12.07.2015 Views

Jaarverslag 2012 volgens IFRS - Aquafin

Jaarverslag 2012 volgens IFRS - Aquafin

Jaarverslag 2012 volgens IFRS - Aquafin

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

werken aan zuiver waterBijlage bij het jaarverslagGeconsolideerdejaarrekening <strong>2012</strong>Volgens <strong>IFRS</strong>


Inhoud3Verslag van de raadvan bestuur overhet boekjaar <strong>2012</strong>25Jaarrekening


Verslag van de raadvan bestuur overhet boekjaar <strong>2012</strong>Geconsolideerde jaarrekeningVerslag van de raad van bestuur 4Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar 5Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest 8Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest 11Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest 16Onderzoek en productontwikkeling 17Belangrijkste risicofactoren 18Belangrijkste evoluties na het boekjaar 20Commentaar bij de geconsolideerde balans 21Commentaar bij de geconsolideerde winst- en verliesrekeningen het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 223


4Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Verslag van de raad van bestuurOVER HET BOEKJAAR <strong>2012</strong>Schoon water in onze beken en rivieren, daar maakt<strong>Aquafin</strong> elke dag werk van. Onze focus ligt vandaag niet alleenmeer op de zuivering en een optimaal transport vanhuishoudelijk afvalwater. Voor onze klanten willen we ook inruimere zin meewerken aan oplossingen voor properewaterlopen. We zijn het voorbije jaar verder gegaan met deuitwerking van ons strategisch plan en hebben de organisatienu volledig gekanteld in de richting van de klant. De eersteresultaten daarvan zijn goed merkbaar. We hebben al onzetargets gehaald voor de aanbesteding en oplevering vanprojecten voor het Vlaamse Gewest. Gezien het natte jaarhebben we ook prima zuiveringsresultaten behaald.Daarnaast zijn we de enige operator op de commerciëlemarkt die het aantal klant-gemeenten vorig jaar wist uit tebreiden. Op middellange termijn willen we zowel het gewestals onze klant-gemeenten nieuwe producten aanbieden,die gericht zijn op de adaptatie aan de veranderende klimaat -omstandigheden in Vlaanderen.


Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaarFOCUS OP DE KLANTWat <strong>Aquafin</strong> bijzonder maakt binnen Europa, is onzevolledige kennis van de afvalwatercyclus. We kunnen hetVlaamse Gewest en onze klant-gemeenten een totaalpakketaan diensten aanbieden, van gebiedskennis, technische entechnologische kennis tot operationele ervaring, assetmanagement en financiële expertise.Als kennisbedrijf willen we voortdurend verdereinnovatieve producten ontwikkelen in samenwerking metonze klanten, om aan hun werkelijke behoeften te kunnenvoldoen. Die ambitie vroeg om een hertekening van deorganisatie en een slim gebruik van data.Om wendbaar te zijn hebben we onze organisatie verrijktmet een procesgerichte insteek. Waar nodig wordenmedewerkers van verschillende afdelingen samengebrachtin wisselende multi disciplinaire teams. Er zijn binnen onzeorganisatie geen aparte silo’s meer.De kernprocessen Financieren, Visievorming op hetnetwerk, Versnelde uitvoering en Transporteren en zuiverenvan afvalwater waren de voorgaande jaren al in kaart gebracht.In <strong>2012</strong> hebben we ons vijfde kernproces uitgetekend, de zorgvoor Betrouwbare en performante installaties.NIEUWE DIRECTIES VOOR EEN MEERGERICHTE AANSTURINGNa de kanteling van <strong>Aquafin</strong> tot een klantgerichte organisatiewerden de bestaande directies omgevormd en uitgebreid omde gedefinieerde processen beter te kunnen aansturen.Wegens de omvang en de ouderdom van de zuiverings -infrastructuur in Vlaanderen, werd Asset Managementeen aparte directie. Bijkomend kreeg Financieren de plaats diehet gezien zijn belang voor de organisatie vereist. De sturendeprocessen die extern gericht zijn werden samengebracht in dedirectie Marketing en ICT, terwijl de processen die op interneontwikkeling gericht zijn gebundeld werden onder de directieOrganisatie-ontwikkeling.Na een rigoureuze selectieprocedure, en op advies vanhet benoemings- en remuneratiecomité, besliste de raad vanbestuur op 6 december <strong>2012</strong> volgende nieuwe directeurs/leden van het directiecomité te benoemen: Hans Bruynooghe,Johan Maes en Sabine Schellens.NIEUWE DIRECTIESGEDELEGEERD BESTUURDERFINANCIERINGKostenefficiënt financieren:Johan MaesINFRASTRUCTUURVisie op het netwerk - Versnelde uitvoeringDirk De WaeleOPERATIESTransporteren en zuiveren van afvalwaterHans BruynoogheASSET MANAGEMENTBetrouwbare en performante installatiesErik PoppeMARKETING EN ICTSturende processenDanny BaetenORGANISATIE-ONTWIKKELINGSturende processenSabine SchellensBETER SAMENWERKEN DOOR EEN SLIMMERDATABEHEEROm echt op maat van de klant te kunnen werken, moeten ookde ICT-voorzieningen aan de veranderde behoeften kunnenvoldoen. De uitrol van het nieuwe document managementsysteem Alfresco was de eerste stap in de heroriënteringvan de ICT-architectuur die nu plaats vindt. Tegelijk wordtde portaalomgeving gemoderniseerd. Achterliggend vindtde opzet van een business process modelling systeem plaats,dat de wendbaarheid van de ICT-omgeving vergroot. In <strong>2012</strong>werd ook gestart met de digitalisering van de inkomendefacturen en creditnota’s en de daaraan gekoppeldegoedkeuringsstroom in AS400. Daarnaast werd Geopuntgelanceerd, een gebruikersinterface voor het visualiserenvan onze centrale geografische databank.Verslag van de raad van bestuur5


6Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>De beste software biedt uiteraard geen toegevoegdewaarde zonder betrouwbare brongegevens. In <strong>2012</strong> boog eeninterne werkgroep zich over het data- en informatiebeheerbinnen de organisatie, omdat we er garant voor willen kunnenstaan dat onze rapportering rond <strong>IFRS</strong> en onze facturatievolledig betrouwbaar zijn. Ook in 2013 maken we verder werkvan een optimalisering van ons data- en informatiebeheer.FINANCIERING VAN AQUAFININ EEN VERANDERENDE MARKTnVerdere verschuiving naar institutionele investeerdersHet Basel III akkoord van het Basel Committee on BankingSupervision heeft als reactie op de kredietcrisis sterkerekapitaalseisen aan de banken gesteld. Een gevolg daarvan isdat de ruimte om kredieten te verstrekken voor de bankensteeds beperkter wordt. Daardoor wordt het voor bedrijvenvoortdurend moeilijker en duurder om financiering op langetermijn te verkrijgen. <strong>Aquafin</strong> is de voorbije jaren dus op zoekgegaan naar alternatieve financieringsmogelijkheden. Die hebbenwe gevonden bij institutionele beleggers als pensioenfondsenen verzekeringsmaatschappijen. Hun aandeel in de financieringvan <strong>Aquafin</strong> neemt verder toe.n Bijkomende kaderovereenkomst met de EuropeseInvesterings bankDe Europese Investeringsbank (EIB) staat in voor de helftvan de financieringsbehoeften van <strong>Aquafin</strong> en verstrekt nogwel leningen met een lange looptijd. In <strong>2012</strong> is een nieuwekaderovereenkomst ondertekend van 200 miljoen euro.Daarvan is een eerste schijf van 50 miljoen euro op 30 jaaropgenomen. Aan de basis van deze lening lag een auditwaarbij <strong>Aquafin</strong> gescreend werd op zijn toekomstgerichtheid,zijn inspanningen om te anticiperen op de klimaat verandering,zijn technologische performantie en innovatieve kracht.Het gaat al om de achtste lening van de EIB aan <strong>Aquafin</strong> sinds1994 voor investeringen in de Vlaamse waterzuiverings -infrastructuur. Daarmee heeft deze instelling de uitbouw vande zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen al voor 1,4 miljardeuro gesteund.<strong>Aquafin</strong> is de EIB zeer dankbaar voor de goede samen -werking, het advies en de ondersteuning gedurende al die tijd.In 2013 zal met grote waarschijnlijkheid het tweede luik vandeze lening ten bedrage van 150 miljoen euro ondertekendworden.nHernieuwing van de financieringslijnen op korte termijnOnze behoefte aan financiering op korte termijn wordtvoor een belangrijk deel opgevangen via commercial paper,dat vooralsnog probleemloos geplaatst kan worden in de markt.De rest van de behoefte wordt gedekt door verschillendekorte termijnlijnen, aangezien de banken zich ook voorleningen op korte termijn aan nieuwe bepalingen moetenhouden. De invloed daarvan is merkbaar op de kostprijsvan de aangehouden kredietlijnen, zowel wat betreft dereserverings commissies als de opnamemarges.Om een evenwicht te behouden tussen de kostprijs vandeze instrumenten en de omvang ervan, keurde de raad vanbestuur in <strong>2012</strong> een nieuwe strategie goed om een deelvan de benodigde (korte termijn) financiering te kunnenblijven garanderen en dus over voldoende potentiëleextra financieringsbronnen te kunnen blijven beschikken.Alle krediet lijnen worden in functie van de nieuwe strategieheronderhandeld, een operatie die zal afgerond worden inhet eerste kwartaal van 2013.Ook in <strong>2012</strong> werd de revolving credit facility geherfinancierd.Verschillende banken voerden een nek aan nek race omde lead te kunnen nemen. Met KBC als Mandated LeadArranger werd de lijn onderschreven voor een bedrag van100 miljoen euro. <strong>Aquafin</strong> kan terugkijken op een partnershipdat teruggaat tot 2003, het jaar waarin de eerste revolvingcredit facility getekend werd.nActief rentemanagement vermindert de financieringskostDoor het renterisico actief te beheren, wil <strong>Aquafin</strong> definancieringskosten optimaliseren. In 2006 heeft de raad vanbestuur de krijtlijnen van een dynamisch beheer van hetrenterisico goedgekeurd. In 2008 werd het rentebeleidaangepast. In 2009 werden voornamelijk de omschrijvingen endefinities aangepast. Aan de principes zelf werd niets gewijzigd.Het actief rentemanagement mag toegepast worden op35% van de uitstaande schuld op lange termijn. Ook detoekomstige rentelasten mogen ingedekt worden totmaximum 50% van de gebudgetteerde toekomstige schuldenop lange termijn met een horizon van 5 jaar. Hierbij zijnde risico’s steeds ingedekt en is er steeds een onderliggendelening tegenover de indekkingsstructuur.Het financiële resultaat van het rentemanagement wordtberekend tegen individuele benchmarks (het resultaat van eenindividuele strategie in vergelijking met de geldende swaprente op het moment van het opzetten/uitvoeren van destructuur). De rentekost van de onderliggende lening moetworden samengenomen met het resultaat van de structuurdie hierop gebouwd is, om de uiteindelijke financieringslastte kennen. De besparingen die zo gerealiseerd werden, zijn ookin <strong>2012</strong> conform de afspraken verrekend met de drinkwater -maatschappijen.


AANBESTEDINGSRITME (mio euro)OPLEVERINGSRITME (mio euro)2001801601401201008060402002008 2009 2010 2011 <strong>2012</strong>2001801601401201008060402002008 2009 2010 2011 <strong>2012</strong>n Ingediende dossiersn Totaal opgeleverde dossiersHet percentage ligt vast voor vier tot zes jaar en staat inverhouding tot de prijs, de kwaliteit en de capaciteit van hetstudiebureau. Op deze manier reserveert <strong>Aquafin</strong> gegarandeerdecapaciteit waarop het steeds op zeer korte termijn een beroepkan doen en waardoor de doorlooptijd van het project verkort.Een meer structurele samenwerking met <strong>Aquafin</strong> geeft destudiebureaus dan weer de zekerheid dat het de moeite loontom te investeren in specialisatie, wat opnieuw de kwaliteitten goede komt. De opsplitsing van Vlaanderen in regionaledeelgebieden maakt het bovendien ook voor kleinere studie -bureaus, die vaak over een goede gebiedskennis beschikken,mogelijk om een partnership met <strong>Aquafin</strong> aan te gaan.n Hoogste aanbestedingsvolume sinds 2002<strong>Aquafin</strong> bracht in <strong>2012</strong> het afgesproken volume projectenten bedrage van 177 miljoen euro op de markt. Door degunstige prijzen in de tweede jaarhelft konden de voorzieneprojecten worden aanbesteed voor een totaal van 163 miljoeneuro. In totaal ging het om 120 projecten.Voor 2013 ligt de target op 170 miljoen euro, vooropgestelddat die doelstelling past binnen de budgetten van hetVlaamse Gewest.Door samenwerking met gemeentes en intercommunalessteeg het bedrag van 163 miljoen euro dat <strong>Aquafin</strong> voor hetgewest realiseerde tot ruim 260 miljoen euro.nHoogste opleveringsvolume van de voorbije vier jaarInfrastructuurprojecten uitvoeren moet in een steedscomplexere omgeving gebeuren. Zo worden vergunning -verlenende instanties steeds veeleisender, zijn er steeds meerpartijen in de projecten en worden burgers kritischer. Toch heeft<strong>Aquafin</strong> in <strong>2012</strong> voor een bedrag van 195 miljoen europrojecten uitgevoerd. Omdat de projecten kleiner worden,moest hiervoor een recordaantal van 130 dossiers ingediendworden bij het Vlaamse Gewest.Het Vlaamse Gewest stelde zich in <strong>2012</strong> net zoals het jaarvoordien zeer strikt op in verband met de administratievecorrectheid van de dossiers. Daardoor heeft de klant maar voor175 miljoen euro aan projecten als opgeleverd beschouwd.De andere dossiers worden in de loop van 2013 waar nodigadministratief bijgewerkt. De vormelijke aspecten van dedossiers die we indienen, zullen in 2013 nog nauwlettenderworden opgevolgd door <strong>Aquafin</strong>.De target voor 2013 bedraagt voor de opleveringen 160miljoen euro, ook hier mits de nodige budgetten en middelenworden goedgekeurd.In de nabije toekomst willen we evolueren naar een vastopleveringsvolume. In eerste instantie werden hiervoor denodige projectvoorstellen gedaan aan het Vlaamse Gewest.Naast de aandacht voor de opleveringen en de aanbestedingenzullen we meer focussen op de ontwerpfase, om al vanafdan maximaal te kunnen anticiperen op eventuele risico’sop vertraging of problemen bij uitvoering.Verslag van de raad van bestuur9


10Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>In <strong>2012</strong> werden voor technische kennisdomeinen alvastinterne materie deskundigen aangewezen. Verder werd eensysteem ontwikkeld voor een projectspecifiek communicatie -plan voor werken in uitvoering.In 2013 zal verder werk worden gemaakt van een pro-actiefrisicobeheer bij uitvoeringsprojecten en een optimale invullingvan projectmanagement. Ook onze samenwerking met denutsmaatschappijen blijft een belangrijk aandachtspunt.<strong>Aquafin</strong> heeft begin 2013 alvast met Eandis een samen -werkingsprotocol afgesloten om duidelijke afspraken temaken over het verplaatsen van nutsleidingen en het meldenvan stroomonderbrekingen.VLAANDEREN BEANTWOORDT AAN EUROPESERICHTLIJN STEDELIJK AFVALWATERIn september <strong>2012</strong> activeerde Vlaams minister vanLeefmilieu Joke Schauvliege de laatste collector die inVlaanderen nodig was om te voldoen aan de EuropeseRichtlijn Stedelijk Afvalwater. Het huishoudelijke afvalwatervan alle agglomeraties vanaf 2.000 inwoners wordt nu eerstgezuiverd vooraleer het in een waterloop terecht komt.De realisatie van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater betekentin elk geval niet dat er niet meer geïnvesteerd wordt in debovengemeentelijke riolerings infrastructuur.De volgende uitdaging is immers om ook te voldoen aande Europese Kaderrichtlijn Water, die een goede kwaliteit vanhet oppervlaktewater beoogt tegen 2015. Hoewel onze bekenen rivieren er door de zware inspanningen de afgelopen tweedecennia sterk op vooruit gingen, zijn er nog heel watoptimalisaties in het rioolstelsel nodig om de waterkwaliteit teverbeteren. Vanzelfsprekend moet alle zuiverings infrastructuurook onderhouden en geëxploiteerd worden. Informatie vanonze buurlanden leert dat er jaarlijks 1 à 2% van het totalegeïnvesteerde vermogen moet worden gereserveerd voorstructureel onderhoud van het patrimonium.In <strong>2012</strong> werden 10 nieuwe zuiveringsinstallaties opgeleverd:in Moelingen, Overslag, Stavele, Gistel-Moere, Sint-Jan-in-Eremo,Brakel-Michelbeke, Beauvoorde, Lovie, Ninove–Rendestede enMelsbroek. Negen zuiveringsinstallaties werden gerenoveerd ofuitgebreid. Het gaat om de installaties in Wichelen, Tongeren,Mol, Merksplas, Eisden, Beverlo, Ninove, Lichtaart en Brugge.l Nieuwe zuiveringsinstallatiesl Gerenoveerde zuiveringsinstallaties


Beheer van de zuiverings infrastructuurvoor het Vlaamse GewestIn <strong>2012</strong> behaalde <strong>Aquafin</strong> goede zuiveringsresultaten voorhet aangevoerde huishoudelijke afvalwater, met 96,5% van dezuiverings installaties die aan alle normen voldoen. De weers -omstandigheden waren een stuk minder gunstig dan tijdenshet voorgaande jaar, maar onze goede procesopvolging heeftde impact daarvan sterk beperkt.De effluentresultaten van <strong>2012</strong> werden geëvalueerd voor257 riool waterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dat zijn dezuiveringsinstallaties waarvan het Vlaamse Gewest in 1994de exploitatie aan <strong>Aquafin</strong> toevertrouwde en de installatiesdie <strong>Aquafin</strong> zelf bouwde en opleverde aan de aannemer vóórjuli <strong>2012</strong> én waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij eencontroleprogramma lopende heeft.96,5% VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGS -INSTALLATIES VOLDEDEN AAN ALLEOPGELEGDE NORMENIn <strong>2012</strong> voldeden 248 installaties of 96,5% aan alleopgelegde emissiegrenswaarden (witte balken in de figuur).De grafiek geeft de evolutie weer over tien jaar. Het is de eerstekeer sinds de oprichting van <strong>Aquafin</strong> dat alle geëvalueerdezuiveringsinstallaties voldoen aan de normen van de Europeserichtlijn Stedelijk afvalwater, die tot april 2004 ook de sectoralenormen waren van het Vlaamse Gewest. Wel voldeden er negeninstallaties niet aan de huidige strengere Vlaamse normering.Ze worden in de figuur aangegeven met een lichtblauw balkje.De RWZI’s Lede, Ertvelde, Aalter, Maldegem en Jabbekeschoten tekort voor het verplichte verwijderingspercentagevoor stikstof, waarbij Jabbeke ook te kort kwam voor hetverwijderingspercentage voor BZV. KWZI Pervijze voldeed nietaan het verwijderingspercentage voor CZV, RWZI Vlamertingeniet aan de verplichte rendementen voor zwevende stoffen enfosfor. Het rietveld van Zemst-Larebeek kreeg zoveel verdundafvalwater te verwerken dat het niet voldeed aan de verplichteverwijderingspercentages voor BZV en CZV. RWZI Hamontwerd gerenoveerd in <strong>2012</strong>. De installatie voldeed nipt nietaan het jaargemiddelde voor fosfor en kende ook éénoverschrijding van het dagmaximum voor stikstof.REGENJAAR BEÏNVLOEDTZUIVERINGSRESULTATENElke drie liter water die op een zuiveringsinstallatie toekomt,kan ruwweg worden ingedeeld in één liter afvalwater, één literhemelwater en één liter parasitair debiet. Het afvalwater inde riool wordt dus evenveel verdund door hemelwater datafstroomt van verharde oppervlakten, als door de zogenaamdeparasitaire debieten: aangesloten oppervlaktewater en grond -water dat in de riolering sijpelt.Schoon water dat op de riolering zit, verdunt het afvalwaterdat op de zuiveringsinstallaties toekomt. Het klinkt paradoxaal,maar hoe schoner – lees verdunder – het afvalwater is, hoe groterhet nadelige effect op het zuiveringsproces. Bij regenweerworden er grotere volumes water naar de zuiverings installatiesgetransporteerd, waardoor de verblijftijd van het toegeleverdewater er korter wordt en het nabezinkingsproces onder drukkomt te staan.Bovendien gaan de overstorten op het rioleringsstelsel ersneller door werken, waardoor er vaker ongezuiverd waterin onze waterlopen terecht komt. Dat bijkomende debietzorgt ook nog eens voor extra pompkosten op de zuiverings -installaties en de tussenliggende pompstations.Tot 2004 waren de normen voor gezuiverd afvalwater inVlaanderen een kopie van de Europese normen, opgelegd viade richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau werdenze echter door een VLAREM-wijziging tussen 2004 en 2006verstrengd. De doelstellingen uit VLAREM zijn dikwijls strengerdan die opgelegd in de RWZI-vergunningen. De wetgeving laatimmers toe om tijdelijk af te wijken van de zeer strenge eisen,zolang minimum voldaan blijft aan de Europese normen.In samenspraak met de vergunningsverleners en de VlaamseMilieumaatschappij werden er de voorbije jaren versoepelingenbepaald per rioolwaterzuiveringsinstallatie, in functie vande mogelijkheden van de installatie en de belasting ervan.Heel vaak is de verdunning van het influent echter debelangrijkste oorzaak voor het niet halen van de doelstellingen.Als het afvalwater al sterk verdund is op het moment dathet op de zuiveringsinstallatie toekomt, is het vaak onmogelijkom de verwijderingspercentages opgelegd door VLAREMte halen.Verslag van de raad van bestuur 11


12 Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>EVALUATIE VAN DE WERKING VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%0%2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 <strong>2012</strong>n Voldaan t.o.v. alle normenn Niet voldaan (t.o.v. de strengere normen Vlarem Kleine Trein)n Niet voldaan (t.o.v. de normen van 2003)De eerste reeks versoepelingen van de verwijderings -percentages (2006-2010) was onder meer gebaseerd op deeffluentresultaten en verwijderingspercentages van het zeernatte jaar 2002. De huidige versoepelingswaarden houden geenrekening meer met een extreem nat jaar, omdat alleen de drievoorgaande kalenderjaren in beschouwing worden genomen.Nochtans heeft de neerslaghoeveelheid een duidelijke invloed opde efficiëntie van de afvalwatercollectering en de waterzuivering.VERWIJDERINGSRENDEMENTEN BLIJVENRUIM BOVEN TARGETHet gemiddelde verwijderingspercentage blijft al sinds eenpaar jaren stabiel voor BZV (97%), CZV (89%) en zwevendestoffen (95%). De verwijderingspercentages voor de nutriëntendaalden in <strong>2012</strong> met 2% ten opzichte van het jaar ervoor.Wel blijven ze met 5% (stikstof) en 9% (fosfor) ruim bovende target van 75% die de Vlaamse Regering in 1995 vastlegdevoor de totaliteit van de openbare waterzuiveringsinstallaties.Deze lichte daling werd veroorzaakt door de vele neerslagvan het voorbije jaar.Met 976,5 mm neerslag was <strong>2012</strong> het elfde natste jaar sindshet begin van de metingen van het KMI. Op de tweede eneerste plaats staan 2002 en 2001. In 2002 viel 1.077,8 mmneerslag. 2001 was zelfs nog natter, met 1.088,5 mm neerslag.MEER ZWEVENDE STOFFEN AANGEVOERDÉN VERWIJDERDHet regenweer heeft ook als neveneffect dat slib datbezonken is in het rioolstelsel deels terug uitgespoeld wordtrichting zuiveringsinstallaties. <strong>2012</strong> was hierdoor dan ook eenrecordjaar voor wat betreft zwevende stoffen. Nooit werdenzoveel zwevende stoffen aangevoerd én verwijderd in dezuiveringsinstallaties.MEER VUILVRACHT AANGEVOERDEN BIOLOGISCH VERWERKTDe gemeten vuilvrachten die op de zuiveringsinstallatiesaangevoerd worden, kunnen omgezet worden in het aantalinwoners die al op de zuiveringsinfrastructuur aangeslotenzijn. Het Vlaamse Gewest telt ruim 6,35 miljoen inwoners.


