tot een verschuivingtussen marktpartijen, maar ook tot een veranderd krachtveld tussen privateen publieke partijen. Daarnaast is sprake <strong>van</strong> een geleidelijke en zich doorzettende schaalvergrotingin de <strong>verzekeringsbranche</strong>.Voorts stond <strong>2004</strong> in het teken <strong>van</strong> de vormgeving <strong>van</strong> de Wet financiële dienstverlening(Wfd) die tot doel heeft de consument op het gebied <strong>van</strong> financiële dienstverlening beterte beschermen en die ze verplicht consumenten beter voor te lichten. De Wfd zal naar verwachtingin de tweede helft <strong>van</strong> 2005 <strong>van</strong> kracht worden. Wat het toezicht op de financiëledienstverleners betreft is de PVK samengegaan met DNB, en is de betrokkenheid <strong>van</strong> desterk groeiende Autoriteit Financiële Markten (AFM) flink toegenomen. De kosten <strong>van</strong>het toezicht zijn bovendien sterk gestegen, zoals blijkt uit figuur 5. Dit nog afgezien <strong>van</strong>nieuwe wetgeving die nog in de pijplijn zit.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 13


Figuur 5. Kosten toezichthouders en veranderende wetgeving in de afgelopen enkomende jaren in miljoenen euro’s (bron: CVS en ING)60402001996 1998 2000 2002 <strong>2004</strong>Wmz 1996Wte 1995DepositogarantiestelselWet Vie d’orwet toezichtop toezichtWet grensoverschrijdendebetaaldienstenMillenniumVerzekeringsgroepen Wet IDBBtoezichtGebruikvoorBCCI-wet wetenschapOp<strong>van</strong>g regelingBeleggers levensverzekeraarscompensatieregelingKantelingAanscherping toezichtmeldingsverplichtingenWet nietsectorspecifiektoezichtEuroWijzigingWebbWet geldtransactiekantorenFinanciëlebijsluiterComm.TabaksblatWetegi’sEffectentypischgedragstoezichtWet A&H(o.a. CDD)WijzigingswetMOT/WidWfdWttWtb<strong>2004</strong>Wmz<strong>2004</strong>Toezicht opfico’sWftSolvency IIToezicht opverslaggevingToezicht opaccountantsWet TraasWetinfrastructuurBasel II‘96 ‘97 ‘98 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05/’06DNBAFMIn de sector Leven zijn de marktomstandigheden al enkele jaren lastig te noemen. In hetbijzonder de maatregelen <strong>van</strong> de laatste jaren om de fiscale aftrekbaarheid <strong>van</strong> levensverzekeringenen hypothecaire producten te beperken, heeft duidelijk zijn sporen nagelaten.Voorts maakt de lage rentestand het voor consumenten minder aantrekkelijk omlanglopende producten, zoals een levensverzekering met een gegarandeerd rendement,af te nemen. De moeilijke marktomstandigheden zijn vooralsnog niet merkbaar in hettechnisch resultaat, omdat hierin hoofdzakelijk de resultaten tot uitdrukking komen <strong>van</strong>de productie uit eerdere jaren.De schademarkt stond de afgelopen jaren in het teken <strong>van</strong> premieverhogingen, verbeterdepreventie en een aanscherping <strong>van</strong> het acceptatiebeleid. Voorts was er in 2003 en<strong>2004</strong> nauwelijks sprake <strong>van</strong> grote rampen en stormschade. In <strong>2004</strong> is aan de stijging <strong>van</strong>de premies een einde gekomen, dankzij lagere schadefrequenties, aanscherping <strong>van</strong> hetacceptatiebeleid en de hevige concurrentie. Daarentegen is het resultaat op herverzekeringafgenomen.De markt voor zorgverzekeringen is in afwachting <strong>van</strong> de komende privatisering <strong>van</strong> desociale zekerheid. In 2005 zal de nieuwe WAO worden vormgegeven en zal duidelijk wordenwelk deel <strong>van</strong> de markt bereikbaar is voor marktbewerking aan verzekeraars. In <strong>2004</strong> isde WAZ afgeschaft en de loondoorbetaling in het kader <strong>van</strong> de WULBZ verlengd <strong>van</strong> éénnaar twee jaar. Voorts zette de daling <strong>van</strong> de instroom in de WAO en het ziekteverzuim door.Nalevingslasten verzekeraars naderen de één miljard euroHet CVS heeft met het MeetInstrument Nalevingslasten VERzekeraars (MINVER) de nalevingslasten <strong>van</strong> diversewettelijke maatregelen in kaart gebracht. Het blijkt dat de totale nalevingslasten (alle lasten die moeten wordengemaakt ten gevolge <strong>van</strong> nieuwe wet- en regelgeving) minimaal driemaal zo hoog zijn als de administratieve lasten,zijnde de informatieverplichtingen richting wet- of regelgever. Het ministerie <strong>van</strong> Financiën heeft de jaarlijkse administratievelasten <strong>van</strong> de gehele financiële sector in 2002 op ongeveer één miljard euro geschat. Hieruit volgt datde nalevingslasten <strong>van</strong> de gehele financiële sector minstens drie miljard euro per jaar bedragen.Op basis <strong>van</strong> de gemiddelde administratieve lasten per bedrijf en een dwarsdoorsnede <strong>van</strong> de financiële sectornaar om<strong>van</strong>g en soort heeft het CVS afgeleid dat de administratieve lasten <strong>van</strong> verzekeraars in 2002 ongeveer 265miljoen euro bedragen. De totale nalevingslasten <strong>van</strong> verzekeraars bedragen dus bijna 800 miljoen euro in 2002. Extrapolatie<strong>van</strong> deze bedragen met de nalevingslasten <strong>van</strong> de gemeten wetgeving in 2003 en <strong>2004</strong> levert een schatting<strong>van</strong> de nalevingslasten eind <strong>2004</strong> <strong>van</strong> 900 miljoen euro per jaar op.14 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


2.3.2 ToekomstverwachtingVolgens de recente studie ‘Future of Financial Services’ <strong>van</strong> Mercer Oliver Wyman zalhet premievolume in de verzekeringsindustrie wereldwijd in de komende vijftien jaarverdrievoudigen. Voornamelijk levensverzekeringen, in het bijzonder pensioenproducten,en zorgverzekeringen zullen sterk groeien met naar verwachting gemiddeld 5% per jaar.Overige verzekeringsproducten zullen jaarlijks met gemiddeld 2,5% toenemen. De ver -wachte toekomstige vraag naar levens- en zorgverzekeringen hangt samen met de globaliseringen de verwachte waardecreatie. De in absolute zin grootste toename komt uitEuropa en Noord-Amerika, terwijl de grootste procentuele groei wordt verwacht inBrazilië, Rusland, India en China, de zogenaamde BRIC-landen.Verder komt uit het onderzoek naar voren dat, terwijl de <strong>verzekeringsbranche</strong> sterk zalgroeien, het aantal aanbieders in Europa en Noord-Amerika zal afnemen. Een relatiefklein aantal zeer grote spelers zullen goed zijn voor het grootste deel <strong>van</strong> het premievolume.Technische ontwikkelingen maken het voorts mogelijk om sneller met nieuweproducten te komen, die beter zijn toegesneden op de persoonlijke omstandigheden<strong>van</strong> de klanten en die zo nodig ook snel aan te passen zijn aan veranderende wensen enomstandigheden. Factoren die mogelijk een belemmering kunnen zijn voor de groei <strong>van</strong>de <strong>verzekeringsbranche</strong> zijn overregulering door toezichthouders en de diverse vormen<strong>van</strong> zelfverzekering door bedrijven en particulieren zoals captives, pools en grotere eigenrisico’s.In Nederland zijn pensioenen en zorgverzekeringen zeker in potentie sterke groeimarkten.De toenemende concentratie in de Nederlandse <strong>verzekeringsbranche</strong>, privatisering <strong>van</strong>delen <strong>van</strong> de sociale zekerheid en het gebruik <strong>van</strong> moderne technologie bij productontwikkelingenkunnen hieraan een positieve bijdrage leveren, terwijl de forse bemoeienis<strong>van</strong> de toezichthouders en de fiscale beperkingen op levenproducten juist remmendwerkt. De veelbesproken globalisering en de realisatie <strong>van</strong> de interne markt op het gebied<strong>van</strong> verzekeringsproducten lijkt in Nederland (en in de rest <strong>van</strong> Europa) niet <strong>van</strong> degrond te komen, behalve bij aansprakelijkheids- en brandverzekeringen voor bedrijven enrecentelijk ook bij collectieve levensverzekeringen.2.3.3 IFRSVanaf 2005 zijn alle beursgenoteerde bedrijven verplicht de resultaten te rapporterenvolgens de International Financial Reporting Standards (IFRS). Met IFRS wordt beoogdom meer transparantie te scheppen tussen de verschillende ondernemingen door deverslaglegging te uniformeren. Ondernemingen die nu nog onder een keur <strong>van</strong> nationaleregelgeving rapporteren, zijn vaak nauwelijks met elkaar te vergelijken, terwijl beleggersen andere belanghebbenden daar wel steeds meer behoefte aan hebben. IFRS heeft grotegevolgen voor verzekeraars, met name omdat beleggingen en derivaten zoveel mogelijktegen actuele marktwaarde moeten worden gewaardeerd en pensioenverplichtingen opde balans verschijnen. De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de gevolgen verschillen per sector en per bedrijf enzijn momenteel nog niet aan te geven. Wat wel bekend is, is dat de bedrijfswinsten volatieleren daarmee minder voorspelbaar worden, terwijl er wezenlijk niets is veranderd.Inkomen tussenpersoon is alleen interessant voor hoogopgeleidenUit de CVS-Consumentenmonitor <strong>2004</strong> blijkt dat ‘slechts’ 47% <strong>van</strong> de consumenten wil weten hoeveel provisieeen tussenpersoon ont<strong>van</strong>gt <strong>van</strong> de verzekeraar. Het zijn voornamelijk de zogenaamde yuppen die exact willenweten wat een tussenpersoon aan provisie ont<strong>van</strong>gt. 49% <strong>van</strong> de consumenten geeft aan in het algemeen naar eentussenpersoon te gaan. De consumenten die zich wenden tot tussenpersonen, laten zich kenmerken door een lagereopleiding en zijn woonachtig in minder stedelijke gebieden.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 15


