12.07.2015 Views

Slagvaardigheid in de Europabrede Unie - Oapen

Slagvaardigheid in de Europabrede Unie - Oapen

Slagvaardigheid in de Europabrede Unie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEIDrapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g65slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong>europabre<strong>de</strong> unieSdu Uitgevers, Den Haag, 2003


isbn 90-12-098084


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie4 Het Europees sociaal en werkgelegenheidsbeleid 874.1 Inleid<strong>in</strong>g 874.2 De ontwikkel<strong>in</strong>g van het Europees sociaal en werkgelegenheidsbeleid 904.2.1 Nationale veranker<strong>in</strong>g van het Europees sociaal mo<strong>de</strong>l 904.2.2 Economische mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g en uitbouw van <strong>de</strong>nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaat (1950-1973) 944.2.3 Sociaal conflict en nationaal crisismanagement (1974-1983) 964.2.4 Economische <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt (1984-1994) 974.2.5 Respect voor beleidsdiversiteit bij ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> Europese socialezorgen (1995-2002) 1014.3 Flexibiliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese governance op sociaal terre<strong>in</strong> 1054.4 Het sociaal en werkgelegenheidsbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> 1124.4.1 Uitgangssituatie voor <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g 1124.4.2 Werkloosheid 1144.4.3 Pensioenen 1184.4.4 Eenheid en verschei<strong>de</strong>nheid <strong>in</strong> een Europabreed sociaal mo<strong>de</strong>l 1194.5 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 11965 Het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid 1295.1 Inleid<strong>in</strong>g 1295.2 De ontwikkel<strong>in</strong>g van het gbvb 1305.2.1 De europeaniser<strong>in</strong>g van het buitenlands en veiligheidsbeleid 1305.2.2 Motieven voor samenwerk<strong>in</strong>g 1335.2.3 De gbvb-beleidsmix 1375.3 Het gbvb <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> 1425.3.1 Een grotere <strong>Unie</strong>, een sterker gbvb? 1425.3.2 Uitdag<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> slagvaardigheid op het terre<strong>in</strong>van het gbvb 1445.4 Vormen van governance voor een meer slagvaardig gbvb 1465.4.1 Een meer coherent gbvb 1465.4.2 Meer <strong>in</strong>stitutionele synergie 1485.4.3 Een meer effectieve besluitvorm<strong>in</strong>g 1515.4.4 Gecoörd<strong>in</strong>eerd optre<strong>de</strong>n 1535.4.5 Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g 1545.4.6 Een meer slagvaardig edvb 1595.5 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 162


<strong>in</strong>houdsopgave6 De samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van Justitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken 1696.1 Inleid<strong>in</strong>g 1696.2 De ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europa 1706.2.1 Europese samenwerk<strong>in</strong>g naast voortdurend nationaal optre<strong>de</strong>n 1706.2.2 De ontwikkel<strong>in</strong>g naar communautaire jbz-samenwerk<strong>in</strong>g 1716.2.3 De ontwikkel<strong>in</strong>g van b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten 1746.2.4 Kopgroepen en uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsposities 1756.2.5 Vasthou<strong>de</strong>n aan unanimiteit 1776.2.6 Ger<strong>in</strong>ge bereidheid tot lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 1786.3 jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> 1796.3.1 Bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzen en illegale immigratie 1806.3.2 Asiel- en immigratiebeleid 1846.3.3 Politiesamenwerk<strong>in</strong>g 1866.4 Vormen van governance voor een meer slagvaardige jbz-samenwerk<strong>in</strong>g 1896.4.1 Inleid<strong>in</strong>g 1896.4.2 De beperkte implementatiecapaciteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europese lan<strong>de</strong>n 1896.4.3 Bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzen 1906.4.4 Asiel- en immigratiebeleid 1946.4.5 Politiesamenwerk<strong>in</strong>g 1996.4.5 Justitiële samenwerk<strong>in</strong>g 2036.5 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 20677 <strong>Slagvaardigheid</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> 2157.1 Inleid<strong>in</strong>g 2157.2 Europeaniser<strong>in</strong>g en slagvaardigheid na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g 2177.3 Omgaan met diversiteit 2207.4 Institutionele variatie, coörd<strong>in</strong>atie en differentiatie 2227.4.1 Variatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> 2227.4.2 Har<strong>de</strong> en zachte coörd<strong>in</strong>atievormen 2277.4.3 Nauwere samenwerk<strong>in</strong>gsvormen 2347.5 Nieuwe governance-metho<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Commissie en <strong>de</strong>nationale parlementen 238Literatuur 245


8slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


samenvatt<strong>in</strong>gsamenvatt<strong>in</strong>gDe Europese <strong>Unie</strong> (eu) staat aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> meest omvangrijke uitbreid<strong>in</strong>guit haar geschie<strong>de</strong>nis. Tien kandidaat-lidstaten uit Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa, Malta, Cyprus en Turkije berei<strong>de</strong>n zich voor op het lidmaatschap.Naar verwacht<strong>in</strong>g zal een eerste groep van tien lan<strong>de</strong>n omstreeks mid<strong>de</strong>n 2004gaan toetre<strong>de</strong>n. Deze ontwikkel<strong>in</strong>g heeft vergaan<strong>de</strong> implicaties voor <strong>de</strong> besluitvaardigheid<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Het bereiken van consensus tussen alle huidige 15 lidstatenbrengt nu al <strong>de</strong> nodige problemen met zich mee. Met een grotere groeplan<strong>de</strong>n zal dat nog lastiger en tijdroven<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n. Dat geldt temeer doordat <strong>de</strong>tien beoog<strong>de</strong> lidstaten uit Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa beschikken over een bedui<strong>de</strong>ndlager sociaal en economisch ontwikkel<strong>in</strong>gspeil, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r bestuurlijk vermogenen ger<strong>in</strong>gere Europese beleidservar<strong>in</strong>g. De eu van 25 of meer lidstaten zal dusveel meer diversiteit <strong>in</strong> uitgangspunten en belangen gaan herbergen.De Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> begeeft zich <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate op politiek gevoeligebeleidsterre<strong>in</strong>en die direct raken aan <strong>de</strong> traditionele staatssoevere<strong>in</strong>iteit.Het project voor <strong>de</strong> monetaire unie (emu) bijvoorbeeld is omgeven met uiteenlopen<strong>de</strong>visies op <strong>de</strong> noodzaak en het e<strong>in</strong>ddoel van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g (uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijktoch een politieke unie, een confe<strong>de</strong>ratie of een Europese economische reger<strong>in</strong>g?),onzekerheid over <strong>de</strong> welvaartseffecten en ook vrees voor een aantast<strong>in</strong>gvan nationale <strong>in</strong>stituties van <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat. M<strong>in</strong>stens zo controversieel is <strong>de</strong>Europese veiligheidspolitieke samenwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> politiële en justitiële samenwerk<strong>in</strong>g.On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g wantrouwen tussen <strong>de</strong> lidstaten en sterk nationaal bepaal<strong>de</strong>voorkeuren maken dat <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g hierover nog altijd plaatsv<strong>in</strong>dt bijunanimiteit.9Europeaniser<strong>in</strong>g van beleidAchter <strong>de</strong> paradoxale ‘europeaniser<strong>in</strong>g’ van politiek bela<strong>de</strong>n, nationaal gekoester<strong>de</strong>beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len schuilen uiteenlopen<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gsten<strong>de</strong>nsen.Processen van <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g begrenzen <strong>de</strong> effectiviteit van het nationalebeleid en nopen tot meer gezamenlijke besluitvorm<strong>in</strong>g en collectief optre<strong>de</strong>n.Zo was het ‘1992-project’ ter verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt een gezamenlijk<strong>in</strong>tern Europees antwoord op <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g van het bedrijfsleven en <strong>de</strong>achterblijven<strong>de</strong> productiviteitsgroei. Dit gaf op zijn beurt weer impulsen aan <strong>de</strong>vorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu. De goe<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g daarvan noopt tot het coörd<strong>in</strong>eren vanhet nationale begrot<strong>in</strong>gsbeleid en, <strong>in</strong> het verleng<strong>de</strong> daarvan, het economische ensociale beleid. Interne markt en emu tezamen stimuleren weer <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>gen totafstemm<strong>in</strong>g van het dome<strong>in</strong> van Justitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken (jbz) op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenals <strong>de</strong> bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzen, het asielbeleid en <strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong>georganiseer<strong>de</strong> misdaad en valsemunterij. De omwentel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europa en <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europeseveiligheid vormen belangrijke externe krachten achter <strong>de</strong> verbred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>Europese samenwerk<strong>in</strong>g naar het terre<strong>in</strong> van het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid(gbvb). Nu <strong>de</strong> eu ‘s werelds grootste han<strong>de</strong>lsblok is en <strong>de</strong> euro na <strong>de</strong> dollar


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie<strong>de</strong> belangrijkste mondiale valuta vertegenwoordigt, groeit <strong>de</strong> behoefte aan coherent(diplomatiek, han<strong>de</strong>lspolitiek en militair) optre<strong>de</strong>n en een daadwerkelijkgemeenschappelijk beleid dat uitgaat van gezamenlijke Europese waar<strong>de</strong>n.Zorgen over slagvaardigheid en legitimiteitDeze parallelle processen van toenemen<strong>de</strong> diversiteit b<strong>in</strong>nen een uitgebrei<strong>de</strong><strong>Unie</strong> en groeien<strong>de</strong> vraag naar ver<strong>de</strong>re samenwerk<strong>in</strong>g op politiek gevoeligebeleidsterre<strong>in</strong>en lei<strong>de</strong>n tot zorgen over <strong>de</strong> slagvaardigheid en legitimiteit vanEuropees han<strong>de</strong>len. Hoe kan <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> na<strong>de</strong>re maatregelen nemenvoor <strong>de</strong> aanpak van grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kwesties en gemeenschappelijke uitdag<strong>in</strong>gen?Hoe kunnen die maatregelen niet alleen effectief maar ook legitiem zijn,<strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong> dat <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g volgens van tevoren bepaal<strong>de</strong> (<strong>de</strong>mocratische)regels verloopt en <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> betrokken partijen (waaron<strong>de</strong>r ook die van<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid) wor<strong>de</strong>n meegewogen? Kortom, welke vormen van governancekunnen <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> versterken, terwijl zij tevenslegitiem zijn?10Dergelijke vragen zijn al enige tijd het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong>bat op <strong>de</strong> hoogste reger<strong>in</strong>gsniveaus.De Europese reger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>rs hebben erkend dat het Verdrag vanNice niet <strong>de</strong> noodzakelijke <strong>in</strong>stitutionele hervorm<strong>in</strong>gen heeft gerealiseerd om <strong>de</strong><strong>Unie</strong> op <strong>de</strong> toekomst voor te berei<strong>de</strong>n. Beg<strong>in</strong> 2002 is <strong>de</strong> Europese Conventie vanstart gegaan om een volgen<strong>de</strong> Intergouvernementele Conferentie (igc) voor teberei<strong>de</strong>n. De Conventie on<strong>de</strong>rzoekt on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> mogelijkheid tot vereenvoudig<strong>in</strong>gen eventuele splits<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu-verdragen, <strong>de</strong> bevoegdheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gtussen <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong> lidstaten, <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> nationale parlementen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europesebesluitvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> status van het Europese Handvest van <strong>de</strong> Grondrechten.De grondige reflectie hierop en <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van een eventueel bereikt akkoordzullen geruime tijd <strong>in</strong> beslag nemen. In <strong>de</strong> tussentijd hebben beleidsmakersbehoefte aan manieren om via het bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>strumentariumurgente <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke gemeenschappelijke vraagstukken het hoofd te kunnenbie<strong>de</strong>n. Dit rapport formuleert aanbevel<strong>in</strong>gen om <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze urgente behoefte tevoorzien, onafhankelijk van het eventuele latere resultaat van <strong>de</strong> Conventie.Deze aanbevel<strong>in</strong>gen kunnen echter wel een bijdrage leveren aan het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong>Conventie. Het rapport bouwt voort op <strong>de</strong> analyses uit het wrr-rapport Naareen Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> (2001), dat han<strong>de</strong>lt over het proces van toetred<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> euvan <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten uit Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa en <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gs- enhandhav<strong>in</strong>gsproblematiek van na het toetred<strong>in</strong>gsproces.<strong>in</strong>stitutionele variatie en differentiatie van rechten enplichten zijn onmisbaarDe belangrijkste conclusie van dit rapport luidt dat <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong>Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> van 25 lidstaten reeds nu is gebaat met het benutten van <strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n tot <strong>in</strong>stitutionele variatie. Het gaat dan niet alleen om variatieb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>, maar ook har<strong>de</strong> en zachte vormen vancoörd<strong>in</strong>atie alsme<strong>de</strong> differentiatie van rechten en plichten tussen <strong>de</strong> lidstaten.


samenvatt<strong>in</strong>gDaarmee kan wor<strong>de</strong>n voorkomen dat lidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren bekneldraken door al te uniformeren<strong>de</strong> regels en wetgev<strong>in</strong>g of systematisch zware drukon<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n om zich op politiek te gevoelige beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te conformerenaan meer<strong>de</strong>rheidsbesluiten. Dergelijke situaties vergroten immers <strong>de</strong> kans opbeleidsimpasses. Het tempo voor het bereiken van gemeenschappelijke doelenzou dan steeds vaker wor<strong>de</strong>n bepaald door <strong>de</strong> ‘langzaamste’ lidstaat.Bovendien zou een vicieuze cirkel kunnen ontstaan van implementatietekorten,afnemend on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen en afnemen<strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit vaneen aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het Europese beleid.In dit rapport zijn relatief recent geëuropeaniseer<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en on<strong>de</strong>rzocht:<strong>de</strong> emu, het sociaal en werkgelegenheidsbeleid, het gbvb en <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g ophet terre<strong>in</strong> van jbz (hfst. 3 t/m 6). Dit on<strong>de</strong>rzoek laat zien dat negatieve scenario’sbepaald niet <strong>de</strong>nkbeeldig zijn. Nu al blijken ten aanzien van urgente vraagstukkenals <strong>de</strong> macro- en micro-economische coörd<strong>in</strong>atie, <strong>de</strong> werkgelegenheid,<strong>de</strong> <strong>in</strong>terne en externe veiligheid, asiel en immigratie <strong>de</strong> nationale politieke gevoelighe<strong>de</strong>ngroot te zijn. Daardoor stuit het uitbrei<strong>de</strong>n van besluitvorm<strong>in</strong>g bijgekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid op politieke grenzen, net als het verbre<strong>de</strong>n van het<strong>in</strong>itiatiefrecht van <strong>de</strong> Europese Commissie. Het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van consensus kost veeltijd, is met forse onzekerheid omgeven en levert vaak uitkomsten op die verrevan optimaal zijn. Het eu-beleidsproces is trouwens al complex, ondoorzichtigen naar b<strong>in</strong>nen gekeerd. Het onttrekt zich nog al eens aan <strong>de</strong> publieke controle enook nationale parlementen hebben er slechts <strong>in</strong> beperkte mate zicht en <strong>in</strong>vloedop. Juist on<strong>de</strong>r die omstandighe<strong>de</strong>n wordt het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van contextgevoelige,<strong>in</strong>novatieve vormen van governance steeds essentiëler voor slagvaardige besluitvorm<strong>in</strong>g.11Een scala van governance-vormenDe geschiktheid van uiteenlopen<strong>de</strong> governance-vormen laat zich niet beoor<strong>de</strong>lenvia algemene uitspraken over <strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len van ‘<strong>de</strong>’ communautairemetho<strong>de</strong> naast bijvoorbeeld ‘<strong>de</strong>’ open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> (ocm) of ‘<strong>de</strong>’ nauweresamenwerk<strong>in</strong>g. Juist <strong>de</strong> specifieke <strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>gsaspecten zoals <strong>de</strong>ruimte voor m<strong>in</strong>imumharmonisatie en <strong>de</strong> rol van nationale parlementen <strong>in</strong> nietb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>coörd<strong>in</strong>atieprocessen kunnen van doorslaggevend belang zijn voor <strong>de</strong>effectiviteit en legitimiteit van het te voeren beleid. Daarnaast zijn het <strong>de</strong> beleidsspecifiekemotieven voor samenwerk<strong>in</strong>g, padafhankelijkhe<strong>de</strong>n en omstandighe<strong>de</strong>ndie me<strong>de</strong> bepalen welke <strong>in</strong>stitutionele oploss<strong>in</strong>gen effectief en legitiemzijn.Tegen die achtergrond is het z<strong>in</strong>vol verschillen<strong>de</strong> vormen van Europese governanceanalytisch te herlei<strong>de</strong>n tot een aantal on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele keuzen.Deze betreffen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> vraag of wordt <strong>in</strong>gezet op nationaal beleidsoptre<strong>de</strong>nof Europese samenwerk<strong>in</strong>g, het specifieke <strong>in</strong>stitutionele ka<strong>de</strong>r waarb<strong>in</strong>nen Europesesamenwerk<strong>in</strong>g wordt ontplooid en <strong>de</strong> aard en reikwijdte van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnamevan verschillen<strong>de</strong> actoren aan <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g. Dit maakt het mogelijk verschillen<strong>de</strong>governance-vormen <strong>in</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> beleidscontexten te evalueren en tot


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unievoorstellen voor verbeter<strong>in</strong>g of aanvull<strong>in</strong>g daarvan te komen. Hieron<strong>de</strong>r beperkenwe ons tot enkele hoofdlijnen van <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen uit het rapport. Dezewor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> beleidshoofdstukken(zie <strong>de</strong> laatste par. van hfst. 3 t/m 6).•Benut <strong>de</strong> variatiemogelijkhe<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>De communautaire metho<strong>de</strong> kent <strong>in</strong> feite een reeks verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneleopties. De vorm van samenwerk<strong>in</strong>g is altijd b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd, maar <strong>de</strong> rol en bevoegdhe<strong>de</strong>nvan verschillen<strong>de</strong> actoren (zoals <strong>de</strong> Commissie en <strong>de</strong> lidstaten), hetgehanteer<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumentarium en <strong>de</strong> participatie van <strong>de</strong> lidstaten kunnen enigsz<strong>in</strong>svariëren.12De klassieke communautaire metho<strong>de</strong> past vrij goed bij <strong>de</strong> algemeen on<strong>de</strong>rschrevenpr<strong>in</strong>cipes van negatieve markt<strong>in</strong>tegratie en <strong>de</strong> uitwerk<strong>in</strong>g daarvan <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g.Alle lidstaten kunnen zich van tevoren committeren aan het e<strong>in</strong>ddoel,het collectieve goed <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt. Hoewel er herver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>geffectenoptre<strong>de</strong>n, is het liberaliser<strong>in</strong>gsproces betrekkelijk oncontroversieel enlegitiem, beschikt <strong>de</strong> nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaat over f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len voorcompensatie en biedt het Hof <strong>de</strong> directe betrokkenen juridische zekerheid.Bij vormen van positieve markt<strong>in</strong>tegratie ligt dit al gecompliceer<strong>de</strong>r en politiekgevoeliger. De aanpak van grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> milieuvraagstukken waarovergrote kennisonzekerheid bestaat biedt hiervan een treffend voorbeeld. Het doelvan samenwerk<strong>in</strong>g kan weliswaar eenduidig wor<strong>de</strong>n omschreven als het on<strong>de</strong>rvangenvan negatieve externe effecten, maar <strong>de</strong> welvaartseffecten op <strong>de</strong> langetermijn zijn niet eenduidig. Bovendien kan <strong>de</strong> sociale en economische diversiteittussen <strong>de</strong> lidstaten lei<strong>de</strong>n tot onevenredig zware lasten voor groepen on<strong>de</strong>rnemers,arbei<strong>de</strong>rs en consumenten <strong>in</strong> sommige sectoren, regio’s of lidstaten.Daar komt nog bij dat <strong>de</strong> nationale stelsels en <strong>in</strong>stituties sterk verschillen en vaakkunnen rekenen op een grote mate van legitimiteit. Van <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>stitutieszoals het Europees Parlement en <strong>de</strong> Europese Commissie is die legitimiteit langniet altijd gegaran<strong>de</strong>erd. Door al <strong>de</strong>ze factoren wordt <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g overcollectief optre<strong>de</strong>n en gezamenlijke regelgev<strong>in</strong>g lastiger en is <strong>de</strong> ruimte voorbeleidsconvergentie beperkter. Het centraliseren van bevoegdhe<strong>de</strong>n en hetcentraal uitvaardigen van implementatievoorschriften botst dan met <strong>de</strong> noodzaakom plaatselijke kennis en expertise <strong>in</strong> te schakelen. In <strong>de</strong>rgelijke situatiesdient meer te wor<strong>de</strong>n gewerkt met governance-vormen die een grotere mate vannationale en lokale diversiteit toestaan, zoals we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g, m<strong>in</strong>imumharmonisatieof har<strong>de</strong>re vormen van beleidscoörd<strong>in</strong>atie on<strong>de</strong>r toezicht van <strong>de</strong>Commissie.• Experimenteer met har<strong>de</strong> en zachte coörd<strong>in</strong>atievormenHet strategisch experimenteren met verschillen<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atieprocessen kanuitmon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> waar<strong>de</strong>volle aanvull<strong>in</strong>gen op b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>, communautaire metho<strong>de</strong>nvan governance. Voorwaar<strong>de</strong> is echter wel dat zorgvuldig wordt verkend on<strong>de</strong>rwelke omstandighe<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atievarianten wel, en on<strong>de</strong>r welke ze


samenvatt<strong>in</strong>gniet effectief en legitiem zijn. Hoe ‘har<strong>de</strong>r’ wordt toegezien op het behalen van <strong>de</strong>bre<strong>de</strong> Europese doelstell<strong>in</strong>gen, hoe m<strong>in</strong><strong>de</strong>r beleidsruimte lidstaten resteert vooreigen, nationale programma’s. Daardoor kan <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong>rgelijke processen,althans voor zover die is <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> nationale doelstell<strong>in</strong>gen, on<strong>de</strong>r drukkomen. Maar bij al te veel vrijblijvendheid laat <strong>de</strong> effectiviteit ervan te wensenover. Waar het om gaat is dus <strong>de</strong> juiste balans te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n tussen effectiviteit enlegitimiteit op Europees én nationaal niveau. Die balans varieert per beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elen per lidstaat.Indien het stimuleren van nationaal beleidsleren voorop staat en <strong>de</strong> nationale<strong>in</strong>stitutionele sett<strong>in</strong>g zeer divers is (zie o.m. <strong>de</strong> werkgelegenheid, <strong>de</strong> socialeuitsluit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hfst. 4), dient voldoen<strong>de</strong> speelruimte te wor<strong>de</strong>n behou<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>nationale overhe<strong>de</strong>n om zich te concentreren op een beperkt aantal urgentebeleidsopgaven die passen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>re, gemeenschappelijk aanvaar<strong>de</strong>Europese doelstell<strong>in</strong>gen. Dit voorkomt dat lidstaten uitsluitend lippendienstbewijzen (en bestuurlijke capaciteit verliezen) aan taken die niet passen bij huneigen prioriteiten. Indien het tegengaan van scha<strong>de</strong>lijke Europese beleidsconcurrentievia het versterken van <strong>de</strong> implementatie <strong>de</strong> primaire doelstell<strong>in</strong>g is (zieo.m. het acquis voor gezondheid en veiligheid op <strong>de</strong> werkplek en <strong>de</strong> wapenexport,resp. hfst. 4 en 5) dienen <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atieprocessen ‘har<strong>de</strong>r’ te zijn.Op die beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn hel<strong>de</strong>re procedures voor nam<strong>in</strong>g en sham<strong>in</strong>gnodig, eventueel on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> ‘dreig<strong>in</strong>g’ van juridische(m<strong>in</strong>imum)harmonisatie.13Indien cruciale Europese collectieve belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn maar niettem<strong>in</strong>omwille van <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit voldoen<strong>de</strong> nationale beleidsruimtenodig is (<strong>de</strong> stabiliteit en waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> euro, <strong>de</strong> houdbaarheid van pensioenen,hfst. 3 en 4) dienen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> procedures voor <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>gstekorten en huntrends te wor<strong>de</strong>n versterkt door har<strong>de</strong>re regels op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, autonome oor<strong>de</strong>lendoor <strong>de</strong> Commissie en een grotere betrokkenheid van <strong>de</strong> nationale parlementen.Deze laatste zou<strong>de</strong>n zich <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval moeten buigen over <strong>de</strong> globale economischrichtsnoeren, die immers het nationale economische beleid betreffen.Indien het borgen van collectieve belangen direct wordt geschaad doordat <strong>de</strong>nationale beleidsruimte te groot is, is (m<strong>in</strong>imum)harmonisatie die een opstapvormt naar communautariser<strong>in</strong>g een vereiste. Dit is bijvoorbeeld het geval voorhet asielbeleid (hfst. 6). Een gemeenschappelijk en geharmoniseerd Europeesasielbeleid moet voorkomen dat een negatieve spiraal ontstaat van beleidsconcurrentiedie het beleid on<strong>de</strong>rmijnt van lidstaten met een regime dat asielzoekersrelatief goed beschermt.•Benut <strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het eu-ka<strong>de</strong>rGedifferentieer<strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu is een beproef<strong>de</strong> manier van omgaanmet diversiteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu. Lidstaten die dieper willen en kunnen <strong>in</strong>tegrerenwor<strong>de</strong>n zo niet opgehou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die niet mee willen of kunnen doen.Het rapport schetst een aantal voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>gsvormb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu een alternatief biedt dat slagvaardiger, legitiemer en meer <strong>in</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unielijn met het Ne<strong>de</strong>rlandse belang is. Een belangrijke voorwaar<strong>de</strong> is dat nationaaloptre<strong>de</strong>n niet effectief is om een beleidsprobleem op te lossen, of leidt totbeleidsconcurrentie met negatieve effecten. Voorts is er een zekere uniformiteitnoodzakelijk <strong>in</strong> het beleidsoptre<strong>de</strong>n die via niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> vormen van samenwerk<strong>in</strong>gzoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> niet of onvoldoen<strong>de</strong> sneltot stand kan wor<strong>de</strong>n gebracht (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> harmonisatie van het asielbeleid,hfst. 6). Het mechanisme van nam<strong>in</strong>g and sham<strong>in</strong>g dat bij <strong>de</strong> ocm moet lei<strong>de</strong>n totconvergentie, kan met name <strong>in</strong> conflictueuze situaties <strong>in</strong> het voor<strong>de</strong>el werkenvan grotere lan<strong>de</strong>n, die <strong>de</strong>ze politieke druk gemakkelijker kunnen weerstaan daneen land als Ne<strong>de</strong>rland.14Daarnaast moet gel<strong>de</strong>n dat het gebruik van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g leidt toteen groot legitimiteitstekort en/of implementatieproblemen en een gebrekkigebeleidseffectiviteit. Op bepaal<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en (bijvoorbeeld <strong>de</strong>fensie, hfst. 5)ontbreekt <strong>de</strong> legitimiteit om lan<strong>de</strong>n tegen hun wil te verplichten tot <strong>de</strong>elname aaneen samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief. Op an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en is <strong>de</strong> eu voor <strong>de</strong> implementatievan zijn besliss<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>rmate afhankelijk van implementatie door <strong>de</strong> lidstaten(bijvoorbeeld op het gebied van het visabeleid, hfst. 6), dat non-implementatiedreigt bij het gebruik van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g. De beleidshoofdstukkenillustreren dat on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> condities <strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen heteu-ka<strong>de</strong>r een volwaardig en onmisbaar alternatief biedt.Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g buiten <strong>de</strong> eu om leidt tot legitimiteitsproblemen doordatdan een exclusieve club van lan<strong>de</strong>n een besluit voorkookt of een regimeontwerpt dat later zal moeten gel<strong>de</strong>n voor een groot aantal an<strong>de</strong>re eu-lidstatenzon<strong>de</strong>r dat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>liberatie daarover zijn gekend. Voorbeel<strong>de</strong>n daarvan bie<strong>de</strong>n<strong>de</strong> directoraten <strong>in</strong> het gbvb (hfst. 5) en het Schengen-regime (hfst. 6). Dergelijkeregimes missen bovendien <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische controle op Europees niveau, <strong>de</strong>onafhankelijke rechterlijke toets<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> waarborgen voor kle<strong>in</strong>erelidstaten die <strong>de</strong> eu wel biedt.In veel gevallen gaat er een grote dynamiek uit van <strong>de</strong> optie tot nauwere samenwerk<strong>in</strong>g.S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> ratificatie van het Verdrag van Amsterdam is er verschillen<strong>de</strong>keren gedreigd met het gebruik van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g. Dit bracht op zichzelfal consensusvorm<strong>in</strong>g, zoals bijvoorbeeld <strong>in</strong> het geval van <strong>de</strong> Italiaanse oppositietegen het Europese Arrestatiebevel. Daarnaast zijn er on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong>omstandighe<strong>de</strong>n centripetale effecten te verwachten rondom een <strong>in</strong>itiatief voornauwere samenwerk<strong>in</strong>g waardoor op termijn alsnog alle lidstaten eraan zullen<strong>de</strong>elnemen. In een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> dient overigens wel tegen die krachtengewaarschuwd te wor<strong>de</strong>n. Immers, het on<strong>de</strong>rmijnt <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> solidariteitals lidstaten wel bereid maar niet <strong>in</strong> staat zijn mee te doen met een bepaaldsamenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief en daardoor aan mogelijke negatieve gevolgen van zo’n<strong>in</strong>itiatief wor<strong>de</strong>n blootgesteld. De komen<strong>de</strong> igc moet dan ook uitmon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> eenoverbrugg<strong>in</strong>gsmechanisme dat helpt <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n op een later tijdstip bij hetsamenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief te betrekken.


samenvatt<strong>in</strong>gDe raad meent met zijn verkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g tussen urgente beleidsvraagstukkenen governance-metho<strong>de</strong>n tevens een <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke bijdrage te leverenaan het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> Europese Conventie.15


16slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


ten gelei<strong>de</strong>ten gelei<strong>de</strong>Dit rapport is voorbereid door een <strong>in</strong>terne projectgroep van <strong>de</strong> wrr. Voorzitterwas prof.dr. J.L.M. Pelkmans, lid van <strong>de</strong> raad. Ver<strong>de</strong>r maakten <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong>projectgroep: <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> wrr prof. mr. M. Scheltema, dr. W. AsbeekBrusse (projectcoörd<strong>in</strong>ator), drs. D.W. J. Broe<strong>de</strong>rs, dr. A.C. Hemerijck,drs. B.R. Limonard en drs. M. Sie Dhian Ho. Geduren<strong>de</strong> een <strong>de</strong>el van heton<strong>de</strong>rzoek hebben ook dr. J. Colijn, drs. H. van Maanen, drs. P. Overeem enR. <strong>de</strong> Ruiter bijdragen geleverd aan <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> projectgroep.In 2001 publiceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> wrr het rapport Naar een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Rapportenaan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr.59 Den Haag: Sdu. Dit adviseert over het proces van toetred<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten uit Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa tot <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> (<strong>de</strong>toetred<strong>in</strong>gsproblematiek) en het behoud van <strong>de</strong> verworvenhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> na<strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gs- en handhav<strong>in</strong>gsproblematiek). De thematiek <strong>in</strong> ditrapport bouwt voort op <strong>de</strong>ze thema’s door <strong>in</strong> te gaan op het vraagstuk van <strong>de</strong>slagvaardige besluitvorm<strong>in</strong>g na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>.Ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> analyses <strong>in</strong> dit rapport zijn twee werkdocumentengepubliceerd:• A. Hobza (2002) CEE Candidate countries on the Way to Eurozone. wrrWork<strong>in</strong>g document W 131, Den Haag.• E. Philippart en M. Sie Dhian Ho (2001) Pedall<strong>in</strong>g aga<strong>in</strong>st the w<strong>in</strong>d. Strategiesto strengthen the EU’s capacity to act <strong>in</strong> the context of enlargement. wrrWork<strong>in</strong>g document W 110, Den Haag.17Bij <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>gen van het rapport zijn vele personen geraadpleegd. De raadis hen zeer erkentelijk voor hun waar<strong>de</strong>volle <strong>in</strong>formatie, suggesties en commentaren.Voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van het rapport is alleen <strong>de</strong> raad verantwoor<strong>de</strong>lijk.


18slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g1.1 <strong>de</strong> achtergrond en aanleid<strong>in</strong>g van het rapportDe Europese <strong>Unie</strong> (eu) staat aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> meest omvangrijke uitbreid<strong>in</strong>guit haar geschie<strong>de</strong>nis. 1 Dertien lan<strong>de</strong>n zijn momenteel kandidaat voorhet lidmaatschap van <strong>de</strong> eu. Met tien lan<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong>toetred<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Europese Raad van Kopenhagen afgesloten:Hongarije, Polen, Tsjechië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Slovenië,Malta en Cyprus. Met Bulgarije en Roemenië zijn <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen noggaan<strong>de</strong>, terwijl ze met Turkije nog niet zijn begonnen. Naar verwacht<strong>in</strong>g zal <strong>de</strong>eerste groep van tien lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> mei 2004 toetre<strong>de</strong>n.Deze ontwikkel<strong>in</strong>g heeft vergaan<strong>de</strong> implicaties voor <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>Unie</strong>. Immers, het bereiken van consensus tussen alle huidige 15 lidstaten brengtnu al <strong>de</strong> nodige problemen met zich mee. Met een grotere groep lan<strong>de</strong>n zal datnog lastiger en tijdroven<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n. Dat geldt temeer doordat <strong>de</strong> tien beoog<strong>de</strong>lidstaten uit Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa een bedui<strong>de</strong>nd lager ontwikkel<strong>in</strong>gspeil enm<strong>in</strong><strong>de</strong>r bestuurlijk vermogen hebben dan <strong>de</strong> huidige lidstaten. Ook hun ervar<strong>in</strong>gmet het eu-beleidsproces is nog pril. De eu van 25 of meer lidstaten zal dus veelmeer diversiteit <strong>in</strong> uitgangspunten en belangen moeten herbergen.19In <strong>de</strong>ze Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zal overeenstemm<strong>in</strong>g moeten wor<strong>de</strong>n bereikt over <strong>de</strong>aanpak van veelal politiek gevoelige gemeenschappelijke problemen, zoals <strong>de</strong>opvang van asielzoekers, <strong>de</strong> houdbaarheid van <strong>de</strong> pensioenen en <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> misdaad. Ook externe uitdag<strong>in</strong>gen vragen om een gezamenlijkEuropees antwoord: van conflicten <strong>in</strong> het nabije buitenland tot <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>gvan het <strong>in</strong>ternationale terrorisme.Slagvaardige en legitieme besluitvorm<strong>in</strong>gIn dit rapport staat <strong>de</strong> vraag centraal hoe <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g slagvaardigkan blijven optre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het licht van nieuwe uitdag<strong>in</strong>gen. Tot nu toe is slagvaardigheid<strong>de</strong> belangrijkste bron van legitimiteit voor <strong>de</strong> eu: <strong>de</strong> output-legitimiteit.Voor burgers staat immers voorop dat <strong>de</strong> eu daar optreedt ter behartig<strong>in</strong>g vanhun belangen waar dat <strong>in</strong>dividuele lidstaten m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed afgaat, en dan bijuitstek op slagvaardige en daadkrachtige wijze (Scharpf 1999; P<strong>in</strong><strong>de</strong>r 2001).Daarnaast neemt dit rapport een aantal randvoorwaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> beschouw<strong>in</strong>g dieeveneens van belang zijn voor <strong>de</strong> legitimiteit van het eu-beleid. De problemenrond <strong>de</strong> ratificatie van het Verdrag van Maastricht en <strong>de</strong> negatieve uitslag <strong>in</strong> heteerste Ierse referendum over het Verdrag van Nice hebben namelijk dui<strong>de</strong>lijkgemaakt dat <strong>de</strong> stilzwijgen<strong>de</strong> consensus on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Europese bevolk<strong>in</strong>g die <strong>de</strong>beg<strong>in</strong>jaren van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap kenmerkte, bedui<strong>de</strong>nd is afgebrokkeld.Een goe<strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>houd en a<strong>de</strong>quate beleidsprestaties blijken geen voldoen<strong>de</strong>voorwaar<strong>de</strong> te zijn voor <strong>de</strong> acceptatie door burgers van regels uit Brussel.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieDe overdracht van bevoegdhe<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> eu heeft <strong>de</strong> afstand tussen burgers enpolitiek ver<strong>de</strong>r vergroot. Er ontbreekt een levendige Europese politieke arenawaarbij <strong>de</strong> burgers zich betrokken voelen. Zij krijgen soms <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk dat ‘zij daar’beslissen over ‘ons hier’ op een manier die geen recht doet aan nationale en regionaleeigenhe<strong>de</strong>n. De complexiteit van <strong>de</strong> Europese besluitvorm<strong>in</strong>g draagt ook alniet bij aan een breed publiek draagvlak voor <strong>Unie</strong>-optre<strong>de</strong>n en aan <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>gdat Europese regelgev<strong>in</strong>g moet wor<strong>de</strong>n nageleefd. Deze en an<strong>de</strong>re aspectenvan het ‘<strong>de</strong>mocratisch tekort’ voe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> scepsis en apathie ten aanzien van <strong>de</strong>eu. 2 In zo’n omgev<strong>in</strong>g is het van belang apart aandacht te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> wijzewaarop eu-beleid totstandkomt: is <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g volgens bepaal<strong>de</strong> (<strong>de</strong>mocratische)regels verlopen; zijn belangen van <strong>de</strong> betrokken partijen, ook die van<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r machtige, meegewogen; en is het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces transparanten begrijpelijk voor <strong>de</strong> burger? Aan <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n voor legitimiteit (<strong>in</strong>putlegitimiteit)zal <strong>in</strong> dit rapport apart aandacht wor<strong>de</strong>n besteed.20Blijvend slagvaardig en legitiem eu-optre<strong>de</strong>n is van speciaal belang voor Ne<strong>de</strong>rland.Met zijn open economie is Ne<strong>de</strong>rland gebaat bij ver<strong>de</strong>r gemeenschappelijkoptre<strong>de</strong>n op gebie<strong>de</strong>n als <strong>in</strong>ternationale han<strong>de</strong>l, fiscaliteit en veiligheid.Open betekent immers ook kwetsbaar voor bijvoorbeeld onoorbare <strong>in</strong>ternationalebelast<strong>in</strong>gconcurrentie en grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteit. Ne<strong>de</strong>rland steltook hoge eisen aan het milieu, het sociaal beleid en <strong>de</strong> consumentenveiligheid.Dit zijn terre<strong>in</strong>en van nationaal beleid die on<strong>de</strong>r toenemen<strong>de</strong> druk staan vaneconomische europeaniser<strong>in</strong>g en mondialiser<strong>in</strong>g en waarvoor <strong>de</strong>rhalve geldt datgoe<strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g slagvaardig beleid op eu-niveau vergt. Daarnaast is voor een‘mid<strong>de</strong>lgroot’ land als Ne<strong>de</strong>rland, met geprononceer<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>in</strong>ternationalevraagstukken, extern een slagvaardig optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> gewenst.Tenaanzien van <strong>de</strong> legitimiteit van eu-beleid heeft Ne<strong>de</strong>rland eveneens specifiekepreoccupaties. Zo is ons land erop gebrand dat <strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong>, meerheterogene <strong>Unie</strong> <strong>de</strong> grote lidstaten niet <strong>de</strong> weg van <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ste weerstand kiezendoor via <strong>in</strong>formele on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afspraken tot <strong>in</strong>itiatieven te komen <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong><strong>Unie</strong>structuren daarvoor te gebruiken.Governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>De discussie over <strong>de</strong> slagvaardigheid en legitimiteit van het eu-optre<strong>de</strong>n speeltzich af tegen <strong>de</strong> achtergrond van een bre<strong>de</strong>re zoektocht naar nieuwe vormen vangovernance die zowel b<strong>in</strong>nen nationale staten, tussen staten on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g als <strong>in</strong><strong>in</strong>ternationale organisaties plaatsv<strong>in</strong>dt. De aanleid<strong>in</strong>g hiertoe is ten eerste <strong>de</strong>voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g. Hierdoor verspreidt het statelijk gezagzich over publieke actoren – lokaal, regionaal, nationaal en bovennationaal – enniet-publieke actoren. Vandaar dat <strong>de</strong> term governance en niet government wordtgebruikt. On<strong>de</strong>r druk van dat diffusieproces vormen zich nieuwe i<strong>de</strong>eën over <strong>de</strong>rol van <strong>de</strong> centrale overheid (concentratie op kerntaken), <strong>de</strong> relatie tussen staat encivil society (m<strong>in</strong><strong>de</strong>r hiërarchisch, samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> netwerken), <strong>de</strong> maatschappelijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van publieke en private actoren (via convenantenter zelfreguler<strong>in</strong>g van private partijen) en <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie (<strong>de</strong> crisisvan <strong>de</strong> partij<strong>de</strong>mocratie). Tezelf<strong>de</strong>rtijd wordt een discussie gevoerd over good


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>ggovernance. Oorspronkelijk werd door <strong>in</strong>ternationale organisaties en donorlan<strong>de</strong>naan ontwikkel<strong>in</strong>gslan<strong>de</strong>n ‘goed bestuur’ als voorwaar<strong>de</strong> voor hulpverstrekk<strong>in</strong>ggesteld. Tegenwoordig wordt steeds meer <strong>de</strong> vraag gesteld of die <strong>in</strong>ternationaleorganisaties, waaron<strong>de</strong>r ook <strong>de</strong> eu valt, zelf wel zo goed (lees: <strong>de</strong>mocratisch)wor<strong>de</strong>n bestuurd.Als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze zoektocht naar nieuwe vormen van governance heeft <strong>de</strong>Europese Commissie <strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>g van het Europese bestuur tot een van haarstrategische doelen uitgeroepen. Die hervorm<strong>in</strong>g kan ten <strong>de</strong>le plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>nb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> Europese verdragen, maar een meer <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> herzien<strong>in</strong>g<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> eu moet volgens <strong>de</strong> Commissieniet wor<strong>de</strong>n geschuwd. Het rapport Europese governance. Een Witboek heefthiertoe <strong>de</strong> aftrap gegeven (Europese Commissie 2001a). Daar<strong>in</strong> propageert <strong>de</strong>Commissie on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het openbreken en vereenvoudigen van het Europesebeleidsproces, tene<strong>in</strong><strong>de</strong> meer burgers en organisaties te betrekken <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>gen implementatie van het eu-beleid. Ook roept zij op meer gebruik te maken vanverschillen<strong>de</strong> vormen van governance, waar mogelijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r centralistisch enniet <strong>in</strong> alle gevallen b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd van aard. Hierbij valt te <strong>de</strong>nken aan coörd<strong>in</strong>atienaast reguler<strong>in</strong>g en aan reguler<strong>in</strong>g via ka<strong>de</strong>rrichtlijnen naast veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gen(Europese Commissie 2001a: 4). Over <strong>de</strong> vraag on<strong>de</strong>r welke omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong><strong>in</strong>zet van welke <strong>in</strong>strumenten a<strong>de</strong>quater zou zijn spreekt <strong>de</strong> Commissie zich <strong>in</strong>het Witboek echter niet uit.21Terwijl aan dit rapport werd gewerkt, heeft <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong>eu zich ver<strong>de</strong>r ontwikkeld. De reger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>rs hebben erkend dat het Verdragvan Nice niet alle noodzakelijke <strong>in</strong>stitutionele hervorm<strong>in</strong>gen heeft gerealiseerdom <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> op <strong>de</strong> toekomst voor te berei<strong>de</strong>n. Beg<strong>in</strong> 2002 is <strong>de</strong> Europese Conventievan start gegaan om op een unieke, meer <strong>in</strong>clusieve manier een volgen<strong>de</strong>Intergouvernementele Conferentie (igc) voor te berei<strong>de</strong>n, die waarschijnlijk <strong>in</strong><strong>de</strong> loop van 2003 zal beg<strong>in</strong>nen. Uit <strong>de</strong> vragen die zijn opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verklar<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> Europese Raad van Laken van <strong>de</strong>cember 2001 over <strong>de</strong> toekomst van<strong>de</strong> eu blijkt dat er we<strong>in</strong>ig taboes meer zijn. Getuige die vragen betreft <strong>de</strong>ze post-Nice-discussie primair het constitutionele niveau. Zo on<strong>de</strong>rzoekt <strong>de</strong> Conventieon<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> vereenvoudig<strong>in</strong>g en eventuele splits<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu-verdragen, <strong>de</strong>bevoegdheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong> lidstaten, <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> nationaleparlementen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese besluitvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> status van het Europese Handvestvan <strong>de</strong> Grondrechten.De <strong>in</strong>valshoek van dit rapport wijkt af van <strong>de</strong>ze constitutionele discussie.Dit rapport is <strong>in</strong> hoofdzaak gericht op <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>op een aantal cruciale beleidsterre<strong>in</strong>en. Het on<strong>de</strong>rzoekt hoe direct na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g<strong>de</strong> tot dusver belangrijkste bron van legitimiteit van <strong>de</strong> eu, <strong>de</strong> beleidsprestatiesvoor <strong>de</strong> burger, kan wor<strong>de</strong>n behou<strong>de</strong>n of vergroot. De noodzaak hiertoeis immers al <strong>in</strong> 2004 aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>, wanneer <strong>de</strong> eerste kandidaten naarverwacht<strong>in</strong>g zullen toetre<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> igc wellicht nog gaan<strong>de</strong> is.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie1.2 <strong>de</strong> opzet van het rapport1.2.1 discussiebijdrageDe zorg om slagvaardigheid en legitimiteit van <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> heeft <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>lsal heel wat discussies over nieuwe vormen van governance en i<strong>de</strong>eën voorhervorm<strong>in</strong>g gegenereerd. Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> manieren wil <strong>de</strong> wrr een bijdrageleveren aan <strong>de</strong>ze discussies.22Wanneer welke vormen van governance?Ten eerste is het z<strong>in</strong>vol aandacht te beste<strong>de</strong>n aan een vraag die <strong>in</strong> het eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong>Witboek over Europese governance van <strong>de</strong> Europese Commissie isblijven liggen: on<strong>de</strong>r welke omstandighe<strong>de</strong>n zijn welke vormen van governance<strong>de</strong> meest aangewezen manier van optre<strong>de</strong>n? Het leeuwen<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> literatuurhierover betreft ofwel algemene analyses van <strong>de</strong> sterkten en zwakten van eenbepaal<strong>de</strong> governance-metho<strong>de</strong>, ofwel evaluaties van het succes of falen van eenbepaal<strong>de</strong> vorm van beleidsvoer<strong>in</strong>g op een bepaald beleidsterre<strong>in</strong>. Illustratief is <strong>in</strong>dit verband <strong>de</strong> omvangrijke literatuur over kopgroepvorm<strong>in</strong>g en over <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> (ocm) bij het sociaal beleid.Voordat aanbevel<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n gedaan, zijn er echter meer contextgevoeligeen vergelijken<strong>de</strong> analyses nodig: op welke manier wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> effectiviteiten legitimiteit van verschillen<strong>de</strong> governance-metho<strong>de</strong>n beïnvloed door <strong>de</strong>aard van het beleidsterre<strong>in</strong> waarop en <strong>de</strong> situatie waar<strong>in</strong> zij wor<strong>de</strong>n toegepast?Om die re<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> dit rapport vier belangrijke eu-beleidsterre<strong>in</strong>en on<strong>de</strong>r<strong>de</strong> loep genomen, te weten het beleid van <strong>de</strong> Economische en Monetaire <strong>Unie</strong>(emu), het Europese sociale en werkgelegenheidsbeleid, het GemeenschappelijkBuitenlands en Veiligheidsbeleid (gbvb) en <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake Justitie enB<strong>in</strong>nenlandse Zaken (jbz). De rechtvaardig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> keuze hiervan is tweeledig.Ten eerste zijn dit beleidsterre<strong>in</strong>en die naar verwacht<strong>in</strong>g zullen wor<strong>de</strong>n gekenmerktdoor een grote dynamiek na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g; <strong>de</strong> druk tot samenwerk<strong>in</strong>g op<strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n zal groot zijn. Ten twee<strong>de</strong> zullen <strong>de</strong>ze terre<strong>in</strong>en ook wor<strong>de</strong>ngekenmerkt door een grote diversiteit tussen <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> sociaal-economischebelangen, i<strong>de</strong>ologische voorkeuren, <strong>in</strong>stitutionele geschie<strong>de</strong>nissen en geopolitiekebelangen. Om die re<strong>de</strong>n is het waarschijnlijk dat nieuwe vormen van governancenoodzakelijk zullen zijn om <strong>de</strong> slagvaardigheid te garan<strong>de</strong>ren.Om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toepasbaarheid van verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneleoploss<strong>in</strong>gen zal wor<strong>de</strong>n bekeken welke daarvan tot nu toe zijn gekozen op <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rhavige beleidsterre<strong>in</strong>en en waarom. De toepasbaarheid van bepaal<strong>de</strong>vormen van governance wordt namelijk me<strong>de</strong> bepaald door <strong>de</strong> aansluit<strong>in</strong>g bij die<strong>in</strong>stitutionele geschie<strong>de</strong>nis. Daarnaast zullen <strong>de</strong> problemen die zich voordoen op<strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n bestu<strong>de</strong>erd, omdat ook <strong>de</strong>zevan <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit van verschillen<strong>de</strong> governancevormen.Tevens zal aandacht wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> dynamiek op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>beleidsterre<strong>in</strong>en. Zo is het mogelijk dat samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatieven tusseneen beperkt aantal lan<strong>de</strong>n op bepaal<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en een centripetale dynamiek te


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gzien geven, terwijl dit zwaan-kleef-aan-effect op an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en uitblijft,bijvoorbeeld door <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van free rid<strong>in</strong>g buiten het samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief.Oploss<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie suboptimaal zijn, kunnen zich zoten goe<strong>de</strong> ontwikkelen, terwijl <strong>de</strong>ze dynamiek <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallen uitblijft.Analyse van vormen van governanceTen twee<strong>de</strong> wil <strong>de</strong> wrr een bijdrage leveren aan het <strong>de</strong>bat door <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eënvorm<strong>in</strong>gover verschillen<strong>de</strong> vormen van governance nauwkeurig te analyseren.Opties zoals nauwere samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e groepen, meer accommo<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>vormen van reguler<strong>in</strong>g zoals ka<strong>de</strong>rrichtlijnen en m<strong>in</strong>imumharmonisaties, enniet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>n analyseert men veelal slechts <strong>in</strong> algemenetermen. Men vergelijkt dan ‘<strong>de</strong>’ communautaire metho<strong>de</strong> met ‘<strong>de</strong>’ metho<strong>de</strong> vanopen coörd<strong>in</strong>atie en ‘het’ alternatief van kopgroepvorm<strong>in</strong>g. Maar <strong>de</strong> specifiekevormgev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van die governance-vormen kunnen juist van doorslaggevendbelang zijn voor <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>itiatieven.Voorbeel<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Commissie en <strong>de</strong> nationale parlementen <strong>in</strong> nietb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>coörd<strong>in</strong>atieprocessen of <strong>de</strong> vraag of kopgroepen b<strong>in</strong>nen of buiten <strong>de</strong>eu-ka<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het leven wor<strong>de</strong>n geroepen. Om algemeenhe<strong>de</strong>n te voorkomen,zullen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen van governance <strong>in</strong> dit rapport wor<strong>de</strong>n herleid toteen aantal on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele keuzen. Deze analyse biedt <strong>de</strong> mogelijkheidop een systematische manier naar verbeter<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n te zoeken.23Visieontwikkel<strong>in</strong>gTen <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wil <strong>de</strong> wrr bijdragen aan <strong>de</strong> mogelijkheid voor Ne<strong>de</strong>rlandse beleidsmakersom een strategische visie te ontwikkelen op <strong>de</strong> nieuwe vormen vangovernance <strong>in</strong> Europa. De omarm<strong>in</strong>g door sommige beleidsmakers van zachterevormen van beleidscoörd<strong>in</strong>atie en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> aanloop naar<strong>de</strong> Europese Raad van Nice om nauwere samenwerk<strong>in</strong>g van een groep lidstatenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu te vergemakkelijken, zijn door velen gekenmerkt als een zorgwekken<strong>de</strong>breuk met ‘<strong>de</strong> communautaire traditie’ van Ne<strong>de</strong>rland. Tegen <strong>de</strong> achtergrondvan <strong>de</strong>ze discussies besteedt dit rapport aandacht aan <strong>de</strong> mogelijkheid omvia verschillen<strong>de</strong> governance-vormen Ne<strong>de</strong>rlandse belangen te behartigen op <strong>de</strong>vier geselecteer<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en. Bij <strong>de</strong> evaluatie daarvan zal niet alleen naar <strong>de</strong>i<strong>de</strong>ale optie wor<strong>de</strong>n gekeken, maar nadrukkelijk ook naar second best-opties.Immers, een onhaalbaar i<strong>de</strong>aal als <strong>in</strong>zet bij het eu-overleg draagt het gevaar <strong>in</strong>zich dat Ne<strong>de</strong>rland wordt overvallen door m<strong>in</strong><strong>de</strong>r wenselijk geachte scenario’s.DoorgangsproblematiekTen slotte levert dit rapport ook een bijdrage aan <strong>de</strong> discussie over wat wel <strong>de</strong>‘doorgangsproblematiek’ wordt genoemd. Direct na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g is een situatiete verwachten waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige en nieuwe lidstaten op verschillen<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>enver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven zullen willen ontplooien, terwijl <strong>de</strong> nieuwe lidstatenop die terre<strong>in</strong>en eerst nog beleidstaken moeten uitvoeren die betrekk<strong>in</strong>g hebbenop reeds bestaan<strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>gen. Zo zullen <strong>de</strong> nieuwe lidstaten na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gnog niet direct toetre<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> eurozone; eerst moeten zij aan <strong>de</strong> welbeken<strong>de</strong>Maastricht-criteria voldoen. Ook <strong>de</strong> controles aan <strong>de</strong> grenzen tussen <strong>de</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniehuidige lidstaten en <strong>de</strong> nieuwe lidstaten zullen niet meteen wor<strong>de</strong>n opgeheven;eerst moeten <strong>de</strong> nieuwe lidstaten het hele zogenoem<strong>de</strong> Schengen-acquis 3 hebbenuitgevoerd. Meer <strong>in</strong> het algemeen geldt dat veel tijd en moeite van <strong>de</strong> kandidaatlidstaten<strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g zal gaan zitten <strong>in</strong> het verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren vanimplementatietekorten op vele on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> eu-regelgev<strong>in</strong>g en -verplicht<strong>in</strong>gen.In die perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> zij nog druk doen<strong>de</strong> zijn met dit doorgangstrajectbeslissen zij echter al wel mee over nieuwe eu-<strong>in</strong>itiatieven. De complicaties die<strong>de</strong>ze situatie kan opleveren, komen eveneens <strong>in</strong> dit rapport ter sprake.1.2.2 doelstell<strong>in</strong>gDe doelstell<strong>in</strong>g van dit rapport luidt:Het <strong>in</strong>ventariseren en ontwerpen van vormen van governance die <strong>de</strong> slagvaardigheidvan <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> kunnen versterken, die tevens legitiem zijn en <strong>de</strong>mogelijkheid tot behartig<strong>in</strong>g van Ne<strong>de</strong>rlandse belangen waarborgen.24Het eerste ijkpunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> evaluaties is dus <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>vormen van governance. Die slagvaardigheid heeft twee aspecten. Het eersteaspect betreft <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke effectiviteit, ofwel het probleemoplossendvermogen of <strong>de</strong> doeltreffendheid. Het gaat hier om <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quaatheid van eenbeleidsreactie om <strong>de</strong> oorzaken van een probleem aan te pakken. Om ditprobleemoplossend vermogen van een bepaal<strong>de</strong> beleidsreactie te bepalen, is tera<strong>de</strong> gegaan bij probleemgeoriënteerd beleidson<strong>de</strong>rzoek uit verschillen<strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es(Scharpf 1997: 11). Zo is van kennis uit <strong>de</strong> monetaire economie gebruikgemaaktom het probleemoplossen<strong>de</strong> vermogen van verschillen<strong>de</strong> strategieën tebeoor<strong>de</strong>len voor <strong>de</strong> doorgang naar het laatste stadium van <strong>de</strong> emu en <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnameaan <strong>de</strong> euro.Als het beleidsprobleem is geanalyseerd en er beleidseffectieve oploss<strong>in</strong>gen zijngeï<strong>de</strong>ntificeerd, is het twee<strong>de</strong> aspect van belang: <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneel-bestuurlijkeeffectiviteit (het han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen). Immers, <strong>de</strong> beleidsreactie moet totstandkomen<strong>in</strong> een proces van strategische <strong>in</strong>teractie tussen verschillen<strong>de</strong> actoren metuiteenlopen<strong>de</strong> belangen en uitgangspunten en uiteenlopen<strong>de</strong> capaciteiten om <strong>de</strong>uitkomst van dit proces te beïnvloe<strong>de</strong>n, en <strong>in</strong> een beleidscontext die is bepaalddoor vroegere <strong>in</strong>stitutionele keuzen (‘padafhankelijkheid’). Bij <strong>de</strong> beschouw<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneel-bestuurlijke effectiviteit van verschillen<strong>de</strong> vormen vangovernance is vooral gebruikgemaakt van <strong>in</strong>zichten uit <strong>de</strong> politicologie, bestuurskun<strong>de</strong>en sociologie. Daarbij is gekeken naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneel-bestuurlijke effectiviteitop zowel eu-niveau als nationaal niveau. Om een voorbeeld te geven:meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g is een effectieve strategie om te komen tot besluitenop eu-niveau, maar <strong>de</strong> effectiviteit ervan kan op nationaal niveau tegenvallenvanwege <strong>de</strong> onwil of het onvermogen van <strong>de</strong> lidstaten om het besluit daadwerkelijkuit te voeren.Hoewel slagvaardigheid het hoofdcriterium <strong>in</strong> <strong>de</strong> analyses vormt, wor<strong>de</strong>n daarnaastan<strong>de</strong>re criteria als randvoorwaar<strong>de</strong> gehanteerd, te weten <strong>de</strong> legitimiteit van


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> mogelijkheid tot waarborg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsebelangenbehartig<strong>in</strong>g. Legitimiteit refereert aan <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat een bepaal<strong>de</strong>or<strong>de</strong> of beleidsmaatregel gerechtvaardigd gezag bezit en daarom steun verdient.Dui<strong>de</strong>lijk is dat <strong>de</strong> legitimiteit van vormen van governance vooraf moeilijk is vastte stellen. Wel kan wor<strong>de</strong>n beargumenteerd dat het <strong>de</strong> legitimiteit ten goe<strong>de</strong> komt<strong>in</strong>dien aan bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n wordt voldaan, zoals een besluitvorm<strong>in</strong>gsprocesdat volgens bepaal<strong>de</strong> (<strong>de</strong>mocratische) regels verloopt, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> belangen vanalle betrokken partijen (ook van <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r machtige) wor<strong>de</strong>n meegewogen, endat voor <strong>de</strong> burgers transparant en begrijpelijk is. Als twee<strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong> isgekeken naar <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen van governance <strong>de</strong> mogelijkheidtot behartig<strong>in</strong>g van Ne<strong>de</strong>rlandse belangen en uitgangspunten waarborgen.Daarbij is primair een procedurele <strong>in</strong>valshoek gekozen: welke governancevormenmaken het mogelijk om <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse beleidsambities te realiseren en<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>in</strong>vloed op dit beleidsproces te waarborgen?1.2.3 centrale vragen en opbouw van het rapportHoofdstuk 2 presenteert een zestal <strong>in</strong>stitutionele keuzen waarop verschillen<strong>de</strong>Europese vormen van governance zijn te herlei<strong>de</strong>n. Door <strong>de</strong>ze herleid<strong>in</strong>g tot<strong>in</strong>stitutionele keuzen kan men <strong>de</strong> governance-vormen evalueren en komen totvoorstellen voor verbeter<strong>in</strong>g daarvan. Op basis van het ka<strong>de</strong>r uit hoofdstuk 2zullen <strong>in</strong> <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> hoofdstukken vier beleidsterre<strong>in</strong>en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loepwor<strong>de</strong>n genomen: het monetaire beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu, het Europese sociaal en werkgelegenheidsbeleid,het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid(gbvb) en <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake Justitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken (jbz). In <strong>de</strong>hoofdstukken 3 tot en met 6 zullen per beleidsterre<strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragenwor<strong>de</strong>n beantwoord:1. Welke <strong>in</strong>stitutionele keuzen zijn tot nu toe gemaakt voor <strong>de</strong> aanpak vanbeleidsvraagstukken op het on<strong>de</strong>rhavige terre<strong>in</strong>?2. Wat zijn <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten achter <strong>de</strong> Europese agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van beleidsvraagstukkenop het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> terre<strong>in</strong> en welke beleidsvraagstukkenzullen naar verwacht<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n geagen<strong>de</strong>erd na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g? Welke bronnenvan conflicten (als gevolg van diversiteit tussen belangrijke Europeseactoren) doen zich omtrent <strong>de</strong>ze vraagstukken na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g voor?3. Welke vormen van governance kunnen voor zulke potentiële conflicten eenoploss<strong>in</strong>g bie<strong>de</strong>n en hoe kunnen <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld op basis van <strong>de</strong>criteria slagvaardigheid, legitimiteit en mogelijkhe<strong>de</strong>n voor behartig<strong>in</strong>g vanNe<strong>de</strong>rlandse belangen?25Hoofdstuk 7 grijpt terug op <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>g van dit rapport en biedt een aantalalgemene <strong>in</strong>stitutionele aanbevel<strong>in</strong>gen over governance <strong>in</strong> een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>die wor<strong>de</strong>n geïllustreerd met bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> beleidshoofdstukken.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unienoten1De Europese <strong>Unie</strong> bestaat s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> <strong>in</strong>werk<strong>in</strong>gtred<strong>in</strong>g van het Verdrag van Maastricht(november 1993) en omvat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> Europese EconomischeGemeenschap (eeg), die door het Verdrag van Maastricht werd omgedoopt tot <strong>de</strong>Europese Gemeenschap (eg). Gemakshalve wordt <strong>in</strong> dit rapport <strong>de</strong> aanduid<strong>in</strong>gEuropese <strong>Unie</strong> ook gebruikt wanneer ontwikkel<strong>in</strong>gen vóór 1993 wor<strong>de</strong>n besprokenen wanneer wordt gerefereerd aan beleid dat strikt genomen eg-beleid is.2Veelgenoem<strong>de</strong> aspecten van het <strong>de</strong>mocratisch tekort van <strong>de</strong> eu zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re26(Weiler, Haltern en Mayer 1995; Weiler 1999):• <strong>de</strong> vergrote afstand tussen burger en bestuur (en het <strong>de</strong>-legitimeren<strong>de</strong> effect hiervan)die verplaats<strong>in</strong>g van politieke bevoegdhe<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> eu impliceert;• een aantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> balans tussen <strong>de</strong> uitvoeren<strong>de</strong> en wetgeven<strong>de</strong> macht, <strong>in</strong> hetvoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eerste, als gevolg van <strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politieke besluitvorm<strong>in</strong>gnaar <strong>de</strong> eu;• het feit dat het Europese Parlement niet voorziet <strong>in</strong> <strong>de</strong> functie van publiek enpolitiek forum (o.a. doordat <strong>de</strong> echte besliss<strong>in</strong>gen niet daar wor<strong>de</strong>n genomen,door gebrek aan (media)belangstell<strong>in</strong>g, door taalproblemen, door het ontbrekenvan trans-Europese politieke partijen, enz.);• het feit dat verplaats<strong>in</strong>g van bevoegdhe<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> eu impliceert dat nationalebelangen die m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ervaren zijn <strong>in</strong> belangenbehartig<strong>in</strong>g op transnationaalniveau aan <strong>in</strong>vloed <strong>in</strong>boeten;• nationale politieke voorkeuren v<strong>in</strong><strong>de</strong>n geen directe vertal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europese besliss<strong>in</strong>gen(bijvoorbeeld: <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g van een lidstaat kan een centrum-rechtse reger<strong>in</strong>gkiezen en toch geconfronteerd wor<strong>de</strong>n met centrum-l<strong>in</strong>ks beleid uit <strong>de</strong> eu);• een algemeen gebrek aan transparantie;• het ontbreken van een gecoörd<strong>in</strong>eerd parlementair optre<strong>de</strong>n tussen nationaleparlementen en het Europese Parlement als tegenhanger voor <strong>de</strong> uitvoeren<strong>de</strong>macht die eveneens op verschillen<strong>de</strong> niveaus optreedt;• het feit dat belangrijke regelgev<strong>in</strong>g totstandkomt <strong>in</strong> een ‘comitologie’-proces,waar<strong>in</strong> een a<strong>de</strong>quaat niveau van publieke <strong>in</strong>put en verantwoord<strong>in</strong>g ontbreekt endat wordt gekenmerkt door ongelijke toegang tot <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g.3Het zogenoem<strong>de</strong> acquis omvat alle gemeenschappelijke verworvenhe<strong>de</strong>n(verdragen, besluiten, wet- en regelgev<strong>in</strong>g, jurispru<strong>de</strong>ntie enz.) van <strong>de</strong> eu.‘Schengen-acquis’ wordt <strong>in</strong> dit rapport gebruikt ter aanduid<strong>in</strong>g van het acquis datoorspronkelijk is ontwikkeld b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> context van het Akkoord van Schengen(buiten <strong>de</strong> structuren van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>) en dat door het Verdrag van Amsterdamis opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> verdragen van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>. S<strong>in</strong>dsdien is het duseu-acquis, dat ook volledig moet wor<strong>de</strong>n overgenomen en geïmplementeerddoor kandidaat-lidstaten. Een <strong>de</strong>el ervan moet reeds bij <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g zijn geïmplementeerd,een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el moet wor<strong>de</strong>n uitgevoerd als voorwaar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong>opheff<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen. Voor <strong>de</strong> opheff<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen is eenaparte – unanieme – besliss<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jbz-Raad nodig, nadat <strong>de</strong> Schengen-evaluatiegroepvan <strong>de</strong> Raad <strong>de</strong> nieuwe lidstaat ‘Schengen-rijp’ heeft verklaard.