VERWIJDERDE VUILVRACHT EN ZUIVERINGSRENDEMENTVAN ALLE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIESnBiologisch zuurstofverbruiknZwevende stoffen75100120100Verwijderde vuilvracht(in 1.000 ton/jaar)70656095908580VerwijderingspercentageVerwijderde vuilvracht(in 1.000 ton/jaar)1101009095908580Verwijderingspercentage55758075‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12nChemisch zuurstofverbruiknStikstof2001002085190951880Verwijderde vuilvracht(in 1.000 ton/jaar)180170160908580VerwijderingspercentageVerwijderde vuilvracht(in 1.000 ton/jaar)161412757065Verwijderingspercentage150751060‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12nFosforVerwijderde vuilvracht(in 1.000 ton/jaar)3,22,82,49085807570VerwijderingspercentageIn de grafieken wordt de verwijderde vuilvracht van detotaliteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties voorgesteld,samen met het verwijderingspercentage. Per gemetenparameter (BZV, CZV, zwevende stoffen, stikstof en fosfor)wordt het verschil bepaald tussen de biologisch behandeldevuilvracht en de restvuilvracht die geloosd wordt nabiologische zuivering. Het verschil is de verwijderdevuilvracht, aangegeven in 1.000 ton/jaar. Het verwijderings -percentage is gelijk aan de tijdens de biologischebehandeling verwijderde vuilvracht, gedeeld door de totalebiologisch behandelde vuilvracht.2,0‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘1265nlVerwijderde vuilvrachtVerwijderingspercentageVerslag van de raad van bestuur13


14Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>NORMEN VOOR GEZUIVERD HUISHOUDELIJK AFVALWATERHet gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan bepaaldenormen voldoen, die afhankelijk zijn van de agglomeratie -grootte waarvoor de installatie gebouwd is. Tot 2004 warendeze normen een kopie van de Europese normen, opgelegd viade richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveauwerden ze door een Vlarem-wijziging tussen 2004 en 2006verstrengd. <strong>Aquafin</strong> volgt vijf parameters op: biologischzuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV),totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende stoffen. Het biologischezuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodighebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvrachtin 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zosnel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhalingalle zuurstof uit het water opnemen. Het chemische zuurstof -verbruik geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om deaanwezige vuilvracht volledig te oxideren. De parameterzwevende stoffen geeft een maat voor de zwevende (nietoplosbare) stoffen die in het gezuiverde afvalwater mogenachterblijven. Te veel stikstof en fosfor in het water, brengteen explosieve algenbloei op gang. ’s Nachts onttrekken dezealgen zuurstof aan het water, waardoor vissen, waterplantenen andere organismen het moeilijk krijgen.Aangezien in <strong>2012</strong> de zuiveringsgraad meer dan 80%bedroeg, wil dat zeggen dat er in theorie 5,1 miljoen inwonersmoeten aangesloten zijn op de collectieve waterzuivering.Trekt men hiervan de Vlaamse huishoudens af waarvanhet afvalwater in de twee Brusselse zuiveringsinstallatiesbehandeld wordt, dan komt men op 5,0 miljoen inwonerswaarvan de vuilvracht verondersteld wordt aangesloten te zijnop de zuiverings installaties van <strong>Aquafin</strong>. Hierbij is nog geenrekening gehouden met de vuilvracht van de bedrijvenaangesloten op de collectieve zuivering.Voor het ontwerp van rioolwaterzuiveringsinstallatieswordt rekening gehouden met de theoretische dagelijksevuilvracht van elke Vlaming: 54 g BZV, 135 g CZV, 90 gzwevende stoffen, 10 g stikstof en 2 g fosfor.Als we de vuilvrachten die in <strong>2012</strong> aangevoerd werdenherrekenen naar deze hoeveelheden, zou er momenteeleen vuilvracht van 4,7 miljoen inwoners aangevoerd worden(gemiddelde van de schattingen op basis van de vijf parameters).De gegevens over nutriënten geven een overschatting,de gegevens over BZV en zwevende stoffen een onderschatting.Deze cijfers tonen aan dat de vuilvracht die theoretisch naarde riool water zuiveringsinstallaties gevoerd wordt, er ookdaadwerkelijk toekomt.Voor de onderschatting op basis van de BZV-gegevens zijner twee verklaringen. Metingen uitgevoerd op het rioolstelselvan Tielt hebben een daling van de BZV-concentratie van 18%aangetoond ten gevolge van biodegradatie: micro-organismenbreken het BZV in de riool af. Bovendien blijkt de theoretischedagelijkse vuilvracht waar men vanuit gaat, niet te kloppen.Een inwoner zou <strong>volgens</strong> een EPAS-studie in opdracht vanVMM geen 54 g BZV per dag lozen, maar slechts 44 g.Latere studies van EPAS gaven een gemiddelde BZV-vrachtvan maar 38 g per inwoner. Als het aantal aangesloteninwonerequivalenten op basis van 44 g/IE/dag bepaald wordt,dan is het resultaat voor BZV ook 4,6 miljoen IE. De overschattingvoor nutriënten kan verklaard worden door nutriëntenrijkinsijpelend of geloosd grondwater en water van aangeslotengrachten. Tijdens het afvalwatertransport gebeurt er geennutriëntverwijdering. Organische stikstof wordt weliswaarbacterieel omgezet in ammonium, maar dit vermindert detotale stikstofvracht niet.


VISPOPULATIES HERSTELLEN ZICHHet optrekken van de zuiveringsgraad in Vlaanderen van30% naar 80% heeft er toe geleid dat er veel minder vervuilingrechtstreeks in de waterlopen terecht komt. Daardoor is detoestand van de Vlaamse waterlopen er de laatste jaren sterkop vooruit gegaan. Daarnaast is ook de kwaliteit van dezuivering zelf in de loop der jaren steeds verbeterd.BENCHMARKS BEVESTIGEN GOEDEOPERATIONELE AANPAKIn <strong>2012</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> opnieuw aan de onderzoekenvan EBC en Aquabench deelgenomen. De resultatenliggen zoals verwacht in de lijn van de vorige jaren,maar het proces biedt interessante mogelijkheden totkennisuitwisseling met andere deelnemers.De European Benchmarking Cooperation is een nonprofitorganisatie die de prestaties van (afval)water -bedrijven onderling vergelijkt. Aan hun jongste projectnamen 31 voornamelijk Europese afvalwateroperatorendeel. De oefening wees opnieuw uit dat <strong>Aquafin</strong> een heelhoog investeringsritme aanhoudt, vergeleken met deandere bedrijven. Onze personeelskost per gezuiverdekubieke meter afvalwater ligt nog steeds bij de laagstebedragen. Dat betekent dat we efficiënt werken, zekergezien de hoge loonkosten in België.Aquabench is als organisatie vergelijkbaar met EBC,maar dan specifiek gericht op Duitse (afval)water -bedrijven. Acht operatoren in afvalwaterzuivering vanverschillende grootte deden mee. Bij deze oefeningscoorde <strong>Aquafin</strong> (als enige buitenlandse participant)opnieuw goed op operationeel gebied, in onze kost pergezuiverd inwonersequivalent. Die ligt bij <strong>Aquafin</strong>opnieuw zo’n 20% lager dan bij de andere deelnemers,al komt dat deels door andere lokale omstandigheden.Uit de cijfers blijkt zeer duidelijk dat onze installaties tenopzichte van hun ontwerpcapaciteit hoog belast worden.Qua verbruik van elektrische energie zitten we gemiddeld.De Duitse bedrijven scoren wel nog steeds opvallendhoger op de productie van groene energie, maar ook datkomt grotendeels door een andere influentsamenstellingen meer mogelijkheden op het gebied van covergisting.In tegenstelling tot onze buurlanden worden in alleVlaamse zuiveringsinstallaties voor meer dan 2.000 inwonersook fosfor en stikstof uit het afvalwater gehaald. <strong>Aquafin</strong> doethiervoor zelfs veel beter dan de Vlaamse normen voorschrijven,met een rendement voor stikstof van 80% en voor fosfor van84%. Daarnaast wordt op meer dan 80% van onze RWZI’s hetvolledige debiet dat binnenkomt, biologisch behandeld.De keuze die <strong>Aquafin</strong> in 2000 maakte om een debiet tottien keer de aanvoer bij droog weer biologisch te behandelen,is tot vandaag uniek in Europa en wellicht zelfs op wereldvlak.Alle inspanningen hebben als resultaat dat er nu drie totvijf keer minder vervuiling in onze beken en rivieren terechtkomt. De laatste metingen van de Belgische Biotische Indextonen aan dat 35% van de waterlopen nu een goede biologischewaterkwaliteit hebben en 20% een slechte. Twee decenniaterug scoorde slechts 15% goed en maar liefst 60% slecht.Sinds de metingen van 2000 wordt overigens geen enkelewaterloop nog als ‘uiterst slecht’ gekwalificeerd, terwijl we hetaandeel dat ‘zeer goed’ scoort, steeds groter zien worden.Dat de verbetering van de waterkwaliteit ook debiodiversiteit nieuw leven inblaast, is bijvoorbeeld duidelijkte merken in het Schelde-estuarium. Zee- en brakwatervissenals haring, sprot, kabeljauw, zeetong, vinden hun weg weernaar de Schelde. Spiering, een typische estuariumsoort,wordt sinds 2001 meer en meer ook opgemerkt in hetopwaartse deel van de Schelde, net zoals trekvissen zoals derivierprik. Na de vissen volgen onvermijdelijk ook de jagers.In de zomer van <strong>2012</strong> werd een recordaantal zeehonden geteldin de Westerschelde. Er zijn niet alleen veel meer observaties,ze komen ook veel meer verspreid voor. Het herstel van devispopulaties is wel het meest opvallend in de rivieren.De vissoorten beschermd door de Habitatrichtlijn vormeneen belangrijke indicator. Begin jaren ’90 waren soorten zoalsde beekprik, de rivierdonderpad en de kleine modderkruiperdoor de toenemende vervuiling quasi uitgestorven. Via deHabitatrichtlijn kreeg hun biotoop een beschermend karakter.Twintig jaar later verspreiden verschillende populaties zichopnieuw op zijtakken van de IJzer, de Dender, de Nete ende Maas. De verbetering van de waterkwaliteit kwam net optijd om de restpopulaties te redden.Verslag van de raad van bestuur15


16Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Diensten buiten de overeenkomstmet het Vlaamse GewestDe minister van Leefmilieu stimuleert <strong>Aquafin</strong> om onzeknowhow te valoriseren bij de gemeenten en de industriein Vlaanderen, maar ook in het buitenland. Steeds meergemeenten doen een beroep op <strong>Aquafin</strong>, voor de uitbouw enhet beheer van hun rioolstelsel, al dan niet via eensamenwerkingsverband met een drinkwatermaatschappij.In <strong>2012</strong> waren we zelfs de enige speler op de gemeentelijke marktdie nieuwe contracten kon afsluiten. DochtermaatschappijAquaplus heeft het voorbije jaar een nieuw strategisch planopgesteld en zich in het binnenland verder verdiept in deexploitatie van industriële zuiveringen. In het buitenlandwerken we nog steeds aan de opstart van ASEWaterTechnologies, een joint venture met een Indische partner.SPREIDING VLAAMSE INWONERSPER RIOOLBEHEERDEERBETROUWBARE PARTNER VOOR DE UITBOUWEN BEHEER VAN DE GEMEENTELIJKEZUIVERINGS INFRASTRUCTUUROm in orde te zijn met de kaderrichtlijn Water, wacht degemeenten nog steeds een investering van bijna 7 miljard euro.Een deel daarvan (0,7 miljard) heeft het gewest overgenomenvia het Lokaal Pact met de gemeenten. Maar het blijft gaanom enorme investeringen, waarvoor de meeste gemeentenzelf niet de nodige technische kennis in huis hebben.Sinds 2004 mag <strong>Aquafin</strong> mee concurreren met de andereriooloperatoren op de gemeentelijke markt. Gemeentenkunnen kiezen voor een rechtstreekse concessieovereenkomstmet <strong>Aquafin</strong>, of aansluiten bij één van de samen werkings -verbanden die <strong>Aquafin</strong> is aangegaan met Vivaqua, TMVW enAWW (rio-link) en De Watergroep (RioAct en RioP).Waar RioAct de gemeenten bijstaat in de uitbouw, het beheeren onderhoud van hun rioleringsstelsel, is RioP een constructiedie het rioleringsstelsel van de gemeenten volledig overneemt.Begin juli heeft VMW (nu De Watergroep) intern een apartebusiness unit opgericht voor rioleringsactiviteiten, die de naamRioPACT kreeg. Zowel RioAct als RioP werden in deze nieuwebusiness unit ondergebracht. De diensten blijven echteronveranderd en ook voor <strong>Aquafin</strong> zijn er geen wijzigingen.Door de oprichting van RioPACT verstevigt De Watergroep welde samenwerking met <strong>Aquafin</strong> en kunnen we beter inspelenop de wensen van onze klanten.n <strong>Aquafin</strong> (inclusief RTD*) 44%n AquaRio (TMVW) 21%n IWVA 1%n Vivaqua (BIWM) 2%n Hidrorio/Hidrosan/Hidrogem (Pidpa) 8%n Infrax (incl. RioBra) 24%* RioTotaal dienstverleningsovereenkomstn Rio-Pact(De Watergroep-AQF) 19%n <strong>Aquafin</strong> (concessie) 6%n <strong>Aquafin</strong> (RTD) 5%n rio-link (AWW-AQF) 14%Het voorbije jaar leverden we diensten aan 196 gemeenten.We hebben opnieuw zeven gemeenten mogen verwelkomenals klant met een langlopende overeenkomst, wat het totaalbegin 2013 op 92 brengt. Via deze 92 gemeenten bereiken we2,25 miljoen inwoners.In <strong>2012</strong> ging er één nieuwe concessie van start en kozendrie gemeenten voor uitgebreide Rio-Totaalcontracten metverschillende modules. Drie gemeenten sloten aan bij RioAct.Eén gemeente heeft haar samenwerking met <strong>Aquafin</strong> verbroken.De volgende jaren zal <strong>Aquafin</strong> zijn dienstenaanbodvoor klant-gemeenten uitbreiden. Door de huidige klimaat -verandering wordt het voor steden en gemeenten steedsbelangrijker om een plan op te maken voor een optimaleinfiltratie, buffering en afvoer van regenwater. Vanaf 2013zullen we ons ook toeleggen op de opmaak van hemelwaterplannen,die zullen aangeven hoe het water dat op de openbareweg of op openbaar domein valt, het best kan infiltreren ofworden afgevoerd.


Ze zullen realistische oplossingen bevatten, toegesnedenop de lokale situatie, met correcte ramingen en planningenvoor de meest prioritaire projecten. Tegelijk zullen we onzeklant-gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van hunafkoppelingsbeleid, door een ecologisch-economisch optimumvast te leggen en onderzoek te doen naar de haalbaarheid vanregenwaterhoofdassen. Ook voor de gemeenten wordt assetmanangement steeds belangrijker. Daarom zullen we onsmeer gaan richten op de uitvoering van sleetstudies voorde gemeentelijke rioolstelsels.ONDERSTEUNING VAN DE INDUSTRIE ENBUITENLANDSE PROJECTEN VIA AQUAPLUSVoor Aquaplus NV, het commerciële dochterbedrijf van<strong>Aquafin</strong>, werd in <strong>2012</strong> een nieuw business plan opgesteld.In het binnenland blijft het bedrijf zich richten op de nodenvan de industrie, via exploitatie en onderhoud van zuiverings -installaties, de uitvoering van studies en audits en de uitvoeringvan nieuwbouw of projectmanagement.In het buitenland focust Aquaplus zich op de opstart vanASEWater Technologies, en op producten en diensten die samenmet partners geleverd worden.In Vlaanderen heeft Aquaplus mooie opdrachten lopen,die aansluiten bij de kernactiviteiten van <strong>Aquafin</strong>. In <strong>2012</strong>werden er een aantal van de lopende exploitatieopdrachtenuitgebreid.In Indië werd in november 2011 ASEwater Technologiesboven de doopvont gehouden, een joint venture tussen Aquaplusen het Indo-belgische ASE Structure Design. Door dezesamenwerking met een buitenlandse partner, die goedverankerd is in de lokale markt, verwacht Aquaplus om eengrotere afzetmarkt te kunnen penetreren. De opgerichtevennootschap wil zich immers profileren als een Indischbedrijf, maar met Europese knowhow. Omwille van lokaleadministratieve problemen duurt de oriëntatieperiode voordit bedrijf langer dan voorzien.Onderzoek en product ontwikkelingOnderzoek en productontwikkeling heeft van bij deoprichting van <strong>Aquafin</strong> een belangrijke plaats binnen hetbedrijf gekregen. We blijven inzetten op verbetering envernieuwing om de zuiveringsinfrastructuur die onstoevertrouwd is optimaal uit te bouwen en te beheren, met zomin mogelijk impact op het milieu. Tegelijk anticiperen we optoekomstige topics, om het Vlaams Gewest en onze klantgemeentenmaximaal te kunnen ondersteunen met de kennisdie we opgebouwd hebben.Omdat <strong>Aquafin</strong> zich in de toekomst intensiever wiltoeleggen op het inspelen op de gevolgen van de klimaat -wijziging, werd Strategische Innovatie en Klimaat eind <strong>2012</strong>een aparte staffunctie. Zo kan het bedrijf de nieuwsteontwikkelingen op nationaal en internationaal niveau opvolgenen opportuniteiten in een vroeg stadium opsporen. Ons directtoepasbaar onderzoek blijft gericht op kostenbeheersing,de garantie van de effluentnormen en de introductie vanbest beschikbare technologieën. Het strategisch onderzoek isgegroepeerd rond de pijlers duurzame water zuivering, integraalwaterbeheer en asset management van de (riool) infrastructuur.BIJDRAGE AAN EEN INTEGRAAL WATERBEHEERDe Vlaamse overheid is bezig om de Europese zwemwater -richtlijn in praktijk om te zetten. Een van de actiepunten isde bacteriologische vervuiling in kaart brengen die viaverschillende wegen de zee bereikt. <strong>Aquafin</strong> heeft ervaringmet kwalitatieve metingen van overstortwater uit de riool enkon de Vlaamse Milieumaatachappij het voorbije jaar bij haaronderzoek ondersteunen door een meetcampagne uit tevoeren op een overstort aan de kust.Onnodige overstorten voorkomen, is een voorwaarde vooreen goed werkend rioolstelsel. Systematische overstort -bemetingen kunnen blokkeringen van knijpconstructies alvroeg opsporen. Daarom ontwikkelden we het EPIGONEnetwerk, waarin overstortmetingen gekoppeld worden aaninformatie van een buienradar om overstortgebeurtenissenbij droog weer te kunnen detecteren.In <strong>2012</strong> bouwden we verder ervaring op met ComputationalFluid Dynamics modellering. We gebruiken deze methodiek o.a.om slibuitspoeling in nabezinktanks te bestuderen, oplossingente zoeken voor zandophoping in beluchtingsbekkens ofproblemen met omloopsnelheid of menging te analyseren.Verslag van de raad van bestuur17


18Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>ASSET MANAGEMENTIn de riool kunnen zich allerlei dampen of gassen vormen,waarvan waterstofsulfide wellicht het best bekend is.Betoncorrosie veroorzaakt door de productie van waterstof -sulfide, is een wereldwijd probleem in rioolstelsels. Op basisvan modelmatige analyse en metingen ontwikkelden weeen beslissingsboom die geval per geval de nodige lengte aancorrosiebestendige buis berekent. Op die manier kande problematiek van betoncorrosie al van bij het ontwerpworden opgevangen. In bestaande situaties dienen operationelemaatregelen genomen te worden, zoals bijvoorbeeld dedosering van ijzer of nitraat, om sulfidevorming en de eruitvolgende aantasting te vermijden of terug te dringen.Ook de bepaling van deze maatregelen maken deel uit vande nieuwe aanpak.EUROPESE EN VLAAMSE PROJECTENIn <strong>2012</strong> was <strong>Aquafin</strong> betrokken in 7 onderzoeksprojectenmet externe partners. Vier projecten worden gefinancierddoor Europa en zijn vorig jaar nieuw gestart. In een stedelijkeomgeving kan de warmte die nog aanwezig is in de riolennuttig worden hergebruikt. <strong>Aquafin</strong> onderzoekt binnen hetproject INNERS mee de mogelijke voordelen voor het milieuvan een toepassing op grote schaal. Minotaurus test nieuwetechnologieën uit om organische vervuilende stoffen uit afval -water, grondwater en de bodem te verwijderen.In de toekomst zullen de normen waaraan het gezuiverdeafval water moet voldoen, immers alleen maar strengerworden. Sanitas wil de impact van het stedelijk watersysteemop klimaatverandering minimaliseren en omgaan mettoekomstige variaties in waterkwantiteit en -kwaliteit.Binnen Raingain wordt gewerkt aan de beschikbaarheid vangedetailleerde neerslag- en water overlastgegevens. Die moetenoperationele water beheerders in de stad in staat stellenadequaat te reageren op hevige neerslag en de schade doorwateroverlast te voorkomen.Verder neemt <strong>Aquafin</strong> deel aan drie Vlaamse projecten diein <strong>2012</strong> werden opgestart. Van restwarmte naar proceswarmteis een Vlaams gesubsidieerd onderzoeksproject van dehogeschool West-Vlaanderen, dat tot doel heeft restwarmte inde industrie op te waarderen voor verschillende toepassingen.De blauwe cirkel is een Vlaams collectief innovatietrajectvan een ruime groep van grote bedrijven en KMO’s rond hetduurzaam hergebruik van water en valorisatie van reststromenmet hoge concentratie aan zouten. Doel is het nagaan vanhet valorisatiepotentieel van anorganische zoutstromen,waaronder voor <strong>Aquafin</strong> slibwaters van slibgistingen.Innovatieve stikstofverwijdering in actief-slib is een Vlaamsgesubsidieerd onderzoeksproject gericht op de optimalisatievan het Anammoxproces. Bij dit proces verloopt de biologischestikstofverwijdering via een verkorte stikstofcyclus, wat leidttot een hogere energie-efficiëntie.Belangrijkste risicofactorenAFREKENINGEN VAN DE FINANCIËLE JAREN2010 & 2011 DOOR HET ECONOMISCH TOEZICHTOp 20 juli <strong>2012</strong> heeft de Vlaamse Regering de rekeningvan het boekjaar 2010 goedgekeurd. Een zeer beperkt bedragwerd verworpen.Het advies over het boekjaar 2011 werd door het economischtoezicht overgemaakt aan de Minister van Leefmilieu. Het voorstelwordt door de minister in beraad gehouden. Na analyse vanhet advies heeft <strong>Aquafin</strong> een antwoord geformuleerd op degestelde vragen en aangegeven onduidelijkheden. Wij menende redelijkheid van de gemaakte kosten voldoende te hebbenaangetoond. Om die reden is er dan ook geen provisie aangelegdvoor eventueel te verwerpen kosten.OPLEVERINGSDOSSIERS VOOR HET GEWESTTijdens de laatste maanden van <strong>2012</strong> werd bij het opleverenvan nieuwe installaties vastgesteld dat het Vlaamse Gewest,meer dan vroeger, de redelijkheid van kosten betwist.<strong>Aquafin</strong> is zich terdege bewust van deze gewijzigde houdingen probeert er pro-actief op in te spelen door zijn dossiersaan te passen en nog beter voor te bereiden.Daar waar <strong>Aquafin</strong> meent dat het Vlaamse Gewestbepaalde kosten ten onrechte weigert, neemt ze aangepasteremediërende acties.