3 Levensverzekeringen- Resultaat Leven is <strong>van</strong> 7 naar 8% gestegen- Winststijging dankzij koersresultaten en winstnemingen op beleggingen- Premievolume is met 1% gestegen, maar kwaliteit blijft op laag niveau- Individuele markt stijgt weer, collectieve markt daalt- Moeilijke marktomstandigheden- Gestandaardiseerde nieuwe individuele levenproductie daalt verder- Ruim kwart nieuwe productie is rondpompen <strong>van</strong> bestaande kapitalen3.1 Overzicht levenmarktIn <strong>2004</strong> bedroeg het bruto premievolume <strong>van</strong> de levensverzekeringssector in Nederland25,0 miljard euro. Dit bedrag omvat zowel vervolgpremies <strong>van</strong> de bestaande portefeuilleals de premies <strong>van</strong> nieuwe productie (koopsommen en periodieke premies). Rekeninghoudend met inflatie is er zelfs sprake <strong>van</strong> een lichte daling <strong>van</strong> het premievolume.Tabel 1. Verdeling bruto verdiende premie Leven naar individueel en collectiefJaar Individueel Collectief Totaalmiljard euro2000 16,7 7,1 23,82001 17,0 8,8 25,82002 15,8 8,2 24,02003 15,8 9,0 24,8<strong>2004</strong> 16,4 8,6 25,0De Nederlandse levensverzekeraars hebben in <strong>2004</strong> een beter resultaat weten te boekendan in 2003. Het technisch resultaat na rente en na herverzekering is in <strong>2004</strong> uitgekomenop 8% <strong>van</strong> de bruto verdiende premie. In 2003 bedroeg het technisch resultaat na renteen na herverzekering 7%, zoals blijkt uit figuur 6. De belangrijkste oorzaken hier<strong>van</strong> zijnkoersresultaten en winstnemingen op beleggingen.Het zijn de geldverzekeringen die zorgen voor het positieve resultaat. Het resultaat opbeleggingsverzekeringen is nagenoeg nihil. In 2003 was eenzelfde beeld waarneembaar.Opvallend is het verschil in resultaat tussen grote en kleinere maatschappijen. Kleineremaatschappijen blijken het relatief gezien beter te doen. Dit hangt samen met het feit datvoor een aantal kleine levensverzekeraars de premie-inkomsten veel minder rele<strong>van</strong>t zijndan de beleggingsopbrengsten.Door het gestegen resultaat <strong>van</strong>wege de verkoopwinst op beleggingen is het eigen vermogen<strong>van</strong> levensverzekeraars met bijna 22% gestegen naar 29,4 miljard euro. Hiermeewordt de stijging <strong>van</strong> vorig jaar voortgezet. In 2003 was er voor het eerst sinds drie jaarweer een toename <strong>van</strong> het eigen vermogen waar te nemen.16 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Figuur 6. Resultaat technische rekening Leven10987753020002001 2002 2003 <strong>2004</strong>resultaat tech. rekening Leven (% verdiende premie)Onbekend maakt onbemindBij verzekeringen denken consumenten volgens de CVS-Consumentenmonitor <strong>2004</strong> het eerst aan schade- of ziektekostenverzekeringen.Levensverzekeringen worden door slechts 5% <strong>van</strong> de consumenten als eerste genoemd.De consument ziet weinig of geen nut in bijvoorbeeld lijfrenten. Op een schaal <strong>van</strong> 1 tot 10 <strong>van</strong> noodzakelijkheid<strong>van</strong> een verzekeringsproduct scoren lijfrenten slechts een 4,2. Pensioenverzekeringen scoren beter met een 7,2.Ten opzichte <strong>van</strong> ziektekosten- (9,1), aansprakelijkheids- (8,4) en inboedelverzekeringen (8,0) blijven de levensverzekeringenver achter.3.2 Collectieve levensverzekeringenHet bruto premievolume <strong>van</strong> de collectieve levenportefeuille is, gecorrigeerd voor inflatie,in <strong>2004</strong> met 5,6% gedaald. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat een aantal grotecollectieve contracten bij verzekeraars zijn weggevallen. En omdat de markt voor collectievelevensverzekeringen voornamelijk bestaat uit grote contracten, heeft dit directgrote gevolgen voor het premievolume. Een andere verklaring voor de terugloop <strong>van</strong> decollectieve verzekeringsmarkt is de versobering <strong>van</strong> de bestaande pensioenregelingen inde afgelopen jaren. Daardoor zijn de backserviceverplichtingen afgenomen. Ook is er voorhet eerst sprake <strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> de beroepsbevolking, waardoor het premievolumein de collectieve verzekeringen is teruggelopen. Voorts zijn kleine pensioenfondsen intoenemende mate samengevoegd of worden onder beheer gebracht bij een buitenlandseverzekeraar of vermogensbeheerder.Het resultaat <strong>van</strong> collectieve geld- en beleggingsverzekeringen is goed voor 39% <strong>van</strong> hettotale resultaat <strong>van</strong> Leven, terwijl het premievolume <strong>van</strong> collectieve verzekeringen 35%bedraagt <strong>van</strong> het totaal premievolume <strong>van</strong> levensverzekeringen. In 2003 waren collectievegeldverzekeringen slechts goed voor een kwart <strong>van</strong> het technisch resultaat. De bijdrage<strong>van</strong> collectieve geldverzekeringen aan het resultaat Leven is in <strong>2004</strong> gestegen in vergelijkingmet 2003.Verzekeraars vormen stille kracht in pensioenlandIn 2003 is er bij verzekeraars voor 5,3 miljard euro aan premievolume in de tweede pijler (werknemerspensioenen)binnengekomen. Het gaat hierbij alleen om de rechtstreeks verzekerde werkgevers, dus exclusief de herverzekerdepensioenfondsen. In de tweede pijler gaat bij verzekeraars en pensioenfondsen in totaal ongeveer 20 miljard euro om.Het aandeel <strong>van</strong> verzekeraars bedraagt ongeveer 25% in de tweede pijler. In 2003 zijn er ongeveer 90.000 werkgeversrechtstreeks bij verzekeraars verzekerd. Deze werkgevers hebben samen ruim 170.000 pensioenregelingen ondergebracht,waar<strong>van</strong> 71% bestaat uit individuele C-polissen en 29% uit collectieve B-polissen. Het totale uitkeringsvolumein de tweede pijler bij verzekeraars bedroeg over 2003 ruim 3 miljard euro.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 17