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese unie2 vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong>europese unie2.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gOm <strong>in</strong> Europees verband tot probleemoploss<strong>in</strong>g te komen, is er door <strong>de</strong> jarenheen een scala van governance-vormen ontwikkeld. Daarvan heeft <strong>de</strong> communautairemetho<strong>de</strong> wellicht <strong>de</strong> meeste bekendheid verworven. Deze vormen vangovernance zijn <strong>in</strong> feite te herlei<strong>de</strong>n tot een aantal on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelekeuzen, zo blijkt uit <strong>de</strong> analyse <strong>in</strong> dit hoofdstuk. Door <strong>de</strong>ze analyse wordt teneerste dui<strong>de</strong>lijk dat b<strong>in</strong>nen ‘<strong>de</strong>’ communautaire metho<strong>de</strong> aanzienlijke <strong>in</strong>stitutionelevariatie mogelijk is. Ten twee<strong>de</strong> wordt een beeld verkregen van <strong>de</strong> beschikbaarheidvan aanvull<strong>in</strong>gen op en alternatieven voor <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>.De afgelopen <strong>de</strong>cennia is tevens gebleken hoe dynamisch governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu is.Zo hebben kopgroepen zich ontwikkeld tot eu-bre<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven en zijn nietb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>vormen van samenwerk<strong>in</strong>g geëvalueerd tot b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g.Dit hoofdstuk schetst een raamwerk voor <strong>de</strong> analyses op <strong>de</strong> vier beleidsterre<strong>in</strong>endie <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> hoofdstukken centraal staan. In paragraaf 2.2 komen <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong>krachten achter <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van vraagstukken op Europees niveau aanbod. Paragraaf 2.3 gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> mogelijke bronnen van conflicten over beleidsreacties.Paragraaf 2.4 biedt een overzicht van <strong>de</strong> mogelijke vormen van governanceen <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele keuzen die eraan ten grondslag liggen.272.2 <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten achter <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vanproblemen op europees niveauHet startpunt van <strong>de</strong> analyses <strong>in</strong> dit rapport is <strong>de</strong> constater<strong>in</strong>g dat steeds meerproblemen op Europees niveau wor<strong>de</strong>n geagen<strong>de</strong>erd. Beleidsvraagstukken europeaniseren:er is een toenemend bewustzijn van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheidvan Europese actoren. Interne en externe, technische en politieke, feitelijke endoor i<strong>de</strong>eën gestuur<strong>de</strong> factoren vormen <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie en elkaar we<strong>de</strong>rzijdsversterkend, <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten achter dit proces. 1Interne en externe factorenDe <strong>in</strong>terne context betreft maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Europa dieaanleid<strong>in</strong>g geven tot agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van problemen op Europees niveau. Een voorbeeldis het toenemen<strong>de</strong> milieubewustzijn. Als gevolg hiervan vragen <strong>de</strong> betrokkenpartijen om Europese milieumaatregelen voor het bereiken van een levelplay<strong>in</strong>g field voor economische spelers (<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> milieunormen voor vergelijkbareproducenten). An<strong>de</strong>re actoren verlangen <strong>de</strong> realisatie van ‘pure’ milieudoelen,zoals bijvoorbeeld biodiversiteit.De externe context refereert aan mondiale ontwikkel<strong>in</strong>gen waarop <strong>de</strong> Europeselan<strong>de</strong>n moeten reageren, zoals mondiale concurrentieverhoud<strong>in</strong>gen.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieOn<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen en vakbon<strong>de</strong>n dr<strong>in</strong>gen bijvoorbeeld aan op Europese <strong>in</strong>itiatieventene<strong>in</strong><strong>de</strong> het concurrentievermogen te versterken.Feitelijke en door i<strong>de</strong>eën gestuur<strong>de</strong> factorenDe europeaniser<strong>in</strong>g van beleidsvraagstukken kan wor<strong>de</strong>n gestuurd door feitelijkeontwikkel<strong>in</strong>gen. Een voorbeeld is <strong>de</strong> opkomst van transnationale problemen,zoals het <strong>in</strong>ternationale terrorisme. In het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren zeventig van <strong>de</strong>vorige eeuw werd <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Trevi-groep <strong>in</strong> het leven geroepen als reactieop <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>ternationaal terrorisme. In <strong>de</strong> jaren tachtig wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Trevistructurenen -mechanismen versterkt naar aanleid<strong>in</strong>g van geconstateer<strong>de</strong>verban<strong>de</strong>n tussen terrorisme, georganiseer<strong>de</strong> misdaad en drugshan<strong>de</strong>l (Monar2001c: 753). De aanslagen op 11 september 2001 hebben een grote oplev<strong>in</strong>g vaneu-activiteit op dit gebied te zien gegeven.28Ook i<strong>de</strong>eën kunnen een belangrijke impuls vormen. I<strong>de</strong>eën over bijvoorbeeld <strong>de</strong>scha<strong>de</strong>lijke gevolgen van beleidsconcurrentie en <strong>de</strong> vrees voor een race to thebottom <strong>in</strong>zake belast<strong>in</strong>gen of sociaal of milieubeleid hebben geleid tot beleidsvoorstellenop eu-niveau. Ook vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën over <strong>de</strong> collectieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan <strong>de</strong> eu ten opzichte van Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n eensterke factor achter <strong>in</strong>itiatieven voor die regio (Se<strong>de</strong>lmeier 2000). Voorstellen ophet gebied van het gbvb zijn <strong>de</strong>els geïnspireerd door beleidsmakers die menen dat<strong>de</strong> eu zich moet ontwikkelen tot een politiek systeem met statelijke trekken,waaron<strong>de</strong>r een volwaardig buitenlands en <strong>de</strong>fensiebeleid.Technische en politieke factorenEen vergelijkbaar on<strong>de</strong>rscheid betreft Europese <strong>in</strong>itiatieven met een technischedan wel een politieke achtergrond. De vooruitgang op het gebied van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie-en communicatietechnologie is gepaard gegaan met een snelle groei vannieuwe vormen van misdaad (zoals cyber crime). Vanwege het transnationalekarakter van <strong>de</strong>ze misdaad vraagt het bestrij<strong>de</strong>n ervan om een Europese aanpak.Een an<strong>de</strong>r voorbeeld van een technische drijven<strong>de</strong> kracht is <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> functionelespill-over. Daaron<strong>de</strong>r wordt verstaan dat <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene sector ‘overloopt’<strong>in</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, voorheen niet-geïntegreer<strong>de</strong> sector. Zo heeft <strong>de</strong> voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>economische <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu, met name <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt, een scala van activiteiten tot gevolg gehad op <strong>de</strong> voorheen we<strong>in</strong>ig geïntegreer<strong>de</strong>terre<strong>in</strong>en van jbz. Als gevolg van het vrije verkeer, <strong>de</strong> toegenomeneconomische <strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntie en <strong>de</strong> liberaliser<strong>in</strong>g van het grensoverschrij<strong>de</strong>ndf<strong>in</strong>ancieel verkeer zijn <strong>de</strong> grenzen tussen <strong>de</strong> lidstaten steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r effectief alsbeheers<strong>in</strong>strument en obstakel voor asielzoekers, illegale immigranten enmisdaad. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van een <strong>in</strong>terne markt zou<strong>de</strong>n jbz-<strong>in</strong>itiatievenwaarschijnlijk een ger<strong>in</strong>gere reikwijdte en <strong>in</strong>tensiteit hebben bereikt dan nu hetgeval is (Monar 2001c: 754).Europese <strong>in</strong>itiatieven kunnen ook uitgesproken politiek gemotiveerd zijn.Lidstaten ontplooien bijvoorbeeld bepaal<strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>itiatieven uit overweg<strong>in</strong>genvan politieke symboliek of om het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vertrouwen te versterken.


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese unieZij proberen bepaal<strong>de</strong> nationale problemen te europeaniseren om zo tot eenzekere lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g te komen, of om beleids<strong>in</strong>itiatieven uit te kunnen stellenof juist te kunnen versnellen, of om impopulaire maatregelen toe te kunnenschrijven aan ‘Brussel’. Ook kunnen belangrijke Europese actoren thema’s agen<strong>de</strong>renmet als (neven)doel hun eigen positie te versterken of <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong>eu als politiek systeem te vergroten. De bereidheid van het verenig<strong>de</strong> Duitslandom <strong>de</strong> Duitse mark te verruilen voor <strong>de</strong> euro was <strong>de</strong>els politiek gemotiveerd.Hetzelf<strong>de</strong> gold voor <strong>de</strong> Duitse <strong>in</strong>itiatieven om <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake jbz teagen<strong>de</strong>ren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> igc van 1990-1991. Hier waren het vooral <strong>de</strong> disproportionelegroei van asielaanvragen <strong>in</strong> Duitsland, <strong>de</strong> wens tot ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze last en<strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong>polariser<strong>in</strong>g van het b<strong>in</strong>nenlandse asiel<strong>de</strong>bat die <strong>de</strong> Duitse reger<strong>in</strong>gaanzetten tot europeaniser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze kwesties. Een staaltje van politiekebliksemafleid<strong>in</strong>g via Europa werd <strong>in</strong> 1997 vertoond door <strong>de</strong> Belgische reger<strong>in</strong>g,die <strong>in</strong> reactie op <strong>de</strong> ‘affaire Dutroux’ het <strong>in</strong>itiatief nam tot een gemeenschappelijkeEuropese actie om mensensmokkel en seksuele uitbuit<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren tebestrij<strong>de</strong>n. De politieke boodschap luid<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>rgelijke misda<strong>de</strong>n een Europeesen geen exclusief Belgisch probleem vorm<strong>de</strong>n.Als er steeds meer problemen op <strong>de</strong> Europese agenda belan<strong>de</strong>n, europeaniseertvaak ook <strong>de</strong> probleemoploss<strong>in</strong>g. Statelijke en niet-statelijke actoren <strong>in</strong> Europawor<strong>de</strong>n zich bij hun probleemoploss<strong>in</strong>g steeds meer bewust van hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>geafhankelijkheid en reageren daarop (Scharpf 2000: 10-11). De <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>gover beleidspraktijken tussen West- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n, regio’s enste<strong>de</strong>n is enorm toegenomen, niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) transnationaliserensnel, en producten en productiefactoren bewegen steeds vrijerover Europese grenzen. Nagenoeg alle actoren en sectoren staan <strong>in</strong> enige matebloot aan <strong>de</strong>ze europeaniser<strong>in</strong>g van probleemoploss<strong>in</strong>gen, maar er zijn natuurlijkgrote verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong> mate en het tempo waar<strong>in</strong> dat gebeurt. Economisch gedrageuropeaniseert over het algemeen sneller dan sociaal en politiek gedrag, aangezienbedrijven meer gewend zijn grensoverschrij<strong>de</strong>nd te werken dan vakbeweg<strong>in</strong>genen ngo’s, hoewel <strong>de</strong>ze hun achterstand snel <strong>in</strong>halen (Hoetjes 1996:180). Ook zijn er grote verschillen tussen <strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en: terwijl <strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>gvan productstandaar<strong>de</strong>n al snel opkwam als gevolg van toenemen<strong>de</strong><strong>in</strong>ternationale han<strong>de</strong>l, vertoont het strafrecht pas recentelijk symptomen vaneuropeaniser<strong>in</strong>g.29Gezien <strong>de</strong> grote verschillen per beleidsterre<strong>in</strong> zullen <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoofdstukken 3 tot enmet 6 <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten van <strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>g apart per beleidssectorwor<strong>de</strong>n beschouwd, om zo tot uitspraken te komen over <strong>de</strong> te verwachtenbeleidsvraag <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie2.3 bronnen van dissensus over beleidsvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> euTerwijl het beleid steeds meer europeaniseert en <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>aldus een volle beleidsagenda tegemoet gaat, zal het steeds lastiger wor<strong>de</strong>n omb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu tot consensus te komen. Consensus is echter nog steeds <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>antebesluitvorm<strong>in</strong>gscultuur b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu. Het grote aantal betrokken actoren,alsme<strong>de</strong> hun heterogene belangen en uitgangspunten kunnen het lastig makenom over beleids<strong>in</strong>itiatieven tot overeenstemm<strong>in</strong>g te komen. Deze paragraaf laatzien welke factoren daarbij van belang zijn en op welke wijze zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong><strong>Unie</strong> een bron van mogelijke conflicten kunnen gaan vormen.30Sociaal-economische verschillenDe uitbreid<strong>in</strong>g heeft een sterke toename van sociaal-economische verschillenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> tot gevolg. On<strong>de</strong>r die omstandighe<strong>de</strong>n is het waarschijnlijk datpreferenties fl<strong>in</strong>k zullen verschillen en belangen meer dan eens zullen botsen.Zo zou <strong>de</strong> harmonisatie van sociaal beleid op het niveau van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsenormen het concurrentievermogen van m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ontwikkel<strong>de</strong> regio’s kunnenbedreigen. Nieuwe zware <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsrichtlijnen op milieugebied zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>overheidsbudgetten kunnen belasten die ook nodig zijn voor <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><strong>in</strong>haalgroei van achtergebleven regio’s. Voor een streng en kostbaar waterkwaliteitsbeleidzou er <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dichtbevolkte gebie<strong>de</strong>n mogelijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r animobestaan. Ook is het <strong>de</strong>nkbaar dat nieuwe lidstaten die naar verwacht<strong>in</strong>g voorlopignog niet aan <strong>de</strong> Maastricht-criteria voldoen, zich voegen bij <strong>de</strong> huidige critici vanhet <strong>in</strong>formele karakter van <strong>de</strong> eurogroep en <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong>ze kopgroep alsfeitelijke caucus <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad dom<strong>in</strong>eert.Geografische verschillenOok uit <strong>de</strong> zeer uiteenlopen<strong>de</strong> geografische ligg<strong>in</strong>g kunnen verschillen<strong>de</strong>(geo)politieke belangen voortvloeien. Regio’s en lidstaten zullen naar verwacht<strong>in</strong>grelatief meer belangstell<strong>in</strong>g tonen voor hun eigen directe externe omgev<strong>in</strong>g.Gedacht kan wor<strong>de</strong>n aan een ‘Atlantische’ dan wel ‘Cont<strong>in</strong>entale’ opstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong>het gbvb, of aan een oriëntatie op <strong>de</strong> ‘Noor<strong>de</strong>lijke dimensie’, <strong>de</strong> regio rond <strong>de</strong>Mid<strong>de</strong>llandse Zee of <strong>de</strong> regio van het voormalige Oostblok. Er zullen ook uitgesprokenbelangenconflicten kunnen voortvloeien uit verschillen <strong>in</strong> geografischeligg<strong>in</strong>g. Zo is het <strong>de</strong>nkbaar dat <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van spann<strong>in</strong>g met Rusland <strong>in</strong>itiatieventot kritische gemeenschappelijke acties <strong>in</strong> gbvb-ka<strong>de</strong>r gevoeliger liggen voorlan<strong>de</strong>n die aan Rusland grenzen en/of sterk afhankelijk zijn van <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer vanenergie vanuit Rusland. Ver<strong>de</strong>r impliceert een ligg<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> buitengrenzen van<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> een disproportioneel zware last voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> grensbewak<strong>in</strong>g en<strong>de</strong> opvang van asielzoekers over land moeten regelen. Deze lan<strong>de</strong>n zullen waarschijnlijksterker aandr<strong>in</strong>gen op een eerlijker ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze lasten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><strong>Unie</strong>.Naast <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> geografische ligg<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n ook het verschil <strong>in</strong> groottevan <strong>de</strong> lidstaten en <strong>de</strong> sterke toename van het aantal kle<strong>in</strong>e lidstaten gezien alsmogelijke bron van onenigheid b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu.


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese uniePolitieke en culturele verschillenBevolk<strong>in</strong>gsgroepen verschillen ook <strong>in</strong> hun politieke sympathieën en gevoelighe<strong>de</strong>nals gevolg van uiteenlopen<strong>de</strong> politieke geschie<strong>de</strong>nissen en culturele tradities.Dit kan resulteren <strong>in</strong> allerlei bots<strong>in</strong>gen, variërend van men<strong>in</strong>gsverschillen overvoorkeursbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van voormalige koloniën <strong>in</strong> han<strong>de</strong>ls- en immigratiekwestiestot gevoelige onenighe<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n,bijvoorbeeld <strong>de</strong> Russische m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Baltische lan<strong>de</strong>n.I<strong>de</strong>ologische verschillenVerschillen <strong>in</strong> i<strong>de</strong>ologische tradities en opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> staat tenopzichte van <strong>de</strong> markt, <strong>de</strong> bevoegdheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>niveaus van stur<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en <strong>de</strong> modus operandi van <strong>de</strong> eu vormen mogelijkook een obstakel bij het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van overeenstemm<strong>in</strong>g (Scharpf 1999: 77-78).Men<strong>in</strong>gsverschillen over voornamelijk Franse i<strong>de</strong>eën over <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van een‘economische reger<strong>in</strong>g’ op eu-niveau ter vervolmak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu en <strong>de</strong> Britseafwijz<strong>in</strong>g daarvan zijn bijvoorbeeld <strong>de</strong>els tot verschillen <strong>in</strong> economische traditieste herlei<strong>de</strong>n. De voormalig centraal gelei<strong>de</strong> economieën hebben na <strong>de</strong> val van <strong>de</strong>Muur soms m<strong>in</strong> of meer gedwongen specifieke West-Europese of Amerikaansevisies op <strong>de</strong> juiste balans tussen staat en markt gehanteerd als richtsnoer voor huntransformaties. Zij zullen na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g waarschijnlijk nog ver<strong>de</strong>r blijvenzoeken naar <strong>de</strong> voor hen meest wenselijke <strong>in</strong>stitutionele balans. Ook over <strong>de</strong>arbeidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen het eu-, nationale en subnationale stur<strong>in</strong>gsniveau lopen<strong>de</strong> standpunten uiteen. Zo zijn sommige beleidsmakers <strong>in</strong> Duitsland, daartoeaangezet door <strong>de</strong> <strong>de</strong>elstaten, geïnteresseerd <strong>in</strong> het i<strong>de</strong>e van een Kompetenzkatalog,terwijl nogal wat beleidsmakers el<strong>de</strong>rs dit beschouwen als het onnodig rigi<strong>de</strong>maken van het politieke systeem. Ten aanzien van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten uit Mid<strong>de</strong>nenOost-Europa lopen <strong>de</strong> speculaties uiteen. Zou<strong>de</strong>n ze een grotere gevoeligheidtentoonsprei<strong>de</strong>n ten aanzien van het <strong>de</strong>len van soevere<strong>in</strong>iteit, nadat zij zich pas netaan on<strong>de</strong>rdrukk<strong>in</strong>g hebben ontworsteld? Of zou<strong>de</strong>n zij juist een enthousiasmevoor Europese samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>brengen, dat her<strong>in</strong>nert aan <strong>de</strong> politieke gedrevenheidvan <strong>de</strong> found<strong>in</strong>g fathers <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig van <strong>de</strong> vorige eeuw?31Bestuurlijke en juridische verschillenEen laatste mogelijke bron van conflict zijn <strong>de</strong> verschillen <strong>in</strong> bestuurlijke enjuridische praktijken, beleidspatronen en <strong>in</strong>stituties (Scharpf 1999: 80-82).B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> huidige <strong>Unie</strong> zijn er al grote verschillen <strong>in</strong> <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g,nationale beleidsstijlen en bestuurlijke en juridische praktijken; <strong>de</strong>nk alleen alaan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat.De nieuwe lidstaten zullen daar nog hun eigen bestuurs- en juridische culturenaan toevoegen (Blankenburg 2000; Verheijen 2000). Omdat beleids<strong>in</strong>itiatievenvan <strong>de</strong> eu enige convergentie hiervan vergen, moeten op zijn m<strong>in</strong>st gewoontesen gehechtheid aan patronen wor<strong>de</strong>n overwonnen. Beleidsmatige en <strong>in</strong>stitutioneleaanpass<strong>in</strong>gen kunnen voor reger<strong>in</strong>gen ver<strong>de</strong>r lastig zijn door <strong>de</strong> oppositievan machtige b<strong>in</strong>nenlandse belangengroepen. Zeker is dat <strong>in</strong>stitutionele aanpass<strong>in</strong>guiterst kostbaar en tijdrovend is en dat <strong>de</strong> padafhankelijkheid navenant grootkan zijn.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieDe hiervoor genoem<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van mogelijke beleidsimpasses zijn slechtshypothesen over het conflictpotentieel <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Het doel van <strong>de</strong>zeparagraaf is geweest <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> mogelijke bronnen van dissensus (die <strong>de</strong>elsook al gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> huidige <strong>Unie</strong>) toe te lichten. In welke mate <strong>de</strong>rgelijkeconflicten daadwerkelijk zullen optre<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g is een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragenvan dit rapport. In <strong>de</strong> hoofdstukken 3 tot en met 6 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> bronnen van dissensus voor een aantal beleidssectoren <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong><strong>Unie</strong> na<strong>de</strong>r beschouwd. Waar neemt het potentieel voor belangenconflictentoe? Waar leidt <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g van nieuwe Europese spelers tot mogelijkenieuwe coalities met enige kritische massa die juist een nieuw momentum aan<strong>in</strong>tegratie-<strong>in</strong>itiatieven kunnen geven? On<strong>de</strong>r welke condities kan <strong>de</strong> confrontatievan verschillen<strong>de</strong> beleidspraktijken tot leerprocessen lei<strong>de</strong>n? De beantwoord<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong>ze vragen moet <strong>in</strong>zicht bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> aard en omvang van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneleuitdag<strong>in</strong>g waar het ‘consensusapparaat’ van <strong>de</strong> eu straks voor staat.2.4 een scala van governance-vormen32De eu heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd een scala van strategieën ontwikkeld om politiekeimpasses te vermij<strong>de</strong>n en tot overeenstemm<strong>in</strong>g te komen over het oplossenvan problemen (Héritier 1999; Scharpf 1999; Philippart en Sie Dhian Ho 2001).Tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g is bovendien aan <strong>de</strong>bestaan<strong>de</strong> gereedschapskist van strategieën en governance-vormen een reeks vanvoorstellen toegevoegd om <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> veilig te stellen.Hierna zullen <strong>de</strong> voornaamste <strong>in</strong>stitutionele keuzen die daaraan ten grondslagliggen stapsgewijs wor<strong>de</strong>n herleid.2.4.1 <strong>in</strong>stitutionele keuzen achter <strong>de</strong> governance-vormOn<strong>de</strong>r een governance-vorm wordt hier verstaan een reeks van <strong>in</strong>stitutionelekeuzen ten aanzien van:1. <strong>de</strong> vraag of wordt <strong>in</strong>gezet op nationaal beleidsoptre<strong>de</strong>n of Europese samenwerk<strong>in</strong>g;2. het <strong>in</strong>stitutionele ka<strong>de</strong>r waarb<strong>in</strong>nen Europese samenwerk<strong>in</strong>g wordtontplooid, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> betrokken actoren b<strong>in</strong>nen dat ka<strong>de</strong>r;3. <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvariant die wordt gekozen;4. <strong>de</strong> aard en reikwijdte van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname van verschillen<strong>de</strong> actoren aan <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g (differentiatie van rechten en plichten);5. <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> om tot besliss<strong>in</strong>gen te komen;6. <strong>de</strong> wijze van f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g (Sie Dhian Ho 2002).Bij governance-vormen gaat het steeds om het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van <strong>de</strong> balans tussen aan <strong>de</strong>ene kant <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse afhankelijkheid tussen <strong>de</strong> Europese actoren en <strong>de</strong> daaruitvolgen<strong>de</strong> druk om problemen samen op te lossen, en aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>de</strong> wensrecht te doen aan uiteenlopen<strong>de</strong> belangen en uitgangspunten van <strong>de</strong> betrokkenactoren. Elk van <strong>de</strong> zes <strong>in</strong>stitutionele keuzen – tot welke overigens niet noodzakelijkerwijs<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze volgor<strong>de</strong> hoeft te wor<strong>de</strong>n besloten – biedt <strong>de</strong> mogelijkheid tot


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese unieprecieze afstemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze balans, me<strong>de</strong> <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> specifieke beleidscontext.Hierna wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze keuzen toegelicht, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid die zijbie<strong>de</strong>n om tot besluiten en probleemoploss<strong>in</strong>g te komen.Nationaal of Europees optre<strong>de</strong>nDe eerstgenoem<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele stap betreft <strong>de</strong> keuze voor een nationaal beleidsoptre<strong>de</strong>nof voor Europese samenwerk<strong>in</strong>g. De nationale beleidsreactie <strong>in</strong> eencontext van we<strong>de</strong>rzijdse afhankelijkheid wordt ook wel aangeduid als we<strong>de</strong>rzijdseaanpass<strong>in</strong>g (Scharpf 2000: 11-13). In dit geval gaan (sub)nationale actorendoor met het maken van (sub)nationaal beleid, zij het dat zij zich bewust zijn van– dat wil zeggen anticiperen of reageren op – <strong>de</strong> beleidskeuzen van an<strong>de</strong>re lidstaten(of (sub)nationale eenhe<strong>de</strong>n). Nationale of regionale overhe<strong>de</strong>n kijken over<strong>de</strong> grens naar het beleid dat an<strong>de</strong>re Europese actoren maken, maar werken nietmet hen samen. Deze situatie kan lei<strong>de</strong>n tot beleidsimitatie: effectief Sloveensbiodiversiteitsbeleid wordt dan bijvoorbeeld overgenomen door <strong>de</strong> Oostenrijkseoverheid of elementen van het Ne<strong>de</strong>rlandse Burgerlijk Wetboek wor<strong>de</strong>n overgenomen<strong>in</strong> het Poolse recht. De on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid kan overhe<strong>de</strong>n ookertoe dw<strong>in</strong>gen zich tot op zekere hoogte te richten op beleidsconcurrentie ommobiele productiefactoren aan te trekken of vast te hou<strong>de</strong>n. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervanzijn belast<strong>in</strong>gconcurrentie of concurrentie op het gebied van sociale regelgev<strong>in</strong>g.Beleidsconcurrentie kan lei<strong>de</strong>n tot een zogenoem<strong>de</strong> race to the bottom (het ‘Delaware-effect’)<strong>in</strong>dien bedrijven wor<strong>de</strong>n aangetrokken door lage maatstaven ofsoepele regels. Tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong> open<strong>in</strong>g van Oost-Europese marktenwordt er door sommigen bijvoorbeeld gevreesd voor een <strong>de</strong>rgelijke neerwaartsespiraal op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het sociale beleid. Beleidsconcurrentie kan echter ookeen race to the top (het ‘California-effect’) tot gevolg hebben, bijvoorbeeldwanneer consumenten strenge regelgev<strong>in</strong>g als een garantie van superieureproductkwaliteit zien (Vogel 1995, 1997; Scharpf 1999: 89-103).33Institutioneel ka<strong>de</strong>r en betrokken actorenIndien <strong>in</strong> lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wens tot Europese samenwerk<strong>in</strong>g bestaat, is er een breedscala van Europese fora beschikbaar, met betrokkenheid van verschillen<strong>de</strong> nationale,transnationale, en supranationale actoren. De eu is veruit het belangrijkstesamenwerk<strong>in</strong>gsverband <strong>in</strong> Europa. Steeds meer lidstaten hebben zich bij <strong>de</strong>oorspronkelijke zes lan<strong>de</strong>n gevoegd en steeds meer beleidsproblemen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> eu aangepakt. Een keuze voor beleidsvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het euka<strong>de</strong>rimpliceert dat <strong>de</strong> spelers b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu tot een besluit zullen moetenkomen. Het betekent ook dat <strong>de</strong> regels van <strong>de</strong> eu moeten wor<strong>de</strong>n gerespecteerd.Dit betreft bijvoorbeeld regels over <strong>de</strong> betrokkenheid van bepaal<strong>de</strong> actoren, <strong>de</strong>bevoegdhe<strong>de</strong>n van het Europese Hof, <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>gen ten aanzien van transparantieen openbaarheid, enz. Deze regels variëren aanzienlijk per beleidsterre<strong>in</strong>.Het kan gebeuren dat lidstaten of transnationale Europese actoren opzien tegen<strong>de</strong> vereisten die het eu-ka<strong>de</strong>r met zich meebrengt, bijvoorbeeld omdat zijbeleidsimpasses verwachten als gevolg van grote belangentegenstell<strong>in</strong>gen tussenlidstaten, of omdat zij het overleg en <strong>de</strong> gemeenschappelijke actie <strong>in</strong> een beperkte


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieclub van grote Europese lan<strong>de</strong>n willen hou<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>meng<strong>in</strong>g van supranationaleactoren. In <strong>de</strong>rgelijke gevallen kunnen zij voor een an<strong>de</strong>r <strong>in</strong>stitutioneelka<strong>de</strong>r kiezen. Naast <strong>de</strong> eu bestaat er een breed scala van Europese samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n.Sommige bilaterale of multilaterale ka<strong>de</strong>rs omvatten louterlidstaten van <strong>de</strong> eu, zoals <strong>de</strong> West-Europese <strong>Unie</strong> (weu). An<strong>de</strong>re organen, zoals<strong>de</strong> Raad van Europa, bestaan uit zowel eu-lidstaten als <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. Deze ka<strong>de</strong>rskunnen formele organisaties zijn (zoals <strong>de</strong> Benelux) of <strong>in</strong>formele (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong>Contactgroep tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlog <strong>in</strong> Bosnië), <strong>in</strong>terstatelijke of transnationale (<strong>de</strong>nkaan transnationale verenig<strong>in</strong>gen van beroepsgroepen, unies van vakbeweg<strong>in</strong>gen,en koepels van milieubeweg<strong>in</strong>gen). In sommige gevallen staan <strong>de</strong>ze ka<strong>de</strong>rs helemaallos van <strong>de</strong> eu, <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re bestaat er een of an<strong>de</strong>re formele l<strong>in</strong>k met <strong>de</strong> eu.Dit laatste was bijvoorbeeld het geval bij <strong>de</strong> Schengen-groep, die door <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong>lidstaten werd gezien als een ‘laboratorium’ voor latere eu-bre<strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g. Een an<strong>de</strong>r voorbeeld zijn <strong>de</strong> voorstellen die <strong>de</strong> laatste jaren zijngedaan door on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Joschka Fischer en Jacques Delors om buiten het ka<strong>de</strong>rvan <strong>de</strong> eu een (fe<strong>de</strong>rale) organisatie <strong>in</strong> het leven te roepen van eu-lidstaten diedieper willen en kunnen <strong>in</strong>tegreren.34Samenwerk<strong>in</strong>gsvariantEen <strong>de</strong>r<strong>de</strong> keuzemogelijkheid bij het afstemmen van <strong>de</strong> probleemoploss<strong>in</strong>gbetreft <strong>de</strong> specifieke variant van samenwerk<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>tegratie. De meest vergaan<strong>de</strong>vorm is <strong>de</strong> hiërarchische vaststell<strong>in</strong>g van beleid (centralisatie). Een voorbeeldbiedt <strong>de</strong> Europese Centrale Bank (ecb), die zelfstandig het monetaire beleidbepaalt b<strong>in</strong>nen het <strong>in</strong> het verdrag vastgeleg<strong>de</strong> mandaat om prijsstabiliteit tebehou<strong>de</strong>n. Veelal valt <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> Europese actoren niet op <strong>de</strong>ze vergaan<strong>de</strong><strong>in</strong>tegratietechniek, omdat zij <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> gevolgen heeft voor <strong>de</strong> soevere<strong>in</strong>iteitvan lan<strong>de</strong>n. Er zijn ook m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vergaan<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvormen, die telkens viaon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge besliss<strong>in</strong>gen totstandkomen (jo<strong>in</strong>t <strong>de</strong>cision).Een eerste optie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> jo<strong>in</strong>t-<strong>de</strong>cision-variant is te kiezen voor juridisch nietb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>vormen van samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> plaats van b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>, zoals veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gen,richtlijnen en beschikk<strong>in</strong>gen. Niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g komt meestal neer opcoörd<strong>in</strong>atie of consultatie. Bij consultatie wor<strong>de</strong>n activiteiten ontplooid zon<strong>de</strong>rdat men gemeenschappelijke doelen formuleert en beleid afstemt, zoals bijvoorbeeldbij het uitwisselen van <strong>in</strong>formatie. Coörd<strong>in</strong>atie is <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu een paraplubegripgewor<strong>de</strong>n voor samenwerk<strong>in</strong>gsvormen waar<strong>in</strong> het nationale beleid van lidstatenon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g wordt afgestemd (via convergentie, arbeidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en specialisatie, ofan<strong>de</strong>rsz<strong>in</strong>s) met het oog op het bereiken van gemeenschappelijke doelstell<strong>in</strong>gen.Het uitgangspunt is dat nationaal beleid autonoom is, bijvoorbeeld vanwege <strong>de</strong>bestaan<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van bevoegdhe<strong>de</strong>n, terwijl coörd<strong>in</strong>atie een gemeenschappelijkbelang dient zon<strong>de</strong>r die autonomie geheel of zelfs ge<strong>de</strong>eltelijk op te geven.Het gemeenschappelijke belang kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van precieze of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r preciezedoelstell<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n geformuleerd.Het proces van afstemm<strong>in</strong>g kan sterk verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong> mate van dw<strong>in</strong>gendheid.Soms is <strong>de</strong> dwang zo sterk dat <strong>de</strong> aanduid<strong>in</strong>g ‘niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>’ samenwerk<strong>in</strong>g


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese uniestrikt gesproken onjuist is. Beleidscoörd<strong>in</strong>atie valt dan ook <strong>in</strong> har<strong>de</strong> en zachtevarianten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> beleidscoörd<strong>in</strong>atie met betrekk<strong>in</strong>g tot hetstrikte stelsel rond <strong>de</strong> buitensporige tekortenprocedure en het Stabiliteits- engroeipact gaat het eer<strong>de</strong>r over een soort bewak<strong>in</strong>g van ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers. De ‘hardheid’ wordt me<strong>de</strong> bepaald door <strong>de</strong> sanctie <strong>in</strong> hetgeval van non-implementatie van <strong>de</strong> afstemm<strong>in</strong>g. Die sanctie varieert vanmeld<strong>in</strong>g hiervan <strong>in</strong> rapportages en al dan niet publieke nam<strong>in</strong>g and sham<strong>in</strong>g tothoge f<strong>in</strong>anciële boetes. Ten behoeve van zachte beleidscoörd<strong>in</strong>atie kunnenverschillen<strong>de</strong> niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet, zoals gentlemen’sagreements, resoluties, aanbevel<strong>in</strong>gen, adviezen en me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.Een twee<strong>de</strong> optie om diversiteit te accommo<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> jo<strong>in</strong>t-<strong>de</strong>cisionvariantvan samenwerk<strong>in</strong>g is te kiezen voor <strong>de</strong> harmonisatie van beleid van Europeseactoren of het (on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>n) we<strong>de</strong>rzijds erkennen van elkan<strong>de</strong>rsregels, <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> unificatie van beleid. Door te werken met m<strong>in</strong>imumharmonisatie(<strong>in</strong> welk geval <strong>de</strong> gemeenschappelijke normen gel<strong>de</strong>n als on<strong>de</strong>rgrens,waarbij nationale strengere normen zijn toegestaan) of ka<strong>de</strong>rrichtlijnen,die veelal een aanzienlijke discretie gunnen aan <strong>de</strong> lidstaten, wordt een m<strong>in</strong>imumnormof bandbreedte voor het beleid geformuleerd waarb<strong>in</strong>nen variatie kanvoortbestaan.35Differentiatie <strong>in</strong> rechten en plichtenIndien lidstaten of an<strong>de</strong>re Europese actoren sterk verschillen <strong>in</strong> hun vermogenen/of bereidheid om samen te werken, kan differentiatie <strong>in</strong> rechten en plichteneen uitkomst bie<strong>de</strong>n. Door bepaal<strong>de</strong> actoren een speciale behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g te geven,wordt hun diversiteit <strong>in</strong> feite erkend; zij doen pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst of zelfs helemaalniet mee met het samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief. Deze optie wordt <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong>mate en steeds <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong>r toegepast. Differentiatie <strong>in</strong> rechten en plichten – <strong>de</strong>laatste jaren wordt zij ook wel ‘flexibiliteit’ genoemd – kan vele vormen aannemen(Philippart en Sie Dhian Ho 2001). Zij kan een meersnelhe<strong>de</strong>nkarakterhebben, <strong>in</strong> welk geval <strong>de</strong> lidstaten <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> rechten en plichten on<strong>de</strong>rschrijvenmaar <strong>de</strong>ze rechten en plichten niet op hetzelf<strong>de</strong> moment <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g tre<strong>de</strong>n vooralle lidstaten. Een voorbeeld hiervan is het meersnelhe<strong>de</strong>ntraject naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnameaan <strong>de</strong> euro. Lidstaten kunnen permanente uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bed<strong>in</strong>gen vaneen heel (sub)beleidsterre<strong>in</strong>, zoals bijvoorbeeld Denemarken heeft gedaan voorTitel iv van het eg-Verdrag <strong>in</strong>zake asiel, immigratie, visa en externe grenzen.Lidstaten kunnen het recht hebben op een à la carte-basis te kiezen aan welkebeleidsmaatregel ze wel willen <strong>de</strong>elnemen en aan welke niet. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervanzijn <strong>de</strong> opt-<strong>in</strong>-regel<strong>in</strong>g voor het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk en Ierland voor <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake visa, asiel, immigratie en <strong>de</strong> buitengrenzen, en <strong>de</strong> mogelijkheidtot ‘constructieve onthoud<strong>in</strong>g’ die lidstaten hebben op gbvb-terre<strong>in</strong>.Een groep van lidstaten kan ook nauwer samenwerken op basis van <strong>de</strong> specialebepal<strong>in</strong>gen voor ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ die door het Verdrag van Amsterdamzijn geïntroduceerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu-Verdragen. Tot nu toe is van <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>gen noggeen gebruik gemaakt. De differentiatie kan bovendien formeel, op basis van eenjuridische grondslag, of <strong>in</strong>formeel plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieBesluitvorm<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>Een vijf<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele keuzemogelijkheid betreft <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>:er wordt wel of niet overgegaan tot stemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad. Het lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipe<strong>in</strong> <strong>de</strong> eu mag dan consensus zijn, maar s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> Eenheidsakte van kracht is, isvoor steeds meer beleidsterre<strong>in</strong>en <strong>de</strong> mogelijkheid tot besluitvorm<strong>in</strong>g bij(gekwalificeer<strong>de</strong>) meer<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong>gevoerd. Op die beleidsterre<strong>in</strong>en waarunanimiteit niet langer <strong>de</strong> regel is, kan het dreigen met een stemm<strong>in</strong>g of eendaadwerkelijke stemm<strong>in</strong>g tot een doorbraak lei<strong>de</strong>n.F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsvormOok <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g kent verschillen<strong>de</strong> varianten.Lidstaten kunnen ervoor kiezen hulp- of herstructurer<strong>in</strong>gsprogramma’s te verstrekkenaan lan<strong>de</strong>n die wel willen samenwerken maar dat bijvoorbeeld doorsociaal-economische oorzaken niet kunnen. Ook kunnen zij mogelijke bezwarenvan lan<strong>de</strong>n tegen bepaal<strong>de</strong> besluiten of gemeenschappelijke <strong>in</strong>itiatieven afkopenvia si<strong>de</strong>-payments.36Door alle hiervoor genoem<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele keuzen te verkennen en toe te passenop verschillen<strong>de</strong> beleidscontexten ontstaan uiteenlopen<strong>de</strong> beleidsstrategieën omEuropese problemen het hoofd te bie<strong>de</strong>n. Lidstaten kunnen kiezen voor eennationale reactie dan wel Europese samenwerk<strong>in</strong>g, via een bepaald <strong>in</strong>stitutioneelka<strong>de</strong>r, met een bepaal<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvariant, mid<strong>de</strong>ls specifieke f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen door een eventuele differentiatie van rechten en plichten. Lukt het dan nogniet om tot overeenstemm<strong>in</strong>g te komen, dan kunnen <strong>de</strong> voorstan<strong>de</strong>rs vansamenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs overstemmen.De <strong>in</strong>zet van dit rapport op het verbeteren van governance-metho<strong>de</strong>n via <strong>in</strong>stitutionelev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijkheid betekent zeker niet dat <strong>de</strong> wrr geen oog heeft voormachtsuitoefen<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen Europa, of <strong>de</strong> lange traditie van afruilen (package<strong>de</strong>als)om tot compromissen te komen. Deze praktijken zijn aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van <strong>de</strong>dag en zullen dat blijven, ook na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g. Maar <strong>in</strong>stitutioneel vernuft kanertoe bijdragen dat <strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>de</strong> noodzaak van samenwerk<strong>in</strong>gwordt verzoend met <strong>de</strong> realiteit van toenemen<strong>de</strong> heterogeniteit op steeds meerpolitiek gevoelige beleidsterre<strong>in</strong>en.2.4.2 <strong>in</strong>stitutionele keuzen achter <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> enalternatievenDe communautaire metho<strong>de</strong>De meest beproef<strong>de</strong> governance-vorm <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu is <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>.Deze is veel besproken, bewierookt en bekritiseerd, maar wordt slechts zel<strong>de</strong>nprecies omschreven. Dit rapport beschouwt <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> eigenlijkals een verzamel<strong>in</strong>g van governance-vormen die bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelekenmerken gemeen hebben. An<strong>de</strong>rs gezegd: als <strong>de</strong> hiervoor behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> zes <strong>in</strong>stitutionelekeuzen nog eens wor<strong>de</strong>n langsgelopen, wordt dui<strong>de</strong>lijk dat bepaal<strong>de</strong>


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese uniealternatieven en comb<strong>in</strong>aties verenigbaar zijn met <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>en an<strong>de</strong>re niet (zie voor een overzicht tabel 2.1).De communautaire metho<strong>de</strong> is een vorm van Europese samenwerk<strong>in</strong>g (keuze 1).Het <strong>in</strong>stitutionele ka<strong>de</strong>r betreft <strong>in</strong> dit geval <strong>de</strong> eg (keuze 2). B<strong>in</strong>nen dit ka<strong>de</strong>rvervult <strong>de</strong> Europese Commissie als onafhankelijk orgaan en hoe<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>verdragen een cruciale rol. Zij vertegenwoordigt <strong>de</strong> Gemeenschap bij <strong>in</strong>ternationaleon<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en is <strong>de</strong> enige bron van wetgev<strong>in</strong>gs- en beleidsvoorstellen.Deze voorstellen wor<strong>de</strong>n goedgekeurd door <strong>de</strong> Raad van M<strong>in</strong>isters en hetEuropees Parlement. De beleidsuitvoer<strong>in</strong>g is toevertrouwd aan <strong>de</strong> Commissie en<strong>de</strong> lidstaten. Het Europese Hof van Justitie ziet toe op <strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>g van het Europeserecht.Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvariant (keuze 3) geldt bij uitstek dat <strong>de</strong>term communautaire metho<strong>de</strong> een verzamelnaam is voor verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n.Het gemeenschappelijke kenmerk is dat <strong>de</strong> varianten een b<strong>in</strong><strong>de</strong>ndkarakter hebben. B<strong>in</strong>nen die randvoorwaar<strong>de</strong> zijn grote verschillen <strong>de</strong>nkbaar.On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> vallen het hiërarchisch vastgesteld (gecentraliseerd)beleid, harmonisatie van beleid voortkomend uit gemeenschappelijkebesliss<strong>in</strong>gen (jo<strong>in</strong>t <strong>de</strong>cision), alsook we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g. Hoewel <strong>de</strong>ze driesamenwerk<strong>in</strong>gsvarianten alle b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd zijn, zijn zij <strong>de</strong>rmate verschillend dat hetaanbevel<strong>in</strong>g verdient ze expliciet te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.37De communautaire metho<strong>de</strong> wordt veelal gelijkgesteld met volwaardige <strong>de</strong>elnamevan alle lidstaten aan beleids<strong>in</strong>itiatieven. Toch zijn bepaal<strong>de</strong> vormen vandifferentiatie (keuze 4) niet <strong>in</strong> tegenspraak met <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes van <strong>de</strong> communautairemetho<strong>de</strong>. Dat geldt <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval voor het gemeenschappelijke eu/egbeleidmet een gedifferentieer<strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van rechten en plichten, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>flexibiliteit doorgaans voor een afgebaken<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> wordt verleend op basis vanobjectieve verschillen (meestal het onvermogen van <strong>de</strong> regio en/of <strong>de</strong> lidstaat omaan <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>de</strong>el te nemen). Ook differentiatie op basis van <strong>de</strong> verdragsbepal<strong>in</strong>genvoor ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ is voor <strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong> <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong>eerste pijler groten<strong>de</strong>els verenigbaar met <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>. 2 De regelvoor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g is namelijk dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>procedures die gel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> eg/eu ookgel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g. In tegenstell<strong>in</strong>g tot het <strong>in</strong>tergouvernementelekarakter dat veelvuldig <strong>in</strong> <strong>de</strong> media en door politici van nauwere samenwerk<strong>in</strong>gwordt geschetst, impliceert nauwere samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijlerdus nadrukkelijk een centrale rol van <strong>de</strong> Commissie. Bij het Verdrag van Nice isechter overeengekomen dat het acquis dat wordt voortgebracht via <strong>de</strong>ze vormvan nauwere samenwerk<strong>in</strong>g geen eu-acquis zal zijn. Op dit punt on<strong>de</strong>rscheidt<strong>de</strong>ze beleidsstrategie zich dus van <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>.Wat <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g betreft (keuze 5) impliceert <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>dat meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g mogelijk is, hetgeen uiteraard niet uitsluit datbesluiten bij consensus wor<strong>de</strong>n genomen. De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g (keuze 6) is doorgaans


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie38Tabel 2.1 Overzicht van <strong>in</strong>stitutionele keuzen achter <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> en twee alternatievenCommunautaire metho<strong>de</strong> Open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> Nauwere-samenwerk<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>• Europese samenwerk<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers aan<strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g; nationaal optre<strong>de</strong>nvoor <strong>de</strong> overige lan<strong>de</strong>n• Europese samenwerk<strong>in</strong>g • Europese samenwerk<strong>in</strong>g en nationale aanpass<strong>in</strong>gvan beleidNationaal optre<strong>de</strong>n of Europesesamenwerk<strong>in</strong>g• Samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu. Het acquis dat via<strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g wordt voortgebracht isechter geen eu-acquis, maar acquis van het<strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> nauwere-samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief• Betrokken actoren en hun bevoegdhe<strong>de</strong>n zijnafhankelijk van het beleidsterre<strong>in</strong> waar <strong>de</strong>nauwere samenwerk<strong>in</strong>g wordt ontplooid en <strong>de</strong>daar gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n en procedures• Samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu• Europese Raad vaardigt richtsnoeren uit• Lidstaten formuleren nationale actieplannen teruitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> richtsnoeren• Commissie en Raad van M<strong>in</strong>isters monitoren enevalueren nationale actieplannen en doen nietb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>aanbevel<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> lidstaten• Verschillen<strong>de</strong> modaliteiten zijn mogelijk voor <strong>de</strong> rolvan <strong>de</strong> Europese Commissie• Samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu• <strong>de</strong> Commissie is <strong>de</strong> enige bron vanwetgev<strong>in</strong>gs- en beleidsvoorstellen• Raad van M<strong>in</strong>isters en EuropeesParlement keuren voorstellen goed• Beleidsuitvoer<strong>in</strong>g hoofdzakelijk door<strong>de</strong> lidstaten en op sommige terre<strong>in</strong>en(me<strong>de</strong>) door Commissie• Commissie en Europees Hof vanJustitie zien toe op nalev<strong>in</strong>gInstitutioneel ka<strong>de</strong>r enbetrokken actoren• De vorm van samenwerk<strong>in</strong>g wordt vastgestelddoor <strong>de</strong> groep die <strong>de</strong>elneemt aan het nauweresamenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatiefen kan b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd of nietb<strong>in</strong><strong>de</strong>ndzijn• Niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g:- gemeenschappelijke evaluatie van <strong>de</strong> economischesituatie- overeenstemm<strong>in</strong>g over het geschikte economischebeleid (benchmark<strong>in</strong>g/best practice)- uitoefen<strong>in</strong>g van politieke druk (peer pressure) opbasis van niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> politieke <strong>in</strong>strumenten (bijv.richtsnoeren van <strong>de</strong> Europese Raad en aanbevel<strong>in</strong>genvan Raad en Commissie)- vrijwillige nationale aanpass<strong>in</strong>g van beleid (mutuallearn<strong>in</strong>g)Vorm van samenwerk<strong>in</strong>g • B<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g:1. hiërarchisch vastgesteld, gecentraliseerdbeleid2. harmonisatie gebaseerd op gemeenschappelijkebesliss<strong>in</strong>gen3. we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g4. har<strong>de</strong> beleidscoörd<strong>in</strong>atie


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese unieuit <strong>de</strong> eg-begrot<strong>in</strong>g, met enige uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen (zoals het Europese Ontwikkel<strong>in</strong>gsfonds).Zo beschouwd, wordt enigsz<strong>in</strong>s dui<strong>de</strong>lijk waarom veel omschrijv<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>communautaire metho<strong>de</strong> we<strong>in</strong>ig precies zijn: <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> omvatsimpelweg vele <strong>in</strong>stitutionele strategieën. Deze rijkdom aan varianten wordtmiskend wanneer <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> <strong>in</strong> recente discussies als ‘metho<strong>de</strong>achter het gemeenschappelijk landbouwbeleid’ of ‘<strong>in</strong>tegratietechniek van hetverle<strong>de</strong>n’ wordt getypeerd.Har<strong>de</strong> en zachte beleidscoörd<strong>in</strong>atieAlternatieven voor <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> die hiervoor al ter sprake zijngebracht, zijn eveneens te ontle<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een reeks van <strong>in</strong>stitutionele keuzen (zietabel 2.1). Zo kan <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> (ocm), een variant van beleidscoörd<strong>in</strong>atiedie s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren negentig furore maakt, als volgt wor<strong>de</strong>n ontleed:• Zij is een comb<strong>in</strong>atie van nationale aanpass<strong>in</strong>g en Europese samenwerk<strong>in</strong>g.• Zij v<strong>in</strong>dt plaats b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eu, waarbij <strong>de</strong> Europese Raad en <strong>de</strong>lidstaten <strong>de</strong> belangrijkste betrokken actoren zijn (<strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong>Europese Commissie kan variëren).• Er wordt voor een niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> vorm van samenwerk<strong>in</strong>g gekozen.• Alle lidstaten nemen er doorgaans aan <strong>de</strong>el (maar differentiatie is niet uitgesloten).• Er wordt via consensus tot besliss<strong>in</strong>gen gekomen.39Het ‘open’ karakter van <strong>de</strong>ze vorm van coörd<strong>in</strong>atie refereert aan het feit dat <strong>de</strong>gewenste beleidsaanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> richtsnoeren wor<strong>de</strong>n geformuleerd,en aan het gegeven dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan het coörd<strong>in</strong>atieproces open isvoor verschillen<strong>de</strong> partijen. De grote aandacht voor <strong>de</strong> ocm geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatstejaren laat overigens onverlet dat dit maar één vorm van coörd<strong>in</strong>atie is, en dat ervele an<strong>de</strong>re varianten van coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> Europa wor<strong>de</strong>n ontplooid. Bepaal<strong>de</strong>vormen daarvan kennen een vergaan<strong>de</strong> b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>clusief sancties <strong>in</strong>dien <strong>de</strong>afstemm<strong>in</strong>g niet plaatsv<strong>in</strong>dt of <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen niet wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. Eenvoorbeeld van een <strong>de</strong>rgelijke ‘har<strong>de</strong>’ coörd<strong>in</strong>atievorm is <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> hetka<strong>de</strong>r van het Stabiliteits- en Groeipact.Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g‘Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ betreft governance-vormen die gekenmerkt wor<strong>de</strong>ndoor differentiatie van rechten en plichten op basis van <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen voornauwere samenwerk<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong> verdragen. Deze bepal<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong>gevoerd bij hetVerdrag van Amsterdam en zijn versoepeld bij het Verdrag van Nice. Indien eengroep van ten m<strong>in</strong>ste acht lidstaten voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> <strong>de</strong> algemenebepal<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> specifieke bepal<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> pijlers van<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zijn vermeld, kan <strong>de</strong>ze groep gebruikmaken van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen enprocedures van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> om <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g te realiseren. Uit tabel 2.1 wordtdui<strong>de</strong>lijk dat nauwere samenwerk<strong>in</strong>g eveneens een reeks van <strong>in</strong>stitutionelekeuzen herbergt ten aanzien van <strong>de</strong> rol en bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> betrokken


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieactoren, <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvariant en <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>. Wat <strong>de</strong>zekeuzen gemeen hebben is dat een groep lan<strong>de</strong>n voor Europees optre<strong>de</strong>n kiest(terwijl <strong>de</strong> overige lan<strong>de</strong>n dat niet doen), b<strong>in</strong>nen het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> eu, op basisvan <strong>de</strong> verdragsbepal<strong>in</strong>gen voor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g, waarbij <strong>de</strong> operationelekosten wor<strong>de</strong>n gef<strong>in</strong>ancierd door <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> lidstaten (en <strong>de</strong> adm<strong>in</strong>istratievekosten uit <strong>de</strong> eg-begrot<strong>in</strong>g komen) tenzij <strong>de</strong> eu-lidstaten unaniem an<strong>de</strong>rsbeslissen. Het besluit tot <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van een nauwere-samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatiefkan bij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid door <strong>de</strong> Raad wor<strong>de</strong>n genomen. In <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> pijler is echter voorzien <strong>in</strong> een ‘noodremprocedure’ die verwijz<strong>in</strong>g door<strong>de</strong> Raad naar <strong>de</strong> Europese Raad mogelijk maakt, welke vervolgens unaniembeslist.40DynamiekDe keuze van een alternatief voor <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> is soms permanent,maar brengt mogelijk een evolutie naar een an<strong>de</strong>re vorm van governanceop gang. Een kopgroep van een kle<strong>in</strong> aantal lidstaten kan bijvoorbeeld eensubsysteem b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu blijven, maar kan zich ook ontwikkelen tot een eubreed<strong>in</strong>itiatief door stapsgewijze toetred<strong>in</strong>g van alle lidstaten. Een soortgelijkedynamiek is <strong>de</strong>nkbaar voor niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> vormen van samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>eu. Lidstaten kunnen besluiten <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g ten aanzien van een bepaaldissue beperkt te hou<strong>de</strong>n tot niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g, het afsprekenvan benchmarks en peer pressure als <strong>in</strong> <strong>de</strong> ocm, of ze kunnen open coörd<strong>in</strong>atie alseerste stap naar b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g gebruiken. In het eerst beschreven gevalzijn kopgroepvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> ocm permanente alternatieven voor <strong>de</strong> communautairemetho<strong>de</strong>, <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> situatie fungeren zij als opstap naar b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>gvoor alle lidstaten. De hiernavolgen<strong>de</strong> beleidshoofdstukken beste<strong>de</strong>naandacht aan <strong>de</strong>ze dynamiek, die kan ontstaan <strong>in</strong> het kielzog van bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelekeuzen.


vormen van governance <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> europese unienoten1De term ‘europeaniser<strong>in</strong>g’ wordt <strong>in</strong> dit rapport <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>reFritz Scharpf gebruikt ter aanduid<strong>in</strong>g van een toenemend bewustzijn van <strong>de</strong>we<strong>de</strong>rzijdse afhankelijkheid van Europese actoren en <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van issuesop Europees niveau <strong>in</strong> reactie daarop (Scharpf 2000). Europeaniser<strong>in</strong>g van eenbepaald issue (bijvoorbeeld van <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteit) impliceert dus niet per se dat <strong>de</strong>probleemoploss<strong>in</strong>g ook (volledig) op Europees niveau (bijvoorbeeld b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>eu) wordt gezocht.2Het Verdrag betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> eu kent drie zogenoem<strong>de</strong> pijlers. De eerste is <strong>de</strong>communautaire pijler, die overeenkomt met <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen van het Verdrag totopricht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap, <strong>de</strong> egks en Euratom. Daaron<strong>de</strong>rvallen thema’s als het burgerschap van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, <strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en van <strong>de</strong>Gemeenschap, <strong>de</strong> emu, enz. De twee<strong>de</strong> pijler omvat het gbvb, dat wordt behan<strong>de</strong>ld<strong>in</strong> titel v van het Verdrag betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>. De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijleromvat <strong>de</strong> politiële en justitiële samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> strafzaken, die wordt behan<strong>de</strong>ld<strong>in</strong> titel vi van het Verdrag betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>. Bij het Verdrag vanAmsterdam is een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler vielen, overgeheveldnaar <strong>de</strong> eerste pijler (het vrij verkeer van personen).41


42slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


<strong>de</strong> economische en monetaire unie3 <strong>de</strong> economische en monetaire unie3.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g‘Euroland’ is <strong>de</strong> veelgebezig<strong>de</strong> benam<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huidige groep van 12 eu-lidstatenwaar<strong>in</strong> <strong>de</strong> euro is <strong>in</strong>gevoerd. Deze monetaire unie opereert <strong>in</strong> een veel bre<strong>de</strong>rverband, <strong>de</strong> Economische en Monetaire <strong>Unie</strong> (emu), waar<strong>in</strong> alle 15 eu-lidstaten<strong>de</strong>elnemen. De diepgang en <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong> emu vormen een blijk van <strong>de</strong>dynamiek van <strong>de</strong> eg geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgelopen vijftien jaar. Tegelijk impliceert<strong>de</strong>ze dynamiek dat <strong>de</strong> emu talrijke en vaak hoge eisen stelt aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers.Dit geldt <strong>in</strong> nog sterkere mate voor <strong>de</strong> 12 le<strong>de</strong>n van Euroland. Als <strong>de</strong> Europese<strong>Unie</strong> straks 25 of meer lidstaten omvat, zullen ook <strong>de</strong> emu en Euroland wor<strong>de</strong>nuitgebreid. Het is <strong>de</strong> vraag of <strong>in</strong> een emu van 25 en <strong>in</strong> Groot-Euroland evenzeeraan die hoge eisen kan wor<strong>de</strong>n voldaan.De <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> euro <strong>in</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nDit hoofdstuk concentreert zich op een tweetal aspecten van <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> emuen van Groot-Euroland. Het eerste heeft betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> doorgang naar <strong>de</strong> euro<strong>in</strong> <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n (<strong>de</strong> ‘passage’). Volgend op het lidmaatschap van <strong>de</strong> eudienen <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten vroeger of later tot <strong>de</strong> eurozone toe te tre<strong>de</strong>n.Deze doorgang naar Euroland kent geen vastgesteld tijdschema. Het han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogenvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zal dus wor<strong>de</strong>n getest. Is zij <strong>in</strong> staat tot een succesvolle,liefst schokvrije verwezenlijk<strong>in</strong>g van het Europabre<strong>de</strong> Euroland <strong>in</strong> het komen<strong>de</strong><strong>de</strong>cennium?43Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> doorgangsproblematiek ziet <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zich vooreen dilemma geplaatst. Enerzijds is een snelle toetred<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> euro toegestaanen <strong>de</strong>ze staat vast zodra nieuwe le<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> Maastrichtse stabiliteitscriteriavoldoen, hoewel <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> euro op dat moment niet <strong>in</strong> het belangvan die Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> of <strong>de</strong> eurozone hoeft te zijn. An<strong>de</strong>rzijds zullen langduriguitstel van <strong>de</strong> doorgang en <strong>in</strong>consistent of ongericht economisch beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong>toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>n duur door f<strong>in</strong>anciële markten, en wellicht ook door <strong>de</strong>politiek, als het falen van <strong>de</strong> vergrote emu wor<strong>de</strong>n opgevat. Het han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogenvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> dient dus te garan<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong>ze bei<strong>de</strong> klippen wor<strong>de</strong>nverme<strong>de</strong>n. Het is zeer wel <strong>de</strong>nkbaar dat <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> dit dilemma niet met behulp van<strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> kan oplossen. Voor sommige beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenbeschikt <strong>de</strong> eu of Euroland immers niet over a<strong>de</strong>quate bevoegdhe<strong>de</strong>n.Vandaar dat <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag van dit hoofdstuk luidt: hoe kan <strong>de</strong>vergrote <strong>Unie</strong> haar han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen verbeteren ter verzeker<strong>in</strong>g van eenvloeien<strong>de</strong> doorgang van tien of meer valuta’s naar <strong>de</strong> euro?Effectief han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen wordt <strong>in</strong> dit verband afgemeten aan het bereikenvan het doel on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n. Het doel is het bewerkstelligen vaneen geschikt tijdpad en het daartoe ontwikkelen van een geëigend economisch en


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniemonetair beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-Eurolan<strong>de</strong>n. Dit doel moet wor<strong>de</strong>n bereikt meteen zo ger<strong>in</strong>g mogelijke verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>haalgroei <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa en zon<strong>de</strong>r negatieve uitwerk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> euro.Effectieve en legitieme economische coörd<strong>in</strong>atieHet twee<strong>de</strong> aspect dat aandacht verdient b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> emu is <strong>de</strong> economischecoörd<strong>in</strong>atie. 1 Op welke terre<strong>in</strong>en coörd<strong>in</strong>atie effectief en legitiem kanwor<strong>de</strong>n toegepast en hoe b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd <strong>de</strong>ze dan wel of niet zou dienen te zijn, me<strong>de</strong>gezien vanuit het Ne<strong>de</strong>rlandse belang, vormen daarbij <strong>de</strong> sleutelvragen.Bij economische coörd<strong>in</strong>atie gaat het erom het goe<strong>de</strong> functioneren van emu enEuroland te waarborgen met behoud van zoveel mogelijk beleidsautonomie voor<strong>de</strong> lidstaten. Dit heeft geleid tot <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>novaties als <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>(ocm) en omzichtige beweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van kopgroepvorm<strong>in</strong>g,naast specifieke toepass<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> traditionele communautaire metho<strong>de</strong>.Of met al <strong>de</strong>ze economische coörd<strong>in</strong>atieactiviteiten metterdaad het han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogenvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> is verbeterd, en dus momenteel <strong>de</strong> emu goed functioneert,is verre van dui<strong>de</strong>lijk.44De <strong>in</strong>druk is ontstaan dat <strong>de</strong> voortvarendheid op het gebied van <strong>de</strong> economischecoörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> feite tot wildgroei heeft geleid, hetgeen ernstige vragen van effectiviteiten legitimiteit oproept. Daarnaast vraagt men zich af of <strong>de</strong> graad van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong> sommige processen niet te straf en <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re niet te zwak is gebleken.Die twijfels wakkeren aan <strong>in</strong>dien men beseft dat <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> kandidaatlidstaten<strong>in</strong> die grote emu evenzeer moeten wor<strong>de</strong>n gewaarborgd. Vanzelfsprekendraakt <strong>de</strong> graad van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g direct het Ne<strong>de</strong>rlands belang, benevens het<strong>in</strong>directe belang dat Ne<strong>de</strong>rland bij het algehele functioneren van <strong>de</strong> emu heeft.De twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag die dit hoofdstuk stelt luidt dan ook: hoe kan <strong>de</strong>vergrote <strong>Unie</strong> haar han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> economischecoörd<strong>in</strong>atie verbeteren <strong>in</strong> termen van effectiviteit en legitimiteit voor <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> emu van 25, en van Groot-Euroland <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r, alsme<strong>de</strong> <strong>in</strong> het lichtvan <strong>de</strong> gewenste beleidsautonomie van <strong>de</strong> lidstaten?De economische coörd<strong>in</strong>atie strekt zich <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls uit over zoveel terre<strong>in</strong>en, dat <strong>de</strong>wrr zich gedwongen ziet zich te beperken tot <strong>de</strong> macro-economische aspecten, zijhet dat <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gepast <strong>in</strong> een algeheel perspectief op <strong>de</strong> emu-coörd<strong>in</strong>atie.De <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van dit hoofdstuk is als volgt. Paragraaf 3.2 bespreekt <strong>de</strong> eigenschappenvan <strong>de</strong> emu, <strong>de</strong> drijfveren achter <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> muntunie en <strong>de</strong>economische coörd<strong>in</strong>atie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> emu. Paragraaf 3.3 gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> ‘doorgangnaar <strong>de</strong> euro’ en op <strong>de</strong> problemen die zou<strong>de</strong>n kunnen verh<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dat dit schokvrijen zon<strong>de</strong>r veel groeivertrag<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa kan geschie<strong>de</strong>n.Tevens wor<strong>de</strong>n oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen aangedragen en geëvalueerd. Paragraaf 3.4bespreekt <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> Groot-Euroland. Het zal blijken dat het Stabiliteitsengroeipact (s&g-pact), ondanks zijn merites, diverse na<strong>de</strong>len heeft. Deze zijn


<strong>de</strong> economische en monetaire unienog belangrijker <strong>in</strong> het geval van <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten. Paragraaf 3.5 geeft <strong>de</strong>conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen weer.3.2 <strong>de</strong> emu: eigenschappen, drijfveren en coörd<strong>in</strong>atieDe emu vormt <strong>de</strong> bekron<strong>in</strong>g van ruim 40 jaar economische <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> hetka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap. De emu die nu bereikt is, lijkt echter nogniet geheel voltooid te zijn. Op een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len is nog een zekere evolutiete verwachten die zich vermoe<strong>de</strong>lijk gelei<strong>de</strong>lijk zal voltrekken. Deze paragraaf zetkort <strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> emu uiteen (subpar. 3.2.1). Vervolgens wor<strong>de</strong>n driedrijfveren achter <strong>de</strong> toch opmerkelijke totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu besproken.Subparagraaf 3.2.3 neemt het evolutionaire karakter van <strong>de</strong> emu na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>beschouw<strong>in</strong>g. Hierbij gaat het om <strong>de</strong> economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu die opbasis van <strong>de</strong> vage bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Verdrag van Maastricht niettem<strong>in</strong> een grotevlucht heeft genomen.3.2.1 <strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> emuHet beschrijven van <strong>de</strong> emu is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r eenvoudig dan vaak wordt gedacht.Dat komt omdat het ene <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> emu, <strong>de</strong> monetaire unie, strak en vrij ge<strong>de</strong>tailleerdis omschreven <strong>in</strong> het verdrag en bijbehoren<strong>de</strong> protocollen, terwijl het an<strong>de</strong>re<strong>de</strong>el, <strong>de</strong> economische unie, <strong>in</strong> het geheel niet is omschreven <strong>in</strong> enige verdragstekstof wettekst. Toch zijn <strong>de</strong> contouren van wat bedoeld wordt met <strong>de</strong> economischeunie wel af te lei<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> voorgeschie<strong>de</strong>nis van het Verdrag van Maastricht zoals<strong>de</strong> wrr dat heeft gedaan <strong>in</strong> Naar een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> (wrr 2001). 2 Een twee<strong>de</strong>moeilijkheid is om <strong>de</strong> vervlecht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> e en <strong>de</strong> m van emu te ontrafelen, omdat<strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gewikkeld en talrijk zijn. Daar komt bij dat diverse sociale aspecteneen rol spelen.45Figuur 3.1 geeft een stilistische weergave van <strong>de</strong> emu. De monetaire unie isgecentraliseerd, 3 met een gezamenlijke munt, een bovenschikken<strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gvan prijsstabiliteit en een onafhankelijke Europese Centrale Bank (ecb) voorgeheel Euroland.De economische unie kent <strong>in</strong> wezen twee on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n aspecten. Bei<strong>de</strong> zijnveel complexer dan <strong>de</strong> monetaire unie en zijn lastiger af te bakenen. De basis van<strong>de</strong> economische unie vormt <strong>de</strong> ‘bre<strong>de</strong> en diepe’ <strong>in</strong>tegratie mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt, ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociaal-economische kerndoelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> eu,namelijk welvaart, groei, werkgelegenheid en cohesie (het l<strong>in</strong>ker<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>economische unie <strong>in</strong> figuur 3.1). De loutere totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economischeunie is daartoe een noodzakelijke maar geen voldoen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>. Het gaatevenzeer om het goe<strong>de</strong> functioneren van <strong>de</strong>ze unie, bovenal het goe<strong>de</strong> functionerenvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt <strong>in</strong> <strong>de</strong> breedste z<strong>in</strong> (het rechter<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> economischeunie <strong>in</strong> figuur 3.1). De verbeter<strong>in</strong>g van het functioneren heeft meer aandacht danvroeger dankzij <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van beg<strong>in</strong>selen zoals subsidiariteit en proportionaliteit(evenredigheid) en criteria voor <strong>de</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>g van marktreguler<strong>in</strong>g


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieFiguur 3.1Economische en Monetaire <strong>Unie</strong>MONETAIRE UNIE• De euro• Prijsstabiliteit• Europese Centrale Bank• Toetred<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n• Discipl<strong>in</strong>e t.a.v. overheidstekorten en -schul<strong>de</strong>n/Stabiliteits- en groeipactECONOMISCHE UNIE46‘Bre<strong>de</strong>’ en ‘diepe’ <strong>in</strong>tegratieaanbodprikkels/coörd<strong>in</strong>atie,voor welwaart, groei, werkgelegenheid en cohesiet.b.v. economische prestaties enstabilisaties op lidstaatniveauInterne Toena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wetgev<strong>in</strong>g • structurele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g/markt: harmonisatie Economische en sociale mobiliteitenpositieve gemeenschappelijke regels cohesie via beleid<strong>in</strong>tegratie (waar gerechtvaardigd) • flexibiliteit arbeidsmarkten/sociaalgemeenschappelijk beleid(han<strong>de</strong>l, landbouw, Economische en sociale • hervorm<strong>in</strong>g marktreguler<strong>in</strong>g entransport) cohesie via overdrachten nationaal me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsbeleidgemeenschappelijkme<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsbeleidInterne vrij verkeer (goe<strong>de</strong>ren,markt: diensten, personen, kapitaal) • automatische stabilisatorennegatieve<strong>in</strong>tegratie vrije vestig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>terventie. Daarenboven is <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls algemeen aanvaard dat het goe<strong>de</strong> functionerenvan <strong>de</strong> economische unie tevens afhangt van het aanpass<strong>in</strong>gsvermogenen <strong>de</strong> kwaliteit van beleid op lidstaatniveau. Aangezien lidstaten autonoom zijnwat betreft het economische beleid dat buiten <strong>de</strong> ‘bre<strong>de</strong> en diepe’ <strong>in</strong>tegratie valt,dient dit door coörd<strong>in</strong>atie of an<strong>de</strong>re wijzen van bestur<strong>in</strong>g te geschie<strong>de</strong>n. Dat is <strong>de</strong>betekenis van <strong>de</strong> artikelen 98 en 99 van het eg-Verdrag, die tot coörd<strong>in</strong>atieverplichten op basis van <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g dat nationaal economisch beleid tevenseen ‘aangelegenheid van gemeenschappelijk belang’ is.