JURIDISCHE GESCHILLENVERZEKERINGSDOSSIERSnWateroverlast in een woonwijknOnvoldoende betonwapening op RWZI DeurneDit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlastbij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998.Eind 2010 deed de rechter een voor <strong>Aquafin</strong> gunstigeuitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard,niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen dezeuitspraak is door de tegenpartijen in april 2011 beroepingesteld. Deze beroepsprocedure loopt nog steeds.Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding omde vroegere beslissing geen provisie aan te leggen te wijzigen.nRWZI Deurne - instorting tussenmuurOp RWZI Deurne stortte in september <strong>2012</strong> de muur tussenhet anaërobe bekken en een beluchtingsbekken in. De instortingbracht een aanzienlijke materiële gevolgschade met zich mee.<strong>Aquafin</strong> heeft na verder onderzoek uit veiligheids overwegingenbijkomende maatregelen genomen, zoals het leegpompen vaneen extra bekken. Deze maatregelen hadden dan weer impactop de waterzuivering en de slibverwerking in de droger.Naast de materiële schade, lijdt <strong>Aquafin</strong> dus ook aanzienlijkeoperationele schade.Om deze gevolgschade te beperken zonder onze kansenom de schade bij eventuele derde aansprakelijke partijen terecupereren in het gedrang te brengen, nam <strong>Aquafin</strong> hetinitiatief om een gerechtsdeskundige te laten aanstellen.Zijn opdracht bestaat erin om het zo snel mogelijk opnieuw ingebruik nemen en herstellen van de installatie te combinerenmet het onderzoek naar mogelijke oorzaken.In januari 2013 gaf de gerechtsdeskundige de toestemmingom één bekken weer in gebruik te nemen en kon de drogeropnieuw opstarten. Ondertussen werd onderzoek gedaannaar mogelijke oorzaken en werden de eerste stappen gezetom het herstel van de installatie mogelijk te maken.Aangezien er duidelijke indicaties zijn dat derde partijentechnische aansprakelijkheid dragen, is er op dit ogenblik noggeen reden om een provisie aan te leggen.In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaaldebeluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurneonvoldoende gewapend waren, als gevolg van een ontwerp -fout. Volgens <strong>Aquafin</strong> is dit schadegeval deels gedekt dooronze Alle Bouwplaatsrisico-verzekering (ABR) en deels doorde beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokkenstudiebureau.Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werdin 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat deontwerpfout maakte en deels van het op de werf actievecontroleorganisme. Deze recuperatieprocedures worden actiefopgevolgd maar lopen nog steeds. Dit deel van de kostenwerd geprovisioneerd.nBetonproblematiek op RWZI BruggeBij de voorlopige oplevering van de renovatie van RWZIBrugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening vande wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast testaan dat deze schade zich verder zet en niet alleen in ditbekken. Een analyse door <strong>Aquafin</strong> besteld, duidde tweeoorzaken aan: een onvoldoende betondekking en verhoogdechloridewaarden. Op basis van de studie werd in samenspraakmet de aannemer een herstelmethode uitgewerkt. Waar nodigmoet de beton worden hersteld en aangevuld en moet erook een zogenaamde kathodische bescherming wordenaangebracht. De eigenlijke herstellingen werden uitgevoerd inde afgelopen jaren. Ze worden in 2013 afgerond. De kostenvan het eerst vermelde deel van het herstel worden door deaannemer gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door<strong>Aquafin</strong>. Er is een dading afgesloten tussen de verzekerings -maatschappij en de verzekerden en tussen de verzekerdenonderling.De ABR-verzekeraar ACI is voor een aanzienlijk bedrag tussengekomen. Dit bedrag dekte enerzijds de reeds uitgevoerdeherstel- en beschermingsmaatregelen en zal anderzijds dienenom de kost van de nog uit te voeren werken te dekken.In dit dossier wijzen de feiten niet op een noodzaak tot hetaanleggen van een provisie.Verslag van de raad van bestuur 19


20Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Belangrijkste evoluties na het boekjaarGOEDKEURING OPTIMALISATIEPROGRAMMA2014Op 19 oktober <strong>2012</strong> heeft de Vlaamse Regering het budgetvoor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiverings -infrastructuur voor het programmajaar 2014 opnieuwvastgelegd op 250 miljoen euro. Op 4 januari 2013 werd deopdracht tot uitvoering van dit programma door Vlaamsminister van Leefmilieu Joke Schauvliege overgemaakt aan<strong>Aquafin</strong>.Het optimalisatieprogramma 2014 voorziet budget voor126 nieuwe projecten en 21 projecten die werden doorgeschovennaar dit programma. Verder wordt er voor 9 projecten alleenhet studiewerk (opmaak technisch plan) opgedragen.Het opgedragen bedrag voor al deze projecten bedraagt139,5 miljoen euro, waarvan 71,5 miljoen euro is toegewezenvoor investeringen in het kader van het lokaal pact met degemeenten.Om de toekomstige prijsstijgingen voor deze projectenop te vangen, werd er 60 miljoen euro voorzien. De resterende50 miljoen euro is in dit programma expliciet ter beschikkinggesteld voor de afbouw van de gecumuleerde overschrijdingvan het investerings- en het renovatieprogramma vanvroegere programmajaren.De optimalisatieprogramma’s worden opgemaakt doorde Vlaamse Milieumaatschappij, in overleg met <strong>Aquafin</strong>,de provincies en de bekkenbesturen. Ze omvatten projectengericht op de bijkomende sanering van lozingspunten,de bouw van kleinschalige zuiveringsinstallaties en de aanlegvan strategische regenwaterleidingen om de bestaandeinfrastructuur te verbeteren. Bij de keuze van de projectenwordt gelet op hun ecologisch en economisch rendement.OPGEDRAGEN PROJECTEN (mio euro)300250200150100500IP20042002-2003IP20052004OP20062005OP20072005OP20082006-2007OP20092008OP20102009OP20112010OP<strong>2012</strong>2011OP2013<strong>2012</strong>OP20142013n Waarde projectenn Lokaal pactn Toegezegd budget


Commentaar bij de geconsolideerde balansOp het einde van het boekjaar bedraagt het balanstotaal2.445 miljoen euro, 149 miljoen euro hoger dan vorig boekjaar.Deze toename is grotendeels een gevolg van de aangroeivan de lange termijn vordering in het kader van de beheers -overeenkomst. De toename van deze vordering is op zicheen gevolg van de netto-aangroei van de investeringen inde waterzuiverings infrastructuur, uitgevoerd in opdracht vanhet Vlaamse Gewest. Zo werden in <strong>2012</strong> investerings- enoptimalisatie projecten opgeleverd voor een totale aannemings -waarde van bijna 175 miljoen euro. Anderzijds kocht <strong>Aquafin</strong>in <strong>2012</strong> VMM-installaties aan voor bijna 64 miljoen euro inhet kader van de uitvoering van addendum N° 7 aan debeheersovereenkomst (bedrag inclusief registratierechten enkosten). Alle installaties blijven eigendom van <strong>Aquafin</strong> tot heteinde van de beheers overeenkomst met het Vlaamse Gewest.Ook de activa in aanbouw maken deel uit van deze vordering.Onder de overige financiële activa worden o.a. de nog tefactureren vergoedingen m.b.t. prestaties buiten het kader vande beheersovereenkomst opgenomen. De toename van dezepost resulteert uit de toegenomen bouwactiviteit voor dergelijke‘commerciële’ projecten.In 2011 werd <strong>Aquafin</strong> geconfronteerd met een groterefinancieringsbehoefte dan voorgaande jaren, omwille van deaankoop van gronden en installaties van de VMM in het kadervan addendum N° 7 aan de beheersovereenkomst. De bankenwaren beperkt in hun mogelijkheden om bijkomende leningente verstrekken, doordat ze zelf geconfronteerd werden metgestegen kosten en nieuwe regulering. Belgische institutioneleinvesteerders hadden wel veel interesse om <strong>Aquafin</strong> tefinancieren. Deze opportuniteit werd dan ook ten volle benut:er werd voor 285 miljoen euro aan financiering opgehaaldvia dit kanaal. Doordat dit volledige bedrag niet onmiddellijkkon aangewend worden voor de financiering van projecten,ontstond een tijdelijk kasoverschot en werd voor bijna53 miljoen euro belegd. In <strong>2012</strong> werden deze fondsenaangewend voor de hoger vermelde aankoop van installatiesvan de VMM.De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking opjuridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in hetkader van de uitvoering van de beheersovereenkomst enverwerking van het slib gebufferd in de installaties.De financiering op lange termijn is gebaseerd op deaffectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van dekredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de toekomstigeaanspraken die <strong>Aquafin</strong> heeft op de drinkwater maatschappijen,respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaanuit het nog niet betaalde gedeelte van de investerings projectendie al opgeleverd zijn. Per einde <strong>2012</strong> was dit bedrag 1.721 miljoeneuro. In <strong>2012</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> 190 miljoen euro kredieten op langetermijn opgenomen, waarvan 100 miljoen euro bij de EuropeseInvesteringsbank en 90 miljoen euro bij commerciële bankenen/of institutionele investeerders. Rekening houdend metde terugbetalingen van al eerder opgenomen leningenbedraagt het saldo van de bankleningen op lange termijnonder affectatie 1.491 miljoen euro, waarvan bijna 146 miljoeneuro binnen het jaar moet worden terugbetaald.In het afgelopen boekjaar was er een toename van definanciering op korte termijn via commercial paper van 73 miljoeneuro per einde 2011 naar 127 miljoen euro per einde <strong>2012</strong>.<strong>Aquafin</strong> beschikt over een kredietlijn van 165 miljoen euro,inclusief de gesyndiceerde lening voor de financiering op kortetermijn van activiteiten binnen het kader van de beheers -overeenkomst. Voor de financiering op korte termijn vangemeentelijke projecten heeft <strong>Aquafin</strong> een kredietlijn van17 miljoen euro beschikbaar. Binnen beide kredietlijnenwerden geen opnames verricht per einde <strong>2012</strong>.<strong>Aquafin</strong> gebruikt derivaten om renterisico’s af te dekken dievoortvloeien uit de financieringsactiviteiten. De (negatieve)marktwaarde van de hedgingstructuren is opgenomen onderde overige langlopende financiële verplichtingen.Verslag van de raad van bestuur 21


22Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Commentaar bij de geconsolideerdewinst- en verliesrekening en het overzichtvan gerealiseerde en niet-gerealiseerderesultatenIn de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest isbepaald dat de vergoeding van <strong>Aquafin</strong> gebeurt op basis vande doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met eenvergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op huninbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten enopbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar.De verhoging van de kosten en in het bijzonder die vangrond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen,personeel kosten ligt in de lijn van de groei van deinfrastructuur die door <strong>Aquafin</strong> geëxploiteerd en uitgebouwdwordt, zowel binnen als buiten het kader van de beheers -overeenkomst.De sterke toename van de financiering met vreemdvermogen tijdens 2011 en <strong>2012</strong> resulteert in een sterke stijgingvan de financieringskosten met 6,3 miljoen euro ten opzichtevan boekjaar 2011.Vanaf aanslagjaar 2007 werd het begrip notioneleinterestaftrek ingevoerd in de vennootschapsbelasting,waardoor de kost van de waterzuivering voor de burgerbeperkt blijft. Het gedeelte van de vennootschapsbelastingten laste van de activiteiten binnen de beheersovereenkomstkan als redelijke kost doorgerekend worden naar dedrinkwatermaatschappijen.Het grootste deel van de wijziging van de marktwaarde vande hedgingstructuren over <strong>2012</strong> – gedeelte dat betrekking heeftop kwalificerende kasstroomafdekkingen – wordt opgenomenin het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerderesultaten. Aangezien <strong>Aquafin</strong> – binnen de beheers -overeenkomst – recht heeft om voor financieringskosteneen vergoeding te ontvangen, worden wijzigingen in demarktwaarde van de financiële instrumenten als vorderingerkend, ten opzichte van de niet-gerealiseerde resultaten.Anderzijds wordt een gedeelte van de wijziging van demarktwaarde van de hedgingstructuren over <strong>2012</strong> opgenomenin de winst- en verliesrekening.Met het actief beheer van het renterisico wil <strong>Aquafin</strong> definancieringskost optimaliseren. Sinds 2006 heeft de Raadvan Bestuur de implementatie van een dynamisch beheer vanhet renterisico goedgekeurd, waarbij de krijtlijnen voor hetrentemanagement zijn uitgetekend.Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingenen de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende kosten enopbrengsten, inclusief het resultaat van de commerciëleactiviteiten, wordt de winst voor belastingen uit voortgezettebedrijfsactiviteiten 10,19 miljoen euro.


Verslag van de raad van bestuur 23


24 Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>


JaarrekeningVerslag van de commissaris 26Balans en resultatenrekening 28Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening 33Toelichtingen bij de geconsolideerd balans 40Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening 62Toelichtingen bij het geconsolideerde kasstroomoverzicht 67Segmentrapportering 68Informatieverschaffing over verbonden partijen 69Specifieke toelichtingen vereist onder het Wetboek van Vennootschappen 6925


26Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Verslag van de commissarisVERSLAG VAN DE COMMISSARIS AANDE ALGEMENE VERGADERING VAN DEAANDEELHOUDERS VAN AQUAFIN NVOVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENINGOVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP31 DECEMBER <strong>2012</strong>Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij uverslag uit in het kader van ons mandaat van. Dit verslag omvatons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenalsde vereiste bijkomende vermeldingen.VERKLARING ZONDER VOORBEHOUD OVERDE GECONSOLIDEERDE JAARREKENINGWij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerdejaarrekening van <strong>Aquafin</strong> NV en haar dochterondernemingen(samen “de groep”) over het boekjaar afgesloten op 31 december<strong>2012</strong>, opgesteld in overeenstemming met de InternationalFinancial Reporting Standards (<strong>IFRS</strong>) zoals aanvaard binnende Europese Unie, en met de in België van toepassing zijndewettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze gecon -solideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balansafgesloten op 31 december <strong>2012</strong>, de geconsolideerderesultatenrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzichten het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigenvermogen voor het boekjaar afgesloten op 31 december <strong>2012</strong>,alsook het overzicht van de belangrijkste waarderingsregels enandere toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaalbedraagt € 2.445.148 (000) en de geconsolideerde winst vanhet boekjaar, aandeel van de groep, bedraagt € 9.695 (000)nVerantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor hetopstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerdejaarrekeningHet opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valtonder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur.Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementerenen in stand houden van een interne controle met betrekking tothet opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerdejaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang alsgevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezenen toepassen van geschikte waarderingsregels, en het makenvan boekhoudkundige schattingen die onder de gegevenomstandigheden redelijk zijn.nVerantwoordelijkheid van de commissarisHet is onze verantwoordelijkheid een oordeel over dezegeconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen opbasis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerdovereenkomstig de wettelijke bepalingen en <strong>volgens</strong> deinternationale auditstandaarden (ISA’s). Deze controle normenvereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerddat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat degeconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieelbelang bevat.Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controle -werkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controleinformatieover de in de geconsolideerde jaarrekeningopgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van dezecontrolewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsookvan onze inschatting van het risico dat de geconsolideerdejaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat alsgevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het makenvan onze risico-inschatting houden wij rekening metde bestaande interne controle van de groep met betrekking tothet opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerdejaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden degepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om eenoordeel te geven over de effectiviteit van de interne controlevan de groep. Wij hebben tevens de gegrondheid van dewaarderingsregels en van de consolidatie grondslagen,de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundigeschattingen gemaakt door de groep, alsook de voorstellingvan de geconsolideerde jaarrekening, als geheel beoordeeld.Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en vande verantwoordelijken van de groep de voor onze controle -werkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingenverkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregencontrole-informatie een redelijke basis vormt voor hetuitbrengen van ons oordeel.nOordeelNaar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekeningeen getrouw beeld van het vermogen en de financiëletoestand van de groep per 31 december <strong>2012</strong>, en van zijnresultaten en kasstromen voor het boekjaar afgesloten op diedatum, in overeenstemming met de <strong>IFRS</strong> zoals aanvaardbinnen de Europese Unie, en met de in België van toepassingzijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.


BIJKOMENDE VERMELDINGENHet opstellen en de inhoud van het geconsolideerdjaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raadvan bestuur.In het kader van ons mandaat, is het onze verantwoorde -lijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten,de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaireverplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wijde volgende bijkomende verklaring die niet van aard is omde draagwijdte van ons oordeel over de geconsolideerdejaarrekening te wijzigen:• Het geconsolideerd jaarverslag behandelt de doorde wet vereiste inlichtingen en stemt overeen metde geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echterniet uitspreken over de beschrijving van de voornaamsterisico’s en onzekerheden waarmee de gezamenlijke inde consolidatie opgenomen ondernemingen wordengeconfronteerd, alsook van hun positie, hun voorzienbareevolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feitenop hun toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwelbevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbareinconsistenties vertonen met de informatie waaroverwij beschikken in het kader van ons mandaat.Antwerpen, 2 april 2013Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBACommissarisvertegenwoordigd doorRonald Van den EckerVennootRef: 13RVE0092Jaarrekening27


28Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Balans en resultatenrekeningGECONSOLIDEERDE BALANS (per 31 december <strong>2012</strong>)(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011ACTIVAVASTE ACTIVALange termijn vordering beheersovereenkomst 5.0 2.220.984 2.056.559Overige financiële activa 5.1 38.663 27.440Totaal 2.259.648 2.083.999VLOTTENDE ACTIVAKorte termijn vordering beheersovereenkomst 5.0 134.552 111.643Handelsvorderingen en overige vorderingen 5.2 45.864 27.188Overige financiële vlottende activa 5.3 974 1.476Geldmiddelen en kasequivalenten 5.4 4.110 71.763Vaste activa of groepen van activa aangehouden voor verkoop 185.500 212.069TOTAAL ACTIVA 2.445.148 2.296.068EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGENEIGEN VERMOGENGeplaatst kapitaal 5.5 210.900 210.900Groepsreserves 5.6 & 5.7 29.341 27.741Eigen vermogen toe te rekenen aan houders vaneigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij 240.241 238.641Totaal eigen vermogen 240.241 238.641LANGLOPENDE VERPLICHTINGENRentedragende leningen 5.8 1.510.594 1.568.254Overige langlopende financiële verplichtingen 5.9 187.190 135.401Voorzieningen 5.10 7.357 7.064Pensioenverplichting 5.11 14.770 6.827Totaal 1.719.911 1.717.546KORTLOPENDE VERPLICHTINGENHandelsschulden en overige te betalen posten 5.12 81.570 83.115Rentedragende leningen 5.8 373.827 239.910Overige kortlopende financiële verplichtingen 5.13 14.305 15.086Te betalen belasting 5.14 15.294 1.770Totaal 484.997 339.881Totaal verplichtingen 2.204.907 2.057.427TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2.445.148 2.296.068


GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (over het boekjaar <strong>2012</strong>)(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITENGeleverde diensten 6.0 338.574 297.445Opbrengsten 338.574 297.445Overige bedrijfsopbrengsten 6.1 4.702 15.804Grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen 6.2 -186.200 -163.426Personeelskosten 6.3 -61.694 -59.187Afschrijvingen, amortisaties en bijzondere waardevermindering 6.4 -109 -344Overige lasten 6.5 -5.606 -4.074Financieringskosten 6.6 -85.653 -79.323Financieringsopbrengsten 6.7 6.179 2.237Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 10.194 9.132Belastingslast 6.8 -2.388 -1.980Doorrekening belastingslast via vordering beheersovereenkomst 6.8 1.889 876Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 9.695 8.028NETTOWINST 9.695 8.028Toe te rekenen aan:Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij 9.695 8.028Winst per aandeel (€)gewone winst per aandeel, toe te rekenen aan houdersvan gewone aandelen van de moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91verwaterde winst per aandeel, toe te rekenen aan houdersvan gewone aandelen van de moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91Winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (€)gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten,toe te rekenen aan houders van gewone aandelen vande moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten,toe te rekenen aan houders van gewone aandelen vande moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91Jaarrekening29


30Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE ENNIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (over het boekjaar <strong>2012</strong>)(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011NETTOWINST 9.695 8.028NIET-GEREALISEERDE RESULTATENNetto waardestijging op kasstroomafdekkingen 5.9 -52.965 -79.711Doorrekening via vordering beheersovereenkomst 5.9 52.965 79.711Actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen 5.11 -7.439 564Doorrekening via vordering beheersovereenkomst 5.11 7.439 -564Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen 0 0TOTALE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN NA BELASTINGEN 9.695 8.028Toe te rekenen aan:Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij 9.695 8.028


GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN(per 31 december <strong>2012</strong>)EIGEN VERMOGEN TOE TE REKENEN AAN DE HOUDERSVAN EIGEN-VERMOGENSINSTRUMENTEN VANDE MOEDERMAATSCHAPPIJTotaal eigen(in 000 euro) Geplaatst kapitaal Groepsreserves vermogenPER 1 JANUARI <strong>2012</strong> 210.900 27.741 238.641Winst over het boekjaar 9.695 9.695Niet-gerealiseerde resultaten 0 0GEREALISEERD EN NIET-GEREALISEERD RESULTAAT 0 9.695 9.695Kapitaalsvolstorting 0 0 0Dividenden -8.096 -8.096PER 31 DECEMBER <strong>2012</strong> 210.900 29.341 240.241GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN(per 31 december 2011)EIGEN VERMOGEN TOE TE REKENEN AAN DE HOUDERSVAN EIGEN-VERMOGENSINSTRUMENTEN VANDE MOEDERMAATSCHAPPIJTotaal eigen(in 000 euro) Geplaatst kapitaal Groepsreserves vermogenPER 1 JANUARI 2011 198.400 26.437 224.837Winst over het boekjaar 8.028 8.028Niet-gerealiseerde resultaten 0 0GEREALISEERD EN NIET-GEREALISEERD RESULTAAT 0 8.028 8.028Kapitaalsvolstorting 12.500,0 0 12.500Dividenden -6.724 -6.724PER 31 DECEMBER 2010 210.900 27.741 238.641Jaarrekening31


32Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (over het boekjaar <strong>2012</strong>)(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011OPERATIONELE ACTIVITEITENBetalingen aan leveranciers -170.164 -157.537Betalingen aan personeel -61.502 -59.189Ontvangsten klanten 7.1 433.157 407.661Betaalde vennootschapsbelasting -2.594 -1.713Netto operationele kasstroom 198.897 189.223INVESTERINGSACTIVITEITENAanschaffingen binnen vordering beheersovereenkomst -265.080 -367.673Netto investerings cash flow -265.080 -367.673FINANCIERINGSACTIVITEITENOntvangsten financiering 244.000 442.400Aflossing financiering -158.373 -141.357Betaalde intresten -68.535 -56.419Ontvangsten uit kapitaalverhoging 0 12.500Uitgekeerde dividenden -8.096 -6.724Overige investeringstransacties (netto) -10.465 -4.446Netto financieringscashflow -1.470 245.954Netto toename kas en kasequivalenten -67.653 67.504KAS EN KASEQUIVALENTEN OP 1 JANUARI 71.763 4.259KAS EN KASEQUIVALENTEN OP 31 DECEMBER 4.110 71.763