Figuur 7. Premievolume individueel en collectief leven (in miljarden euro’s) en devoor inflatie gecorrigeerde groei (in procenten)108647,18,88,2920208,6 16,7 171516101258015,8 15,816 ,4201510502-54-50-102000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong> 2000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong>0-10premievolume collectiefgroei (inflatiegecorrigeerd)premievolume Individueelgroei (inflatiegecorrigeerd)3.3 Individuele levensverzekeringenHet bruto premievolume <strong>van</strong> individuele levensverzekeringen is, gecorrigeerd voor inflatie,met 2,6% gestegen. De stijging komt overeen met de stijging <strong>van</strong> de nieuwe individuelekoopsommen. Het resultaat <strong>van</strong> individuele geld- en beleggingsverzekeringen is goedvoor ongeveer 61% <strong>van</strong> het resultaat, terwijl het premievolume <strong>van</strong> individuele levensverzekeringen65% bedraagt <strong>van</strong> het totaal premievolume <strong>van</strong> levensverzekeringen.3.3.1 Nieuwe productieVanaf het begin <strong>van</strong> de jaren negentig is de productie <strong>van</strong> nieuwe individuele levensverzekeringensterk gegroeid. Het hoogtepunt werd in 2000 bereikt toen levensverzekeraarsvoor 7,1 miljard euro aan nieuwe individuele levensverzekeringen wisten om te zetten.Daarna volgde een aantal jaren <strong>van</strong> sterke neergang <strong>van</strong> de nieuwe individuele levenproductie,zeker gezien de forse stijging <strong>van</strong> de inflatie in dezelfde periode. Deze daling<strong>van</strong> de nieuwe individuele productie hing samen met de komst <strong>van</strong> de Wet inkomstenbelasting2001 (o.a. afschaffen basisaftrek lijfrente en de reductie <strong>van</strong> het maximalejaarlijkse bedrag aan spaarloon tot 613 euro), teleurstellende beurs- en economischeontwikkelingen en de daling <strong>van</strong> de rentestand.In <strong>2004</strong> is sprake geweest <strong>van</strong> een groei <strong>van</strong> 5% <strong>van</strong> het nieuwe individuele premievolumeten opzichte <strong>van</strong> 2003. Deze toename komt geheel voor rekening <strong>van</strong> koopsommen.Terwijl in 1997 het aandeel <strong>van</strong> de koopsommen in de totale nieuwe individuelelevenproductie nog 65% bedroeg, is dit inmiddels in <strong>2004</strong> opgelopen tot 75%. De toename<strong>van</strong> de koopsomproductie in deze periode wordt veroorzaakt door de zeer sterkegroei <strong>van</strong> de direct ingaande lijfrenten (DIL) in de nieuwe levenproductie. Terwijl denieuwe individuele levenproductie tussen 1997 en <strong>2004</strong> met 40% toenam, steeg deproductie <strong>van</strong> DIL in dezelfde periode met maar liefst 133%. Deze sterke toename heeftgrotendeels te maken met de expiratie <strong>van</strong> levensverzekeringen die voor de Brede Herwaardering<strong>van</strong> 1992 zijn afgesloten. Toen zijn premiebetalende polissen afgesloten meteen looptijd <strong>van</strong> dikwijls 12 jaar, die nu expireren en worden omgezet in direct ingaandelijfrenten.Terwijl de nieuwe individuele productie licht is gestegen, is de kwaliteit <strong>van</strong> de nieuwelevenproductie in de afgelopen jaren juist sterk teruggelopen. Dit kan worden geïllustreerdaan de hand <strong>van</strong> de gestandaardiseerde nieuwe productie, gedefinieerd als de periodiekepremie op jaarbasis plus 10% <strong>van</strong> de koopsomproductie. Uit figuur 8 blijkt dat in <strong>2004</strong>wederom een lichte teruggang <strong>van</strong> het volume in termen <strong>van</strong> APE is waar te nemen.18 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Figuur 8. Nieuwe productie individuele levensverzekeringen naar wijze <strong>van</strong> premiebetalingen weergeven als gestandaardiseerde nieuwe productie (APE)(in miljarden euro’s)65,15,24,8 4,85,334222,01,7 1,6 1,6 1,5102000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong>02000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong>periodieke premieskoopsommenAnnualised Premium Equivalent (APE)Verder blijkt ook dat het aantal nieuwe individuele polissen gestaag terugloopt. In deafgelopen vier jaar is het aantal nieuwe individuele levensverzekeringen met bijna een halfmiljoen polissen teruggelopen tot 1,1 miljoen polissen in <strong>2004</strong>. Dit is het niveau <strong>van</strong> beginjaren negentig. De gemiddelde premie per polis is inmiddels gestegen <strong>van</strong> ongeveer 4.500euro in 2000 naar bijna 6.200 euro in <strong>2004</strong>.3.3.2 BeleggingsverzekeringenIn <strong>2004</strong> bedraagt het aandeel beleggingsverzekeringen in de nieuwe individuele productie24%. Dit is een lichte daling in vergelijking met 2003. Het lijkt erop dat de sterketeruggang <strong>van</strong> het aantal beleggingsverzekeringen in de nieuwe productie nagenoeg totstilstand is gekomen. Beleggingsverzekeringen werden in de tweede helft <strong>van</strong> de jaren ’90onder invloed <strong>van</strong> de beurshausse erg populair en bereikten het hoogtepunt in 1999 toenhet aandeel beleggingsverzekeringen in de nieuwe productie 48% bedroeg.Figuur 9. Aandeel beleggingsverzekeringen in de nieuwe individuele productie504030201001995 1998 2001 <strong>2004</strong>aandeel beleggingsverzekeringenUit figuur 9 blijkt duidelijk de daling sinds 1999. Vooral het aandeel beleggingsverzekeringenbij koopsommen is sterk teruggelopen. Het aandeel beleggingsverzekeringenbij koopsommen bedraagt 11% <strong>van</strong> de nieuwe productie en bij verzekeringen met eenperiodieke premiebetaling 67%. Het aandeel beleggingsverzekeringen in het totale individuelepremievolume bedraagt ongeveer 34%. Nederland behoort hiermee tot de Europesemiddenmoot.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 19


Lijfrenten: oude wijn in nieuwe zakkenSinds 2000 is het aandeel <strong>van</strong> direct ingaande lijfrenten (DIL) in de nieuwe individuele levenproductie sterk toegenomen,zowel in absoluut volume als in percentage <strong>van</strong> de totale nieuwe levenproductie. Zo bestond in <strong>2004</strong> <strong>van</strong>de 6,8 miljard euro aan nieuwe individuele levensverzekeringen 3,0 miljard euro of 44% direct ingaande lijfrenten.Het aandeel DIL in de totale nieuwe individuele levenproductie bedroeg in 2000 nog 31%.De productie <strong>van</strong> DIL die afkomstig is uit expirerende lijfrentekapitalen (uitgestelde lijfrenten) is voor de branchein wezen geen echte nieuwe productie, maar louter een verschuiving <strong>van</strong> kapitalen of het rondpompen <strong>van</strong>geld. DIL-productie die voortkomt uit gouden handdrukken, erfenissen en stakingswinst <strong>van</strong> zelfstandigen is welwerkelijk nieuwe productie. Om beter zicht te krijgen op de nieuwe levenproductie dient het totaal te wordengecorrigeerd voor de productie <strong>van</strong> DIL, die afkomstig is uit de expiratie <strong>van</strong> uitgestelde lijfrenten. Uit een in hetvoorjaar <strong>van</strong> 2005 door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek gehouden enquête onder levensverzekeraars blijktdat in <strong>2004</strong> naar schatting 1,9 miljard euro, het rondpompen <strong>van</strong> geld betrof. De werkelijke productie blijkt niet 6,8miljard euro te bedragen, maar slechts 4,9 miljard euro. Uit figuur 10 blijkt dat de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het rondpompeffectzich al een aantal jaren stabiel ontwikkelt. Mogelijkerwijs neemt het aandeel <strong>van</strong> het rondpompeffect de komendejaren toe, aangezien er met ingang <strong>van</strong> 2005 forse beperkingen zijn gesteld aan de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> gouden handdrukken.Figuur 10. Om<strong>van</strong>g rondpompeffect (in miljarden euro’s)64202000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong>werkelijke productierondpompen20 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