<strong>de</strong> economische en monetaire unieHet is mislei<strong>de</strong>nd om te suggereren dat <strong>de</strong> monetaire unie gecentraliseerd beleidbetreft terwijl <strong>de</strong> economische unie zich met ge<strong>de</strong>centraliseerd en dus nationaalbeleid bezighoudt, mid<strong>de</strong>ls coörd<strong>in</strong>atie. Figuur 3.1 laat dui<strong>de</strong>lijk zien dat coörd<strong>in</strong>atievan het economische beleid van <strong>de</strong> lidstaten aanvullend is op <strong>de</strong> ‘bre<strong>de</strong> endiepe’ <strong>in</strong>tegratie. Deze <strong>in</strong>tegratie, <strong>de</strong> har<strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> economische unie,beperkt <strong>de</strong> beleidsautonomie van <strong>de</strong> lidstaten aanzienlijk.Verengt men economisch beleid tot budgettair beleid, dan nog zijn er tweerestricties op <strong>de</strong> autonomie van <strong>de</strong> lidstaten. Aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstenkant van <strong>de</strong>begrot<strong>in</strong>g zijn <strong>de</strong> lidstaten gebon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> btw enaccijnzen, alsme<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> gedragsco<strong>de</strong> tegen scha<strong>de</strong>lijke concurrentie op hetgebied van <strong>de</strong> vennootschapsbelast<strong>in</strong>g. Wat het f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gstekort en <strong>de</strong> staatsschuldbetreft, zijn strikte discipl<strong>in</strong>es opgenomen <strong>in</strong> het verdrag alsme<strong>de</strong> <strong>in</strong> hetStabiliteits- en groeipact, met straffe procedures en sancties. Deze discipl<strong>in</strong>es zijn<strong>in</strong> figuur 3.1 bij <strong>de</strong> monetaire unie opgenomen, omdat het doel ervan is om <strong>in</strong>consistentiestussen (cumulatief) fiscaal beleid <strong>in</strong> Euroland en het monetaire beleidvan <strong>de</strong> ecb zoveel mogelijk te voorkomen. Deze en an<strong>de</strong>re aspecten van <strong>de</strong> ‘stabiliteitscultuur’van <strong>de</strong> monetaire unie zijn uiteengezet <strong>in</strong> tekstbox 3.1. Het is hierbijdienstig te vermel<strong>de</strong>n dat een centraal begrot<strong>in</strong>gsbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige emugeen optie is. Immers, het eu-budget mag geen tekorten vertonen, is bovendien(relatief) zeer ger<strong>in</strong>g (slechts 4% van <strong>de</strong> opgetel<strong>de</strong> nationale begrot<strong>in</strong>gen) enbestaat voor ruim 85 procent uit vastgeleg<strong>de</strong> overdrachten (gemeenschappelijklandbouwbeleid en cohesie) en personeelskosten.47Wat is dan wel <strong>de</strong> economische beleidsautonomie van <strong>de</strong> lidstaten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>economische unie? De beleidsvrijheid geldt allereerst voor <strong>de</strong> structuur en <strong>de</strong>omvang van <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>g, zowel van uitgaven als belast<strong>in</strong>gen, zij het dat fiscaleharmonisatie (btw en accijnzen) verplicht is en <strong>de</strong> mil<strong>de</strong> fiscale concurrentie nietkan wor<strong>de</strong>n veronachtzaamd. Daarnaast geldt zij voor betere regelgev<strong>in</strong>g, liberalisatieen bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g (zon<strong>de</strong>r marktfalen en zon<strong>de</strong>r dat re<strong>de</strong>lijkvereiste publieke voorzien<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n aangetast) en voor <strong>de</strong> kwaliteit vanon<strong>de</strong>rwijs en overheidsdiensten. Bovendien kunnen lidstaten beleid voeren metbetrekk<strong>in</strong>g tot on<strong>de</strong>rzoek en <strong>in</strong>novatie, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong> <strong>in</strong>frastructuur,en <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>frastructuur voor mobiliteit en netwerkmarkten.De economische unie kan wor<strong>de</strong>n beschouwd als verreweg het belangrijkstemid<strong>de</strong>l ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van verdragsdoelstell<strong>in</strong>gen als welvaart, groei, werkgelegenhei<strong>de</strong>n cohesie. 4 Tegelijk heeft <strong>de</strong> economische unie een enorme betekenisvoor <strong>de</strong> monetaire unie. Een goed functioneren<strong>de</strong> economische unie verlaagtvoor <strong>de</strong> lidstaten <strong>de</strong> kosten van het opgeven van het wisselkoers<strong>in</strong>strument,waardoor <strong>de</strong> nettobaten van emu en <strong>de</strong> euro toenemen. Tevens zal een diep geïntegreer<strong>de</strong>economische unie met effectieve coörd<strong>in</strong>atie <strong>de</strong> economische prestatiesvan <strong>de</strong> eu bevor<strong>de</strong>ren en daarmee <strong>de</strong> externe waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> euro versterken.Daarenboven heeft <strong>de</strong> stabiliteitscultuur van <strong>de</strong> monetaire unie als groot voor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> voorspelbaarheid van beleid en van belangrijke variabelen voor marktenen bedrijven (zoals prijsniveaus en rentestan<strong>de</strong>n), hetgeen <strong>de</strong> economische unie


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTekstbox 3.1Codificatie van <strong>de</strong> stabiliteitscultuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> emuTene<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> stabiliteitscultuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu te garan<strong>de</strong>ren, zijn vergaan<strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen overeengekomen.Ten eerste is er <strong>de</strong> bovenschikken<strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>g van prijsstabiliteit. Ten twee<strong>de</strong> moetenbuitensporige tekorten voor Eurolan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voorkomen. Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> zijn er str<strong>in</strong>gente toetred<strong>in</strong>gsvereisten.Deze komen neer op een viervoudige toets:Nom<strong>in</strong>ale convergentie: <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie mag niet hoger zijn dan 1 1 /2 procent boven <strong>de</strong> drie lan<strong>de</strong>n met<strong>de</strong> laagste <strong>in</strong>flatie van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>.Fiscale houdbaarheid: dat wil zeggen het vermij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> buitensporige-tekortenprocedure.Het gaat hier om twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Allereerst dient het overheidstekort bene<strong>de</strong>n 3 procent van hetbbp te blijven en ten twee<strong>de</strong> moet <strong>de</strong> schuldquote (schuld/bbp x 100%) bene<strong>de</strong>n een referentiewaar<strong>de</strong>blijven. De referentiewaar<strong>de</strong> is <strong>in</strong> een protocol ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als 60 procent of als een bene<strong>de</strong>nwaartsetrend ‘met een bevredigen<strong>de</strong> snelheid’; <strong>de</strong>ze procedure blijft ook gel<strong>de</strong>n na toetred<strong>in</strong>g.Wisselkoersstabiliteit, omschreven als het blijven b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bandbreedte van het wisselkoersarrangementgeduren<strong>de</strong> twee jaar zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>valuatie.Duurzaamheid van <strong>de</strong> convergentie, als blijkt uit <strong>de</strong> lange rente. Het convergentieprotocol legt dituit als een plafond van 2 procentpunten boven <strong>de</strong> lange rentevoeten van <strong>de</strong> drie lidstaten (nu, magmen aannemen, Eurolan<strong>de</strong>n) met <strong>de</strong> laagste <strong>in</strong>flatie.48Ten vier<strong>de</strong> is het Stabiliteits- en groeipact tot <strong>de</strong> har<strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> emu gaan behoren. In veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g1466/97 en 1476/97 zijn straffe procedures en har<strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële sancties voorzien, waarbij <strong>de</strong>Ecof<strong>in</strong>-Raad (niet <strong>de</strong> Eurogroep) uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk beslist. Het pact legt een mid<strong>de</strong>llangetermijnbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan het begrot<strong>in</strong>gsbeleid aan <strong>de</strong> eurozonelan<strong>de</strong>n op. Lan<strong>de</strong>n b<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich aan een begrot<strong>in</strong>gdie, over een gehele conjunctuurcyclus, <strong>in</strong> evenwicht is of een ger<strong>in</strong>g overschot vertoont. Op <strong>de</strong>zewijze zal zelfs <strong>in</strong> een recessie het tekort niet gauw boven 3 procent uitstijgen. Aldus vormt het pacteen verstrakk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> budgettaire randvoorwaar<strong>de</strong>n.beter doet functioneren. De stabiliteitscultuur schept ook prikkels om <strong>de</strong> economischegroei door marktwerk<strong>in</strong>g te bevor<strong>de</strong>ren en on<strong>de</strong>rnemerschap en <strong>in</strong>novatiete stimuleren, omdat <strong>de</strong> weg naar budgettaire kunstgrepen of geldschepp<strong>in</strong>g isafgesne<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rs gezegd, economische coörd<strong>in</strong>atie of unilateraal aanbodbeleidop on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zoals vermeld <strong>in</strong> figuur 3.1 heeft meer kans op succes <strong>in</strong> <strong>de</strong> contextvan <strong>de</strong>ze stabiliteitscultuur.Een dynamische relatie tussen <strong>de</strong> economische unie en <strong>de</strong> monetaire is gelegen <strong>in</strong>het functioneren van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële markten. Het daadwerkelijk van krachtwor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> euro heeft tot een enorme verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële markt<strong>in</strong>tegratiegeleid. Een ambitieus programma tot 2005 versterkt <strong>de</strong> liberalisatieon<strong>de</strong>r reguler<strong>in</strong>g en toezicht. Dit zal <strong>de</strong> transactiekosten ver<strong>de</strong>r verlagen, <strong>de</strong><strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen bevor<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g op Europeesniveau verbeteren. Ook vergemakkelijken <strong>de</strong> verdiepte <strong>in</strong>terbancaire geldmarkt <strong>in</strong>Euroland en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>tegratie een soepele doorwerk<strong>in</strong>g van hetmonetaire beleid van <strong>de</strong> ecb.


<strong>de</strong> economische en monetaire unieTekstbox 3.2Enkele sociale aspecten van <strong>de</strong> emuEr zijn zeker drie gron<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> sociale dimensie met <strong>de</strong> emu te verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n.Ten eerste is het voor het goed functioneren van <strong>de</strong> economische unie onontbeerlijk dat <strong>de</strong> lidstatenten behoeve van groei en werkgelegenheid geschikte comb<strong>in</strong>aties v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van sociale protectie<strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt, flexibiliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze markten en m<strong>in</strong>imale prikkels <strong>in</strong> het zekerheidsstelsel. Ditis noodzakelijk omdat groei voortduren<strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g van producten en productiefactoren vereistnaar <strong>in</strong>zet, sector, kwaliteit, locatie, relatieve prijs, enz. Deze ‘geschikte comb<strong>in</strong>aties’ hebben ookbetekenis voor het zo ger<strong>in</strong>g mogelijk hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> monetaire unie voor <strong>in</strong>dividuelelidstaten <strong>in</strong> het geval van zogenoem<strong>de</strong> asymmetrische schokken. Zo’n schok die slechts een ofenkele lidstaten treft, kan niet langer opgevangen wor<strong>de</strong>n door het <strong>in</strong>zetten van het wisselkoers<strong>in</strong>strument.Flexibele economieën met re<strong>de</strong>lijke maar niet al te rigi<strong>de</strong> sociale bescherm<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>imaliseren<strong>de</strong> kosten en <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van aanpass<strong>in</strong>g.Ten twee<strong>de</strong> is het voor het goed functioneren van <strong>de</strong> monetaire unie van belang dat <strong>de</strong> loonontwikkel<strong>in</strong>gniet <strong>in</strong>consistent is met hoe <strong>de</strong> ecb <strong>de</strong> economische ontwikkel<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatietrend‘leest’. Een goed we<strong>de</strong>rzijds begrip van elkan<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>tenties is gewenst, maar daarbij gaat het welom een uitwissel<strong>in</strong>g op het niveau van Euroland omdat <strong>de</strong> ecb alleen geïnteresseerd is <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie<strong>in</strong> Euroland als geheel. Voorzover Ne<strong>de</strong>rland alleen ‘uit <strong>de</strong> pas’ loopt is er hooguit een probleemmet <strong>de</strong> nationale concurrentiepositie, niet met <strong>de</strong> emu.49Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> is er nog een verband via <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>es. Natuurlijk geldt dat alle uitgaven van<strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es vallen. Echter, bij <strong>de</strong> pensioenendie door <strong>de</strong> staat als ‘sociale verworvenheid’ wor<strong>de</strong>n gegaran<strong>de</strong>erd (<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> aow)wordt <strong>in</strong> Europa meestal een omslagstelsel (pay-as-you-go-systeem) toegepast, dat op lopen<strong>de</strong>afdrachten van werknemers is gebaseerd. Dit schept speciale problemen. Door <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g kan<strong>de</strong> afdracht per werknemer extreem hoog wor<strong>de</strong>n, hetgeen <strong>de</strong> arbeidskosten per eenheid productna<strong>de</strong>lig beïnvloedt en aldus <strong>de</strong> vraag naar arbeid doet dalen. Het tij<strong>de</strong>lijk ontlasten van <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong>afdrachten door tekorten is echter onmogelijk door <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es op tekorten en staatsschuld.Gezien <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia versterken<strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europa wordt <strong>de</strong>ze beklemm<strong>in</strong>gsteeds groter. Door <strong>de</strong> langdurige ‘nasleep’ van verworvenhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> feitelijke betal<strong>in</strong>gen biedtalleen grondige pensioenhervorm<strong>in</strong>g uitzicht op een bevredigen<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g die zowel <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>esals <strong>de</strong> toekomstige werkgelegenheid respecteert. Opnieuw geldt hier dat <strong>de</strong>ze hervorm<strong>in</strong>genweliswaar nationaal zijn, en door hun politieke gevoeligheid uitsluitend op dat niveau kunnenwor<strong>de</strong>n opgelost, maar dat er eveneens van een gezamenlijk belang op langere termijn sprake is.Voor Euroland geldt dat alleen geloofwaardige hervorm<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> alle betrokken lidstaten <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlehoudbaarheid van relatief lage staatsschuld kunnen bewerkstelligen.Daarnaast bestaan er verban<strong>de</strong>n tussen emu en sociale politiek. Het verdragspreekt niet van een ‘sociale unie’, maar bevat wel een aantal sociale bepal<strong>in</strong>gen.Niettem<strong>in</strong> geldt dat <strong>de</strong> drie hoof<strong>de</strong>lementen van wat een sociale unie vermoe<strong>de</strong>lijkzou <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n, hoofdzakelijk op lidstaatniveau wor<strong>de</strong>n geregeld (namelijksociaal beleid, regelgev<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> arbeidsmarkt en reguler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> uitgavenvan <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat). Tekstbox 3.2 schetst <strong>de</strong> diverse bestaan<strong>de</strong> of potentiëleverban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> emu.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieOok <strong>de</strong> Europese werkgelegenheidsstrategie die mid<strong>de</strong>ls het Verdrag vanAmsterdam is ontstaan, zou men tot <strong>de</strong> sociale aspecten van <strong>de</strong> emu kunnenrekenen. In het licht van <strong>de</strong> plaats en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> emu, die immers on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>reop werkgelegenheid als doel is gericht, is een aparte strategie niet onmid<strong>de</strong>llijk tebegrijpen. Een Europese strategie kan evenm<strong>in</strong> rekenen op communautairegel<strong>de</strong>n van grote omvang, aangezien een Europese begrot<strong>in</strong>gspolitiek geen optieis. Bovendien geldt dat alle relevante micro-<strong>in</strong>strumenten (met name voor <strong>de</strong>arbeidsmarkt) ge<strong>de</strong>centraliseerd zijn. Zoals <strong>in</strong> hoofdstuk 4 uitvoerig wordt toegelicht,bleek echter <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren negentig dat het ontberen van eenactief en herkenbaar Europees werkgelegenheidsoffensief tot een legitimiteitscrisisleid<strong>de</strong>, waarop het Verdrag van Amsterdam een antwoord moest formuleren.Vervolgens heeft <strong>de</strong> eu <strong>in</strong> het zogenoem<strong>de</strong> Luxemburg-proces een orig<strong>in</strong>elehoewel selectieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> notie van ‘werkgelegenheidsstrategie’ontwikkeld die <strong>in</strong> hoofdstuk 4 wordt besproken.3.2.2 drijfveren van <strong>de</strong> muntunie50Voor een goed begrip van <strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> emu en <strong>de</strong> daar<strong>in</strong> vervatteambitie is het nuttig <strong>de</strong>ze eigenschappen te contrasteren met die van een eer<strong>de</strong>repog<strong>in</strong>g tot een emu te komen. Reeds tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> overgangsperio<strong>de</strong>die dien<strong>de</strong> om het Verdrag van Rome stap voor stap <strong>in</strong> te voeren (1958-1970),besloot <strong>de</strong> top van Den Haag <strong>in</strong> 1969 om naar een emu te streven. Het Wernerrapportvan 1970 omschreef wat dit zou <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n en gaf een tijdpad aan tot 1980.In 1971 nam <strong>de</strong> Raad een resolutie aan die dit on<strong>de</strong>rsteun<strong>de</strong>. Rond 1975 bleek <strong>de</strong>strategie volstrekt onhaalbaar en werd zij losgelaten. Een terugblik is <strong>in</strong>structiefom het gebrek aan ambitie van <strong>de</strong>ze eerste pog<strong>in</strong>g te begrijpen en daarmee tegelijk<strong>de</strong> hoge vereisten van <strong>de</strong> huidige emu en van <strong>de</strong> muntunie op waar<strong>de</strong> teschatten. Op alle hoofdpunten van <strong>de</strong> constructie van <strong>de</strong> emu leed <strong>de</strong>ze eerstepog<strong>in</strong>g aan fatale tekortkom<strong>in</strong>gen: noch <strong>de</strong> e noch <strong>de</strong> m waren ook maar bij bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gtoereikend, <strong>de</strong> politieke verb<strong>in</strong>tenis bleef retorisch, zij bleef beperkt toteen rommelige eerste fase en dat zon<strong>de</strong>r een voorgestel<strong>de</strong> verdragswijzig<strong>in</strong>g, enten slotte ontbrak het aan <strong>in</strong>stitutionele en juridische <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld vaneen onafhankelijke centrale bank.De vergelijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eerste pog<strong>in</strong>g een emu te vormen met die volgend op hetrapport-Delors van 1989 legt op pijnlijke wijze bloot hoe armetierig, onrijp enongeloofwaardig <strong>de</strong> eerste pog<strong>in</strong>g was. Het scherpe contrast roept <strong>de</strong> vraag opwelke krachtige drijfveren <strong>de</strong> muntunie voortbrachten als bekron<strong>in</strong>g op zo’n20 jaar verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economische unie. We zullen kort <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drijfverenbespreken: <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke convergentie van macro-economische beleidsopvatt<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>; het verband tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en monetaire <strong>in</strong>tegratie;<strong>de</strong> dom<strong>in</strong>antie en ankerfunctie van Duitsland en <strong>de</strong> daarmee verbon<strong>de</strong>n‘stabiliteitscultuur’.


<strong>de</strong> economische en monetaire unieDe convergentie van macro-economische beleidsopvatt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>Aanvankelijk liepen <strong>de</strong> macro-economische beleidsopvatt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Gemeenschapsterk uiteen. Dit werd pijnlijk dui<strong>de</strong>lijk geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong>jaren zeventig van <strong>de</strong> vorige eeuw. De eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> raadsresolutie van 1971viel <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> jaar als het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van het stelsel van Bretton-Woods.Daarmee g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> dollar zweven en werd wisselkoersstabiliteit voor <strong>de</strong> eg-valuta’seen doel dat door on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g moest wor<strong>de</strong>n bereikt. Allerlei pog<strong>in</strong>genom tot een <strong>de</strong>rgelijke samenwerk<strong>in</strong>g te komen (met schil<strong>de</strong>rachtige namen als<strong>de</strong> ‘slang <strong>in</strong> <strong>de</strong> tunnel’ en <strong>de</strong>rgelijke) strand<strong>de</strong>n steeds weer op het verschil <strong>in</strong>bereidheid tussen lidstaten om het b<strong>in</strong>nenlandse macro-economische beleid zo tevoeren dat het consistent zou zijn met <strong>de</strong> afgesproken wisselkoersstabiliteit.Soms had dat te maken met on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n prioriteiten, bijvoorbeeld tussen hetbelang van prijsstabiliteit versus het belang van hogere werkgelegenheid dat,althans op korte termijn, ten koste van enige <strong>in</strong>flatie kon wor<strong>de</strong>n nagestreefd.Op langere termijn leid<strong>de</strong> dat veelal tot <strong>de</strong>preciatie van <strong>de</strong> nationale munt en daaraanwerd klaarblijkelijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r prioriteit toegekend. Monetaire samenwerk<strong>in</strong>gbleek aldus uiterst moeilijk: alleen door vallen en opstaan is uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> hetEuropees Monetair Stelsel (ems) vanaf 1979 enige coöperatie geïnstitutionaliseerd.Maar ook dit stelsel vereiste voldoen<strong>de</strong> b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van het b<strong>in</strong>nenlandse macroeconomischebeleid aan <strong>de</strong> afgesproken spilkoersen en dat bleek een niet-aflatendprobleem. Gaan<strong>de</strong>weg echter <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n steeds meer lidstaten het <strong>in</strong>zicht dat kortetermijnexpansiegeen extra werkgelegenheid oplever<strong>de</strong>, maar wel extra <strong>in</strong>flatie.Pas toen <strong>de</strong> externe discipl<strong>in</strong>e werd aanvaard voor het b<strong>in</strong>nenlandse monetaireen budgettaire beleid kon het ems gelei<strong>de</strong>lijk tot een strakkere opzet komen.Ver<strong>de</strong>r ontstond twijfel over <strong>de</strong> effectiviteit van het wisselkoers<strong>in</strong>strument, zekerbij herhaald gebruik van <strong>de</strong>valuaties, waardoor wisselkoersstabiliteit nauwelijksnog als een beperk<strong>in</strong>g van nationaal beleid werd beschouwd. De aldus ontstaneconvergentie <strong>in</strong> macro-economische beleidsopvatt<strong>in</strong>gen vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> belangrijkstedrijfveer voor het totstandkomen van <strong>de</strong> monetaire unie.51Interne markt en monetaire <strong>in</strong>tegratieEen twee<strong>de</strong> drijfveer was gelegen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voltooi<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt na hetWitboek van 1985 en <strong>de</strong> Europese Eenheidsakte. De akte gaf een ruime <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itievan <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en dit leid<strong>de</strong> tot het opgeven van valutacontroles die zes van<strong>de</strong> twaalf lidstaten nog ken<strong>de</strong>n. Tegelijk werd aan <strong>de</strong> liberalisatie van f<strong>in</strong>anciëlediensten over <strong>de</strong> grenzen heen gewerkt. Dit beteken<strong>de</strong> dat lidstaten veel gevoeligerwer<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> respons van f<strong>in</strong>anciële markten op het macro-economische beleid.Aangezien <strong>de</strong> nationale valutacontroles niet door Europese wer<strong>de</strong>n vervangen,werd daarmee ook <strong>de</strong> openheid naar <strong>de</strong> wereldwij<strong>de</strong> kapitaalstromen volledig.Op zijn beurt riep dit het spookbeeld op van dollarstromen die diverse munten <strong>in</strong>het ems uit elkaar zou<strong>de</strong>n drijven, zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zeventig herhaal<strong>de</strong>lijk wasgebeurd. De lidstaten voel<strong>de</strong>n zich dan ook gedwongen hun afstemm<strong>in</strong>g en b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong> het ems te versterken. Dat g<strong>in</strong>g jaren goed, tot <strong>de</strong> ems-crisis van 1992-1993.Toen bleek dat vrij beperkte <strong>in</strong>flatieverschillen na verloop van tijd toch speculatieen kud<strong>de</strong>gedrag kon<strong>de</strong>n uitlokken, met abrupte en diepe <strong>de</strong>valuaties als gevolg, die<strong>de</strong> economische vervlecht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt weer scha<strong>de</strong> kon<strong>de</strong>n berokkenen.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie52De dom<strong>in</strong>antie en ankerfunctie van DuitslandOm bei<strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen tezamen moest een hechtere b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussenvaluta’s wor<strong>de</strong>n gecomb<strong>in</strong>eerd met ‘har<strong>de</strong>’ geloofwaardigheid van beleid.Geloofwaardigheid van het belang van prijsstabiliteit kon niet wor<strong>de</strong>n bereiktdoor reger<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>ze prioriteit louter en alleen te laten verkondigen. Immers, <strong>de</strong>politieke prikkels om dit beleid plotsel<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld met het oog op verkiez<strong>in</strong>genof tij<strong>de</strong>ns een kab<strong>in</strong>etscrisis, te verlaten waren <strong>in</strong> een aantal lan<strong>de</strong>ngewoonweg te groot. Had <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis niet aangetoond dat afruil van prijsstabiliteittegen werkgelegenheid steeds opnieuw te verlei<strong>de</strong>lijk was gebleken,enkel en alleen om re<strong>de</strong>nen van politieke w<strong>in</strong>st op korte termijn? De prijs van<strong>de</strong>ze ongeloofwaardigheid werd <strong>in</strong> Europa steeds groter, want Duitsland (laterhet d-markblok) bleek wel <strong>in</strong> staat consistent naar prijsstabiliteit te streven.In het ems bleven dientengevolge <strong>de</strong> renteverschillen, zelfs bij een beleid vandis<strong>in</strong>flatie en nauwe samenwerk<strong>in</strong>g, vrij aanzienlijk. Waar <strong>de</strong> staatsschuld ooknog eens groot was, leid<strong>de</strong> dit tot hoge lasten op <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>g. Klaarblijkelijkwil<strong>de</strong>n <strong>de</strong> markten bewezen zien dat dis<strong>in</strong>flatie, zelfs ten koste van tij<strong>de</strong>lijkhogere werkloosheid, werd doorgevoerd ongeacht politieke belangen. Dit koneigenlijk alleen door een nauwe b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met het geloofwaardige stabiliteitsregimevan Duitsland, <strong>in</strong> feite het opgeven van autonoom monetair beleid.Daarmee ontstond een soort quasi-monetaire unie, zon<strong>de</strong>r verdrag en gezamenlijke<strong>in</strong>stituties, en gekenmerkt door asymmetrie. In een <strong>de</strong>rgelijke ems zou hetbeleid groten<strong>de</strong>els <strong>in</strong> Frankfurt wor<strong>de</strong>n bepaald. Dit besef, gecomb<strong>in</strong>eerd met <strong>de</strong>twee eer<strong>de</strong>re drijfveren, leid<strong>de</strong> tot het rapport-Delors en <strong>de</strong> snelle en succesvolleon<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over het emu-ge<strong>de</strong>elte van het Verdrag van Maastricht.Men koos voor <strong>de</strong> strategie om <strong>de</strong> kalen<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het verdrag zo vast te leggen dat <strong>de</strong>monetaire unie vrijwel zeker <strong>in</strong> 1999 zou aanvangen, ook al zou dit slechts meteen kle<strong>in</strong>e voorhoe<strong>de</strong> gebeuren. Deze aanpak heeft vervolgens een buitengewoonkrachtige uitwerk<strong>in</strong>g gehad op <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenlandse politiek van alle huidige eurolan<strong>de</strong>n.Budgettaire consolidatie werd serieus genomen en <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie werd opeen laag niveau geconvergeerd, met als bonus een forse verlag<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> korte enlange rente <strong>in</strong> tal van lan<strong>de</strong>n. De har<strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es<strong>in</strong> het verdrag kwamen neer op een ommezwaai voor vele lidstaten <strong>in</strong> Euroland.In wezen werd <strong>de</strong> stabiliteitscultuur gecodificeerd en tot <strong>de</strong> hunne gemaakt.De stabiliteitscultuurDe stabiliteitscultuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu kan men op twee complementaire wijzen rechtvaardigen.Vanuit overweg<strong>in</strong>gen van politieke economie kon Duitsland, met <strong>de</strong>hardste munt, natuurlijk nooit zijn munt <strong>in</strong>ruilen voor <strong>de</strong> euro <strong>in</strong>dien hetbeleidsregime niet diezelf<strong>de</strong> ‘hardheid’ kon garan<strong>de</strong>ren naar burgers en <strong>in</strong>stanties<strong>in</strong> Duitsland. Zo gezien heeft <strong>de</strong> emu een stabiliteitscultuur omdat <strong>de</strong>ze aan <strong>de</strong>basis lag van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> Duitse mark. Vanuit <strong>de</strong> economische analyse zijn er zowelnegatieve als positieve argumenten aan te dragen voor <strong>de</strong> ‘cultuur’. De negatievezijn reeds genoemd. Macro-beleid voor <strong>de</strong> korte termijn (stop-and-go) wordtzowel op theoretische als empirische gron<strong>de</strong>n als <strong>in</strong>effectief, zelfs als contraproductiefbeschouwd. De verklar<strong>in</strong>g van stop-and-go-beleid ligt dan ook veelal


<strong>de</strong> economische en monetaire unie<strong>in</strong> politieke of electorale overweg<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> korte termijn. Positief gezien heefteen stabiliteitscultuur als groot voor<strong>de</strong>el <strong>de</strong> voorspelbaarheid van beleid.Versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanbodzij<strong>de</strong> vormt dan een logisch complement van <strong>de</strong>stabiliteitscultuur: zo’n cultuur moet wortelen en kan het beste wor<strong>de</strong>n gecomb<strong>in</strong>eerdmet langetermijnstrategieën van structurele hervorm<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>novatie.Het verloochenen van politieke bested<strong>in</strong>gsimpulsen bij elke tegenvaller en <strong>de</strong>verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanbodzij<strong>de</strong> dienen uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk te wor<strong>de</strong>n gedragen door velekrachten <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappij, an<strong>de</strong>rs komen <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es <strong>in</strong> <strong>de</strong> eurozone welon<strong>de</strong>r erg grote druk te staan.3.2.3 economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emuTabel 3.1 maakt dui<strong>de</strong>lijk welke voortvarendheid <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> heeft betoond op hetterre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> economische coörd<strong>in</strong>atie. Deze activiteiten zijn talrijk en bestrijkenenorm veel aspecten van <strong>de</strong> emu. Men zou haast vergeten dat het hier gaatom activiteiten die, zoals figuur 3.1 laat zien, aanvullend zijn op <strong>de</strong> ‘bre<strong>de</strong> endiepe’ markt- en beleids<strong>in</strong>tegratie. De coörd<strong>in</strong>atiedynamiek wordt geïllustreerdmet het eenvoudige gegeven dat geen enkele van <strong>de</strong>ze zeven processen bestondvóór het Verdrag van Maastricht en vier ervan niet eens voorkwamen vóór hetVerdrag van Amsterdam.53Tabel 3.1 bevat drie macro-economische processen van coörd<strong>in</strong>atie. Het Stabiliteits-en groeipact is strikt en nauwkeurig (met een hoge graad van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g) enmaakt bovendien straffe f<strong>in</strong>anciële sancties mogelijk, terwijl <strong>de</strong> Eurogroep en hetKeulen-proces juist geen b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g beogen. Toch verschillen <strong>de</strong> laatste twee ookweer radicaal. Bij <strong>de</strong> Eurogroep (<strong>de</strong> m<strong>in</strong>isters van F<strong>in</strong>anciën van <strong>de</strong> 12 eurozonelan<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-commissaris) is permanent vertrouwen een gevoelig, zij hetongeschreven, thema <strong>in</strong> <strong>in</strong>formele discussies, terwijl Keulen louter halfjaarlijkseconsultaties betreft.Daarnaast zijn er, na het Verdrag van Amsterdam, drie <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> microeconomischevormen van coörd<strong>in</strong>atie ontstaan. Alle drie kunnen <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel oplidstaatniveau lei<strong>de</strong>n tot beleidsverbeter<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> groei en <strong>de</strong> werkgelegenheidbevor<strong>de</strong>ren. In het Lissabon/Barcelona-proces zijn zij verweven met ver<strong>de</strong>reverdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt (netwerk<strong>in</strong>dustrieën en f<strong>in</strong>anciële markten).In Cardiff en Luxemburg is dat slechts uitzon<strong>de</strong>rlijk het geval, omdat <strong>de</strong>zebeleidsgebie<strong>de</strong>n geacht wor<strong>de</strong>n primair of uitsluitend on<strong>de</strong>r nationale bevoegdhe<strong>de</strong>nte vallen. In <strong>de</strong> praktijk is echter gebleken dat Cardiff en <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarktstrategiewel <strong>de</strong>gelijk nauw samenhangen en dat, naarmate Luxemburg meeraandacht besteedt aan <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van arbeidsmarkten, erverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen ontstaan met <strong>de</strong> nieuwe <strong>in</strong>itiatieven ter verhog<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>tra-eumobiliteitvan werknemers. Cardiff en Luxemburg passen bei<strong>de</strong> <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>toe.Ten slotte hebben <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> economische beleidsrichtsnoeren (bepg’s) zich ontwikkeldtot veelomvatten<strong>de</strong> beleidsdocumenten voor <strong>de</strong> eu voor het nationale macro-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTabel 3.1Economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emuInhoud Indicatoren/ Sancties Motiver<strong>in</strong>gimplementatieMacro-economisch1.Stabiliteits- engroeipactEvenwichtige begrot<strong>in</strong>genof licht overschotop <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llangetermijn; geldt alleenvoor EurolandJaStrikter dan buitensporigetekorten (3%),op basis van mid<strong>de</strong>llangebegrot<strong>in</strong>gsstrategieJa, f<strong>in</strong>ancieelVoorkomt free-ri<strong>de</strong>rgedrag<strong>in</strong> Euroland;versterkt we<strong>de</strong>rzijdsvertrouwen <strong>in</strong> stabiliteitscultuur542.EurogroepInformele samenspraakover het macro-economischebeleid (waaron<strong>de</strong>rhet begrot<strong>in</strong>gsbeleid)NeeNeePrijsstabiliteit en <strong>de</strong>kwaliteit van <strong>de</strong> eurozijn voor Euroland eencollectief goed (‘clubgoed’);on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>geafhankelijkheid isdieper en permanentvertrouwen is wezenlijk3. KeulenHalfjaarlijkse uitwissel<strong>in</strong>gvan Europesesociale partners metecb en macro-beleidsautoriteitenNeeNeeLoonvorm<strong>in</strong>gsprocesen monetair beleid zijn<strong>in</strong>teractief en een goedon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g begrip isgewenstMacro-/microeconomisch4.Bre<strong>de</strong> economischerichtsnoeren(bepg’s)Jaarlijks pakket economischebeleidsaanbevel<strong>in</strong>genop eu- enlidstaatniveau; overkoepelten <strong>in</strong>corporeertvrijwel alle coörd<strong>in</strong>atieJaKwalitatieve rapportageover implementatie<strong>in</strong> <strong>de</strong> lidstatenJa, alleen(besloten ofopenbare)aanbevel<strong>in</strong>genEconomische unie alsfundament van <strong>de</strong>monetaire unie, zalbeter functionerendoor coörd<strong>in</strong>atie vaneconomisch beleid(waaron<strong>de</strong>r hervorm<strong>in</strong>gen)van lidstaten,ten behoeve van groeien werkgelegenheid <strong>in</strong><strong>de</strong> emu


<strong>de</strong> economische en monetaire unieTabel 3.1vervolgInhoud Indicatoren/ Sancties Motiver<strong>in</strong>gimplementatieMicro-economisch5. CardiffStructurele hervorm<strong>in</strong>gendoor <strong>de</strong> lidstatenmet als doel marktwerk<strong>in</strong>g,en aldus groei enaanpass<strong>in</strong>gsvermogente bevor<strong>de</strong>ren; werk<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne marktNauwelijksocm is sterk casuïstischper lidstaat;implementatierapportenverifiëren beleidsbeloften;met<strong>in</strong>gmarkt<strong>in</strong>tegratieNeeGroei <strong>in</strong> <strong>de</strong> economischeunie moet vanverbeter<strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>gkomen; ocmcomb<strong>in</strong>eert een remop eu-bevoegdhe<strong>de</strong>nmet groeibevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>beleidsconcurrentie<strong>in</strong> <strong>de</strong> contextvan een ‘diepe’ <strong>in</strong>ternemarkt6. LuxemburgVoert <strong>de</strong> eu werkgelegenheids-strategieuit,voornamelijk doorbeleidsimitatie (bestpractices) <strong>in</strong> sociaalbeleid en ‘employability’gedifferentieerdnaar lidstaten; tripartieteJaVele <strong>in</strong>dicatoren;implementatierapportenNeeOorspronkelijk motief:vrees voor ‘race-tothe-bottom’<strong>in</strong> sociaalbeleid wegens <strong>de</strong> emu;<strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls is er enigeaandacht voor <strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van arbeidsmarkten(zie ookhoofdstuk 4)557. Lissabon/ BarcelonaComb<strong>in</strong>eert allerleibeleids- en liberalisatievoorstellenon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>gemeenschapsmetho<strong>de</strong>,met coörd<strong>in</strong>atieen stimuler<strong>in</strong>g vanlidstaatprogramma‘sten behoeve van <strong>in</strong>novatie,e-Europe, hogeron<strong>de</strong>rwijs, enz.; loopttot 2010DeelsHet is lastig door <strong>de</strong>enorme reikwijdte engedurige wijzig<strong>in</strong>gen;<strong>de</strong> doel-<strong>in</strong>strumentrelatieis ondui<strong>de</strong>lijkNeeAlgemeen (vaag) doel:eu als meest concurreren<strong>de</strong>economie <strong>in</strong> <strong>de</strong>wereld <strong>in</strong> 2010en micro-beleid. Van <strong>de</strong> zegge en schrijve vier bladzij<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> bepg’s <strong>in</strong> 1993besloegen, is men <strong>in</strong> 2002 op een uitgebreid rapport uitgekomen met tallozespecifieke <strong>de</strong>tails. Ook <strong>de</strong> implementatierapporten zijn <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls omvangrijk(Europese Commissie 2002i). Dit zware bepg-proces wordt geacht drie meriteste hebben: <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van en <strong>in</strong>teractie tussen macro-economisch en (micro-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieeconomisch) structuurbeleid, consistentie tussen <strong>de</strong> diverse beleidsaspectenzodat een coherent en effectiever pakket ontstaat, en beleidsovereenstemm<strong>in</strong>gtussen lidstaten, die bovendien peer pressure en daarmee nam<strong>in</strong>g and sham<strong>in</strong>glegitimeert.56Economische coörd<strong>in</strong>atie is een cont<strong>in</strong>ubedrijf gewor<strong>de</strong>n, opererend op groteschaal en vrijwel <strong>de</strong> gehele jaarkalen<strong>de</strong>r vullend. Het algemene i<strong>de</strong>e achter <strong>de</strong>zevoortvarendheid kan men met enige moeite ontwaren bij het bestu<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong>recente bepg’s 5 , maar het verdrag is er weliswaar kort doch hel<strong>de</strong>r over: <strong>de</strong> lidstatenbeschouwen hun economisch beleid als een ‘gezamenlijk belang’ (art. 99eg-Verdrag) en dragen bij aan <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen van het verdrag. Daarbij gaat hetom <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen als een hoge graad van werkgelegenheid en gestage, niet<strong>in</strong>flatoiregroei. Zoals figuur 3.1 illustreert, is het goed functioneren van <strong>de</strong> economischeunie geen gegeven en volgt het ook niet zon<strong>de</strong>r meer uit een gerechtvaardig<strong>de</strong>comb<strong>in</strong>atie van regelgev<strong>in</strong>g en liberalisatie. Niettem<strong>in</strong> is het goedfunctioneren van <strong>de</strong> economische unie cruciaal voor <strong>de</strong> eu. Echter, (ver<strong>de</strong>re)centralisatie is veelal niet gewenst op basis van een functionele subsidiariteitstoetsof (zoals <strong>in</strong> het geval van arbeidsmarkten en sociaal beleid) op basis vansociaal-politieke voorkeuren. An<strong>de</strong>rzijds is ongebrei<strong>de</strong>l<strong>de</strong> beleidsconcurrentiedoor lidstaten al evenzeer ongewenst of genereert zelfs grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,scha<strong>de</strong>lijke effecten. Coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van een vergaan<strong>de</strong> economischeunie kan fungeren als (beter) alternatief van ver<strong>de</strong>re centralisatie en als afgewogenka<strong>de</strong>r voor <strong>in</strong>tra-eu-beleidsconcurrentie en -beleidsimitatie tene<strong>in</strong><strong>de</strong> groeien werkgelegenheid te bevor<strong>de</strong>ren.De EurogroepDe Eurogroep heeft geen verdragsbasis en is niet geregeld <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re formelewetgev<strong>in</strong>g of besluiten. Zij is ontstaan uit <strong>de</strong> behoefte tot samenspraak, <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>formele, gezamenlijke positiebepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n van<strong>de</strong> eurozone voorafgaand aan formele bijeenkomsten van <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad.Aanvankelijk hebben hierbij twee motieven een rol gespeeld. Ten eerste is hetvoor Euroland van groot belang dat er weldoordachte beleidsovereenstemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong><strong>de</strong> groep bestaat, zodat <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad, waar <strong>de</strong> besluiten over Eurolandwor<strong>de</strong>n genomen, dit belang optimaal tot zijn recht kan komen. Ten twee<strong>de</strong> is ereen procedureel argument dat direct te maken heeft met het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vertrouwenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> club die zich Euroland noemt. Ecof<strong>in</strong>-verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn nogalformeel en massaal (15 x 6 <strong>de</strong>legatiele<strong>de</strong>n plus Commissievertegenwoordigers enhet secretariaat van <strong>de</strong> Raad) en gaan bovendien over allerlei thema’s die somswel en soms niet uitsluitend Euroland betreffen. Deze opzet moedigt eer<strong>de</strong>rformele positioner<strong>in</strong>g aan die tot onnodige verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tussen Eurolan<strong>de</strong>n kanlei<strong>de</strong>n, dan dat zij aanleid<strong>in</strong>g geeft tot ernstige diepgaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>batten die, mits <strong>in</strong>besloten verband en <strong>in</strong>formeel, juist het we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen neigen teversterken. De Eurogroep bestaat daarentegen slechts uit (12) m<strong>in</strong>isters en <strong>de</strong>Ecof<strong>in</strong>-Commissaris, ie<strong>de</strong>r vergezeld door een topambtenaar. De ecb-presi<strong>de</strong>ntis doorgaans op uitnodig<strong>in</strong>g aanwezig. Het gezamenlijk belang <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep is


<strong>de</strong> economische en monetaire uniewelbegrepen en <strong>de</strong> stabiliteitscultuur wordt niet alleen on<strong>de</strong>rschreven, maar zelfspermanent bewaakt.In vier jaar is <strong>de</strong> Eurogroep nog we<strong>in</strong>ig veran<strong>de</strong>rd. De <strong>de</strong>batten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>lson<strong>de</strong>rsteund door technische analyses van <strong>de</strong> Commissie en er wor<strong>de</strong>n kortepersverklar<strong>in</strong>gen uitgegeven. De Eurogroep is daarmee een <strong>in</strong>formele vorm vansamenspraak (‘caucus’) gebleven. Gezien <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>antie van <strong>de</strong> groep <strong>in</strong> <strong>de</strong>huidige Ecof<strong>in</strong>-Raad en het vitale belang van <strong>de</strong> euro, ligt het voor <strong>de</strong> hand dat <strong>de</strong>Ecof<strong>in</strong>-Raad overwegend door <strong>de</strong> Eurogroep wordt gestuurd. De precieze beïnvloed<strong>in</strong>gis echter buitengewoon lastig te achterhalen.Tot nu toe zou men <strong>de</strong> Eurogroep als een nuttige bijdrage aan het han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogenvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> kunnen beschouwen, en wel om een beleids<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke eneen <strong>in</strong>stitutioneel-politieke re<strong>de</strong>n. Beleids<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk lijkt het doeltreffend enlegitiem <strong>de</strong> betrokken lan<strong>de</strong>n hun beleidsstrategieën op elkaar te laten afstemmen,maar wel b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> regels van het verdrag en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk altijd na besluitvorm<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad, met alle garanties van dien. In <strong>in</strong>stitutioneel-politiekopzicht is <strong>de</strong> huidige oploss<strong>in</strong>g <strong>de</strong> lichtst <strong>de</strong>nkbare vorm van <strong>in</strong>formele kopgroepvorm<strong>in</strong>g.De feitelijke politieke kosten zijn daarmee ger<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n.Desondanks dient erkend te wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> Eurogroep uiterst gevoelig ligt bij <strong>de</strong>‘outs’, omdat <strong>de</strong>ze drie lan<strong>de</strong>n niet eens als waarnemer kunnen aanschuiven.Zelfs <strong>de</strong> beschei<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>formele opzet wordt daarom <strong>in</strong> Whitehall met enigeargwaan bekeken. Immers, <strong>de</strong> monetaire unie heeft <strong>de</strong> potentie om een diepsnij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>twee<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> te veroorzaken en tegen elk beg<strong>in</strong> van eenvermoed<strong>de</strong> dynamiek <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g wordt stell<strong>in</strong>g genomen. Institutioneel heeft<strong>de</strong> Eurogroep zich, door zijn <strong>in</strong>formele ‘caucus’-bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, eigenlijk buiten <strong>de</strong>eu-structuren geplaatst. Zo had <strong>de</strong> groep kunnen kiezen voor ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’hetgeen <strong>de</strong> ‘outs’ een plaats als waarnemer of niet-stemmen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemerhad gegeven. Weliswaar is dat on<strong>de</strong>r ‘Amsterdam’ formeel erg lastig,maar men had het ook <strong>in</strong>formeel en buiten het verdrag gewoon <strong>de</strong> facto kunnentoepassen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Nice-bepal<strong>in</strong>gen is het formeel iets eenvoudiger. Hoe datook zij, tot op he<strong>de</strong>n komt <strong>de</strong> Eurogroep hoofdzakelijk neer op het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> vertrouwensband en het gezamenlijk voorberei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad.Het ‘uitsluiten’ is daarmee vooralsnog geen ernstig probleem. Hoe langer ditvoortduurt, hoe hoger <strong>de</strong> politieke kosten zou<strong>de</strong>n kunnen oplopen. Na <strong>de</strong>uitbreid<strong>in</strong>g zal <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>antie van <strong>de</strong> Eurogroep <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad sterk afnemenen ook dat zou een stimulans dienen te zijn <strong>de</strong> merites van een ‘opener’ bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gopnieuw te bezien.57De huidige Eurogroep m<strong>in</strong>imaliseert dus momenteel nog <strong>de</strong> politieke kosten vankopgroepvorm<strong>in</strong>g en levert een beschei<strong>de</strong>n maar wenselijke bijdrage aan <strong>de</strong>beleidsafstemm<strong>in</strong>g en het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen <strong>in</strong> Euroland.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie3.3 een soepele doorgang naar groot-eurolandVolgend op <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu zal Euroland ver<strong>de</strong>r uitdijen tot Groot-Euroland.Na <strong>de</strong> succesvolle toetred<strong>in</strong>g van Griekenland en <strong>de</strong> niet-on<strong>de</strong>nkbareomslag <strong>in</strong> een of twee van <strong>de</strong> ‘outs’, zullen <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten <strong>de</strong> doorgangnaar <strong>de</strong> euro moeten afleggen. Deze paragraaf verkent <strong>de</strong> doorgangsroutes en <strong>de</strong>mogelijke obstakels daarbij. Subparagraaf 3.3.1 gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> problemen bij <strong>de</strong>doorgang naar <strong>de</strong> euro van <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten. Subparagraaf 3.3.2 bespreekteen aantal beleidsopties en -keuzen.3.3.1 problemen bij <strong>de</strong> doorgang naar <strong>de</strong> euro58Na <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g tot 25 eu-lan<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> nieuwe le<strong>de</strong>n verplicht eendoorgang naar <strong>de</strong> euro te doorlopen. Het toetre<strong>de</strong>n tot Euroland moet ‘verdiend’wor<strong>de</strong>n, tene<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> stabiliteitscultuur te waarborgen. Hierbij tre<strong>de</strong>n vijf mogelijkeproblemen op:• <strong>de</strong> gelijktijdigheid van drie transitieprocessen;• <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijk lange duur van <strong>de</strong> doorgang voordat alle 12 kandidaat-lidstaten<strong>in</strong> Euroland zijn opgenomen;• <strong>de</strong> ongeschiktheid van <strong>de</strong> Maastrichtse toetred<strong>in</strong>gscriteria en mogelijke alternatieven;• <strong>de</strong> afruil op korte en mid<strong>de</strong>llange termijn tussen bepaal<strong>de</strong> eigenschappen van<strong>de</strong> eurozone en <strong>de</strong> hoofddoelstell<strong>in</strong>g van gestage en hoge <strong>in</strong>haalgroei voor <strong>de</strong>kandidaat-lidstaten;• het risico van valutacrises <strong>in</strong> het tij<strong>de</strong>lijke wisselkoersregime van <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten(erm-2), dat is gebaseerd op een spilkoers met <strong>de</strong> euro.De gelijktijdigheid van drie transitieprocessenTen eerste kan <strong>de</strong> gelijktijdigheid van drie transitieprocessen hoge kosten metzich meebrengen. Het gaat hierbij om <strong>de</strong> doorgang naar <strong>de</strong> euro, <strong>de</strong> voltooi<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> overgang naar goed werken<strong>de</strong> markteconomieën <strong>in</strong> een <strong>de</strong>mocratisch stelsel,en <strong>de</strong> overgang naar het volledig toepassen van het ‘acquis communautaire’.Het verdient <strong>de</strong> voorkeur dat <strong>de</strong> overlapp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze drie transities wordt gem<strong>in</strong>imaliseerd.De i<strong>de</strong>ale volgor<strong>de</strong> daarbij is eerst <strong>de</strong> transitie naar een goed werken<strong>de</strong>markteconomie te voltooien, dan het acquis zo volledig mogelijk toe te passen enten slotte <strong>de</strong> doorgang naar <strong>de</strong> euro te bewerkstelligen.De lange duur van <strong>de</strong> doorgangTen twee<strong>de</strong> valt een lange duur van <strong>de</strong> doorgang te verwachten vooraleer allekandidaat-lan<strong>de</strong>n tot Groot-Euroland zullen zijn toegetre<strong>de</strong>n. Dit heeft vooralte maken met <strong>de</strong> kortetermijnkosten van het geforceerd nastreven van alleMaastrichtse toetred<strong>in</strong>gscriteria. Het ligt voor <strong>de</strong> hand dat men daarbij hetvolgen<strong>de</strong> scenario hanteert: men laat eerst een of enkele lan<strong>de</strong>n tot Eurolandtoetre<strong>de</strong>n, gevolgd door <strong>in</strong>dividuele toetred<strong>in</strong>gen over een reeks van jaren,misschien wel tot 2014 of 2015 toe (zeker <strong>in</strong>dien men Roemenië, Bulgarije enTurkije meerekent). Omdat het economisch gewicht van <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>rs ger<strong>in</strong>g is,


<strong>de</strong> economische en monetaire unieis het verwachte effect op <strong>de</strong> euro zeer ger<strong>in</strong>g of niet waarneembaar. Maar een<strong>de</strong>rgelijk scenario duidt niettem<strong>in</strong> op <strong>de</strong> noodzaak hiertoe een geschikt en <strong>in</strong>novatiefhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen te ontwikkelen, zodat het belang van <strong>de</strong> vergroteeurozone, zo niet van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, vooropstaat.De ongeschiktheid van <strong>de</strong> Maastrichtse toetred<strong>in</strong>gscriteriaHet <strong>de</strong>r<strong>de</strong> probleem, <strong>de</strong> mogelijke ongeschiktheid van <strong>de</strong> Maastricht-criteria voor<strong>de</strong> doorgang, is nogal technisch van aard en vereist uitvoerige analyse. Dat voert<strong>in</strong> dit bestek te ver. Wij verwijzen naar <strong>de</strong> studie van Alexandr Hobza (2002), die<strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> wrr is uitgevoerd en als wrr-werkdocument is verschenen.Enkele punten wor<strong>de</strong>n hier kort vermeld, omdat ze eveneens bij <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>genterugkomen.Na toetred<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> eurozone valt het toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> land on<strong>de</strong>r het Stabiliteits- engroeipact, dat nog striktere beperk<strong>in</strong>gen aan het begrot<strong>in</strong>gsbeleid oplegt dan hetVerdrag van Maastricht en daarmee mogelijkerwijs overheids<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>hun groei beknot. Men vreest dat <strong>de</strong> fiscale discipl<strong>in</strong>e het proces van langdurige<strong>in</strong>haalgroei onnodig zou kunnen vertragen. De schul<strong>de</strong>n- en tekortencriteriabeknotten <strong>de</strong> beleidsvrijheid om voor grootschalige overheids<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen tekiezen. Dit zal (meer) private f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g (vanuit het b<strong>in</strong>nenland en via buitenlandsedirecte <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen) en/of eu-overdrachten vereisen, dan wel an<strong>de</strong>rebested<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het gedrang brengen.59An<strong>de</strong>re punten van kritiek betreffen <strong>de</strong> (te) lage <strong>in</strong>flatievoet van <strong>de</strong> eurozonevoor kandidaat-lan<strong>de</strong>n (Hobza 2002) en <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g om twee jaar <strong>in</strong> hetwisselkoersmechanisme erm-2 te verblijven, met enig risico van wisselkoers<strong>in</strong>stabiliteit.Ondanks <strong>de</strong> kritiek op <strong>de</strong> Maastrichtse criteria mag men verwachten dat <strong>de</strong>huidige eurolan<strong>de</strong>n tezamen met <strong>de</strong> ecb en <strong>de</strong> Commissie zullen aandr<strong>in</strong>gen opeen str<strong>in</strong>gente lez<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> criteria. Aangezien <strong>de</strong> nieuwe lidstaten het recht (!)hebben aan <strong>de</strong> erm-2 <strong>de</strong>el te nemen en zich voor te berei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> euro <strong>in</strong> hetlicht van <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gscriteria, kan men bezorgd zijn over <strong>de</strong> mogelijke <strong>de</strong>stabiliseren<strong>de</strong>effecten van een geforceerd kortetermijnbeleid om zo spoedig mogelijkaan die criteria te voldoen. Inmid<strong>de</strong>ls on<strong>de</strong>rkennen <strong>de</strong> monetaire autoriteiten <strong>in</strong><strong>de</strong> eurozone dit risico. Zij roepen soms op tot nieuwe, extra toetsen voor <strong>de</strong>toetred<strong>in</strong>g, dan wel voeren zij een pleidooi om het lidmaatschap van <strong>de</strong> eurozoneuit te stellen.Qua oogmerk lijkt <strong>de</strong> theorie van <strong>de</strong> optimale valutagebie<strong>de</strong>n (ovg) een beterebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te vormen voor het toetsen of toetre<strong>de</strong>rs ‘klaar’ zijn voor <strong>de</strong> euro dan<strong>de</strong> Maastrichtse criteria. Bij <strong>de</strong>ze theorie gaat het om een kosten-batenanalysevan <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan een monetaire unie. De empirische bruikbaarheid van <strong>de</strong>ovg-theorie is echter beperkt, zoals een vergelijken<strong>de</strong> analyse door Hobza (2002)opnieuw aantoont. Bovendien bestaat het vermoe<strong>de</strong>n, dat wordt on<strong>de</strong>rsteunddoor enige empirische analyse, dat economische structuren en <strong>de</strong> gelijktijdigheid


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unievan cycli zich aanpassen en dichter bij het eu-gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> uitkomen na toetred<strong>in</strong>gtot <strong>de</strong> emu. Gezien <strong>de</strong>ze overweg<strong>in</strong>gen blijft het mogelijk dat, rond 2006of kort daarna, enkele kandidaat-lidstaten aan een ovg-toets zou<strong>de</strong>n voldoen.Niettem<strong>in</strong> moet wor<strong>de</strong>n vastgesteld dat een <strong>de</strong>rgelijke toets onmogelijk <strong>de</strong>eenvoud van <strong>de</strong> Maastrichtse criteria zou bena<strong>de</strong>ren en tot allerlei technischecontroversies zou lei<strong>de</strong>n. Het is dus zeer <strong>de</strong> vraag of zo’n toets <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu-beleidspraktijkvoldoen<strong>de</strong> bruikbaar zou zijn en (rechts)zekerheid zou verschaffen.60De afruil tussen <strong>in</strong>flatie en <strong>in</strong>haalgroeiHet vier<strong>de</strong> probleem betreft <strong>de</strong> vrees dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>haalgroei van <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n zal kunnen wor<strong>de</strong>n geremd door het (kunstmatig) laag hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><strong>in</strong>flatie geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> doorgang en <strong>de</strong> eerste jaren daarna. Het kunstmatig laaghou<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>flatie resulteert uit <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van enerzijds <strong>de</strong> convergentieeisen <strong>de</strong> lage <strong>in</strong>flatie van Euroland die <strong>de</strong> ecb handhaaft, en an<strong>de</strong>rzijds het zogenoem<strong>de</strong>Balassa/Samuelson-effect. 6 Dit laatste effect treedt <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige eurozonehooguit <strong>in</strong> verzwakte mate op <strong>in</strong> Griekenland en Portugal, maar speelt bij <strong>de</strong>kandidaat-lidstaten nog vele jaren een rol. Het leidt ertoe dat <strong>de</strong> lage <strong>in</strong>flatie – <strong>de</strong>meest wezenlijke eigenschap van <strong>de</strong> euro – voor Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa eengroeivertragend effect dreigt te hebben.Het risico van valutacrisesTen slotte bestaat er geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> doorgang een risico van valutacrises. Er is geduren<strong>de</strong>drie <strong>de</strong>cennia ervar<strong>in</strong>g opgedaan met allerlei wisselkoersarrangementen.Deze varieer<strong>de</strong>n van currency boards of vaste wisselkoersen tot geheel vrijzweven<strong>de</strong> koersen. Er bestaat wijdverbrei<strong>de</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g dat tussenvormen<strong>in</strong>herent <strong>in</strong>stabiel zijn. De erm-2 heeft zeer ruime bandbreedtes en strikte regels(Hobza 2002). Desondanks is het mogelijk dat f<strong>in</strong>anciële markten <strong>de</strong> kandidaatlidstatenals emerg<strong>in</strong>g markets blijven beschouwen, waardoor schommel<strong>in</strong>genwaarschijnlijker wor<strong>de</strong>n. Een mogelijke re<strong>de</strong>n daarvan kan zijn dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>stroomvan buitenlandse directe <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>rmate omvangrijk is dat <strong>de</strong> wisselkoerskwetsbaar wordt voor schommel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze stromen. Indien grote tekorten op<strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> betal<strong>in</strong>gsbalans ook wor<strong>de</strong>n gecompenseerd doorliqui<strong>de</strong> (portefeuille-)<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen of kort kapitaal wordt <strong>de</strong>ze kwetsbaarheidnog veel groter. De vraag doet zich dus voor of <strong>de</strong> erm-2 voldoen<strong>de</strong> garantiesbiedt tegen heftige valutaschommel<strong>in</strong>gen of -speculaties. Zo niet, dan kan menzich afvragen of <strong>de</strong> risico’s van <strong>de</strong> erm-2 <strong>de</strong> eventuele baten wel waard zijn.Deze verwachte baten bestaan hoofdzakelijk uit het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van een fundamenteleevenwichtskoers ten opzichte van <strong>de</strong> euro, die daarna voor altijd wordt vastgelegd.3.3.2 beleidsopties en -keuzen voor <strong>de</strong> doorgang naar <strong>de</strong> euroDe oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> problemen met <strong>de</strong> doorgang naar <strong>de</strong> euro staanopgesomd <strong>in</strong> tabel 3.2. De aandacht gaat uit naar effectiviteit waarbij (het oplossenvan) bronnen van conflict en legitimiteit vervolgens als belangrijke randvoorwaar<strong>de</strong>nfungeren.