Toelichtingen bij de geconsolideerdejaarrekeningAlgemene informatieINFORMATIE OVER DE ONDERNEMING<strong>Aquafin</strong> is een naamloze vennootschap die werd opgerichtop 25 april 1990. De vennootschap is gevestigd in België,te 2630 Aartselaar. <strong>Aquafin</strong> heeft op 29 september 2009 eenobligatielening uitgegeven die noteert op Euronext Brussels(http://www.aquafin.be/UserFiles/File/pdf/KT_-_Fortis_<strong>Aquafin</strong>_-_Prospectus__final.pdf).Voor een beschrijving van de voornaamste activiteitenverwijzen we naar het jaarverslag.De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar <strong>2012</strong>werd goedgekeurd voor publicatie door de raad van bestuurvan 7 maart 2013.<strong>Aquafin</strong> NV is een 100% dochtervennootschap van deVlaamse Milieuholding.Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving,inclusief cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnenvan schattingsonzekerhedenGRONDSLAG VOOR DE OPSTELLING,WAARDERINGSREGELS EN CONSOLIDATIEnVoorstellingsbasisDe geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld op basisvan de historische kostprijsmethode met uitzondering vande afgeleide producten die aan reële waarde wordengewaardeerd. De geconsolideerde jaarrekening wordtvoorgesteld in (duizend) euro.nOvereenstemmingsverklaringDe geconsolideerde jaarrekening van de groep werdopgesteld in overeenstemming met de International FinancialReporting Standards (<strong>IFRS</strong>), zoals gepubliceerd door de IASBen aanvaard binnen de Europese Unie.nBasis voor de consolidatiea. DochterondernemingenDochterondernemingen zijn ondernemingen waaroverde groep een beslissende invloed (‘zeggenschap’)uitoefent. Er is sprake van zeggenschap als de groep demacht heeft om, direct of indirect, het financiële enoperationele beleid van een entiteit te sturen omvoordelen te verkrijgen uit de activiteiten van die entiteit.De jaarrekening van een dochteronderneming wordt inde geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf dedatum van verwerving tot het einde van de zeggenschap.b. Geëlimineerde transacties bij de consolidatieAlle intragroepsaldi, -baten en -lasten en ongerealiseerdebaten, lasten en dividenden voorvloeiend uit transactiesbinnen de groep worden bij de opstelling van degeconsolideerde jaarrekening volledig geëlimineerd.De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar <strong>2012</strong>,eindigend op 31/12/<strong>2012</strong>, omvat de vennootschap en haardochteronderneming (verder ‘de groep’ genoemd) en het belangvan de groep in geassocieerde deelnemingen. Alle entiteitenvan de groep hanteren dezelfde grondslagen voor financiëleverslaggeving.Jaarrekening33


34Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>BELANGRIJKE BOEKHOUDKUNDIGEBEOORDELINGEN, SCHATTINGEN ENVERONDERSTELLINGENnBeoordelingenHet management is van oordeel dat voorzieningen voorpersoneelsbeloningen, bijzondere waardeverminderingene.d. ingeschat werden op basis van marktconforme parameters.De brugpensioenregeling wordt tevens verwerkt alstoegezegde pensioenregeling, aangezien de groep een feitelijkeverplichting heeft tegenover de betrokken werknemers.De groep erkent een voorziening op de balans die berekendwerd <strong>volgens</strong> de “projected unit credit-methode”.nSchattingen en veronderstellingenVoor de uitvoering van zijn (bovengemeentelijke) opdrachtensloot <strong>Aquafin</strong> NV een beheersovereenkomst af met hetVlaamse Gewest. In de beheersovereenkomst wordt bepaaldwat de taken van <strong>Aquafin</strong> NV zijn en welke vergoedinghiervoor aan het bedrijf toekomt.Onderstaande elementen uit deze beheersovereenkomstzijn cruciaal in de verdere beoordeling van de rekeningen.• Alle redelijke kosten die <strong>Aquafin</strong> NV maakt in het kadervan de bovengemeentelijke sanering worden vergoed doorhet Vlaamse Gewest via de drinkwatermaatschappijen.• De beheersovereenkomst heeft een rollend karakter,wat betekent dat ze automatisch jaarlijks wordtverlengd, tenzij één van de partijen de overeenkomstheeft opgezegd. De opzegtermijn bedraagt wel 20 jaar.• Tijdens de uitvoering van de beheersovereenkomst heeft<strong>Aquafin</strong> NV het recht van gebruik en genot op de doorhet bedrijf opgerichte, aangekochte of geleasde infra -structuur. Aan het einde van de beheers overeenkomst– na verrekening van alle resterende verschuldigdevergoedingen – gaat het eigendomsrecht van dezeinfrastructuur “om niet” over op het Vlaamse Gewest.• Tijdens de uitvoering van de beheersovereenkomstblijft het bouw- en exploitatierisico voor rekening van<strong>Aquafin</strong> NV.De interpretatie IFRIC 12 - Dienstverlening uit hoofde vanconcessieovereenkomsten is van toepassing op publiek-privateovereenkomsten als aan de volgende voorwaarden voldaan is:• de concessieverlener (zogenaamde ‘grantor’) controleertof reguleert welke diensten de operator dient te leverenmet de infrastructuur, aan wie deze diensten moetengeleverd worden en tegen welke prijs;• de concessieverlener controleert door eigendom hetuiteindelijk recht. Anders gesteld, de concessieverlenerheeft controle over enige significante residuele waardein de infrastructuur op het einde van de looptijd van deovereenkomst.Het belangrijkste kenmerk van de bovenvernoemdeinterpretatie is de aard van de diensten. De activiteiten vande operator dienen van ‘publiek nut’ te zijn (de zogenaamde‘public service obligation’). De diensten met betrekking tot deinfrastructuur worden verstrekt door <strong>Aquafin</strong> aan het publiek(in ruime betekenis) binnen een vooropgesteld beleid, nl. debeheersovereenkomst. Die bepaalt welke ‘publieke’ dienstenmoeten worden geleverd, namelijk de uitbouw en het beheervan de bovengemeentelijke infrastructuur voor de zuiveringvan huishoudelijk afvalwater.Infrastructuur-activa binnen het toepassingsgebied zijndeze die gebouwd of verworven worden met het oog opgebruik binnen de concessieovereenkomst of bestaandeinfrastructuur waarover de operator toegang verleend wordt.Alle door <strong>Aquafin</strong> NV opgerichte, aangekochte of geleasdeinfrastructuur in het kader van de beheersovereenkomst methet Vlaamse Gewest valt binnen het toepassingsgebiedvan deze interpretatie. Bijgevolg wordt de betreffendeinfrastructuur niet verwerkt als materiële vaste activa in dejaarrekening van de onderneming.GRONDSLAGEN VOOR ELEMENTENVAN DE BALANSnnImmateriële activaOnderzoek en ontwikkelingUitgaven ten gevolge van onderzoeksactiviteiten wordenten laste genomen van het resultaat in de periode dat zegemaakt worden.Lease-overeenkomstena. De groep als leasingnemerDe groep heeft een aantal operationele lease -overeenkomsten afgesloten. Ze bevatten dus geenoverdracht van de wezenlijke risico’s en voordeleninherent aan de eigendom. Bij operationele leasesworden de leasebetalingen als kosten opgenomen enlineair gespreid over de leaseperiode.


. De groep als leasinggeverc. Geldmiddelen en kasequivalentennLeaseovereenkomsten waarbij de groep optreedt alsleasinggever classificeren als financiële lease wanneer degroep nagenoeg alle – aan de eigendom van een actiefverbonden – risico’s en voordelen overdraagt aan deleasingnemer. De groep zal een vordering opnemen inde balans, gelijk aan de netto-investering in de lease.Financiële activaa. Vorderingen in het kader van de concessieovereenkomstIn het kader van de toepassing van IFRIC 12, past de groephet “financiële actiefmodel” toe. Dit is van toepassingwanneer de exploitant beschikt over een onvoorwaardelijkrecht om geldmiddelen of een ander financieel actiefte ontvangen van de concessieverlener.In ruil voor de geleverde prestaties in het kader vande concessieovereenkomst, heeft de groep als exploitanteen onvoorwaardelijk contractueel recht en wordt zecontractueel – binnen het kader van de beheers -overeenkomst – vergoed door de cedent of toekenner(het Vlaamse Gewest).Dit financieel actief zal door de groep als een vorderingworden beschouwd die valt onder de categorie“Leningen en vorderingen”. Initieel wordt de vorderingopgenomen aan reële waarde, die overeenstemt met zijnnominale waarde, gelet op het geldend regulatoir kaderwaarbinnen de groep opereert. Verder wordt devordering gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs,die wordt berekend aan de hand van de zogenaamdeeffectieve rentemethode. Door de specifieke contextwaarin de groep haar activiteiten uitoefent en doordatde groep geen interestvergoeding mag aanrekenen,heeft de berekening van de effectieve rentevoet geenimpact.nnGeldmiddelen omvatten contanten en direct opvraagbaredeposito’s. Kasequivalenten zijn kortlopende, uiterst liquidebeleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet ingeldmiddelen waarvan het bedrag bekend is en die geenmaterieel risico van waardeverandering in zich dragen.d. Voor verkoop beschikbare financiële activaVoor verkoop beschikbare financiële activa zijn dieniet-afgeleide financiële activa die worden aangemerktals voor verkoop beschikbaar of die niet wordengeclassificeerd als (a) leningen en vorderingen, (b) toteinde looptijd aangehouden beleggingen of (c) financiëleactiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerkingvan waardeveranderingen in de winst-en-verlies -rekening. Ze worden gewaardeerd aan reële waarde inde balans met verwerking van waardeveranderingenin de niet-gerealiseerde resultaten.Schuldena. Financiële schuldenBij eerste opname in de balans worden financiëleverplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde,vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreekszijn toe te rekenen aan de uitgifte van de financiëleverplichting. Na de eerste opname worden deze financiëleverplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kost -prijs, waarbij gebruik wordt gemaakt van de effectieverentemethode.b. Handelsschulden en andere schulden op korte termijnHandelsschulden en andere schulden op korte termijnworden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.Voorzieningenb. Handelsvorderingen en overige vorderingenVoorzieningen worden in de balans opgenomen als:Deze financiële activa worden in overeenstemming metIAS39 §46 (a) – bij initiële opname aan reële waardevermeerderd met eventuele transactiekosten – aangeamortiseerde kostprijs gewaardeerd. De waarderingvan vastrentende effecten volgt dezelfde regels.Op elke balansdatum worden de oninbare vorderingenafgeschreven tegenover de betreffende provisierekening.Zowel toevoegingen aan deze provisierekening alsterugnames worden gerapporteerd in de winst-enverliesrekening.• de groep een bestaande (in rechte afdwingbare offeitelijke) verplichting heeft ten gevolge van eengebeurtenis in het verleden;• het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelendie economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijnom de verplichting af te wikkelen;• een betrouwbare schatting van het bedrag van deverplichting kan worden gemaakt.Met andere woorden, voorzieningen worden opgenomenals ze waarschijnlijk zijn en als er een huidige verplichting opbalansdatum bestaat.Jaarrekening35


36Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Voorwaardelijke activa worden niet getoond in de balans,maar worden opgenomen in de toelichtingen, als een instroomvan economische voordelen waarschijnlijk is. Voorwaardelijkeverplichtingen worden niet getoond in de balans, maar wordenopgenomen in de toelichtingen, tenzij de kans op een verliesgering is.De last die met een voorziening samenhangt, wordtopgenomen in de winst- en verliesrekening. De groep neemtde zekere vergoedingen (van het Vlaams Gewest of van deverzekeringsmaatschappij) op als actief.Als de invloed door verdiscontering van de toekomstigebenodigde kasuitgaven materieel is, worden de voorzieningenjaarlijks geactualiseerd aan de hand van op balansdatumalgemeen gehanteerde verdisconteringsvoeten, die de tijds -waarde van geld uitdrukken.Voorzieningen voor personeelsbeloningenBinnen de groep bestaan er twee types van pensioen -plannen: de toegezegde bijdrageregeling en de toegezegdepensioenregeling.Verplichtingen aangaande toegezegde bijdrageregelingenworden onmiddellijk ten laste van de winst-en-verlies -rekening genomen. De periodieke premiebetaling wordtals periodekost geregistreerd.De schuld of eventueel vordering uit toegezegde pensioen -regelingen wordt opgenomen in de balans. Bij dergelijkeregelingen komt het bedrag in de balans (de netto -verplichting) overeen met de contante waarde van debrutoverplichting, verminderd met de reële waarde vande fondsbeleggingen en aangepast voor niet-opgenomenpensioenkosten van verstreken diensttijd.Om de toekomstige verplichting getrouw te kunneninschatten, wordt er een beroep gedaan op een specifiekeactuariële berekening, de zgn. projected unit credit-methode.Voor de behandeling van actuariële winsten en verliezenwerd geopteerd voor het onmiddellijk in minderingbrengen van het eigen vermogen via het overzicht vande niet-gerealiseerde resultaten.Brugpensioenregelingen worden ook verwerkt als toegezegdepensioenregelingen. De groep neemt een voorziening op dieberekend werd <strong>volgens</strong> de projected unit credit-methode.nBelastingena. WinstbelastingenActuele belastingvorderingen en -verplichtingen voorlopende en voorgaande perioden worden gewaardeerdtegen het bedrag dat naar verwachting zal wordenteruggevorderd van of betaald aan de (Belgische)belastingautoriteiten.Conform artikel 43 van de beheersovereenkomst methet Vlaamse Gewest worden alle redelijke kosten vande groep gemaakt in het kader van deze overeenkomstvergoed door de drinkwatermaatschappijen / het VlaamseGewest, inclusief alle heffingen en belastingen doorde groep verschuldigd voor de uitvoering van dezeovereenkomst.b. OmzetbelastingOpbrengsten, kosten en activa worden opgenomen naaftrek van de omzetbelasting, behalve:• als de omzetbelasting over de aankoop van activa ofdiensten niet van de belastingautoriteit kan wordenteruggevorderd, in welk geval de omzetbelastingwordt opgenomen als onderdeel van de kosten vande verwerving van het actief of als onderdeel van dekostenpost;• vorderingen en schulden die inclusief de omzet -belasting worden verantwoord.Het nettobedrag van de omzetbelasting die kan wordenteruggevorderd van of betaalbaar is aan de belasting -autoriteit wordt opgenomen als een onderdeel vande vorderingen en schulden in de balans.c. Uitgestelde belastingenGelet op de specifieke bepalingen binnen de beheers -overeenkomst, heeft de groep geen tijdelijke verschillenop activa of verplichtingen die aanleiding zouden geventot het opzetten van een uitgestelde belastingschuldof -vordering.GRONDSLAGEN VOOR ELEMENTENVAN DE WINST- EN VERLIESREKENINGnOpbrengstenConform de beheersovereenkomst worden alle redelijkekosten van de onderneming vergoed door het VlaamseGewest via de drinkwatermaatschappijen.


Opbrengsten worden opgenomen als het waarschijnlijk isdat de economische voordelen met betrekking tot de transactienaar de onderneming zullen vloeien en als het bedragvan de opbrengsten op een betrouwbare manier kan gemetenworden. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzet -belastingen en kortingen. Opbrengsten uit de verkoop vangoederen of levering van diensten worden opgenomen alsde levering en de volledige overdracht van risico’s en voordelenheeft plaatsgevonden.Dividenden worden opgenomen op het ogenblik dat hetrecht van de aandeelhouder op ontvangst vastgelegd is.na. Onderhanden projecten in opdracht van derdenVoor onderhanden projecten in opdracht van derdendie niet onder de concessieovereenkomst vallen, wordtde opbrengst <strong>volgens</strong> het stadium van afwerking vande project activiteiten in winst-en verliesrekening genomen(de percentage of completion-methode). Deze methodekan enkel worden toegepast als het resultaat vaneen onderhanden project in opdracht van derden opbetrouwbare wijze kan worden ingeschat.Op balansdatum maakt de groep een inschatting van hetresultaat van het project: het verschil tussen de verwachtecontractopbrengsten en contractkosten, evenals hetstadium van afwerking van de project activiteiten.Op verslagdatum wordt deze afwerkingsgraad toegepastop het totaal van de verwachte opbrengsten en kostenom het bedrag van kosten en opbrengsten te bepalen datin de winst- en verliesrekening van de periode komt.Als de groep een verlies verwacht op het onderhandenproject in opdracht van derden, wordt dit onmiddellijkten laste van het resultaat genomen.Wanneer het resultaat van een onderhanden project inopdracht van derden niet op een betrouwbare manier kanworden geschat, worden enkel opbrengsten opgenomenten belope van de kosten die waarschijnlijk zullenkunnen worden gerecupereerd.FinancieringskostenFinancieringskosten worden door de groep onmiddellijk alslast opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt.De groep heeft geen in aanmerking komende activa waarvoorde financieringskosten moeten geactiveerd worden.nAfdekkingDe groep gebruikt derivaten om renterisico’s af te dekkendie voortvloeien uit de financieringsactiviteiten.Het actief rentemanagement wordt gevoerd inovereenstemming met de doelstellingen en regels die doorhet bestuursorgaan werden vastgelegd. Het is de politiek vande groep om geen speculatieve transacties of transacties meteen hefboomeffect aan te gaan.Hedge categorieënEr wordt een onderscheid gemaakt tussen twee hedgecategorieën: reëlewaardeafdekkingen en kasstroom -afdekkingen.Reëlewaardeafdekkingen zijn afdekkingen van het risicovan veranderingen in de reële waarde van opgenomenactiva en verplichtingen. Zowel de derivaten die werdenaangemerkt als reëlewaardeafdekkingen als hun afgedekteactiva of verplichtingen worden gewaardeerd tegen reëlewaarde in de balans en veranderingen in reële waarde wordenopgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer eenafdekking niet langer zeer effectief blijkt, wordt de hedgeaccounting stopgezet en wordt de aanpassing aan deboekwaarde van het afgedekte rentedragende financieelinstrument lineair afgeschreven in de winst-en-verlies -rekening tot op de vervaldag van de afgedekte positie.Kasstroomafdekkingen zijn afdekkingen van de mogelijkevariabiliteit van toekomstige kasstromen die verband houdenmet opgenomen activa of verplichtingen, zeer waarschijnlijkeverwachte toekomstige transacties of niet-opgenomenvaststaande toezeggingen. Veranderingen in de reëlewaarde van een afdekkingsinstrument dat voldoet als zeereffectieve kasstroomafdekking worden in het overzicht vande niet-gerealiseerde resultaten verwerkt, meer bepaald inde afdekkingsreserve. Het niet-effectieve deel ervan wordtonmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen.Als de afgedekte kasstroom resulteert in de opname vaneen niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting,worden de gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen vanhet derivaat niet langer opgenomen in het overzicht vande niet-gerealiseerde resultaten, maar begrepen in de initiëlewaardering van de kostprijs of de boekwaarde van hetactief of de verplichting. In alle andere gevallen wordende gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen van het derivaatgetransfereerd van het overzicht van de niet-gerealiseerderesultaten naar de winst-en-verliesrekening op het ogenblikdat de afgedekte vaststaande toezegging of de voorzienetransactie resulteert in het opnemen van een winst ofeen verlies. Indien een afdekking niet langer zeer effectiefblijkt, wordt de hedge accounting stopgezet, maar niet metterugwerkende kracht. In dit geval blijven de gecumuleerdereëlewaardeaanpassingen op het afdekkingsinstrumentbehouden in het overzicht van de niet-gerealiseerderesultaten tot de toegezegde of voorziene transactie zichvoordoet.Jaarrekening37


38Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>ReëlewaardeafdekkingKasstroomafdekkingGekwalificeerd • Variatie in tijdswaarde = • Variatie in tijdswaarde =impact op resultatenrekeningimpact op resultatenrekening• Variatie in intrinsieke waarde = • Variatie in intrinsieke waarde =onderling te compenserencomponent van niet gerealiseerde resultaten• Coupon: pro rata over het jaar verrekend • Coupon: pro rata over het jaar verrekendNiet-gekwalificeerd • Variatie in totale waarde = • Variatie in totale waarde =impact op resultatenrekeningimpact op resultatenrekening• Coupon: kasstroom in dat jaar • Coupon: kasstroom in dat jaarWanneer verwacht wordt dat een toegezegde of voorzienetransactie zich niet meer zal voordoen, worden degecumuleerde reëlewaardeaanpassingen getransfereerdvan het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten naarde winst-en-verliesrekening.Boeking van de bewegingenHet onderscheid tussen gekwalificeerde en niet-gekwali -ficeerde financiële instrumenten bepaalt de verwerkingswijze.nGebeurtenissen na balansdatumGebeurtenissen na balansdatum die bijkomende informatieverschaffen omtrent de situatie van de onderneming zoals diebestond op balansdatum (zogenaamde adjusting events)worden verwerkt in de jaarrekening. Andere gebeurtenissen nabalansdatum (zogenaamde non-adjusting events) worden enkelvermeld in de toelichtingen als ze belangrijk geacht worden.nGesegmenteerde informatieVoor managementdoeleinden is de groep georganiseerd intwee operationele segmenten. Enerzijds worden er bedrijfs -activiteiten uitgeoefend binnen de concessieovereenkomst(beheersovereenkomst) met het Vlaamse Gewest, anderzijdsworden er commerciële activiteiten uitgeoefend, voornamelijkvoor (Vlaamse) steden en gemeenten. Binnen dit laatstesegment staat de groep in onmiddellijke concurrentie metandere rioolbeheerders. De segmenten worden bepaald in lijnmet de interne rapportering en zoals gerapporteerd aan hetdirectiecomité en de raad van bestuur.NIEUWE EN GEWIJZIGDE STANDAARDENEN INTERPRETATIES, VAN KRACHT VOORBOEKJAREN DIE AANVANGEN OP 1 JANUARI <strong>2012</strong>De groep heeft per 1 januari <strong>2012</strong> de volgende wijzigingenaan <strong>IFRS</strong>-standaarden toegepast:• IAS 12 Winstbelastingen (Wijziging) – Recuperatie vanUitgestelde Belastingvorderingen• <strong>IFRS</strong> 1 – Sterke Hyperinflatie en Verwijdering van Vaste Datavoor Eerste Toepassers (Wijziging)• <strong>IFRS</strong> 7 – Financiële Instrumenten: Informatie verschaffingen(Wijziging) – Overdracht van financiële activaDe bovenstaande wijzigingen hadden geen invloed opde balans of resultaten van de groep.NIEUWE EN GEWIJZIGDE STANDAARDENEN INTERPRETATIES, VAN KRACHTVOOR BOEKJAREN DIE AANVANGENNA 1 JANUARI <strong>2012</strong> OF LATERDe onderstaande standaarden, wijzigingen aan standaardenen nieuwe IFRIC interpretatie waren op de datum vanpublicatie van de jaarrekening van de groep uitgegeven,maar nog niet van kracht:• <strong>IFRS</strong> 1 Eerste Toepassing van <strong>IFRS</strong> (Wijziging) 1 , van kracht per1 januari 2013• <strong>IFRS</strong> 7 Financiële Instrumenten: Informatieverschaffingen(Wijziging), van kracht per 1 januari 2013• <strong>IFRS</strong> 9 Financiële Instrumenten 1 , van kracht per 1 januari 2015• <strong>IFRS</strong> 10 De Geconsolideerde Jaarrekening en EnkelvoudigeJaarrekening, van kracht per 1 januari 2014• <strong>IFRS</strong> 11 Gezamenlijke Regelingen, van kracht per 1 januari 2014• <strong>IFRS</strong> 12 Informatieverschaffing over Belangen in Derden,van kracht per 1 januari 2014• <strong>IFRS</strong> 13 Reële Waardebepaling, van kracht per 1 januari 2013• IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening (Wijziging), van krachtper 1 juli <strong>2012</strong>• IAS 19 Personeelsbeloningen (Wijziging), van kracht per1 januari 2013• IFRIC 20 Verwijderingskosten tijdens de exploitatie vaneen open mijn, van kracht per 1 januari 2013• IAS 32 Financiële Instrumenten: Presentatie (Wijziging),van kracht per 1 januari 2014• Jaarlijkse Verbeteringen aan <strong>IFRS</strong> (Mei <strong>2012</strong>) 1 , van krachtper 1 januari 20131 Op 30 september <strong>2012</strong> werden deze wijzigingen nog niet doorde EU goedgekeurd.