4 Schadeverzekeringen- Resultaat Schade is sterk gestegen- Premievolume Schade is met 4% gestegen- Betere risico-identificatie en daling aantal grote schaden leidt tot lagere schadelast- Herverzekeringsresultaat is gedaald- Daling aantal verkeersgewonden met 10%- Aantal grote branden met 35% afgenomen- Stijging reserveringen voor aansprakelijkheidsverzekeringen4.1 Overzicht schademarktHet premievolume bij schadeverzekeringen (exclusief alle zorgverzekeringen) is minderhard gestegen dan in voorgaande jaren. Het positieve resultaat in het voorgaande jaar, dehevige concurrentie evenals de aanscherping <strong>van</strong> het acceptatiebeleid lijken hieraan debet.Het totale premievolume in de schadebranche is in <strong>2004</strong> met 4% gegroeid tot 10,8 miljardeuro, maar met grote verschillen tussen de branches onderling. Zo is het premievolumein de branches Motorrijtuigen en Reis nauwelijks gegroeid, terwijl het premievolume bijAansprakelijkheid en Rechtsbijstand procentueel fors is gestegen.Tabel 2. Premievolume en premieontwikkeling schadebranchesBranche <strong>2004</strong> 2003 Mutatiemiljard euro %Motorrijtuigen 4,4 4,3 3Brand 3,2 3,1 3Transport 0,6 0,5 5Overige* 2,7 2,4 12w.o. Aansprakelijkheid 1,0 0,8 17w.o. Reis 0,4 0,4 1w.o. Rechtsbijstand 0,4 0,4 13Totaal 10,8 10,3 4* Tot de Overige verzekeringen behoren ook Krediet en borgtocht en Diverse geldelijke verliezen.Het resultaat na rente en na herverzekering <strong>van</strong> de schadebranche is gestegen <strong>van</strong> 3 naar7% <strong>van</strong> de verdiende premie in <strong>2004</strong>. Aan de ene kant heeft dit te maken met de verbeterderisico-identificatie en een aanscherping <strong>van</strong> het acceptatiebeleid door verzekeraars,in verzekeringskringen ook wel ‘back to basics’ genoemd, tegelijkertijd was <strong>2004</strong> een ‘goed’schadejaar. Dat wil zeggen: er was minder vaak sprake <strong>van</strong> grote (brand)schaden, er wasminder diefstal en het aantal verkeersslachtoffers daalde sterk. Gezien de historie lijkthet waarschijnlijk dat de opgaande lijn <strong>van</strong> het resultaat op dit moment de top <strong>van</strong> ‘devarkenscyclus’ heeft bereikt.De netto combined ratio 5 <strong>van</strong> de schadeverzekeraars kwam met 96 voor het eerst sindsvijf jaar onder de 100. Dit wil zeggen dat de premie-inkomsten volstaan om de uitgavente dekken, zonder dat daarbij sprake is <strong>van</strong> compenserende beleggingsopbrengsten. Vorigjaar bedroeg de netto combined ratio nog 102 (zie figuur 11).5 De netto combined ratio is de verhouding tussen de geleden geschade, kosten en provisie tot de verdiende premie,exclusief herverzekering.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 21


Figuur 11. Resultaat na rente (% verdiende premie) en netto combined ratio Schade15131101071067105105106500-12140310010296-59520002001 2002 2003 <strong>2004</strong>20002001 2002 2003 <strong>2004</strong>voor herverzekeringna herverzekeringnetto combined ratio4.2 HerverzekeringVerzekeraars brengen een deel <strong>van</strong> het risico dat zij dragen onder bij een herverzekeraar.Hierdoor kunnen ze het eigen risico verminderen of een hoger bedrag verzekeren dan zij opbasis <strong>van</strong> hun eigen vermogen kunnen riskeren. Een verzekeraar kan zowel zijn hele portefeuilleherverzekeren als alleen bepaalde gespecificeerde risico’s.In de afgelopen jaren is het resultaat op herverzekering flink verslechterd, zoals te zien is infiguur 12. De stijging <strong>van</strong> de herverzekeringspremies per eenheid <strong>van</strong>af 2002 heeft te makenmet de terroristische aanslagen <strong>van</strong>af 2001, enkele grotere natuurrampen (stormen in Frankrijk,overstromingen in Midden-Europa), toenemende waardeconcentraties, ontoereikendetechnische premies en de slechte beleggingsresultaten <strong>van</strong> herverzekeraars zelf. Als reactiehierop is het eigen behoud <strong>van</strong> verzekeraars verhoogd. Door de verhoging <strong>van</strong> het eigenbehoud door verzekeraars in de afgelopen jaren en de daling <strong>van</strong> het aantal grote schaden isde schadelast – vergoed door herverzekeraars – in <strong>2004</strong> gedaald, terwijl de premies voor herverzekeringzijn toegenomen. Het resultaat op herverzekering over oude jaren is bijgesteld.De oorzaken hier<strong>van</strong> zijn bijstellingen <strong>van</strong> opgaven over oude jaren en het verrekenen <strong>van</strong>het herverzekeringsresultaat over oude jaren.Figuur 12. Resultaat op herverzekering Schade in Nederland65542310-1-220002001 2002 2003 <strong>2004</strong>herverzekeringsresultaat (% verdiende premie)Niet iedere soort verzekering blijkt in dezelfde mate te worden herverzekerd. Wereldwijdbezien wordt bijna 14% <strong>van</strong> de schadepremies 6 herverzekerd. Door Nederlandse schadeverzekeraars(inclusief ziektekosten en inkomensverzekeringen) wordt ongeveer 10% <strong>van</strong> het premievolumeherverzekerd. Mogelijke verklaringen voor dit verschil zijn afwijkingen in risico’sin Nederland ten opzichte <strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> de wereld en een eventueel hoger eigen behoud.6 Bron: Global reinsurance market report 2003, december <strong>2004</strong>, International Association of Insurance Supervisors.22 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


De totale mondiale herverzekeringsmarkt wordt op ongeveer 176 miljard dollar brutogeboekte premie geschat. De tien grootste herverzekeraars hebben ongeveer 50% <strong>van</strong> deherverzekeringsmarkt in Schade in handen. Van de door verzekeraars betaalde herverzekeringspremiekomt 57% uit Noord-Amerika, 34% uit Europa, 6% uit Azië en Australië,2% uit Latijns Amerika en 1% uit Afrika en het Nabije en Midden-Oosten. De meesteherverzekeringspremie gaat echter naar Europese herverzekeraars. Dit blijkt uit figuur 13waar de door verzekeraars betaalde herverzekeringspremie per regio vergeleken is met dedoor herverzekeraars ont<strong>van</strong>gen herverzekeringspremie per regio. Het saldo is uiteraardop totaalniveau aan elkaar gelijk. Netto bezien is er sprake <strong>van</strong> een verschuiving <strong>van</strong> hetrisico <strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> de wereld naar Europa.Figuur 13. Verschil tussen door herverzekeraars ont<strong>van</strong>gen en door verzekeraarsbetaalde herverzekeringspremie per regio in miljarden dollars (bron: IAIS)30Europa20100-10Azië enAustraliëAfrika,nabijeMiddenoostenLatijnsAmerika-20Noord-Amerika4.3 MotorrijtuigenHet premievolume <strong>van</strong> de branche Motorrijtuigen is in <strong>2004</strong> met minder dan 3% gestegenten opzichte <strong>van</strong> 2003. De stijging <strong>van</strong> het premievolume is hiermee volledig toe teschrijven aan de lichte stijging <strong>van</strong> de inflatie <strong>van</strong> 1,2% en de volgens het CBS geringegroei <strong>van</strong> het wagenpark in <strong>2004</strong>. De premie per object is, gecorrigeerd voor inflatie, nagenoegstabiel gebleven in vergelijking met 2003.Figuur 14. Resultaat na rente (% verdiende premie) en netto combined ratio Motor101107108 10810753610510400 0-1 -100210099-59520002001 2002 2003 <strong>2004</strong>20002001 2002 2003 <strong>2004</strong>voor herverzekeringna herverzekeringnetto combined ratio<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 23