<strong>de</strong> economische en monetaire unieAd 1 Extra toetred<strong>in</strong>gstoetsAls eerste optie zou <strong>de</strong> eu een extra toetred<strong>in</strong>gstoets voor Groot-Eurolandkunnen <strong>in</strong>troduceren (<strong>de</strong> eurozone kan dit niet als zodanig formeel opleggen).Zo’n toets zou complementair zijn aan <strong>de</strong> Maastrichtse voorwaar<strong>de</strong>n en dusvermoe<strong>de</strong>lijk zijn gebaseerd op ovg-criteria. Deze optie scoort slecht, omdatnoch aan <strong>de</strong> effectiviteit noch aan <strong>de</strong> legitimiteit wordt voldaan terwijl zij bovendienconflicten oproept.Ad 2 Soepele uitleg van Maastricht-criteriaDe twee<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g gaat ervan uit dat <strong>de</strong> Maastrichtse voorwaar<strong>de</strong>nblijven gel<strong>de</strong>n maar dat het <strong>in</strong>flatieprobleem aparte aandacht krijgt. Twee accommo<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>uitwegen zijn <strong>de</strong>nkbaar: een gelei<strong>de</strong>lijke dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanvankelijk tehoge <strong>in</strong>flatie volgens een afgesproken tijdspad over circa vijf jaar (optie 2a <strong>in</strong> tabel3.2), dan wel toetred<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> vereiste lage <strong>in</strong>flatie die <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren daarnaoploopt en vrij lang hoger zal blijven dan het eurozonegemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> (optie 2b).De eerste uitweg lijkt onverenigbaar met het verdrag. De twee<strong>de</strong> verschilt nietvan <strong>de</strong> feitelijke praktijk <strong>in</strong> Euroland. Maar het aanpass<strong>in</strong>gsproces, waarbij hogere<strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> een land van <strong>de</strong> eurozone gewoonlijk afzwakt, is voor <strong>de</strong> kandidaatlidstatenonvoldoen<strong>de</strong>.Een lichte vorm van accommodatie kan wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n door bij toetred<strong>in</strong>g totEuroland niet te refereren aan <strong>de</strong> ‘drie lan<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> laagste <strong>in</strong>flatie‘, maargewoon aan 2 procent (het ecb-plafond) plus <strong>de</strong> marge van 1 1 /2 procent.Dit vereist een ger<strong>in</strong>ge wijzig<strong>in</strong>g van het convergentieprotocol (unanimiteit).Dat na toetred<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten enigsz<strong>in</strong>s zal oplopen, isgerechtvaardigd voor het verwezenlijken van <strong>in</strong>haalgroei. Bovendien zal datnauwelijks of geen <strong>in</strong>vloed hebben op <strong>de</strong> algehele <strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> Groot-Euroland envereist het evenm<strong>in</strong> een aanpass<strong>in</strong>g van het protocol of het verdrag. Daarmee ishet een aantrekkelijke optie. De comb<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong>ze opties met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong><strong>in</strong>flatie vereist wel een tijdige prijsaanpass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa vooren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> doorgang, vooral waar prijscontroles nu nog een rol spelen.61Ad 3 Overred<strong>in</strong>g om later toe te tre<strong>de</strong>nAls <strong>de</strong>r<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> Eurogroep <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten trachten te overtuigenom veel later tot <strong>de</strong> eurozone toe te tre<strong>de</strong>n. Daarbij zou<strong>de</strong>n (f<strong>in</strong>anciële)prikkels kunnen helpen. Men stelle zich daartoe <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> procedure voor.De Eurogroep stelt een <strong>in</strong>formele overeenkomst op, die vervolgens conform <strong>de</strong>communautaire metho<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> Raad gaat. Kandidaat-lidstaten verkrijgenvolgens <strong>de</strong> overeenkomst extra cohesiefondsen voor een aantal jaren, maaruitsluitend tot <strong>de</strong> datum dat ze tot Groot-Euroland toetre<strong>de</strong>n. Tre<strong>de</strong>n ze meteentoe, dan lopen ze <strong>de</strong>ze fondsen mis. Wachten ze lang, dan wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze si<strong>de</strong>payments steeds aantrekkelijker. Natuurlijk zou dit voorstel overeenstemm<strong>in</strong>gvereisen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad, of zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Raad. Maar <strong>de</strong> Eurogroep kanwel als blok opereren.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieIndien <strong>de</strong> huidige eu geen afkoopfondsen ter beschikk<strong>in</strong>g stelt, hangt <strong>de</strong> aantrekkelijkheidvan <strong>de</strong> optie af van het beleids<strong>de</strong>bat <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa. ZoalsHobza (2002) aantoont, is het zeker niet meer zo dat beleidselites of politiekelei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> kandidaat-lidstaten zon<strong>de</strong>r dralen tot Euroland willen toetre<strong>de</strong>n. Menbez<strong>in</strong>t zich op <strong>de</strong> straffe eisen die wor<strong>de</strong>n gesteld en op <strong>de</strong> niet-ger<strong>in</strong>ge b<strong>in</strong>nenlandsebeleidsimplicaties voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> vier à vijf jaar. Naarmate die beter <strong>in</strong> <strong>de</strong>politiek doordr<strong>in</strong>gen, maakt <strong>de</strong> functionele overred<strong>in</strong>gsoptie die <strong>de</strong> autoriteitenvan Euroland belij<strong>de</strong>n, meer kans. Zou<strong>de</strong>n er fondsen nodig zijn, dan doet zich <strong>de</strong>vraag voor of <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs van Euroland <strong>de</strong> daad bij het woord (van overred<strong>in</strong>g)willen voegen.62Ad 4 Omzeil<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> erm-2Ten vier<strong>de</strong> zijn er manieren om <strong>de</strong> erm-2 te omzeilen. Dat is van belang <strong>in</strong> hetgeval van currency boards zoals <strong>in</strong> Estland en Litouwen (en <strong>in</strong> een later stadiumwellicht <strong>in</strong> Bulgarije). Estland heeft <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls een <strong>de</strong>cennium achter <strong>de</strong> rug vanstrakke, probleemloze b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> Duitse mark, nu aan <strong>de</strong> euro. Echter, voor<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n kan het riskant zijn twee jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> erm-2 door te brengen.Een <strong>in</strong>genieuze oploss<strong>in</strong>g hiervoor is gesuggereerd door Buiter en Grafe (2002),namelijk quasi-euroisation. Dit houdt <strong>in</strong> dat <strong>de</strong> circulatie van <strong>de</strong> euro als wettigbetaalmid<strong>de</strong>l <strong>in</strong> het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> land wordt toegestaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van eenparallelle munt. Gezien <strong>de</strong> stabiliteit en an<strong>de</strong>re voor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> euro kanwor<strong>de</strong>n verwacht dat <strong>de</strong> lokale munt voor het betal<strong>in</strong>gsverkeer gelei<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>betekenis zal afnemen. De perio<strong>de</strong> van valutasubstitutie zal al gauw twee jaarduren en kan dus <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>de</strong> erm-2-perio<strong>de</strong> overlappen. Het land kan on<strong>de</strong>rtussengewoon aan zijn erm-2-verplicht<strong>in</strong>gen voldoen, alleen zullen die <strong>in</strong> <strong>de</strong>praktijk steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r economische betekenis hebben.Tene<strong>in</strong><strong>de</strong> het probleem te vermij<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductiekoers van <strong>de</strong> euro alsparallelle munt door <strong>de</strong> eu niet zou wor<strong>de</strong>n aanvaard, is het sterk aan te bevelen<strong>de</strong>ze koers te bepalen <strong>in</strong> een overeenkomst met <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad en/of <strong>de</strong> ecb.Dit laatste vereist uiteraard dat <strong>de</strong> macro-economische autoriteiten van Eurolandontvankelijk zijn voor dit soort oploss<strong>in</strong>gen. Tot nu toe staan <strong>de</strong> huidige eurolan<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> ecb afwijzend tegenover pleidooien die <strong>de</strong> erm-fase willen bekortenof omzeilen. Het (formele en zwakke) argument lijkt te zijn dat men nietwenst te differentiëren tussen <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’ en ‘nieuwe’ le<strong>de</strong>n van Groot-Euroland.Het an<strong>de</strong>re vaak genoem<strong>de</strong> argument is het zoeken naar een evenwichtskoers.Dit argument is van betrekkelijke waar<strong>de</strong>, vooral <strong>in</strong>dien lan<strong>de</strong>n enkele jarenwachten met ‘<strong>in</strong>stappen‘, aangezien van tevoren vaak wisselkoersstabiliteit kanwor<strong>de</strong>n bereikt terwijl <strong>de</strong> erm-2 juist <strong>in</strong>stabiliteit kan oproepen.Ad 5 Faciliter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> doorgangAls vijf<strong>de</strong> optie kan <strong>de</strong> doorgang naar <strong>de</strong> euro wor<strong>de</strong>n gefaciliteerd. Dit kan allereerstgebeuren door <strong>de</strong> huidige pre-accession economic programmes (pep’s)om te zetten <strong>in</strong> convergentierapporten. pep’s zijn <strong>in</strong> 2001 <strong>in</strong>gevoerd ten behoevevan <strong>de</strong> toezichtprocedures op <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten.Door omzett<strong>in</strong>g ervan <strong>in</strong> convergentierapporten bereikt men dat het halen van <strong>de</strong>


<strong>de</strong> economische en monetaire unieTabel 3.2Evaluatie van <strong>de</strong> beleidsopties voor <strong>de</strong> euro-doorgangBeleidsopties Bronnen van conflict Effectiviteit Legitimiteit12Extra toetred<strong>in</strong>gstoetseurozoneSoepele uitleg van <strong>de</strong>Maastricht-criteriaExtra (afkoop)fondsen;grotere vraag naar eenherver<strong>de</strong>lend EuropaFunctioneel: moeilijk teoperationaliserenHaalbaarheid: na 2004nul; voor 2004 ger<strong>in</strong>gNauwelijks <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>nenOost-Europa;m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> beleidselitevan eurozone2AMet hogere <strong>in</strong>flatietoetre<strong>de</strong>n, dan dalen<strong>de</strong><strong>in</strong>flatiePreferentiële wijzig<strong>in</strong>gvan het protocol, unanimiteitFunctioneel: moeilijkHaalbaarheid: ger<strong>in</strong>g(eenstemmigheid overprotocol)Alleen <strong>in</strong> Centraal-Europa2BNa toetre<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> factohogere <strong>in</strong>flatieFunctioneel: doet rechtaan het Balassa/Samuelson-effectHoog63Haalbaarheid: eenvoudig3Overred<strong>in</strong>g om later toete tre<strong>de</strong>n3AZon<strong>de</strong>r afkoopfondsenFunctioneel: ger<strong>in</strong>gHaalbaarheid: eenvoudig<strong>in</strong> <strong>de</strong> Eurogroep,wisselend <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstatenVerwarrend <strong>de</strong>baton<strong>de</strong>rmijnt draagvlak3BMet afkoopfondsenLei<strong>de</strong>rschap en stemmenals ‘blok’ door <strong>de</strong>Eurogroep <strong>in</strong> <strong>de</strong> RaadLei<strong>de</strong>rschap van <strong>de</strong>EurogroepFunctioneel: hangt afvan <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong>fondsenHaalbaarheid: zeer lastigGematigd


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTabel 3.2vervolgBeleidsopties Bronnen van conflict Effectiviteit Legitimiteit4Omzeil<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> erm-2via quasi-euroisatieLei<strong>de</strong>rschap van <strong>de</strong>EurogroepFunctioneel: hoog(met Ecof<strong>in</strong>)Hoog (<strong>in</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n)Haalbaarheid: aanvaard<strong>in</strong>gdoor Ecof<strong>in</strong> ongewis5Faciliteren van <strong>de</strong>doorgang645AConvergentie-rapportenen globale economischerichtsnoeren- Hoe straf moet hetfiscaal beleid zijn voorkandidaten met eenlage schuld?- Uiteenlopen<strong>de</strong> economischescholenFunctioneel: hoog,me<strong>de</strong> door toetred<strong>in</strong>gsprikkelHaalbaarheid:voldoen<strong>de</strong>Voldoen<strong>de</strong>, met namedoor <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gsprikkel5BVergrot<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Eurogroepmet <strong>de</strong> erm-2-le<strong>de</strong>n- positie vanDenemarkenFunctioneel: jaHaalbaarheid: hoogHoogMaastrichtse toetred<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een eu-beleidscontext wordt voorberei<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld. Tegelijk kunnen <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die op het punt staan toetred<strong>in</strong>gsverdragente ratificeren, wor<strong>de</strong>n opgenomen <strong>in</strong> het bepg-proces vanaf 2003.Een versnel<strong>de</strong> opname <strong>in</strong> <strong>de</strong> economische coörd<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> heeft alsoogmerk <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong>elname aan Euroland zo vroeg mogelijk te verlagen entegelijkertijd het groeipad te verhogen.Ten twee<strong>de</strong> zou <strong>de</strong> Eurogroep <strong>de</strong> nieuwe erm-2-<strong>de</strong>elnemers als le<strong>de</strong>n kunnenopnemen <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> erm-regels niet wor<strong>de</strong>n versoepeld of kandidaat-lidstatentoch <strong>de</strong> erm-2 prefereren. Deze beschei<strong>de</strong>n stap zou het on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> vertrouwenvoor coörd<strong>in</strong>atie goed doen en bovendien – mocht het ooit nodig zijn –<strong>de</strong> geloofwaardigheid van <strong>in</strong>terventies <strong>in</strong> <strong>de</strong> valutamarkten versterken. Het danontstane on<strong>de</strong>rscheid met Denemarken valt te rechtvaardigen door <strong>de</strong> uitgesprokenwens, en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke verplicht<strong>in</strong>g, aan Euroland mee te doen.Deze bei<strong>de</strong> voorstellen scoren hoog <strong>in</strong> tabel 3.2. Daarbij dient wel te wor<strong>de</strong>nbeseft dat het kortetermijneffect op <strong>de</strong> doorgang vermoe<strong>de</strong>lijk niet zo groot zalzijn. Het gaat hier vooral om we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen en ‘beleidsleren’.


<strong>de</strong> economische en monetaire unie3.4 economische coörd<strong>in</strong>atie: problemen enbeleidsoptiesDe coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu is jong en heeft zich snel verbreed en verdiept. De emuis <strong>in</strong> staat gebleken op nogal uiteenlopen<strong>de</strong> beleidsbehoeften gezamenlijk <strong>in</strong> tespelen (zie tabel 3.1). Het is dan ook mislei<strong>de</strong>nd generaliserend te oor<strong>de</strong>len over‘<strong>de</strong>’ coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu, omdat die zo uiteenlopend van on<strong>de</strong>rwerp en graadvan b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g is. In <strong>de</strong>ze paragraaf zal <strong>de</strong> aandacht vooral uitgaan naar <strong>de</strong> problemenbij economische coörd<strong>in</strong>atie. Dit kan ongewild het beeld oproepen dat coörd<strong>in</strong>atiete problematisch is en daarmee we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong>vol. Een <strong>de</strong>rgelijke gevolgtrekk<strong>in</strong>gzou <strong>in</strong>correct zijn. Wel zal blijken dat effectieve coörd<strong>in</strong>atie veeleisend is endiep kan <strong>in</strong>grijpen. Coörd<strong>in</strong>atie zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> betrokken partijen <strong>de</strong> bereidheidhebben het beleid daadwerkelijk aan te passen, is <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad een loze bezigheid.De coörd<strong>in</strong>atie zoals die na het Verdrag van Maastricht is ontstaan, blijkt problemenvan effectiviteit en legitimiteit op te roepen. Subparagraaf 3.4.1 gaat <strong>in</strong> openkele generieke problemen van economische coörd<strong>in</strong>atie. In subparagraaf 3.4.2spitst <strong>de</strong> discussie zich toe op <strong>de</strong> macro-economische coörd<strong>in</strong>atie en <strong>de</strong> tekortkom<strong>in</strong>gendaarvan. Een on<strong>de</strong>rscheid wordt gemaakt tussen <strong>de</strong> problemenbetreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie en <strong>de</strong> wenselijkheid van macro-coörd<strong>in</strong>atiedie daar bovenuit gaat (bijvoorbeeld bij een Europese recessie of bij een na<strong>de</strong>ligemonetaire/fiscale beleidsmix). Subparagraaf 3.4.3 schetst en beoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong>diverse beleidsopties.653.4.1 generieke problemen van coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emuBeleidskeuzen en politieke voorkeurEconomische coörd<strong>in</strong>atie veron<strong>de</strong>rstelt gemeenschappelijke doelstell<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong>praktijk zijn die doelstell<strong>in</strong>gen vaak lastig te formuleren. Soms zijn het compromissendie <strong>de</strong> verschillen <strong>in</strong> politieke voorkeur verhullen. Coörd<strong>in</strong>atie kan danvruchteloos zijn, omdat het conflictpotentieel achter <strong>de</strong> gemeenschappelijkedoelstell<strong>in</strong>gen niet kan wor<strong>de</strong>n opgelost. Coörd<strong>in</strong>atie is pas z<strong>in</strong>vol <strong>in</strong>dien menover <strong>de</strong>ze voorkeurskwesties, wellicht naar beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, overeenstemm<strong>in</strong>gheeft bereikt en die op operationele wijze heeft vastgelegd. We on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nhierna vier (verhul<strong>de</strong>) conflicten over politieke dan wel beleidskeuzen.Bij <strong>de</strong> aard en mate van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g gaat het erom dat eerst een doorwrochte visie op<strong>de</strong> economische coörd<strong>in</strong>atie en <strong>de</strong> doel-<strong>in</strong>strumentverhoud<strong>in</strong>g wordt bereikt die<strong>de</strong> aard en mate van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g rechtvaardigt. Gebeurt dat niet, dan blijft <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiecontroversieel en wordt elke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g verme<strong>de</strong>n. Zulks lijkt enigsz<strong>in</strong>s hetgeval te zijn met <strong>de</strong> structurele hervorm<strong>in</strong>gen die zijn verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> processenvan Cardiff en Lissabon/Barcelona <strong>in</strong> samenhang met <strong>de</strong> recente bepg’s.Cardiff en on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van Lissabon/Barcelona steunen slechts <strong>in</strong> beperkte mateop breed ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> economische analyse en op beleidsovereenstemm<strong>in</strong>g. Bij hetontberen van een gezamenlijke, goed gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> visie is het niet verwon<strong>de</strong>rlijkdat <strong>de</strong> micro-economische coörd<strong>in</strong>atie nog zo omzichtig wordt aangepakt.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieGeheel an<strong>de</strong>rs ligt het bij budgettaire coörd<strong>in</strong>atie, waar <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> graad vanb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wel zijn vastgelegd. Toch volgt daar niet automatisch uit dat, <strong>in</strong> het gevalvan begrot<strong>in</strong>gsbeleid, meer b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>de</strong> enig bepleite weg zou zijn. Er bestaanstrom<strong>in</strong>gen die een grotere nationale beleidsvrijheid juist op begrot<strong>in</strong>gsgebiedbeschouwen als <strong>de</strong> wenselijke tegenhanger van monetaire centralisatie (Scharpf2001b; Fitoussi en Le Cacheux 2002).Er zijn van oudsher uiteenlopen<strong>de</strong> visies op <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economische coörd<strong>in</strong>atie,afhankelijk van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen of van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>neconomische scholen die men aanhangt. Dit lijkt een gepasseerd probleem tezijn, gezien <strong>de</strong> opmerkelijke convergentie van beleids<strong>in</strong>zichten <strong>in</strong> Europa.Toch is herhaal<strong>de</strong>lijk gebleken dat uitgangspunten of beleidsfilosofieën op microeconomischgebied nog aanzienlijk uiteenlopen (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g vanarbeidsmarkten of <strong>de</strong> me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> netwerkmarkten). Dit is eveneens, zij het<strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate, het geval voor macro-economisch beleid (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> wenselijkheidvan conjunctuurpolitiek, al of niet tezamen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu, en <strong>de</strong> discussiesover <strong>de</strong> optimale monetaire/budgettaire beleidsmix).66Politiek/strategisch kan <strong>de</strong> vraag naar coörd<strong>in</strong>atie of ver<strong>de</strong>r reiken<strong>de</strong> vormen vaneuropeaniser<strong>in</strong>g voortvloeien uit het falen om <strong>de</strong> problemen b<strong>in</strong>nenlands aan tepakken (politiek onvermogen). Een voorbeeld hiervan is het vluchten <strong>in</strong> coörd<strong>in</strong>atievan macro-economisch bested<strong>in</strong>gsbeleid <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> bereidheid hebben<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> arbeidsmarkt te verbeteren, hetgeen <strong>de</strong> werkloosheid net zogoed kan verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Soms hoort men een oproep voor ‘meer Europa’ alsmogelijke remedie om b<strong>in</strong>nenlandse beleidsblokka<strong>de</strong>s te omzeilen. Zoiets kansucces hebben, maar het kan ook verzet oproepen, te meer daar eu-coörd<strong>in</strong>atienauwelijks of geen si<strong>de</strong> payments kent, gezien <strong>de</strong> relatief kle<strong>in</strong>e eu-begrot<strong>in</strong>g en<strong>de</strong> rigiditeit van <strong>de</strong> overdrachten daarb<strong>in</strong>nen.Nog ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> politiser<strong>in</strong>g ontstaat <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> met <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie samenhangen<strong>de</strong>aanpass<strong>in</strong>gen lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> roep om grotere ‘herver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>.Zo’n oproep is al lang hoorbaar, bijvoorbeeld bij <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt <strong>in</strong> 1988 (het eerste Delors-pakket) en bij <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu <strong>in</strong> hetVerdrag van Maastricht (het cohesiefonds). Het ligt voor <strong>de</strong> hand dat <strong>de</strong>rgelijkeoproepen komen van <strong>de</strong> armere le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Zo kan men zich voorstellendat het toetre<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> eurozone, dat voor <strong>de</strong> eerste kandidaat-lidstaten kansamenvallen met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> F<strong>in</strong>anciële Perspectieven voor2007-2013, zal wor<strong>de</strong>n uitgebuit om grotere overdrachten te verkrijgen dan weleen progressief systeem van nationale ‘bijdragen’ <strong>in</strong> te voeren.Algemene tekortkom<strong>in</strong>gen van economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emuLos van on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> kwesties van beleidskeuzen kent het gehele panorama vaneconomische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu een aantal algemene tekortkom<strong>in</strong>gen.Achtereenvolgens bespreken wij <strong>de</strong> ontstane wildgroei en <strong>de</strong> kosten ervan, hetgebrek aan nationale <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g, en het ontbreken van een hel<strong>de</strong>re en overtuigen<strong>de</strong>beleidsboodschap.


<strong>de</strong> economische en monetaire unieHet feit dat <strong>in</strong> 1992 nog geen van <strong>de</strong> zeven processen van economische coörd<strong>in</strong>atieuit tabel 3.1 bestond, wekt <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk van wildgroei. Klachten over wildgroei,hoewel niet nieuw (ser 2000), zijn <strong>de</strong> laatste jaren overstemd door tal van pleitbezorgersdie willen experimenteren met metho<strong>de</strong>n als alternatief voor <strong>de</strong>communautaire metho<strong>de</strong>. Daarmee wordt <strong>de</strong> wildgroei beschouwd als eennoodzakelijke fase <strong>in</strong> <strong>de</strong> opbouw van een mo<strong>de</strong>rne <strong>Unie</strong> waar<strong>in</strong> een waaier vanmetho<strong>de</strong>n naast elkaar kan bestaan. Hoewel het Portugese voorzitterschap zelfeen nieuw proces aan <strong>de</strong> zes tot dan toe bestaan<strong>de</strong> processen heeft toegevoegd,stel<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze lidstaat een moratorium voor op ver<strong>de</strong>re uitdij<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economischecoörd<strong>in</strong>atie. Ogenschijnlijk lijkt het bij zeven processen te blijven, doch erdoemen steeds weer verschijnselen van na<strong>de</strong>re expansie op. 7De erkenn<strong>in</strong>g van wildgroei heeft dus niet geleid tot afslank<strong>in</strong>g, wel tot pog<strong>in</strong>gencoörd<strong>in</strong>atieprocessen meer verifieerbaar te maken. Ook is door mid<strong>de</strong>l vanimplementatierapporten meer transparantie bereikt. De Commissie heeft <strong>in</strong>september 2002, op verzoek van <strong>de</strong> Europese Raad van Barcelona, een aantaltechnische bijstell<strong>in</strong>gen en praktische verbeter<strong>in</strong>gen voor het coörd<strong>in</strong>atieprocesvoorgesteld die <strong>de</strong> kosten van wildgroei lijken te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> baten marg<strong>in</strong>aalzou<strong>de</strong>n kunnen laten toenemen door betere on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afstemm<strong>in</strong>g encomplementariteit (Europese Commissie 2002g). Grosso modo kunnen <strong>de</strong>zevoorstellen als verbeter<strong>in</strong>gen gel<strong>de</strong>n en als zodanig wor<strong>de</strong>n verwelkomd.Niettem<strong>in</strong> gaat het vooral over <strong>de</strong> stroomlijn<strong>in</strong>g van bestaan<strong>de</strong> processen en eenverbeter<strong>de</strong> afstemm<strong>in</strong>g tussen sommige van <strong>de</strong>ze processen. De vraag of m<strong>in</strong><strong>de</strong>rdan zeven processen gerechtvaardigd zijn, wordt niet gesteld.67Een twee<strong>de</strong> tekortkom<strong>in</strong>g is het ontbreken van een <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationalebeleidscircuits en <strong>de</strong>batten. Empirisch werk van tepsa (2002) en Wessels enL<strong>in</strong>senmann (2002) toont aan dat economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu zel<strong>de</strong>n isvervlochten met nationale beleids<strong>de</strong>batten. Waar dat al geschiedt, gebeurt datvaak te laat <strong>in</strong> <strong>de</strong> (Europese) kalen<strong>de</strong>r en/of te oppervlakkig. Daarbij is het z<strong>in</strong>voleen on<strong>de</strong>rscheid te maken tussen het Stabiliteits- en groeipact en (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenvan) het Lissabon-proces enerzijds en <strong>de</strong> vijf an<strong>de</strong>re processen an<strong>de</strong>rzijds.Het Stabiliteits- en groeipact beperkt <strong>de</strong> nationale beleidsautonomie juist welen raakt wezenlijke parlementaire bevoegdhe<strong>de</strong>n. De geloofwaardigheid vanhet begrot<strong>in</strong>gsbeleid op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llange termijn zou toenemen <strong>in</strong>dien nationaleparlementen zich expliciet b<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> afspraken op Europees niveau.Ingeval van het Lissabon-proces is, op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, een overlapp<strong>in</strong>g te constaterenmet <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g en verbred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en aldus met het voortrajectvan Europese wetgev<strong>in</strong>g bij parlementen.Bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vijf processen is <strong>de</strong> nationale <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g uiterst ger<strong>in</strong>g dan wel afwezig.In het geval van <strong>de</strong> bepg’s – het overkoepelen<strong>de</strong> perspectief voor <strong>de</strong> emu enper lidstaat – blijkt van wijdverbrei<strong>de</strong> onbekendheid en <strong>de</strong>s<strong>in</strong>teresse sprake tezijn (tepsa 2002). Parlementaire <strong>de</strong>batten erover zijn dun gezaaid. Indien <strong>de</strong>vermoe<strong>de</strong>ns van een verregaand ontbreken van nationale vervlecht<strong>in</strong>g met eucoörd<strong>in</strong>atie<strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad correct zijn, is dat onthutsend <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> legitimi-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieteit op nationaal niveau en waarschijnlijk ook van <strong>de</strong> effectiviteit op eu-niveau.Het zou voed<strong>in</strong>g geven aan <strong>de</strong> veelgehoor<strong>de</strong> bewer<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong>emu snel is verwor<strong>de</strong>n tot een ambtelijk supercircuit dat noch transparant nochlegitiem is. Nog erger: <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie is nauwelijks effectief, want wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>nationaal beleid wor<strong>de</strong>n alleen geaccepteerd <strong>in</strong>dien ze stroken met <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>tentiesvan reger<strong>in</strong>g en parlement. Dat zou tevens verklaren waarom parlementenzich er niet druk over maken. Zo stelt een recente evaluatie van het Cardiffprocesdat “it rema<strong>in</strong>s an open question whether the Cardiff process and theLisbon strategy have effectively <strong>in</strong>duced Member States to un<strong>de</strong>rtake reformsthat they would not have chosen to un<strong>de</strong>rtake anyway” (Dierx et al. 2002: 23).68De legitimiteit op Europees niveau is al evenm<strong>in</strong> gediend met het negeren van hetEuropees Parlement. Toch ligt hier <strong>de</strong> zaak an<strong>de</strong>rs. Voorzover coörd<strong>in</strong>atie of <strong>de</strong>ocm gaat over nationale bevoegdhe<strong>de</strong>n, kan het Europees Parlement <strong>in</strong> formelez<strong>in</strong> niet meespelen. Het Europees Parlement controleert die bevoegdhe<strong>de</strong>n nieten heeft noch met <strong>de</strong> Commissie noch met <strong>de</strong> Raad een politieke verhoud<strong>in</strong>g diezich laat vergelijken met die tussen een nationale reger<strong>in</strong>g en parlement.An<strong>de</strong>rzijds kan <strong>de</strong>ze argumentatie nooit toereikend zijn. Immers, het oogmerkvan artikel 98 en 99 van het eg-Verdrag is overdui<strong>de</strong>lijk om het goe<strong>de</strong> functionerenvan <strong>de</strong> emu te bevor<strong>de</strong>ren en aldus <strong>de</strong> verdragsdoelstell<strong>in</strong>gen van groei enwerkgelegenheid te dienen. Het Europees Parlement kan en behoort daar<strong>in</strong> nietgepasseerd te wor<strong>de</strong>n. In feite is het ep vrij actief op het terre<strong>in</strong> van algemeneemu-vraagstukken: het houdt wel een <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> bepg’s, bespreekt <strong>de</strong> monetaireunie regelmatig met <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt van <strong>de</strong> ecb en tracht <strong>de</strong> Europese Voorjaarsraad<strong>in</strong> het Lissabon-spoor te hou<strong>de</strong>n.Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tekortkom<strong>in</strong>g, die <strong>de</strong> Commissie overigens ter<strong>de</strong>ge beseft, is gelegen<strong>in</strong> <strong>de</strong> nog te zwak on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> en onvoldoen<strong>de</strong> werven<strong>de</strong> economische beleidsboodschapover structurele hervorm<strong>in</strong>gen. Het is <strong>in</strong> elk geval zo dat <strong>de</strong> vaakbepleite noodzaak van structurele hervorm<strong>in</strong>gen voor marktwerk<strong>in</strong>g zelf envoor macro-economische prestaties zoals hogere trendgroei, snellere dal<strong>in</strong>g vankern<strong>in</strong>flatie bij recessies en grotere werkgelegenheid we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>vloed lijkt tehebben op <strong>de</strong> feitelijke voortgang van structurele coörd<strong>in</strong>atie noch op <strong>de</strong> macroeconomischecoörd<strong>in</strong>atie. Er is te we<strong>in</strong>ig hervorm<strong>in</strong>gswil of <strong>de</strong> baten wor<strong>de</strong>nonvoldoen<strong>de</strong> overtuigend uitgelegd of bei<strong>de</strong>. Dit is een fundamentele tekortkom<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> emu. De economische analyse worstelt met <strong>de</strong> vaak ‘zachte’ variabelendie regelgev<strong>in</strong>g en marktwerk<strong>in</strong>g bepalen, zodat empirische verificatie moeilijken zel<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r controverse blijft (zie bijvoorbeeld Theeuwes et al. 2001;Salgado 2002; Nicoletti 2001; Pelkmans en Galli 2000). Toch is het uitbuiten van<strong>de</strong> complementariteit van structurele hervorm<strong>in</strong>gen en macro-economischestabiliteit <strong>de</strong> belangrijkste coörd<strong>in</strong>atieopgave <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu. Het cruciale verbandtussen micro-economische en macro-economische coörd<strong>in</strong>atieprocessen dient <strong>in</strong><strong>de</strong> emu centraal te staan. De verban<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n echter onvoldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk en<strong>de</strong> vrijblijvendheid van micro-economische aanpass<strong>in</strong>gen op nationaal niveauverzwakt het functioneren van <strong>de</strong> emu (Dierx et al. 2002: 22).


<strong>de</strong> economische en monetaire unieTekstbox 3.3Feitelijke verdiensten van <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie en het emu-ontwerpDe heftigheid van <strong>de</strong> <strong>de</strong>batten over <strong>de</strong> macro-economische coörd<strong>in</strong>atie wekt <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk dat ergeweldige problemen bestaan die wellicht zelfs <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> euro <strong>in</strong> gevaar zou<strong>de</strong>n brengenof (onnodig) hoge kosten <strong>in</strong> termen van groei en werkgelegenheid genereren. Die <strong>in</strong>druk is onterecht.Er is alle re<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verdiensten van <strong>de</strong> huidige emu voor het voetlicht te brengen, want diezijn niet ger<strong>in</strong>g. Op hoofdpunten heeft het Maastrichtse ontwerp van <strong>de</strong> monetaire unie, daarbij<strong>de</strong> budgettaire randvoorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong>begrepen, een aantal memorabele successengeboekt. De volgen<strong>de</strong> opsomm<strong>in</strong>g illustreert dat:• De toetred<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n voor Euroland hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> 12 eu-lan<strong>de</strong>n – en zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> drie‘outs’ – geleid tot vergaan<strong>de</strong> budgettaire consolidatie en prijsstabiliteit, nog voordat <strong>de</strong> eurozonevan start g<strong>in</strong>g. Daarmee is een ‘stabiliteitscultuur’ tot stand gebracht die eu-lan<strong>de</strong>n<strong>de</strong>cennia niet meer had<strong>de</strong>n gekend. Deze valt bovendien uit te brei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten.• Technisch is <strong>de</strong> monetaire unie al evenzeer een succes. Dit is af te meten uit het algemene functionerenvan <strong>de</strong> ecb, het ontwikkelen van een Europese <strong>in</strong>terbancaire geldmarkt, en <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductievan het chartale eurogeld <strong>in</strong> 2002.• De budgettaire beleidscoörd<strong>in</strong>atie heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste drie jaren van <strong>de</strong> emu bevredigendgewerkt. Er zijn geen buitensporige tekorten opgetre<strong>de</strong>n tot juli 2002, toen Portugal bleek eente hoog tekort te hebben opgelopen. Dreigen<strong>de</strong> conflicten die zijn ontstaan door gebrek aanbegrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> sommige lidstaten zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> kiem gesmoord. Dit laatste punt ligt niettoevallig zo gevoelig, aangezien <strong>de</strong> geloofwaardigheid van het Stabiliteits- en groeipact afhangtvan snelle beleidswijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> juiste richt<strong>in</strong>g waarmee <strong>de</strong> rest van Euroland zich kanverenigen. On<strong>de</strong>rtussen zijn ook <strong>de</strong> hogeschuldlan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> staat gebleken hun schuldquotesgestaag te verlagen, al is het tempo van verbeter<strong>in</strong>g vertraagd en zijn <strong>de</strong> quota’s nog te verboven <strong>de</strong> 60 procent. Zelfs <strong>de</strong> Franse luchtigheid over een tragere verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het (nogniet buitensporige) tekort op mid<strong>de</strong>llange termijn die <strong>in</strong> oktober 2002 <strong>in</strong> Luxemburg aan hetlicht kwam, vormt eer<strong>de</strong>r een aantast<strong>in</strong>g van het vertrouwen waar het pact op steunt dan eengevaar voor <strong>de</strong> prijsstabiliteit. De unanimiteit van <strong>de</strong> overige elf uit Euroland, die het gevaarvan liftersgedrag <strong>in</strong>zien, is dan ook een bevestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stabiliteitscultuur.693.4.2 tekortkom<strong>in</strong>gen van macro-economische coörd<strong>in</strong>atieDe macro-economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu heeft belangrijke merites, maarzeker ook tekortkom<strong>in</strong>gen. De uitvoerige behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze tekortkom<strong>in</strong>gendie hierna volgt, heeft als bedoel<strong>in</strong>g om tot verbeter<strong>in</strong>gen te komen. De meritesdienen echter niet te wor<strong>de</strong>n vergeten, vandaar dat <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>ngeroepen <strong>in</strong> tekstbox 3.3.Het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> macro-economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> Euroland valt uiteen <strong>in</strong>twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, namelijk begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>es en coörd<strong>in</strong>atie die uitgaat boveneen strak keurslijf van discipl<strong>in</strong>es. Eerst komen <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len van Eurolands begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>ester sprake en daarna komt <strong>de</strong> vraag aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>in</strong> hoeverre <strong>de</strong>zena<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>g van het pact volgen. Daarna vatten we het <strong>de</strong>batover ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie samen.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieBegrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>es <strong>in</strong> Euroland: na<strong>de</strong>lenDe begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>es <strong>in</strong> Euroland bestaan uit <strong>de</strong> buitensporige-tekortenprocedureen het daarop voortbouwen<strong>de</strong> Stabiliteits- en groeipact. Hierna wordt<strong>de</strong>ze gezamenlijke discipl<strong>in</strong>e voor het gemak ‘het pact’ genoemd. Het levendige<strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len ervan valt op te splitsen <strong>in</strong> drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len: na<strong>de</strong>re harmonisatie-en implementatievereisten, <strong>de</strong> rigiditeit en <strong>de</strong> geloofwaardigheid van <strong>de</strong>sancties.701 Het pact behelst een vorm van har<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie, waarbij ex-ante-regels endoorlopen<strong>de</strong> bewak<strong>in</strong>g (en niet on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g) doorslaggevend zijn.De feitelijke werk<strong>in</strong>g van het pact en <strong>de</strong> zekerheid van een geloofwaardigebewak<strong>in</strong>g ervan hangen me<strong>de</strong> daarom af van na<strong>de</strong>re harmonisatie van nationalebegrot<strong>in</strong>gsregels en kalen<strong>de</strong>rs, alsme<strong>de</strong> van allerlei technische implementatievereisten.De <strong>de</strong>tails hiervan voeren veel te ver voor het doel van ditwrr-rapport. Wel is het van belang te begrijpen dat zo’n systeem tot zoveelsecundaire aanpass<strong>in</strong>gen op lidstaatniveau aanleid<strong>in</strong>g geeft, dat lidstatensoms het gevoel krijgen dat hun beleidsautonomie nog ver<strong>de</strong>r wordt <strong>in</strong>gesnoerd.Dit proces van leren en vooral aanvaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het gezamenlijk belang isechter onvermij<strong>de</strong>lijk en dient niet als Brusselse bureaucratie te wor<strong>de</strong>ngebrandmerkt. Het gaat veelal om technische (soms zelfs mo<strong>de</strong>lmatige)kwesties die om een functioneel, niet een politiek <strong>de</strong>bat vragen. Er zijn aspectenwaarbij techniek kan overgaan <strong>in</strong> politiek. Een voorbeeld hiervan is <strong>de</strong>soms uitgesproken voorkeur voor <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n regel’. Deze regel bepaalt datoverheids<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen (die immers ook <strong>de</strong> toekomstige generaties dienen endoor hen me<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n betaald) <strong>in</strong> het tekort niet zou<strong>de</strong>nmoeten wor<strong>de</strong>n meegenomen. Dit zou <strong>de</strong> beweer<strong>de</strong> beknott<strong>in</strong>g van groeifaciliteren<strong>de</strong>langetermijn<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen opheffen en bovendien voor <strong>de</strong>kandidaat-lan<strong>de</strong>n van em<strong>in</strong>ent belang zijn voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia (vooreen pleidooi zie Creel et al. 2002). Het na<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze regel is bekend:hij geeft sterke prikkels om allerlei uitgaven als overheids<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen voorte stellen en het is zowel economisch als politiek lastig hel<strong>de</strong>re afbaken<strong>in</strong>gente bepalen. Het betreft hier overigens niet een aca<strong>de</strong>misch punt. Groot-Brittannië hanteert momenteel zo’n regel (en zou die wellicht willen handhavenwanneer het tot Euroland toetreedt) en <strong>de</strong> Franse reger<strong>in</strong>g heeft eennieuwe politieke variant geopperd, namelijk dat dr<strong>in</strong>gend gewenste <strong>de</strong>fensie<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genniet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekort<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van het pact zou<strong>de</strong>n vallen.Een an<strong>de</strong>re harmonisatiekwestie betreft <strong>de</strong> conjuncturele bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g op <strong>de</strong>mid<strong>de</strong>llange termijn, waar <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls vergaan<strong>de</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g over isbereikt.2 Het pact kenmerkt zich door enkele onnodige, zelfs scha<strong>de</strong>lijke rigiditeiten.Overigens verschillen allerlei auteurs van men<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> soort scha<strong>de</strong> die<strong>de</strong>ze rigiditeiten veroorzaken. Zo achten Fitoussi en Le Cacheux (2002:hoofdstuk 2) <strong>de</strong> rigiditeiten scha<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> groei, vooral door <strong>de</strong> beknott<strong>in</strong>gvan publieke <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen (zie tevens Creel et al. 2002). De Grauwe(2002) oor<strong>de</strong>elt dat er voor zo’n strak keurslijf geen rechtvaardig<strong>in</strong>g is


<strong>de</strong> economische en monetaire unie(dus geen baten zijn). Daarnaast kunnen rigiditeiten <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> situaties procyclischuitwerken en dat is uiteraard contraproductief. Dit laatste hangt weersamen met het wel of niet opbouwen van budgettaire marges <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n vanhoogconjunctuur. Immers, <strong>de</strong> 3 procent-regel voor een ‘buitensporig tekort’zal tij<strong>de</strong>ns een recessie m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel tot een beknellend plafond verwor<strong>de</strong>n(hetgeen pro-cyclisch zal uitpakken, want dan moet er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> recessieextra wor<strong>de</strong>n bezu<strong>in</strong>igd) <strong>in</strong>dien <strong>in</strong> betere tij<strong>de</strong>n voldoen<strong>de</strong> marge is opgebouwd.Het is echter politiek naïef om zo’n beleid spontaan van lidstaten teverwachten, gezien <strong>de</strong> politieke verleid<strong>in</strong>g om bij belast<strong>in</strong>gmeevallers totlastenverlicht<strong>in</strong>g over te gaan. An<strong>de</strong>rs gezegd, tene<strong>in</strong><strong>de</strong> scha<strong>de</strong> te voorkomendoor <strong>de</strong> 3 procent strak te handhaven tij<strong>de</strong>ns een laagconjunctuur, zou juistmeer rigiditeit nodig zijn tij<strong>de</strong>ns een hoogconjunctuur. Daarbij kan men<strong>de</strong>nken aan een norm voor maximale lastenverlicht<strong>in</strong>g of zelfs aan een ex-antetoestemm<strong>in</strong>gsregimeboven een <strong>de</strong>rgelijke norm.3 De geloofwaardigheid van <strong>de</strong> sancties en daarmee van <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>eren<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van het pact blijft aan twijfel on<strong>de</strong>rhevig. Kan een <strong>de</strong>centraal systeemzulke sancties (politiek) uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wel opleggen <strong>in</strong>dien zelfs een ‘voortijdigewaarschuw<strong>in</strong>g’ (niet meer dan een eerste stap <strong>in</strong> een lang traject dat aan sanctiesvoorafgaat) op het hoogste niveau en bovenal op politieke gron<strong>de</strong>n wordtbestre<strong>de</strong>n (Heer<strong>in</strong>ga 2002)?71Volgen <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>gen van het pact?De grote politieke gevoeligheid <strong>in</strong> alle eurolan<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> beknott<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>beleidsautonomie op begrot<strong>in</strong>gsgebied maakt dat het <strong>de</strong>bat veel aandacht krijgt <strong>in</strong><strong>de</strong> media – zelfs tot <strong>de</strong> technische aspecten toe. Dit schept een klimaat waar<strong>in</strong>politiek opportunisme, gebaseerd op drogre<strong>de</strong>nen en politieke w<strong>in</strong>st op kortetermijn, kan gedijen, terwijl tegelijk vrijwel overal lippendienst wordt bewezenaan <strong>de</strong> motieven die aan het pact ten grondslag liggen. Citaten wor<strong>de</strong>n uit hunverband gerukt en het i<strong>de</strong>e zou kunnen postvatten dat het pact een ond<strong>in</strong>g is.Het is daarom nuttig <strong>de</strong> economische rechtvaardig<strong>in</strong>gen van het pact opnieuw <strong>in</strong>her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g te roepen en te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len wel of niet door <strong>de</strong>ze motievenwor<strong>de</strong>n verklaard. Daarbij zal het vooral gaan over het twee<strong>de</strong> na<strong>de</strong>el (<strong>de</strong> rigiditeiten)en <strong>de</strong>els het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> (<strong>de</strong> geloofwaardigheid van <strong>de</strong> sancties) en wordtveron<strong>de</strong>rsteld dat <strong>de</strong> harmonisatie- en implementatiekwesties uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk functioneelwor<strong>de</strong>n opgelost en aanvaard.Het pact kent drie economische rechtvaardig<strong>in</strong>gen (Beetsma 2001). De eerste isgelegen <strong>in</strong> het uitbannen van <strong>de</strong> negatieve effecten van opportunistisch gedrag,een vraagstuk dat ook wel bekendstaat als het moral hazard-probleem voor <strong>de</strong>ecb. Het grote belang hiervan wordt algemeen on<strong>de</strong>rschreven. Het <strong>de</strong>bat gaat danook eer<strong>de</strong>r over <strong>de</strong> vraag met welke regels <strong>de</strong>ze doelstell<strong>in</strong>g, tegen <strong>de</strong> ger<strong>in</strong>gstmogelijke kosten, kan wor<strong>de</strong>n bereikt. De huidige discipl<strong>in</strong>es zijn effectief (zijbereiken <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>g), maar niet efficiënt (niet tegen <strong>de</strong> ger<strong>in</strong>gste beleidskosten).Het moral hazard-probleem vloeit voort uit <strong>de</strong> onhoudbaarheid van <strong>de</strong>overheidsf<strong>in</strong>anciën. Potentieel onhoudbare schuldposities zijn zo kwetsbaar dat


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie72<strong>de</strong> ecb <strong>in</strong> een onmogelijke positie zou wor<strong>de</strong>n gedwongen: of zij houdt <strong>de</strong> rentelager dan eigenlijk wenselijk is met het oog op haar taak (prijsstabiliteit), of zijvervult haar primaire taak en verergert daarmee <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis. Het Verdragvan Maastricht voorziet hier<strong>in</strong> door <strong>de</strong> no-bail-out-clausule. De risico’s <strong>in</strong> criseszijn echter groot. Vandaar dat <strong>de</strong> buitensporige-tekortenprocedure <strong>in</strong> het verdragon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel ‘fiscale houdbaarheid’ is opgenomen (zie tekstbox 3.1). Zelfs dat isonvoldoen<strong>de</strong> gebleken. Immers, <strong>in</strong> het Verdrag van Maastricht zijn geen sanctiesopgenomen en <strong>de</strong> prikkels om <strong>de</strong> schuldquotes niet te laten oplopen na toetred<strong>in</strong>gtot Euroland zijn natuurlijk veel zwakker. Daarom is <strong>in</strong> 1996-1997 het pactopgezet. Maar het pact slaat helemaal geen acht op <strong>de</strong> schuldquote, terwijl diejuist cruciaal is. Het verdrag (en protocol) doet dat wel, maar legt geen enkelekoppel<strong>in</strong>g tussen het tekort en <strong>de</strong> huidige schuldpositie. Dat is begrijpelijk,gezien <strong>de</strong> aanvankelijk grote groep lidstaten met betrekkelijke hoge schuldquotesen gezien het algemene signaal naar <strong>de</strong> markten dat Euroland een stabiliteitscultuurwenste te koesteren. He<strong>de</strong>n ten dage kan men hier echter twee vraagtekensbij zetten:• Is een iets te groot tekort van een land met een lage schuldquote aanleid<strong>in</strong>gom van een naken<strong>de</strong> ‘onhoudbaarheid’ te spreken? Dit is niet <strong>in</strong> re<strong>de</strong> te ver<strong>de</strong>digen.• Is een straffe discipl<strong>in</strong>e gerechtvaardigd nu vele eurolan<strong>de</strong>n met hun schuldquotesrond 60 procent of aanmerkelijk lager zitten?De rigiditeit van het pact is dus niet langer af te lei<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> nationale begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>es behalve waar schuldquotes nog(te) hoog zijn. Het ligt meer voor <strong>de</strong> hand om een koppel<strong>in</strong>g te leggen tussen <strong>de</strong>hoogte van <strong>de</strong> schuldquote en <strong>de</strong> mate van flexibiliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> tekortenprocedure.Dit kan van belang zijn <strong>in</strong>geval van een recessie, waarbij <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> automatischestabilisatoren wellicht zou moeten wor<strong>de</strong>n afgeknepen omdat an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>3 procent-norm wordt overschre<strong>de</strong>n, hetgeen dan pro-cyclisch werkt en nietwenselijk is. Bij een lage schuldquote zou <strong>de</strong>ze soepelheid moeten bestaan; bijeen hoge echter niet. Ook <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten met lage schuldquotes kunnendan een stop-and-go-beleid vermij<strong>de</strong>n, hetgeen een hoger groeipad mogelijkmaakt.De twee<strong>de</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>g is gelegen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> macro-economische,grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> effecten die nationale beleidsmakers niet of onvoldoen<strong>de</strong><strong>in</strong> beschouw<strong>in</strong>g nemen. Zowel theoretisch als empirisch liggen hier controverses.We beperken ons tot <strong>de</strong> hoofdpunten van dit onopgeloste <strong>de</strong>bat. Kern van <strong>de</strong>kwestie is dat <strong>in</strong> een monetaire unie prikkels ontstaan voor ‘liftersgedrag’ vanlidstaten, dat leidt tot een ge<strong>de</strong>eltelijke afwentel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kosten van een gebrekaan begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>e op an<strong>de</strong>re eurolan<strong>de</strong>n. Dat gaat via twee mechanismen.Een gedurige stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> schuldquote zal, zeker <strong>in</strong> grotere lan<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong>nduur een opdrijvend effect hebben op <strong>de</strong> lange rente <strong>in</strong> Euroland. Dit heeft na<strong>de</strong>ligegevolgen voor <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen en groei en zal <strong>de</strong> rentelasten op begrot<strong>in</strong>genwe<strong>de</strong>rom tot een hardnekkig probleem maken. Eigenlijk is dit een bijzon<strong>de</strong>rgeval van het eerste argument.


<strong>de</strong> economische en monetaire unieHet twee<strong>de</strong> mechanisme betreft <strong>de</strong> korte rente, bij uitstek het <strong>in</strong>strument dat <strong>de</strong>ecb hanteert voor het monetaire beleid. Gegeven het vrije kapitaalverkeer <strong>in</strong>Euroland suggereert het standaard Mun<strong>de</strong>ll/Flem<strong>in</strong>g-mo<strong>de</strong>l dat een expansie viaeen tekort twee tegengestel<strong>de</strong> effecten op <strong>de</strong> europartners zal hebben: een positiefeffect via extra <strong>in</strong>voer van goe<strong>de</strong>ren en diensten en een negatief effect viarenteverhog<strong>in</strong>g. De verwacht<strong>in</strong>g is dus dat het netto-effect bij voorbaat niet erggroot zal zijn. Empirische studies hebben hiervoor geen oploss<strong>in</strong>g gebracht, wanter bestaat geen consensus over. 8 Wat wel als consensus kan wor<strong>de</strong>n gezien, is datfiscale expansie noch op theoretische noch op empirische gron<strong>de</strong>n meer danmarg<strong>in</strong>ale en meestal geen blijven<strong>de</strong> effecten op <strong>de</strong> productie heeft.Dit leidt tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> conclusies. Een al te strakke discipl<strong>in</strong>e voor begrot<strong>in</strong>gssaldikan niet wor<strong>de</strong>n gerechtvaardigd met liftersgedrag en grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>effecten zolang <strong>de</strong> schuldquotes geen zorgen baren. Een grotere autonomie kan,althans op <strong>de</strong>ze gron<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n toegestaan zolang zij wordt gebon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>hoogte en trend van <strong>de</strong> schuldquotes. De vraag of lidstaten er goed aan doen omtekorten (enigsz<strong>in</strong>s) op te voeren door beleid, en niet alleen door <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g vanautomatische stabilisatoren <strong>in</strong> een recessie, is een geheel an<strong>de</strong>re kwestie.Alles duidt erop dat <strong>de</strong> effectiviteit van expansief beleid ger<strong>in</strong>g is en na verloopvan tijd zelfs negatief kan uitpakken.73De conclusie komt <strong>in</strong> feite neer op een zekere verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nadruk op al testrakke tekortdiscipl<strong>in</strong>e naar een nadruk op <strong>de</strong> juiste comb<strong>in</strong>atie van schuld entekort. Daarbij gel<strong>de</strong>n nog twee belangrijke kantteken<strong>in</strong>gen. Ten eerste impliceert<strong>de</strong> filosofie van het pact (begrot<strong>in</strong>gsevenwicht of een kle<strong>in</strong> overschot op mid<strong>de</strong>llangetermijn) dat op <strong>de</strong> lange duur een beweg<strong>in</strong>g naar een schuldpositie van ‘nul’gerechtvaardigd zou zijn. Immers, daar zou men op uitkomen na een aantalconjunctuurcycli. Van Ewijk (2001) heeft uitvoerig aangetoond dat hiervoor geeneconomische argumenten bestaan, zelfs dat het suboptimaal is. Ten twee<strong>de</strong> dient<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llangetermijnbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het pact te wor<strong>de</strong>n aangevuld met een<strong>in</strong>tergenerationele bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wegens <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europa. De vergrijz<strong>in</strong>gzal <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> kosten van zorg opstuwen en daarnaast <strong>de</strong> (niet-private)pensioenclaims geweldig doen toenemen. Afhankelijk van <strong>de</strong> discontovoet is het<strong>de</strong>nkbaar dat ogenschijnlijk lage schuldquotes op dit moment veran<strong>de</strong>ren <strong>in</strong> hogeen kwetsbare posities op termijn, zelfs na pensioenhervorm<strong>in</strong>gen. Een bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gdie zich meer toespitst op schuldposities dient dit te <strong>in</strong>corporeren. Tevenskan men betogen dat een ocm op pensioenterre<strong>in</strong> alleen tij<strong>de</strong>lijk als een vormvan experiment en leren dient te wor<strong>de</strong>n toegestaan. Juist op dit terre<strong>in</strong> bestaanwel grote risico’s voor onaanvaardbare spill-overs of het beperken van <strong>de</strong> beleidsvrijheidvan <strong>de</strong> ecb. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk dient een direct verband te wor<strong>de</strong>n gelegd met<strong>de</strong> trend van <strong>de</strong> toekomstige schuldquotes.Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> argument voor fiscale discipl<strong>in</strong>e is politiek. In <strong>de</strong> zogeheten ‘politiekeconjunctuurcyclus’, met op korte termijn <strong>de</strong>nken<strong>de</strong> politici, bestaan sterke prikkelsom tekorten voor verkiez<strong>in</strong>gen op te voeren. Het blijkt moeilijk te zijn dietekorten vervolgens weer te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, vooral <strong>in</strong> een monetaire unie waar<strong>in</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie<strong>de</strong> <strong>de</strong>preciatie van <strong>de</strong> nationale munt als signaal niet meer bestaat. Strikt logischis dit argument moeilijk te plaatsen. Mocht <strong>de</strong>ze zucht naar tekorten spill-oversveroorzaken, dan zijn we terug bij het vorige punt. Mocht zij structureel <strong>de</strong>schuldquote opdrijven, dan zijn we aangekomen bij het allereerste punt. Zijn ergeen effecten voor an<strong>de</strong>re lidstaten, dan valt moeilijk te bepleiten dat Eurolandtoch een discipl<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> taak hier<strong>in</strong> heeft (Pisany-Ferry 2002). Een praktischargument is echter wel te geven. Los van <strong>de</strong> precieze <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> regels op euniveauversterkt elke ernstig te nemen Europese begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>e <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenlandsehand van <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van F<strong>in</strong>anciën. Men kan dit beschouwen als eenvoor<strong>de</strong>el van een ge<strong>de</strong>centraliseerd en toch ‘euro-lateraal’ systeem.74Al <strong>de</strong>ze punten overziend valt niet aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk te ontkomen dat het pact, <strong>in</strong>clusief<strong>de</strong> buitensporige-tekortenprocedure, op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te rigi<strong>de</strong> is en tevensontwerpfouten bevat. De enigsz<strong>in</strong>s krampachtige bewak<strong>in</strong>g van tekorten is nietgoed te rechtvaardigen uit <strong>de</strong> motieven voor het pact. Toch valt <strong>de</strong>ze conclusiemoeilijk te begrijpen. Als men al ontwerpfouten zou verwachten bij har<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie,dan ligt het eer<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> hand te <strong>de</strong>nken aan te ger<strong>in</strong>ge discipl<strong>in</strong>e en teveel discretie, veroorzaakt door <strong>de</strong> koester<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nationale beleidsautonomie,en niet aan te strakke regels vanaf het beg<strong>in</strong>. De verklar<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> te grote rigiditeitmoet dan ook el<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n gezocht, namelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> hardheid van <strong>de</strong> sancties.De hardheid wordt bepaald door <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong>ze sancties en hun geloofwaardigheid.De omvang van <strong>de</strong> sancties heeft ongetwijfeld afschrikken<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g,maar bij <strong>de</strong> geloofwaardigheid rijzen fundamentele problemen. Een voor <strong>de</strong> handliggen<strong>de</strong> hypothese is dat <strong>de</strong> lidstaten en <strong>de</strong> Commissie <strong>de</strong> sancties niet geloofwaardigv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, hoewel zij dat nooit en te nimmer kunnen uitspreken. Als zij <strong>in</strong><strong>de</strong> lange procedure op het punt van sancties zal zijn aangeland, staat <strong>de</strong> Commissievoor het dilemma van een mogelijke crisis en moeten <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lidstaten ditvonnis vellen. Bei<strong>de</strong> partijen zullen er alles aan doen dit te voorkomen en hetliefst op een gestructureer<strong>de</strong>, op regels gebaseer<strong>de</strong> wijze waarbij <strong>de</strong> kans om vaneen politiek oor<strong>de</strong>el te wor<strong>de</strong>n beschuldigd zo ger<strong>in</strong>g mogelijk is. Deze ‘vermijd<strong>in</strong>gshypothese’zou <strong>de</strong> stramheid van het pact goed kunnen verklaren. Hoestraffer <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>e, hoe ger<strong>in</strong>ger <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong> sancties ooit <strong>in</strong> zicht komen alsreële optie. 9 Hoe gevoelig dit alles ligt en hoe we<strong>in</strong>ig animo er bij lidstaten bestaatelkaar te vonnissen, blijkt uit <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Commissie voorgestel<strong>de</strong> ‘voortijdigewaarschuw<strong>in</strong>g’ aan Duitsland <strong>in</strong> 2002. De Ecof<strong>in</strong>-Raad (en <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>rs op<strong>de</strong> achtergrond) wenste koste-wat-het-kost een formele voortijdige waarschuw<strong>in</strong>gte vermij<strong>de</strong>n. De <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke oploss<strong>in</strong>g bleek uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als door<strong>de</strong> Commissie was bedoeld, maar het als sanctie aangevoel<strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van een openbareberisp<strong>in</strong>g werd omzeild.Op <strong>de</strong>n duur bergt dit gevaren <strong>in</strong> zich. Geloofwaardigheid vereist har<strong>de</strong> regels alsnoodzakelijke voorwaar<strong>de</strong>. Een voldoen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> is het testen van <strong>de</strong>toepass<strong>in</strong>g ervan juist <strong>in</strong>dien het politiek moeilijk is. Het falen bij werkelijketoets<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> zorgvuldig opgebouw<strong>de</strong> geloofwaardigheid van <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>e <strong>in</strong>korte tijd tenietdoen. Mocht <strong>de</strong> vermijd<strong>in</strong>gshypothese juist zijn, dan verklaartdat tevens waarom zelfs tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> huidige economische stagnatie een aantal


<strong>de</strong> economische en monetaire uniekle<strong>in</strong>e lan<strong>de</strong>n procyclische bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen als noodzakelijk voor <strong>de</strong> geloofwaardigheidvan het pact ver<strong>de</strong>digen. Immers, hier kan b<strong>in</strong>nen beperkte overschrijd<strong>in</strong>gengeen economische verklar<strong>in</strong>g voor zijn. Wat <strong>de</strong>ze m<strong>in</strong>isters vermoe<strong>de</strong>lijkmet geloofwaardigheid bedoelen, is dat met het loslaten van strakke discipl<strong>in</strong>esvroeg of laat <strong>de</strong> sanctieprocedures <strong>in</strong> zicht komen, en die zijn voor hen noueenmaal niet geloofwaardig.Meer macro-economische coörd<strong>in</strong>atie?Reeds geruime tijd ontwikkelt zich een <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> wenselijkheid van ver<strong>de</strong>remacro-economische coörd<strong>in</strong>atie. Pleitbezorgers wijzen er terecht op dat welaandacht wordt besteed aan fiscale spill-overs en niet aan allerlei an<strong>de</strong>re economischespill-overs. We zullen ons beperken tot twee hoofdzaken <strong>in</strong> dit <strong>de</strong>bat: na<strong>de</strong>rebudgettaire coörd<strong>in</strong>atie om conjuncturele re<strong>de</strong>nen, gegeven het pact, en <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong>policy mix van monetair en budgettair beleid. In het eerste geval wordtnauwere coörd<strong>in</strong>atie bedoeld, gegeven het ecb-beleid. In het twee<strong>de</strong> gevalreageert het monetaire beleid op geaggregeerd budgettair beleid <strong>in</strong> Euroland.Stel dat <strong>de</strong> eurozone oververhit raakt of <strong>in</strong> een recessie terechtkomt (een zogenoem<strong>de</strong>symmetrische schok). Voor <strong>de</strong> ecb zal voorop (moeten) staan dat zij letop prijsstabiliteit. Gegeven dat het monetaire beleid wordt gericht op lage <strong>in</strong>flatiekan met budgettaire coörd<strong>in</strong>atie <strong>de</strong> hoogst mogelijke groei wor<strong>de</strong>n bereikt (of, zomen wil, <strong>de</strong> ger<strong>in</strong>gste groeiverliezen door negatieve spill-overs van elkan<strong>de</strong>rsfiscale beleid). Gezien <strong>de</strong> reeds bereikte centralisatie, discipl<strong>in</strong>es en lichte coörd<strong>in</strong>atie<strong>in</strong> <strong>de</strong> emu moet het als twijfelachtig wor<strong>de</strong>n beschouwd of <strong>de</strong>rgelijke extra(groei)baten wel realiseerbaar zijn (Wierts en Van <strong>de</strong>r Lecq 1999). Het Ne<strong>de</strong>rlandsestandpunt, dat <strong>de</strong>ze extra coörd<strong>in</strong>atie afwijst, lijkt dan ook goed on<strong>de</strong>rbouwdte zijn. Waar dit standpunt over zwijgt, is echter dat een gezamenlijkerecessie zo ernstig kan zijn dat <strong>de</strong> automatische stabilisatoren te we<strong>in</strong>ig effectressorteren en bij sommige lan<strong>de</strong>n (te) snel tegen <strong>de</strong> 3 procent-grens aanlopen.Men kan vermoe<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> Commissie op dit soort situaties doelt <strong>in</strong>dien zij <strong>de</strong>coörd<strong>in</strong>atie wil bevor<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gezamenlijke budgettaire positie van Euroland.Hier zou zich <strong>de</strong> situatie kunnen wreken dat uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk ‘niemand’ beleidsmatigverantwoor<strong>de</strong>lijk kan wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> algehele beleidsrespons<strong>in</strong> Euroland. Dat is ook niet nodig bij asymmetrische schokken, maar wel bij eendiepe gezamenlijke recessie. Afstemm<strong>in</strong>g betekent dan dat het pact moet wor<strong>de</strong>nversoepeld voor lageschuldlan<strong>de</strong>n, zodat die een iets grotere stabilisatie-impulskunnen geven. Of die bereidheid bestaat, is verre van dui<strong>de</strong>lijk.75Deze discussie laat onverlet dat er tegelijk problemen kunnen bestaan over <strong>de</strong>beleidsmix. Het kan zijn dat <strong>de</strong> ecb en <strong>de</strong> 12 (of later 22 of meer) fiscale autoriteitenconflicteren<strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen hebben, zodat hun beleidsreacties elkaar <strong>de</strong>elstegenwerken. Een economische analyse van <strong>de</strong>ze mogelijkheid valt buiten hetbestek van dit wrr-rapport. 10 Wel dient te wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rstreept dat het louterebestaan van een strikt pact (met <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong> buitensporige-tekortenprocedureen <strong>de</strong> 60%-schul<strong>de</strong>nregel) <strong>de</strong> meest scha<strong>de</strong>lijke conflicten reedsuitbant. In die z<strong>in</strong> is er sprake van een secundaire kwestie.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieIn gestileer<strong>de</strong> vorm kan men twee bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gvan dit kortetermijnconflict: een groep pleitbezorgers voor ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie,en een groep die tegen is om theoretische of empirische re<strong>de</strong>nen. 1176Er is een beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> recente theoretische en beleidsliteratuur die bepleit dater ten m<strong>in</strong>ste enkele beg<strong>in</strong>selen en ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> richtsnoeren voor beleidsreacties<strong>in</strong> Euroland wor<strong>de</strong>n overeengekomen. De Commissie heeft een gedragsco<strong>de</strong>voorgesteld over toewijz<strong>in</strong>gsbeg<strong>in</strong>selen voor beleidsreacties op schokken <strong>in</strong>Euroland, gedragsregels voor nationaal begrot<strong>in</strong>gsbeleid en een gezamenlijkevisie op <strong>de</strong> ratio en reikwijdte van <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> Euroland (zie ook Pisani-Ferry 2002). Deze oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen zullen ver<strong>de</strong>rop wor<strong>de</strong>n aangestipt. Watwel dui<strong>de</strong>lijk is, is dat <strong>de</strong> roep om ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie weliswaar terecht mogelijkebeleidsconflicten voor ogen heeft, maar op analytische gron<strong>de</strong>n nog veel teonontwikkeld is. Daar komt bij dat recent empirisch werk benadrukt dat ernauwelijks empirische kennis is over het prijsopdrijvend effect van fiscalestimuli. Dit nieuwe on<strong>de</strong>rzoek neemt <strong>in</strong> vier lan<strong>de</strong>n met kwartaalgegevens s<strong>in</strong>ds1980 zelfs helemaal geen prijseffect waar (Gros et al. 2002). Mocht <strong>de</strong>ze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gjuist zijn, dan zou er <strong>in</strong> feite helemaal geen conflict tussen ecb en fiscaalbeleid bestaan. Hoe belangrijk dit is, illustreren <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers aan <strong>de</strong> hand vaneen voorbeeld over Ierland uit 2001 (Gros et al. 2002: 72-73). De Ecof<strong>in</strong>-Raad gafIerland een openbare aanbevel<strong>in</strong>g voor afwijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bepg die een aantalverban<strong>de</strong>n tussen fiscaal beleid en <strong>in</strong>flatie expliciteer<strong>de</strong>, waarvoor <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuurgeen enkele empirische on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g bestond.Tevens dient het i<strong>de</strong>e van ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie niet automatisch geassocieerd tewor<strong>de</strong>n met gouvernement économique. Daaron<strong>de</strong>r verstaat men een meer <strong>in</strong>terventionistischebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van fiscale autoriteiten gekoppeld aan na<strong>de</strong>re samenwerk<strong>in</strong>gmet of beïnvloed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ecb. Ook bij acceptatie van <strong>de</strong> huidige regelsvan Euroland, <strong>in</strong>clusief een volstrekt autonome ecb en het pact, tre<strong>de</strong>n implicieteen expliciete beleidsconflicten op en kan <strong>de</strong> policy mix tot ongewenste effectenlei<strong>de</strong>n. Het systematisch bespreken van <strong>de</strong> geaggregeer<strong>de</strong> fiscale positie van <strong>de</strong>muntunie – door sommigen lange tijd als verdacht gezien – is eveneens z<strong>in</strong>vol, zoniet onontbeerlijk. Dan wordt ook dui<strong>de</strong>lijk dat het negeren van ver<strong>de</strong>re analysevan diepere coörd<strong>in</strong>atie, al is het maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van richtsnoeren of gedragsregelsof m<strong>in</strong>stens goed overwogen visies, eveneens scha<strong>de</strong>lijk kan zijn.3.4.3 beleidsopties en keuzen voor economische coörd<strong>in</strong>atieIn tabel 3.3 zijn beleidsopties opgenomen voor een zestal aspecten van <strong>de</strong> macroeconomischecoörd<strong>in</strong>atie. Deze dient <strong>in</strong> een bre<strong>de</strong>re context te wor<strong>de</strong>nbeschouwd, zoals <strong>de</strong> bepg’s <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls ook doen. In het bijzon<strong>de</strong>r dient <strong>de</strong>belangrijkste zwakheid van <strong>de</strong> totale economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu tewor<strong>de</strong>n aangepakt. Deze zwakte is het koppelen van <strong>de</strong> macro-economischecoörd<strong>in</strong>atie aan grondige hervorm<strong>in</strong>gen op het gebied van marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> alletypen markten en <strong>de</strong> <strong>in</strong>teractie daartussen (Boeri et al. 2000). In dit hoofdstuk is<strong>de</strong>ze micro-economische coörd<strong>in</strong>atie (veelal <strong>de</strong> ocm) niet <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail geanalyseerd.