De groep verwacht dat deze wijzigingen geen materieelgevolg zullen hebben op de jaarrekening, met uitzonderingvan deze hieronder beschreven:<strong>IFRS</strong> 9 Financiële InstrumentenDe huidige versie van <strong>IFRS</strong> 9 stelt de eerste fase voor vanhet project van de IASB ter vervanging van IAS 39 en is vantoepassing op de classificatie en waardering van financiëleactiva en verplichtingen. De IASB heeft besloten om deverplichte ingangsdatum uit te stellen van 1 januari 2013naar 1 januari 2015. In de volgende fasen zal de IASBwaardevermindering en afdekking behandelen. De groepzal de invloed van deze en de volgende fasen op haarjaarrekening in hun geheel beoordelen opdat een volledigbeeld kan worden verschaft.<strong>IFRS</strong> 13 Reële-waardebepaling<strong>IFRS</strong> 13 behandelt de praktische toepassing van de reëlewaardebepalingwanneer dit door een andere standaardwordt verplicht of toegestaan. <strong>IFRS</strong> 13 heeft niet de intentieom te bepalen in welke omstandigheden activa ofverplichtingen aan reële waarde mogen worden verwerkt.De standaard is van kracht op boekjaren die aanvangenop of na 1 januari 2013 en biedt een definitie van reëlewaarde en één enkele bron van reële-waardebepaling eninformatie verschaffingen bij de toepassing ervan in <strong>IFRS</strong>.De groep is momenteel de invloed van deze standaard aanhet beoordelen, maar op basis van een voorlopige analysewordt er geen materiële impact verwacht.IAS 1 Presentatie van de JaarrekeningDe wijzigingen hebben een invloed op de presentatie vande elementen in de niet-gerealiseerde resultaten.Elementen die een invloed kunnen hebben op de winst-enverliesrekening(bijvoorbeeld actuariële winsten en verliezenop toegezegde pensioenplannen en herwaardering vangronden en gebouwen) zouden worden afgezonderd vande andere elementen (bijvoorbeeld nettowinsten opafdekkingen van netto-investeringen in een buitenlandseentiteit, wisselkoersverschillen bij de consolidatie van eenbuitenlandse activiteit, netto-veranderingen op kasstroom -afdekkingen en netto-verliezen of winsten op voor verkoopbeschikbare financiële activa). Deze wijzigingen hebbenenkel een invloed op de presentatie en hebben geen invloedop de balans of resultaten van de groep. De wijzigingenzijn van kracht voor boekjaren die aanvangen op of na1 juli <strong>2012</strong>.IAS 19 PersoneelsbeloningenDe IASB heeft tal van wijzigingen aan IAS 19 gepubliceerd.Deze omvatten fundamentele veranderingen zoals hetverwijderen van de ‘corridor-methode’, maar ook eenvoudigeverduidelijkingen of aanpassing van de verwoording.De gewijzigde standaard is van kracht voor boekjarendie aanvangen op of na 1 januari 2013. Gezien de groepde corridor-methode niet toepaste, zullen de wijzigingenvoornamelijk een invloed hebben op de winst-enverliesrekeningvan de groep als gevolg van het gewijzigderendement op de fondsbeleggingen.Jaarlijkse Verbeteringen aan <strong>IFRS</strong> (Mei <strong>2012</strong>)In mei <strong>2012</strong> heeft de IASB een nieuwe bundel met wijzigingenvan de standaarden gepubliceerd, hoofdzakelijk bedoeldter verwijdering van inconsequenties en ter verduidelijking.Voor iedere standaard gelden verschillende overgangs -bepalingen. De verwerking van de volgende wijzigingenheeft tot wijzigingen van de grondslagen geleid, maar hadgeen gevolg voor de financiële positie of resultaten vande groep.IAS 1 Presentatie van een JaarrekeningDe verbetering verduidelijkt het verschil tussen het vrijwilligverschaffen van vergelijkende cijfers en de minimaleverplichtingen. Doorgaans omvatten de verplichtingende cijfers van het vorige boekjaar.IAS 34 Tussentijdse Financiële VerslaggevingDe wijziging heeft als doel om in tussentijdse verslagende informatieverschaffingen over activa van segmenten telaten overeenstemmen met de informatieverschaffingenover verplichtingen van segmenten. Deze verduidelijkingverzekert ook dat de tussentijdse informatieverschaffingenvergelijkbaar zijn met de informatie in de jaarrekening.Onderstaande wijzigingen als gevolg van verbeteringenaan <strong>IFRS</strong>s voor de volgende standaarden hadden geen gevolgvoor de grondslagen, balans of resultaten van de groep.• <strong>IFRS</strong> 1 Eerste Toepassing van <strong>IFRS</strong>• IAS 16 Materiële vaste activa• IAS 32 Financiële Instrumenten: PresentatieDeze verbeteringen zullen van kracht zijn op boekjaren dieaanvangen op of na 1 januari 2013.Jaarrekening39


40Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Toelichtingen bij de geconsolideerdebalansTOELICHTING 5.0 CONCESSIECONTRACTEN(IFRIC 12)IFRIC 12 betreffende de dienstverlening uit hoofde vanconcessieovereenkomsten wordt toegepast in de geconsoli -deerde jaarrekening van <strong>Aquafin</strong>.nActiviteiten van <strong>Aquafin</strong><strong>Aquafin</strong> NV is in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest,om in Vlaanderen versneld werk te maken van de uitbouwvan de bovengemeentelijke rioleringsinfrastructuur. Om diedoelstelling te realiseren, legt het Vlaamse Gewest jaarlijks ineen programma de opdrachten van <strong>Aquafin</strong> vast. De VlaamseMilieumaatschappij ziet toe op de economische en deecologische resultaten van <strong>Aquafin</strong>. Voor de uitvoering vandeze opdracht werd een beheersovereenkomst opgesteldtussen <strong>Aquafin</strong> en het Vlaamse Gewest. Wijzigingen tenopzichte van de oorspronkelijke beheersovereenkomst wordenvastgelegd in addenda.In het kader van de beheersovereenkomst verzamelt<strong>Aquafin</strong> het afvalwater van de Vlaamse gezinnen in hoofd riolenen voert het naar zuiveringsinstallaties. Daarvoor bouwt <strong>Aquafin</strong>eerst de noodzakelijke infrastructuur uit: collectoren voorafvalwater, pompstations en rioolwaterzuiveringsinstallaties.<strong>Aquafin</strong> prefinanciert de opgedragen projecten en de drink -water maatschappijen betalen de investeringen terug.Voor projecten opgeleverd vanaf 1 januari 2009 bedraagtde terugbetalingstermijn voor de elektromechanische werken15 jaar en voor de bouwkundige werken 30 jaar.<strong>Aquafin</strong> is ook verantwoordelijk voor het onderhoud ende exploitatie van het bovengemeentelijk rioleringsstelsel ende waterzuiveringsinstallaties. Het gezuiverde afvalwater moetaan Vlaamse en Europese normen voldoen.Buiten de beheersovereenkomst heeft <strong>Aquafin</strong> nog eenspecifiek aanbod ontwikkeld voor steden en gemeenten.Een aantal steden en gemeenten hebben de aanleg en hetonderhoud van hun riolen volledig uitbesteed aan <strong>Aquafin</strong>.Ook een aantal bedrijven laten hun afvalwater verwerken door<strong>Aquafin</strong>.Het belangrijkste deel van de activa van <strong>Aquafin</strong> wordtgebruikt voor de uitoefening van een concessieovereenkomst.Meer bepaald gaat het om de activa die gebruikt worden voorde uitoefening van de taken binnen de beheersovereenkomstmet het Vlaamse Gewest.n Toepasbaarheid van IFRIC 12De interpretatie IFRIC 12 – Dienstverlening uit hoofdevan concessieovereenkomsten is van toepassing op publiekprivateovereenkomsten indien aan de volgende voorwaardenvoldaan is:• de cedent controleert of reguleert welke diensten deexploitant dient te leveren met de infrastructuur, aan wiedeze diensten moeten geleverd worden en tegen welke prijs;• de cedent controleert door eigendom het uiteindelijk recht,anders gesteld de cedent heeft controle over enigesignificante residuele waarde in de infrastructuur op heteinde van de looptijd van de overeenkomst.Infrastructuur-activa binnen het toepassingsgebied zijn dezedie gebouwd of verworven worden met het oog op gebruikbinnen de concessieovereenkomst, of bestaande infrastructuurwaarvoor de exploitant toegang verleend wordt.De interpretatie is gestoeld op het ‘controle’ concept, i.e. wiecontroleert het recht op het gebruik van de infrastructuur.Samenvattend kunnen we dus stellen dat de volgendecriteria dienen vervuld te zijn om binnen het toepassingsgebiedvan de interpretatie te vallen (IFRIC 12 §5,7):• de overeenkomst is een public to private concessie;• de cedent heeft zeggenschap over of reguleert welkediensten de exploitant met behulp van de infrastructuurmoet verlenen;• de cedent heeft zeggenschap over enigerlei significantoverblijvend belang in de infrastructuur;• de infrastructuur wordt gebouwd of verworven door deexploitant met als doel deze te gebruiken in het kader vande concessieovereenkomst;• het contract tussen de exploitant en de cedent bepaalt tegenwelke prijs hij de diensten moet leveren.


nAnalyse van de concessieovereenkomstDe dienstverlening uit hoofde van concessie overeen komstenEén van de kenmerken van een dienstverlening uit hoofdevan concessieovereenkomsten is de aard van de diensten.De activiteiten van de exploitant dienen van ‘publiek nut’te zijn. (zogenaamde public service nature of the obligation).De diensten met betrekking tot de infrastructuur moetenworden verstrekt door de exploitant aan het publiek (in ruimebetekenis) binnen een vooropgesteld beleid. De beheers -overeenkomst zet de dienstverlening tussen <strong>Aquafin</strong> ende overheid contractueel uiteen en bepaalt welke ‘publieke’diensten moeten worden geleverd, namelijk de uitbouw enhet beheer van de bovengemeentelijke infrastructuur voorde zuivering van huishoudelijk afvalwater.Een tweede voorwaarde is dat <strong>Aquafin</strong> verantwoordelijk is voorten minste een deel van het beheer van de infrastructuur enaanverwante diensten en niet opereert louter als een agentvoor rekening van het Vlaamse Gewest. Hieromtrent vermeldenwe dat <strong>Aquafin</strong> wel degelijk een operationeel risico loopt,hoewel beperkt, bijvoorbeeld wanneer het de vooropgesteldeoplevering van infrastructuurwerken niet haalt.Een derde voorwaarde behandelt de vergoedingen voorde dienstverlening. De beheersovereenkomst bepaalt inartikel 48 de wijze van betaling (namelijk een facturatie -overeenkomst tussen <strong>Aquafin</strong> en de gebruiker, met namede Vlaamse drinkwatermaatschappijen) en impliciet ookde prijs die mag geheven worden door <strong>Aquafin</strong>.Tot slot is er nog een voorwaarde met betrekking tot heteigendom van de infrastructuur aan het einde van deovereen komst. Op het einde van de concessieovereenkomstwordt de volledige infrastructuur (om niet) overgedragenaan de overheid. Dit betekent dat <strong>Aquafin</strong> in feite deinfrastructuur niet ‘controleert’ (in de betekenis van <strong>IFRS</strong>) ende infrastructuur dus niet kan vervreemden of in pand geven.De verwachte economische levensduur van de activa is langerdan de duurtijd van de concessie.Er is sprake van een contractueel recht indien de cedentde betaling contractueel waarborgt van:a) gespecificeerde of bepaalbare bedragen, ofb) het eventuele negatieve verschil tussen van gebruikers vande openbare dienst ontvangen bedragen en gespecificeerdeof bepaalbare bedragen, ook al is de betaling afhankelijkgesteld van de voorwaarde dat de exploitant ervoor moetzorgen dat de infrastructuur aan gespecificeerde kwaliteitsofefficiëntievereisten voldoet.De diverse vergoedingen die het Vlaamse Gewestverschuldigd is aan <strong>Aquafin</strong> worden gestipuleerd in Art. 43van de beheersovereenkomst tussen <strong>Aquafin</strong> en het VlaamseGewest en passen binnen de hierboven gestelde voorwaardenom te voldoen aan de definitie van financieel actief.Art. 43 van de beheersovereenkomst stelt immers:“Voor het vervullen van haar taken overeenkomstig dezeovereenkomst, zijnde de totstandbrenging en exploitatie vanrioolwaterzuiveringsinfrastructuur, heeft <strong>Aquafin</strong> recht op eenvergoeding vanwege het Vlaamse Gewest die alle gemaakteredelijke kosten moet dekken en rekening houdend met hetgenomen risico een minimum aanvaardbaar rendement moetwaarborgen voor de aandeelhouders.Deze vergoeding dekt alle effectief door <strong>Aquafin</strong> reëelgemaakte redelijke kosten in de zin van art. 35 van dezeovereenkomst, alsmede alle heffingen en belastingen door<strong>Aquafin</strong> verschuldigd voor de uitvoering van deze overeen -komst, milieuheffingen inbegrepen, alle vergoedingen aanderden verschuldigd en alle aan het Vlaamse Gewest te betalenvergoedingen met uitzondering van boetes, schadevergoedingenvoor laattijdige oplevering onder de bepalingen van art. 41.3,41.4 en 41.5 van deze overeenkomst, forfaitaire schade -vergoedingen onder art. 41 van deze overeenkomst enschadevergoedingen aan derden wegens onrechtmatige daad,en wordt overeenkomstig dit hoofdstuk betaald.De interpretatie IFRIC 12 – Dienstverlening uit hoofde vanconcessieovereenkomsten, zoals bekrachtigd op 25 mei 2009door de Europese Commissie, is van toepassing bij <strong>Aquafin</strong> voorwat betreft de activiteiten binnen de beheers over een komst.Binnen IFRIC 12 wordt zulke infrastructuur niet erkend alsmateriële vaste activa, maar als financiële activa (financialasset model) in het geval van <strong>Aquafin</strong>.nFinancieel actief modelDe exploitant neemt een financieel actief op in zoverreer een onvoorwaardelijk contractueel recht bestaat op geld -middelen of een ander financieel actief voor het leverenvan diensten.Onverminderd het bepaalde in art. 18 van deze overeen komst,bestaat deze vergoeding uit vier elementen, nl. recuperatie van(a) Investeringsuitgaven, (b) Werkingsuitgaven, (c) Vaste Kostenen (d) Financieringskosten.”Art. 43 geeft een onvoorwaardelijk contractueel recht weerom een vergoeding te ontvangen van de Vlaamse Overheid(in haar hoedanigheid als cedent). Tevens heeft de cedentweinig tot geen mogelijkheden om de betaling van devergoedingen te vermijden, aangezien deze effectief in rechteafdwingbaar is.Jaarrekening41


42Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>De voornaamste impact van het model op de financiëlepositie en resultaten van de groep, heeft betrekking op debehandeling van haar materiële vaste activa. De materiële vasteactiva die binnen het toepassingsgebied van deze interpretatievallen, worden niet erkend als materieel vast activum,maar als financieel activum dat de te ontvangen vergoedingenuit de exploitatie en oprichting van de concessie omvat.Cfr. Art. 43 van de beheersovereenkomst zijn de contractuelerechten van <strong>Aquafin</strong> onvoorwaardelijk en voldoen ze bijgevolgaan de definitie van het financieel actief model.nIFRIC-12 vordering opgenomen in de balansLange termijn vorderingen beheersovereenkomstDe vorderingen op lange termijn (= vorderingen op meerdan een jaar) ingevolge de toepassing van IFRIC 12 bevattenonderstaande categorieën:Het materieel vast actief opgenomen binnen de IFRIC 12 –vordering omvat:• Waterzuiveringsinfrastructuur opgeleverd aan hetVlaamse Gewest. Voor het nog niet terugbetaaldegedeelte van deze investeringsprojecten en vervangings -investeringen op verslagdatum, die pas over meer daneen jaar zullen teruggevorderd worden, erkent de groepeen vordering op lange termijn ten aanzien van dedrinkwater maatschappijen / het Vlaamse Gewest,gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.• Infrastructuur overgenomen van de Vlaamse Milieu -maatschappij (VMM). Ook hiervoor heeft de groep rechteen vergoeding te ontvangen van het Vlaamse Gewestter waarde van het nog niet terugbetaalde gedeelteen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. In devorderingen op lange termijn wordt het gedeelteopgenomen dat zal teruggevorderd worden over meerdan een jaar.• Hydronautstudies zijn studies die worden uitgevoerd omtot een correct ontwerp te komen van het gerelateerdebovengemeentelijke investeringsproject. Ook in hetkader van het beheer van bestaande infrastructuur wordenhydronautstudies uitgevoerd. Ze worden op 15 jaardoorgerekend aan het Vlaamse Gewest / de drinkwater -maatschappijen. Voor het nog niet terugbetaaldegedeelte van deze studies op verslagdatum, dat overmeer dan een jaar zal teruggevorderd worden, wordt eenvordering op lange termijn erkend.• Investeringen in hardware, software, labo-uitrusting,meubilair, materialen en uitrusting nodig voor de werkingvan het hoofdkantoor en investeringen in hardware,software, labo-uitrusting, vervangings investeringen electro -mechanica, buitengewoon onderhoud bouwkunde enelectromechanica, meubilair, … worden doorgerekendaan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijena rato van de geboekte afschrijvingen. Voor het nog nietterugbetaalde gedeelte van deze investeringen op verslag -datum dat over meer dan een jaar zal teruggevorderdworden, wordt een vordering op lange termijn erkend.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011IFRIC 12 VORDERING PER VERVALJAARLange termijn IFRIC 12 vordering 2.220.984 2.056.559Korte termijn IFRIC 12 vordering 134.552 111.643TOTAAL IFRC 12 VORDERING 2.355.536 2.168.202IFRIC 12 VORDERING PER CATEGORIEWaterzuiveringsinfrastructuur - opgeleverd 1.512.800 1.331.423Aankopen VMM installaties 357.889 306.485Hydronautstudies 18.791 16.714Investeringen Hoofdkantoor & Operaties 14.864 14.347Hoofdkantoorgebouw 7.699 8.072Gebouwen in leasing 713 932Activa in aanbouw 244.897 359.020Provisie pensioenen 13.941 6.313Reële waarde financiële instrumenten 184.747 132.419Overige (op te stellen CN's) -805 -7.523TOTAAL 2.355.536 2.168.202


• Investeringen in het hoofdkantoorgebouw (Dijkstraat 8).Deze worden doorgerekend aan het Vlaamse Gewest /de drinkwatermaatschappijen a rato van de afbetalingvan de hiertoe aangegane lening. Voor het nog nietterugbetaalde gedeelte van deze investeringen opverslagdatum dat over meer dan een jaar zalteruggevorderd worden, wordt een vordering op langetermijn erkend.• Door te rekenen kosten van de twee gebouwen diede groep in leasing heeft. De leasingcontracten voldoenaan de criteria van financiële leasing. De leasingkostenworden doorgerekend aan het Vlaamse Gewest / dedrinkwatermaatschappijen a rato van de afschrijvingen.Voor het nog niet terugbetaalde gedeelte van degebouwen in leasing op verslagdatum dat over meer daneen jaar zal teruggevorderd worden, wordt een vorderingop lange termijn erkend.De totale boekwaarde voor leasing valt uiteen in eenIFRIC 12-vordering op korte termijn van telkens 219k euro(= de jaarlijkse afschrijving doorgerekend aan hetVlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen) en eenIFRIC 12 – vordering op lange termijn voor het gedeeltedat pas in de daarop volgende jaren zal teruggevorderdworden van het Vlaamse Gewest / de drinkwater -maatschappijen.• Activa in aanbouw. Naast de opgeleverde projectenheeft de groep een groot aantal projecten in uitvoeringen dus ook een significant bedrag aan activa in aanbouw.Ook voor deze activa heeft de groep een onvoorwaardelijkcontractueel recht om een vergoeding te ontvangen vande Vlaamse Overheid. Voor hun waarde wordt eenvordering erkend.De provisie pensioenen heeft betrekking op toegezegdepensioenregelingen en brugpensioenen:• Provisie toegezegde pensioenregelingen. <strong>Aquafin</strong> kenttwee types van pensioenregelingen: een toegezegdepensioenregeling en toegezegde bijdrageregeling.Alle bewegingen aangaande toegezegde bijdrage -regelingen worden erkend in de winst- en verlies-rekening.Voor de verplichtingen aangaande de toegezegdepensioenregelingen werd cfr. IAS 19 een actuariëleberekening uitgevoerd, cfr. toelichting 5.11.Aangezien de groep cfr. de beheersovereenkomst eenonvoorwaardelijk contractueel recht heeft om voorde provisies voor toegezegde pensioenregelingen eenvergoeding te ontvangen van het Vlaamse Gewest /de drinkwatermaatschappijen, wordt deze als vorderingerkend.• Provisie brugpensioen. Cfr IAS 19 werd een actuariëleberekening uitgevoerd van de provisie voor brug -pensioenen. Toelichting omtrent deze berekening wordtverschaft in toelichting 5.10. Aangezien de groep<strong>volgens</strong> de beheersovereenkomst een onvoorwaardelijkcontractueel recht heeft om voor de provisies voortoegezegde pensioenregelingen een vergoeding teontvangen van het Vlaamse Gewest / de drinkwater -maatschappijen, wordt deze als vordering erkend.Reële waarde financiële instrumenten• Aangezien de groep <strong>volgens</strong> de beheersovereenkomst hetrecht heeft om voor financieringskosten een vergoedingte ontvangen, worden wijzigingen in de markt waardevan de financiële instrumenten als vordering erkend,ten opzichte van de niet-gerealiseerde resultaten.Toelichting omtrent de berekening van de wijzigingenin deze marktwaarde wordt verschaft in toelichting 5.9.Korte termijn vorderingen beheersovereenkomstDe vorderingen op korte termijn (= vorderingen op tenhoogste een jaar) ingevolge de toepassing van IFRIC 12bevatten onderstaande categorieën:Het materiële vast actief opgenomen binnen de IFRIC 12 –vordering omvat:• waterzuiveringsinfrastructuur opgeleverd aan het VlaamseGewest;• Infrastructuur overgenomen van de Vlaamse Milieu -maatschappij;• hydronautstudies;• investeringen in hardware, software, labo-uitrusting,meubilair, materialen en uitrusting nodig voor de werkingvan het hoofdkantoor en investeringen in hardware,soft ware, labo-uitrusting, vervangingsinvesteringen electro -mechanica, buitengewoon onderhoud bouwkunde enelectromechanica, meubilair, … nodig voor de operationeleactiviteiten;• investeringen in het hoofdkantoorgebouw (Dijkstraat 8);• door te rekenen kosten van de twee gebouwen die degroep in leasing heeft.Een beschrijving van deze posten werd opgenomen onderde vorderingen op lange termijn IFRIC 12. Voor het gedeeltevan deze vorderingen dat binnen het jaar teruggevorderd wordt,wordt een vordering op korte termijn erkend. Deze vorderingenworden effectief ontvangen in jaar n+1.De overige vorderingen op korte termijn IFRIC 12 hebbenvoornamelijk betrekking op nog op te stellen creditnota’s/facturen voor werkingskosten.Jaarrekening43


44Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Vorderingen metVorderingen op meer een resterende looptijd Vorderingen metdan 1 jaar die binnen van meer dan 1 jaar een resterende looptijdIFRIC 12 vordering het jaar vervallen maar hoogstens 5 jaar van meer dan 5 jaar Totaal(in 000 euro)IFRIC 12 VORDERING PER VERVALJAARPer 31/12/<strong>2012</strong> 134.552 524.715 1.696.269 2.355.536Per 31/12/2011 111.643 439.184 1.617.375 2.168.202Na facturatie aan de drinkwatermaatschappijen op basis van ramingen gedurende het jaar, wordt op jaareinde de totaal -factuur in detail berekend. Voor de correcties ten opzichte van de eerder gefactureerde bedragen worden nog op te stellenfacturen/creditnota’s erkend in de balans.TOELICHTING 5.1 OVERIGE FINANCIËLE ACTIVADe overige financiële activa bedragen 38.663k euro per 31 december <strong>2012</strong>. Ten opzichte van de balans op 31 december 2011betekent dit een stijging met 11.223k euro.ACTIVA(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VASTE ACTIVAOverige financiële activa 5.1 38.663 27.440Binnen de overige financiële activa onderscheiden we meerdere types.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011Voor verkoop beschikbare financiële beleggingen 139 100Waarborgen 12 3Lange termijn vordering gemeentelijke transportdiensten 5.391 5.781Nog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciële projecten <strong>Aquafin</strong> 27.390 16.044Nog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciële projecten Aquaplus 65 191Lange termijn vordering m.b.t. voorzieningen - tussenkomsten van derden 5.667 5.321TOTAAL 38.663 27.440nVoor verkoop beschikbare financiële beleggingenDe groep is in 2010 toegetreden tot drinkwater -maatschappij De Watergroep in de Rio-P waterdienstWest-Vlaanderen en in de Rio-P waterdienst Oost-Vlaanderen,via inbreng in natura. Meer concreet werden databankeningebracht die de digitale inventarisatie van het riolerings -systeem van de gemeente bevatten. Voor elke ingebrachtedatabank werd de reële waarde bepaald op het moment vantoetreding tot Rio-P, inclusief de waarde van de ingebrachteknow-how. Deze waardering werd afgestemd met engefactureerd aan De Watergroep als hoofdaandeelhoudervan Rio-P.In 2010 gingen drinkwatermaatschappijen AWW en TMVWeen structurele samenwerking aan onder de koepel water-link,waarbinnen een dochtermaatschappij rio-link opgericht werd.Op 8 maart 2011 ondertekende de raad van bestuur eenaandeelhoudersovereenkomst tussen water-link en <strong>Aquafin</strong>met betrekking tot samenwerking in rio-link. <strong>Aquafin</strong> verwierfdaarbij een derde van de aandelen in rio-link ten bedragevan 22k euro.Gelet op het geringe materieel belang van dezedeelneming wordt deze voorgesteld onder ‘voor verkoopbeschikbare financiële beleggingen’.