Stevig tempo in afhandeling verkeersletselschadenDe Tweede Kamer heeft in het voorjaar <strong>van</strong> 2005 een motie ingediend bij de minister <strong>van</strong> Justitie om inzicht te verkrijgenin het tempo waarin langlopende verkeersletselschaden worden afgewikkeld. Het CVS heeft hiertoe een enquêtegehouden onder motorrijtuigenverzekeraars naar het aantal zaken <strong>van</strong> vóór 2000 dat nog niet is afgewikkeld met hetslachtoffer. Uit dit onderzoek blijkt dat verreweg de meeste langlopende verkeersletselschaden inmiddels zijn afgewikkeld,zoals blijkt uit onderstaande figuur. Zo bedraagt na zes jaar het percentage afgewikkelde zaken 97%. Deze cijfersgeven een indruk <strong>van</strong> de huidige situatie, die illustreert dat verbetering op dit terrein nog mogelijk is. De voortgang opdit gebied zal actief worden gevolgd.Verzekeraars krijgen jaarlijks gemiddeld ongeveer 50.000 meldingen <strong>van</strong> verkeersletselschaden binnen. In het onderzoekheeft het CVS daarom alle openstaande zaken uit 1998 nader onderzocht. Daaruit blijkt dat veel voorkomenderedenen waarom de zaak niet direct kan worden afgehandeld, onder meer zijn: het nog niet vaststelbaar zijn <strong>van</strong> (eendeel of een component <strong>van</strong>) de hoogte <strong>van</strong> de schade, omdat deze nog in ontwikkeling is, het nog niet bereiken <strong>van</strong>de medische eindtoestand (bijvoorbeeld omdat nog niet duidelijk is tot welke beperkingen het letsel uiteindelijk zalleiden) en het wachten op een uitspraak <strong>van</strong> de rechter.Figuur 15. Percentage openstaande verkeersletselschaden uitgezet tegen de looptijd1008060402000 2 4 6 8 10 12 14 16percentage openstaande zakenHet resultaat <strong>van</strong> de branche Motorrijtuigen is in <strong>2004</strong> zowel bij casco als bij WA verbeterdten opzichte <strong>van</strong> 2003. Ondanks hogere bedrijfskosten steeg het resultaat na rente en naherverzekering <strong>van</strong> 2 naar 6%, dankzij een sterke daling <strong>van</strong> de schadelast. Allereerst lijkenactiviteiten die op het verkeersgedrag <strong>van</strong> invloed zijn zoals het aanleggen <strong>van</strong> rotondes, hettoelaten <strong>van</strong> brommers op de weg en intensieve traject- en alcoholcontroles een positieve rolte spelen. Voorts is in de afgelopen jaren het aantal en de lengte <strong>van</strong> de files sterk toegenomen.De gemiddelde autosnelheid wordt daarmee lager, en dat heeft invloed op het aantal ongevallen.Volgens cijfers <strong>van</strong> het CBS en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) is het aantaldodelijke ongevallen met 19% afgenomen, <strong>van</strong> 1.088 in 2003 naar 881 in <strong>2004</strong>. Tevens is hetaantal gewonden dat in het ziekenhuis werd opgenomen, veroorzaakt door verkeersongevallen,met 10% gedaald naar 9.486. De schadefrequentie bij Motor totaal is licht gedaald <strong>van</strong>20,5 naar 19,9 claims per 100 verzekeringen in <strong>2004</strong>. Bij cascoverzekeringen ligt de frequentieeen stuk hoger dan bij WA, maar de schade per claim bij WA is weer veel groter.In <strong>2004</strong> is de diefstal <strong>van</strong> motorvoertuigen wederom teruggelopen, maar ten opzichte <strong>van</strong>2003 is deze terugloop gehalveerd. Waar in 2003 nog sprake was <strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> 17%,was dit in <strong>2004</strong> nog altijd 10%. Wel was de daling <strong>van</strong> het aantal diefstallen <strong>van</strong> cara<strong>van</strong>s metmaar liefst 40% spectaculair. De verplichte kentekening <strong>van</strong> cara<strong>van</strong>s lijkt hierbij een groterol te hebben gespeeld.24 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Bij Personenauto’s WA en casco is de schadelast afgenomen, waardoor het resultaat in<strong>2004</strong> is gestegen ten opzichte <strong>van</strong> 2003. In het bijzonder zijn de daling <strong>van</strong> het aantal verkeersongevallenen een kleiner aantal verkeersslachtoffers de belangrijkste redenen voorde stijging <strong>van</strong> het resultaat. Ook al is het totale resultaat <strong>van</strong> Vrachtauto’s licht gestegen,het blijft nog altijd negatief. Bij Vrachtauto’s WA is het resultaat na rente in procenten<strong>van</strong> de verdiende premie in <strong>2004</strong> wederom zwaar negatief. Bij Vrachtauto’s casco is sprake<strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> het resultaat. Dit komt door de forse stijging <strong>van</strong> de reserveringenen een gering hoger kostenpercentage. De schadefrequentie bij personenauto’s daalt <strong>van</strong>24,1 naar 23,2 claims per 100 verzekeringen, terwijl bij vrachtauto’s de schadefrequentievrijwel stabiel blijft op ruim 40 claims per 100 verzekeringen. Het resultaat na rente envoor herverzekering <strong>van</strong> Personenauto’s en Vrachtauto’s, casco en WA, staat weergegevenin figuur 16.Figuur 16. Resultaat na rente en vóór herverzekering Personenauto’s en Vrachtauto’s, casco en WA15301124191078101515 151255700-5-1213-15-30-17 -17-25 -24-2120002001 2002 2003 <strong>2004</strong>20002001 2002 2003 <strong>2004</strong>pers. auto’s cascopers. auto’s WAvrachtauto’s cascovrachtauto’s WAConsument: liever fraudebestrijding dan privacyEen bijzondere vorm <strong>van</strong> diefstal betreft fraude. Uit de CVS-Consumentenmonitor <strong>2004</strong> blijkt dat wanneer aan deconsument wordt gevraagd of men ooit wel eens heeft gefraudeerd met verzekeringen, één op de acht consumentendit bevestigt. De consument denkt zelfs dat vier op de tien Nederlanders wel eens heeft gefraudeerd. Om fraude tebestrijden hebben verzekeraars extra, veelal privacygevoelige, informatie nodig. 63% <strong>van</strong> de consumenten heeft ergeen moeite mee om in het kader <strong>van</strong> fraudebestrijding extra privacygevoelige informatie ter beschikking te stellen.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 25


4.4 BrandHet premievolume bij brandverzekeringen is in <strong>2004</strong> met 3% toegenomen. De groei <strong>van</strong> hetpremievolume bij bedrijven is nagenoeg stilgevallen, terwijl de groei <strong>van</strong> het premievolumein het particuliere segment vooral een indexstijging is. De afgelopen twee jaren lag het groeipercentagebij de brandverzekeringen nog rond de 10%, dat vooral samenhing met de groei<strong>van</strong> het premievolume bij bedrijven.Figuur 17. Resultaat na rente (% verdiende premie) en netto combined ratio Brand3026110105 1052010681112100100960-13 5-19087-10-68020002001 2002 2003 <strong>2004</strong>20002001 2002 2003 <strong>2004</strong>voor herverzekeringna herverzekeringnetto combined ratioHet resultaat na rente en na herverzekering is gestegen <strong>van</strong> 5 naar 12% <strong>van</strong> de verdiendepremie in <strong>2004</strong>. Voornamelijk een lagere schadelast door minder grote stormen en een daling<strong>van</strong> het aantal en de lagere schadelast door grote branden zijn hier<strong>van</strong> de oorzaak. Na eenopeenvolging <strong>van</strong> afwisselend goede en slechte jaren is <strong>2004</strong> in navolging <strong>van</strong> 2003 wederomeen goed jaar geworden. Opvallend is dat bij brandverzekeringen het resultaat op herverzekeringfors is verslechterd, <strong>van</strong> 6 naar 14% <strong>van</strong> de verdiende premie in <strong>2004</strong>. Dit heeft te makenmet een sterke terugloop <strong>van</strong> de uitkeringen door herverzekeraars <strong>van</strong>wege de fors lagereschadelast bij Brand bedrijven en de verhoging <strong>van</strong> het eigen behoud door verzekeraars invoorgaande jaren.Figuur 18. Resultaat na rente en vóór herverzekering Brand bedrijven enparticulieren (% verdiende premie)30302010915131822076-10-8-20-30-3020002001 2002 2003 <strong>2004</strong>Brand bedrijvenBrand particulierenHet resultaat <strong>van</strong> de particuliere brandverzekeringen (opstal- en inboedelverzekeringen)is verbeterd dankzij 10% minder (gemelde) woninginbraken en het uitblijven <strong>van</strong> grotestormen. De enige grote storm die zich in <strong>2004</strong> heeft voorgedaan, vond plaats in januari enkostte circa 50 miljoen euro. Het resultaat <strong>van</strong> de bedrijventekening is het afgelopen jaarfors verbeterd. Men name de daling <strong>van</strong> de schadelast door grote branden (branden met eenschade <strong>van</strong> meer dan 1 miljoen euro) met 179 miljoen euro tot 458 miljoen euro in <strong>2004</strong>26 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