<strong>de</strong> economische en monetaire unieVoor het Luxemburgse proces zij verwezen naar hoofdstuk 4. Wel zij opgemerktdat <strong>de</strong> effectieve en soepele werk<strong>in</strong>g van arbeidsmarkten voor het goed functionerenvan Groot-Euroland van cruciaal belang is. In het Luxemburg-procesbestaat voor <strong>de</strong>ze problematiek tot nu toe relatief we<strong>in</strong>ig aandacht en <strong>in</strong> Cardiffwerd zij niet bestu<strong>de</strong>erd, laat staan dat er met <strong>in</strong>dicatoren en peer pressure explicieteen krachtige doelen kunnen wor<strong>de</strong>n nagestreefd. Deze omissie is <strong>de</strong>s tebelangrijker, omdat Europa <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls een diensteneconomie is gewor<strong>de</strong>n enuitgerekend dienstenmarkten (en <strong>de</strong> relevante segmenten van <strong>de</strong> arbeidsmarktvoor diensten) vaak m<strong>in</strong><strong>de</strong>r concurrerend zijn. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk kan <strong>de</strong> groei <strong>in</strong>Groot-Euroland op <strong>de</strong> langere termijn alleen uit marktwerk<strong>in</strong>g komen, gegeveneen actief beleid voor har<strong>de</strong> en zachte <strong>in</strong>frastructuur en <strong>in</strong>novatie op langeretermijn. Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond kunnen <strong>de</strong> zes opties wor<strong>de</strong>n toegelicht en op<strong>de</strong> criteria van effectiviteit en legitimiteit wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld.Gaan<strong>de</strong> van boven naar bene<strong>de</strong>n <strong>in</strong> tabel 3.3 kan gesproken wor<strong>de</strong>n van toenemen<strong>de</strong>ambities <strong>in</strong> <strong>de</strong> beleidsopties. B<strong>in</strong>nen sommige beleidsopties zijn weeruiteenlopen<strong>de</strong> gra<strong>de</strong>n van ambities waar te nemen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> rubriek ‘harmonisatieen implementatie’ vallen louter technische aspecten (zoals een methodologieover conjunctuurbeïnvloed<strong>in</strong>g) naast uiterst gevoelige kwesties als prikkels (ofeen ex ante-toestemm<strong>in</strong>gsregime) voor <strong>de</strong> mate van lastenverlicht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>nvan hogere groei.77De functionele argumenten achter <strong>de</strong>ze voorstellen dienen ernstig genomen tewor<strong>de</strong>n. Het ontwijken<strong>de</strong> gedrag van lidstaten aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> implementatierapportenvan <strong>de</strong> bepg’s behoort te wor<strong>de</strong>n gecorrigeerd. Het <strong>in</strong>voeren vanprikkels voor discipl<strong>in</strong>e tij<strong>de</strong>ns een hoogconjunctuur is cruciaal, omdat recentelijkis gebleken dat daar een belangrijke re<strong>de</strong>n ligt voor <strong>de</strong> huidige dreig<strong>in</strong>g vanzogenoem<strong>de</strong> buitensporige tekorten <strong>in</strong> drie grote lan<strong>de</strong>n en Portugal. Een politiekgevoelige maar wel geloofwaardige oploss<strong>in</strong>g is ex ante-toestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>Ecof<strong>in</strong>-Raad of <strong>de</strong> Eurogroep voor belast<strong>in</strong>gverlag<strong>in</strong>g boven een bepaal<strong>de</strong> norm(me<strong>de</strong> gezien eventueel verlaag<strong>de</strong> uitgaven). De opties <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze rubriek scorenhoog, zij het niet steeds op haalbaarheid. Dat laatste geldt ongetwijfeld voor <strong>de</strong>wijze waarop <strong>de</strong> niet-private pensioenen <strong>de</strong> toekomstige begrot<strong>in</strong>gen zullenbelasten en voor <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n.In <strong>de</strong> rubriek ‘geloofwaardigheid’ zijn twee voorstellen van <strong>de</strong> Commissie opgenomendie haar formele hoe<strong>de</strong>rsfunctie <strong>in</strong> <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie beter tot haar rechtmoeten laten komen en bovendien het ep enige <strong>in</strong>vloed geeft. Hoewel <strong>de</strong> logicavan <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>eën moeilijk te bestrij<strong>de</strong>n is, liggen er niettem<strong>in</strong> politieke gevoelighe<strong>de</strong>nbij een eventueel alleenrecht van <strong>de</strong> Commissie om lan<strong>de</strong>n een ‘waarschuw<strong>in</strong>g’voor mogelijke tekortoverschrijd<strong>in</strong>g te geven. Bij <strong>de</strong> bepg’s valt te betwijfelenof <strong>de</strong> analytische fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r bijvoorbeeld een onafhankelijk adviesvan een panel wel zo dw<strong>in</strong>gend dient te wor<strong>de</strong>n opgelegd. De scores voor <strong>de</strong>zesuggesties lei<strong>de</strong>n dan ook tot een on<strong>de</strong>rscheid tussen functionaliteit en haalbaarheid,al zou<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> <strong>de</strong> legitimiteit van het pact ten goe<strong>de</strong> komen. Het is wel van


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTabel 3.3Macro-economische coörd<strong>in</strong>atie: beleidsoptiesDoel van Voorstellen Bronnen van Effectiviteit Legitimiteithet voorstelconflict1. Harmonisatie enimplementatieGe<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>gedragsco<strong>de</strong>; methodologiemet betrekk<strong>in</strong>gtot conjunctuur<strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>nVan ocm overpensioenhervorm<strong>in</strong>gnaar b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vanpensioenlasten <strong>in</strong>toekomstigetekortenFunctioneel: hoogHaalbaarheid: hoogvoor alle aspectenbehalve omslagstelselpensioenenGeen issue, behalvebij omslagstelselpensioenenNadruk op implementatievan bepg’sHelpt78Prikkels voor discipl<strong>in</strong>etij<strong>de</strong>ns jaren vangroei (of ex-antetoestemm<strong>in</strong>gboveneen norm)Te veel macht aan <strong>de</strong>CommissieFunctioneel: jaHaalbaarheid: moeilijk;een besluit vanRaad of Eurogroep iswel voorwaar<strong>de</strong>Beperkt; politieklastig; een besluitvan <strong>de</strong> Raad ofEurogroep is welvoorwaar<strong>de</strong>2. Geloofwaardigheid2.1 bepg’sFormeel recht van Analyses zon<strong>de</strong>r onafhankelijke<strong>in</strong>itiatief (‘voorstel‘)van <strong>de</strong> Commissie <strong>in</strong> toets<strong>in</strong>gplaats van suggestiesvoor een aanbevel<strong>in</strong>g(bepg’s); vereist amen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan artikel 99van het eg-VerdragFunctioneel: ja, bijonafhankelijke toets<strong>in</strong>gHaalbaarheid: ?Helpt (ep)2.2 Stabiliteits- engroeipactVersterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rolvan <strong>de</strong> Commissie bijwaarschuw<strong>in</strong>gen(‘blauwe brieven‘);sancties (dus hogerestappen) wel door <strong>de</strong>Ecof<strong>in</strong>-Raad of Eurogroeplaten bepalenGrote lan<strong>de</strong>nFunctioneel: jaHaalbaarheid: ?Belangrijk voorperceptie marktenen kle<strong>in</strong>e lan<strong>de</strong>n


<strong>de</strong> economische en monetaire unieTabel 3.3vervolgDoel van Voorstellen Bronnen van Effectiviteit Legitimiteithet voorstelconflict3. Transparantie,voorspelbaarheidvan nationaalbeleidGemeenschappelijkenormen (ter expliciter<strong>in</strong>gvan zogenoem<strong>de</strong>reactiefuncties vannationaal beleid),opgesplitst naar driebeoog<strong>de</strong> effecten vaneconomisch beleid(fiscale houdbaarheid,groei, schokken)Marktwerk<strong>in</strong>g alsfun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor groeiis gevoeligFunctioneel: jaHaalbaarheid: heelgelei<strong>de</strong>lijke convergentiemogelijk4. Versterk<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> EurogroepSterke variant: Ecof<strong>in</strong>-II-Raad eist verdragswijzig<strong>in</strong>g‘Outs’ gevoeligEcof<strong>in</strong>-II variant:Functioneel: jaHaalbaarheid: <strong>in</strong> igcondui<strong>de</strong>lijkMet garanties,bijvoorbeeld ‘outs’als waarnemers795. Hervorm<strong>in</strong>g vanhet Stabiliteitsengroeipact plustekorten-protocol- Koppel<strong>in</strong>g tussentekortregels enhoogte en trend vanschuldquotes- Versoepel<strong>in</strong>g vantekortregels voorlageschuldlan<strong>de</strong>nWat lage schuldquoteszijn, mag nietwor<strong>de</strong>n gepolitiseerdFunctioneel: ja, mitsmarge bene<strong>de</strong>n 60%Haalbaarheid: <strong>de</strong>nkbaarHelpt6. Monetaire/ B<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> richtsnoeren,zodat <strong>de</strong> ecb zalfiscale beleidsmixreageren op een tevoorziene wijzeIngeval van een asymmetrischeschok is hetcommitteren aan eeneu Stabilisatiefonds(op verzeker<strong>in</strong>gsbasis)een hel<strong>de</strong>re vorm vanex ante-coörd<strong>in</strong>atieExtra geld voor fonds(let wel: stort<strong>in</strong>g kapitaalzel<strong>de</strong>n nodig)Functioneel: ja, maarcoörd<strong>in</strong>atie vereistenhoogHaalbaarheid:voorlopig niet;Functioneel: jaHaalbaarheid?In zoverre solidariteitmeer draagvlakschept, ja


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniebelang te zien dat sancties, waarbij ook niet-analytische argumenten spelen, door<strong>de</strong> Raad dienen te wor<strong>de</strong>n opgelegd, hetgeen <strong>de</strong> legitimiteit zou on<strong>de</strong>rsteunen.80De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> optie richt zich op ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> afstemm<strong>in</strong>g dan <strong>de</strong> huidige budgettairecoörd<strong>in</strong>atie, die veelal neerkomt op <strong>de</strong> bewak<strong>in</strong>g van strakke afspraken.De Commissie heeft een soort beleidsco<strong>de</strong> voorgesteld die hel<strong>de</strong>rheid dient teverschaffen over <strong>de</strong> gezamenlijke beleidsvisie <strong>in</strong> analytische z<strong>in</strong>. Zon<strong>de</strong>r een<strong>de</strong>rgelijke expliciter<strong>in</strong>g is het moeilijk voor te stellen hoe ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie (danhet pact) zou kunnen wor<strong>de</strong>n bereikt. In jargon: <strong>de</strong> ‘reactiefuncties’ van <strong>de</strong> nationalebeleidsmakers met betrekk<strong>in</strong>g tot fiscale houdbaarheid, groei en schokkenwor<strong>de</strong>n expliciet en dit bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> beleidsconsistentie en <strong>de</strong> kwaliteit van coörd<strong>in</strong>atie<strong>in</strong> <strong>de</strong> emu. Ook <strong>de</strong> afruil bijvoorbeeld tussen het eerste en twee<strong>de</strong>beoog<strong>de</strong> effect (dus fiscale houdbaarheid en groei) wordt dui<strong>de</strong>lijk en <strong>de</strong> rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gvan spelers wordt hel<strong>de</strong>r. Alleen is coörd<strong>in</strong>atie geen louter technisch of‘eurocratisch’ proces. Vandaar dat <strong>de</strong> scores moeilijk te geven zijn. Zo kan <strong>de</strong>zebeleidsco<strong>de</strong> op zichzelf als ‘onschuldig’, zelfs als een analytisch nuttige consultatie,wor<strong>de</strong>n beschouwd en toch is het <strong>de</strong>nkbaar dat sommige lidstaten nietmeewerken omdat ze <strong>de</strong> co<strong>de</strong> opvatten als een opstapje naar ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie,die ze afwijzen.Gezien <strong>de</strong> <strong>in</strong>formele opzet van <strong>de</strong> Eurogroep, als (onbedoel<strong>de</strong>) kopgroep, vormt<strong>in</strong>stitutionele versterk<strong>in</strong>g daarvan een logische stap (<strong>de</strong> vier<strong>de</strong> optie). Nu wor<strong>de</strong>nkard<strong>in</strong>ale besliss<strong>in</strong>gen over een zo belangrijk <strong>in</strong>strument als <strong>de</strong> euro door <strong>de</strong>gehele Ecof<strong>in</strong>-Raad genomen. Die structuur is <strong>in</strong> sommige gevallen niet effectief.Denk aan lastige en politiek gevoelige besluiten over begrot<strong>in</strong>gsaanpass<strong>in</strong>gen ofwaarschuw<strong>in</strong>gen daartoe, of aan besliss<strong>in</strong>gen over wisselkoersarrangementenmet <strong>de</strong>r<strong>de</strong> valuta’s. Een kle<strong>in</strong>ere Eurogroep zou kunnen experimenteren metvergaan<strong>de</strong> vormen van coörd<strong>in</strong>atie, bijvoorbeeld (vrijwillige?) b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen aanrichtsnoeren, terwijl <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r besproken beleidsco<strong>de</strong> <strong>de</strong> gehele emu kan betreffen.De prikkels om tot ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie te komen zijn <strong>in</strong> elk geval krachtiger<strong>in</strong> <strong>de</strong> eurozone dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu van 15 lidstaten.Hoe langer Euroland (zelfs Groot-Euroland) een kopgroep blijft, hoe sterker <strong>de</strong>druk zal wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> Eurogroep te formaliseren. Dit hangt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re samenmet het feit dat <strong>de</strong> Eurogroep na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gemakkelijk eengekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad zal verkrijgen, althans <strong>in</strong> <strong>de</strong>perio<strong>de</strong> dat Groot-Euroland nog niet bestaat. Het loutere bestaan van <strong>de</strong> Conventieen <strong>de</strong> komst van <strong>de</strong> igc van 2004 hebben al geleid tot voorstellen om hiervoor<strong>in</strong> het nieuwe verdrag een juridische basis te verschaffen. Een Ecof<strong>in</strong>-ii-Raad(een vorm van ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ van <strong>de</strong> 12 waarbij alleen <strong>de</strong> Eurogroepstemrecht heeft) ligt gevoelig bij <strong>de</strong> drie outs. Wel dient zo’n Raad <strong>de</strong> outs alswaarnemers of niet-stemmen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n garanties te bie<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<strong>de</strong>ze optie dient niet te wor<strong>de</strong>n vergeten dat <strong>de</strong> twaalf toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk<strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g hebben om tot Groot-Euroland toe te tre<strong>de</strong>n terwijl <strong>de</strong>huidige drie outs een ruime discretie bezitten op dit punt. Men mag dus veron<strong>de</strong>rstellendat <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten veelal zullen neigen zich te conformeren aan


<strong>de</strong> economische en monetaire uniestandpunten van <strong>de</strong> eurolan<strong>de</strong>n, zeker naarmate sommige van hen tot Groot-Euroland gaan toetre<strong>de</strong>n. Toch zijn er ook hier twijfels. Zo zou<strong>de</strong>n kandidaatlidstatenzich zeer behoedzaam kunnen opstellen <strong>in</strong>geval <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad waarschuw<strong>in</strong>genmoet uit<strong>de</strong>len of buitensporige tekorten moet beoor<strong>de</strong>len.Immers, <strong>de</strong> druk om geduren<strong>de</strong> vele jaren <strong>de</strong> publieke <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lan<strong>de</strong>nhoog te hou<strong>de</strong>n, is enorm groot en dit beleid kan, bij tanen<strong>de</strong> groei,<strong>in</strong> <strong>de</strong> knel komen en later ook tot een buitensporig tekort lei<strong>de</strong>n. Deze vreeswordt als argument gehanteerd om zo spoedig mogelijk tot een Ecof<strong>in</strong>-ii-Raad tekomen. Hoe sterk dit argument is, is ondui<strong>de</strong>lijk. De recente rimpel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>handhav<strong>in</strong>g van het pact wor<strong>de</strong>n uitsluitend veroorzaakt door eurolan<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong>drie outs zijn op <strong>de</strong> achtergrond gebleven. Een sterker argument lijkt het om <strong>de</strong>openheid en transparantie van Euroland, als onbedoel<strong>de</strong> kopgroep, te handhaven<strong>in</strong> een Ecof<strong>in</strong>-ii-Raad (het enige verschil met <strong>de</strong> gewone Ecof<strong>in</strong>-Raad is dan <strong>de</strong>stemm<strong>in</strong>g) en daarom tot een juridische basis ervoor te komen. De feitelijketoepass<strong>in</strong>g kan dan wor<strong>de</strong>n gekoppeld aan <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> euro<strong>de</strong>batten (en referenda)<strong>in</strong> Zwe<strong>de</strong>n, Denemarken en Groot-Brittannië; alleen bij afwijz<strong>in</strong>g van<strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> eurozone wordt van <strong>de</strong> juridische optie gebruikgemaakt.De vijf<strong>de</strong> beleidsoptie betreft <strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>g van het pact. Het gaat hier omeer<strong>de</strong>r beargumenteer<strong>de</strong> wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Stabiliteits- en groeipact. Daarbij zijnogmaals on<strong>de</strong>rstreept dat <strong>de</strong>ze voorstellen op geen enkele wijze <strong>de</strong> stabiliteitscultuuraantasten. Het kan dan ook niet zo zijn dat zulke hervorm<strong>in</strong>gen eengebrek aan discipl<strong>in</strong>e dat heeft geleid tot ‘buitensporige tekorten’ als het warebelonen. Wel is het rationeel een beter verband tussen doel en regels aan tebrengen en daarmee onnodige rigiditeiten weg te nemen. Men <strong>de</strong>nke aan eenkoppel<strong>in</strong>g tussen schuldquotes en tekortregels, al of niet als amen<strong>de</strong>ment van hethuidige pact of <strong>in</strong> een parallel pact. Gegeven <strong>de</strong> stabiliteitscultuur dienen beleidsmakerservoor te waken dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van ‘lage’ schuldquotes niet politiekwordt opgerekt. Door <strong>de</strong>ze optie zullen <strong>de</strong> lageschuldlan<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> groepnieuwe eu-le<strong>de</strong>n iets meer mogelijkhe<strong>de</strong>n hebben om langetermijn<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gente doen ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van gestage <strong>in</strong>haalgroei. Trouwens, ook Ierland v<strong>in</strong>dt dathet dr<strong>in</strong>gend moet <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> <strong>in</strong>frastructuur en kan dat doen gezien zijn sterkgereduceer<strong>de</strong> schuldquote.81De laatste optie gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> kwestie van <strong>de</strong> monetaire en fiscale beleidsmix <strong>in</strong>Groot-Euroland. Deze oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g lijkt een langetermijnkwestie gezien <strong>de</strong>vele vereisten. Dit geldt te meer omdat b<strong>in</strong>nen afzienbare tijd <strong>de</strong> eurozone zalovergaan <strong>in</strong> Groot-Euroland. Indachtig <strong>de</strong> conclusies van Beetsma et al. (2001) ishet <strong>in</strong>teressant <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> optie van een stabilisatiefonds opnieuw te beschouwen.Beetsma et al. v<strong>in</strong><strong>de</strong>n immers dat bij asymmetrische schokken coörd<strong>in</strong>atie (hetmeest) welvaartsverhogend zal zijn <strong>in</strong>dien er hel<strong>de</strong>re, strakke coörd<strong>in</strong>atie plaatsv<strong>in</strong>dt.De gedachte van een op verzeker<strong>in</strong>gsbasis gestoeld eu-Stabilisatiefonds isvoorgesteld <strong>in</strong> <strong>de</strong> fase onmid<strong>de</strong>llijk na het Verdrag van Maastricht, maar is door<strong>de</strong> Raad nooit serieus genomen. Door <strong>de</strong> speciale kenmerken van het fonds(alleen bij asymmetrische schokken; op verzeker<strong>in</strong>gsbasis; kapitaalstort<strong>in</strong>guitsluitend wanneer en voorzover nodig) zou het slechts zel<strong>de</strong>n operationeel zijn


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie(zie voor simulaties Italianer en Vanheukelen 1993). Echter, het garan<strong>de</strong>ert precies<strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong>, van tevoren vaststaan<strong>de</strong> fiscale respons die Beetsma et al.bedoelen. Het is evi<strong>de</strong>nt dat <strong>de</strong> ecb zal kunnen reageren op een voorspelbarewijze <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> gezamenlijke fiscale respons bij voorbaat vaststaat. Voor <strong>de</strong>zelaatste optie schijnt <strong>in</strong> beleidskr<strong>in</strong>gen nog koudwatervrees te bestaan. Dit ismerkwaardig. Hoewel <strong>de</strong> toewijz<strong>in</strong>g van het monetaire beleid aan prijsstabiliteithel<strong>de</strong>r en bovendien prioritair is, terwijl <strong>de</strong> automatische stabilisatoren hetbegrot<strong>in</strong>gsbeleid reeds zon<strong>de</strong>r vertrag<strong>in</strong>g en m<strong>in</strong> of meer voorspelbaar anticyclischmaken, tonen simulaties van (speltheoretische) mo<strong>de</strong>llen aan dat hetontberen van ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> beleidsmix wel <strong>de</strong>gelijkonwenselijke welvaartseffecten kan hebben (Beetsma et al. 2001; Von Hagen enMundschenk 2002). Overigens zou zo’n fonds relatief ger<strong>in</strong>ge bijdragen van <strong>de</strong>lidstaten <strong>in</strong> het te storten kapitaal vereisen.82De roep om ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie, <strong>in</strong> nauwe samenspraak met <strong>de</strong> ecb, wordt vaakzon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re argumentatie afgewezen, omdat zo’n suggestie gebaseerd lijkt tezijn op politieke kortetermijnbelangen of -voorkeuren, dan wel op het politiekeverlangen <strong>de</strong> ecb te b<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Dit wrr-rapport dient niet geassocieerd te wor<strong>de</strong>nmet <strong>de</strong>ze politieke overweg<strong>in</strong>gen. Het gaat hier om een louter functionele bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g,waarbij <strong>de</strong> ecb haar zelfstandigheid geheel behoudt, maar waarbij oploss<strong>in</strong>genwor<strong>de</strong>n gezocht voor die gevallen waarbij <strong>in</strong>teractie tussen budgettair enmonetair beleid tot onwenselijke effecten leidt.3.5 conclusies en aanbevel<strong>in</strong>genIn dit hoofdstuk is <strong>in</strong>gegaan op een tweetal aspecten van <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> emuen/of Euroland, namelijk het verzekeren van een vloeien<strong>de</strong> doorgang van tien ofmeer valuta’s naar <strong>de</strong> euro en het verbeteren van <strong>de</strong> economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong>termen van effectiviteit en legitimiteit.De conclusies met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag zijn als volgt.De overlapp<strong>in</strong>g van drie transitieprocessen zal tegen 2006, <strong>de</strong> vroegste datumvan toetred<strong>in</strong>g tot Groot-Euroland, vermoe<strong>de</strong>lijk geen grote problemen opleveren.Bovendien is <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa het besef gegroeid dat <strong>de</strong> doorgangnaar <strong>de</strong> euro niet geforceerd dient te wor<strong>de</strong>n ten koste van groei en werkgelegenheid:het officieel ontbreken van een tijdspad wil dus niet langer zeggen dat <strong>de</strong>tim<strong>in</strong>g niet zorgvuldig wordt bezien. Sommige van <strong>de</strong> Maastrichtse toetred<strong>in</strong>gscriteriazijn m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gunstig, vooral <strong>de</strong> lage <strong>in</strong>flatie en het tweejarige verblijf <strong>in</strong> hetwisselkoersmechanisme erm-2. Voor een soepele doorgang is het van belang dat<strong>de</strong> eu-15 bereid is enige differentiatie en flexibiliteit toe te staan.Bij <strong>de</strong> doorgangsproblematiek zijn enkele oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> revue gepasseerd,die op hun effectiviteit en legitimiteit zijn geëvalueerd. Het Ne<strong>de</strong>rlandsbelang lijkt het meeste gediend te zijn met het nastreven van een optimalecomb<strong>in</strong>atie van gestage <strong>in</strong>haalgroei <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa en het soepelverlopen van <strong>de</strong> doorgang. Het beleid dient zich daarom te richten op:


<strong>de</strong> economische en monetaire unie• een lichte vorm van differentiatie met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie waarmee <strong>de</strong>zelan<strong>de</strong>n Groot-Euroland b<strong>in</strong>nentre<strong>de</strong>n (2% plus 1 1 /2%);• een flexibele opstell<strong>in</strong>g aangaan<strong>de</strong> het verblijf <strong>in</strong> <strong>de</strong> erm-2, dan wel een door<strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad gefiatteer<strong>de</strong> quasi-euroisatie (<strong>in</strong>dien verzoeken van kandidaat-lan<strong>de</strong>nvoor <strong>de</strong>ze oploss<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gediend);• ‘zachte’ maatregelen zoals overred<strong>in</strong>g – eventueel zelfs met afkoopfondsen –om later toe te tre<strong>de</strong>n;• onmid<strong>de</strong>llijke opnem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten <strong>in</strong> het bepg-proces.Dit pakket respecteert <strong>de</strong> diversiteit <strong>in</strong> Groot-Euroland waar mogelijk, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>stabiliteitscultuur ook maar enigsz<strong>in</strong>s aan te tasten.De coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu is nauwelijks tien jaren jong en reeds uiterst divers quaaard en mate van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Generalisaties over ‘<strong>de</strong>’ economische coörd<strong>in</strong>atiekunnen daarom al snel mislei<strong>de</strong>nd zijn. Overziet men het panorama van <strong>de</strong> zevenon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu, dan gel<strong>de</strong>n eerst enkele algemeneconclusies.Na <strong>de</strong> experimentele fase volgend op het Verdrag van Maastricht is nu na<strong>de</strong>reconsolidatie gewenst die <strong>de</strong> wildgroei corrigeert. De lidstaten dienen werk temaken van een effectievere nationale <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g. Ver<strong>de</strong>r is het dr<strong>in</strong>gend gewenstdat een hel<strong>de</strong>re en overtuigen<strong>de</strong> beleidsboodschap als grondslag voor <strong>de</strong> bepg’swordt aangewend die <strong>de</strong> micro-economische en macro-economische maatregelenop complementaire wijze presenteert. Bij <strong>de</strong> macro-economische coörd<strong>in</strong>atie ison<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>es en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>recoörd<strong>in</strong>atie die daarboven uitgaat. Er is geen twijfel mogelijk aan <strong>de</strong> economischefun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het Stabiliteits- en groeipact en <strong>de</strong> buitensporige-tekortenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<strong>in</strong> het algemeen. Maar <strong>de</strong> rigiditeit van het pact is niet te rechtvaardigen door<strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> economische motieven ervan, zoals liftersgedrag en spill-overs.De ‘vermijd<strong>in</strong>gshypothese’ verklaart die rigiditeit uit <strong>de</strong> door bew<strong>in</strong>dslie<strong>de</strong>n enCommissie gevrees<strong>de</strong> sanctieprocedure die uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wellicht niet geloofwaardigzou kunnen zijn.83De aanbevel<strong>in</strong>gen zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>. Volgend op <strong>de</strong> nuttige stroomlijn<strong>in</strong>gsvoorstellenvan <strong>de</strong> Commissie van september 2002 zou een meer grondige en onafhankelijkereflectie op <strong>de</strong> algehele coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> emu dienen te wor<strong>de</strong>n opgezet.Ver<strong>de</strong>r dient <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie nationaal te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebed, waardoor zij aangeloofwaardigheid, legitimiteit en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk effectiviteit w<strong>in</strong>t.Wat <strong>de</strong> macro-economische coörd<strong>in</strong>atie betreft, kan een iets grotere budgettaireautonomie aan <strong>de</strong> lidstaten wor<strong>de</strong>n toegestaan, mits die strikt afhankelijk wordtgemaakt van (lage) schuldquotes en gunstige trends. An<strong>de</strong>rzijds geldt tegelijk dateen ocm op pensioengebied alleen als tij<strong>de</strong>lijk experiment en vorm van ‘leren’kan wor<strong>de</strong>n toegestaan; uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk dient een direct verband met <strong>de</strong> trend vanschuldquotes te wor<strong>de</strong>n gelegd en wel op een b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> wijze. Ook zou <strong>de</strong> vreesvoor liftersgedrag on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> eurolan<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd door mid<strong>de</strong>l


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unievan vuistregels en een ex ante-toestemm<strong>in</strong>gsregime voor <strong>de</strong> mate van lastenverlicht<strong>in</strong>g<strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van hoogconjunctuur. De Commissie moet het alleenrechtkrijgen om een ‘vroege waarschuw<strong>in</strong>g’ uit te geven, omdat dit een analytische engeen politieke vraag is of mag wor<strong>de</strong>n. In het geval van <strong>de</strong> bepg’s past meerbehoedzaamheid en zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Commissie-aanbevel<strong>in</strong>gen onafhankelijk getoetstdienen te wor<strong>de</strong>n alvorens zij alleen met unanimiteit kunnen wor<strong>de</strong>n verworpen.De <strong>in</strong>stitutionele versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Eurogroep is vooralsnog niet dr<strong>in</strong>gend.In Groot-Euroland wordt <strong>de</strong> huidige opzet steeds moeilijker te ver<strong>de</strong>digen, zeker<strong>in</strong>dien <strong>de</strong> ‘outs’ voorlopig niet toetre<strong>de</strong>n. Een eventuele Ecof<strong>in</strong>-ii-Raad dient welgaranties te bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> niet-eurolan<strong>de</strong>n. Het <strong>de</strong>bat over mogelijke welvaartsverliezendoor een ongelukkige monetaire en fiscale beleidsmix <strong>in</strong> Euroland is,door <strong>de</strong> strikte opzet van <strong>de</strong> budgettaire discipl<strong>in</strong>es, van secundaire betekenis.Recente literatuur slaat bruggen tussen <strong>de</strong> twee kampen.84Bij een zgn. asymmetrische schok (bv. conjunctuurterugslag <strong>in</strong> slechts enkeleeu-lan<strong>de</strong>n) zou een eenvoudige oploss<strong>in</strong>g voor dit coörd<strong>in</strong>atievraagstuk kunnenwor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het teruggrijpen naar het tien jaar ou<strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van een Eurostabilisatiefondsop verzeker<strong>in</strong>gsbasis. De kosten hiervan zijn ger<strong>in</strong>g. Het grotevoor<strong>de</strong>el is dat <strong>de</strong> ecb dan precies weet wat <strong>de</strong> geaggregeer<strong>de</strong> bested<strong>in</strong>gsresponsvan Euroland zal zijn, zon<strong>de</strong>r dat vrees behoeft te bestaan voor pressie op <strong>de</strong> ecbom expansie te accommo<strong>de</strong>ren.


<strong>de</strong> economische en monetaire unienoten1An<strong>de</strong>re belangrijke aandachtspunten ter verwezenlijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu van 25 zijngerelateerd aan <strong>de</strong> overname en toepass<strong>in</strong>g van het acquis. Deze punten zijn door<strong>de</strong> raad reeds besproken <strong>in</strong> het wrr-rapport Naar een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> (wrr2001).2Zie daar<strong>in</strong> <strong>de</strong> figuren 4.1 en 4.2 (blz. 112). De lezer zij erop gewezen dat het eg-Verdrag <strong>de</strong> economische unie wel steeds noemt (en wel tezamen met <strong>de</strong> monetaireunie) maar nergens <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieert. De hier gekozen bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gaat terug tot hetrapport-Delors over <strong>de</strong> emu (Delors et al. 1989) en is <strong>de</strong> facto s<strong>in</strong>dsdien gevolgd.Het betreft <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van:• <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt <strong>in</strong> enge z<strong>in</strong> (<strong>de</strong> vier vormen van vrij verkeer en <strong>de</strong> vrijheidvan vestig<strong>in</strong>g);• <strong>de</strong> uitvoerige regelgev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> hoofdvormen van gezamenlijk beleid die <strong>de</strong>ze<strong>in</strong>terne markt goed doen functioneren (han<strong>de</strong>lspolitiek, gemeenschappelijklandbouwbeleid en me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsbeleid);• alle vormen van cohesie- en structuurbeleid, die beogen <strong>de</strong> te grote dispariteitentussen regio’s of lidstaten te doen verdwijnen.3De drie ‘outs’ zijn per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie geen lid van Euroland, maar zijn wel verplicht allemaatregelen door te voeren die behoren bij <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase van emu,zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> onafhankelijkheid van <strong>de</strong> nationale centrale bank, en <strong>de</strong>algemene bepal<strong>in</strong>gen over prijsstabiliteit en gezon<strong>de</strong> overheidsf<strong>in</strong>anciën.4Zoals vermeld is het verdrag nergens expliciet over <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> economischeunie. Wel is het verdrag expliciet over het belang van het totstandkomen en goedfunctioneren van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en van cohesie beleid voor <strong>de</strong>ze doelstell<strong>in</strong>gen.5Zie <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Raad van 21 juni 2002 betreffen<strong>de</strong> globale richtsnoerenvoor het economische beleid van <strong>de</strong> lidstaten en <strong>de</strong> Gemeenschap, Sevilla, 21 juni2002; Ecof<strong>in</strong> 225 en 10093/02; tevens <strong>in</strong> European Economy, no. 4/2002. Voor <strong>de</strong>bepg’s van 2000 zie European Economy, no. 70/2000; voor 2001 zie EuropeanEconomy, no. 72; zie tevens Europese Commissie 2002b.6In Hobza (2002) en Pelkmans et al. (2000) v<strong>in</strong>dt men een technische uitleg vanhet Balassa/Samuelson-effect. Het is een extra <strong>in</strong>flatie-impuls die vooraloptreedt bij <strong>de</strong> overgang van ontwikkel<strong>in</strong>gseconomieën naar hoog ontwikkel<strong>de</strong>economieën. Dit soort <strong>in</strong>flatie on<strong>de</strong>rdrukken voor <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> eurozoneof permanent b<strong>in</strong>nen Groot-Euroland lijkt onnodig kostbaar. Voorzover hogere<strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> nieuwe lidstaten wordt veroorzaakt door het Balassa/Samuelson-effectwordt ook het concurrentievermogen van <strong>de</strong> verhan<strong>de</strong>lbare goe<strong>de</strong>ren niet on<strong>de</strong>rmijnd.Maar het leidt, bij <strong>de</strong> doorgang, tot het overschrij<strong>de</strong>n van het <strong>in</strong>flatiecriteriumen het <strong>in</strong> gevaar brengen van wisselkoersstabiliteit. De productiviteitsstijg<strong>in</strong>genzullen tot opwaartse druk op <strong>de</strong> wisselkoers lei<strong>de</strong>n waarop gereageerdkan wor<strong>de</strong>n met een nom<strong>in</strong>ale appreciatie ofwel met een reële appreciatie die <strong>de</strong>vorm aanneemt van gedurig hogere <strong>in</strong>flatie dan <strong>de</strong> eurozonepartners. Het eersteis niet strikt verbo<strong>de</strong>n <strong>in</strong> erm-2 (een <strong>de</strong>valuatie is wel uitgesloten), doch vereisttoestemm<strong>in</strong>g van an<strong>de</strong>re eurolan<strong>de</strong>n. De twee<strong>de</strong> optie is verbo<strong>de</strong>n.85


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7Zo werd milieu <strong>in</strong> Gothenburg (maart 2001) aan <strong>de</strong> Lissabon-lijst toegevoegd,werd Cardiff gelei<strong>de</strong>lijk een programma van structurele hervorm<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hetalgemeen, werd Luxemburg op technische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uitgebreid, <strong>in</strong>tensiveer<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Eurogroep-activiteiten en werd het bepg-proces aanmerkelijk complexer.Bij het begrot<strong>in</strong>gsbeleid wer<strong>de</strong>n langetermijnverplicht<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> huidige begrot<strong>in</strong>genniet zichtbaar zijn (zogenoem<strong>de</strong> off-budget) expliciet <strong>in</strong> het proces opgenomen,met name niet-private pensioenen over twee generaties. Ver<strong>de</strong>r hield <strong>de</strong>Europese Raad <strong>in</strong> Lissabon een pleidooi voor meer ocm en <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieer<strong>de</strong> het enkelevoorwaar<strong>de</strong>n om het proces verifieerbaar te maken.8Vergelijk het survey van Perotti (1999) en <strong>de</strong> diepgraven<strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Gros et al.(2002); zie tevens Buiter (2002) en Stark en Manzke (2002).9Sieberts pleidooi om het pact niet substantieel te wijzigen lijkt impliciet op dit86argument te steunen. Zie Siebert (2002).10Een voorbeeld is <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> ecb nu wel of niet een strategie van ‘<strong>in</strong>flationtarget<strong>in</strong>g’ dient te volgen, omdat dat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r onzekerheid geeft en bij <strong>de</strong>flatoireimpulsen tot een actief ecb-beleid zou lei<strong>de</strong>n. Momenteel vaart <strong>de</strong> ecb op eentweesporenstrategie en dit beïnvloedt <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen van fiscale bew<strong>in</strong>dvoer<strong>de</strong>rs.Meer <strong>in</strong> het algemeen gaat het hier over monetaire (en dus niet fiscale)spill-overs die lopen via <strong>de</strong> reactiefunctie van <strong>de</strong> ecb. Dit is uitsluitend eenkortetermijnkwestie. Op <strong>de</strong> lange termijn treedt dit beleidsconflict niet op.Voor discussie zie Von Hagen en Mundschenk (2002); Ales<strong>in</strong>a et al. (2001);Pisany Ferry (2002).11Pleitbezorgers zijn Pisani-Ferry (2002); Collignon (2002); Von Hagen en Mundschenk(2002); Buti et al. (2001). Tegenstan<strong>de</strong>rs zijn Gros en Hobza (2002); Groset al. (2002); Beetsma et al. (2001); Giavazzi (2001); De Grauwe en Polan (2001).


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleid4 het europees sociaal enwerkgelegenheidsbeleid4.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gHet sociaal beleid staat s<strong>in</strong>ds het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren negentig van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigsteeeuw hoog op <strong>de</strong> Europese agenda. De voltooi<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en <strong>de</strong>komst van <strong>de</strong> emu <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van grote werkloosheid hebben een sterke politiekeimpuls gegeven aan Europese beleids<strong>in</strong>itiatieven op sociaal terre<strong>in</strong>.Ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> zorgen over <strong>de</strong> werkgelegenheid, <strong>de</strong> houdbaarheid van <strong>de</strong> pensioenen,<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> en <strong>de</strong> sociale uitsluit<strong>in</strong>g zijn meer dan voorheen het on<strong>de</strong>rwerp van<strong>in</strong>itiatieven van <strong>de</strong> Commissie, besprek<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Raad, mobilisatie vanEuropese en nationale belangengroepen en uitspraken van het Europese Hof vanJustitie. De <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale concurrentie, <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g, <strong>de</strong>veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> arbeids-, gez<strong>in</strong>s- en samenlev<strong>in</strong>gspatronen en <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong>kenniseconomie hebben <strong>in</strong> alle hoogontwikkel<strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaten <strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>gsdrukdoen toenemen.De opname van een apart werkgelegenheidshoofdstuk <strong>in</strong> het Verdrag vanAmsterdam (1997) vorm<strong>de</strong> een waterscheid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>g van hetsociaal beleid. Deze belangwekken<strong>de</strong> ‘constitutionele keuze’ hield <strong>in</strong> <strong>de</strong> eersteplaats een politieke erkenn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntie tussen economisch ensociaal beleid <strong>in</strong> een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> (Van <strong>de</strong>r Meer en Van Riel 2002). In <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> plaats behels<strong>de</strong> het werkgelegenheidshoofdstuk een belangwekken<strong>de</strong><strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>novatie, namelijk een ‘management-by-objectives-bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g’die door <strong>de</strong> Europese Raad van Lissabon (2000) zou wor<strong>de</strong>n gedoopt tot <strong>de</strong> ‘opencoörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>’ (ocm). Na <strong>de</strong> Top van Amsterdam is het sociaal beleid nietmeer van <strong>de</strong> Europese agenda verdwenen. In navolg<strong>in</strong>g van het werkgelegenheidsbeleidzijn ocm-processen geïnitieerd op het gebied van sociale bescherm<strong>in</strong>g(1999) en later toegespitst op armoe<strong>de</strong> en sociale uitsluit<strong>in</strong>g (2000) enpensioenen (2001). De uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ocm naar <strong>de</strong>ze veelal politiek gevoeligebeleidsterre<strong>in</strong>en lijkt een structureel nieuwe coörd<strong>in</strong>atierol voor <strong>de</strong> eu op sociaalterre<strong>in</strong> te gaan <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n.87Gelei<strong>de</strong>lijk aan is een specifiek eu-beleidsregime ontwikkeld voor werkgelegenhei<strong>de</strong>n sociaal beleid. Dit regime bestaat uit vier componenten:1 constitutionele pr<strong>in</strong>cipes;2 b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> regels;3 <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>novaties;4 netwerken van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.Constitutionele pr<strong>in</strong>cipesOp het niveau van constitutionele pr<strong>in</strong>cipes noemt artikel 2 van het eg-Verdragexpliciet <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>: het bevor<strong>de</strong>ren van een hoog niveau vanwerkgelegenheid en sociale bescherm<strong>in</strong>g, gelijkheid tussen mannen en vrouwen,het stimuleren van een hoge levensstandaard van <strong>de</strong> <strong>in</strong>gezetenen van <strong>de</strong> eu, <strong>de</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieeconomische en sociale samenhang en solidariteit tussen lidstaten. In sommigegevallen bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze pr<strong>in</strong>cipes een juridische grondslag voor gemeenschappelijkeactie op basis van primaire wetgev<strong>in</strong>g, die geheel conform <strong>de</strong> communautairemetho<strong>de</strong> totstandkomt op <strong>in</strong>itiatief van <strong>de</strong> Commissie, door meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad en met betrokkenheid van het Europese Parlement.88B<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> regelsIn <strong>de</strong> afgelopen tw<strong>in</strong>tig jaar is er een scala van b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> regels op sociaal terre<strong>in</strong>totstandgekomen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van communautaire wetgev<strong>in</strong>g (veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gen enrichtlijnen) en jurispru<strong>de</strong>ntie van het Europese Hof van Justitie. In het Verdragvan Rome (1957) is bepaald dat sociale bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g moetenzijn met <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt (met name het vrije werknemersverkeer). Deze bepal<strong>in</strong>gstaat aan <strong>de</strong> basis van een uitgebreid stelsel van Europese regelgev<strong>in</strong>g enjurispru<strong>de</strong>ntie dat <strong>de</strong> overdraagbaarheid van nationaal bepaal<strong>de</strong> sociale rechtentussen lidstaten garan<strong>de</strong>ert. Ook <strong>de</strong> Europese gezondheids- en veiligheidswetgev<strong>in</strong>gis fors toegenomen, met name s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g bij gekwalificeer<strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheid plaatsv<strong>in</strong>dt (art. 118a eg-Verdrag). De richtlijnen voor gelijke behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen kansen voor mannen en vrouwen waren voorheen ‘do<strong>de</strong> letters’, maarzijn naar aanleid<strong>in</strong>g van jurispru<strong>de</strong>ntie van het Hof uitgegroeid tot een grensoverstijgendstelsel van b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechten. Bovendien zijn er b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> richtlijnenen uitspraken van het Hof over werkgelegenheidsbescherm<strong>in</strong>g bij collectiefontslag, bedrijfsovernames en faillissementen en is er regelgev<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>gtot <strong>de</strong> positie van mensen met a-typische beroepen, zwangere vrouwen, jongerewerknemers en <strong>de</strong>eltijdwerkers.Institutionele <strong>in</strong>novatiesDe verdiep<strong>in</strong>g van ‘Sociaal Europa’ is gepaard gegaan met een aantal <strong>in</strong>stitutionele<strong>in</strong>novaties met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lidstaten op <strong>de</strong> politiekgevoelige terre<strong>in</strong>en van sociale zekerheid en werkgelegenheidsbeleid.De ‘bipartiete sociale dialoog’ is vastgelegd <strong>in</strong> een aparte bijlage bij het Verdragvan Maastricht (het Sociale protocol, 1992) en is s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> Top van Amsterdamopgenomen <strong>in</strong> het eg-Verdrag (art. 138). Dit artikel stelt <strong>de</strong> vertegenwoordigersvan <strong>de</strong> sociale partners op communautair niveau <strong>in</strong> staat overeenkomsten te sluiten,die vervolgens <strong>de</strong> status kunnen krijgen van (ka<strong>de</strong>r)richtlijnen. Naast <strong>de</strong>zerelatief ‘har<strong>de</strong>’ vorm van coörd<strong>in</strong>atie zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste tien jaar ook tal van ‘zachtere’coörd<strong>in</strong>atievormen ontwikkeld. Te <strong>de</strong>nken valt aan <strong>de</strong> reeds genoem<strong>de</strong>ocm-processen of aan <strong>de</strong> vrijblijven<strong>de</strong> en overigens we<strong>in</strong>ig vruchtbare macroeconomischedialoog die bekendstaat als het Keulen-proces (1999).Netwerken van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genIn <strong>de</strong> laatste plaats is <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het eu-regime voor sociaal beleidgepaard gegaan met <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van een relatief autonoom netwerk van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genen comités die buiten <strong>de</strong> nationale staat om allianties kunnen sluiten metniet-statelijke actoren ter beïnvloed<strong>in</strong>g van het Europees beleid. Nationale belangenorganisatiessluiten <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate allianties met supranationale organisaties.Eenmaal geïnstitutionaliseerd <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van zogenoem<strong>de</strong> Sociale


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidActieprogramma’s, procedures voor <strong>de</strong> sociale dialoog en verschillen<strong>de</strong> ocmprocessen,scheppen <strong>de</strong>rgelijke relaties belangrijke beleidsnetwerken met huneigen fora van meerlagige governance. Er zijn ook meer <strong>in</strong>formele netwerkenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, zoals <strong>de</strong> allianties tussen Europese sociale partners, het Directoraat-Generaalvoor Werkgelegenheid en Sociale Zaken en <strong>de</strong> Comités voor Werkgelegenhei<strong>de</strong>n voor Sociale Bescherm<strong>in</strong>g (met hun speciale adviesfunctie <strong>in</strong> <strong>de</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Raad voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken). Vanuit <strong>de</strong>zenetwerken tracht men buiten <strong>de</strong> gewone besluitvorm<strong>in</strong>gsprocessen om <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n vorm aan <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het sociaal beleid te geven (Ferrera et al. 2000;De la Porte en Pochet 2001).Het sociaal en werkgelegenheidsbeleid kent dus een historisch gegroeid regimevan normatieve uitgangspunten en constitutionele pr<strong>in</strong>cipes, ‘har<strong>de</strong>’ reguler<strong>in</strong>gen basisgaranties, ‘zware’ en ‘lichte’ samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n en coörd<strong>in</strong>atievormen,on<strong>de</strong>rsteund door een meerlagig beleidsnetwerk. Het is <strong>de</strong> vraag of ditregime <strong>in</strong> staat zal zijn <strong>de</strong> nieuwe <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke en <strong>in</strong>stitutionele uitdag<strong>in</strong>gen vaneen eu van 25 of meer lidstaten op sociaal terre<strong>in</strong> het hoofd te bie<strong>de</strong>n. Moet hethan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen op het terre<strong>in</strong> van werkgelegenheid en sociaal beleid wel ofniet wor<strong>de</strong>n versterkt, me<strong>de</strong> gezien <strong>de</strong> op han<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g van een grootaantal nieuwe lidstaten met bedui<strong>de</strong>nd m<strong>in</strong><strong>de</strong>r soli<strong>de</strong> systemen van socialebescherm<strong>in</strong>g dan <strong>de</strong> huidige eu met 15 lidstaten? En zo ja, op welke manier?Welke legitieme <strong>in</strong>stitutionele vormen van gemeenschappelijke governance, metwelke gradaties van participatie en b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, zijn op sociaal beleidsterre<strong>in</strong> effectiefen zijn tegelijk gunstig voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse belangen?89Ter beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze vragen gaat dit hoofdstuk <strong>in</strong> op een drietal <strong>in</strong>stitutioneleontwikkel<strong>in</strong>gen op sociaal terre<strong>in</strong>:1 <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van het sociale acquis, geïllustreerd aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gvan één verdragsartikel, namelijk artikel 137 van het eg-Verdrag (ex art.118) over <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n;2 <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ocm <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Europese werkgelegenheidsstrategie(European Employment Strategy; ees) en <strong>de</strong> pensioenhervorm<strong>in</strong>gen;3 <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese sociale dialoog.In <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong> paragrafen fungeren <strong>de</strong>ze drie thema’s als ‘ro<strong>de</strong> dra<strong>de</strong>n’ vanhet Europees sociaal beleid. Paragraaf 4.2 beg<strong>in</strong>t met een kenschets van hetbeleidsveld aan <strong>de</strong> hand van het ‘Europees sociaal mo<strong>de</strong>l’, waarna een historischetour d’horizon laat zien dat het sociaal beleid op Europees niveau <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>helft van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw <strong>in</strong> hoge mate is bepaald door beleidsontwikkel<strong>in</strong>genop nationaal niveau. Paragraaf 4.3 beschrijft hoe s<strong>in</strong>ds het Verdrag van Amsterdamen <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatie van <strong>de</strong> ees het Europees sociaal beleid een wend<strong>in</strong>g heeftgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van meer flexibele vormen van governance.Tezamen dienen <strong>de</strong>ze paragrafen dui<strong>de</strong>lijk te maken dat <strong>de</strong> voorkeur voor <strong>de</strong>zenieuwe <strong>in</strong>stitutionele bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen op sociaal terre<strong>in</strong> is <strong>in</strong>gegeven door sterkverschuiven<strong>de</strong> beleidsambities en probleempercepties. Paragraaf 4.4 zet vervolgensuiteen hoe <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke beleidsproblemen en


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie<strong>in</strong>stitutionele uitdag<strong>in</strong>gen op sociaal terre<strong>in</strong> op elkaar zullen <strong>in</strong>werken.Ingrijpen<strong>de</strong> sociale problemen, zoals hardnekkige werkloosheid en overbelastepensioenstelsels, wor<strong>de</strong>n aanzienlijk gecompliceerd door <strong>de</strong> grote <strong>in</strong>stitutioneleverschillen tussen verzorg<strong>in</strong>gsstaten, <strong>de</strong> politieke gevoeligheid van sociaal belei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> relatieve achterstand (zowel <strong>in</strong> materiële als <strong>in</strong> bestuurlijke z<strong>in</strong>) van <strong>de</strong>toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en van sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid.Paragraaf 4.5 biedt <strong>de</strong> belangrijkste conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen ten aanzien van<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>g van het Europees sociaal beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong><strong>Unie</strong>. Flexibele metho<strong>de</strong>n van governance (zoals <strong>de</strong> ocm en <strong>de</strong> sociale dialoog)vormen bij uitstek op dit beleidsterre<strong>in</strong> noodzakelijke en veelbeloven<strong>de</strong> aanvull<strong>in</strong>genop het <strong>in</strong>stitutionele raamwerk van <strong>de</strong> eu.4.2 <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het europees sociaal enwerkgelegenheidsbeleid4.2.1 nationale veranker<strong>in</strong>g van het europees sociaal mo<strong>de</strong>l90Met hun aan<strong>de</strong>el van gemid<strong>de</strong>ld 30 procent van het bruto nationale <strong>in</strong>komen zijn<strong>de</strong> West-Europese sociale voorzien<strong>in</strong>gen van cruciale betekenis voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>komensver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> levenskansen van Europese burgers. Vergelijkend op<strong>in</strong>ieon<strong>de</strong>rzoeklaat zien dat <strong>de</strong> nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaat bij die burgers nog steedszeer populair is (Svallfors en Taylor-Gooby 2001). Dit geldt overigens ook voor <strong>de</strong>burgers <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa (Delhey 1999). De Europese natiestaatontleent een <strong>de</strong>el van zijn legitimiteit aan kwalitatief hoogstaan<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> <strong>de</strong> sfeer van gezondheidszorg, on<strong>de</strong>rwijs, sociale zekerheid en werkgelegenheid.Bij het sociaal beleid gaat het primair om marktcorrigeren<strong>de</strong> en herver<strong>de</strong>len<strong>de</strong>maatregelen die kwetsbare groepen zoals gepensioneer<strong>de</strong>n, werklozen, zieken enarbeidsongeschikten direct of <strong>in</strong>direct <strong>in</strong> hun levensomstandighe<strong>de</strong>n steunen.Dit geldt als een politiek gevoelig en controversieel beleidsterre<strong>in</strong>. On<strong>de</strong>rwerpenzoals <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> uitker<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale zekerheid enhaar organisatievormen zijn immer politiek omstre<strong>de</strong>n. Het sociaal beleid impliceertoverheidsbemoeienis <strong>in</strong> <strong>de</strong> economie en er bestaan belangrijke i<strong>de</strong>ologischeverschillen tussen relatief solidaristisch-collectivistische en meer liberaal-<strong>in</strong>dividualistischeoriëntaties ten aanzien van het nut en <strong>de</strong> noodzaak van markt<strong>in</strong>terventieter lenig<strong>in</strong>g van sociale problemen. Eenmaal hecht verankerd <strong>in</strong> het nationaalbeleid wordt <strong>de</strong> sociale zekerheid als een verworven recht beschouwd;ombuig<strong>in</strong>gen en an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>grepen roepen veel maatschappelijke weerstand op(Pierson 1994; Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen 1996). De onplezierige aanpass<strong>in</strong>gen die hervorm<strong>in</strong>genmeestal vergen, zijn pijnlijk voor mensen die verworvenhe<strong>de</strong>nmoeten afstaan of <strong>in</strong> hun verwacht<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n teleurgesteld en zijn riskantvoor politici en maatschappelijke groepen die eraan meewerken.Me<strong>de</strong> tegen <strong>de</strong>ze achtergrond is <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke legitimatie van het sociaal beleid,met name waar het gaat om <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van sociale kosten en baten, nog steeds


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidsterk gebon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> politieke <strong>in</strong>stituties van <strong>de</strong> nationale staat. De stemgerechtig<strong>de</strong>burgers rekenen primair hun eigen nationale reger<strong>in</strong>gen en politiekepartijen af op het succes en falen van <strong>de</strong> economie en <strong>de</strong> daarmee verbon<strong>de</strong>nsociale consequenties, ook <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van economische <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>gen beleidsmatige europeaniser<strong>in</strong>g. De sterke nationale politieke veranker<strong>in</strong>g vanhet sociaal beleid heeft haar pendant <strong>in</strong> <strong>de</strong> relatief ger<strong>in</strong>ge reikwijdte van <strong>de</strong> Europesesociale regelgev<strong>in</strong>g. Er bestaan we<strong>in</strong>ig an<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>en waarop pr<strong>in</strong>cipesvan subsidiariteit en proportionaliteit met zoveel verve wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>digd(Pochet 2001). Op Europees niveau is lange tijd uitgegaan van <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e dat vooreen goed functioneren van <strong>de</strong> economische gemeenschap sociale vraagstukkenvan <strong>de</strong> Europese beleidsagenda moeten wor<strong>de</strong>n geweerd. Nationale reger<strong>in</strong>genlieten zich op hun beurt op dit gevoelige beleidsterre<strong>in</strong> meestal eer<strong>de</strong>r lei<strong>de</strong>ndoor hun eigen maatschappelijke problemen en politieke voorkeuren dan doorgemeenschapsopvatt<strong>in</strong>gen. Zij waren <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel fel gekant tegen een <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong>europeaniser<strong>in</strong>g van het sociaal beleid.Hoewel <strong>de</strong> eu-lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun verzorg<strong>in</strong>gsstaat grote verschillen vertonen, <strong>de</strong>lenze ten m<strong>in</strong>ste drie kenmerken die het gebruik van <strong>de</strong> term ‘Europees sociaalmo<strong>de</strong>l’ rechtvaardigen (Hemerijck 2002). Ten eerste zijn bepaal<strong>de</strong> normatieveuitgangspunten van sociale rechtvaardigheid en solidariteit (<strong>in</strong>clusief bestaansm<strong>in</strong>imumgaranties)politiek-constitutioneel hecht verankerd. De gekwalificeer<strong>de</strong>verplicht<strong>in</strong>g om zwakkeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g niet volledig aan hun lot over telaten, wordt Europabreed b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> belangrijkste politieke strom<strong>in</strong>gen aanvaard.Ten twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>len <strong>de</strong> meeste Europese beleidsmakers het <strong>in</strong>zicht dat socialerechtvaardigheid kan bijdragen aan economische efficiëntie en concurrentievermogen.Economische vooruitgang en sociale samenhang hoeven dus niet tegenstrijdigte zijn, maar kunnen elkaar ook juist versterken. Het sociaal beleid kan als‘productieve factor’ <strong>de</strong> onzekerheid verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, het vermogen en <strong>de</strong> bereidheidtot het nemen van risico’s vergroten en marktfalen mitigeren. Een goed ontwikkeldstelsel van sociale voorzien<strong>in</strong>gen en sociale bescherm<strong>in</strong>g stelt burgers <strong>in</strong>staat om maatschappelijk nuttige en welvaartsvergroten<strong>de</strong> functies te vervullendie voor <strong>in</strong>dividuen economisch riskant zijn. Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kenmerkt het Europeessociaal mo<strong>de</strong>l zich door geïnstitutionaliseerd overleg tussen <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong>sociale partners op basis van we<strong>de</strong>rzijds respect en vertrouwen. Het gemeenschappelijkeoverleg wordt geschraagd door een relatief hoge organisatiegraadvan werkgevers- en werknemersverenig<strong>in</strong>gen. In vergelijk<strong>in</strong>g met Noord-Amerika zijn <strong>de</strong> Europese arbeidsverhoud<strong>in</strong>gen vrij stabiel en valt een groot <strong>de</strong>elvan <strong>de</strong> werknemers on<strong>de</strong>r collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) (Ebb<strong>in</strong>ghausen Visser 2000). De <strong>in</strong>stituties van georganiseerd overleg stellen <strong>de</strong> socialepartners <strong>in</strong> staat om afspraken te maken over <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> kosten en batenvan <strong>de</strong> economische herstructurer<strong>in</strong>g. Zij kanaliseren en temperen daarmeesociale conflicten en bevor<strong>de</strong>ren uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> politieke stabiliteit en socialecohesie (Streeck 1992; 1997).91Er kan dus wel <strong>de</strong>gelijk wor<strong>de</strong>n gesproken van een Europees sociaal mo<strong>de</strong>l. Te vaakwordt aan dit mo<strong>de</strong>l echter gerefereerd alsof het een uniform fenomeen betreft. De


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTabel 4.1Ontwikkel<strong>in</strong>g van het Europees sociaal beleidPerio<strong>de</strong>Nationaal Europees Europese sociale Governance- Uitbreid<strong>in</strong>gsniveauniveau wetgev<strong>in</strong>g metho<strong>de</strong> en gerelateer<strong>de</strong>krachten achter diversiteiteuropeaniser<strong>in</strong>gvan sociaal beleid921950-1973Economischemo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g;uitbouw van <strong>de</strong>verzorg<strong>in</strong>gsstaat;activerend Keynesiaansbeleid; socialepartners gematig<strong>de</strong>egRaad vanEuropa- Vrij verkeer vanwerknemers- Gelijke belon<strong>in</strong>gvoor mannen envrouwen- Gemeenschappelijkesociale zekerheidvoor migrantenwerknemers- Europees SociaalFonds- Sociaal handvest (<strong>in</strong><strong>de</strong> Raad van Europa)Harmonisatie; gedrevendoor het totstand brengen vanvrij verkeer van werknemersen gelijkeconcurrentievoorwaar<strong>de</strong>nGedreven door politiekeambities vooruniversele socialerechtenDe Zes: mo<strong>de</strong>lvan cont<strong>in</strong>entaleverzorg<strong>in</strong>gsstatenen Zuid-Europees mo<strong>de</strong>l(Italië)1974-1983Stagflatie; polariser<strong>in</strong>g;sociaal conflict;nationaal crisismanagement- Bescherm<strong>in</strong>g vanwerknemersrechten- Gelijke behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gvan mannen envrouwen- Bescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>gezondheid en <strong>de</strong>veiligheid op hetwerkHarmonisatie metrelatief we<strong>in</strong>ig succes(eurosclerose)Denemarken,Groot-Brittanniëen Ierland (1973)en Griekenland(1981): Scand<strong>in</strong>avisch,Angel-Saksich en Zuid-Europees mo<strong>de</strong>lsterk nationaal gekleur<strong>de</strong> word<strong>in</strong>gsgeschie<strong>de</strong>nis van het sociaal beleid verklaart <strong>de</strong>grote diversiteit van sociale stelsels, beleidstradities, politieke voorkeuren, organisatie-en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsvormen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige eu. Vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek maakt danook bij voorkeur gebruik van typologieën. Er wor<strong>de</strong>n veelal vier verzorg<strong>in</strong>gsstaatmo<strong>de</strong>llenon<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n (Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen 1990; Ferrera et al. 2000):• De cont<strong>in</strong>entaal-Europese, christen-<strong>de</strong>mocratische of Bismarckiaanse verzorg<strong>in</strong>gsstaatis gebaseerd op het pr<strong>in</strong>cipe van sociale verzeker<strong>in</strong>gen, waarbijgenereuze uitker<strong>in</strong>gen zijn gerelateerd aan het eer<strong>de</strong>r verdien<strong>de</strong> loon en <strong>de</strong>gez<strong>in</strong>ssituatie. De uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale zekerheid wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>entaleverzorg<strong>in</strong>gsstaten van België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Oostenrijken tot voor kort ook Ne<strong>de</strong>rland door <strong>de</strong> sociale partners zelf ter handgenomen.