In <strong>2012</strong> nam de groep een deelneming van 39k euro inASEWater Technologies, een Indisch bedrijf met een Europeseknowhow dat zich richt op de industriële markt, met hetaccent op hergebruik.Gelet op het geringe materieel belang van deze deel nemingwordt deze voorgesteld onder ‘voor verkoop beschikbarefinanciële beleggingen’.n Vordering op lange termijn m.b.t. gemeentelijke transport -dienstenIn het kader van de commerciële contracten met degemeenten neemt <strong>Aquafin</strong> transportdiensten op zich waarbijop vraag van de gemeenten een systeem van betalings -modaliteiten kan worden uitgewerkt. Voor de projecten die indit kader worden uitgevoerd en op termijn terugbetaaldworden door de betrokken gemeenten, erkent de groepeen vordering op lange termijn ten bedrage van het gedeeltedat op meer dan een jaar zal teruggevorderd worden vande betrokken gemeenten.nNog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciëleprojecten <strong>Aquafin</strong>Naast de projecten binnen het domein van de beheers -overeenkomst, voert <strong>Aquafin</strong> ook commerciële projecten uit.Het dienstenverleningspakket Rio-Totaal, dat <strong>Aquafin</strong> in ditkader aanbiedt aan de gemeenten, is modulair opgebouwd.Het laat toe dat de gemeenten voor die aspecten van uitbouwen beheer van een rioleringsstelsel waarvoor er een behoefte is,een beroep doen op <strong>Aquafin</strong>. Dit modulaire aanbod isvoornamelijk interessant voor steden en gemeenten meteen goed uitgebouwde eigen technische dienst, die specifiekeondersteuning voor één of enkele aspecten van het riool -beheer wensen.Naast dit modulaire aanbod kunnen de gemeenten ookopteren voor een totaalaanbod, het Rio-Totaal-dienstenpakketonder de vorm van een concessie van openbare dienst.Deze samenwerkingsvorm laat de steden en gemeenten toe omzelf accenten te leggen en te beslissen over timing, budget,prioriteiten en werkwijzen. Om het integrale drink water beleideen stap dichterbij te brengen ondertekende <strong>Aquafin</strong> akkoordenvoor structurele samenwerking met drinkwater maatschappijen.Gemeenten kunnen ook opteren om via deze weg aan hunsaneringsplicht te voldoen.Op basis van de geschatte afwerkingsgraad van decommerciële projecten per 31 december <strong>2012</strong> worden in <strong>2012</strong>80.662k euro aan opbrengsten m.b.t. deze projecten erkend.Een belangrijk gedeelte van deze opbrengsten, namelijk27.390k euro betreft nog te factureren vergoedingen pereinde <strong>2012</strong>. Door de sterke toename van de portefeuilleaan commerciële projecten, kent deze post een stijging met11.346k euro ten opzichte van eind 2011.nNog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciëleprojecten Aquaplus NVPer 31 december <strong>2012</strong> bedragen de totale nog nietgefactureerde vergoedingen – op basis van de geschatteafwerkingsgraad van deze commerciële projecten op afsluit -datum – 65k euro. Per einde 2011 bedroeg deze vordering191k euro.nVordering op lange termijn met betrekking tot voorzieningen– tussenkomst van derdenVanaf 2011 wordt onder de voorzieningen het brutobedragvan de verplichting opgenomen en worden de recuperatiesvan derden opgenomen onder de overige financiële vasteactiva. Deze rubriek kende in <strong>2012</strong> een aangroei met 346k euro.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011ONDERHANDEN PROJECTEN IN OPDRACHT VAN DERDENIn rekening gebrachte opbrengsten boekjaar 80.662 63.869In rekening gebrachte kosten boekjaar 79.246 62.022Winst boekjaar 1.416 1.847Jaarrekening45


46Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>TOELICHTING 5.2 HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGENDe handelsvorderingen en overige vorderingen bedragen 45.864k euro op het einde van het boekjaar <strong>2012</strong>. Dit betekenteen stijging met 18.676k euro ten opzichte van de balans per 31 december 2011.ACTIVA(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VASTE ACTIVAHandelsvorderingen en overige vorderingen 5.2 45.864 27.188De handelsvorderingen en overige vorderingen kunnen uitgesplitst worden in volgende categorieën:(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011Korte termijn vordering gemeentelijke transportdiensten 494 494Handelsdebiteuren 45.282 21.716Diverse vorderingen 88 4.978TOTAAL HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN 45.864 27.188nVordering op korte termijn m.b.t. gemeentelijke transport dienstenIn het kader van de commerciële contracten met de gemeenten neemt <strong>Aquafin</strong> transportdiensten op zich, waarbij op vraag vande gemeenten een systeem van betalings modaliteiten kan uitgewerkt worden. Voor de projecten die in dit kader wordenuitgevoerd en op termijn terugbetaald worden door de betrokken gemeenten, erkent de groep een vordering op korte termijn tenbedrage van het gedeelte dat binnen het jaar zal teruggevorderd worden van de betrokken gemeenten.nHandelsdebiteurenOnderstaande tabel illustreert de bruto- en de netto-handelsvordering:(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011HANDELSDEBITEURENBrutoboekwaarde 46.443 23.219Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren -1.161 -1.503NETTOBOEKWAARDE 45.282 21.716De handelsdebiteuren zijn niet intrest-dragend en hebben over het algemeen een betaaltermijn van 30 tot 60 dagen.Onderstaande tabel geeft de openstaande handelsvorderingen <strong>volgens</strong> vervaldag weer.Waarde-Netto-(in 000 euro) Niet vervallen Vervallen verminderingen boekwaarde90 dagen31/12/<strong>2012</strong> 42.732 1.287 139 1.537 748 -1.161 45.28231/12/2011 15.867 5.384 500 340 1.127 -1.503 21.716


nDiverse vorderingenDe diverse vorderingen omvatten in 2011 voornamelijk terug te vorderen BTW. De diverse vordering in <strong>2012</strong> heeft in hoofdzaakbetrekking op terugvorderingen inzake educatief verlof.TOELICHTING 5.3 BIJ DE BALANS ‘OVERIGE FINANCIËLE VLOTTENDE ACTIVA’De overige financiële vlottende activa bedragen 974k euro per 31 december <strong>2012</strong>. Ten opzichte van de balans op 31 december2011 betekent dit een daling met 502k euro.ACTIVA(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VASTE ACTIVAOverige financiële vlottende activa 5.3 974 1.476Het betreft hier overlopende rekeningen die betrekking hebben op voorafbetaalde kosten en te ontvangen vergoedingen uitintresten en transportdiensten.TOELICHTING 5.4 GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTENACTIVA(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VASTE ACTIVAGeldmiddelen en kasequivalenten 5.4 4.110 71.763In 2011 werd <strong>Aquafin</strong> geconfronteerd met een groterefinancieringsbehoefte dan voorgaande jaren omwille vande aankoop van gronden en installaties van de VlaamseMilieumaatschappij, in het kader van addendum N° 7 aande beheersovereenkomst. De banken waren beperkt in hunmogelijkheden om bijkomende leningen te verstrekkendoordat ze zelf geconfronteerd werden met gestegen kostenen nieuwe regulering. Belgische institutionele investeerdershadden wel veel interesse om <strong>Aquafin</strong> te financieren.Deze opportuniteit werd dan ook ten volle benut: er werd voor285 miljoen euro aan financiering opgehaald via dit kanaal.Doordat dit volledige bedrag niet onmiddellijk kon aangewendworden voor de financiering van projecten, ontstond eentijdelijk kasoverschot en werd voor bijna 53 miljoen euro belegd.In <strong>2012</strong> werden deze fondsen aangewend voor de aankoopvan installaties van de VMM.TOELICHTING 5.5 GEPLAATST KAPITAALOp het einde van boekjaar <strong>2012</strong> bedraagt het geplaatstekapitaal 248.400.024 euro, waarvan 210.900.006 euro volstort;in <strong>2012</strong> vonden geen bewegingen plaats.Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 1.001.613 aandelenzonder vermelding van de nominale waarde. De aandelenzijn op naam en worden opgetekend in een register vanaandelen op naam.Jaarrekening47


48Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>TOELICHTING 5.6 GROEPSRESERVESDe groepsreserves op het einde van boekjaar <strong>2012</strong> bedragen 29.341k euro; dit is een stijging met 1.600k euro in vergelijkingmet de balans per 31 december 2011. Deze stijging wordt voornamelijk verklaard door een toename van de overgedragen winst.Verder kende de wettelijke reserve een logische aangroei.De groepsreserves bestaan uit de wettelijke reserve, de beschikbare reserve en de overgedragen winst.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011OVERIGE EIGEN-VERMOGENSCOMPONENTENWettelijke reserve 11.522 11.036Beschikbare reserve 8.600 8.600Overgedragen winst 9.219 8.105TOTAAL 29.341 27.741De wettelijke reserve wordt jaarlijks aangevuld totdatdie gelijk is aan 10% van het kapitaal. Volgens artikel 319 vanhet Wetboek op de Vennootschappen wordt jaarlijks 5% vande winst na belasting gereserveerd.De groep heeft een beschikbare reserve aangelegd van8.600k euro.In overeenstemming met IAS 10 – Gebeurtenissen nabalansdatum – worden dividenden toegekend na het boekjaarniet als een verplichting opgenomen, vermits ze pas na heteinde van het boekjaar betaalbaar worden. De impact hiervanbedraagt 8.096k euro per 31 december 2011 en 9.218k europer 31 december <strong>2012</strong>.De overgedragen winst bedraagt 9.219k euro op 31 december<strong>2012</strong> en 8.105k euro op 31 december 2011.TOELICHTING 5.7 GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDEEN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011NETTOWINST 9.695 8.028NIET-GEREALISEERDE RESULTATENNetto waardestijging op kasstroomafdekkingen -52.965 -79.711Doorrekening via vordering beheersovereenkomst 52.965 79.711Actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen -7.439 564Doorrekening via vordering beheersovereenkomst 7.439 -564Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen 0 0TOTALE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN NA BELASTINGEN 9.695 8.028Toe te rekenen aan:Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij 9.695 8.028


De niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. kasstroom afdekkingenmoeten beschouwd worden als recycleerbaar (d.w.z. kunnennog eventueel via de winst- en verliesrekening lopen bv bijstopzetting van de kasstroomafdekking), de actuariëlewinsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen alsniet-recycleerbaar.De niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. kasstroomafdekkingenworden verder besproken in toelichting 5.9; de actuariëlewinsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen intoelichting 5.11.TOELICHTING 5.8 RENTEDRAGENDE LENINGEN– LANGLOPENDE EN KORTLOPENDEFINANCIËLE VERPLICHTINGENn Overzicht rentedragende leningen – langlopend en kort -lopend per 31 december <strong>2012</strong>Per 31 december <strong>2012</strong> kunnen de uitstaande financiëleschulden opgesplitst worden als volgt:• financiële schulden op lange termijn, op meer dan 1 jaar:1.510.594k euro ;• financiële schulden op lange termijn, welke binnen 1 jaarvervallen: 246.827k euro ;• financiële schulden op korte termijn: 127.000k euro.Detail van de financiële schulden <strong>volgens</strong> categorie:nBankschulden op lange termijn onder affectatie per31 december <strong>2012</strong>De kredieten op lange termijn worden gebruikt terfinanciering van de investeringsuitgaven die door het VlaamseGewest, en sinds 1 januari 2005 door de drinkwater -maatschappijen met het Vlaamse Gewest als co-debiteur,gespreid in de tijd worden terugbetaald. De financieringop lange termijn is gebaseerd op de affectatie-overeenkomst.Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijnkleiner moet zijn dan de aanspraken die <strong>Aquafin</strong> heeft opde drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het VlaamseGewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaaldegedeelte van de al opgeleverde investeringsprojecten.Per 31 december <strong>2012</strong> is een nominaal bedrag van 2.533.612keuro opgenomen, waarvan 1.491.467k euro nog niet is afgelost.In <strong>2012</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> de financieringsbehoefte op langetermijn kunnen invullen met leningen van de EuropeseInvesteringsbank (100 mio euro), de commerciële banken (15 mioeuro) en van nieuwe institutionele investeerders (75 mio euro).De leningen hebben over het algemeen volgende structuur:• opname in euro• vaste rente voor de volledige looptijd ofwel variabelerente ingedekt met een maximum plafondrente• looptijd van 15 jaar (t.e.m. 2008) en 30 jaar (vanaf 2009)• gelijke semesteriële kapitaalaflossingen• semesteriële interestbetalingen(in 000 euro) Rentevoet % (gemiddeld) Looptijd <strong>2012</strong> 2011Lange termijn bankschulden onder affectatie 4,36% 2013-2042 1.491.467 1.459.216Private placement 4,25% 2013 100.000 100.000Retail obligatie 4,00% 2015 150.000 150.000Lange termijn bankschulden aankoop Dijkstraat 8 4,79% 2029 8.074 8.302Lange termijn bankschulden commerciële activiteiten 4,46% 2024-2025 6.122 6.518Leasingschulden 7,48% 2015-2016 1.758 2.122TOTAAL LT FINANCIËLE SCHULDEN 1.757.421 1.726.158Korte termijn bankschulden (Commercial Paper) 1,08% 2013 127.000 73.000Korte termijn bankschulden commerciële activiteiten 0 9.006Totaal korte termijn financiële schulden 127.000 82.006TOTAAL LT & KT FINANCIËLE SCHULDEN 1.884.421 1.808.164Jaarrekening49


50Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>n Obligatieleningen per 31 december <strong>2012</strong>Obligatie-uitgifte 2006 (Private placement)Op 30 mei 2006 heeft <strong>Aquafin</strong> een obligatieleninguitgegeven op zeven jaar, voor een bedrag van 100 mioeuro. Deze fondsen worden nu aangewend om de werkenin uitvoering te financieren.De door <strong>Aquafin</strong> uitgegeven obligatielening heeft volgendekenmerken:• opname: 100 mio euro• uitgifte onder pari: 99,881%• vaste rente voor de volledig looptijd: coupon van 4,25%• looptijd van 7 jaar• jaarlijkse terugbetaling intresten• zekerheden: rating op het ogenblik van de uitgifteObligatie uitgifte 2009 (Retail obligatie)De netto-opbrengst van de retail obligatielening wordt ineerste instantie gebruikt voor de gedeeltelijke herfinancieringvan de bestaande schulden van <strong>Aquafin</strong> en voor algemenevennootschapsdoeleinden. Daaronder valt de financieringvan de werken in uitvoering voor de uitbouw van de boven -gemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen.De inschrijving voor de obligatielening die <strong>Aquafin</strong> uitgafheeft volgende kenmerken:• opname: 150 mio euro• uitgifte boven pari: 101,639%• vaste rente voor de volledig looptijd: coupon van 4,00%• jaarlijks bruto rendement: 3,69%• terugbetaling: 100% op vervaldag• looptijd van 6 jaar• jaarlijkse terugbetaling intresten• notering: Euronext BrusselsBanklening aankoop kantoorgebouw Dijkstraat 8 per 31december <strong>2012</strong>Voor de aankoop en renovatie van het kantoorgebouw teDijkstraat 8, werd in september 2009 een langetermijnleningafgesloten voor 8.700.000 euro met een looptijd van 20 jaar eneen vaste rente van 4,79% over de ganse looptijd.Per einde juni 2009 was het allereerste project (Kapellen)afgerond en werd de overgang gemaakt van financiering opkorte termijn naar een financiering op lange termijn, op 15 jaar.Analoog aan de lening die <strong>Aquafin</strong> heeft afgesloten met debank ontvangt Kapellen van <strong>Aquafin</strong> elk kwartaal een factuurmet de aanrekening voor de geleverde transportdienst.In 2010 is het tweede project op lange termijn gefinancierd(Vilvoorde).n Leasingschulden per 31 december <strong>2012</strong>Onder deze rubriek bevinden zich de schulden met betrekkingtot gebouwen in leasing: Dijkstraat 10 en Delta voor een totaalnog af te lossen bedrag van 1.758k euro.n Bankschulden op korte termijn per 31 december <strong>2012</strong>De financiering op korte termijn wordt in hoofdzaakaangewend om de werken in uitvoering vóór oplevering tefinancieren. De twee obligatieleningen die <strong>Aquafin</strong> heeftuitgegeven vormen de basis van de financieringsbehoefte voorde werken in uitvoering en verklaren het lage niveau.Commercial paperKenmerken:• Uitgifteprogramma van 400 miljoen euro aan thesaurie -bewijzen.• De arranger en domicilieagent is BNP Paribas Fortis.• Dealers zijn BNP Paribas Fortis, Belfius en KBC.• Looptijd minimum 7 dagen en maximum één jaar.• In <strong>2012</strong> geen uitgiftes op de secundaire markt > 1 jaar.• De allereerste emissie door <strong>Aquafin</strong> vond plaats op22/06/2000Het commercial paper programma wordt gedekt door300 mio euro back-up lijnen, gespreid over de drie dealers.Per 31 december <strong>2012</strong> is voor 127 mio euro aan commercialpaper uitgegeven.KredietlijnenPer 31 december <strong>2012</strong> zijn er geen opnames verrichtbinnen de beschikbare bilaterale kredietlijnen (65 mio euro).Hetzelfde geldt voor de revolving credit facility (100 mio euro).nBankschulden m.b.t. commerciële activiteiten gemeentenper 31 december <strong>2012</strong>In het kader van de commerciële contracten met degemeenten neemt <strong>Aquafin</strong> transportdiensten op zich, waarbijop vraag van de gemeenten een systeem van betalings -modaliteiten kan uitgewerkt worden.


n Bankschulden op korte termijn m.b.t commerciële activiteiten per 31 december <strong>2012</strong>In het kader van de contracten met de gemeenten, die buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest zijn afgesloten,neemt <strong>Aquafin</strong> bepaalde saneringstaken op zich, waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van betalings modaliteitenkan worden uitgewerkt. Voor de werken in uitvoering financiert <strong>Aquafin</strong> zich op korte termijn. Per 31/12/<strong>2012</strong> werden binnende bestaande kredietlijnen (17 mio euro) geen opnames verricht.nUitsplitsing van de financiële schulden op lange termijn <strong>volgens</strong> hun resterende looptijdSchulden metSchulden op meer een resterende looptijd Schulden metdan 1 jaar die binnen van meer dan 1 jaar een resterende looptijdPer 31 december <strong>2012</strong> het jaar vervallen maar hoogstens 5 jaar van meer dan 5 jaar Totaal(in 000 euro)Kredietinstellingen 246.421 761.557 747.685 1.755.663Leasingschulden 406 1.352 0 1.758TOTAAL LT FINANCIËLE SCHULDEN 246.827 762.909 747.685 1.757.421Schulden metSchulden op meer een resterende looptijd Schulden metdan 1 jaar die binnen van meer dan 1 jaar een resterende looptijdPer 31 december 2011 het jaar vervallen maar hoogstens 5 jaar van meer dan 5 jaar Totaal(in 000 euro)Kredietinstellingen 157.540 752.976 813.520 1.724.036Leasingschulden 364 1.689 69 2.122TOTAAL LT FINANCIËLE SCHULDEN 157.904 754.665 813.589 1.726.158TOELICHTING 5.9 OVERIGE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGENnHedge accounting – afgeleide financiële instrumenten(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011Financiële instrumenten ter indekking van het renterisico aan marktwaarde 187.011 135.267Overige verplichtingen 179 133TOTAAL OVERIGE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN 187.190 135.401nRentebeleid<strong>Aquafin</strong> heeft belangrijke rentelasten. Daar gaat eenrenterisico mee gepaard door mogelijke veranderingen inde rentestanden. Zowel een nadeel door een rentestijging alshet missen van een voordeel door een rentedaling vormteen renterisico. Met het actief beheren van het renterisico,door gebruik te maken van financiële instrumenten om degeldstromen zo te laten plaatsvinden dat het risico beperkt is,wil <strong>Aquafin</strong> de financieringskost optimaliseren.In mei 2006 heeft de Raad van Bestuur van <strong>Aquafin</strong> deimplementatie van een dynamisch renterisico beheergoedgekeurd. Er is een rentebeleid uitgeschreven waarbijde krijtlijnen voor het rentemanagement zijn uitgetekend,en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.Per 31 december <strong>2012</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> een uitstaande langetermijn schuld van 1,8 miljard euro. Het actief rentemanagement mag toegepast worden op maximum 35% vandeze schuld.Jaarrekening51


52Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong><strong>Aquafin</strong> heeft niet alleen een bestaande schuld die actiefbeheerd kan worden, ook de toekomstige gebudgetteerde schuldkan ingedekt worden. Op basis van de door het VlaamseGewest aan <strong>Aquafin</strong> opgedragen investeringsprogramma’s kan<strong>Aquafin</strong> een paar jaar vooruit kijken en de financierings -behoeften voor de toekomst inschatten. Voor de indekking vantoekomstige financieringsbehoeften voorziet het rente beleidin een programma tot maximum 50% van de geraamdetoekomstige lange termijn schuld met een horizon van 5 jaar.Er dient steeds een onderliggende lening gebudgetteerd tezijn tegenover een indekkingstructuur.Voor <strong>2012</strong> is door middel van het actief beheren van hetrenterisico een rentebesparing gerealiseerd van 0,5 miljoen euro.Dit financiële resultaat is het verschil van de financieringslastwaaraan <strong>Aquafin</strong> ontleent door middel van het rentemanagement ten opzichte van de financieringslast waaraan<strong>Aquafin</strong> ontleend zou hebben aan vaste rente zonder actiefbeheer. Deze vergelijking gebeurt op basis van de zogenoemdebenchmark. De benchmark is de geldende rente, de vaste rentewaaraan de onderliggende lange termijn lening opgenomen zouworden overeenkomstig de kenmerken (looptijd, aflossings -schema), op het moment van het vastleggen van de financiëleinstrumenten. Verschillende financiële instrumenten samenzijn de opbouw van een structuur. De rentekost van de onder -liggende lening wordt dan samen gezien met de geldstromenuit de overeenkomstige structuur en geeft zo de uiteindelijkefinancieringslast voor <strong>Aquafin</strong>.Per afgesloten jaar wordt de finale verrekening gemaaktmet de drinkwatermaatschappijen.Van een besparing wordt minimum 50% in minderinggebracht van de factuur aan de drinkwatermaatschappijen.nToepassing Hedge AccountingDe variatie in de waarde van de financiële instrumenten terindekking van het renterisico kan via hedge accountingopgevangen worden in de gerealiseerde en niet-gerealiseerderesultaten als deze aan bepaalde voorwaarden voldoen.In het andere geval wordt de impact verrekend in de winstenverlies rekening.Er wordt een onderscheid gemaakt naar twee hedgecategorieën.1. Fair value hedge (of reëlewaarde-afdekking) als indekkingvan een wijziging in de reële waarde van een financieelactief of financiële verplichting. <strong>Aquafin</strong> heeft financiëleinstrumenten gebaseerd op bestaande leningen met vasterente die worden geclassificeerd als fair value hedge.2. Cash flow hedge (of kasstromenafdekking) als indekkingvan de variabiliteit in kasstromen, die ofwel toe te schrijvenis aan een bepaald risico van een erkend financieel actief offinanciële verplichting, ofwel een zeer waarschijnlijkeverwachte toekomstige transactie. <strong>Aquafin</strong> heeft financiëleinstrumenten op bestaande leningen met variabele rentedie worden geclassificeerd als cash flow hedge evenals dieop toekomstige leningen die met een grote waarschijnlijkheidvoorspelde financieringsbehoefte invullen.Binnen deze twee hedge categorieën kunnen de structuren‘kwalificeren’ voor hedge accounting als deze voldoen aande voorwaarde dat de onderliggende lening, in geval van eenbestaande lening, een perfecte match is met de structuur of,ingeval van een toekomstige lening, de gebudgetteerde leningmet zekerheid zal opgenomen worden overeenkomstig deopgezette structuur. Als een van de voorwaarden onzeker is,dan heeft <strong>Aquafin</strong> ervoor geopteerd de structuur niet tekwalificeren.Volgende tabel geeft een indeling van de structuren<strong>volgens</strong> hedge categorie, kwalificatie, uitstaand bedrag (vande onderliggende lening of de toekomstig ingeplande lening)en hun marktwaarde. De marktwaarde van de structurenwordt berekend als de verdisconteerde waarde van de geschattetoekomstige kasstromen en weerspiegelt de verkoopwaardeop het moment van de geldende marktrente (31/12/<strong>2012</strong> en31/12/2011).De daling in de totale marktwaarde van de financiëleinstrumenten is toe te schrijven aan de dalende rente.Het opzetten van de structuur gebeurt bij implementatie aanzero cost. Het gebruik van opties zoals vaste rente floorshebben bij dalende rente een waardeverminderend effect.Uitstaand bedrag Marktwaarde MarktwaardeHedge categorie Kwalificerend Aantal 31/12/<strong>2012</strong> 31/12/<strong>2012</strong> 31/12/2011(in 000 euro)Reëlewaardeafdekking Neen 2 110.000 99 308Reëlewaardeafdekking Ja 4 126.083 7.146 1.740Kasstromenafdekking Neen 1 100.000 -20.155 -16.592Kasstromenafdekking Ja 31 784.583 -174.101 -120.724TOTAAL STRUCTUREN 38 1.120.667 -187.011 -135.267


(in euro) 31/12/<strong>2012</strong> 31/12/2011FINANCIËLE INSTRUMENTEN TER INDEKKING VAN HET RENTERISICOAAN MARKTWAARDE VIA DE RESULTATENREKENINGReëlewaardeafdekking - niet kwalificerend 98.950 308.474Reëlewaardeafdekking - kwalificerend 7.145.880 1.740.094Kasstromenafdekking - niet kwalificerend -20.155.206 -16.591.900FINANCIËLE INSTRUMENTEN TER INDEKKING VAN HET RENTERISICOAAN MARKTWAARDEVIA DE GEREALISEERDE EN NIET GEREALISEERDE RESULTATENKasstromenafdekking - kwalificerend -174.100.824 -120.724.098TOTAAL -187.011.199 -135.267.429Per 31 december <strong>2012</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> een dynamischrentebeheer uitgebouwd voor 38 structuren. Daarvan zijn erdrie die niet kwalificeren voor hedge accounting. De impacthiervan wordt bijgevolg volledig opgenomen in het resultaat.Van de 35 kwalificerende structuren zijn er vier die als reëlewaarde afdekking ingedeeld zijn. Deze structuren werdengeënt op een bestaande lening met vaste rente en nadiengevariabiliseerd. Op deze structuren gebeurt een reële waardeaanpassing op de nominale waarde van de onderliggende lening.De resterende structuren kwalificeren alle voor kasstromen -afdekking.Elke afdekkingstransactie is bij het afsluiten ervan vollediggedocumenteerd. Dit omvat de identificatie van de onder -liggende positie, de doelstellingen van het rentebeleid, de aardvan de ingedekte positie en van de financiële instrumenten.Binnen <strong>IFRS</strong> is de waardering van financiële instrumententer indekking van het renterisico gecategoriseerd in drie levels:1) marktprijzen, 2) van marktprijzen afgeleide waarderingen(observeerbare input) en 3) waarderingsmodellen zonderobserveerbare input. De <strong>Aquafin</strong> structuren zijn ingedeeldals level 2 zoals voorgeschreven in <strong>IFRS</strong>.De marktwaarde van financiële instrumenten bestaat uitverschillende componenten zoals de intrinsieke waarde (waardevan het instrument op zich), tijdswaarde (de waarde tussentijdstip en vervaldag) en coupons (nog af te rekenen interesten).Volgende tabel geeft de marktwaarde aan met aanduiding welkestructuren volledig via de resultaten rekening lopen en welkegedeeltelijk opgenomen worden in de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten. Voor de kasstromenafdekkingen looptde intrinsieke waarde via de gerealiseerde en niet-gerealiseerderesultaten, maar de tijdswaarde gaat naar de resultatenrekening.De reëlewaardeafdekkingen die niet kwalificeren wordenvolledig opgenomen in het resultaat. Dit geldt ook voorde kasstromenafdekking, waarvoor <strong>Aquafin</strong> geopteerd heeftdeze niet te kwalificeren. De reëlewaardeafdekkingen diewel kwalificeren worden verrekend in het resultaat entegelijkertijd wordt de nominale waarde van hunonderliggende leningen ook aangepast. De kwalificerendekasstromenafdekkingen hebben door middel van hedgeaccounting een beperkte impact op het resultaat.Volgende tabel geeft de impact weer op de resultaten -rekening enerzijds en anderzijds het gedeelte dat geabsorbeerdwordt via de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.(in euro) <strong>2012</strong> 2011RESULTATENREKENING 1.221.247 -10.984.790Impact van alle structuren -1.390.192 -12.515.674Impact coupon -2.459.402 -433.640Aanpassing hedge structuur van de kwalificerende reëlewaardeafdekking 5.070.841 1.964.524GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN -52.965.017 -79.711.154Impact gekwalificeerde kasstromenafdekkingen -52.965.017 -79.711.154VARIATIE MARKTWAARDE -51.743.770 -90.695.944Jaarrekening53


54Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>De impact op de resultatenrekening over de periode 31december 2011 – 31 december <strong>2012</strong> bedraagt 1.221.247 euro.Voor de kwalificerende reëlewaardeafdekkingen gebeurt eenaanpassing aan de nominale waarde van de onderliggendeleningen. Op die manier is er een compensatie in het resultaatvan enerzijds de structuur en anderzijds de onderliggende lening.Voor <strong>2012</strong> is er een waardedaling van de onderliggende leningvoor 5.070.841 euro te compenseren door een waardestijgingvan de structuur voor hetzelfde bedrag. Op die manier is ereen offset in min en plus van het resultaat. Daarnaast is er ookde impact van de variatie in de coupon.De impact op het eigen vermogen via de gerealiseerde enniet-gerealiseerde resultaten over de periode 01 januari <strong>2012</strong> –31 december <strong>2012</strong> bedraagt -51.743.770 euro.nRenterisicoAlgemeen kan gesteld worden dat een verandering in de rentegeen impact heeft op het resultaat van <strong>Aquafin</strong>. De bepalingenvan de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest dieover de vergoeding gaan, stipuleren namelijk dat alle redelijkekosten vergoed worden. Renteaflossingen zijn net zoals allefinanciële kosten een redelijke kost.<strong>Aquafin</strong> heeft belangrijke rentelasten en met het actiefbeheren van het renterisico wil <strong>Aquafin</strong> de financieringskostoptimaliseren. Onder het actief rente management zijn derisico’s volledig afgedekt en is er steeds een onderliggendelening die met de indekkingstructuur overeenkomt.Het renterisico voor <strong>Aquafin</strong> situeert zich voornamelijk opde middel- tot lange termijn financieringsnoden. Het rente beleidbepaalt dat 50% van deze gebudgetteerde financierings nodenmet 5 jaar vooruit afgedekt kunnen worden.nSensitiviteitsanalyseEen groot gedeelte van de financiële verplichtingen van<strong>Aquafin</strong> zijn vastrentende lange termijn leningen, waar eenrente wijziging geen enkele invloed op heeft. Sinds deimplementatie van het rentebeleid is daar verandering ingekomen en zijn enerzijds een aantal leningen met vaste rentegevariabiliseerd en anderzijds een aantal leningen op langetermijn afgesloten (of nog af te sluiten) aan variabele rente.Voor de swap-transacties waarbij variabele rente gewisseldwordt voor vaste rente is de impact van een rentewijziging nuldoor de volledig neutralisatie. Daarnaast zijn er een aantaltransacties met opties (caps, floors) waarbij een veranderingin de rente – binnen een bepaalde tunnel/collar – een invloedheeft op de renteaflossingen.Volgende tabel illustreert de verdeling vaste versusvlottende rente zoals de leningen zijn opgenomen (zonderrekening te houden met een structuur). Tot en met 2011 werdelke lening met vlottende rente volledig ingedekt met eenstructuur (cap). Een lening met vlottende rente zonderindekking is sinds <strong>2012</strong> toegestaan onder het nieuwe rentebeleid (cf. 10% regel). Per einde <strong>2012</strong> is één lening voor eenuitstaand bedrag van 24,6 mio euro volledig vlottendopgenomen.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011VERDELING VASTE / VLOTTENDE RENTEVOETEN UITGEDRUKT IN NOMINALE WAARDEVaste rentevoet 1.401.496 1.456.536Vlottende rentevoet 354.167 267.500TOTAAL 1.755.663 1.724.036


Een sensitiviteitsanalyse maakt gebruikt van forward ratesom de impact van een shift in de rente in te schatten.Forward rates zijn de geschatte toekomstige rentes in deveronderstelling dat alle andere variabelen in de marktconstant gehouden zijn. Op basis daarvan wordt de impactvan een rentedaling en -stijging vertaald naar een rentekostof rente-opbrengst. De tabel hieronder illustreert de impact.Netto resultaat(in 000 euro) impact per 31/12/13Impact per 31/12/2013 -0,50% -1.041Impact per 31/12/2013 -0,25% -348Impact per 31/12/2013 0,00% 241Impact per 31/12/2013 0,25% 733Impact per 31/12/2013 0,50% 1.417Impact per 31/12/2013 1,00% -123De interestlasten zijn berekend op basis van de forward rateszoals vastgelegd op 31 december <strong>2012</strong>. Zo zijn de interestlastenop 31 december 2013 geraamd op basis van de geschatte lange -termijnrente overeenkomstig de onderliggende leningen.Op basis van deze forward rates – met alle variabelen constantgehouden – is het netto effect per 31 december 2013 plus241k euro. De theoretische benadering waarbij een shiftvan de rente gesimuleerd wordt gaat van -50 basispunten tot+100 basispunten. De structuren zijn opgezet aan zero cost(met o.a. verkoop van floors) en dit resulteert bij rentedalingenin een negatieve impact. Bij een stijging van de rente is erbeperkte positieve impact.De veronderstelde beweging zoals uitgedrukt in basis -punten voor de sensitiviteitsanalyse van de rente is gebaseerdop marktomstandigheden die hoge volatiliteit kennen.nLiquiditeitsrisicoBronnen van lange termijn financiering worden gediversifieerdvia de uitgifte van een private en publieke obligatie-emissie.Daarnaast is er ook een commercial paper programma,een revolving credit facility en er zijn krediet- en back-uplijnenbij verschillende banken. In het kader van de regelgeving rondBasel-III zijn de korte termijnlijnen in heronderhandeling.nFinanciële risico’s<strong>Aquafin</strong> heeft leningen uitstaan en moet in staat zijn dezeterug te betalen. De leningen op korte termijn worden in hoofd -zaak aangewend om de werken in uitvoering te financieren.De financiering op lange termijn is gebaseerd op de affectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten oplange termijn kleiner moet zijn dan de aanspraken die <strong>Aquafin</strong>heeft op de drinkwater maatschappijen, respectievelijk hetVlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog nietbetaalde gedeelte van de al opgeleverde investerings projecten.De evolutie op de financiële markten heeft een impactop de structuur waaronder <strong>Aquafin</strong> zijn financiële behoefteninvult. Volgens de affectatieovereenkomst moet er een matchzijn tussen enerzijds de betalingen van de aflossingen vande lange termijnleningen en anderzijds de ontvangsten uitde facturatie aan het Vlaamse Gewest / de drinkwater -maatschappijen. Aangezien het grootste deel van de werkengefactureerd worden over een periode van 30 jaar, stelt<strong>Aquafin</strong> hier idealiter aflossende financieringen tegenovermet eveneens een looptijd van 30 jaar. Door de gewijzigdemarktomstandigheden kan <strong>Aquafin</strong> deze financierings behoefteop 30 jaar niet altijd meer verwezenlijken. Sinds 2010 bevatde kredietportefeuille van <strong>Aquafin</strong> ook bullet-leningen inplaats van leningen met een aflossend karakter evenalsleningen met kortere looptijden dan 30 jaar.Deze wijziging in financieringsstructuur kan aanleidinggeven tot een situatie waarbij op jaarbasis de betalingendoor de drinkwatermaatschappijen de terugbetalingenvan de leningen niet volledig dekken. Hierdoor zal een her -financierings risico bij <strong>Aquafin</strong> ontstaan. Dit is evenwel loutereen timing effect. Het is duidelijk dat <strong>Aquafin</strong> steeds voldoendeaanspraken op de drinkwatermaatschappijen / het VlaamseGewest zal hebben om alle leningen terug te betalen.Dit laatste is voor de kredieten op lange termijn, die onderde affectatieovereenkomst vallen, uitdrukkelijk opgenomen(de affectatieratio).Vervaljaar Vervaljaar Vervaljaar(in 000 euro) 2013 2014-2017 ≥ 2018 TotaalVERDELING VOLGENS AFWIKKELINGSJAAR (AAN NOMINALE WAARDE)Uitstaande schuld 126.833 126.500 867.333 1.120.667Jaarrekening55


56Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>TOELICHTING 5.10 OVERIGE VOORZIENINGENDe voorzieningen opgenomen per 31 december <strong>2012</strong> hebben o.a. betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers,geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en verwerking van het slib gebufferd in de installaties.(in 000 euro) 31/12/<strong>2012</strong> 31/12/2011Bruto verplichtingen 7.357 7.064Tussenkomsten van derden -5.667 -5.321Netto voorzieningen 1.690 1.743Evolutie voorzieningen per aard:GeschillenJuridische Verzekerings- beheers-(in 000 euro) Laattijdigheid geschillen dossiers overeenkomst Slibbuffers TotaalVOORZIENINGEN PER 31/12/2011 23 5.697 1.019 162 163 7.064Toevoegingen 519 116 635Terugnames ongebruikte bedragen -9 -107 -122 -104 -342Aanwendingen 0VOORZIENINGEN PER 31/12/<strong>2012</strong> 14 6.216 912 40 175 7.357Kortlopend 31/12/<strong>2012</strong> 175 175Langlopend 31/12/<strong>2012</strong> 14 6.216 912 40 7.182GeschillenJuridische Verzekerings- beheers-(in 000 euro) Laattijdigheid geschillen dossiers overeenkomst Slibbuffers TotaalVOORZIENINGEN PER 31/12/2010 16 1.597 152 122 252 2.139Toevoegingen 27 4.997 912 40 61 6.037Terugnames ongebruikte bedragen -20 -897 -45 -150 -1.112Aanwendingen 0VOORZIENINGEN PER 31/12/2011 23 5.697 1.019 162 163 7.064Kortlopend 31/12/2011 9 163 172Langlopend 31/12/2011 14 5.697 1.019 162 6.892De voorziening voor verwerking van het slib gebufferd inde installaties kan onmiddellijk doorgerekend worden naar dedrinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest, aangezienze valt onder de noemer “redelijke kosten”, zoals voorzien inde beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest.De overige posten m.b.t. voorzieningen kunnen niet of slechtsop langere termijn doorgerekend worden naar de drinkwater -maatschappijen / het Vlaamse Gewest mits uitgebreidemotivatie van de redelijkheid van de betreffende kosten.nVoorziening voor laattijdigheidVoor vertragingen in de oplevering van investerings projecten,in vergelijking met de overeengekomen opleveringsdatum,is de groep van rechtswege een schadevergoeding verschuldigd.Voor dergelijke vertragingen die per 31 december <strong>2012</strong> reedskonden voorzien worden, werden provisies genomen. De provisievoor laattijdigheid bedraagt 14k euro voor 3 projecten.


nVoorziening voor juridische geschillenVoor juridische geschillen wordt een provisie aangelegdter waarde van een redelijke inschatting van de vordering inhet geval dat de kans dat de groep het geschil verliestwaarschijnlijk is. Per 31 december <strong>2012</strong> bedraagt de provisievoor juridische geschillen 6.216k euro voor 148 geschillen.TOELICHTING 5.11 PENSIOENVERPLICHTINGBinnen de pensioenverplichtingen onderscheidt men:1. Provisies voor toegezegd pensioenregelingen2. Provisies voor brugpensioenen.nVoorziening voor verzekeringsdossiers1. Provisies voor toegezegde pensioenregelingenPer 31 december <strong>2012</strong> bedraagt de provisie 912k euro voor3 verzekeringsdossiers.nVoorziening voor diverse geschillen in het kader vande beheersovereenkomstOnder deze voorziening worden alle resterende risico’s inhet kader van de beheersovereenkomst opgenomen, in hetbijzonder m.b.t. mogelijke inbreuken op de beheers overeenkomstof het risico op niet-redelijkheid en dus niet-terugbetalingvan bepaalde kosten.nVoorziening voor slibbuffersElk jaar wordt een provisie aangelegd voor de verwerkings kostvan het slib dat zich in de buffers bevindt. De verwerkingskostvan het gebufferde slib valt onder de noemer “redelijke kosten”zoals voorzien in de beheersovereenkomst met het VlaamseGewest.Binnen de groep bestaan er twee types van pensioen plannen:toegezegde pensioenregeling en toegezegde bijdrageregeling.• Verplichtingen aangaande toegezegde bijdrage regelingenworden onmiddellijk ten laste van de winst-en-verlies -rekening genomen. De periodieke premiebetaling wordtals periodekost geregistreerd.• De schuld of eventueel vordering uit toegezegdepensioenregelingen wordt opgenomen in de balans.Bij dergelijke regelingen komt het bedrag in de balans(de nettoverplichting) overeen met de contante waardevan de brutoverplichting, verminderd met de reëlewaarde van de fondsbeleggingen en aangepast voorniet-opgenomen pensioenkosten van verstrekendiensttijd. Om de toekomstige verplichting getrouwte kunnen inschatten, wordt er een beroep gedaan opeen specifieke actuariële berekening, de zogenoemdeprojected unit credit-methode.De provisie voortvloeiend uit deze berekening bedraagt5.926k euro op 31 december 2011 en 13.485k euro op 31december <strong>2012</strong>.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011PENSIOENVERPLICHTINGProvisie toegezegde pensioenregelingen 13.485 5.926Provisie brugpensioenen 1.285 901TOTAAL 14.770 6.827(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011PROVISIE TOEGEZEGD PENSIOENActuele waarde van de verplichting 31.207 21.818Fair value van de plan assets 17.722 15.892TOEGEZEGDE PENSIOENVERPLICHTING 13.485 5.926Jaarrekening57


58Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>De actuariële berekening houdt rekening met onderstaande assumpties:(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011ASSUMPTIESLoonsverhoging 3,5% per jaar tot leeftijd van 55 3,5% per jaar tot leeftijd van 552% per jaar nadien vermelde % 2% per jaar nadien vermelde %zijn inclusief inflatiezijn inclusief inflatieInflatie 2% per jaar 2% per jaarDit % wordt toegepast ter berekening van Dit % wordt toegepast ter berekening vanhet plafond van de sociale zekerheidhet plafond van de sociale zekerheidDisconteringsvoet 3,50% per jaar 5,15% per jaarPensioenleeftijd 65 jaar voor iedereen 65 jaar voor iedereenLevensverwachting MR (Belgische sterftetafel mannen) MR (Belgische sterftetafel mannen)FR (Belgische sterftetafel vrouwen)FR (Belgische sterftetafel vrouwen)De wijzigingen in de contante waarde van de toegezegdepensioenregelingen zijn als volgt:De wijzigingen in de reële waarde van de fondsbeleggingenzijn als volgt:(in 000 euro)ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTO-VERPLICHTING 31/12/2010 19.998Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 1.272Rentelast 1.025Bijdragen van deelnemers 262Betaalde premiesBetaalde kosten(Uit)betaalde vergoedingen -525Actuariële winsten/verliezen -213ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTO-VERPLICHTING 31/12/2011 21.818Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 1.293Rentelast 1.124Bijdragen van deelnemers 265Betaalde premiesBetaalde kosten(Uit)betaalde vergoedingen -737Actuariële winsten/verliezen 7.445ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTO-VERPLICHTING 31/12/<strong>2012</strong> 31.207(in 000 euro)MARKTWAARDE VAN DE FONDS-BELEGGINGEN 31/12/2010 14.103Verwacht rendement op fondsbeleggingen 665Verwachte bijdragen van de groep 1.282Bijdragen van deelnemers 262Betaalde premiesBetaalde kosten(Uit)betaalde vergoedingen -525Actuariële winsten/verliezen 105MARKTWAARDE VAN DE FONDS-BELEGGINGEN 31/12/2011 15.892Verwacht rendement op fondsbeleggingen 750Verwachte bijdragen van de groep 1.293Bijdragen van deelnemers 265Betaalde premiesBetaalde kosten(Uit)betaalde vergoedingen -737Actuariële winsten/verliezen 259MARKTWAARDE VAN DE FONDS-BELEGGINGEN 31/12/<strong>2012</strong> 17.722Omwille van de afname van de discount rate van 5,15% (2011)naar 3,50% (<strong>2012</strong>) is er een sterke toename van de actuelewaarde van de bruto verplichting per 31 december <strong>2012</strong>.