droeg hieraan bij. Het aantal grote branden liep terug <strong>van</strong> 129 in 2003 naar 84 in <strong>2004</strong>.Het afbranden <strong>van</strong> een kartonfabriek in Eerbeek (70 miljoen euro) en brand in een kaasfabriekin Lutjewinkel (60 miljoen euro) waren de grootste schadeposten. Verder blijkt uitonderzoek <strong>van</strong> TNS NIPO dat de criminaliteit tegen bedrijven, zoals afpersing, inbraak,vernieling en geweld is gedaald.Figuur 19. Schadelast grote branden gecorrigeerd voor inflatie (1987=100)200150100500‘87 ‘89 ‘91 ‘93 ‘95 ‘97 ‘99 ‘01 ‘03schadebedrag gecorrigeerd voor inflatie4.5 TransportTot de branche Transport horen verzekeringen voor aanbouw, binnenvaartcasco, landmateriaal,vervoerde goederen, vervoerdersaansprakelijkheid, pleziervaartuigen en zeecasco.Het premievolume bij transportverzekeringen is in <strong>2004</strong> gegroeid met 5% tegen 4% in2003. Het totale premievolume bedraagt naar schatting 560 miljoen euro. In de afgelopendecennia is het aandeel <strong>van</strong> transportverzekeringen in de totale schadebranche lichtafgenomen.Figuur 20. Resultaat na rente (% verdiende premie) en netto combined ratio Transport20181101510610574911100101100 100004 44-5-1909220002001 2002 2003 <strong>2004</strong>20002001 2002 2003 <strong>2004</strong>voor herverzekeringna herverzekeringnetto combined ratioHet resultaat na rente en na herverzekering <strong>van</strong> de branche Transport laat een stijging zien<strong>van</strong> 4 naar 11% <strong>van</strong> de bruto verdiende premie in <strong>2004</strong>. De belangrijkste oorzaak is eendaling <strong>van</strong> de betaalde schade. Anders dan het jaar ervoor, zijn er in <strong>2004</strong> geen branden<strong>van</strong> bootloodsen <strong>van</strong> betekenis geweest. Ook bij transportverzekeringen is het herverzekeringsresultaatverslechterd, namelijk met 2 procentpunten ten opzichte <strong>van</strong> 2003. Ook dithangt samen met een sterke terugloop <strong>van</strong> de uitkeringen door herverzekeraars, terwijl depremiebetalingen voor herverzekering nagenoeg gelijk zijn gebleven.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 27


4.6 AansprakelijkheidHet premievolume bij aansprakelijkheidsverzekeringen is het afgelopen jaar met 17%gegroeid. De groei <strong>van</strong> het premievolume <strong>van</strong> particuliere aansprakelijkheidsverzekeringenkwam uit op ruim 6%, terwijl de groei <strong>van</strong> het premievolume in de bedrijventekening met22% is toegenomen. Het premievolume in de bedrijventekening is sterk gegroeid dankzij hetonderbrengen <strong>van</strong> een aantal AVB-contracten op de Nederlandse markt, die voorheen elderswaren verzekerd. De premiestijging <strong>van</strong> de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen bedroegongeveer 6%. Tot deze branche behoren verder aansprakelijkheidsverzekeringen voor garagehoudersen landbouwers.Figuur 21. Resultaat na rente en vóór herverzekering Aansprakelijkheid bedrijven enparticulieren (% verdiende premie)15131050543 32 20-2-5-520002001 2002 2003 <strong>2004</strong>Aansprakelijkheid bedrijvenAansprakelijkheid particulierenHet resultaat <strong>van</strong> de branche Aansprakelijkheid is afgelopen jaar gedaald <strong>van</strong> 4 naar -3%in <strong>2004</strong>. De daling <strong>van</strong> het resultaat is zowel bij particuliere als bij bedrijfsaansprakelijkheidte zien, zoals blijkt uit figuur 21. De voorzieningen voor AVP-verzekeringen zijn hetafgelopen jaar fors verhoogd, in tegenstelling tot de voorgaande jaren. Figuur 22 laat detoevoeging aan de schadevoorziening zien uitgedrukt in procenten <strong>van</strong> de verdiende premie.Voor AVB-verzekeringen zijn in de afgelopen jaren de voorzieningen voor long-tailschaden(vooral beroepsziekten zoals mesothelioom ten gevolge <strong>van</strong> asbest en RSI) al diverse kerenfors verhoogd. Ook in <strong>2004</strong> is de mutatie schadevoorziening verder gestegen, wat geheel voorrekening komt <strong>van</strong> het vergroten <strong>van</strong> de Nederlandse AVB-markt.Voor AVB-verzekeringen is er <strong>van</strong>wege de forse toevoeging aan de voorzieningen sprake <strong>van</strong>een daling <strong>van</strong> het resultaat met bijna 4 procentpunt. Dit lijkt overeen te stemmen met watnaar voren is gekomen in het jaarlijkse aansprakelijkheidslimieten onderzoek <strong>van</strong> Marsh.Hieruit blijkt dat claims op werkgeversaansprakelijkheid in Nederland de laatste tijd aanzienlijkvaker voorkomen. Volgens dit onderzoek wordt Nederland een land waar steeds eerderwordt geprocedeerd. Dat komt voornamelijk door de inkrimping <strong>van</strong> de sociale zekerheid. Enook zegt Marsh dat het aantal claims op het gebied <strong>van</strong> asbest en RSI zijn toegenomen. HetCVS ziet daarentegen een stabilisering <strong>van</strong> het aantal asbestgerelateerde claims bij verzekeraars,en zelfs een gestage daling <strong>van</strong> het aantal RSI-claims. Ook het aantal meldingen <strong>van</strong>beroepsziekten bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten is in de afgelopen jarenafgenomen. Voorts blijkt uit de statistieken <strong>van</strong> het CVS dat het aantal claims op het gebied<strong>van</strong> bedrijfsaansprakelijkheid door de jaren heen daalt, terwijl de schadelast per claim stijgt.Waarschijnlijk zijn de voorzieningen bij AVB gestegen door reserveringen voor IBNR enlopende claims.28 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Figuur 22. Mutatie schadevoorziening AVB en AVP in procenten <strong>van</strong> de verdiende premie504550404032302430201817201310105 5 5402000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong>02000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong>mutatie schadevoorziening AVBmutatie schadevoorziening AVP4.7 RechtsbijstandDe groei <strong>van</strong> het premievolume in de branche Rechtsbijstand is 13% in <strong>2004</strong>. Dezestijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere premie per polis. Het groeipercentagein <strong>2004</strong> is in lijn met de vorige jaren. Het premievolume kwam in <strong>2004</strong> uitop ruim 400 miljoen euro. Rechtsbijstand blijft naar verwachting de komende jaren eenpotentiële groeimarkt. Het resultaat na rente is gestegen <strong>van</strong> 4% in 2003 naar 5% in <strong>2004</strong>.De bedrijfs-, verkeers- en overige rechtsbijstandsvormen schrijven zwarte cijfers, terwijlhet resultaat bij gezinsrechtsbijstand ondanks een lichte verbetering in de rode cijfers blijftmet -11% in <strong>2004</strong>. De claimfrequentie ligt rond het niveau <strong>van</strong> de afgelopen jaren. Verderis er sprake <strong>van</strong> minder meldingen <strong>van</strong> persoons- en ongevallenschade en is het aantalmeldingen <strong>van</strong> arbeidsrechtelijke geschillen niet gestegen.4.8 ReisIn de branche Reis is het premievolume gestegen met 1% ten opzichte <strong>van</strong> 2003. Het premievolumekwam daarmee in <strong>2004</strong> uit op ongeveer 400 miljoen euro. De vakantiemarktis een verzadigde markt geworden met een hoge verzekeringsdichtheid, die slechts beperktgroeit. Wel is er in deze markt een verschuiving gaande <strong>van</strong> aflopende naar doorlopendereis- en annuleringsverzekeringen. Het resultaat na rente <strong>van</strong> de totale reisbranche is in<strong>2004</strong> uitgekomen op 11% <strong>van</strong> de bruto verdiende premie, een stijging met een procentpuntin vergelijking met 2003. Een daling <strong>van</strong> de bedrijfskosten is hiervoor de belangrijkstereden. De zeebeving in Zuidoost-Azië eind december had geen impact op het resultaat<strong>van</strong> reisverzekeraars.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 29