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidTabel 4.1vervolgPerio<strong>de</strong>Nationaal Europees Europese sociale Governance- Uitbreid<strong>in</strong>gsniveauniveau wetgev<strong>in</strong>g metho<strong>de</strong> en gerelateer<strong>de</strong>krachten achter diversiteiteuropeaniser<strong>in</strong>gvan sociaal beleid1984-19941995-2002Neoliberaal <strong>in</strong>termezzo;<strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g;privatiser<strong>in</strong>g; economische<strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g;<strong>in</strong>ternemarktSociaal-<strong>de</strong>mocratischefase; socialepacten; beleidsdiversiteitbij ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong>zorgenEuropeseEenheidsakte;SociaalprotocolTop vanMaastrichtveuTop vanAmsterdamTop vanNice- Gezondheid en veiligheidop het werk- Sociaal protocol- Uitspraak van hetEuropees Hof terbescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>nationale diversiteitvan <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat- Europese werkgelegenheidsstrategie,opgenomen <strong>in</strong>Verdrag van Amsterdam- Sociale dialoog- ocm gelegitimeerd <strong>in</strong>Lissabon- Handvest van <strong>de</strong>GrondrechtenM<strong>in</strong>imumharmonisatievia stemm<strong>in</strong>g bijgekwalificeer<strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheid (qmv);Brits opt-out; gedrevendoor verdiep<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne marktqmv uitgebreid;gedreven door globaliser<strong>in</strong>g,<strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>gvan markten, emucriteriamet betrekk<strong>in</strong>gtot begrot<strong>in</strong>gstekorten staatsschuldSociale dialoog(ka<strong>de</strong>rrichtlijnen);ocm <strong>in</strong>zake werkgelegenheid,sociale<strong>in</strong>sluit<strong>in</strong>g, pensioenen;gedreven doorstructurele werkloosheid,vergrijz<strong>in</strong>g enbeperk<strong>in</strong>gen overheidsuitgavendooremu (Stabiliteits- engroeipact)Spanje en Portugal(1986): Zuid-Europees mo<strong>de</strong>lZwe<strong>de</strong>n, F<strong>in</strong>lan<strong>de</strong>n Oostenrijk(1995): Scand<strong>in</strong>avischen cont<strong>in</strong>entaalmo<strong>de</strong>l93• De Angelsaksische, liberale verzorg<strong>in</strong>gsstaat <strong>in</strong> Ierland en Groot-Brittanniëkenmerkt zich door relatief lage, geïndividualiseer<strong>de</strong>, <strong>in</strong>komensafhankelijkesociale uitker<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> grote betekenis van privé-verzeker<strong>in</strong>gen.• Het Scand<strong>in</strong>avische, sociaal-<strong>de</strong>mocratische verzorg<strong>in</strong>gsstaattype kent universeleen relatief genereuze <strong>in</strong>dividuele uitker<strong>in</strong>gen en sociale diensten, meteen beperkte rol voor private verzeker<strong>in</strong>gen en particuliere sociale dienstverlen<strong>in</strong>g.De sociale voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Denemarken, F<strong>in</strong>land en Zwe<strong>de</strong>nwor<strong>de</strong>n groten<strong>de</strong>els gef<strong>in</strong>ancierd via <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gen.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie• Het Zuid-Europese mo<strong>de</strong>l ten slotte lijkt <strong>in</strong> <strong>in</strong>stitutioneel opzicht op <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>entaleverzorg<strong>in</strong>gsstaat, maar kent een meer verbrokkel<strong>de</strong> en ongelijke<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van publieke dienstverlen<strong>in</strong>g en sociale verzeker<strong>in</strong>gen, met onevenredighoge uitgaven voor pensioenen. Gaten <strong>in</strong> het sociale vangnet wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>lan<strong>de</strong>n als Italië, Griekenland, Portugal en Spanje veelal gedicht door familieban<strong>de</strong>n(Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen 1990; Ferrera 1996; Zeitl<strong>in</strong> 2002).94In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> subparagrafen maken wij een tour d’horizon langs <strong>de</strong> historischeontwikkel<strong>in</strong>g van het nationaal en Europees sociaal beleid. Het overzicht illustreert<strong>de</strong> ongestructureer<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het Europees sociaal beleid en <strong>de</strong>achterstand die tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig heeft bestaan ten opzichte van <strong>de</strong> dynamiekvan het sociaal beleid op nationaal niveau (Barnard 2000: 20). De uiteenlopen<strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaat en Europees werkgelegenheids-en sociaal beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw laat zichglobaal on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> vier karakteristieke perio<strong>de</strong>s (zie tabel 4.1):• <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van economische mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g en uitbouw van <strong>de</strong> nationaleverzorg<strong>in</strong>gsstaat (1950-1973);• <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van sociale conflicten en nationaal crisismanagement (1974-1983);• <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van economische <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g en ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><strong>in</strong>terne markt (1984-1994);• <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van respect voor beleidsdiversiteit bij ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> Europese socialezorgen (1995-2002).4.2.2 economische mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g en uitbouw van <strong>de</strong> nationaleverzorg<strong>in</strong>gsstaat (1950-1973)Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van economische mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g en uitbouw van <strong>de</strong>nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaat is <strong>in</strong> een groot aantal West-Europese lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> basisgelegd voor nieuwe grondregels voor nationale eenheid, economische or<strong>de</strong>,collectieve actie en sociaal burgerschap. De naoorlogse <strong>de</strong>mocratische reger<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> West-Europa streef<strong>de</strong>n met behulp van een activistisch en <strong>in</strong>terventionistischsociaal-economisch beleid naar hoge economische groei, volledige werkgelegenheid(vooral voor mannen) en een hoger niveau van sociale zekerheid, gezondheidszorgen on<strong>de</strong>rwijs. Gematig<strong>de</strong> krachten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> vakbeweg<strong>in</strong>gen enon<strong>de</strong>rnemersorganisaties steun<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat en <strong>de</strong> Keynesiaansegemeng<strong>de</strong> economische or<strong>de</strong>, die het vooruitzicht bood op een positieve spiraalvan volledige werkgelegenheid, hoge lonen, toenemen<strong>de</strong> effectieve vraag,productiviteitsstijg<strong>in</strong>gen en ten slotte een hogere levensstandaard (<strong>in</strong>clusiefsociale bescherm<strong>in</strong>g) voor ie<strong>de</strong>reen (Hall 2001).De tamelijk ambitieuze sociale beleidsparagrafen <strong>in</strong> het Verdrag van Rome warenhet product van het naoorlogse ‘maakbaarheidsvertrouwen’ en het ‘historischecompromis’ tussen <strong>de</strong> gematig<strong>de</strong> vertegenwoordigers van arbeid en kapitaal.De preambule van het eg-Verdrag leg<strong>de</strong> vast dat <strong>de</strong> economische en sociale vooruitgangen <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> levens- en arbeidsomstandighe<strong>de</strong>nwezenlijke doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> eg zou<strong>de</strong>n zijn (Barnard 2000: 6).


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidToch von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste nationale beleidsmakers, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>Franse, dat <strong>de</strong> Europese sociale bevoegdhe<strong>de</strong>n beperkt dien<strong>de</strong>n te blijven tot hetscheppen van <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n voor het vrije verkeer van werknemers en hetafstemmen van socialezekerheidsrechten. Desondanks verwees het verdrag naar‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g tussen lidstaten’ op <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n van schol<strong>in</strong>g, werkgelegenheid,arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n, arbeidsverhoud<strong>in</strong>gen en sociale zekerheid.Deze verdragsbepal<strong>in</strong>g was het resultaat van een Frans-Duits compromis dat op<strong>de</strong> valreep tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> verdragson<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen totstandkwam nadat het Fransevoorstel voor een opwaartse harmoniser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale wet- en regelgev<strong>in</strong>g(bedoeld ter bescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> precaire concurrentiepositie van <strong>de</strong> Franse<strong>in</strong>dustrie) op verzet was gestuit van Duitsland, Italië en <strong>de</strong> Benelux-lan<strong>de</strong>n(Hantrais 2000: 2-3). Hiermee werd echter <strong>de</strong> weg naar harmonisatie niet <strong>in</strong> <strong>de</strong>kiem gesmoord. Integen<strong>de</strong>el, aangezien <strong>de</strong> eerste lidstaten met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vanItalië tot het cont<strong>in</strong>entale verzorg<strong>in</strong>gsstaatcluster behoor<strong>de</strong>n, werd een procesvan ‘spontane’ convergentie als pendant van economische vooruitgang nieton<strong>de</strong>nkbaar geacht. Impliciet werd <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> uitgegaan van <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gdat nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaten op <strong>de</strong>n duur zou<strong>de</strong>n ten<strong>de</strong>ren naar uniforme,kwalitatief hoogstaan<strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n van sociale bescherm<strong>in</strong>g. In een laterstadium zou<strong>de</strong>n positieve spill-over-effecten van <strong>de</strong>ze ge<strong>de</strong>eltelijke convergentiealsnog aanleid<strong>in</strong>g kunnen vormen tot ver<strong>de</strong>re harmonisatie. De gedachte was dat<strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval eer<strong>de</strong>r van een race to the top sprake zou zijn dan van een race to thebottom.95In 1961 aanvaard<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Raad van Europa het EuropeseSociale Handvest, <strong>de</strong> economische en sociale tegenhanger van <strong>de</strong> Mensenrechtenconventievan <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties. Hoewel het handvest wel refereer<strong>de</strong> aan eenaantal expliciete doelstell<strong>in</strong>gen voor sociale en economische bescherm<strong>in</strong>g, kreeg <strong>de</strong>tekst geen juridisch b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> jaren zestig groei<strong>de</strong> vooralon<strong>de</strong>r Europese on<strong>de</strong>rnemers het verlangen om b<strong>in</strong>nen een vrije <strong>in</strong>terne markt ookeen level play<strong>in</strong>g field op sociaal terre<strong>in</strong> te ontwikkelen. Deze wens vorm<strong>de</strong> voor <strong>de</strong>Commissie een voorname drijfveer om gezondheids- en veiligheidsnormen op <strong>de</strong>arbeidsplaats te agen<strong>de</strong>ren. Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>de</strong> Gemeenschapten aanzien van <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> het Verdrag van Rome<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk nog niet veel meer dan dat <strong>de</strong> lidstaten zich verplichtten om <strong>de</strong>ze tebevor<strong>de</strong>ren (art. 117 eg-Verdrag). De Commissie kreeg <strong>de</strong> taak toegewezen <strong>de</strong>activiteiten van <strong>de</strong> lidstaten op het hele sociale terre<strong>in</strong> te coörd<strong>in</strong>eren, dus ook<strong>in</strong>zake <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n (art. 51 en 118 eg-Verdrag). Wel wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hetverdrag al <strong>de</strong> seksegelijkheid bij <strong>de</strong> belon<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> vrijheid van werknemersverkeervastgelegd (resp. art. 119 en 48-50 eg-Verdrag; Leibfried en Pierson 2000:274; Barnard 2000: 1-3). De Commissie entameer<strong>de</strong> daarop vergelijken<strong>de</strong> studiesom <strong>de</strong> beleidssuccessen op <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong> nationalebeleidsmakers te brengen. Deze rapportages dien<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> opmaat tot kwalitatiefhoogstaan<strong>de</strong> veiligheidsstandaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een reeks richtlijnen en aanbevel<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> Commissie. Belangrijke wetgev<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> was veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g1408/71. In het Verdrag van Rome was <strong>in</strong> artikel 42 reeds bepaald dat na <strong>de</strong>voltooi<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> douane-unie het vrije verkeer van werknemers moest wor<strong>de</strong>n


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniegerealiseerd. Met veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g 1408/71 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> socialezekerheidsrechten vanmigreren<strong>de</strong> werknemers geregeld. Hierdoor verloren nationale overhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong>ie<strong>de</strong>r geval een <strong>de</strong>el van hun zeggenschap over ‘hun’ werken<strong>de</strong> burgers (Leibfrie<strong>de</strong>n Pierson 2000: 279).4.2.3 sociaal conflict en nationaal crisismanagement (1974-1983)96Vanaf 1974 verliep het proces van Europese sociale <strong>in</strong>tegratie moeizamer.De lidstaten van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap wer<strong>de</strong>n geteisterd door <strong>de</strong> ergsteeconomische crisis s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig. Ondanks het <strong>in</strong>ternationale karakter van<strong>de</strong> crisis kwam er geen gecoörd<strong>in</strong>eerd Europees antwoord op <strong>de</strong> externe schokvan <strong>de</strong> scherpe olieprijsstijg<strong>in</strong>gen van opec-lan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang van het<strong>in</strong>ternationale f<strong>in</strong>anciële stelsel van Bretton Woods. Me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> blijvend hogelooneisen van sterke nationale vakbon<strong>de</strong>n brak een fase aan van sociaal conflicten nationaal crisismanagement. Opeenvolgen<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale recessies leid<strong>de</strong>ntot uiteenlopen<strong>de</strong> nationale reflexen, waarbij ie<strong>de</strong>re lidstaat van <strong>de</strong> eg op geheeleigen wijze crisismanagement voer<strong>de</strong>. Beleidsmakers <strong>in</strong> Groot-Brittannië kozener na <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> oliecrisis voor <strong>de</strong> recessie te lijf te gaan met een beleidsrecept van<strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g en privatiser<strong>in</strong>g. Frankrijk viel tot 1983 terug op een expansieffiscaal beleid en een vrij sterk overheidsdirigisme. Duitsland en <strong>de</strong> meeste kle<strong>in</strong>elidstaten opteer<strong>de</strong>n met wisselend succes voor corporatistische beleidsreactiesvan gestructureerd overleg tussen <strong>de</strong> sociale partners en <strong>de</strong> overheid.De naïeve verwacht<strong>in</strong>g van spontane convergentie on<strong>de</strong>rsteund door geïntensiveer<strong>de</strong>beleidscoörd<strong>in</strong>atie b<strong>in</strong>nen eu-verband, verdween snel naar <strong>de</strong> achtergrond.Het sociaal-economische beleid on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>g renationaliser<strong>in</strong>g.Desondanks wist <strong>de</strong> Commissie heel creatief haar beperkte speelruimte te benuttenom <strong>de</strong> sociale dimensie op arbeidsgerelateer<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en te versterken.Op basis van <strong>de</strong> algemene harmonisatiegrondslag van artikel 100a van het eg-Verdrag (nu art. 94) wer<strong>de</strong>n diverse richtlijnen aangenomen die <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>nop <strong>de</strong> werkvloer betroffen, bijvoorbeeld richtlijn 77/576 <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> veiligheidssignaler<strong>in</strong>gop <strong>de</strong> arbeidsplaats (Kapteyn et al. 1995: 615). Dergelijke vormenvan sociale bescherm<strong>in</strong>g vorm<strong>de</strong>n een functionele spill-over van het acquis metbetrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt. Toen <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> Zes tegen <strong>de</strong>achtergrond van economische neergang en <strong>in</strong>dustriële conflicten <strong>in</strong> <strong>de</strong> lidstatenbesloten het plan-Werner (1970) voor een monetaire unie te agen<strong>de</strong>ren, dien<strong>de</strong>zich een w<strong>in</strong>dow of opportunity aan. Vanaf dat jaar lanceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Commissie eenserie Sociale Actieprogramma’s, die aan <strong>de</strong> basis stond van een hausse aan wetgev<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatievenvan <strong>de</strong> Commissie. Bovendien on<strong>de</strong>rsteun<strong>de</strong>n uitspraken vanhet Hof over <strong>de</strong> directe werk<strong>in</strong>g van artikel 119 van het eg-Verdrag (gelijke belon<strong>in</strong>g)<strong>de</strong> harmonisatieambities van <strong>de</strong> Commissie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>.Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk stuitten die harmonisatieambities echter op felle tegenstand van<strong>de</strong> drie <strong>in</strong> 1973 toegetre<strong>de</strong>n lidstaten, te weten Ierland, Groot-Brittannië enDenemarken. Hun verzorg<strong>in</strong>gsstaatstradities en <strong>in</strong>stituties weken fundamenteelaf van het dom<strong>in</strong>ante cont<strong>in</strong>entale mo<strong>de</strong>l. Met name Deense en Britse beleids-


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidmakers ontwikkel<strong>de</strong>n zich snel tot verklaar<strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs van elke vorm vanEuropese wetgev<strong>in</strong>g die een aantast<strong>in</strong>g zou kunnen zijn van <strong>de</strong> nationale autonomieten aanzien van het sociaal beleid (Hantrais 2000: 24). De creativiteit van<strong>de</strong> Commissie en het Hof <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het sociale acquis werd door ditverzet tegen ver<strong>de</strong>re verdiep<strong>in</strong>g aanhou<strong>de</strong>nd op <strong>de</strong> proef gesteld.4.2.4 economische <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt (1984-1994)Ondanks een oplev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> conjunctuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren tachtigbleef <strong>de</strong> werkloosheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste Europese economieën onverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd hoog.Veel lan<strong>de</strong>n stapten af van neocorporatistische beleidsreacties, die aanvankelijknog zo effectief leken. Een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g was Ne<strong>de</strong>rland, waar het Akkoord vanWassenaar van 1982 een nieuwe perio<strong>de</strong> van ‘responsief corporatisme’ <strong>in</strong>luid<strong>de</strong>(Visser en Hemerijck 1997). De meeste cont<strong>in</strong>entale lidstaten trachtten <strong>de</strong> openwerkloosheid te bestrij<strong>de</strong>n door on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> effectieve pensioengerechtig<strong>de</strong>leeftijd te verlagen en oogluikend <strong>de</strong> volumegroei <strong>in</strong> ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregel<strong>in</strong>gentoe te laten (Ebb<strong>in</strong>ghaus 2000). Van politiek belang wasdat het Europese electoraat <strong>de</strong> sociaal-<strong>de</strong>mocratie <strong>de</strong> rug toekeer<strong>de</strong> en aansluit<strong>in</strong>gzocht bij <strong>de</strong> aanbodgerichte neoliberale oploss<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g en privatiser<strong>in</strong>g.De positie van <strong>de</strong> vakbeweg<strong>in</strong>g werd verzwakt door processen van <strong>de</strong><strong>in</strong>dustrialiser<strong>in</strong>g,snelle technologische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> expansie van <strong>de</strong>dienstensector. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren tachtig maakte het Keynesiaanseeconomische beleid plaats voor een meer str<strong>in</strong>gente macro-economische variant,gericht op fiscale stabiliteit en har<strong>de</strong> munten. Hiermee verschoven <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>nom <strong>de</strong> werkgelegenheid te beïnvloe<strong>de</strong>n van het macro-economische beleidnaar <strong>de</strong> aanpalen<strong>de</strong> dome<strong>in</strong>en van <strong>de</strong> loonpolitiek, <strong>de</strong> sociale zekerheid en hetarbeidsmarktbeleid. In <strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong> arbeidsverhoud<strong>in</strong>gen vond een heroriëntatieplaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van marktconforme loonmatig<strong>in</strong>g.97Op eu-niveau vond <strong>de</strong>ze dynamische perio<strong>de</strong> van economische <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>gen verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt zijn weerslag <strong>in</strong> <strong>de</strong> lancer<strong>in</strong>g van het ‘1992-programma’ ter voltooi<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt. De <strong>in</strong>terne markt werd nadrukkelijkgepresenteerd als een project van <strong>in</strong>terne economische ontwikkel<strong>in</strong>g en externeeconomische assertiviteit ten opzichte van <strong>de</strong> floreren<strong>de</strong> Japanse en Amerikaanseeconomieën en niet als een programma van <strong>in</strong>terne sociale <strong>in</strong>terventie.Met <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g van Griekenland (1981) en Portugal en Spanje (1986) <strong>de</strong>buteer<strong>de</strong><strong>de</strong> Zuid-Europese verzorg<strong>in</strong>gsstaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> beleidsarena van <strong>de</strong> eu, hoeweleigenlijk ook (Zuid-)Italië reeds tot dit cluster behoor<strong>de</strong>. Me<strong>de</strong> doordat <strong>de</strong> lidstatennieuwe richtlijnen op zeer verschillen<strong>de</strong> manieren kon<strong>de</strong>n implementerenen <strong>de</strong> eg niet of nauwelijks controle kon uitoefenen op <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g van voorschriften,werd divergentie tussen eu-lidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand gewerkt. In <strong>de</strong> meerontwikkel<strong>de</strong> economieën van Noordwest-Europa leid<strong>de</strong> dit niet alleen tot <strong>de</strong>vrees voor mogelijke blokka<strong>de</strong>s <strong>in</strong> <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g ten aanzien van nieuwe<strong>in</strong>itiatieven, maar ook tot <strong>de</strong> angst voor sociale dump<strong>in</strong>g. De gedachte was dat


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniesociale rechten een kostenpost zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>concurrentiestrijd, door <strong>de</strong> ongelijke sociale bescherm<strong>in</strong>gsniveaus en <strong>de</strong>zeer verschillen<strong>de</strong> tradities tussen <strong>de</strong> lidstaten. Lan<strong>de</strong>n met een hoog bescherm<strong>in</strong>gsniveauzou<strong>de</strong>n dan uit <strong>de</strong> markt geprijsd wor<strong>de</strong>n door lan<strong>de</strong>n met lagerestandaar<strong>de</strong>n van sociale bescherm<strong>in</strong>g. Rijke verzorg<strong>in</strong>gsstaten die niet <strong>in</strong> staatzou<strong>de</strong>n zijn een a<strong>de</strong>quaat antwoord te geven op <strong>de</strong> uitwassen van beleids- enbelast<strong>in</strong>gconcurrentie, zou<strong>de</strong>n een hoge prijs moeten betalen <strong>in</strong> termen vaneconomische stagnatie en werkloosheid.98De verwacht<strong>in</strong>g van sociale dump<strong>in</strong>g werd echter niet bewaarheid. In <strong>de</strong> eersteplaats bleken <strong>de</strong> sociale kosten maar één factor <strong>in</strong> een hele reeks van <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsbesliss<strong>in</strong>gen,naast overweg<strong>in</strong>gen aangaan<strong>de</strong> productiviteit, on<strong>de</strong>rwijs en schol<strong>in</strong>g,<strong>in</strong>novatievermogen, <strong>in</strong>frastructuur, on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsklimaat en stabiliteit van<strong>de</strong> arbeidsverhoud<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats werd <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g tot een race to thebottom <strong>in</strong> <strong>de</strong> Zuid-Europese lidstaten ook gemitigeerd doordat het eu-cohesiebeleidals si<strong>de</strong>-payment werkte om meegaandheid te ‘kopen’. Het bleek mogelijkom achtergestel<strong>de</strong> regio’s me<strong>de</strong> door mid<strong>de</strong>l van overdrachten het Europesesociale mo<strong>de</strong>l b<strong>in</strong>nen te loodsen. Het cohesiebeleid maakte dan ook een vlotteexpansie door, zeker <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e stappen die wer<strong>de</strong>n gezet op <strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n van arbeidsmarktreguler<strong>in</strong>g, arbeidsverhoud<strong>in</strong>gen en sociale zekerheid.Een an<strong>de</strong>re verklar<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> snelle uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cohesiefondsen is dat zijgeen <strong>in</strong>breuk maakten op <strong>de</strong> beleidsautonomie van <strong>de</strong> rijke verzorg<strong>in</strong>gsstaten,hoe kostbaar zij ook waren voor <strong>de</strong> nettobetalers.De Europese Eenheidsakte van 1986 ontwikkel<strong>de</strong> een dubbele <strong>in</strong>tegratiemetho<strong>de</strong>:enerzijds het vastleggen van Europese richtlijnen en an<strong>de</strong>rzijds het afstemmenvan nationale wetgev<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> akte wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eg op hetterre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n expliciet genoemd. Dit gebeur<strong>de</strong> naaraanleid<strong>in</strong>g van een Deens voorstel voor een bijzon<strong>de</strong>re competentie van <strong>de</strong> eg<strong>in</strong>zake ‘het arbeidsmilieu’. Er bleken echter verschillen<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong>reikwijdte van dat begrip te bestaan. Daarom werd het vervangen door ‘gezondhei<strong>de</strong>n veiligheid’, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> werkplek. Nadat <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong> akteals artikel 118a van het eg-Verdrag was opgenomen, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> eg na<strong>de</strong>r gespecificeerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie van het Hof. Toen Groot-Brittannië<strong>de</strong> bruikbaarheid van het artikel als rechtsgrondslag voor een richtlijn overwerktij<strong>de</strong>n betwistte, werd <strong>de</strong>ze door het Hof gehandhaafd (Barnard 2000: 70-71). Doordat artikel 118a van het eg-Verdrag vanaf het beg<strong>in</strong> was on<strong>de</strong>rworpenaan meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad, kon een Brits veto wor<strong>de</strong>n omzeild.De Commissie heeft via dit artikel (dikwijls <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met art. 100 eg-Verdrag) veel wetgev<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n kunnenuitvaardigen. Al met al heeft artikel 118a van het eg-Verdrag, hoewel <strong>in</strong>gevoerdon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> noemer van economisch beleid, geleid tot een significante toename vanhet han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen van <strong>de</strong> eu op sociaal terre<strong>in</strong>.Na <strong>de</strong> ratificatie van <strong>de</strong> Europese Eenheidsakte trachtte <strong>de</strong> Commissie on<strong>de</strong>rleid<strong>in</strong>g van Jacques Delors <strong>de</strong> sociale dimensie van Europa ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleid(Rho<strong>de</strong>s 1995). De euforie over <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt maakte plaats voor een discussieover <strong>de</strong> onbedoel<strong>de</strong> sociale gevolgen ervan. Op <strong>de</strong> Top van Hannover <strong>in</strong> 1988presenteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Commissie haar bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel De sociale dimensievan <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt. Een nieuw Sociaal Actieprogramma werd aangenomentij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Europese Raad van Straatsburg <strong>in</strong> <strong>de</strong>cember 1989. Hier<strong>in</strong> wer<strong>de</strong>nverschillen<strong>de</strong> richtlijnen en aanbevel<strong>in</strong>gen voor harmonisatie en uitbreid<strong>in</strong>g vanmeer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> sociale dialoog samengebracht on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>noemer van het Handvest van fundamentele sociale rechten voor werknemers,oftewel het Sociaal handvest (Tsoukalis 2000).Tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren tachtig werd <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate dui<strong>de</strong>lijk dat hetaccommo<strong>de</strong>ren van zoveel verschillen<strong>de</strong> beleidstradities, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs- enuitvoer<strong>in</strong>gssystematieken en besluitvorm<strong>in</strong>gsstijlen niet langer op uniformeEuropese basis kon geschie<strong>de</strong>n. Dit stimuleer<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gvan meer <strong>in</strong>novatieve flexibele <strong>in</strong>stitutionele oploss<strong>in</strong>gen. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkwas het niet <strong>de</strong> beleidsconcurrentie tussen <strong>de</strong> Zuid-Europese en <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>entaleen Scand<strong>in</strong>avische verzorg<strong>in</strong>gsstaatclusters, maar <strong>de</strong> politieke confrontatietussen <strong>de</strong> Europese Commissie en Groot-Brittannië (met <strong>in</strong> het kielzog an<strong>de</strong>re‘onwillige’ lan<strong>de</strong>n) die <strong>de</strong> noodzaak tot <strong>in</strong>stitutionele flexibiliteit <strong>in</strong> eu-verbandop <strong>de</strong> spits dreef. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over het Verdrag van Maastrichtstrand<strong>de</strong>n pog<strong>in</strong>gen om <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen van het Sociaal handvest op te nemenals artikel 117 <strong>in</strong> <strong>de</strong> verdragstekst op een Brits veto (Cullen en Campbell 1998:264). Het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsresultaat was een apart, voor elf lidstatenb<strong>in</strong><strong>de</strong>nd Protocol betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> sociale politiek (kortweg het Sociaal protocol)op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> stemm<strong>in</strong>g bij unanimiteit<strong>in</strong>zake <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>nvorm<strong>in</strong>g en sociale zekerheid (Br<strong>in</strong>kmann 1998:239; Hantrais 2000: 27). Dit compromis over versterkte samenwerk<strong>in</strong>g tussen elflan<strong>de</strong>n was aanvaardbaar voor alle twaalf lidstaten. Voor <strong>de</strong> groep van elf werdhet nu mogelijk om met gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid richtlijnen aan te nemenover <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n, consultatie van werknemers en gelijke kansenvoor mannen en vrouwen. De meeste marktcorrigeren<strong>de</strong> <strong>in</strong>terventies blevenechter afhankelijk van <strong>de</strong> unanimiteitsprocedure b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Raad. In zekere z<strong>in</strong>markeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Britse opt-out <strong>de</strong> eerste aanzet <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van meer differentiatie<strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese sociale-beleidsontwikkel<strong>in</strong>g, waarbij het <strong>in</strong>dividuele lidstatenwerd toegestaan om op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het Europees beleid verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkeposities te betrekken. Overigens moet direct wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong>‘kopgroep’ van elf niet bepaald voortvarend te werk g<strong>in</strong>g. Ondanks <strong>de</strong> verhevenambities “to cont<strong>in</strong>ue along the path laid down <strong>in</strong> the 1989 Social Charter”wer<strong>de</strong>n er geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van Britse opt-out tot aan het Verdrag vanAmsterdam niet meer dan vier richtlijnen aangenomen <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van hetSociale protocol (Barnard 2000).99Een twee<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>novatie die uit het Sociale protocol voortvloei<strong>de</strong>,betrof <strong>de</strong> formaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese sociale dialoog tussen <strong>de</strong> sociale partnersop communautair niveau. Hier<strong>in</strong> participeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vertegenwoordigers van <strong>de</strong>sociale partners, te weten <strong>de</strong> Union of Industries of the European Communities


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie(unice), het European Centre of Public Enterprises (ceep) en <strong>de</strong> European Tra<strong>de</strong>Union Confe<strong>de</strong>ration (etuc). Het Sociale protocol stel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Europese socialepartners <strong>in</strong> staat Europese collectieve overeenkomsten te on<strong>de</strong>rtekenen.Deze overeenkomsten kon<strong>de</strong>n via besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>de</strong> kracht krijgenvan ka<strong>de</strong>rrichtlijnen met m<strong>in</strong>imumstandaar<strong>de</strong>n die veel beleidsvrijheid toelietenop nationaal en sectoraal niveau (Br<strong>in</strong>kmann 1998: 241-242). De ka<strong>de</strong>rrichtlijnvoor ou<strong>de</strong>rschapsverlof bepaal<strong>de</strong> bijvoorbeeld dat vrouwen en mannen rechthad<strong>de</strong>n op drie maan<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rschapsverlof na <strong>de</strong> geboorte of adoptie van eenk<strong>in</strong>d, hoewel lidstaten en/of nationale sociale partners zelf <strong>de</strong> condities en modaliteitenmochten specificeren. Bovendien was het volgens artikel 4 van het protocolvoor een lidstaat mogelijk om <strong>de</strong> sociale partners op hun verzoek te belastenmet <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong> richtlijnen. De resultaten van <strong>de</strong> sociale dialoogvol<strong>de</strong><strong>de</strong>n echter niet aan <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen, ook later niet. Naast <strong>de</strong> richtlijn overou<strong>de</strong>rschapsverlof wer<strong>de</strong>n er slechts enkele an<strong>de</strong>re collectieve overeenkomstenomgezet <strong>in</strong> richtlijnen (namelijk die ten aanzien van <strong>de</strong>eltijdwerk en flexibelecontracten en recentelijk, <strong>in</strong> 2002, die ten aanzien van telewerken).100De opt-out van Groot-Brittannië, <strong>de</strong> magere resultaten van <strong>de</strong> Europese socialedialoog en bovendien <strong>de</strong> veranker<strong>in</strong>g van het subsidiariteitspr<strong>in</strong>cipe <strong>in</strong> hetVerdrag van Maastricht (waarmee nog eens werd on<strong>de</strong>rstreept dat sociaal beleid<strong>in</strong> Europa primair een nationale aangelegenheid was), gaf met name <strong>in</strong> sociaal<strong>de</strong>mocratischekr<strong>in</strong>g aanleid<strong>in</strong>g om te spreken van een ‘scheefgroei’ tusseneconomisch en sociaal beleid. Marktcorrigeren<strong>de</strong> ‘positieve <strong>in</strong>tegratie’ zou tewe<strong>in</strong>ig gelijke tred hou<strong>de</strong>n met marktverruimen<strong>de</strong> ‘negatieve <strong>in</strong>tegratie’.Veel critici g<strong>in</strong>gen er bovendien van uit dat <strong>de</strong> autonome beleidsruimte voor <strong>de</strong>nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaten extra op <strong>de</strong> proef zou wor<strong>de</strong>n gesteld na <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnameaan <strong>de</strong> emu. Er werd gewezen op het gevaar van negatieve spill-overs van <strong>de</strong>monetaire <strong>in</strong>tegratie voor het nationale sociaal beleid, met name voor <strong>de</strong> loonpolitieken het werkgelegenheidsbeleid (Scharpf 1999). In <strong>de</strong> loonpolitiek wassprake van een heroriëntatie van <strong>in</strong>komensherver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeidsverhoud<strong>in</strong>gennaar meer marktconforme loonmatig<strong>in</strong>g. In het arbeidsmarktbeleid vond eenverschuiv<strong>in</strong>g plaats naar meer flexibele en activeren<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. De nieuweemu-ka<strong>de</strong>rs beperkten <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van nationale overhe<strong>de</strong>n om bij asymmetrischeschokken macro-economische <strong>in</strong>strumenten <strong>in</strong> te zetten (wisselkoers,rentevoet, overheidsuitgaven). Het voeren van een activerend en flexibiliserendarbeidsmarkt- en socialezekerheidsbeleid werd daardoor belangrijker als <strong>in</strong>strumentvoor schokabsorptie (wrr 2000: 81-83; Hemerijck en Colijn 2000: 197).Dit beteken<strong>de</strong> echter niet dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van met name fiscale en budgettaire <strong>in</strong>strumentendoor nationale overhe<strong>de</strong>n geheel was achterhaald, aangezien <strong>de</strong> emuka<strong>de</strong>rs<strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk toch niet zo strak en <strong>de</strong> arbeidsmarkten toch niet zo flexibelbleken te zijn als <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig wel werd gedacht.


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleid4.2.5 respect voor beleidsdiversiteit bij ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> europese socialezorgen (1995-2002)In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren negentig brak een fase aan die het beste kanwor<strong>de</strong>n gekarakteriseerd als een perio<strong>de</strong> van respect voor beleidsdiversiteit bijge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> Europese sociale zorgen. Met <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu <strong>in</strong> 1999 kwamen<strong>de</strong> concurrentieverhoud<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen Europa nog gevoeliger te liggen. Dit hiel<strong>de</strong>en kwalitatieve veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> van <strong>de</strong> condities waaron<strong>de</strong>r Europese arbeidsmarktenfunctioneer<strong>de</strong>n. De emu-convergentiecriteria gaven een belangrijkeimpuls aan het <strong>in</strong>strument van ‘sociale pacten’ <strong>in</strong> on<strong>de</strong>r meer Ierland, Italië,F<strong>in</strong>land, Oostenrijk, Portugal en Spanje. De hervorm<strong>in</strong>gsdruk op <strong>de</strong> nationaleverzorg<strong>in</strong>gsstaat werd versterkt door <strong>de</strong> start van het emu-project. Dat gold ookvoor lidstaten die <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste <strong>in</strong>stantie daar<strong>in</strong> niet participeer<strong>de</strong>n, maar opafstand wel gebon<strong>de</strong>n waren aan een beleid van har<strong>de</strong> munten (Groot-Brittannië,Zwe<strong>de</strong>n en Denemarken). Nationale beleidsmakers uit on<strong>de</strong>r meer België enDenemarken namen <strong>in</strong> dit kielzog <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g op zich tot het benchmarkenvan <strong>de</strong> loonpolitiek. In <strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong> sociale zekerheid was sprake van eenverschuiv<strong>in</strong>g van een passief beleid gericht op <strong>in</strong>komensherver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (werkloosheidscompensatie)naar een activerend beleid gericht op <strong>de</strong> participatiebevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen reïntegratie van kwetsbare groepen. Naarmate meer mensen participeer<strong>de</strong>n op<strong>de</strong> arbeidsmarkt, lever<strong>de</strong>n zij immers een grotere bijdrage aan het betaalbaarhou<strong>de</strong>n van een a<strong>de</strong>quaat niveau van sociale bescherm<strong>in</strong>g. Doordat <strong>de</strong>elname aan<strong>de</strong> emu nationale overhe<strong>de</strong>n grote beperk<strong>in</strong>gen opleg<strong>de</strong> ten aanzien van <strong>de</strong>omvang van <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>nlast en het begrot<strong>in</strong>gstekort en ook <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g opmid<strong>de</strong>llange termijn enorme kostenstijg<strong>in</strong>gen met zich zou meebrengen, werdhet op grote schaal toestaan van vervroeg<strong>de</strong> uittred<strong>in</strong>g en an<strong>de</strong>re vormen vanbetaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>activiteit steeds meer als <strong>de</strong>stabiliserend gezien. Daarom werd <strong>de</strong>toelat<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> sociale zekerheid selectiever gemaakt, kregen sociale rechten <strong>in</strong>toenemen<strong>de</strong> mate een voorwaar<strong>de</strong>lijk karakter en wer<strong>de</strong>n tevens <strong>de</strong> uitker<strong>in</strong>genverlaagd. Ten slotte werd ook <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>g vannationale verzorg<strong>in</strong>gsstaten aan hervorm<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rworpen (Hemerijck enSchludi 2000).101Naast <strong>de</strong> economische <strong>in</strong>tegratie versnel<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> ‘klassieke’ verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>Europese bevoegdhe<strong>de</strong>n ten aanzien van <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> jarennegentig. In Amsterdam (1997) werd artikel 118a van het eg-Verdrag omgenummerdtot artikel 137 (1). Reeds <strong>in</strong> het Sociale protocol had het betrekk<strong>in</strong>g gekregenop een breed scala van aspecten van ‘het arbeidsmilieu’. Niet alleen vielen daaron<strong>de</strong>r<strong>de</strong> veiligheid en gezondheid van werknemers, maar ook <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n,<strong>de</strong> voorlicht<strong>in</strong>g en raadpleg<strong>in</strong>g van werknemers, <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie vanpersonen die van <strong>de</strong> arbeidsmarkt waren uitgesloten en <strong>de</strong> gelijkheid van kansenvoor mannen en vrouwen op <strong>de</strong> arbeidsmarkt en op het werk. Al <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpenkwamen <strong>in</strong> het Verdrag van Amsterdam on<strong>de</strong>r meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>gte vallen. Een aantal nieuwe aspecten werd voorlopig on<strong>de</strong>rhavig gemaakt aanun<strong>in</strong>amiteitsbesluitvorm<strong>in</strong>g (art. 137 (3) eg-Verdrag), te weten <strong>de</strong> sociale zekerhei<strong>de</strong>n bescherm<strong>in</strong>g van werknemers, <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g van werknemers bij


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniebeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst, <strong>de</strong> collectieve belangenvertegenwoordig<strong>in</strong>gen me<strong>de</strong>zeggenschap, <strong>de</strong> werkgelegenheidsvoorwaar<strong>de</strong>n voor werknemersuit <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële bijdragen ten bate van <strong>de</strong> werkgelegenheidsbevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.Op <strong>de</strong> Top van Nice <strong>in</strong> 2001 kwamen ten slotte ook <strong>de</strong>zeaspecten on<strong>de</strong>r besluitvorm<strong>in</strong>g bij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid te vallen(art. 2 (9) Verdrag van Nice). Verdragsmatig uitgesloten van <strong>de</strong> Europesebevoegdhe<strong>de</strong>n bleven echter <strong>de</strong> al s<strong>in</strong>ds Maastricht expliciet uitgezon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>aspecten: <strong>de</strong> belon<strong>in</strong>g, het recht van verenig<strong>in</strong>g en het stak<strong>in</strong>gs- en uitsluit<strong>in</strong>gsrecht(art. 137 (6) eg-Verdrag).102Een belangwekken<strong>de</strong> stap <strong>in</strong> het <strong>in</strong>tegratieproces, die zich mogelijk spoedig zal‘verhar<strong>de</strong>n’, betreft het op <strong>de</strong> Top van Nice afgekondig<strong>de</strong> Handvest van <strong>de</strong>Grondrechten van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>. Hier<strong>in</strong> zijn burgerrechten, politieke, economischeen sociale rechten uit uiteenlopen<strong>de</strong> Europese en <strong>in</strong>ternationale rechtsbronnensamengebracht. Lange tijd is dit een relatief on<strong>de</strong>rontwikkeld terre<strong>in</strong>gebleven, doordat ‘positief’ Europees sociaal beleid meestal gericht is geweest op<strong>de</strong> ‘<strong>in</strong>dustriële rechten’, gerelateerd aan <strong>de</strong> werkgelegenheid en het vrij verkeertussen <strong>de</strong> lidstaten. S<strong>in</strong>ds enige tijd is <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van sociale rechten echter<strong>in</strong> een stroomversnell<strong>in</strong>g terechtgekomen. Ambitieus was reeds het voorstel vanhet Comité van Wijzen <strong>in</strong> 1996 om een reeks sociale rechten op te nemen <strong>in</strong> hetverdrag of eventueel <strong>in</strong> een toekomstig basisverdrag. Hoewel het <strong>in</strong> Nice afgekondig<strong>de</strong>handvest formeel niet meer is dan een plechtige politieke verklar<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> Raad, kan het ter<strong>de</strong>ge helpen een uniforme uitleg en handhav<strong>in</strong>g van grondrechtente garan<strong>de</strong>ren (Menén<strong>de</strong>z 2002). Inmid<strong>de</strong>ls hebben al verschei<strong>de</strong>ne rechtbankener door referentie een juridische werk<strong>in</strong>g aan gegeven. Op dit moment is<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Conventie een discussie gaan<strong>de</strong> over <strong>de</strong> vraag of het handvestmoet wor<strong>de</strong>n opgenomen <strong>in</strong> het eu-Verdrag. In dat geval zou<strong>de</strong>n er bots<strong>in</strong>genkunnen ontstaan met het Europees Verdrag voor <strong>de</strong> Rechten van <strong>de</strong> Mens(evrm). Daarom wordt als alternatief voorgesteld om het handvest niet <strong>in</strong> hetverdrag op te nemen, maar <strong>de</strong> eu rechtspersoonlijkheid toe te kennen om hethandvest on<strong>de</strong>r het evrm te laten vallen. Wordt het handvest wel <strong>in</strong> het verdraggeïntegreerd, dan is <strong>de</strong> precieze formuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verdragstekst voor <strong>de</strong>toekomstige vormgev<strong>in</strong>g van het Europees en nationaal sociaal beleid uiteraardvan groot belang.Aanpass<strong>in</strong>gsproblemen manifesteren zich zeer verschillend <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier Europeseverzorg<strong>in</strong>gsstaatclusters (Scharpf en Schmidt 2000; Hemerijck en Schludi 2000).Tabel 4.2 illustreert dat <strong>de</strong> diverse clusters uiteenlopen<strong>de</strong> prestaties leveren ophet punt van <strong>de</strong> werkgelegenheid. Vanwege <strong>de</strong>ze differentiatie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>gsprocessennog steeds gekenmerkt door divergeren<strong>de</strong> beleidsreacties,ondanks <strong>de</strong> convergentiedruk van <strong>de</strong> Europese economische <strong>in</strong>tegratie, <strong>de</strong>algehele herwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het activerend beleid ter bestrijd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werklooshei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gelijksoortigheid van <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>gen (zoals <strong>de</strong> economische <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g,<strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> diensteneconomie en <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g).De lan<strong>de</strong>n met een cont<strong>in</strong>entale verzorg<strong>in</strong>gsstaat zijn <strong>de</strong> afgelopen tw<strong>in</strong>tig jaarniet <strong>in</strong> staat gebleken om werkgelegenheid te creëren <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke of private


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidTabel 4.2Arbeidsmarktcijfers (2000) eu-15, per clusterWerk- Werk- Werk- Langdurig Werk- Jeugd- Werkgelegen-loosheid loosheid werklozen gelegen- werkloos- gelegenheid<strong>in</strong> % <strong>in</strong> % <strong>in</strong> % <strong>in</strong> % heid van heid <strong>in</strong> % heid van(2001) vrouwen ou<strong>de</strong>ren<strong>in</strong> % <strong>in</strong> %BelgiëDuitslandFrankrijkLuxemburgNe<strong>de</strong>rlandOostenrijk60,564,862,061,772,968,27,07,99,52,43,03,76,57,88,52,02,63,43,84,43,70,70,81,051,551,755,148,663,659,56,54,67,12,54,02,925,037,429,327,237,929,2Ierlandvk65,271,54,25,53,85,31,61,554,164,83,38,345,150,5DenemarkenF<strong>in</strong>landZwe<strong>de</strong>n76,367,370,84,79,85,94,69,15,21,02,81,771,664,369,35,311,15,554,641,264,3103GriekenlandItaliëPortugalSpanje55,753,768,354,811,110,54,114,110,59,84,612,86,16,31,65,941,239,660,340,311,311,84,211,439,027,351,736,6eu-1563,38,27,73,654,07,837,5Bron: Europese Commissie (2002h)dienstverlen<strong>in</strong>g (Ne<strong>de</strong>rland is een positieve uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g). De hoge brutoarbeidskosten,gecomb<strong>in</strong>eerd met <strong>de</strong> relatief lage arbeidsparticipatie van metname (gehuw<strong>de</strong>) vrouwen en ou<strong>de</strong>ren, vormen een belemmer<strong>in</strong>g voor banengroei<strong>in</strong> <strong>de</strong> private sector en een aanleid<strong>in</strong>g tot allerlei vormen van vervroeg<strong>de</strong>uittred<strong>in</strong>g. De werkgelegenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke sector wordt gefrustreerd door hetzware beslag dat <strong>de</strong> grote groep <strong>in</strong>actieven legt op <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat.De uitker<strong>in</strong>gen zijn qua duur en hoogte gekoppeld aan het arbeidsverle<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>ssituatie en wor<strong>de</strong>n groten<strong>de</strong>els gef<strong>in</strong>ancierd uit premies enafdrachten van werkgevers en werknemers. Hierdoor treedt een negatieve spiraalvan lage productiviteit, hoge loonkosten en stijgen<strong>de</strong> <strong>in</strong>activiteit <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g(Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen 1996; Scharpf 1997).In <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n met het Angelsaksische verzorg<strong>in</strong>gsstaattype zijn <strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia gepaard gegaan met een gestage groei van laagbetaal<strong>de</strong>banen en een enorme toename van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komensongelijkheid, arbeidsmarkt-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniesegmentatie en relatieve armoe<strong>de</strong>. De selectieve toegang tot sociale verzeker<strong>in</strong>genheeft geresulteerd <strong>in</strong> een vlucht <strong>in</strong> particuliere sociale verzeker<strong>in</strong>gen (metname <strong>in</strong> <strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong> pensioenen). Vanwege het lage niveau van <strong>de</strong> uitker<strong>in</strong>genvoor werkloosheid, ziekte en ou<strong>de</strong>rdom zijn er ondanks <strong>de</strong> relatief lage belast<strong>in</strong>gdruknauwelijks fiscale houdbaarheidsproblemen en is <strong>de</strong> arbeidsparticipatie relatiefhoog. Vooral <strong>in</strong> Groot-Brittannië ontbreekt het echter aan voldoen<strong>de</strong> hoogwaardigek<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang voor vrouwen die (onvrijwillig) laagwaardige parttimebanen accepteren. Met loonsubsidies wordt geprobeerd het <strong>in</strong>komen van laagbetaal<strong>de</strong>werknemers en hun gez<strong>in</strong>nen aan te vullen (Clasen 2001). In het relatieftraditioneel rooms-katholieke en <strong>de</strong> afgelopen jaren buitengewoon welvaren<strong>de</strong>Ierland zijn <strong>de</strong>ze sociale problemen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r nijpend.104Het Scand<strong>in</strong>avische mo<strong>de</strong>l wordt geconfronteerd met toenemen<strong>de</strong> fiscale problemenvanwege <strong>de</strong> hoge kapitaalmobiliteit, <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>gsbeperk<strong>in</strong>gen door monetaire<strong>in</strong>tegratie en <strong>de</strong> politieke oppositie tegen <strong>de</strong> hoge belast<strong>in</strong>gdruk. Hiertegenoverstaat dat <strong>de</strong> werkgelegenheidsgroei <strong>in</strong> <strong>de</strong> private, laagbetaal<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>gop gespannen voet staat met Scand<strong>in</strong>avische niveller<strong>in</strong>gsambities.Vasthou<strong>de</strong>n aan <strong>in</strong>komensniveller<strong>in</strong>g houdt bij een strenge begrot<strong>in</strong>gsdiscipl<strong>in</strong>emeer werkloosheid <strong>in</strong>. Het unieke van <strong>de</strong> Scand<strong>in</strong>avische verzorg<strong>in</strong>gsstaat schuilt<strong>in</strong> <strong>de</strong> belangrijke rol van <strong>de</strong> overheid als werkgever <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeids<strong>in</strong>tensieve dienstverlen<strong>in</strong>gvoor gez<strong>in</strong>nen met jonge k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, gehandicapten en ou<strong>de</strong>ren.De diensten<strong>in</strong>tensieve Scand<strong>in</strong>avische verzorg<strong>in</strong>gsstaat schept hiermee nietalleen werkgelegenheid voor hoogopgelei<strong>de</strong> professionals, maar biedt ook veelkansen voor mannen en vrouwen met een lagere opleid<strong>in</strong>g.In Zuid-Europa wordt <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>entale ‘<strong>in</strong>activiteitsval’ versterkt door het str<strong>in</strong>genteregime van <strong>de</strong> arbeidsmarktreguler<strong>in</strong>g. Het gevolg hiervan is een groeien<strong>de</strong>kloof tussen ‘<strong>in</strong>si<strong>de</strong>rs’ en ‘outsi<strong>de</strong>rs’ op <strong>de</strong> arbeidsmarkt, met sociale uitsluit<strong>in</strong>gon<strong>de</strong>r jongeren en vrouwen (Ferrera 2000). Jonge vrouwen met k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren hebbennauwelijks mogelijkhe<strong>de</strong>n om een carrière met zorgtaken te comb<strong>in</strong>eren.Dat verklaart ook het lage geboortecijfer <strong>in</strong> Zuid-Europa, naast <strong>de</strong> extreem hogepensioendruk. Meer dan el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> Europa is <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke verzorg<strong>in</strong>gsstaat blijvensteken <strong>in</strong> het traditionele kostw<strong>in</strong>nersmo<strong>de</strong>l, met <strong>de</strong> zwarte markt als belangrijkeadditionele <strong>in</strong>komensbron voor familienetwerken.Gelijksoortige ontwikkel<strong>in</strong>gen (groei van <strong>de</strong> diensteneconomie, dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>vraag naar laaggeschool<strong>de</strong> arbeid, vergrijz<strong>in</strong>g, enzovoorts) lei<strong>de</strong>n dus <strong>in</strong> wisselwerk<strong>in</strong>gmet <strong>de</strong> vigeren<strong>de</strong> stelsels van sociale zekerheid tot zeer verschillen<strong>de</strong>beleidsproblemen (vergelijk tabel 4.2). Er bestaat <strong>de</strong>rhalve niet één i<strong>de</strong>ale remedievoor <strong>de</strong>ze problemen. Daarvoor is alleen een regime-specifieke aanpak op basisvan bestaand nationaal beleid voldoen<strong>de</strong> effectief. Dit bewijst eens te meer hetblijvend belang van nationale politieke en sociaal-economische <strong>in</strong>stituties,ondanks – of misschien wel dankzij – <strong>de</strong> grotere rol van <strong>de</strong> eu <strong>in</strong> het macroeconomischen sociaal beleid.


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleid4.3 flexibiliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> europese governance opsociaal terre<strong>in</strong>In <strong>de</strong> jaren negentig van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw wisten <strong>de</strong> sociaal-<strong>de</strong>mocratischepartijen <strong>in</strong> een groot aantal lidstaten terug <strong>in</strong> het za<strong>de</strong>l te klimmen. Ten tij<strong>de</strong> van<strong>de</strong> Europese Raad <strong>in</strong> Amsterdam <strong>in</strong> juni 1997 waren <strong>in</strong> niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 13 van15 lidstaten <strong>de</strong> sociaal-<strong>de</strong>mocraten en socialisten aan <strong>de</strong> macht, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong>belangrijke grote lidstaten Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië. Het sociaal<strong>de</strong>mocratischepolitieke overwicht gaf aan <strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>g van het sociaalbeleid een belangrijke impuls. Aanvankelijk ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> sociaal-<strong>de</strong>mocratischereger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>rs echter voor een uitermate lastig dilemma. Zij erken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> noodzaakvan een gevarieer<strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> sociale problemen, met name van <strong>de</strong>hardnekkige werkloosheid van gemid<strong>de</strong>ld meer dan 10 procent anno 1993.Tegelijk was zowel voor specifiek nationaal als voor gezamenlijk Europees beleid<strong>de</strong> politiek-<strong>in</strong>stitutionele ruimte zeer beperkt gewor<strong>de</strong>n. Een uitweg werd gevon<strong>de</strong>n<strong>in</strong> nieuwe vormen van coörd<strong>in</strong>atie van nationale hervorm<strong>in</strong>gstrajecten opbasis van bre<strong>de</strong> gemeenschappelijke sociale doelstell<strong>in</strong>gen, waarbij voor het eerst<strong>de</strong> diversiteit van <strong>de</strong> nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaten op Europees niveau volledigwerd erkend. Dit uitgangspunt had reeds zijn weerslag gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het Witboekover groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid van Jacques Delors (1993).Ook werd heel expliciet gerefereerd aan nationale <strong>in</strong>stitutionele omstandighe<strong>de</strong>n<strong>in</strong> een aparte resolutie van <strong>de</strong> Raad te Essen bij <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g van het SociaalActieprogramma 1995-1997 (Europese Raad 1994).105De rol van het HofDe rol van het Hof was <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zeer belangrijk voor <strong>de</strong> erkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>nationale <strong>in</strong>tegriteit op het gebied van <strong>de</strong> sociale zekerheid. Lange tijd had<strong>de</strong>nbesluiten van het Hof <strong>de</strong> soevere<strong>in</strong>iteit en autonomie van <strong>de</strong> lidstaten ten aanzienvan hun verzorg<strong>in</strong>gsarrangementen vooral <strong>in</strong>geperkt. Dat gold met name voor <strong>de</strong>richtlijnen en uitspraken <strong>in</strong>zake het vrije werknemersverkeer b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt (Kapteyn et al. 1995: 636). Hoewel <strong>de</strong>ze op zichzelf bedoeld waren om <strong>de</strong>markt opener te maken, droegen zij tevens sterk bij aan <strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>g en<strong>de</strong>-nationaliser<strong>in</strong>g van het sociaal beleid. Lidstaten waren steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed <strong>in</strong>staat hun sociale bescherm<strong>in</strong>g te beperken tot hun eigen burgers, <strong>in</strong>gezetenen enterritorium. Zij verloren een <strong>de</strong>el van hun monopolie ten aanzien van het bie<strong>de</strong>nvan sociale bescherm<strong>in</strong>g. An<strong>de</strong>re b<strong>in</strong>nenlandse en buitenlandse zorgaanbie<strong>de</strong>rsnamen <strong>de</strong>ze taak <strong>de</strong>els over (Leibfried en Pierson 2000: 277-280).Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond was het opmerkelijk dat het Europese Hof tegelijk meeropkwam voor <strong>de</strong> relatieve autonomie van nationale systemen van socialebescherm<strong>in</strong>g. In een aantal belangrijke uitspraken erken<strong>de</strong> het Hof expliciet dat<strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> artikelen 85, 86 en 90 van het eg-Verdrag (nu 81, 82 en 86)over (on)eerlijke concurrentie het nationale arbeidsrecht en <strong>de</strong> nationale systemenvan sociale zekerheid kon<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rmijnen. Het Hof ontwikkel<strong>de</strong> zelfstandighet zogeheten ‘pr<strong>in</strong>cipe van nationale solidariteit’. Volgens dit pr<strong>in</strong>cipekon<strong>de</strong>n activiteiten die waren gebaseerd op nationale solidariteit niet wor<strong>de</strong>n


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieopgevat als economische activiteiten <strong>in</strong> z<strong>in</strong> van <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> artikelen enmochten nationale overhe<strong>de</strong>n voorrang geven aan overweg<strong>in</strong>gen van solidariteitboven vrije concurrentie (Barents en Br<strong>in</strong>khorst 2001: 439; Ferrera 2000). 1In 2001 werd <strong>de</strong>ze positie van het Hof overgenomen door <strong>de</strong> Raad en vastgelegd<strong>in</strong> het Verdrag van Nice. Daarbij wer<strong>de</strong>n bijvoorbeeld aan artikel 137 (<strong>in</strong>zake <strong>de</strong>sociale bescherm<strong>in</strong>g van werknemers, ex art. 118 eg-Verdrag) nieuwe bepal<strong>in</strong>gentoegevoegd. Deze “laten het recht van lidstaten <strong>de</strong> fundamentele beg<strong>in</strong>selen vanhun socialezekerheidsstelsel vast te stellen onverlet en mogen geen aanmerkelijkegevolgen hebben voor het f<strong>in</strong>anciële evenwicht van dat stelsel.”106Deze ontwikkel<strong>in</strong>g stond <strong>in</strong> wezen haaks op <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g van veel juridischespecialisten dat het Hof <strong>in</strong> zijn uitspraken met een beroep op het primaat van <strong>de</strong><strong>in</strong>terne markt vooral het proces van ‘negatieve <strong>in</strong>tegratie’ zou bevor<strong>de</strong>ren, met alsmogelijk gevolg verregaan<strong>de</strong> erosie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegriteit van nationale systemen vansociale bescherm<strong>in</strong>g. Als dat voorheen al het geval was geweest, g<strong>in</strong>g het nu <strong>in</strong>ie<strong>de</strong>r geval niet meer op. Met <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>g van het politieke klimaat <strong>in</strong> Europavan neoliberaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig naar sociaal-<strong>de</strong>mocratisch <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentigleek ook het Hof zijn accenten an<strong>de</strong>rs te gaan leggen: “[T]he European Court ofJustice has, <strong>in</strong> cases of conflict become <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>gly <strong>in</strong>cl<strong>in</strong>ed to give more weightto social values, not economic freedoms” (Menén<strong>de</strong>z 2002: 478-479).Het werkgelegenheidshoofdstukDe hernieuw<strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het Europees sociaal beleid volgens het pr<strong>in</strong>cipevan respect voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegriteit van nationale systemen en hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>geverschillen nam <strong>in</strong> belang toe. Het hoogtepunt werd bereikt toen <strong>de</strong> EuropeseRaad zich <strong>in</strong> Amsterdam unaniem schaar<strong>de</strong> achter <strong>de</strong> opname van een apartwerkgelegenheidshoofdstuk <strong>in</strong> <strong>de</strong> artikelen 125-130 van het eg-Verdrag (ex art.109n-109s). Daarnaast on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g-Blair het Sociale protocol,waarmee het een <strong>in</strong>tegraal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el werd van het eg-Verdrag. Het aangepastesociale hoofdstuk g<strong>in</strong>g gepaard met een opwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> co<strong>de</strong>cisiebevoegdheidvan het Europese Parlement, een ver<strong>de</strong>re verruim<strong>in</strong>g van besluitvorm<strong>in</strong>g bijgekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad, een expliciete referentie aan fundamentelesociale rechten en een nieuwe bepal<strong>in</strong>g voor het ontwikkelen van programma’svan sociale <strong>in</strong>sluit<strong>in</strong>g.De opname van het aparte hoofdstuk over werkgelegenheid <strong>in</strong> het Verdrag vanAmsterdam was niet zozeer een ‘functionele’ als wel een ‘politieke’ spill-over van<strong>de</strong> emu (Van <strong>de</strong>r Meer en Van Riel 2002). Dat wil zeggen dat <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>gvan het Europees werkgelegenheidsbeleid vooral moest wor<strong>de</strong>n opgevat alscompensatie voor het besluit om <strong>de</strong> emu tot stand te brengen en niet alleen alsantwoord op het verlies van nationale beleids<strong>in</strong>strumenten door economische<strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g en Europese <strong>in</strong>tegratie. Op <strong>de</strong> opname van het werkgelegenheidshoofdstukwerd sterk aangedrongen door <strong>de</strong> Commissie en door <strong>de</strong> meestecentrum-l<strong>in</strong>kse reger<strong>in</strong>gen (behalve die van <strong>de</strong> nieuwe toetre<strong>de</strong>rs Zwe<strong>de</strong>n,F<strong>in</strong>land en Oostenrijk ook van <strong>de</strong> Franse reger<strong>in</strong>g-Josp<strong>in</strong>). Door een gezamenlijkeaanpak van <strong>de</strong> werkloosheid wil<strong>de</strong>n zij aannemelijk maken dat Europa meer


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidwas dan ‘markt en munt’ en wel <strong>de</strong>gelijk een sociale dimensie had. Hierdoor werdgetracht <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> dichter bij <strong>de</strong> Europese burgers te brengen. In <strong>de</strong>ze politiekebetekenis kon het werkgelegenheidsbeleid zeker als een ‘correctie’ op Maastrichtwor<strong>de</strong>n beschouwd. In <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk en <strong>in</strong>stitutioneel opzicht kreeg <strong>de</strong> Europesewerkgelegenheidsstrategie ees een belangrijke voorbeeldfunctie voor latereontwikkel<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong> van het Europees sociaal beleid.De European Employment Strategy (ees)In Amsterdam nam <strong>de</strong> Europese Raad tevens een aparte resolutie aan over ‘groeien werkgelegenheid’ en werd besloten tot <strong>de</strong> extra Top van Luxemburg <strong>in</strong>november 1997, alwaar <strong>de</strong> ees werd gelanceerd. In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> eesverplichtten <strong>de</strong> lidstaten van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> zich ertoe hun werkgelegenheidsbeleidbeter op elkaar af te stemmen op basis van ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen (richtsnoeren)gekoppeld aan een multilaterale toezichtprocedure (<strong>de</strong> ocm). Degemeenschappelijke ‘richtsnoeren’ die wer<strong>de</strong>n vastgesteld op <strong>in</strong>itiatief van <strong>de</strong>Commissie, moesten wor<strong>de</strong>n vertaald <strong>in</strong> nationale beleidsmaatregelen en beston<strong>de</strong>nuit relatief concrete beleidsoriëntaties, met waar mogelijk kwantitatieve <strong>in</strong>dicatoren.Ze wer<strong>de</strong>n opgesteld naar analogie van <strong>de</strong> Broad Economic Policy Gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es(bepg’s), <strong>de</strong> gezamenlijke richtsnoeren voor het economische beleid. Bij <strong>de</strong>bepg’s was sprake van vrij ‘har<strong>de</strong>’ coörd<strong>in</strong>atie: lidstaten kon<strong>de</strong>n elkaar formeelter verantwoord<strong>in</strong>g roepen <strong>in</strong>dien er van <strong>de</strong> regels werd afgeweken en <strong>in</strong>dien erbegrot<strong>in</strong>gstekorten optra<strong>de</strong>n kon <strong>de</strong> Raad als uiterste mid<strong>de</strong>l boetes opleggen.Hierbij vergeleken was <strong>de</strong> ocm <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ees onmiskenbaar ‘zachter’.107Het verdrag bepaal<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> Gemeenschap tot taak had het werkgelegenheidsbeleidvan <strong>de</strong> lidstaten te on<strong>de</strong>rsteunen door <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> lidstatente bevor<strong>de</strong>ren, maar tevens <strong>de</strong> eigen nationale bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> lidstatente eerbiedigen. De ees werd aangenomen tegen <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n dat ergeen overdracht van bevoegdhe<strong>de</strong>n van het nationale niveau naar Brussel zouplaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, dat er geen extra kosten mee gemoeid zou<strong>de</strong>n zijn (een voorwaar<strong>de</strong>van <strong>de</strong> Benelux-lan<strong>de</strong>n) en dat <strong>de</strong> emu-bepal<strong>in</strong>gen volledig zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>ngerespecteerd (Van <strong>de</strong>r Meer en Van Riel 2002).De ees bestaat uit vier pijlers of prioriteiten: employability, on<strong>de</strong>rnemerschap,aanpass<strong>in</strong>gsvermogen en gelijke kansen. Afgesproken is dat ie<strong>de</strong>re lidstaat jaarlijkseen Nationaal Actieplan (nap) voor werkgelegenheid ontwikkelt, waar<strong>in</strong>richtsnoeren wor<strong>de</strong>n vertaald <strong>in</strong> nationale beleidsmaatregelen, <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>gmet dui<strong>de</strong>lijk af te bakenen, vaak meerjarige doelstell<strong>in</strong>gen. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>bre<strong>de</strong>, gemeenschappelijk overeengekomen doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n blijft er ruimte voornationale diversiteit. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ees is er een multilaterale toezichtprocedure,waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> lidstaten jaarlijks elkaars nap’s evalueren (peer review) (zie art. 128eg-Verdrag). De sociale partners op nationaal en Europees niveau wor<strong>de</strong>nbetrokken bij <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nap’s, respectievelijk <strong>de</strong> (ka<strong>de</strong>r)richtlijnen.De Commissie speelt een faciliteren<strong>de</strong> rol bij het vaststellen van <strong>in</strong>dicatoren,het uitwisselen van <strong>in</strong>formatie en het opstellen van vergelijken<strong>de</strong> analyses.De (Sociale) Raad kan <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ees met gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTekstbox 4.1 Dynamiek van het Europees sociaal beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig108Het Europees sociaal beleid heeft zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig stormachtig ontwikkeld. De word<strong>in</strong>gsgeschie<strong>de</strong>nis<strong>in</strong> vogelvlucht:• Het Sociale protocol wordt opgenomen <strong>in</strong> het Verdrag van Maastricht (1991). Dit betekent <strong>de</strong>veranker<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale dialoog en een Brits opt-out.• De Commissie presenteert haar Witboek over groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid(1993).• In Essen (1994) scharen <strong>de</strong> Europese lei<strong>de</strong>rs zich achter een mid<strong>de</strong>llangetermijnstrategie voor<strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> werkloosheid.• In Amsterdam (1997) wordt het verdrag voorzien van een apart werkgelegenheidshoofdstuk.• In Luxemburg (1997) wordt <strong>de</strong> Europese werkgelegenheidsstrategie vastgesteld, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> viernoemers (<strong>in</strong> jargon: pijlers) van employability, on<strong>de</strong>rnemerschap, aanpass<strong>in</strong>gsvermogen engelijke kansen.• In Keulen (1999) wordt dit aangevuld door <strong>de</strong> zogeheten macro-economische dialoog (hetKeulen-proces) tussen <strong>de</strong> sociale partners, <strong>de</strong> Commissie, <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad, <strong>de</strong> Sociale Raad en<strong>de</strong> Europese Centrale Bank.• In Lissabon (2000) wor<strong>de</strong>n concrete werkgelegenheidsdoelstell<strong>in</strong>gen vastgesteld, wordt <strong>de</strong>ocm erkend en uitgebreid naar <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> en sociale uitsluit<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> sociale zekerheid.• In Nice (2000) wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemeenschappelijke doelstell<strong>in</strong>gen me<strong>de</strong> op basis van uitspraken vanhet Hof geïntegreerd <strong>in</strong> het verdrag en wordt <strong>de</strong> Sociale Bescherm<strong>in</strong>gscommissie <strong>in</strong> het verdragvastgelegd (art. 144).• In Laken (2001) wordt <strong>de</strong> ocm geïntroduceerd voor <strong>de</strong> pensioenhervorm<strong>in</strong>gen.en op voorstel van <strong>de</strong> Commissie aan lidstaten aanbevel<strong>in</strong>gen doen, zon<strong>de</strong>roverigens sancties op te leggen. Ook kan <strong>de</strong> Raad <strong>de</strong> pijlers bijstellen en richtsnoerenaanpassen op basis van <strong>de</strong> verworven <strong>in</strong>zichten en voorstellen van <strong>de</strong>Commissie. Deze richtsnoeren zijn sterk geconcretiseerd: op <strong>de</strong> Top van Lissabonwerd overeenstemm<strong>in</strong>g bereikt over een werkgelegenheidsniveau van 70 procent<strong>in</strong> het algemeen en 60 procent voor vrouwen <strong>in</strong> 2010.In Stockholm is <strong>de</strong> ees ver<strong>de</strong>r versterkt door tussentijdse doelstell<strong>in</strong>gen vast teleggen en door een expliciete doelstell<strong>in</strong>g op te nemen van het werkgelegenheidsniveauon<strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>re werknemers (55- tot 64-jarigen) van 50 procent <strong>in</strong> 2010.De open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> (ocm)De ees kan wor<strong>de</strong>n beschouwd als <strong>de</strong> bakermat van <strong>de</strong> ocm (zie tekstbox 4.1).S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> Top <strong>in</strong> Luxemburg is er van <strong>de</strong> eerste experimenten met <strong>de</strong> ocm op hetterre<strong>in</strong> van werkgelegenheid een ware olievlekwerk<strong>in</strong>g naar an<strong>de</strong>re socialeterre<strong>in</strong>en uitgegaan. Deze metho<strong>de</strong> is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re toegepast op het gebied van<strong>de</strong> sociale uitsluit<strong>in</strong>g (Lissabon, 2000) en <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g van pensioenvoorzien<strong>in</strong>gen(Gotenburg en Laken, 2001). Hiernaast wordt <strong>de</strong> ocm nog gebruikt bij<strong>de</strong> implementatie van ka<strong>de</strong>rrichtlijnen voor levenslang leren en telewerken.De Europese Raad <strong>in</strong> Lissabon heeft <strong>de</strong> ocm formeel erkend als een legitieme