De kost opgenomen in de resultatenrekening met betrekking tot toegezegde pensioenregelingen omvat volgende elementen:(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011WIJZIGING IN DE ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTO-VERPLICHTING (1) 1.944 2.034Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 1.293 1.272Rentelast 1.124 1.025Bijdragen van deelnemers 265 262(Uit)betaalde vergoedingen -737 -525WIJZIGING IN DE WAARDE VAN DE FONDSBELEGGINGEN (2) 1.571 1.684Verwacht rendement op fondsbeleggingen 750 665Verwachte bijdrage van de groep 1.293 1.282Verwachte bijdragen van de deelnemers 265 262(Uit)betaalde vergoedingen -737 -525PENSIOENKOSTEN (1-2) 373 350De reële waarde van de fondsbeleggingen per 31 december <strong>2012</strong> en per 31 december 2011 bestaat voor 100% uit tak 21-producten metgegarandeerde opbrengst.SensitiviteitsanalyseDisconteringsvoet 3,50% 3,00% 4,00%- 0,50% + 0,50%(in 000 euro) Basis Disconteringsvoet DisconteringsvoetSENSITIVITEITSANALYSEActuele waarde van de brutoverplichting vanaf 1/1/2013 31.207.162 34.100.102 28.610.869Pensioenkosten 2.031.418 2.234.037 1.850.713M.b.t. pensioenplannen van het type toegezegde bijdrageregeling werden in <strong>2012</strong> voor 453k euro aan premies in resultaat genomen.2. Provisies voor brugpensioenBrugpensioenregelingen worden ook verwerkt als toegezegde pensioenregelingen.De groep neemt een voorziening op die berekend werd <strong>volgens</strong> de projected unit credit-methode. De brugpensioenverplichtingbedraagt 901k euro per 1 januari <strong>2012</strong> en 1.013k euro per 1 januari 2013.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011BRUGPENSIOENVERPLICHTINGBrutoverplichting 1.285 901Activa 0 0NETTOVERPLICHTING 1.285 901Jaarrekening59


60Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>In de berekening werd gewerkt met onderstaande assumpties:(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011ASSUMPTIESLoonsverhoging 3,5% per jaar tot leeftijd van 55 3,5% per jaar tot leeftijd van 552% per jaar nadien vermelde % 2% per jaar nadien vermelde %zijn inclusief inflatiezijn inclusief inflatieInflatie 2% per jaar 2% per jaarDit % wordt toegepast ter berekening van Dit % wordt toegepast ter berekening vanhet plafond van de sociale zekerheidhet plafond van de sociale zekerheidProbabiliteit om Leeftijd < 50 jaar: 0% Leeftijd < 50 jaar: 0%brugpensioen te nemen Leeftijd ≥ 50 jaar: 20% Leeftijd ≥ 50 jaar: 20%Levensverwachting MR (Belgische sterftetafel mannen) MR (Belgische sterftetafel mannen)FR (Belgische sterftetafel vrouwen)FR (Belgische sterftetafel vrouwen)De brugpensioenverplichting bedraagt 1.285k euro per 1 januari 2013 en 901k euro per 1 januari <strong>2012</strong>. Hier staan geen assetstegenover.Wijziging in de actuele waarde van de brutoverplichting voor brugpensioenen:(in 000 euro)ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2010 1.013Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 93Rentelast 51(Uit)betaalde vergoedingen -11Actuariële winsten / verliezen -246.901ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2011 901Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 93Rentelast 46(Uit)betaalde vergoedingen 254Actuariële winsten / verliezen -8ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/<strong>2012</strong> 1.285SensitiviteitsanalyseDisconteringsvoet 3,50% 3,00% 4,00%- 0,50% + 0,50%(in 000 euro) Basis Disconteringsvoet DisconteringsvoetSENSITIVITEITSANALYSEActuele waarde van de brutoverplichting vanaf 1/1/2013 1.284.940 1.321.976 1.249.352Pensioenkosten 100.278 103.162 97.507


TOELICHTING 5.12 BIJ DE BALANS ‘HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE TE BETALEN POSTEN’De handelsschulden en overige te betalen posten bedragen 81.570k euro per 31 december <strong>2012</strong>. Ten opzichte van de balansop 31 december 2011 betekent dit een daling met 1.545k euro.(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Handelsschulden en overige te betalen posten 5.12 81.570 83.115Binnen de handelsschulden en overige te betalen posten onderscheidt men: leveranciers, schulden met betrekking totbezoldigingen en sociale lasten, ontvangen voorschotten en ontvangen borgtochten. Per 31 december <strong>2012</strong> bedraagt het aantaldagen leverancierskrediet – berekend als: openstaande handelsschulden op ten hoogste één jaar/inkopen inclusief BTW * 365 –50 dagen. In 2011 was dit 55 dagen. De inkopen omvatten: de investeringen in projecten tijdens het boekjaar, de mutatie in de vasteactiva in aanbouw, de inkopen handelsgoederen, grond- en hulpstoffen en de diensten en diverse goederen.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011Leveranciers 74.027 75.695Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten 7.406 7.250Ontvangen voorschotten 136 155Ontvangen borgtochten 1 15TOTAAL 81.570 83.115TOELICHTING 5.13 BIJ DE BALANS ‘OVERIGE KORTLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN’De overige financiële vlottende activa bedragen 14.305k euro per 31 december <strong>2012</strong>. Ten opzichte van de balans op 31 december 2011betekent dit een afname met 781k euro.(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Overige kortlopende financiële verplichtingen 5.13 14.305 15.086Het betreft hier overlopende rekeningen van het passief; in hoofdzaak te betalen intresten.TOELICHTING 5.14 BIJ DE BALANS ‘TE BETALEN BELASTING’(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Te betalen belasting 5.14 15.294 1.770De uitstaande verplichting per 31 december <strong>2012</strong> heeft voornamelijk betrekking op nog te betalen BTW (11.986k euro).Jaarrekening61


62Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Toelichtingen bij de geconsolideerdewinst- en verliesrekeningTOELICHTING 6.0 GELEVERDE DIENSTENDe groep realiseerde in <strong>2012</strong> een opbrengst van 338.574k euro uit geleverde diensten; in 2011 bedroeg deze opbrengst 297.445k euro.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011Activiteiten binnen beheersovereenkomst -256.824 -232.989Activiteiten buiten beheersovereenkomst -81.750 -64.456TOTAAL -338.574 -297.445Hiervan heeft 256.824k euro betrekking op activiteitenbinnen de beheersovereenkomst, ten opzichte van 232.989k euroin 2011. Voor de activiteiten buiten de beheers overeenkomstwerd een opbrengst van 81.750k euro gerealiseerd versus64.456k euro in 2010.In het kader van de beheersovereenkomst verzamelt<strong>Aquafin</strong> het afvalwater van de Vlaamse gezinnen in hoofd -riolen en voert het naar zuiveringsinstallaties. Daarvoor bouwt<strong>Aquafin</strong> eerst de noodzakelijke infrastructuur uit: collectorenvoor afvalwater, pompstations en rioolwaterzuiverings -installaties. <strong>Aquafin</strong> prefinanciert de opgedragen projecten ende drinkwatermaatschappijen betalen de investeringen terug.Voor projecten opgeleverd vanaf 1 januari 2009 bedraagtde terugbetalingstermijn voor de elektromechanische werken15 jaar en voor de bouwkundige werken 30 jaar.Voor activa die overgekocht werden van de Vlaamse Milieu -maatschappij bedraagt de terugbetalingstermijn 20 jaar.<strong>Aquafin</strong> is ook verantwoordelijk voor het onderhoud ende exploitatie van het bovengemeentelijk rioleringsstelsel ende waterzuiveringsinstallaties. Het gezuiverde afvalwatermoet aan Vlaamse en Europese normen voldoen.Buiten de beheersovereenkomst heeft <strong>Aquafin</strong> nog eenspecifiek aanbod ontwikkeld voor steden en gemeenten.Een aantal steden en gemeenten hebben de bouw en hetonderhoud van hun riolen volledig uitbesteed aan <strong>Aquafin</strong>.Ook een aantal bedrijven laten hun afvalwater verwerkendoor <strong>Aquafin</strong>.TOELICHTING 6.1 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITENOverige bedrijfsopbrengsten 6.1 4.702 15.804De overige bedrijfsopbrengsten bedragen 4.702k euro in <strong>2012</strong> en 15.804k euro in 2011.Het betreft hier voornamelijk recuperaties van kosten die niet tot de reguliere omzet kunnen gerekend worden.De afname van deze post heeft voornamelijk betrekking op de wijziging in marktwaarde m.b.t. reëlewaardeafdekkingen(kwalificerend en niet-kwalificerend) en niet-kwalificerende kasstroomafdekkingen. Op basis van de concessie overeenkomst methet Vlaamse Gewest wordt deze wijziging in marktwaarde gecompenseerd op de IFRIC 12 vordering. Wijzigingen in marktwaardevan kwalificerende kasstroomafdekkingen lopen niet via de overige bedrijfsopbrengsten, maar via het overzicht van de nietgerealiseerderesultaten (in plus en min).


Overige posten hier zijn: doorfacturatie aan derden van de kosten van incidenten, doorfacturatie van nutsvoorzieningen indienderden gebruik maken van de nutsvoorzieningen van de groep, doorfacturatie van kosten gemaakt voor het zuiveren vanafvalwater afkomstig van buiten het werkingsgebied van de groep (bv. afvalwater uit Noord-Frankrijk), doorfacturatie van extraslibkosten indien het gebruikelijke slibverwerkingsbedrijf niet de afgesproken hoeveelheid kan verwerken, opbrengsten vangroene stroomcertificaten, recuperaties met betrekking tot firmawagens en onderzoeksprojecten.TOELICHTING 6.2 GROND- EN HULPSTOFFEN,DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITENGrond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen 6.2 -186.200 -163.426De kosten van grond- en hulpstoffen bedragen 186.200k euroin <strong>2012</strong> en 163.426k euro in 2011. Voornaamste kosten -bestanddelen zijn onder andere: verbruik van gas- enelektriciteit, afvoer- en stortkosten van zand en slib,onderhoudskosten, verbruik van chemicaliën, zuig- spuit enruimingswerken en exploitatiekosten aangerekend doorhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zuivering vanafval water afkomstig uit het Vlaamse Gewest, studie -bureaukosten, externe medewerkers en wagenkosten, kostenvoor studiebureau en bouwkunde in het kader vancommerciële activiteiten.De stijging in de kosten van deze rubriek wordt in hoofd -zaak verklaard door de groei van de commerciële activiteiten.Onder deze rubriek werden zowel in 2011 als in <strong>2012</strong> voor531k euro aan onderzoekskosten onmiddellijk ten laste vanhet resultaat genomen. Het direct toepasbare onderzoek isgericht op kostenbeheersing, de garantie van de effluent -normen en de introductie van best beschikbare technologieën.Het strategische onderzoek is gegroepeerd rond de pijlersklimaat verandering, integraal waterbeheer en assetmanagement van de (riool)infrastructuur.TOELICHTING 6.3 PERSONEELSKOSTEN(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITENPersoneelskosten 6.3 -61.694 -59.187De personeelskosten bedragen 61.694k euro in <strong>2012</strong> en 59.187k euro in 2011. Onder de personeelskosten zijn opgenomen:bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen, werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen, werkgeverspremies voorbovenwettelijke verzekeringen, andere personeelskosten en brugpensioenvergoedingen.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011DETAIL PERSONEELSKOSTENBezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen 44.055 42.552Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen 12.307 11.597Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen 3.126 2.711Andere personeelskosten 2.094 2.216Pensioenen 113 110TOTAAL 61.694 59.187Jaarrekening63


64Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>Tijdens het boekjaar <strong>2012</strong> werden gemiddeld 862,9 VTE’s tewerkgesteld, waarvan 728,3 voltijds en 177,3 deeltijds. In totaalwerden daadwerkelijk 1.415.619 uren gepresteerd.Tijdens het boekjaar 2011 werden gemiddeld 845,8 VTE’s tewerkgesteld, waarvan 715,4 voltijds en 172,2 deeltijds. In totaalwerden daadwerkelijk 1.384.725 uren gepresteerd.Op de afsluitingsdatum van het boekjaar <strong>2012</strong> telde de groep 745 voltijdse werknemers en 176 deeltijdse werknemers,samen goed voor 878,0 VTE’s ; op 31 december 2011 telde de groep 725 voltijdse werknemers en 167 deeltijdse werknemers,samen goed voor 851,8 VTE’s. Alle personeelsleden hebben een bediendenstatuut.TOELICHTING 6.4 AFSCHRIJVINGEN, AMORTISATIES EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERING(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Afschrijvingen, amortisaties en bijzondere waardevermindering 6.4 -109 -344Aangezien de groep geen materiële vast activa erkent op de balans, heeft deze post enkel betrekking op amortisaties enwaardeverminderingen. Meer bepaald betreft het hier mutaties in provisies voor voorzieningen, toegezegde pensioenregelingenen brugpensioenen en mutaties in waardeverminderingen op vorderingen.TOELICHTING 6.5 OVERIGE LASTEN(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Overige lasten 6.5 -5.606 -4.074De overige lasten bedragen 5.606k euro in <strong>2012</strong> en 4.074k euro in 2011. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking opbedrijfsbelastingen: niet-aftrekbare BTW, onroerende voorheffing, gewestelijke belastingen en andere fiscale bedrijfskosten.Voornamelijk de onroerende voorheffing kende een stijging ten opzichte van 2011.TOELICHTING 6.6 FINANCIERINGSKOSTEN(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Financieringskosten 6.6 -85.653 -79.323De financieringslasten hebben voornamelijk betrekking op de kosten van rentedragende leningen, op lange en korte termijnen wijzigingen in de marktwaarde van de hedging structuren (zie ook de toelichtingen 5.8 en 5.9).(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011Rente op kredieten en overige financieringskosten 84.114 66.632Financieringskosten m.b.t. financiële leaseovereenkomsten 149 175Wijziging marktwaarde hedgingstructuren naar winst en verlies 1.390 12.516TOTALE FINANCIERINGSKOSTEN 85.653 79.323


TOELICHTING 6.7 FINANCIERINGSOPBRENGSTEN(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Financieringsopbrengsten 6.7 6.179 2.237De financieringsopbrengsten bedragen 6.179k euro in <strong>2012</strong> en 2.237k euro in 2011.Het betreft hier voornamelijk de opbrengsten uit het rentemanagement, intresten uit beleggingen en ontvangenverwijlintresten. Een sterke stijging wordt opgetekend in de opbrengsten van het rente managementTOELICHTING 6.8 WINSTBELASTINGENActuele belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande perioden worden gewaardeerd tegen het bedragdat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de (Belgische) belastingautoriteiten.Gelet op de specifieke bepalingen binnen de beheersovereenkomst, heeft de groep geen tijdelijke verschillen op activa ofverplichtingen die aanleiding zouden geven tot het opzetten van een uitgestelde belastingschuld of -vordering.Immers <strong>volgens</strong> artikel 43.1 van dezelfde beheersovereenkomst worden alle door <strong>Aquafin</strong> gemaakte redelijke kosten vergoeddoor het Vlaamse Gewest – via de drinkwatermaatschappijen – inclusief alle heffingen en belastingen door <strong>Aquafin</strong> verschuldigdvoor de uitvoering van deze overeenkomst.(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENINGActuele belastingslast 2.416 1.980Aanpassing belastingslast voorgaande jaren -29Winstbelasting cfr geconsolideerde winst- en verliesrekening 2.388 1.980Aansluiting tussen de effectieve belastingsdruk en de theoretische belastingsdruk:Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 10.194 9.132Niet-gerealiseerde resultaten 0 0Onderhanden projecten in opdrachten van derden: % of completion 0 1.552Doorrekening belastingen in het kader van de concessieovereenkomst 1.889 876WINST VOOR BELASTINGEN 12.083 11.560Tegen het wettelijke tarief van toepassing in België (34%) 4.107 3.929Aanpassing winstbelasting vorige jaren -29Niet-aftrekbare kosten 653 673Aftrek voor risicokapitaal -2.344 -2.512Investeringsaftrek 0 -110Tegen het effectieve tarief van toepassing 2.388 1.980WINSTBELASTING OPGENOMEN IN DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 2.388 1.980In het kader van de concessieovereenkomst met het Vlaamse Gewest werd 1.889k euro respectievelijk 876k euro aanvennootschapsbelasting doorgerekend naar de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest in <strong>2012</strong> respectievelijk 2011.Jaarrekening65


66Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>TOELICHTING 6.9 WINST PER AANDEEL(in 000 euro) Toelichting <strong>2012</strong> 2011Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 10.194 9.132NETTOWINST 9.695 8.028Toe te rekenen aan:Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij 9.695 8.028WINST PER AANDEEL (€)Gewone winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelenvan de moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91Verwaterde winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelenvan de moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91WINST PER AANDEEL UIT VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN (€)Gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, toe te rekenenaan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91Verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, toe te rekenenaan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij 6.9 9,68 9,91Alle aandelen van de groep zijn in handen van de VlaamseMilieuholding.Op 2 december 2010 ging de Vlaamse Milieuholding overtot een volledige kapitaalsvolstorting. Hierdoor bestaat pereinde 2010 het kapitaal van de groep uit 800.000 aandelen,volledig volstort.Op 13 december 2011 werd – in het kader van de reedsvermelde aankoop van activa van de Vlaamse Milieu -maatschappij – het kapitaal van de groep verhoogd met50 miljoen euro, vertegenwoordigd door 201.613 aandelen.Hiervan werd 12,5 miljoen euro volstort.Per 31 december <strong>2012</strong> wordt het kapitaal vertegenwoordigddoor 1.001.613 aandelen.nDividend per aandeelOp 23 april <strong>2012</strong> werd m.b.t. boekjaar 2011 een totaaldividend uitgekeerd van 8.096.194 euro of:• 10,09 euro voor de aandelen volstort op 25 april 1990• 0,12 euro voor de aandelen die niet volledig volstort warentijdens het boekjaar.Indien de algemene vergadering de voorgestelde winst -verdeling goedkeurt, zal op 22 april 2013 een bruto dividenduitbetaald worden van:• 10,84 euro voor de aandelen die volledig volstort zijn• 2,71 euro voor de aandelen die niet volledig volstort zijn.


Toelichtingen bij het geconsolideerdekasstroomoverzichtTOELICHTING 7.1 BIJ HET GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT – ONTVANGSTEN VAN KLANTEN(in 000 euro) <strong>2012</strong> 2011Klanten beheersovereenkomst 363.810 355.883Waarvan: Bouwactiviteit 132.013 125.366Diensten 231.797 230.517Klanten commercieel 69.347 51.778TOTAAL 433.157 407.661Cfr. Artikel 43 van de beheersovereenkomst heeft <strong>Aquafin</strong>recht op een vergoeding van het Vlaamse Gewest die alleredelijke kosten moet dekken en rekening houdend met hetgenomen risico een minimum aanvaardbaar rendement voorde aandeelhouders waarborgt. Binnen deze vergoeding kaneen onderscheid gemaakt worden tussen vergoedingen diebetrekking hebben op bouwactiviteiten en vergoedingen metbetrekking tot diensten.De vergoedingen voor bouwactiviteiten betreffen de terug -betaling van opgeleverde rioolwaterzuiveringinfrastructuur.De terugbetalingstermijn van deze infrastructuur houdtrekening met de verwachte levensduur. In <strong>2012</strong> stijgt dezevergoeding ten opzichte van 2011 ten gevolge van de uitbreidingvan het patrimonium.De vergoedingen met betrekking tot diensten betreffen inhoofdzaak een doorrekening van de werkingsuitgaven vanhoofdkantoor en operaties en de rentelasten, vermeerderdmet een vergoeding voor het eigen vermogen. De uitbreidingvan het patrimonium heeft een effect op de werkingskostenen de rentelasten. Bijgevolg merken we ook een toenamevan de ontvangsten uit dienstverlening binnen het kader vande beheersovereenkomst.Wegens de groei van de commerciële activiteiten stijgenook de klantenontvangsten in dit segment.Jaarrekening67


68Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>SegmentrapporteringVoor managementdoeleinden is de groep georganiseerd in twee operationele segmenten.Enerzijds worden er bedrijfsactiviteiten uitgeoefend binnen de concessieovereenkomst (beheersovereenkomst) met hetVlaamse Gewest (de bovengemeentelijke sanering).Anderzijds worden er commerciële activiteiten uitgeoefend voornamelijk ten behoeve van Vlaamse steden en gemeenten(de gemeentelijke sanering). Binnen dit laatste segment staat de groep in onmiddellijke concurrentie met andere rioolbeheerders.Via de dochteronderneming Aquaplus NV richt de groep zich ook tot de industrie in Vlaanderen en voert ze op beperkte schaalconsultancy-opdrachten uit in het buitenland.Cijfermatig :Concessieovk. Commercieel TotaalSteden &(in 000 euro) Vlaamse Gewest gemeenten OverigePER 31/12/<strong>2012</strong>Geleverde diensten 256.824 80.668 1.082 338.574Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 8.768 1.416 10 10.194Activa 2.410.259 33.885 1.004 2.445.148Verplichtingen 2.198.333 6.276 298 2.204.907PER 31/12/2011Geleverde diensten 232.989 63.883 573 297.445Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 7.283 1.847 2 9.132Activa 2.271.411 23.709 948 2.296.068Verplichtingen 2.041.532 15.641 254 2.057.427


Informatieverschaffing over verbondenpartijenIn <strong>2012</strong> werden volgende vergoedingen toegekend aanmanagers op sleutelposities:nUitvoerend bestuurderDe totale bruto-vergoeding die over <strong>2012</strong> door devennootschap BVBA Bamboss, waarvan de zaakvoerderde uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder is, aan <strong>Aquafin</strong> werdgefactureerd is als volgt samengesteld:• basisvergoeding: € 398.914,32• variabel deel: € 142.637,66• pensioenrechten: niet van toepassing• andere vergoedingsbestanddelen: € 4.475,80nDirectiecomitéDe totale bruto-verloning die over <strong>2012</strong> aan de leden vanhet directiecomité, met uitzondering van de uitvoerend(gedelegeerd) bestuurder, werd toegekend bedraagt:• basissalaris: € 565.631,34• variabel deel : 50.671,98• pensioenrechten: € 118.154,08• andere vergoedingsbestanddelen: € 105.324,84Hij ontvangt geen vergoeding als bestuurder (binnen de raadvan bestuur).Specifieke toelichtingen vereist onderhet Wetboek van VennootschappennTewerkstelling op afsluitingsdatum <strong>volgens</strong> beroepscategorie:<strong>2012</strong> 2011TEWERKSTELLING PER BEROEPSCATEGORIEDirectieleden 3,0 4,0Bedienden 875,0 847,8TOTAAL 878,0 851,8Vergoedingen toegekend aan directieleden : cfr supra.Door de groep of één van de ondernemingen van de groep werden geen voorschotten of leningen verstrekt aan directieleden.De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar <strong>2012</strong> omvat volgende vennootschappen:• <strong>Aquafin</strong> NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar, België• Aquaplus NV, Ingberthoeveweg 21, 2630 Aartselaar, BelgiëJaarrekening69


70 Geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong>


AQUAFIN NVColofonVerantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder <strong>Aquafin</strong> NVGrafische vormgeving: AlteraFotografie: fotovdb.com, Jan Locus, Misjel Decleer en medewerkers van <strong>Aquafin</strong> NVDe geconsolideerde jaarrekening <strong>2012</strong> is ook beschikbaar in het Engels.U kan de twee taalversies downloaden op www.aquafin.be,of extra exemplaren aanvragen via info@aquafin.be


<strong>Aquafin</strong> ontwikkelt en implementeertdoeltreffende oplossingen die zorgenvoor zuivere waterlopen en duurzaamwater(her)gebruik. We spelen proactiefin op te verwachten evoluties inde watersector. Hierdoor brengen wijop maat en in nauwe relatie met onzeklanten de realisatie van de Europesedoelstellingen elke dag opnieuwdichterbij.<strong>Aquafin</strong> NV, Dijkstraat 8, B-2630 AartselaarTel. 03 450 45 11 n fax 03 458 30 20e-mail: info@aquafin.be n www.aquafin.beV.U.: Luc BossynsAlso available in English

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!