5 Zorgverzekeringen- Resultaat Zorg is naar 10% gestegen- Winststijging dankzij verslechterde conjunctuur, reïntegratieactiviteiten verzekeraars en wettelijke maatregelen- Resultaat Ziektekosten boven nul- Premievolume Zorg is met 16% gestegen- Ziekteverzuim lager en WAO-instroom drastisch verminderd5.1 Overzicht zorgmarktDe premieomzet <strong>van</strong> de zorgverzekeringen kwam in <strong>2004</strong> uit op 11,6 miljard euro, eenstijging <strong>van</strong> 16% ten opzichte <strong>van</strong> 2003. Hiermee is de sector Zorg voor het eerst groterdan de sector Schade. Het resultaat na rente en na herverzekering bij Zorg is verder gestegenen komt in <strong>2004</strong> uit op 10% <strong>van</strong> de verdiende premie, zoals valt te zien in figuur 23.Dit is 3 procentpunten hoger dan in 2003.Figuur 23. Resultaat na rente (% verdiende premie) en netto combined ratio Zorg15110121052647687101001039900969591-59020002001 2002 2003 <strong>2004</strong>20002001 2002 2003 <strong>2004</strong>voor herverzekeringna herverzekeringnetto combined ratioHet resultaat <strong>van</strong> Zorg is vooral gestegen dankzij de verdere daling <strong>van</strong> het ziekteverzuimen de fors lagere WAO-instroom in <strong>2004</strong>. Zo wijzen schattingen uit dat het ziekteverzuimbij private bedrijven rond de 4,6% ligt, wat een lichte daling betekent ten opzichte<strong>van</strong> de 4,8% <strong>van</strong> 2003. In de periode 2000 – 2002 lag het ziekteverzuim nog bijna eenprocentpunt hoger op gemiddeld 5,5%. De WAO-instroom bedroeg in <strong>2004</strong> ruim 59.200personen en is daarmee op het laagste niveau sinds 1973 gekomen.Deze forse dalingen zijn toe te schrijven aan meerdere factoren. Een factor is de slechteeconomische ontwikkeling in de afgelopen jaren. Een goede indicator hiervoor is het consumentenvertrouwen.Een laag consumentenvertrouwen blijkt gepaard te gaan met eenlage WAO-instroom in het volgende jaar (zie kader op pagina 31). Ook hebben de reïntegratieactiviteiten<strong>van</strong> verzekeraars, arbodiensten en verzekeraars een bijdrage geleverd aande afname <strong>van</strong> het aantal WAO’ers en de terugdringing <strong>van</strong> het ziekteverzuim. De sinds1 april 2002 ingevoerde Wet verbetering poortwachter is eveneens een factor <strong>van</strong> betekenis.30 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Tabel 3. WAO-instroom en ziekteverzuim 2000 – <strong>2004</strong> (bron: UWV en CBS)Jaar Instroom WAO ZiekteverzuimAantal %2000 100.200 5,52001 104.100 5,42002 92.400 5,42003 66.300 4,8<strong>2004</strong> 59.200 4,6 7Conjunctuur speelt bijzondere rol in de ZorgHet consumentenvertrouwen weerspiegelt het vertrouwen <strong>van</strong> de consument in de algemene economische situatieen in de eigen financiële situatie. Uit figuur 24 links blijkt het consumentenvertrouwen ook een goede indicator tezijn voor de WAO-instroom. Hoe hoger het consumentenvertrouwen, hoe hoger de WAO-instroom een jaar lateren omgekeerd. De correlatie tussen het consumentenvertrouwen en de WAO-instroom over de periode 1980 tot<strong>2004</strong> bedroeg 0,54. Over de periode 1987 tot <strong>2004</strong> is de correlatie zelfs 0,76. De correlatie is statistisch gezien <strong>van</strong>betekenis, hoewel het overigens geen bewijs is <strong>van</strong> een causaal verband.Figuur 24. WAO-instroom één jaar later (linkeras) en consumentenvertrouwen (rechteras); WAO-instroombij een stabiel consumentenvertrouwen en een vaste om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de beroepsbevolking (basisjaar is 1987)120.000100.00080.00060.00040.00020.0000‘80 ‘84 ‘88 ‘92 ‘96 ‘003020100-10-20-30-40-50100.00080.00060.00040.0001988 1992 1996 2000 <strong>2004</strong>WAO-instroom 1 jaar laterConsumentenvertrouwenAls de WAO-instroom wordt gecorrigeerd voor het consumentenvertrouwen en de groei <strong>van</strong> de beroepsbevolking(dat wil zeggen: als wordt uitgegaan <strong>van</strong> een stabiel consumentenvertrouwen en een onveranderde om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deberoepsbevolking), blijken de fluctuaties overigens kleiner dan de feitelijke instroom (zie figuur 24 rechts). Tussen1993 en 1995 deed zich de enige verandering <strong>van</strong> betekenis voor met de introductie <strong>van</strong> het WAO-gat. Daarna is deWAO-instroom op een structureel lager niveau blijven hangen. Het mag duidelijk zijn dat voor het voorspellen <strong>van</strong>de WAO-instroom altijd naar de conjunctuur en demografische ontwikkeling moet worden gekeken.7 Aangezien het CBS op een andere wijze informatie over ziekteverzuim is gaan verzamelen is een trendbreuk ontstaan en zijn de cijfersover het jaar <strong>2004</strong> nog niet beschikbaar. De schatting voor <strong>2004</strong> is gebaseerd op de ontwikkelingen in het ziekteverzuim overheid en hetziekteverzuim bij particuliere bedrijven in het eerste kwartaal <strong>van</strong> <strong>2004</strong>.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 31


5.2 ZiektekostenHet premievolume <strong>van</strong> de particuliere ziektekostenverzekeringen is in <strong>2004</strong> met 19%gestegen tot 7,3 miljard euro. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de verhoging <strong>van</strong> depremies. Uit figuur 25 blijkt dat voor maatschappijpolissen (klasse 3), gemiddeld genomen,de premieverhogingen de laatste jaren gestaag zijn gedaald. Dit heeft vooral te makenmet een kleiner pakket. Anderzijds leidde de versobering <strong>van</strong> het ziekenfondspakkettot een uitbreiding <strong>van</strong> het premievolume op de aanvullende verzekeringen. Bovendien ishet aantal particulier verzekerden sterker gegroeid dan het aantal ziekenfondsverzekerden.Figuur 25. Verhoging particuliere premies maatschappijpolissen per 1 januari (bron: Vektis)15,012,711,310,010,07,7 7,75,00,020012002 2003 <strong>2004</strong> 2005premieverhogingen per 1 januariHet resultaat <strong>van</strong> de ziektekostenbranche is voor het derde achtereenvolgende jaar gestegenzoals valt te zien in figuur 26. De belangrijkste reden is de dalende schadelast. Dekosten voor het vergoeden <strong>van</strong> medicijnen nemen af, omdat in toenemende mate alleengenerieke medicijnen worden vergoed. De aandacht voor kostenbeheersing is toegenomen,waardoor er is gesnoeid in de beheers- en personeelskosten en daarnaast is hetziekenfondspakket verder beperkt.Figuur 26. Resultaat na rente (% verdiende premie) en netto combined ratio Ziektekosten1011055105104103 10301100101-1 -1-297-59520002001 2002 2003 <strong>2004</strong>20002001 2002 2003 <strong>2004</strong>na herverzekeringnetto combined ratio32 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Consument is positief over eigen verzekeraarUit de CVS-Consumentenmonitor <strong>2004</strong> blijkt dat 80% <strong>van</strong> de consumenten net als in 2003 een positief beeldheeft <strong>van</strong> verzekeraars. Ook al zijn de meeste mensen positief over verzekeraars, het negatieve vooroordeel over debranche is wel bekend bij consumenten. Zo blijkt iets minder dan de helft <strong>van</strong> de mensen namelijk te denken dat‘de gemiddelde Nederlander’ een negatief beeld <strong>van</strong> verzekeraars heeft. Met andere woorden: ‘men kent het negatieveimago <strong>van</strong> de <strong>verzekeringsbranche</strong>, maar herkent het niet bij zichzelf’.Ziektekostenverzekeringen worden het meest genoemd als verzekeringen waarbij de consument een negatief beeldheeft. Dit speelt vooral bij jongere consumenten (25-34 jaar) met jonge kinderen en een laag inkomen. Opvallendgenoeg blijkt dat de consument in het algemeen wel behoorlijk tevreden is over de kwaliteit <strong>van</strong> de dienstverlening<strong>van</strong> de eigen ziektekostenverzekeraar 8 . Het gemiddelde rapportcijfer dat de verzekeraar krijgt is evenals de vorigekeer een 7,5.Hoewel deze gegevens elkaar op het eerste gezicht enigszins lijken tegen te spreken, kan worden geconcludeerd datconsumenten tevreden zijn over de eigen ziektekostenverzekeraar, maar een negatief beeld hebben <strong>van</strong> ziektekostenverzekeringen.Ook hier lijkt te gelden dat de eigen ervaringen positief zijn en de ervaringen <strong>van</strong> anderen negatiefworden ingeschat. Dit soort schijnbare tegenstrijdigheden in consumentenopinies zijn geen onbekend verschijnsel.Onderzoek <strong>van</strong> Schwarz e.a. 9 wijst bijvoorbeeld uit dat Amerikanen het Amerikaanse Congres wantrouwen, maarhun eigen afgevaardigde in het Congres wel vertrouwen. Het concept ‘verzekeraars’ roept andere gevoelens op dan‘de eigen verzekeraar’.8 ‘De consument aan het woord; onderzoek naar de mening <strong>van</strong> de consument over de ziektekostenverzekering en het ziektekostenstelsel’,CVS, december <strong>2004</strong>.9 Schwarz, N., Bless, H., Wänke, M., & Winkielman, P. (2003). Accessibility revisited. In G. V. Bodenhausen & A. J. Lambert (eds.),Foundations of social cognition: A Festschrift in honor of Robert S. Wyer, Jr. (pp. 51-77). Mahwah, NJ: Erlbaum.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 33