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidEuropese governance-vorm. De ocm is daarmee toegevoegd aan het <strong>in</strong>stitutionelearsenaal van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Er lijkt aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> 21ste eeuw <strong>de</strong>rhalve eennieuwe coörd<strong>in</strong>atierol voor <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> <strong>in</strong> het verschiet te liggen bij <strong>de</strong>pog<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> lidstaten om hun verzorg<strong>in</strong>gsstaat te herijken. Vooralsnog is <strong>de</strong>nationale staat <strong>de</strong> enige <strong>in</strong>stantie die het sociaal beleid kan voorzien vanvoldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische legitimiteit. Bij <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het sociaal beleidop Europees niveau komt het er dus <strong>de</strong>s te meer op aan <strong>de</strong> ‘scharnierfunctie van<strong>de</strong> nationale staat’ optimaal te benutten. Flexibele metho<strong>de</strong>n zoals <strong>de</strong> ocm bie<strong>de</strong>nmeer mogelijkhe<strong>de</strong>n om aan die vereiste te voldoen dan <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van harmonisatievan bovenaf.De Belgische m<strong>in</strong>ister van Sociale Zaken en Pensioenen, Van<strong>de</strong>nbroucke, <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieert<strong>de</strong> ocm als “a mutual feedback process of plann<strong>in</strong>g, exam<strong>in</strong>ation, comparison,and adjustment of the policies of [eu] Member States, all this on the basis ofcommon objectives” (Van<strong>de</strong>nbroucke 2002: viii). In <strong>de</strong> praktijk werkt <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>ongeveer als volgt. Lidstaten i<strong>de</strong>ntificeren <strong>in</strong> overleg met <strong>de</strong> Commissie eenbepaald terre<strong>in</strong> of probleem als on<strong>de</strong>rwerp van gemeenschappelijke aandacht(common concern). Zij formuleren <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge overeenstemm<strong>in</strong>g en on<strong>de</strong>rbegeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Commissie beleidsdoelstell<strong>in</strong>gen en stellen dui<strong>de</strong>lijke, liefstmeetbare <strong>in</strong>dicatoren vast. De doelstell<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n vervolgens vertaald <strong>in</strong>nationaal beleid, waarbij elke lidstaat <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe zijn eigen aanpak kiest.De uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke keuze van het beleid zelf blijft dus overeenkomstig het subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>selon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nationale verantwoor<strong>de</strong>lijkheid vallen. Elke lidstaat isvrij het nationale beleid te organiseren, zolang <strong>de</strong> prestaties maar compatibel zijnmet <strong>de</strong> overeengekomen doelstell<strong>in</strong>gen. In hoeverre dit het geval is, wordt beoor<strong>de</strong>elddoor evaluaties van <strong>de</strong> Commissie en door periodieke peer reviews (jaarlijks<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ees, tweejaarlijks <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van sociale uitsluit<strong>in</strong>g en driejaarlijks<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> pensioenhervorm<strong>in</strong>gen). Het doel hiervan is datnationaal beleid door <strong>de</strong> confrontatie met benchmarks, mechanismen van nam<strong>in</strong>gand sham<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> overname van best practices wordt bijgesteld. Op basis van <strong>de</strong>evaluaties kan <strong>de</strong> Raad <strong>in</strong>dien nodig aanbevel<strong>in</strong>gen uitvaardigen. De ocm gaathiermee ver<strong>de</strong>r dan vrijblijven<strong>de</strong> vormen van benchmark<strong>in</strong>g zoals <strong>de</strong> Jobs Studyvan <strong>de</strong> oeso uit 1994. In vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> benchmarks die behalve door <strong>de</strong>oeso ook wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door <strong>de</strong> Wereldbank en het imf, wordt bij <strong>de</strong> ocmrelatief veel reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> nationale context van beleidsoploss<strong>in</strong>gen(contextualized benchmark<strong>in</strong>g) (Hemerijck en Visser 2001; wrr 2002a: 51).Hoewel sancties ontbreken, ligt <strong>de</strong> nadruk sterk op on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge druk en op evaluatieswaar<strong>in</strong> niet <strong>de</strong> professionele beleidsanalisten van <strong>in</strong>ternationale organisaties,maar <strong>de</strong> politiek verantwoor<strong>de</strong>lijke beleidsmakers zelf elkaar <strong>de</strong> maatnemen. Voor effectieve vormen van vergelijken<strong>de</strong> evaluatie en nam<strong>in</strong>g andsham<strong>in</strong>g zijn uiteraard wel betrouwbare en robuuste <strong>in</strong>dicatoren nodig. Voor eenz<strong>in</strong>vol gebruik <strong>in</strong> ocm-processen moeten <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>dicatoren volgens Atk<strong>in</strong>son etal. (2002) aan enkele belangrijke methodologische eisen voldoen (zie ook wrr2002a). Ze moeten:• <strong>de</strong> essentie van een beleidsprobleem weergeven en een geaccepteer<strong>de</strong> normatieve<strong>in</strong>terpretatie hebben;109


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie• robuust en statisch vali<strong>de</strong> zijn;• beleidseffecten <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd laten zien die niet manipuleerbaar zijn;• vergelijkbare situaties weergeven als vergelijk<strong>in</strong>gen tussen lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>ngemaakt;• relatief eenvoudig en zon<strong>de</strong>r al te veel kosten te meten zijn;• zo transparant mogelijk zijn en i<strong>de</strong>aliter door burgers begrepen kunnenwor<strong>de</strong>n.110Op basis van <strong>de</strong> eerste evaluaties van het langst lopen<strong>de</strong> ocm-proces (<strong>de</strong> ees)kunnen we <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls een aantal conclusies trekken, die uitmon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> eengemengd oor<strong>de</strong>el (Best en Bossaert 2002; Hemerijk 2002; Zeitl<strong>in</strong> 2002; Goetschy2000). 2 In het algemeen is sprake van hogere werkgelegenheidsambities met veelmeer aandacht voor activeren<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, een sterkere focus op het verhogenvan <strong>de</strong> arbeidsparticipatie en een betere afstemm<strong>in</strong>g tussen arbeid en zorgtaken<strong>in</strong> jonge gez<strong>in</strong>nen. In <strong>de</strong> praktijk vallen vooral processen van <strong>in</strong>stitutioneleherijk<strong>in</strong>g op. Zo is er een betere horizontale afstemm<strong>in</strong>g tussen voorheengeschei<strong>de</strong>n terre<strong>in</strong>en van arbeidsmarktbeleid en sociale bescherm<strong>in</strong>g. Ook is ereen betere verticale coörd<strong>in</strong>atie tussen verschillen<strong>de</strong> lagen van politiek enbestuur, on<strong>de</strong>rsteund door liberaliser<strong>in</strong>gsoperaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeidsvoorzien<strong>in</strong>g.Voorzover <strong>in</strong> sommige lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beleidsoriëntaties al groten<strong>de</strong>els waren aangepastvóór <strong>de</strong> start van <strong>de</strong> ees (zoals <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en Denemarken), is het effectvan <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g uiteraard moeilijk op <strong>de</strong> strategie terug te voeren (Trubeken Mosher te verschijnen: 43; voor Ne<strong>de</strong>rland zie Visser en Hemerijck 1997 enZijl et al. 2002). Toch is ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionaliser<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong>oploss<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> ees versneld. Een goed voorbeeld hiervanis <strong>de</strong> ‘sluiten<strong>de</strong> aanpak’ die vanuit Denemarken naar Ne<strong>de</strong>rland is overgewaaid enwaar<strong>in</strong> werklozen b<strong>in</strong>nen een bepaal<strong>de</strong> termijn nieuwe mogelijkhe<strong>de</strong>n van werkof schol<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gegaran<strong>de</strong>erd. Ook <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n is een positief verbandtussen <strong>de</strong>elname aan het ocm-proces en beleidshervorm<strong>in</strong>gen aanwijsbaar.Zo is <strong>in</strong> Italië het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van het Luxemburgprocesaanzienlijk gerationaliseerd. In het Italiaanse arbeidsmarktbeleid warenvoorheen fragmentatie en improvisatie troef en bleven coörd<strong>in</strong>atie en evaluatieuiterst beperkt. Na 1998 is door <strong>de</strong> jaarlijkse cyclus rond <strong>de</strong> nap’s een geïnstitutionaliseerdcoörd<strong>in</strong>atieproces ontstaan, dat wordt on<strong>de</strong>rsteund door een gemo<strong>de</strong>rniseerdstatistisch apparaat en dat openstaat voor <strong>in</strong>put van <strong>de</strong> sociale partners(Italië 2002: 98-99). Wel wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Italiaanse zelfevaluatie het bezwaar geuit dat<strong>de</strong> ees en <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong> richtlijnen niet specifiek genoeg zijn toegesne<strong>de</strong>nop <strong>de</strong> Italiaanse praktijk (Trubek en Mosher te verschijnen: 44). In Frankrijkhebben zich volgens het eigen evaluatierapport door <strong>de</strong> ees grote verbeter<strong>in</strong>genvoorgedaan. Er hebben verschuiv<strong>in</strong>gen plaatsgevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van eenmeer activerend en preventief werkgelegenheidsbeleid voor <strong>de</strong> langere termijn eneen opener beleidsproces, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> betrokken m<strong>in</strong>isteries en <strong>de</strong> sociale partnersbeter samenwerken (Trubek en Mosher te verschijnen: 44-45).


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidMogelijke verbeter<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> ocmHet open coörd<strong>in</strong>atieproces b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ees is ondanks <strong>de</strong>ze eerste, overwegendpositieve gelui<strong>de</strong>n nog zeker niet volmaakt. Er is bijvoorbeeld vooralsnog we<strong>in</strong>igvoortgang geboekt bij <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van best practices <strong>in</strong> het arbeidsmarktbeleid,<strong>de</strong> sociale zekerheid en het belast<strong>in</strong>gregime en er is nog maar we<strong>in</strong>ig empirischbewijs voor het ontstaan van een leernetwerk over <strong>de</strong> grenzen van nationaleverzorg<strong>in</strong>gsstaten heen. Uit <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> ees blijkt dat het tot dusvermoeilijk is geweest vast te stellen welke specifieke <strong>in</strong>strumenten van activerendarbeidsmarktbeleid, belast<strong>in</strong>ghervorm<strong>in</strong>gen en aanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitker<strong>in</strong>genhet meest effectief zijn geweest on<strong>de</strong>r welke specifieke omstandighe<strong>de</strong>n.Voorzover hierover geen dui<strong>de</strong>lijkheid bestaat, tast men met het aanpassen van<strong>de</strong> richtsnoeren nog vaak <strong>in</strong> het duister. An<strong>de</strong>rs dan bij <strong>de</strong> emu hebben <strong>de</strong> lidstatenop het sociale terre<strong>in</strong> zich niet verbon<strong>de</strong>n aan eenvoudige en har<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatoren.Er circuleert bijvoorbeeld al jaren een lijst met ongeveer 35 arbeidsmarkt<strong>in</strong>dicatorenwaarover voortdurend wordt getwist. Ten slotte wor<strong>de</strong>n ookvraagtekens gezet bij <strong>de</strong> ‘openheid’ van <strong>de</strong> ocm. Er lijkt vooral sprake te zijn vaneen ambtelijk proces waarvoor nationale politici, belangengroepen en medianauwelijks aandacht hebben. Ook <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> sociale partners bij <strong>de</strong>ees verloopt vaak nog stroef, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re vanwege procedurele starhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>te korte tijdspanne van <strong>de</strong> jaarlijkse rapportagecyclus. De komen<strong>de</strong> jaren zal blijkenof dit k<strong>in</strong><strong>de</strong>rziektes van <strong>de</strong> ocm zijn of structurele tekortkom<strong>in</strong>gen, maar eenaantal verbeter<strong>in</strong>gen is nu al <strong>de</strong>nkbaar (zie ver<strong>de</strong>r par. 4.5).111Door een bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van management by objectives stimuleert <strong>de</strong> ocm <strong>de</strong>convergentie van doelen, prestaties en beleidsoriëntaties, maar niet (direct) vanhet nationale beleid. Ook <strong>in</strong> een vrijblijvend proces van afstemm<strong>in</strong>g zijn beleidsconvergentieen <strong>in</strong>tegratie <strong>de</strong>nkbaar, zij het zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> nationale autonomie <strong>in</strong>sterke mate wordt aangetast. Het <strong>de</strong>centrale karakter van <strong>de</strong> implementatie van<strong>de</strong> op Europees niveau ontwikkel<strong>de</strong> richtlijnen en <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> nationaleambtelijke apparaten die over een eigen beleidsruimte beschikken, helpenmee bij het verbeteren van nationale beleidsstructuren en -stijlen. Door <strong>de</strong> Europese<strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> experimenten nemen <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>nvoor on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g beleidsleren en -<strong>in</strong>noveren toe. Zo ontstaat op <strong>de</strong>n duur eenzekere congruentie tussen ‘europeaniser<strong>in</strong>g’ en ‘nationaliser<strong>in</strong>g’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> betrokkenbeleidsvel<strong>de</strong>n.In feite is <strong>de</strong> ocm een mengvorm van leren en monitoren. De <strong>de</strong>elnemerswor<strong>de</strong>n enerzijds gestimuleerd om voor elkaar open te staan, terwijl ze an<strong>de</strong>rzijdselkaar ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten kunnen hou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> les kunnen lezen. De prikkelsom <strong>de</strong>el te nemen kunnen dus zowel positief als negatief gemotiveerd zijn.Voor <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n creëren <strong>de</strong> recente <strong>in</strong>stitutionele<strong>in</strong>novaties van het Europees sociaal beleid een belangrijke leerschool voor <strong>de</strong>socialiser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> mo<strong>de</strong>rn sociaal beleid en arbeidsmarktbeleid. De huidige lidstatenkunnen op hun beurt via hetzelf<strong>de</strong> proces <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten hou<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld om te zien of ze wellicht geen achterstalligon<strong>de</strong>rhoud op het gebied van het sociale acquis trachten te maskeren. De mate


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniewaar<strong>in</strong> men er el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> Europa <strong>in</strong> slaagt om <strong>de</strong> werkgelegenheid op peil tehou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> pensioenstelsels te ontlasten, bepaalt immers me<strong>de</strong> <strong>de</strong> situatie op<strong>de</strong> arbeidsmarkt en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> pensioenen alhier (zie <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g<strong>in</strong> par. 4.5). Zend<strong>in</strong>gswerk via <strong>de</strong>ze ocm-processen naar Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa is daarom ook een vorm van verlicht eigenbelang.4.4 het sociaal en werkgelegenheidsbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong>europabre<strong>de</strong> unie4.4.1 uitgangssituatie voor <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g112De aanstaan<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu zal gepaard gaan met forse budgettaire,bestuurlijke en operationele lasten voor zowel <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> eu<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.De economische ontwikkel<strong>in</strong>gsachterstand van <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>rs isgroter en het te implementeren sociale acquis omvangrijker dan bij eer<strong>de</strong>reuitbreid<strong>in</strong>gen. Hoewel <strong>de</strong> meeste lan<strong>de</strong>n blijkens <strong>de</strong> voortgangsrapportagesvan <strong>de</strong> Commissie het tempo van aanpass<strong>in</strong>g aan het acquis hebben opgevoerd,is nog steeds niet alle sociale wetgev<strong>in</strong>g geïmplementeerd. Dat hangt ten <strong>de</strong>lesamen met een gebrek aan bestuurlijke en f<strong>in</strong>anciële capaciteit van <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>nen met onbekendheid met het sociale acquis bij <strong>de</strong> sociale partners. Om hier ietsaan te doen biedt <strong>de</strong> eu al geruime tijd Phare-hulp en organiseert zij <strong>in</strong>ternationaleconferenties voor <strong>de</strong>skundigen uit <strong>de</strong> huidige en <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten.Ten<strong>de</strong>le hangt <strong>de</strong> implementatievertrag<strong>in</strong>g samen met een sluimeren<strong>de</strong> vrees bijhet mid<strong>de</strong>n- en kle<strong>in</strong>bedrijf <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>mogelijk na<strong>de</strong>lige effecten van het acquis voor hun concurrentievermogen(Draus 2001). Het leidt dan ook geen twijfel dat <strong>de</strong> implementatie van het acquis<strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren nog tekort zal blijven schieten en <strong>in</strong> sommige sectoren eenbelast<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>haalgroei zal vormen (wrr 2001). In het ergste geval ontstaanhierdoor conflicten over oneigenlijke beleidsconcurrentie en een afnemendvertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale wetgev<strong>in</strong>g. Daarnaast ishet <strong>de</strong>nkbaar dat <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> snel veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>diensteneconomie en <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van wetgev<strong>in</strong>g na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g vakerbij een of meer lidstaten op verzet zal stuiten en daardoor trager zal verlopen.Tegenover <strong>de</strong> implementatieproblematiek en <strong>de</strong> mogelijke blokka<strong>de</strong>s <strong>in</strong> <strong>de</strong>besluitvorm<strong>in</strong>g over nieuwe regelgev<strong>in</strong>g staat <strong>de</strong> gunstige omstandigheid dat <strong>de</strong>sociale uitgaven <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten me<strong>de</strong> als gevolg van <strong>de</strong> erfenis van eenegalitaire communistische beleidsfilosofie nu al vrij hoog zijn <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tothun niveau van economische ontwikkel<strong>in</strong>g (zie tabel 4.3). De belast<strong>in</strong>gsystemen<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n zijn weliswaar gebrekkig <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met die <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidigelidstaten, maar <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten <strong>in</strong> termen van belast<strong>in</strong>genen sociale premies wijkt niet ver af. Bovendien heeft <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van hetEuropees sociaal beleid laten zien dat verbred<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g van het socialeacquis kunnen samengaan. Er zijn dan ook vooralsnog geen aanwijz<strong>in</strong>gen dat <strong>de</strong>synergie tussen bei<strong>de</strong> door <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g met tien of meer Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n tot een e<strong>in</strong><strong>de</strong> zal komen.


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidTabel 4.3Koopkracht, <strong>in</strong>komensver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (G<strong>in</strong>i-<strong>in</strong><strong>de</strong>x) en sociale uitgaven <strong>in</strong> tien Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europese lan<strong>de</strong>nbbp per hoofd (<strong>in</strong> procenten van G<strong>in</strong>i-<strong>in</strong><strong>de</strong>x Sociale uitgaven Sociale premieshet eu-15-gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>) (<strong>in</strong> procenten van het ( <strong>in</strong> procentenbbp <strong>in</strong> 1997) van belast<strong>in</strong>gen)1995 1999 2000 1996-1998 Pensioenen Zorg en 2000on<strong>de</strong>rwijsBulgarije 28 22 24 0,41 6,2 7,4 11,2Estland 32 36 38 0,37 - 12,2 9,9Hongarije 46 51 52 0,25 9,4 11,4* 12,8Letland 24 27 29 0,32 10,7 9,5 10,7Litouwen 28 29 29 0,34 7,0 9,7 6,8Polen 32 37 39 0,33 15,1 11,2 11,3Roemenië 32 27 27 0,30 - 5,9 10,9Slovenië 64 71 72 0,30 - 13,3 13,7Slowakije 44 49 48 - 8,0 10,7 11,2Tsjechië 62 59 60 0,25 8,9 11,2 14,7113Totaal 39 41 42 - - - 11,3eu-15 100 100 100 - - - 14,4* peiljaar 1996Bronnen: Kunz (2002) en Dau<strong>de</strong>rstädt (2002)De problematiek op sociaal terre<strong>in</strong> is <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>nniet wezenlijk an<strong>de</strong>rs dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige lidstaten (Clark-Dageville 2002: 123).Hardnekkige werkloosheid <strong>in</strong> een ongunstig macro-economisch klimaat, overbelastepensioenstelsels door vergrijz<strong>in</strong>g en toenemen<strong>de</strong> sociale ongelijkheidstaan immers ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu hoog op <strong>de</strong> nationale en gemeenschappelijke agenda’s.Zoals hierna zal blijken, zijn <strong>de</strong>ze problemen <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa echterwel <strong>in</strong>tenser. Het transitieproces van planeconomie naar markteconomie is <strong>in</strong> <strong>de</strong>jaren negentig gepaard gegaan met een dramatische toename van <strong>de</strong> werkloosheid,grote ongelijkheid en sterk toenemen<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>. Slechts recent is <strong>in</strong> enkeleMid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze punten sprake van een lichte verbeter<strong>in</strong>g.Vooral lan<strong>de</strong>n als Tsjechië, Slovenië en Hongarije presteren <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze opzichtenbeter dan langzame hervormers als Bulgarije en Roemenië. Niettem<strong>in</strong> hebbenook <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n nog een lange en moeizame weg te gaan voordathun arbeidsmarktstructuren en socialezekerheidsvoorzien<strong>in</strong>gen op hetzelf<strong>de</strong> peilzijn als die van <strong>de</strong> huidige lidstaten.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie4.4.2 werkloosheidSterker dan <strong>de</strong> huidige lidstaten hebben <strong>de</strong> meeste Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n te kampen met het probleem van ‘baanloze groei’: structureel hoge werkloosheidbij een relatief robuuste economische groei (zie tabel 4.4). In zes van <strong>de</strong>tien lan<strong>de</strong>n bedraagt <strong>de</strong> werkloosheid meer dan 12 procent van <strong>de</strong> beroepsbevolk<strong>in</strong>g.De werkloosheid <strong>in</strong> Bulgarije, Slowakije en Polen bena<strong>de</strong>rt zelfs 20 procent.Ondanks <strong>de</strong> forse groeicijfers <strong>in</strong> <strong>de</strong> Baltische staten blijft ook daar <strong>de</strong> werkloosheidhoog. Alleen <strong>in</strong> Roemenië, met zijn amper gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong> arbeidsmarktstructuur,en <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘koplopers’ Hongarije, Slovenië en Tsjechië bewegen <strong>de</strong> werkloosheidspercentageszich rond het eu-gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. De gunstige werkloosheidscijferskunnen echter ook hier gemakkelijk <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> situatie maskeren. In Hongarijemoet <strong>de</strong> relatief lage werkloosheid bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n afgezet tegen <strong>de</strong>ger<strong>in</strong>ge arbeidsparticipatie. Met percentages lager dan 60 ligt <strong>de</strong> arbeidsparticipatie<strong>in</strong> lan<strong>de</strong>n als Bulgarije, Hongarije, Letland, Polen en Slowakije <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt vanhet relatief lage werkgelegenheidsniveau van <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke lidstaten Griekenland,Spanje en Italië.114De lange duur van <strong>de</strong> werkloosheid is eveneens problematisch. In <strong>de</strong> meesteMid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n zit meer dan <strong>de</strong> helft van het totaal aantalwerklozen langer dan 12 maan<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r baan. Het gaat veelal om mensen metTabel 4.4Arbeidsmarkt<strong>in</strong>dicatoren <strong>in</strong> <strong>de</strong> tien Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese kandidaat-lidstaten,2001Economische Werkloos- Langdurige Werkloosheid Werkloosheid Werkgroeibij heids- werkloosheid on<strong>de</strong>r jongeren on<strong>de</strong>r vrouwen gelegenheidconstante percentage (langer dan (jonger dan (<strong>in</strong> %) on<strong>de</strong>rprijzen (<strong>in</strong> %) 12 maan<strong>de</strong>n, 25 jaar, <strong>in</strong> %) ou<strong>de</strong>ren<strong>in</strong> %)(55-64 jaar,<strong>in</strong> % )Bulgarije 4,0 19,9 63,1 39,3 18,9 23,9Estland 5,0 12,4 46,6 24,5 13,1 48,6Hongarije 3,8 5,7 44,8 10,5 4,9 23,7Letland 7,7 13,1 59,1 22,9 11,5 36,4Litouwen 5,9 16,5 56,2 30,9 13,5 39,1Polen 1,1 18,4 50,1 41,5 20,0 30,5Roemenië 5,3 6,6 48,6 17,6 6,0 50,5Slovenië 3,0 5,7 63,3 15,7 6,0 23,4Slowakije 3,3 19,4 58,3 38,9 18,5 22,5Tsjechië 3,3 8,0 52,9 16,3 9,6 36,9eu-15 3,3 7,6 44,0 15,1 9,9 38,2Bronnen: Eurostat (2002a; 2002b; 2002c)


het europees sociaal en werkgelegenheidsbelei<strong>de</strong>en lage opleid<strong>in</strong>g die niet gemakkelijk kunnen wor<strong>de</strong>n gereïntegreerd <strong>in</strong> <strong>de</strong>groeien<strong>de</strong> diensteneconomie. Ook <strong>de</strong> jeugdwerkloosheid is extreem hoog, me<strong>de</strong>door een gebrek aan werkervar<strong>in</strong>g en schol<strong>in</strong>g (zie tabel 4.4). De arbeidsparticipatievan vrouwen is met <strong>de</strong> transitie eveneens structureel gedaald, on<strong>de</strong>r meer tengevolge van bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen op goedkope k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang. Deeltijdwerk en tij<strong>de</strong>lijkebanen zijn geen algemeen geaccepteerd fenomeen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n. Het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>eltijdwerk <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale werkgelegenheid varieertvan 2 procent <strong>in</strong> Slowakije tot 17 procent <strong>in</strong> uitschieter Roemenië (het eu-gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>is 18%). Ook is het aantal tij<strong>de</strong>lijke banen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n bedui<strong>de</strong>nd lager dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu-15, behalve <strong>in</strong> Polen en Slovenië, waar hetpercentage voor tij<strong>de</strong>lijk werk <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale werkgelegenheid het eu-gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>van 13 procent dicht bena<strong>de</strong>rt (Eurostat 2002b: 4-5).Achter <strong>de</strong> werkloosheidscrisis <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa gaat een <strong>in</strong>grijpendproces van economische herstructurer<strong>in</strong>g schuil, dat gepaard gaat met eenuitstroom van arbeid van <strong>de</strong> publieke naar <strong>de</strong> private sector en van <strong>de</strong> zware<strong>in</strong>dustrie en landbouw naar <strong>de</strong> lichte <strong>in</strong>dustrie en <strong>de</strong> dienstensector. Vooral <strong>de</strong>situatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> landbouwregio’s is zorgwekkend. 3 Het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werknemers<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze streken produceert voor eigen gebruik <strong>in</strong> niet-concurreren<strong>de</strong>bedrijfjes. De werkgelegenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> landbouw loopt <strong>in</strong> alle Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n snel terug. In Polen is <strong>de</strong> landbouw nog steeds goed voor18 procent van <strong>de</strong> banen, maar die zullen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst groten<strong>de</strong>els verlorengaan (zie tabel 4.5). Net als <strong>in</strong> West-Europa wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste nieuwe banengecreëerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> diensteneconomie, met name <strong>in</strong> het openbaar bestuur, <strong>de</strong> socialezorg, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l, het toerisme en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g. De groei van <strong>de</strong>115Tabel 4.5Opbouw van <strong>de</strong> arbeidsmarkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> tien Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese kandidaat-lidstatenDienstensector <strong>in</strong> % Industriesector <strong>in</strong> % Landbouwsector <strong>in</strong> %Bulgarije 54,0 32,8 13,2Estland 58,3 34,7 7,0Hongarije 59,8 33,8 6,5Letland 58,7 26,8 14,4Litouwen 54,2 27,4 18,4Polen 50,3 31,1 18,7Roemenië 29,0 25,8 45,2Slovenië 52,7 37,7 9,6Slowakije 55,8 37,3 6,9Tsjechië 54,8 39,9 5,2Totaal 52,8 32,7 14,5eu-15 68,8 26,9 4,4Bron: Kunz (2002: 16)


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniedienstensector compenseert voorlopig echter nog geensz<strong>in</strong>s het verlies aan banen<strong>in</strong> <strong>de</strong> landbouw en <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie.Hoewel er nog heel veel ruimte is voor productiviteits- en werkgelegenheidsgroei<strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele sectoren, zal het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> nieuwe banen dus moetenwor<strong>de</strong>n gecreëerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> dienstensector. Dit vergt forse <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> schol<strong>in</strong>gsenhuisvest<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> doorstrom<strong>in</strong>g van werknemers uit <strong>de</strong> landbouwen <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie naar <strong>de</strong> dienstensector te bevor<strong>de</strong>ren. Tegelijkertijd isdui<strong>de</strong>lijk dat het stimuleren van <strong>de</strong> werkgelegenheidsgroei via fiscale bested<strong>in</strong>gsimpulsenniet mogelijk is, aangezien <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>gstekorten daarvoor <strong>in</strong> <strong>de</strong>meeste lan<strong>de</strong>n te hoog zijn. Bovendien zullen <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> lidstaten hunschuldquote, begrot<strong>in</strong>gstekort en <strong>in</strong>flatiecijfer <strong>in</strong> lijn moeten zien te brengenmet <strong>de</strong> convergentiecriteria van <strong>de</strong> emu.116De toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n lijken dus nog een behoorlijklange perio<strong>de</strong> van structurele werkloosheid <strong>in</strong> het vooruitzicht te hebben, zoals<strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n bijvoorbeeld ook <strong>in</strong> Spanje het geval was. Om <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>werkloosheid af te remmen, hebben veel reger<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig allerlei<strong>in</strong>itiatieven on<strong>de</strong>rnomen op het gebied van vervroeg<strong>de</strong> uittred<strong>in</strong>g, arbeidsongeschiktheidsuitker<strong>in</strong>genen pensioenregel<strong>in</strong>gen, die het niveau van werkgelegenheidver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r druk hebben gezet. Veel werknemers hebben zich hierdoorgeheel van <strong>de</strong> arbeidsmarkt teruggetrokken of hun toevlucht genomen tot <strong>de</strong>zwarte economie. Belast<strong>in</strong>gverlag<strong>in</strong>gen op kapitaal om buitenlandse <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genaan te trekken zijn <strong>de</strong>els gecompenseerd door verhog<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gen sociale zekerheidscontributies, waardoor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrondse economiever<strong>de</strong>r is gegroeid.Naast passieve regel<strong>in</strong>gen hebben <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n gelei<strong>de</strong>lijkaan ook activeren<strong>de</strong> arbeidsmarktmaatregelen geïntroduceerd, met een breedscala van speciale programma’s voor schol<strong>in</strong>g en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en gesubsidieer<strong>de</strong> werkgelegenheidvoor kwetsbare groepen. Momenteel berei<strong>de</strong>n zij zich voor op <strong>de</strong>elname<strong>in</strong> <strong>de</strong> ees. De zogenoem<strong>de</strong> Nationale Programma’s voor <strong>de</strong> Overname vanhet Acquis (npoa’s) verplichten hen langetermijnstrategieën te ontwikkelen tervoorbereid<strong>in</strong>g op meer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> jaarlijkse actieplannen die <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van<strong>de</strong> ees zullen moeten wor<strong>de</strong>n opgesteld. In een pog<strong>in</strong>g dit proces te begelei<strong>de</strong>nen beleidsmakers <strong>in</strong> <strong>de</strong> ees te socialiseren, heeft <strong>de</strong> Commissie het <strong>in</strong>itiatiefontwikkeld om gezamenlijk met <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten zogeheten Jo<strong>in</strong>t Assessmentsof Employment Policy (jap’s) op te stellen. Deze jap’s zijn bedoeld om <strong>de</strong>vooruitgang bij het aanpassen van het arbeidsmarktbeleid ter voorbereid<strong>in</strong>g opvolledige ees-participatie te controleren. Er zijn <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls jap’s gepubliceerdvoor Tsjechië, Slovenië, Polen, Estland, Hongarije, Slowakije en Litouwen.Daaruit blijkt welke specifieke arbeidsmarktproblemen <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele lan<strong>de</strong>nhebben, en of <strong>de</strong> oorspronkelijke vier-pijlerstructuur van <strong>de</strong> ees een goe<strong>de</strong><strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g is om <strong>de</strong> problemen op een legitieme manier op te lossen.


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidVanaf 1998 kunnen we een <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> transformatie <strong>in</strong> het arbeidsmarktbeleidwaarnemen. In Bulgarije volgt <strong>de</strong> nieuwe wettelijke regel<strong>in</strong>g ter bescherm<strong>in</strong>g vanwerklozen en ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werkgelegenheid <strong>de</strong> vier-pijlerstructuur van<strong>de</strong> ees. In Tsjechië zijn <strong>de</strong> uitgaven voor activerend arbeidsmarktbeleid <strong>in</strong> 1999verdrievoudigd. In het Tsjechische nap voor 1998/1999 is een benchmark opgenomenom <strong>de</strong> werkloosheid terug te dr<strong>in</strong>gen tot on<strong>de</strong>r 8 procent <strong>in</strong> drie jaar.Hiernaast bevat het nap maatregelen om <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>val tussen lage lonen ensociale zekerheid te mitigeren. In het ka<strong>de</strong>r van het Phare-programma van <strong>de</strong> euwordt palmif (Pro-active Labour Market Intervention Fund) gef<strong>in</strong>ancierd, eenprogramma dat kle<strong>in</strong>e projecten van <strong>in</strong>novatief arbeidsmarktbeleid op lokaal enregionaal niveau stimuleert. In Estland spelen starterssubsidies en subsidiesvoor werkgevers die laaggeschool<strong>de</strong>n aannemen een belangrijke rol.Daarentegen zien we <strong>in</strong> Polen een terugkeer van actief naar passief beleid alsgevolg van <strong>de</strong> recente werkloosheidsstijg<strong>in</strong>g. De meest vooraanstaan<strong>de</strong> actieveprogramma’s concentreren zich op schol<strong>in</strong>g en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g, gesubsidieerd tij<strong>de</strong>lijkwerk en regionale ontwikkel<strong>in</strong>gsprogramma’s. Ook <strong>in</strong> Slovenië wordt het werkgelegenheidsbeleidsteeds meer gemo<strong>de</strong>lleerd overeenkomstig <strong>de</strong> vier-pijlerstructuurvan <strong>de</strong> ees. Het gaat hierbij voornamelijk om schol<strong>in</strong>g en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g,lokale <strong>in</strong>itiatieven, publieke werken, on<strong>de</strong>rnemerschapstimulansen en specialeprogramma’s voor laaggeschool<strong>de</strong>n en gehandicapten. De ees heeft dus eenzeker potentieel om beleidsontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n te bevor<strong>de</strong>ren, ondanks <strong>de</strong> grote f<strong>in</strong>anciële beperk<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> gebrekkige<strong>in</strong>stitutionele capaciteiten. Zij biedt <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ruimte om volgens <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes van <strong>de</strong> ocm on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> gezelschap van <strong>de</strong>‘meer ervaren’ eu-lidstaten te experimenteren en beleids<strong>in</strong>novaties te ontwikkelendie passen bij hun specifieke arbeidsmarktproblematiek.117Er zijn ook kritische gelui<strong>de</strong>n te horen. Zo mel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> jap’s een m<strong>in</strong>imale betrokkenheidvan <strong>de</strong> sociale partners bij het arbeidsmarktbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europese lan<strong>de</strong>n. Hoewel dat ook voor <strong>de</strong> huidige lidstaten geldt, is <strong>de</strong>betrokkenheid van <strong>de</strong> sociale partners <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten nog lastigervanwege <strong>de</strong> gebrekkige <strong>in</strong>stitutionele ontwikkel<strong>in</strong>g van het arbeidsoverleg.De stelsels zijn divers, gefragmenteerd en <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. In veel lan<strong>de</strong>n is sprakevan politieke spann<strong>in</strong>gen tussen enerzijds <strong>de</strong> traditionele postcommunistischevakbeweg<strong>in</strong>g, die het transitieproces heeft weten te overleven, en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong>nieuwe vakbon<strong>de</strong>n, die zijn ontstaan uit <strong>de</strong> oppositie tegen <strong>de</strong> communistischeregimes. Nu <strong>de</strong> staat als belangrijkste werkgever is teruggetre<strong>de</strong>n, is bovendienniet of nauwelijks sprake van effectieve (private) werkgeversorganisaties. Metuitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van Polen, Slovenië en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate ook Hongarije is <strong>de</strong> socialedialoog <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste lan<strong>de</strong>n zwak ontwikkeld en ontbreekt het aan tripartieteconsensus over <strong>in</strong> te zetten hervorm<strong>in</strong>gen (Draus 2001). Voor een <strong>de</strong>el is dat tewijten aan <strong>de</strong> politieke verzwakk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vakbeweg<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> langzame <strong>in</strong>stitutioneleconsolidatie van effectieve werkgeversorganisaties. Maar voor een nogveel groter <strong>de</strong>el ligt dat aan het gebrek aan ervar<strong>in</strong>g met een <strong>de</strong>rgelijk overleg,een bevoog<strong>de</strong>n<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g van overhe<strong>de</strong>n en een gebrek aan bereidheid vanwerkgevers om zich collectief te organiseren en te laten vertegenwoordigen


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie(Fultz en Ruck 2001: 37). Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond is het niet verwon<strong>de</strong>rlijk dat <strong>de</strong>overheid grote vraagtekens plaatst bij <strong>de</strong> representativiteit en <strong>de</strong> competentiesvan <strong>de</strong> sociale partners en <strong>de</strong>ze lang niet altijd raadpleegt. Deze haper<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale dialoog, die een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het sociale acquisvormt, zijn <strong>de</strong> Europese Commissie uiteraard een doorn <strong>in</strong> het oog.4.4.3 pensioenen118Naast het bestrij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werkloosheid en het creëren van nieuwe banen vormt<strong>de</strong> noodzaak tot pensioenhervorm<strong>in</strong>gen een an<strong>de</strong>re grote, Europabreed ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong>uitdag<strong>in</strong>g. Van alle <strong>in</strong>komenson<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> maatregelen zijn <strong>de</strong> pensioenenverreweg het meest kostbaar (Tomes 1998: 172). Sommige Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n dreigen door hoge uitgaven aan pensioenvoorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atiemet een krimpen<strong>de</strong> afdrachtbasis <strong>in</strong> een vicieuze cirkel terecht te komen: <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong>loonbelast<strong>in</strong>g zet een rem op <strong>de</strong> werkgelegenheidsgroei en werkgevers enwerknemers hebben baat bij socialezekerheidsfrau<strong>de</strong> en het (laten) verrichten vanzwart werk, zodat <strong>de</strong> premies nog meer omhoog moeten (Barr 2001: 253). Net als <strong>de</strong>huidige lidstaten kiezen zij daarom voor het hervormen van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> omslagstelselsdoor mid<strong>de</strong>l van het verhogen van <strong>de</strong> pensioengerechtig<strong>de</strong> leeftijd, hetherzien van <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>xer<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n en het sterker koppelen van <strong>de</strong> te betalenpensioenpremies aan <strong>de</strong> te ontvangen uitker<strong>in</strong>gen.De Wereldbank en het imf hebben s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren negentig grote <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong>pensioenhervorm<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa. De verplichte private spaarplannen(<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pijler <strong>in</strong> het drie-pijlersysteem) zijn geïntroduceerd on<strong>de</strong>rhet toezicht van <strong>de</strong> Wereldbank (Brusis 1998; Müller 2001; Eatwell et al. 2000).Ook <strong>de</strong> Commissie is een groot voorstan<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze privatiser<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>pensioenstelsels. Hongarije, Letland en Polen zijn het verst gegaan met het doorvoerenvan pensioenhervorm<strong>in</strong>gen. Letland en Polen hebben <strong>in</strong> feite hetZweedse mo<strong>de</strong>l gekopieerd, waar<strong>in</strong> elke werknemer een pensioenreken<strong>in</strong>g heeftwaarop een ‘virtueel’ kapitaal wordt opgebouwd, dat pas bij <strong>de</strong> pensioner<strong>in</strong>g naarrato van <strong>de</strong> dan gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g wordt omgezet <strong>in</strong> een reëel kapitaal(Wagener 2002: 165; Chlon-Dom<strong>in</strong>czak et al. 1999). In an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>rTsjechië, laat <strong>de</strong> implementatie van <strong>de</strong> pensioenhervorm<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>gechter nog op zich wachten (Bräun<strong>in</strong>ger 2002).Pensioenhervorm<strong>in</strong>g is per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie een project van <strong>de</strong> lange a<strong>de</strong>m. Toch tekenenzich al wel enkele contouren af van <strong>de</strong> pensioenstelsels en hun tekortkom<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n. Net als <strong>de</strong> West-Europese lan<strong>de</strong>n zijn zijgeconfronteerd met <strong>de</strong> transitiekosten van het <strong>in</strong>voeren van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pijler <strong>in</strong>het traditionele omslagstelsel. In sommige lan<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r Hongarije en Polenzijn <strong>de</strong>ze kosten door <strong>de</strong> aanvankelijke populariteit van private pensioenenechter veel hoger dan verwacht. Ook zijn <strong>de</strong> premieheff<strong>in</strong>gen hoger dan die <strong>in</strong> <strong>de</strong>huidige eu-lidstaten. Daar komt bij dat er over het algemeen een vrij ger<strong>in</strong>gebetrokkenheid is van <strong>de</strong> sociale partners bij het proces van pensioenhervorm<strong>in</strong>gen(Chlon en Mora 2001).


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleid4.4.4 eenheid en verschei<strong>de</strong>nheid <strong>in</strong> een europabreed sociaal mo<strong>de</strong>lUit het voorgaan<strong>de</strong> valt af te lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> sociale agenda van <strong>de</strong> nieuwe lidstatenge<strong>de</strong>eltelijk overlapt met die van <strong>de</strong> huidige <strong>Unie</strong>le<strong>de</strong>n. Aan <strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong>grote sociale problemen zijn Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese beleidsmakers echternog te we<strong>in</strong>ig toegekomen. Tot nu toe heeft <strong>de</strong> nadruk gelegen op <strong>de</strong> overnamevan het eu-acquis en het verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van het begrot<strong>in</strong>gstekort. De transitie naar<strong>de</strong> markteconomie is <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie ten koste gegaan van <strong>de</strong> sociale bescherm<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> zwakste groepen. De voorwaar<strong>de</strong>lijke f<strong>in</strong>anciële steun van het imfen <strong>de</strong> Wereldbank, <strong>de</strong> economische crises van 1997 en <strong>de</strong> precaire begrot<strong>in</strong>gssituatienoopten tot het <strong>in</strong>voeren van een selectief en uiterst beschei<strong>de</strong>n vangnet,gericht op <strong>de</strong> meest kwetsbare groepen.Het is niet te zeggen <strong>in</strong> welke richt<strong>in</strong>g <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europese lan<strong>de</strong>n zich na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> eu zal ontwikkelen.Enerzijds vertonen <strong>de</strong> beleidsontwikkel<strong>in</strong>gen gelijkenissen met die <strong>in</strong> <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>entalelan<strong>de</strong>n. De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van het sociaal beleid v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> belangrijke mateplaats door aan arbeid gerelateer<strong>de</strong> premies en contributies. Ook is sprake van eensnelle <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van meerpijlersystemen voor pensioenen. De arbeidsmarktreguler<strong>in</strong>gvertoont grote gelijkenis met die <strong>in</strong> <strong>de</strong> meest flexibele arbeidsmarkten <strong>in</strong>West-Europa (Groot-Brittannië en Denemarken). Hoewel vakbon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n tamelijk goed zijn ontwikkeld, zijn zij <strong>in</strong> hetalgemeen slecht vertegenwoordigd <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe private sectoren. Dat geldt nogsterker voor werkgeversorganisaties. Institutionele fragmentatie verh<strong>in</strong><strong>de</strong>rt <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van een effectieve sociale dialoog en tripartiete consensusvorm<strong>in</strong>g.Die is omwille van <strong>de</strong> legitimiteit en haalbaarheid van <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>gechter zeer gewenst, met name wanneer <strong>de</strong> stap naar <strong>de</strong> emu wordt gemaakt.119In het algemeen lijken <strong>de</strong> beleidsontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio te dui<strong>de</strong>n op eentoenemen<strong>de</strong> vermeng<strong>in</strong>g van verzorg<strong>in</strong>gsstaatmo<strong>de</strong>llen (‘hybridiser<strong>in</strong>g’; Zeitl<strong>in</strong>2002). Deze ontwikkel<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand gewerkt door <strong>de</strong> snel toenemen<strong>de</strong><strong>in</strong>teractie tussen beleidsmakers op sociaal terre<strong>in</strong>. De Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n implementeren het acquis, <strong>in</strong>stitutionaliseren <strong>de</strong> sociale dialoog en schaduwen<strong>de</strong> ees en an<strong>de</strong>re ocm-processen. Ook <strong>in</strong> West-Europa is er <strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns omhet sociaal-economische beleid steeds meer te spiegelen aan <strong>de</strong> arrangementenvan succesvolle hervormers b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Het is zeer wel <strong>de</strong>nkbaar dat door al<strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gen nieuwe tussenvormen van verzorg<strong>in</strong>gsstaten zullenontstaan.4.5 conclusies en aanbevel<strong>in</strong>genHet sociaal beleid is vanouds diep verankerd <strong>in</strong> het nationaal beleid.Desondanks is <strong>de</strong> sociale dimensie van het beg<strong>in</strong> af aan ook erkend als eenwezenlijk aandachtspunt voor <strong>de</strong> eg. Reeds <strong>in</strong> 1958, dus kort na <strong>de</strong> ratificatie vanhet Verdrag van Rome, sprak <strong>de</strong> Commissie <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>g uit dat “<strong>in</strong> the futurethe Community will be judged by a larger part of public op<strong>in</strong>ion on the basis of


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieits direct and <strong>in</strong>direct successes <strong>in</strong> the field of social policy” (Barnard 2000: 6).Aanvankelijk lag <strong>de</strong> ambitie uitsluitend <strong>in</strong> <strong>de</strong> convergentie van socialezekerheidsrechtenen -wetgev<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> eg-lidstaten. Deze ambitie is er nog steeds.Parallel aan allerlei an<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Sociaal Europa is <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g vanhet ‘har<strong>de</strong>’ sociale acquis gestaag voortgegaan. In <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> paragrafen is ditgeïllustreerd aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> evolutie van artikel 137 van het eg-Verdrag (exart. 118) <strong>in</strong>zake arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n. Toch is ‘har<strong>de</strong>’ <strong>in</strong>tegratie allang niet meerhet enige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het sociale beleid. De laatste tien jaar hebben zich ‘zachtere’en meer gedifferentieer<strong>de</strong> vormen van governance <strong>in</strong> hoog tempo ontwikkeld.De ocm en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate <strong>de</strong> sociale dialoog, aanvankelijk <strong>in</strong>stitutioneleexperimenten op beperkte schaal, vormen nu <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> Europese governance.Hiermee lijkt voor <strong>de</strong> eu een nieuwe coörd<strong>in</strong>atierol te ontstaan bij pog<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> lidstaten om hun eigen verzorg<strong>in</strong>gsstaat te hervormen.Voor <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n van het huidige en toekomstige Europesesociaal beleid dient on<strong>de</strong>rscheid gemaakt te wor<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachtenachter <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van sociaal beleid op Europees niveau enerzijds en die achter<strong>de</strong> recente wend<strong>in</strong>g naar relatief flexibele vormen van governance an<strong>de</strong>rzijds.120Europeaniser<strong>in</strong>g van het sociaal beleidDe europeaniser<strong>in</strong>g van het sociaal beleid werd aanvankelijk vooral voortgedrevendoor <strong>de</strong> behoefte aan een level play<strong>in</strong>g field en <strong>de</strong> vrees voor sociale dump<strong>in</strong>g.Deze functionele spill-over van <strong>de</strong> Europese markt<strong>in</strong>tegratie vorm<strong>de</strong> met name <strong>in</strong><strong>de</strong> jaren tachtig en <strong>de</strong> vroege jaren negentig een belangrijke drijfveer. Daarna ishet accent verschoven naar het twee<strong>de</strong> cluster van motieven. Uit onvre<strong>de</strong> over<strong>de</strong> ‘scheefgroei’ tussen negatieve en positieve <strong>in</strong>tegratie ontstond met name bijsociaal-<strong>de</strong>mocratische reger<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> Commissie een streven naar een sociaalEuropa dat meer was dan ‘markt en munt’ en waar<strong>in</strong> gelijkheid van kansencentraal stond. De snelle ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese sociale agenda <strong>in</strong> hetafgelopen <strong>de</strong>cennium moet dan ook vooral wor<strong>de</strong>n opgevat als een politieke spillovervan <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en <strong>de</strong> emu.Flexibiliser<strong>in</strong>g van het sociaal beleidDe drijven<strong>de</strong> krachten achter <strong>de</strong> flexibiliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese governance opsociaal terre<strong>in</strong> kunnen niet los wor<strong>de</strong>n gezien van <strong>de</strong> nijpen<strong>de</strong> structurele problemens<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren negentig en <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> politieke bereidheid van nationaleoverhe<strong>de</strong>n tot een gecoörd<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> aanpak daarvan. De beperk<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> emuka<strong>de</strong>rsstellen aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van macro-economische <strong>in</strong>strumenten door nationaleoverhe<strong>de</strong>n vergroten bovendien het belang van arbeidsmarktbeleid dat tegelijkgecoörd<strong>in</strong>eerd en flexibel is (zie subpar. 4.2.4). Europese verzorg<strong>in</strong>gsstatenwor<strong>de</strong>n geconfronteerd met groten<strong>de</strong>els gelijksoortige endogene problemenzoals veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> arbeidsmarktpatronen als gevolg van technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen,hardnekkige werkloosheid, vergrijz<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> kostenvoor gezondheidszorg en veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> arbeids-, gez<strong>in</strong>s- en samenlev<strong>in</strong>gspatronen.Deze generieke uitdag<strong>in</strong>gen vergen regimespecifieke oploss<strong>in</strong>gen diereken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> grote nationale variatie van stelsels en diepgewortel<strong>de</strong>


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidnationale politieke gevoelighe<strong>de</strong>n. Kortom, een effectief en legitiem sociaal beleidontkomt niet aan flexibele en gedifferentieer<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> Europees ennationaal beleid <strong>in</strong> elkaars verleng<strong>de</strong> liggen en elkaar zo mogelijk versterken.Belangrijk daarbij is dat het Europees sociaal-beleidsregime voornamelijk or<strong>de</strong>nendvan aard is gebleven; <strong>de</strong> herver<strong>de</strong>len<strong>de</strong> dimensie van het sociaal beleid blijftvooral voorbehou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> nationale staat. Zo heeft zich re<strong>de</strong>lijk spontaan eensoort werkver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen het Europese en het nationale niveau gevestigd.De cruciale vraag is of <strong>de</strong> oostwaartse uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelecapaciteiten van het Europees sociaal-beleidsregime niet te boven gaat.De uitbreid<strong>in</strong>g zal onherroepelijk gepaard gaan met beleidsaanpass<strong>in</strong>gen en zalmet name aanzienlijke aanpass<strong>in</strong>gsoffers vragen van <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n. Er staan grote belangen op het spel, zoals het vrije verkeer van werknemersvanuit <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> volledige acceptatie van het socialeacquis door <strong>de</strong> nieuwe partners en <strong>de</strong> <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Is het landbouw- en cohesiebeleid na eer<strong>de</strong>re toetred<strong>in</strong>gen re<strong>de</strong>lijkgeschikt gebleken om <strong>de</strong> meegaandheid voor diepere <strong>in</strong>tegratie op sociaal terre<strong>in</strong>te ‘kopen’, het is moeilijk <strong>in</strong> te schatten <strong>in</strong> welke mate dit positieve neveneffectverloren zal gaan als <strong>de</strong> fondsen voor Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa verhoud<strong>in</strong>gsgewijsmogelijk lager uitvallen. On<strong>de</strong>rtussen is het Europees sociaal beleid geentabula rasa meer: er is een vrij uitgebreid Europees regime ontwikkeld dat doorzijn <strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke doelstell<strong>in</strong>gen voor zowel <strong>de</strong>huidige als <strong>de</strong> nieuwe lidstaten <strong>in</strong> zekere mate lock-<strong>in</strong>-effecten sorteert. In West-,Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beleidsmarges <strong>in</strong> sterkere mate dan voorheengestructureerd door het eu-beleidsregime voor werkgelegenheid en socialezekerheid. Dit betekent geensz<strong>in</strong>s dat dit regime rigi<strong>de</strong> en onveran<strong>de</strong>rlijk is.Integen<strong>de</strong>el, <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n hebben opeenvolgen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>gsron<strong>de</strong>n dikwijlssuccesvolle <strong>in</strong>itiatieven en <strong>in</strong>novaties op sociaal terre<strong>in</strong> met zich meegebracht(zie par. 4.2), die bepaald nog niet zover ‘gestold’ zijn dat ver<strong>de</strong>re herijk<strong>in</strong>g enaanpass<strong>in</strong>g onmogelijk zou<strong>de</strong>n zijn.121Naar <strong>de</strong> men<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wrr bie<strong>de</strong>n flexibele vormen van governance voorlopig <strong>de</strong>best haalbare oploss<strong>in</strong>gen op sociaal terre<strong>in</strong>, b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n vanbehoud van <strong>de</strong> verworvenhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> economische <strong>in</strong>tegratie enerzijds en waarborg<strong>in</strong>gvan het nationale primaat op herver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en sociale zekerheid an<strong>de</strong>rzijds.Met name open vormen van governance, waarbij een groot aantal partijen betrokkenkan wor<strong>de</strong>n (nationale en Europese overhe<strong>de</strong>n, ngo’s, sociale partners), lijkenhet meeste potentieel te hebben om <strong>de</strong> huidige en toekomstige sociale beleidsuitdag<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> het hoofd te bie<strong>de</strong>n. De bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordtmomenteel al op een fl<strong>in</strong>k aantal <strong>de</strong>elterre<strong>in</strong>en gebruikt. Met name daar waar <strong>de</strong>weerstand tegen supranationale harmonisatie alsook <strong>de</strong> vrees voor een race to thebottom relatief groot zijn en <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eu <strong>de</strong>rhalve altijd beperktzijn gehou<strong>de</strong>n, biedt een ‘zachte’ vorm van coörd<strong>in</strong>atie als <strong>de</strong> ocm <strong>de</strong> mogelijkheidvastgelopen beleidsprocessen los te trekken. Beleidsvraagstukken op het gebiedvan sociaal en werkgelegenheidsterre<strong>in</strong> wor<strong>de</strong>n daardoor sterk ge<strong>de</strong>politiseerd enop een probleemgerichte manier geagen<strong>de</strong>erd.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie122De effectiviteit van <strong>de</strong> ocmDe <strong>in</strong>stitutionele effectiviteit van zulke vormen van governance is op dit momentnog moeilijk te beoor<strong>de</strong>len. Niettem<strong>in</strong> kan <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls op basis van recente evaluatiesvan <strong>de</strong> eerste vijf jaar van <strong>de</strong> ees – <strong>de</strong> bakermat van <strong>de</strong> ocm – al wel wor<strong>de</strong>nvastgesteld dat <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> heterogene context van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>Europese sociale mo<strong>de</strong>llen een aantal voor<strong>de</strong>len heeft ten opzichte van b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>harmonisatie en vrijblijven<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g (Best en Bossaert 2002;Hemerijck 2002; Zeitl<strong>in</strong> 2002). De ocm is effectief <strong>in</strong> het stimuleren vanbestuurlijke hervorm<strong>in</strong>gen (<strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie van werkgelegenheidsbeleid, socialezekerheid en belast<strong>in</strong>gen) en <strong>in</strong> het aanmoedigen van meer actieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genvan werkgelegenheidsbeleid. In een aantal lan<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld Italië en Frankrijk)is blijkens <strong>de</strong> zelfevaluaties reeds dui<strong>de</strong>lijk sprake van een verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong>beleids<strong>de</strong>nken door participatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> ees (zie par. 4.3) Daar komt bij dat <strong>de</strong> ocmdoor haar openheid en gebrek aan b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten niet als politiek bedreigendwordt ervaren. De bereidheid van nationale beleidsmakers om aan <strong>de</strong> Europesebeleidsontwikkel<strong>in</strong>g <strong>de</strong>el te nemen, kan hierdoor toenemen. Bovendien kanhet beleid wor<strong>de</strong>n bijgesteld zon<strong>de</strong>r dat no<strong>de</strong>loos ‘open zenuwen’ wor<strong>de</strong>ngeraakt. Beleidskeuzen wor<strong>de</strong>n gemaakt en gelegitimeerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale arena,waarbij ook <strong>de</strong> subnationale autoriteiten en <strong>de</strong> sociale partners een rol spelen(Goetschy 1999; 2000). Juist door <strong>de</strong>ze scharnierfunctie van het nationale beleidvoluit te erkennen, kan <strong>de</strong> ocm <strong>de</strong> legitimiteit van gezamenlijke Europese oploss<strong>in</strong>genvergroten.Voor Ne<strong>de</strong>rland is het gebruik van <strong>de</strong> ocm op sociaal terre<strong>in</strong> gunstig. Zij laat <strong>de</strong>gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse verzorg<strong>in</strong>gsstaat onaangetast,terwijl er toch convergentie plaatsv<strong>in</strong>dt, die voor een kle<strong>in</strong>e, open economie ensamenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europa nuttig en noodzakelijk is. Bovendien biedt <strong>de</strong> ocm, meerdan <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>, <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lidstaten bescherm<strong>in</strong>g tegen <strong>de</strong>beleidskeuzen van grote lidstaten die convergentie zou<strong>de</strong>n willen afdw<strong>in</strong>gen.Ook biedt <strong>de</strong> ocm Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> ruimte om zelf het Europees sociaal beleid actiefte beïnvloe<strong>de</strong>n door benchmarks te zetten en good practices te ‘exporteren’.In <strong>de</strong> ees zijn lan<strong>de</strong>n als Ne<strong>de</strong>rland en Denemarken vaak trendsetters geweest.Zij hebben daarmee b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> veel aan gezag gewonnen.Naast <strong>de</strong>ze sterke kanten is ook wel een aantal zwakkere aspecten aan <strong>de</strong> opencoörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> te on<strong>de</strong>rkennen. Veel van <strong>de</strong> problemen met <strong>de</strong> ocm hebbente maken met het feit dat <strong>de</strong> zachte procedures relatief onbekend blijven ofwor<strong>de</strong>n gezien als technocratische rapportageprocessen waarbij primair hogeambtenaren en eu-<strong>in</strong>stituties betrokken zijn. Waar dat het geval is, is het dus nietecht een ‘open’ proces van beleidsontwikkel<strong>in</strong>g. De meeste lan<strong>de</strong>n hebbengetracht <strong>de</strong> sociale partners te betrekken bij <strong>de</strong> formuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nap’s, maar <strong>de</strong>te korte tijdspanne van <strong>de</strong> jaarlijkse monitor<strong>in</strong>gscyclus en procedurele starheidhebben <strong>de</strong> sociale dialoog gefrustreerd. Zelfs nationale parlementen weten veelalnauwelijks wat zich afspeelt achter <strong>de</strong> coulissen van <strong>de</strong> ees, terwijl juist hierkansen te over liggen voor nationale beleidsmakers en parlementariërs om zich te