Verklaring begrippenAgioreserveReserve als onderdeel <strong>van</strong> het eigen vermogen <strong>van</strong> een verzekeraar, ontstaan doordataandelen boven de nominale waarde zijn geplaatst.Annualised Premium Equivalent (APE)Het volume <strong>van</strong> de nieuwe levenproductie uitgedrukt in zogenaamde premieequivalentenop jaarbasis. APE bestaat uit periodieke premies op jaarbasis plus 10% <strong>van</strong>de nieuwe koopsompremies.BackservicesDe kosten <strong>van</strong> inkoop <strong>van</strong> pensioen over al verstreken dienstjaren.BedrijfskostenHet totaal <strong>van</strong> kosten en provisie; dit bestaat uit de componenten acquisitiekosten, wijzigingoverlopende acquisitiekosten, beheers- en personeelskosten, winstdeling en provisieherverzekering.BeleggingsverzekeringEen levensverzekering waarbij de premie of koopsom wordt belegd in aandelen ofbeleggingsfondsen. Het op te bouwen kapitaal wordt te zijner tijd omgezet in (jaarlijkse)uitkeringen.B-polisPensioentoezegging aan werknemer, waarbij de werkgever zelf een pensioenverzekeringafsluit bij een levensverzekeraar.Bruto combined ratioGeleden schade en bedrijfskosten in verhouding tot de verdiende premie, inclusiefherverzekering.Bruto verdiende premieHet totaal <strong>van</strong> de geboekte (ont<strong>van</strong>gen) premies inclusief het herverzekerde deel (de premiesbetaald aan de herverzekeraar), minus de premievoorziening ultimo (de premie diedoor de verzekeringnemer vooruit is betaald en waarvoor nog een verzekeringsprestatiegeleverd gaat worden), plus de premievoorziening primo (vooruitbetaalde premie <strong>van</strong> hetvoorgaande jaar).C-polisPensioentoezegging aan werknemer, waarbij de werkgever zijn werknemers zelf in staatstelt een pensioenverzekering af te sluiten bij een levensverzekeraar.Directe binnenlandse tekeningDe totale tekening (= omzet) <strong>van</strong> schade- en zorgverzekeraars bestaat uit directe en indirectetekening (herverzekering aangenomen <strong>van</strong> andere verzekeraars). De directe tekeningbestaat uit binnenlandse en buitenlandse tekening. De buitenlandse en indirecte tekeningvormen samen ongeveer 5% <strong>van</strong> het totaal. In de enquête schadeverzekeringen <strong>van</strong> hetCVS wordt enkel de directe binnenlandse tekening beschouwd.Eigen behoudHet gedeelte <strong>van</strong> een schade dat voor rekening <strong>van</strong> de verzekeraar en niet <strong>van</strong> de herverzekeraarkomt.Eigen vermogenHet eigen kapitaal <strong>van</strong> een onderneming, waaronder het aandelenkapitaal en de reserves.34 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Grote brandenBranden met een schade <strong>van</strong> meer dan 1 miljoen euro.Herverzekeringsresultaat(of herverzekeringsmarge) Resultaat <strong>van</strong> de premie betaald aan de herverzekeraar, deherverzekerde schade, de provisie ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de herverzekeraar, en gemiste rente.De herverzekeringsmarge wordt uitgedrukt als percentage <strong>van</strong> de verdiende premie. Ditafgetrokken <strong>van</strong> het resultaat na rente levert het resultaat na herverzekering op.HerwaarderingsreserveDe niet-gerealiseerde winsten en verliezen op de aandelenportefeuille.Incured but not reported (IBNR)Voorzieningen voor schaden die zich wel hebben voorgedaan, maar die nog niet gemeldzijn of bekend zijn bij de verzekeraar.KapitaalverzekeringLevensverzekering waarbij het verzekerde bedrag ineens wordt uitgekeerd bij overlijdenen/of op een vaste datum.KoopsomEen bedrag dat een verzekerde ineens bij een verzekeraar stort om in de toekomst bijvoorbeeldeen lijfrente-uitkering te ont<strong>van</strong>gen.Leven collectiefBedrijfsonderdeel bij verzekeraars dat zich bezighoudt met verzekeringen waarbij éénpartij de verzekeringnemer is voor andere partijen. Bijvoorbeeld de collectieve pensioenverzekeringvoor werknemers, waarbij de werkgever als verzekeringnemer optreedt.Leven individueelBedrijfsonderdeel bij verzekeraars dat zich bezighoudt met levensverzekeringen dieworden afgesloten door individuele personen.Long-tailschadeSchaden die pas optreden na een lange incubatietijd, zonder dat vooraf altijd bekend is ofer ook daadwerkelijk schaden optreden. Bijvoorbeeld ten gevolge <strong>van</strong> beroepsziekten zoalsmesothelioom en RSI.Netto combined ratioGeleden schade en bedrijfskosten in verhouding tot de verdiende premie, exclusiefherverzekering. De netto combined ratio is een indicator voor het verzekeringstechnischeresultaat.Onverdeelde winstGerealiseerde winst die niet aan aandeelhouders wordt uitgekeerd.Periodieke premieHet bedrag dat periodiek wordt gestort bij een verzekeraar om in de toekomst een uitkeringbij overlijden (kapitaalverzekering) of om een (periodieke) uitkering te ont<strong>van</strong>gen bijleven.PremievolumePremieomzet of premie-inkomen.(Technisch) resultaat voor herverzekering(ook: resultaat na rente) De verdiende premies minus de geleden schade en bedrijfskosten,plus de renteopbrengsten <strong>van</strong> de voorzieningen.<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 35


(Technisch) resultaat na herverzekeringHet resultaat na rente (resultaat voor herverzekering) minus de herverzekeringsmarge(herverzekeringsresultaat).Tweede pijlerHet werknemerspensioen of de pensioentoezeggingen die zijn vastgelegd in pensioenregelingendie zijn overeengekomen tussen werkgever en werknemers. Het werknemerspensioenkan naar keuze <strong>van</strong> de desbetreffende sociale partners zowel door verzekeraarsals door pensioenfondsen worden uitgevoerd.Opbouw resultaatGeboekte premie- Mutatie premievoorziening= Verdiende premieBetaalde schade+ Mutatie schadevoorziening= Geleden schadeVerdiende premie- Geleden schade- Bedrijfskosten= Technisch resultaat voor renteTechnisch resultaat voor rente+ Rente technische voorzieningen= Technisch resultaat na renteTechnisch resultaat na rente- Kosten herverzekering= Technisch resultaat na herverzekering36 <strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong>


Uitgave <strong>van</strong> het <strong>Verbond</strong> <strong>van</strong> Verzekeraars,Centrum voor Verzekeringsstatistiek.Bordewijklaan 2, 2591 XR Den HaagPostbus 93450, 2509 AL Den HaagTelefoon: 070 - 3338500Fax: 070 - 3338510E-mail: info@verzekeraars.nlInternet: www.verzekeraars.nlVormgeving en druk:Artmark BNO, RijswijkFotografie omslag:Hollandse Hoogte(2005.06.2.A)<strong>Financieel</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>verzekeringsbranche</strong> <strong>2004</strong> 3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!