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidprofileren, bijvoorbeeld bij lof vanuit <strong>de</strong> Raad of juist als <strong>de</strong> Commissie beleidsfalenop het spoor is.De ocm is zon<strong>de</strong>r meer precair: zij is <strong>in</strong> hoge mate afhankelijk van <strong>de</strong> bereidheidvan nationale beleidsmakers om van elkaar te leren en vrijwillig hun beleid aan tepassen, aangezien sancties ontbreken. Cruciaal voor het welslagen ervan is datnationale overhe<strong>de</strong>n openstaan voor an<strong>de</strong>re vormen van governance en zich nietopsluiten <strong>in</strong> nationale beleidsparadigma’s of ocm-processen trachten te saboterendoor free-rid<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren negentig was er klaarblijkelijkvoldoen<strong>de</strong> vertrouwen en overeenstemm<strong>in</strong>g tussen reger<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Europa om<strong>de</strong>ze processen een kans te geven, maar het is niet vanzelfsprekend dat dit ook <strong>in</strong><strong>de</strong> toekomst het geval zal zijn. Juist omdat harmonisatie niet <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong>ocm is, is <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> relatief vrijblijvend. Nationale beleidsmakers kunnenzon<strong>de</strong>r al te veel problemen nietszeggen<strong>de</strong> nap’s maken die slechts <strong>de</strong> status-quovan nationale rout<strong>in</strong>es weerspiegelen en daarom niet meer dan w<strong>in</strong>dow-dress<strong>in</strong>gzijn. Ook kunnen nationale beleidsmakers uit politiek opportunisme zich we<strong>in</strong>iggelegen laten liggen aan <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Raad. De toch al kwetsbare legitimiteitvan het vrijblijven<strong>de</strong> proces komt door dit soort free-ri<strong>de</strong>rs-gedrag dannog ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r druk te staan. Dit on<strong>de</strong>rstreept nog eens het belang van relevante,hel<strong>de</strong>re en universele <strong>in</strong>dicatoren die relatief gemakkelijk na te rekenenzijn.123Meer algemeen en speculatief is ten slotte <strong>de</strong> vraag, hoeveel diversiteit doorocm-processen eigenlijk effectief kan wor<strong>de</strong>n ‘geabsorbeerd’. Zijn peer reviewsen benchmark<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een <strong>Unie</strong> van 25 zeer verschillen<strong>de</strong> lidstaten nog wel doenlijk?Stoot <strong>de</strong> werkbaarheid van <strong>de</strong> ocm uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk niet op <strong>de</strong> grenzen van hetaantal <strong>de</strong>elnemers? Met het oog op uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> is <strong>de</strong>ze vraag zeerrelevant, maar hij is tevens buitengewoon moeilijk vooraf te beantwoor<strong>de</strong>n.Als <strong>de</strong> hoeveelheid participanten en <strong>de</strong> mate van diversiteit <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad ernstig aanwerkbaarheid van het coörd<strong>in</strong>atieproces afbreuk zou<strong>de</strong>n doen, kan het <strong>in</strong>richtenvan verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nclusters wellicht uitkomst bie<strong>de</strong>n.Versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele capaciteiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>nGegeven <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> ocm ziet <strong>de</strong> wrr op diversepunten ruimte om <strong>de</strong> Europese governance op sociaal terre<strong>in</strong> ver<strong>de</strong>r te verbeteren,vooral ook met het oog op <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> korte termijnbepleit <strong>de</strong> wrr een versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele capaciteiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>nenOost-Europese lan<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze effectief <strong>in</strong> het Europese sociaal beleid te latenparticiperen. Er zal tij<strong>de</strong>lijk een groter aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Europese fondsen naar <strong>de</strong>zelan<strong>de</strong>n moeten toevloeien, zodat zij wor<strong>de</strong>n gesteund <strong>in</strong> het ontwikkelen vanhun bestuurlijke <strong>in</strong>frastructuur om effectief mee te kunnen doen aan het evaluerenen coörd<strong>in</strong>eren van het sociaal beleid.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie124Meer stroomlijn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> sociaal-economische coörd<strong>in</strong>atieVoor <strong>de</strong> langere termijn, ten twee<strong>de</strong>, is <strong>de</strong> wrr een groot voorstan<strong>de</strong>r van hetstroomlijnen van <strong>de</strong> diverse processen van sociaal-economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong>Europees verband. Tot op he<strong>de</strong>n bestaan er vier van zulke processen: het procesvan Keulen over het macro-economische beleid, het proces van Cardiff <strong>in</strong>zake hetstructuurbeleid, het proces van Luxemburg <strong>in</strong>zake werkgelegenheid, socialeuitsluit<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>rwijs en schol<strong>in</strong>g (dat ook op <strong>de</strong> agenda van Lissabon stond), enhet Laken-proces met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> pensioenen. Omdat <strong>de</strong> zachte coörd<strong>in</strong>atiemechanismenvan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> processen open en nog <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g zijn,lopen zij het gevaar te bureaucratisch, complex en barok te wor<strong>de</strong>n en elkaar tegaan overlappen. Het belang van een bre<strong>de</strong> en <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> rationaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>sociaal-economische coörd<strong>in</strong>atieprocessen is reeds geagen<strong>de</strong>erd door <strong>de</strong> EuropeseCommissie (2002a). Belangrijker is <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese Raad omvoortaan elk voorjaar samen te komen om over sociaal-economische vraagstukkente spreken. Deze Europese Voorjaarsraad zou zich kunnen ontpoppen als <strong>de</strong>belangrijkste <strong>in</strong>stitutionele kern van Sociaal Europa, waaromheen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>beleidsprocessen zich scharen. Een volgen<strong>de</strong> stap zou kunnen zijn dat <strong>de</strong>lidstaten elke twee jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> aanloop naar <strong>de</strong>ze Voorjaarsraad een rapport methun eigen sociale-beleidsagenda (<strong>in</strong>clusief doelstell<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>dicatoren) voorleggen.In plaats van <strong>de</strong> huidige jaarlijkse monitor<strong>in</strong>gsperiodiek (zoals gebruikelijkbij <strong>de</strong> ees) ontstaat er dan een geïntegreer<strong>de</strong> tweejaarlijkse cyclus voor alleon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het sociaal beleid.Een dui<strong>de</strong>lijke rol voor <strong>de</strong> betrokken nationale en Europese <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genIn <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats acht <strong>de</strong> wrr een preciser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> betrokken nationaleen Europese <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen cruciaal voor <strong>de</strong> legitimiteit van het sociaal beleid.De rol van <strong>de</strong> Commissie op sociaal terre<strong>in</strong> blijft onverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd van groot belang,maar is wel van karakter veran<strong>de</strong>rd. Zij richt zich niet meer uitsluitend op <strong>de</strong>harmonisatie van sociale wetgev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van het acquis, maar issteeds meer ook <strong>de</strong> rol op zich gaan nemen van centrale facilitator en regisseurvan ocm-processen. De Raad heeft zichzelf daarbij meer naar voren geschovenals <strong>de</strong> partij die lidstaten op <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gers kan tikken. Mogelijk ontwikkelt hij zichnu dus ver<strong>de</strong>r tot hét centrale forum voor <strong>de</strong> tweejaarlijkse afstemm<strong>in</strong>g en afreken<strong>in</strong>g.Het Europese Parlement speelt <strong>in</strong> het Europees sociaal beleid een zeer beschei<strong>de</strong>nrol. De praktijk leert dat ook nationale parlementen er tot op he<strong>de</strong>n niet ofnauwelijks bij betrokken zijn. Dit maakt zowel <strong>de</strong> ocm als <strong>de</strong> sociale dialoog totwe<strong>in</strong>ig transparante on<strong>de</strong>ronsjes van beleidsambtenaren, vakspecialisten enbelangengroepen. De leereffecten van publieke blootstell<strong>in</strong>g via bijvoorbeeldKamervragen blijven hiermee volledig on<strong>de</strong>rbenut. Het is voor <strong>de</strong> legitimiteit van<strong>de</strong> ocm van groot belang om bij <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>g en eventuele constitutionaliser<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>breng en rol van <strong>de</strong>ze parlementen na<strong>de</strong>r tepreciseren. Het Europese Parlement dient te wor<strong>de</strong>n geraadpleegd over voorstellenomtrent <strong>de</strong> globale richtsnoeren, terwijl <strong>de</strong> nationale parlementen zichzou<strong>de</strong>n moeten bemoeien met <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nap’s. Ook <strong>de</strong> evaluaties


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidvan <strong>de</strong> Commissie en eventueel <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Raad zou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>nationale parlementen meer kunnen wor<strong>de</strong>n besproken. In het algemeen is hetverwerken van <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> ocm <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale beleidsontwikkel<strong>in</strong>gvoor verbeter<strong>in</strong>g vatbaar, zodat meer synergie kan wor<strong>de</strong>n bereikt tussen nationaalbeleid en Europese regelgev<strong>in</strong>g.Een mix van zachte en har<strong>de</strong> vormen van governanceIn <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> plaats kan vooruitgang wor<strong>de</strong>n geboekt wanneer zachte coörd<strong>in</strong>atievormenwor<strong>de</strong>n versterkt met wat har<strong>de</strong>re, algemene vormen van regelgev<strong>in</strong>g.Zachte vormen van governance lijken effectiever te zijn <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met bre<strong>de</strong>richtsnoeren en ka<strong>de</strong>rrichtlijnen dan <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> communautairewetgev<strong>in</strong>g. Momenteel gebruikt men echter slechts een handvol vanzulke richtsnoeren, aangezien het we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> effectiviteit ervannog te broos is. De uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze richtsnoeren wordt aan <strong>de</strong> beleidsvrijheidvan <strong>in</strong>dividuele lidstaten overgelaten, maar wordt tegelijk ook beoor<strong>de</strong>eld door<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elnemers en <strong>de</strong> Commissie. Dit geldt zowel voor <strong>de</strong> sociale dialoogals voor <strong>de</strong> ocm. De mix van zachtere en har<strong>de</strong>re vormen van governance kan‘doorgroeien’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>, maar kan zich ookvestigen als een blijven<strong>de</strong> werkvorm. Een aanzienlijke ‘verhard<strong>in</strong>g’ is <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>rgeval dr<strong>in</strong>gend gebo<strong>de</strong>n met betrekk<strong>in</strong>g tot het coörd<strong>in</strong>atieproces voor <strong>de</strong>pensioenvoorzien<strong>in</strong>g. Het op gang komen<strong>de</strong> proces van vergrijz<strong>in</strong>g zet <strong>in</strong> heelEuropa <strong>de</strong> arbeidsparticipatie en daarmee <strong>de</strong> premie-<strong>in</strong>komsten on<strong>de</strong>r druk.Aangezien met <strong>de</strong> komst van <strong>de</strong> euro <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>vastheid van <strong>de</strong> pensioenen meerdan ooit een Europees belang is gewor<strong>de</strong>n dat niet alleen door nationaal beleidgewaarborgd kan wor<strong>de</strong>n, verdienen har<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atievormen hier <strong>de</strong> voorkeurboven meer vrijblijven<strong>de</strong> vormen van afstemm<strong>in</strong>g. Vooral <strong>in</strong> lan<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>waar<strong>de</strong>vastheid van <strong>de</strong> pensioenen on<strong>de</strong>r druk staat (met name Frankrijk,Spanje en Griekenland), dient <strong>de</strong>ze verhard<strong>in</strong>g van het coörd<strong>in</strong>atieproces gepaardte gaan met een groter accent op verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> staatsschuld <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>rvan <strong>de</strong> emu (zie ook hoofdstuk 3 en 7).125Versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale dialoogIn <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> plaats acht <strong>de</strong> wrr het evenals <strong>de</strong> Commissie wenselijk het sociaaleconomischeoverleg (<strong>de</strong> sociale dialoog) te versterken. Een sterkere rol van <strong>de</strong> euis daarbij nodig. Het succes van <strong>de</strong>ze dialoog is tot nu toe beperkt gebleven, zowel<strong>in</strong> het wetgeven<strong>de</strong> als het consultatieve proces. De vakbeweg<strong>in</strong>g is nog altijd sterknationaal georiënteerd. Werkgevers hebben we<strong>in</strong>ig belangstell<strong>in</strong>g voor het procesen willen zich er alleen voor <strong>in</strong>zetten ‘on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schaduw van (communautaire)wetgev<strong>in</strong>g’. Tegelijk zijn zij huiverig voor b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> uitkomsten van het coörd<strong>in</strong>atieproces(Bercusson 2002: 30). Om ervoor te zorgen dat nationale werknemers-en werkgeversorganisaties zich hou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> sociale akkoor<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> <strong>de</strong>Europese sociale dialoog zijn gesloten, zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze vaker door <strong>de</strong> Raad tot(ka<strong>de</strong>r)richtlijnen moeten wor<strong>de</strong>n verheven (art. 139 eg-Verdrag). Het na<strong>de</strong>elhiervan is wel dat <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong>rgelijke richtlijnen soms beperkt is, doordat<strong>de</strong> representativiteit van <strong>de</strong> sociale partners te wensen overlaat. Daar staatechter tegenover dat <strong>de</strong> Commissie <strong>de</strong> representativiteit toetst <strong>in</strong> het licht van het


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniecollectieve eu-belang. Ook is er voor collectieve arbeidsovereenkomsten opnationaal niveau een legitimiteitstoets. Met het verzoek van <strong>de</strong> Commissie aan <strong>de</strong>Europese sociale partners (etuc, unice en ceep) om <strong>de</strong> ees-richtsnoeren <strong>in</strong>hun raamovereenkomsten op te nemen, is <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls een koppel<strong>in</strong>g gelegd tussen<strong>de</strong> ocm en <strong>de</strong> Europese sociale dialoog. Een richtlijn over het verplicht <strong>in</strong>formerenen consulteren van werknemers op nationaal niveau zou wellicht ook hetsluiten van Europese overeenkomsten over sociaal beleid begunstigen.Ook zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> werkgevers moeten wor<strong>de</strong>n overgehaald om <strong>de</strong> nieuwe EuropeseOn<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsraad een rol van betekenis te laten spelen <strong>in</strong> het <strong>in</strong>tegreren vangrote bedrijven (met name mult<strong>in</strong>ationals) <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsprocessen.Daarmee zou hun neig<strong>in</strong>g zich te onttrekken aan <strong>de</strong>ze processenkunnen wor<strong>de</strong>n gemitigeerd.126Europese subgroepvorm<strong>in</strong>gIn <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> en laatste plaats is een verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> toekomstige Europabre<strong>de</strong>sociale-beleidscoörd<strong>in</strong>atie en -<strong>in</strong>tegratie mogelijk door <strong>de</strong>ze vaker <strong>in</strong> clusters vanlidstaten te laten plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Deze clusters zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gerichtop basis van <strong>de</strong> vier Europese verzorg<strong>in</strong>gsstaatmo<strong>de</strong>llen. Op m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gevoeligebeleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zou kunnen wor<strong>de</strong>n verkend of ‘ver<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atie’ mogelijkis tussen groepen lan<strong>de</strong>n die kampen met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> sociale-beleidsproblemen.Het gaat dan dus niet om kopgroepvorm<strong>in</strong>g, maar om subgroepvorm<strong>in</strong>g vanlan<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n geconfronteerd met gelijksoortige, regimespecifieke problemen.Gedifferentieer<strong>de</strong> benchmark<strong>in</strong>g dient daartoe door <strong>de</strong> Commissie en methulp van Eurostat te wor<strong>de</strong>n gefaciliteerd. Dergelijke gecoörd<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>gsstrategieëntussen lan<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> structuurkenmerken zijn mogelijkkansrijker dan unilaterale strategieën of pog<strong>in</strong>gen tot harmonisatie tussen alleverzorg<strong>in</strong>gsstaatclusters. Een na<strong>de</strong>el van subgroepvorm<strong>in</strong>g is overigens wel datdaardoor <strong>de</strong> kruisbestuiv<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> clusters wordt bemoeilijkt <strong>in</strong> een fase diezich juist kenmerkt door toenemen<strong>de</strong> hybridiser<strong>in</strong>g van socialezekerheidsstelsels.Bovendien kan subgroepvorm<strong>in</strong>g <strong>de</strong> armere lidstaten <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa een twee<strong>de</strong>rangsstatus geven, waardoor <strong>de</strong> druk op <strong>de</strong> nationale implementatieen handhav<strong>in</strong>g van het sociaal acquis zal afnemen. Deze na<strong>de</strong>len nemenniet weg dat subgroepvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> naar alle waarschijnlijkhei<strong>de</strong>en noodzakelijke en wenselijke aanvull<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> huidige <strong>in</strong>stitutionele raamwerkop sociaal terre<strong>in</strong> zal gaan wor<strong>de</strong>n.Het is ook <strong>de</strong>nkbaar dat <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> gevallen niet alleen thematische subgroepen,maar ook kopgroepen ontstaan. Lan<strong>de</strong>n kunnen on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g besluiten tot nauweresamenwerk<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong> van Titel vii van het eu-Verdrag) om b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> socialeregelgev<strong>in</strong>g tot stand te brengen. Lidstaten kunnen eerst – al dan niet via <strong>de</strong>ocm – experimenteren met nationale maatregelen (bijvoorbeeld ter voorkom<strong>in</strong>gvan een bepaal<strong>de</strong> werkgerelateer<strong>de</strong> aandoen<strong>in</strong>g). Via leerprocessen en het uitwisselenvan best practices wor<strong>de</strong>n zij het eens over <strong>de</strong> meest effectieve preventievemaatregelen. Wanneer zij besluiten <strong>de</strong>ze regelgev<strong>in</strong>g nationaal <strong>in</strong> te voeren,ontstaat er voor an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n een concurrentiena<strong>de</strong>el door onvolledige implementatie.Stel dat Europabre<strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g via <strong>de</strong> communautaire


het europees sociaal en werkgelegenheidsbeleidmetho<strong>de</strong> niet <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad haalt,dan biedt <strong>de</strong> procedure voor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g een alternatieve, second-bestoptie, waardoor <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> kopgroep een level play<strong>in</strong>g fieldtotstandkomt. Het verdrag biedt namelijk <strong>de</strong> mogelijkheid om bovenop eenEuropees m<strong>in</strong>imumniveau strengere nationale maatregelen te handhaven(art. 137 (5)). De regels staan on<strong>de</strong>r het toezicht van <strong>de</strong> Commissie en het Hof,zodat <strong>de</strong> effectiviteit en formele legitimiteit ervan zijn gewaarborgd. Daar staattegenover dat (tij<strong>de</strong>lijk) een beperkte fragmentatie van het acquis ontstaat.Een geharmoniseerd stelsel van strengere sociale regelgev<strong>in</strong>g dat geldt voor eenbeperkte groep van ‘voorlopers’, is voor het <strong>in</strong>ternationale en Europese bedrijfslevenechter nog altijd gunstiger dan een lappen<strong>de</strong>ken van 25 of meer verschillen<strong>de</strong>nationale stelsels.127


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unienoten128123Het pr<strong>in</strong>cipe van nationale solidariteit werd voor het eerste gebruikt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Poucet& Pistre-zaak uit 1993 (C-159 & C-160/91) aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> verplichte bijdragen aaneen sectoraal Frans pensioenfonds. Het Hof stond op het standpunt dat <strong>de</strong> socialezekerheidarrangementen<strong>in</strong> kwestie “are based on a system of compulsorycontribution, which is <strong>in</strong>dispensable for the application of the pr<strong>in</strong>ciple of solidarityand the f<strong>in</strong>ancial equilibrium of those schemes. (…) Organisations <strong>in</strong>volved<strong>in</strong> the management of the public social security system fulfill an exclusivelysocial function. That activity is based on the pr<strong>in</strong>ciple of national solidarity an<strong>de</strong>ntirely non-profit-mak<strong>in</strong>g. The benefits paid are statutory benefits bear<strong>in</strong>g norelation to the amount of contribution. Accord<strong>in</strong>gly, that activity is not an economicactivity” (Barnard 2000: 33). Bij een meer recente uitspraak <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandseAlbany-zaak uit 1999 (C-67/96) refereer<strong>de</strong> het Hof expliciet aan hetVerdrag van Amsterdam om het ‘pr<strong>in</strong>cipe van nationale solidariteit’ kracht bij tezetten (Barnard 2000: 36).Zie ook <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> Commissie met evaluaties van <strong>de</strong> eerste vijf jaar van <strong>de</strong>werkgelegenheidsstrategie:http://www.europa.eu.<strong>in</strong>t/comm/employment_social/news/2002/may/eval_en.html.S<strong>in</strong>ds het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> transitie steeg <strong>de</strong> werkloosheid <strong>in</strong> agrarische gebie<strong>de</strong>n en<strong>in</strong>dustriële regio’s gemid<strong>de</strong>ld tweeënhalf keer zo snel als <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke centra enregio’s waar <strong>de</strong> dienstensector goed ontwikkeld is. De lage arbeidsmobiliteit(me<strong>de</strong> als gevolg van een slechte <strong>in</strong>frastructuur en huisvest<strong>in</strong>gsproblemen doorgrote verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong> markthuurprijzen tussen verschillen<strong>de</strong> regio’s) verergert<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> regionale onevenwichtighe<strong>de</strong>n. Net als <strong>in</strong> <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke lidstaten isook <strong>de</strong> regionale concentratie van <strong>de</strong> werkloosheid problematisch, met name <strong>in</strong>lan<strong>de</strong>n als Polen, Bulgarije en Slowakije. Deze problematiek zal <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomsteen grote druk leggen op <strong>de</strong> Europese structuur- en landbouwfondsen (zie hiervoorook wrr 2001, met name hoofdstuk 4 en 6).


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid5 het gemeenschappelijk buitenlands enveiligheidsbeleid5.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gDe externe dimensie van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> wordt <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren een van <strong>de</strong>meest <strong>in</strong> het oog spr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>g. De <strong>Unie</strong>wil een grotere rol op het <strong>in</strong>ternationale toneel gaan spelen, met name door hetvoeren van een Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (gbvb) en– als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el daarvan – een Europees veiligheids- en <strong>de</strong>fensiebeleid (evdb).De eu wordt daarmee een <strong>in</strong>ternationale politieke factor van gewicht, zeker na <strong>de</strong>verwachte uitbreid<strong>in</strong>g van het aantal lidstaten tot 25 of meer. Externe coherentie<strong>in</strong> woord en daad is daartoe dan wel een vereiste.Beleidsmakers is vaak verweten dat het gbvb ontwijkend, reactief en slechts op<strong>in</strong>terne consensus is gericht. Toch is er <strong>de</strong> afgelopen jaren veel voortganggemaakt. De benoem<strong>in</strong>g van Javier Solana tot eerste Hoge Vertegenwoordigervoor het gbvb heeft <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> een <strong>in</strong>ternationaal gezicht gegeven en heeft hetgbvb meer cont<strong>in</strong>uïteit gebracht. Daarnaast heeft het plan voor een Europese<strong>in</strong>terventiemacht het goed<strong>de</strong>els slapen<strong>de</strong> dome<strong>in</strong> van <strong>de</strong>fensie wakker geschud.Nieuwe permanente structuren hebben zich <strong>in</strong> Brussel gevestigd en <strong>de</strong> lidstatenhebben troepen en materieel beschikbaar gesteld voor <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>terventiemacht.Niettem<strong>in</strong> blijkt het ontwikkelen van een coherent en effectief gbvb eenzaak van lange a<strong>de</strong>m. Ondanks <strong>de</strong> geboekte vooruitgang op <strong>in</strong>stitutioneel niveaukan men nog steeds niet spreken van een <strong>in</strong>tegraal en echt ‘Gemeenschappelijk’Buitenlands en Veiligheidsbeleid. De vereiste consensus tussen <strong>de</strong> lidstaten overhet te voeren beleid komt lang niet altijd tot stand. Het vacuüm dat dan ontstaat,wordt dikwijls opgevuld met – soms tegenstrijdige – nationale standpunten, wat<strong>de</strong> geloofwaardigheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> als <strong>in</strong>ternationale actor aantast. De meestelidstaten hebben nog steeds een sterke neig<strong>in</strong>g tot zelfprofiler<strong>in</strong>g, hetgeen <strong>de</strong>externe eenheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> schaadt. Het beg<strong>in</strong>sel van formele gelijkheid tussen<strong>de</strong> eu-lidstaten verhoudt zich slecht met <strong>de</strong> materiële on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge ongelijkheiddie zich voordoet bij het buitenlands en veiligheidsbeleid. Ook <strong>de</strong> scheid<strong>in</strong>gtussen het gbvb en het overige externe beleid van <strong>de</strong> eu, grofweg tussen ambitiesen materiële mid<strong>de</strong>len, staat een <strong>in</strong>tegraal buitenlands en veiligheidsbeleidvoorlopig nog <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg.129Het proces van <strong>de</strong> eu-uitbreid<strong>in</strong>g is een belangrijke daad van buitenlands beleid(Sjursen 1999: 40). De <strong>Unie</strong> bev<strong>in</strong>dt zich hierdoor <strong>in</strong> een positie waar<strong>in</strong> zij grote<strong>de</strong>len van zowel het b<strong>in</strong>nenlandse als het buitenlandse beleid van <strong>de</strong> kandidaatlidstatenkan vormgeven en haar gemeenschappelijke waar<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n kan exporteren. Bij het lidmaatschap van <strong>de</strong> voormalige Oostbloklan<strong>de</strong>nspelen overweg<strong>in</strong>gen van stabiliteit en veiligheid een belangrijke rol. Reeds nudragen <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten als gevolg van hun b<strong>in</strong>nenlandse stabiliteit bij aaneen veiligere eu-omgev<strong>in</strong>g en op vele terre<strong>in</strong>en gedragen zij zich al gbvb-conform.Zij bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> nieuwe contacten, expertises en ervar<strong>in</strong>gen, die het gbvb


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniezullen verrijken. Tegelijk mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> diversiteitaan buitenlandspolitieke prioriteiten, belangen, tradities en culturen hetzoeken naar consensus <strong>in</strong> een eu van 25 of meer lidstaten een nog grotere opgavewordt dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu-15.Het doel van dit hoofdstuk is verschillen<strong>de</strong> vormen van governance voor eenmeer slagvaardig gbvb te verkennen. Speciale aandacht zal hierbij uitgaan naar(elementen van) <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>, varianten op <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>(ocm) en vormen van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g. Deze metho<strong>de</strong>n dienenniet alleen <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> op het terre<strong>in</strong> van het gbvb te vergroten,maar zij dienen tevens <strong>de</strong> essentiële bronnen van legitimiteit zoals solidariteit,transparantie en <strong>de</strong>mocratie te respecteren (zie hoofdstuk 2).130De <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het hoofdstuk is als volgt. Paragraaf 5.2 schetst <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gvan het gbvb tot nu toe. Dit gebeurt aan <strong>de</strong> hand van een historisch overzicht van<strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>g van het buitenlands en veiligheidsbeleid, <strong>de</strong> motieven voorsamenwerk<strong>in</strong>g op dit beleidsterre<strong>in</strong> en een beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hieruit voortvloeien<strong>de</strong>beleidsmix. Vervolgens gaat paragraaf 5.3 <strong>in</strong> op het gbvb <strong>in</strong> een Europabre<strong>de</strong><strong>Unie</strong>. Enerzijds zal <strong>de</strong> vraag naar extern optre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> toenemen,an<strong>de</strong>rzijds zal het lastiger wor<strong>de</strong>n om overeenstemm<strong>in</strong>g te bereiken over hetgemeenschappelijk beleid. Paragraaf 5.4 beoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen vangovernance voor een meer slagvaardige gbvb. Het hoofdstuk sluit af met enkeleconclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen (par. 5.5).5.2 <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het gbvb5.2.1 <strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>g van het buitenlands en veiligheidsbeleidDe samenwerk<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> van buitenlands en veiligheidsbeleid maakt als<strong>in</strong>ds het beg<strong>in</strong> <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>tegratie. Reeds <strong>in</strong> 1952 teken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zesegks-lan<strong>de</strong>n een verdrag voor een Europese Defensiegemeenschap (edg), datvoorzag <strong>in</strong> niets m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van een Europees leger. Een belangrijkmotief hiervoor was om <strong>de</strong> noodzakelijk geachte Duitse herbewapen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> supranationaalverband vorm te geven. Tegelijk liepen er on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over eenEuropese Politieke Gemeenschap (epg), <strong>in</strong>clusief een gemeenschappelijk buitenlandsbeleid, om politieke stur<strong>in</strong>g te geven aan het <strong>de</strong>fensiebeleid. De weiger<strong>in</strong>g<strong>in</strong> 1954 van <strong>de</strong> Franse Assemblée Nationale om het edg-verdrag te ratificeren,beteken<strong>de</strong> tevens het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> epg-plannen. Het <strong>de</strong>nken over buitenlands en<strong>de</strong>fensiebeleid verloor hierna elke l<strong>in</strong>k met supranationalisme. Duitsland trad toetot het daartoe aangepaste Verdrag van Brussel 1 en vorm<strong>de</strong> zo met Frankrijk,Groot-Brittannië, Italië en <strong>de</strong> Benelux-lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> West-Europese <strong>Unie</strong> (weu).Vervolgens werd Duitsland toegelaten tot <strong>de</strong> <strong>in</strong> 1949 opgerichte Noord-AtlantischeVerdragsorganisatie (navo). Terwijl <strong>de</strong> navo zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van <strong>de</strong>Kou<strong>de</strong> Oorlog ontwikkel<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> centrale <strong>de</strong>fensieorganisatie van Europa,richtte <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>tegratie zich hoofdzakelijk op han<strong>de</strong>l en economie en bleefhet buitenlands beleid een prerogatief van <strong>de</strong> nationale staat.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidHet Verdrag van Rome (1957) refereer<strong>de</strong> niet aan een buitenlands en veiligheidsbeleidvoor <strong>de</strong> eeg en bekommer<strong>de</strong> zich slechts om <strong>de</strong> externe implicaties van <strong>de</strong>te creëren <strong>in</strong>terne markt. Zo han<strong>de</strong>l<strong>de</strong> het verdrag over <strong>de</strong> diplomatieke activiteitenvan <strong>de</strong> eg voor het gemeenschappelijke han<strong>de</strong>lsbeleid, <strong>de</strong> betrekk<strong>in</strong>gen met<strong>de</strong> overzeese gebieds<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> eg-le<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> mogelijkheid tot het sluiten vanassociatieakkoor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. De politieke dimensie van het Europesebuitenlands beleid zou zich dientengevolge buiten <strong>de</strong> formele ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> egom ontwikkelen (Soetendorp 1999: 69).Na mislukte pog<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Franse presi<strong>de</strong>nt De Gaulle om b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> navo eendirectoire à trois op te zetten, richtte hij zich volledig op Europese samenwerk<strong>in</strong>g.In 1961 presenteer<strong>de</strong> Frankrijk een plan voor een <strong>in</strong>tergouvernementele Europese<strong>Unie</strong>, die een vergaan<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op economisch, cultureel, politiek enmilitair terre<strong>in</strong> <strong>in</strong>hield (het plan-Fouchet). Het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk werd van<strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g buitengesloten. De daarmee samenhangen<strong>de</strong> vrees voorFranse dom<strong>in</strong>antie was met name voor Ne<strong>de</strong>rland een belangrijke re<strong>de</strong>n om ditplan te blokkeren (het préalable anglais) en om voorlopig af te zien van nieuwe<strong>in</strong>itiatieven voor Europese veiligheidssamenwerk<strong>in</strong>g.De Europese Politieke Samenwerk<strong>in</strong>gNa het vertrek van De Gaulle (1968) kwam het na<strong>de</strong>nken over samenwerk<strong>in</strong>g ophet terre<strong>in</strong> van buitenlands beleid weer tot leven. Buiten <strong>de</strong> formele eg-ka<strong>de</strong>rswerd <strong>in</strong> 1970 een beschei<strong>de</strong>n systeem van buitenlandspolitieke consultatie encoörd<strong>in</strong>atie opgezet, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam Europese Politieke Samenwerk<strong>in</strong>g (eps).In <strong>de</strong> marges van Raadsbijeenkomsten bespraken <strong>de</strong> eg-m<strong>in</strong>isters van BuitenlandseZaken <strong>de</strong> vraagstukken van het buitenlandse beleid. Desgewenst stem<strong>de</strong>nzij hun diplomatieke optre<strong>de</strong>n op elkaar af, bijvoorbeeld ten aanzien van het stemgedrag<strong>in</strong> an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>ternationale organisaties. De voorbereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze epsbijeenkomstenlag <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n van het Politiek Comité (copo), dat was samengestelduit <strong>de</strong> nationale politieke directeuren. Gevestig<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gspraktijkenwer<strong>de</strong>n gecodificeerd <strong>in</strong> het Luxemburg-rapport (1970), het Kopenhagen-rapport(1973), het Lon<strong>de</strong>n-rapport (1981) en <strong>de</strong> Plechtige Verklar<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> Europese<strong>Unie</strong> (1983). Pas met <strong>de</strong> Europese Eenheidsakte (1987) kreeg <strong>de</strong> eps een verdragsbasisen werd zij voor het eerst met <strong>de</strong> eg verenigd <strong>in</strong> een officieel document, albleef <strong>de</strong> eps geschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> procedures en rechtsor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Gemeenschap.Veiligheidsvraagstukken waren <strong>in</strong> eps-verband taboe, aangezien <strong>de</strong> Europeseveiligheid was georganiseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> navo. Wel kwamen vanaf 1981 <strong>in</strong> het epsoverleg<strong>de</strong> economische en politieke aspecten van <strong>de</strong> veiligheid ter sprake.131De vorm<strong>in</strong>g van het gbvbDe revoluties <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa aan het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> jaren tachtig van <strong>de</strong>vorige eeuw en het abrupte e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> Kou<strong>de</strong> Oorlog brachten <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g vaneen Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid <strong>in</strong> een stroomversnell<strong>in</strong>g.Het thema veiligheid, <strong>in</strong> bre<strong>de</strong>re z<strong>in</strong> dan alleen militaire dreig<strong>in</strong>g, kwamhoog op <strong>de</strong> Europese agenda te staan. Het risico van een apocalyptisch oost-westconflictmaakte plaats voor nieuwe bedreig<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> stabiliteit en veiligheid


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie132<strong>in</strong> Europa, zoals etnische conflicten, massale immigratie, grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>crim<strong>in</strong>aliteit, <strong>in</strong>ternationaal terrorisme, verspreid<strong>in</strong>g van massavernietig<strong>in</strong>gswapens,humanitaire catastrofes en milieurampen. Als gevolg van <strong>de</strong> verzwaktepositie van Rusland en <strong>de</strong> onzekerheid over <strong>de</strong> toekomstige militaire rol van <strong>de</strong>Verenig<strong>de</strong> Staten <strong>in</strong> Europa lag het <strong>in</strong>itiatief voor een nieuwe Europese veiligheidsarchitectuurbij <strong>de</strong> Europeanen zelf. Met <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van het gbvb hoopten<strong>de</strong> lidstaten en <strong>de</strong> Commissie <strong>de</strong> Europese veiligheid <strong>in</strong> een onzekere tijd tevergroten, <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale status van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> een impuls te geven en <strong>de</strong> economischeen politieke beleidsvorm<strong>in</strong>g nauwer aan elkaar te koppelen (D<strong>in</strong>an 1999:531). Het Verdrag van Maastricht (1991) beteken<strong>de</strong> echter een overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g voor<strong>de</strong> lidstaten die niet bereid bleken ook maar enige soevere<strong>in</strong>iteit over te dragen.Hoewel het gbvb <strong>in</strong> <strong>de</strong> structuren van <strong>de</strong> eu terechtkwam, werd zij <strong>in</strong> een apart<strong>in</strong>stitutioneel ka<strong>de</strong>r geplaatst, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pijler. Daardoor bleef <strong>de</strong>scheid<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> eg die ook al bestond tij<strong>de</strong>ns het eps-overleg <strong>in</strong> feite gehandhaafd(Wessel 1999: 8). Nieuw was dat het Verdrag van Maastricht een militairerol voor <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> niet langer uitsloot. Het verdrag beschouw<strong>de</strong> <strong>de</strong> West-Europese<strong>Unie</strong> als een <strong>in</strong>tegrerend <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. De weu werdnieuw leven <strong>in</strong>geblazen en kreeg <strong>de</strong> rol om toekomstige <strong>de</strong>fensietaken van <strong>de</strong><strong>Unie</strong> uit te voeren. 2De eerste jaren na Maastricht, die wer<strong>de</strong>n gedom<strong>in</strong>eerd door <strong>de</strong> oorlogen <strong>in</strong> hetvoormalige Joegoslavië, leg<strong>de</strong>n pijnlijk <strong>de</strong> tekortkom<strong>in</strong>gen van het gbvb bloot.Het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pijler bleek wel <strong>in</strong> staat om beleid te vormen ten aanzienvan relatief oncontroversiële kwesties, zoals het stimuleren van <strong>de</strong>mocratischeontwikkel<strong>in</strong>gen via waarnemersmissies en steunprogramma’s en het opleggenvan economische en wapenembargo’s (waartoe vaak al <strong>in</strong> vn-verband was besloten),maar was te zwak om op politiek meer gevoelige punten consensus te genereren.Voorbeel<strong>de</strong>n waren <strong>de</strong> Griekse blokka<strong>de</strong> van <strong>de</strong> erkenn<strong>in</strong>g van Macedonië(1994-1995), <strong>de</strong> geïsoleer<strong>de</strong> Britse steun aan <strong>de</strong> Amerikaanse luchtaanvallen opIrak (1996) en het Franse en Duitse verzet tegen een eu-resolutie die <strong>de</strong> Ch<strong>in</strong>esemensenrechtensituatie veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>. Door een gebrek aan lei<strong>de</strong>rschap en zichtbaarheidwer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> door Maastricht gewekte verwacht<strong>in</strong>gen niet waargemaakt.Met name het teleurstellen<strong>de</strong> optre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eu op <strong>de</strong> Balkan plaatste het gbvbhoog op <strong>de</strong> agenda voor <strong>de</strong> igc van 1996.Het Verdrag van Amsterdam (1997) <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong> een aantal <strong>in</strong>novaties <strong>in</strong>antwoord op <strong>de</strong> gebleken onvolkomenhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pijler. Zo werd <strong>de</strong>mogelijkheid tot meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g opgerekt. Ook <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong> hetverdrag een Hoge Vertegenwoordiger voor het gbvb, om het voorzitterschap <strong>in</strong>zijn taken bij te staan. De Hoge Vertegenwoordiger, die tegelijk secretaris-generaalvan <strong>de</strong> Raad was, werd on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> Eenheid voor beleidsplann<strong>in</strong>gen vroegtijdige waarschuw<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> ‘beleidseenheid’), een an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>novatie van hetVerdrag van Amsterdam.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidHet Europees veiligheids- en <strong>de</strong>fensiebeleidHoewel <strong>de</strong> eu s<strong>in</strong>ds Maastricht ook het veiligheidsbeleid tot haar taken reken<strong>de</strong>,kwam <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op dit terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste jaren niet van <strong>de</strong> grond.Wel riep het Verdrag van Amsterdam op tot bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelebetrekk<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> weu, met het oog op mogelijke <strong>in</strong>tegratie van <strong>de</strong> weu <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>Unie</strong> (art. 17, lid 1 eu-Verdrag). Het Europees veiligheids- en <strong>de</strong>fensiebeleid(evdb) kreeg een impuls toen <strong>in</strong> <strong>de</strong>cember 1998 <strong>de</strong> Franse presi<strong>de</strong>nt Chirac en <strong>de</strong>Britse premier Blair hun Europese collega’s opriepen werk te maken van hetEuropese <strong>de</strong>fensiebeleid. Om dit mogelijk te maken, zou <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> moetenbeschikken over “the capacity for autonomous action, backed up by credible militaryforces, the means to <strong>de</strong>ci<strong>de</strong> to use them, and a read<strong>in</strong>ess to do so, <strong>in</strong> or<strong>de</strong>r torespond to <strong>in</strong>ternational crises” (Verklar<strong>in</strong>g van Sa<strong>in</strong>t-Malo). Het opmerkelijkevan <strong>de</strong>ze verklar<strong>in</strong>g was dat <strong>de</strong> Britse reger<strong>in</strong>g haar lange verzet tegen een Europese<strong>de</strong>fensiecapaciteit staakte en dit proces als het ware ‘<strong>de</strong>blokkeer<strong>de</strong>’.De Europese Raad van Keulen (1999), die een paar maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> navo-acties <strong>in</strong>Kosovo plaatsvond, gaf gehoor aan <strong>de</strong>ze gezamenlijke Frans-Britse oproep enformuleer<strong>de</strong> <strong>de</strong> uitgangspunten voor het evdb. Het evdb zou zich uitsluitendgaan richten op het uitvoeren van <strong>de</strong> zogeheten Petersbergtaken, die uiteenliepenvan hulp- en evacuatieoperaties tot conflictbeheers<strong>in</strong>g en vre<strong>de</strong>soplegg<strong>in</strong>g.Benadrukt werd dat <strong>de</strong> navo het fundament zou blijven van <strong>de</strong> collectieve ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gvan haar le<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong>cember 1999 werd <strong>de</strong> ‘Hels<strong>in</strong>ki-hoofddoelstell<strong>in</strong>g’geformuleerd, een project voor een Europese crisis<strong>in</strong>terventiemacht. Volgens<strong>de</strong>ze doelstell<strong>in</strong>g zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> 2003 b<strong>in</strong>nen 60 dagen, op basis van vrijwilligebijdragen, een troepenmacht van 50.000-60.000 man op <strong>de</strong> been moetenkunnen brengen en die m<strong>in</strong>stens een jaar lang operationeel moeten kunnenhou<strong>de</strong>n, ter uitvoer<strong>in</strong>g van het hele spectrum aan Petersbergtaken, <strong>in</strong>clusief <strong>de</strong>meest veeleisen<strong>de</strong>. De Europese Raad van Feira van juni 2000 regel<strong>de</strong> vervolgens<strong>de</strong> betrokkenheid van Europese bondgenoten die geen eu-lid waren. Het Verdragvan Nice <strong>in</strong>corporeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> operationele taken van <strong>de</strong> weu <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu. Het weu-Verdrag, met zijn bijstandsverplicht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> artikel 5, bleef apart buiten het eu-Verdrag bestaan. De variëteit aan nationale veiligheidsculturen leid<strong>de</strong> daarnaasttot een holistische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die aanzienlijke nadruk leg<strong>de</strong> op <strong>de</strong> civiele aspectenvan crisismanagement.1335.2.2 motieven voor samenwerk<strong>in</strong>gBuitenlands beleid en veiligheidsbeleid zijn nauw verweven met <strong>de</strong> nationalesoevere<strong>in</strong>iteit. Zoals het Europese voorbeeld laat zien, hoeft dit niet te betekenendat oploss<strong>in</strong>gen voor <strong>in</strong>ternationale vraagstukken altijd op nationaal niveauwor<strong>de</strong>n gezocht. Deze subparagraaf bespreekt diverse motieven voor samenwerk<strong>in</strong>gtussen <strong>de</strong> lidstaten op het terre<strong>in</strong> van het gbvb en evdb.Hang naar vre<strong>de</strong>, stabiliteit en welvaartDe eerste <strong>in</strong>itiatieven niet lang na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog tot Europese samenwerk<strong>in</strong>gwer<strong>de</strong>n geïnspireerd door het motief om na eeuwen van oorlog een


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unievreedzaam, stabiel en welvarend Europa te creëren. Daarmee h<strong>in</strong>g samen dat <strong>de</strong>bondgenoten, Frankrijk voorop, het overwicht van Duitsland op het Europesecont<strong>in</strong>ent wil<strong>de</strong>n beteugelen, door <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> multilaterale Europese structuren.Zo beoog<strong>de</strong> <strong>de</strong> edg <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege jaren vijftig <strong>de</strong> Duitse herbewapen<strong>in</strong>g mogelijkte maken <strong>in</strong> supranationaal verband. De door Bondskanselier Brandt geïnitieer<strong>de</strong>Ostpolitik was daarnaast een belangrijke aanleid<strong>in</strong>g tot nauwere buitenlandspolitiekeconsultatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eps. Daarenboven kon <strong>de</strong> opname van het gbvb<strong>in</strong> het Verdrag van Maastricht ge<strong>de</strong>eltelijk wor<strong>de</strong>n verklaard uit <strong>de</strong> angst voorDuitse dom<strong>in</strong>antie (Alle<strong>in</strong>gang) als gevolg van <strong>de</strong> Duitse herenig<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> centralerepositie <strong>in</strong> het Europa van na <strong>de</strong> Kou<strong>de</strong> Oorlog. De (West-)Duitse politiek vanWestb<strong>in</strong>dung impliceer<strong>de</strong> dat Duitsland zich gemakkelijk liet b<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan multilateraleEuropese structuren.134Economische spill-over-effecten en externalisatieTen twee<strong>de</strong> stimuleer<strong>de</strong> <strong>de</strong> economische <strong>in</strong>tegratie via zogenaam<strong>de</strong> spill-overeffecten<strong>de</strong> buitenlandspolitieke samenwerk<strong>in</strong>g. De eg heeft zich door haarexterne competenties tot een belangrijke zelfstandige actor <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationalepolitieke economie ontwikkeld. Opeenvolgen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>gen hebben <strong>de</strong> eu<strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls tot een economische, commerciële, f<strong>in</strong>anciële en monetaire supermachtgemaakt. Dientengevolge wordt <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> door haar <strong>in</strong>ternationale omgev<strong>in</strong>gaangespoord tot een coherent buitenlands beleid. De diverse uitbreid<strong>in</strong>genhebben <strong>de</strong> relaties van <strong>de</strong> eg/eu met <strong>de</strong> buitenwereld steeds ver<strong>de</strong>r geïntensiveerd.De toetred<strong>in</strong>g van het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk, met zijn mondiale economischebelangen en netwerk van diplomaten, sloeg een brug tussen <strong>de</strong> eg en <strong>de</strong>staten van het Gemenebest, <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten en het bre<strong>de</strong>re <strong>in</strong>ternationalesysteem <strong>in</strong> het algemeen. De toetred<strong>in</strong>g van Denemarken <strong>in</strong>tensiveer<strong>de</strong> <strong>de</strong>betrekk<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> Scand<strong>in</strong>avische lan<strong>de</strong>n. Spanje en Portugal versterkten <strong>de</strong>band tussen <strong>de</strong> eg en Latijns Amerika. De Griekse toetred<strong>in</strong>g bracht <strong>de</strong> eg dichterbij <strong>de</strong> Balkan en het Mid<strong>de</strong>n-Oosten. De toetred<strong>in</strong>g van Zwe<strong>de</strong>n en F<strong>in</strong>landstimuleer<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische en economische hervorm<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Baltischestaten en <strong>de</strong> Baltische toetred<strong>in</strong>g, terwijl <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g van Oostenrijk <strong>de</strong> eu diep<strong>in</strong>sloot <strong>in</strong> Centraal-Europa (G<strong>in</strong>sberg 1998: 197-198).Internationale kwesties vragen om een collectief antwoord van <strong>de</strong> lidstaten, zobleek al tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste oliecrisis <strong>in</strong> 1973. Afstemm<strong>in</strong>g van buitenlands beleid isook nodig om <strong>de</strong> economische effecten van buitenlandspolitieke besliss<strong>in</strong>gen van<strong>in</strong>dividuele lidstaten te beheersen. De on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge economische afhankelijkheidtussen <strong>de</strong> lidstaten is door <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en <strong>de</strong> monetaireunie enorm toegenomen. Als concreet voorbeeld heeft het realiseren van <strong>de</strong><strong>in</strong>terne markt een bij uitstek nationaal prerogatief als het wapenuitvoerbeleidon<strong>de</strong>r druk gezet, waardoor <strong>de</strong> noodzaak tot coörd<strong>in</strong>atie is ontstaan.Nationaal wapenexportbeleid kan immers eenvoudig wor<strong>de</strong>n omzeild doorwapens via een an<strong>de</strong>re lidstaat te exporteren.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidBenutten van het collectieve gewichtEen belangrijk motief voor samenwerk<strong>in</strong>g is dat het <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> staat steltgebruik te maken van <strong>de</strong> politics of scale, oftewel het simpele feit dat <strong>de</strong> eu veelmachtiger is als zij spreekt met één stem <strong>in</strong> plaats van met 15, of straks meer dan25. Indien <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> geen gezamenlijk geluid laat horen, maar verzandt <strong>in</strong> eenkakofonie, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Europese preferenties sneller genegeerd. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> epsperio<strong>de</strong>kon <strong>de</strong> eg af en toe een onafhankelijk geluid laten horen <strong>in</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong>bipolaire machtsstructuur gedom<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale betrekk<strong>in</strong>gen.Goe<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn het eenduidige optre<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Conferentievoor Veiligheid en Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europa (cvse) <strong>in</strong> Hels<strong>in</strong>ki <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> jaren zeventig, <strong>de</strong> Europese eensgez<strong>in</strong>dheid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Verklar<strong>in</strong>g vanVenetië over het Palestijnse recht op zelfbeschikk<strong>in</strong>g en Europa’s onafhankelijkeopstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> afkondig<strong>in</strong>g van het oorlogsrecht <strong>in</strong> Polen <strong>in</strong> 1981 (Petersonen Bomberg 1999: 229).Zowel on<strong>de</strong>r politici als bij veel Europese burgers groeit het besef dat geïsoleer<strong>de</strong>nationale <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen niet meer effectief zijn en dat Europa als geheel beter dan<strong>de</strong> lidstaten afzon<strong>de</strong>rlijk tegemoet kan komen aan <strong>de</strong> belangen en wensen van <strong>de</strong>Europese burgers. 3 De <strong>Unie</strong> en <strong>de</strong> lidstaten beschikken over grote hoeveelhe<strong>de</strong>nmid<strong>de</strong>len, die een enorme <strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>vloed geven, mits zij collectiefwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet. De eu is <strong>de</strong> grootste f<strong>in</strong>anciële donor <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld en vormt <strong>de</strong>grootste consumentenmarkt ter wereld. De lidstaten hebben gezamenlijk eenuitgebreid diplomatiek apparaat en kunnen tezamen een aanzienlijke militairemacht vormen. De <strong>Unie</strong> kan al <strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>len aanwen<strong>de</strong>n voor het realiseren vangemeenschappelijke doelstell<strong>in</strong>gen. Men hoort dan ook vaak <strong>de</strong> roep om het politiekegewicht van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong> evenwicht te brengen met het economische gewicht.135Nationale belangenbehartig<strong>in</strong>gVoor <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste lidstaten biedt het gbvb een unieke toegangspoort om af en toete figureren op het toneel van <strong>de</strong> wereldpolitiek. Zij profiteren dan ook hetmeeste van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g. Temeer omdat <strong>de</strong> eu fungeert als een soortgedragsgemeenschap die het vrije spel van machtspolitiek mitigeert en het <strong>in</strong>ternationalegedrag van met name <strong>de</strong> grote lan<strong>de</strong>n aan ban<strong>de</strong>n probeert te leggendoor het scheppen van structuren.Voor <strong>de</strong> iets grotere Europese naties, die niet langer <strong>de</strong> macht hebben die ze ooitbezaten, biedt het gbvb vooral een collectief platform om nationale belangen nate streven. Door samen te werken hopen zij het verlies van <strong>in</strong>dividuele machtenigsz<strong>in</strong>s te compenseren. Zo gebruiken <strong>de</strong>ze lidstaten het eu-ka<strong>de</strong>r als een‘vergrootglas’, door via een soort uitruilsysteem hun eigen buitenlandspolitiekezorgen en prioriteiten tot die van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> te maken. Het roulerend voorzitterschapvan <strong>de</strong> Raad speelt hier<strong>in</strong> een belangrijke rol.De grote lidstaten wor<strong>de</strong>n voortdurend heen en weer gesl<strong>in</strong>gerd tussen hun overgeblevennationale privileges als (voormalige) grootmachten en het imperatief vanEuropese samenwerk<strong>in</strong>g. Dat zorgt nogal eens voor conflicten b<strong>in</strong>nen het gbvb.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTegelijkertijd biedt <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g ook voor hen een zekere beschutt<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>.Door als <strong>de</strong>el van een geheel te opereren, zijn <strong>de</strong> lidstaten m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kwetsbaarvoor <strong>in</strong>dividueel gerichte sancties en kunnen zij <strong>de</strong> collectieve macht van <strong>de</strong><strong>Unie</strong> <strong>in</strong>zetten voor hun eigen belangen. Zo bleek <strong>de</strong> eps voor een aanvankelijksceptisch land als het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk een onmisbare en positieve ervar<strong>in</strong>gtij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Falkland-crisis, aangezien <strong>de</strong> eg-le<strong>de</strong>n het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijksteun<strong>de</strong>n en economische sancties opleg<strong>de</strong>n aan Argent<strong>in</strong>ië.136Militaire (on)afhankelijkheid van <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> StatenDe totstandkom<strong>in</strong>g van het evdb kan wor<strong>de</strong>n verklaard door twee haast tegengestel<strong>de</strong>motieven. De traditioneel meer ‘Atlantisch’ <strong>in</strong>gestel<strong>de</strong> lidstaten (zoalshet Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk en Ne<strong>de</strong>rland) zien <strong>in</strong> het versterken van <strong>de</strong> Europese<strong>de</strong>fensiecapaciteiten een belangrijke voorwaar<strong>de</strong> om <strong>de</strong> navo overe<strong>in</strong>d tehou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> Amerikaanse betrokkenheid bij <strong>de</strong> Europese <strong>de</strong>fensie te verzekeren.De traditioneel meer ‘cont<strong>in</strong>entaal’ <strong>in</strong>gestel<strong>de</strong> lidstaten (Frankrijk voorop)zien het evdb veeleer als <strong>in</strong>strument waarmee Europa militair op eigen benenkan staan en voor zijn veiligheid niet meer afhankelijk is van <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten.Een compromis tussen <strong>de</strong>ze twee strom<strong>in</strong>gen werd gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verklar<strong>in</strong>gvan Sa<strong>in</strong>t-Malo: Groot-Brittannië was bereid tot <strong>de</strong> creatie van een capaciteit voor‘autonoom’ optre<strong>de</strong>n, als tegelijk <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> navo en <strong>de</strong> vitaliser<strong>in</strong>g vanhet bondgenootschap werd benadrukt.De navo heeft zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig ontwikkeld als een organisatie voorcrisisbeheers<strong>in</strong>g, waarmee het spann<strong>in</strong>gsgebied tussen <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong> navo groteris gewor<strong>de</strong>n. De oorlogen <strong>in</strong> het voormalige Joegoslavië toon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong>Europese afhankelijkheid van Amerikaanse militaire steun aan, die tegelijkertijdniet automatisch bleek. Dit voed<strong>de</strong> <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat een zekere Europesemilitaire capaciteit voor autonoom optre<strong>de</strong>n noodzakelijk is. Daarnaastlaai<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> navo het zoveelste <strong>de</strong>bat over bur<strong>de</strong>nshar<strong>in</strong>gop. Er wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>itiatieven genomen om <strong>de</strong> militaire capaciteiten van <strong>de</strong>Europese bondgenoten te vergroten, zoals het Defence Capabilities Initiative(dci) en om <strong>de</strong> Europese bondgenoten <strong>in</strong> staat te stellen zelfstandig crisisbeheers<strong>in</strong>gstakenuit te voeren, met gebruikmak<strong>in</strong>g van collectieve navo-mid<strong>de</strong>len (hetEuropean Security and Defence Initiative, esdi). Ook <strong>de</strong> collectieve frustratie bij<strong>de</strong> Europese lei<strong>de</strong>rs dat zij door het gebrek aan militaire slagkracht op <strong>de</strong> Balkangeen politieke rol van betekenis kon<strong>de</strong>n spelen, is van grote <strong>in</strong>vloed geweest. Er iseen breed besef ontstaan dat Europa over meer militaire vermogens moetbeschikken om <strong>de</strong> zeggenschap <strong>in</strong> crisissituaties te vergroten en effectiever<strong>in</strong>vloed te kunnen uitoefenen op het Amerikaanse beleid. De nasleep van <strong>de</strong>gebeurtenissen op 11 september 2001 heeft dit besef versterkt.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid5.2.3 <strong>de</strong> gbvb-beleidsmixDe Europese <strong>in</strong>tegratie op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleidvolgt een an<strong>de</strong>r spoor dan <strong>de</strong> economische <strong>in</strong>tegratie. Hebben <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong>zakehet economische beleid <strong>in</strong> vergaan<strong>de</strong> mate bevoegdhe<strong>de</strong>n overgedragen aansupranationale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen als <strong>de</strong> Commissie, het Europees Parlement en het Hofvan Justitie, op het terre<strong>in</strong> van het gbvb hebben zij nog geen enkele soevere<strong>in</strong>iteitafgestaan. In <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van Forster en Wallace: “the rationality of maximis<strong>in</strong>g<strong>in</strong>fluence through common action and of shar<strong>in</strong>g scarce resources hasbeen balanced by concern for the preservation of national sovereignty and ofdiverse national traditions and taboos” (Forster en Wallace 1995: 412).Het voeren van een buitenlands en veiligheidsbeleid is traditioneel nauw verbon<strong>de</strong>nmet <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van statelijkheid. Een <strong>de</strong>rgelijk beleid van <strong>de</strong> eu, die immersgeen staat is, is daarom lastig te dui<strong>de</strong>n. Volgens het eu-Verdrag heeft het gbvbbetrekk<strong>in</strong>g op “alle vraagstukken met betrekk<strong>in</strong>g tot het buitenlands en veiligheidsbeleidvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>” en “geven <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> een geest van loyaliteit enwe<strong>de</strong>rzijdse solidariteit hun actieve en onvoorwaar<strong>de</strong>lijke steun aan het gbvb”(art. 11 eu-Verdrag). Niettem<strong>in</strong> vormt het gbvb geen omvattend, noch een echtgemeenschappelijk beleid. Niet omvattend, doordat <strong>de</strong> plaats van het gbvb <strong>in</strong> <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> pijler het klassieke buitenlands en veiligheidsbeleid procedureel en juridischafzon<strong>de</strong>rt van an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en van het externe beleid van <strong>de</strong> eu (zoals hethan<strong>de</strong>lsbeleid en het hulpbeleid) en doordat sommige zaken niet tot het dome<strong>in</strong>van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> wor<strong>de</strong>n gerekend, maar tot dat van <strong>de</strong> nationale staat. Niet gemeenschappelijk,doordat <strong>de</strong> vraag wat tot het dome<strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> wordt gerekend totstand moet komen op basis van consensus. Deze ontbreekt echter veelal. Zo blijfter vaak ruimte voor (uiteenlopend) nationaal beleid. Men kan zeggen dat hetgbvb slechts een <strong>in</strong>stitutionele huls biedt voor gezamenlijke diplomatieke<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en veiligheidssamenwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> lidstaten (wrr 1995: 109).137Het Europese buitenlands en veiligheidsbeleid komt tot stand op drie niveaus,die <strong>de</strong>els parallel, <strong>de</strong>els overlappend, maar ook <strong>de</strong>els concurrerend functioneren:1 het nationale buitenlandse beleid: <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke buitenlandspolitieke activiteitenvan <strong>de</strong> lidstaten, die nog steeds talrijk zijn;2 het buitenlandse en veiligheidsbeleid van <strong>de</strong> eu: <strong>de</strong> politieke dimensie van <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van gbvb en evdb;3 <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> eu: <strong>de</strong> meer gevestig<strong>de</strong> externe economischerelaties van <strong>de</strong> eu, waaron<strong>de</strong>r het han<strong>de</strong>lsbeleid, het hulpbeleid, het sluitenvan associatieakkoor<strong>de</strong>n en het <strong>in</strong>ternationale milieubeleid.Een an<strong>de</strong>re relativer<strong>in</strong>g van het gbvb is dat <strong>de</strong> eu opereert <strong>in</strong> een netwerk vanconcurreren<strong>de</strong> en gevestig<strong>de</strong> regimes, dat zich uitstrekt van ovse, navo, oesoen vn-organen tot specifieke hooggespecialiseer<strong>de</strong> regimes op het terre<strong>in</strong> vannon-proliferatie, wapenbeheers<strong>in</strong>g, ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g, han<strong>de</strong>l, <strong>in</strong>ternationalef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g en mensenrechten (zie figuur 5.1). Dit netwerk kent eengraad van arbeidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g c.q. overlap waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n regimes een


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieFiguur 5.1Overlappen<strong>de</strong> beleidsregimes op veiligheidsgebiedovse (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europa)138Raad vanEuropaMaltaSan Mar<strong>in</strong>oAndorraKroatiëCyprusLiechtenste<strong>in</strong>navoCanadaVerenig<strong>de</strong> Statenweu-geassocieer<strong>de</strong>le<strong>de</strong>nHongarijeNoorwegenPolenTurkijeTsjechiëIJslan<strong>de</strong>apr (Euro-AtlantischePartnerschapsraad)ArmeniëAzerbeidzjanWit-RuslandGeorgiëKazachstanAlbaniëKirgiziëMoldaviëTadzjikistanRuslandTurkmenistanZwitserland OezbekistanOekraïneBosnië enHerzegov<strong>in</strong>aJoegoslavischeRepubliekvjr MacedoniëMonacoDe HeiligeStoeleuweuBelgiëFrankrijkDuitslandGriekenlandItaliëLuxemburgNe<strong>de</strong>rlandPortugalSpanjeVerenigd Kon<strong>in</strong>krijkweugeassocieer<strong>de</strong>partnersBulgarijeEstlandLetlandLitouwenRoemeniëSlowakijeSloveniëweu-waarnemersDenemarkenOostenrijkF<strong>in</strong>landZwe<strong>de</strong>nIerlandBron: House of Lords (2000)


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbelei<strong>de</strong>igen ‘bekwaamheidsprofiel’ hebben door specialisatie, reputatie, le<strong>de</strong>ntal, relatieveautonomie, beleidsstijl, besluitvorm<strong>in</strong>gskracht en handhav<strong>in</strong>gcapaciteit.De eu-lidstaten zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste van <strong>de</strong>ze regimes vertegenwoordigd. Het gbvbbiedt een platformfunctie, aangezien <strong>de</strong> lidstaten hun optre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bre<strong>de</strong>refora coörd<strong>in</strong>eren. De lidstaten dienen voorts <strong>de</strong> besluiten en standpunten van<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze fora, waaron<strong>de</strong>r ook <strong>de</strong> vn-Veiligheidsraad, te ver<strong>de</strong>digen.Niettem<strong>in</strong> is het gekozen eenheidsprofiel van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong> een aantal van <strong>de</strong>zeorganisaties laag, zo niet afwezig, wat het <strong>in</strong>ternationale imago van <strong>de</strong> eu alscoherente actor verzwakt.De bij het gbvb betrokken actorenConform <strong>de</strong> eps-traditie dom<strong>in</strong>eren <strong>de</strong> lidstaten het beleidsproces van <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> pijler en spelen <strong>de</strong> gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen een on<strong>de</strong>rgeschikte rol.Aangezien <strong>de</strong> Commissie een belangrijke bijdrage kan leveren aan het gbvb doorhet gebruiken van haar bevoegdhe<strong>de</strong>n en expertise op het terre<strong>in</strong> van han<strong>de</strong>lsbeleid,monetair beleid, milieubeleid, hulp- en we<strong>de</strong>ropbouwbeleid, civielecrisisbeheers<strong>in</strong>g en het sluiten van associatieakkoor<strong>de</strong>n, wordt zij ‘volledig geassocieerd’bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het gbvb. Dit betekent dat <strong>de</strong> Commissie op alleniveaus is vertegenwoordigd. Zij heeft daarnaast <strong>in</strong>itiatiefrecht, maar <strong>de</strong>elt ditmet <strong>de</strong> lidstaten. Uit respect voor <strong>de</strong> politieke gevoeligheid van dit beleidsterre<strong>in</strong>voor <strong>de</strong> lidstaten heeft <strong>de</strong> Commissie een rol geaccepteerd die meer lijkt op dievan een zestien<strong>de</strong> lidstaat dan van manager van het beleidsproces. Besluiten <strong>in</strong> <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> pijler komen tot stand zon<strong>de</strong>r goedkeur<strong>in</strong>g van het Europees Parlement,dat slechts door het voorzitterschap wordt geraadpleegd over <strong>de</strong> voornaamsteaspecten en fundamentele keuzen op het gebied van het gbvb en wordt geïnformeerdover <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het gbvb. Het Hof van Justitie heeft geen enkelecompetentie <strong>in</strong> twee<strong>de</strong>-pijlerkwesties. De Europese Raad geeft politieke stur<strong>in</strong>gaan het gbvb door het vaststellen van <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes en algemene richtsnoeren.De Raad geeft door het nemen van besluiten uitvoer<strong>in</strong>g aan het gbvb. Evenals opan<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>en, bereidt het roulerend voorzitterschap <strong>de</strong> agenda voor,stimuleert het <strong>de</strong> vooruitgang op verschei<strong>de</strong>ne dossiers en zorgt het voora<strong>de</strong>quate vervolgbijeenkomsten. Op het terre<strong>in</strong> van het gbvb speelt het daarnaastechter een rol die tot op zekere hoogte is te vergelijken met die van <strong>de</strong>Commissie op gemeenschapsniveau. Veel beleids<strong>in</strong>itiatief wordt aan het voorzitterschapovergelaten, dat ook verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> implementatie vangbvb-besluiten en <strong>de</strong> eu-standpunten uitdraagt <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale fora.139Toch verdient het puur <strong>in</strong>tergouvernementele karakter van het gbvb enige relativer<strong>in</strong>g.Lag ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> eps het zwaartepunt van <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g nogdui<strong>de</strong>lijk bij <strong>de</strong> hoofdste<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van het gbvb heeft steeds meerbeleidsvoorbereid<strong>in</strong>g en besluitvorm<strong>in</strong>g naar Brussel verschoven. Het kle<strong>in</strong>eeps-secretariaat werd opgenomen <strong>in</strong> het secretariaat van <strong>de</strong> Raad. gbvb-raadsmannenwer<strong>de</strong>n opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Permanente Vertegenwoordig<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>lidstaten <strong>in</strong> Brussel en het Comité van Permanente Vertegenwoordigers(coreper) kreeg een rol <strong>in</strong> het gbvb, doordat het <strong>de</strong> Raad Algemene Zaken voorbereid<strong>de</strong>,die nu ook over het gbvb g<strong>in</strong>g. 4 Dit proces van ‘Brusseliser<strong>in</strong>g’ kwam


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie<strong>in</strong> een stroomversnell<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> komst van <strong>de</strong> eerste Hoge VertegenwoordigerJavier Solana <strong>in</strong> oktober 1999, on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> ‘beleidseenheid’. Het werkvan Solana en <strong>de</strong> beleidseenheid vergroten <strong>de</strong> permanentie en <strong>de</strong> beleidscont<strong>in</strong>uïteit.Er is voortdurend aandacht voor alle gebie<strong>de</strong>n waarop het gbvb betrekk<strong>in</strong>gkan hebben. Daarnaast bevor<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> rapportages van Solana en <strong>de</strong> beleidsstukkenvan <strong>de</strong> beleidseenheid <strong>de</strong> discussie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad en zij stimuleren het zoekennaar consensus op een niveau dat hoger ligt dan <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste gemeenschappelijkenoemer. Niet langer is het voorzitterschap <strong>de</strong> exclusieve aanjager, ook omdatlidstaten <strong>de</strong> expertise missen om op alle gebie<strong>de</strong>n i<strong>de</strong>eën te ventileren.Het vervangen van het Politiek Comité (copo) door een permanent Politiek enVeiligheidscomité (cops), dat twee tot drie keer per week <strong>in</strong> Brussel verga<strong>de</strong>rt,heeft <strong>de</strong> permanentie, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiereflex tussen vertegenwoordigersvan <strong>de</strong> lidstaten, nog eens versterkt. De vorm<strong>in</strong>g van nieuwe structuren tenbehoeve van het evdb (zoals het Militair Comité en <strong>de</strong> Militaire Staf) heeft voorhet eerst militaire officials b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Brusselse <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen gebracht, al zal hetontwikkelen van een gemeenschappelijke militaire cultuur lang duren.140De vorm van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gOmdat het buitenlands beleid niet zozeer wordt gekenmerkt door wetgev<strong>in</strong>g,maar eer<strong>de</strong>r door retoriek en actie, kent het gbvb geen veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gen en richtlijnen.Het Verdrag van Maastricht <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong> woord en daad <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong><strong>in</strong>strumenten van het ‘gemeenschappelijke standpunt’ en het ‘gemeenschappelijkeoptre<strong>de</strong>n’. 5 Deze besluiten zijn slechts politiek b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd. De lidstaten dienenhun beleid hiermee <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g te brengen. De diplomatieke en consulairemissies van <strong>de</strong> lidstaten en <strong>de</strong> <strong>de</strong>legaties van <strong>de</strong> Commissie <strong>in</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nof bij <strong>in</strong>ternationale organisaties dienen ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> gemeenschappelijkestandpunten en optre<strong>de</strong>ns ten uitvoer wor<strong>de</strong>n gelegd. Aangezien <strong>de</strong>zebesluiten niet on<strong>de</strong>r het gemeenschapsrecht vallen, zijn zij echter niet voor hetHof afdw<strong>in</strong>gbaar (uitgezon<strong>de</strong>rd besluiten tot economische sancties die zijnomgezet <strong>in</strong> een veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g). Daarnaast heeft het gbvb <strong>in</strong> hoge mate een <strong>de</strong>claratoirkarakter. Naast <strong>de</strong> verdragsmatige <strong>in</strong>strumenten van gemeenschappelijkestandpunten, optre<strong>de</strong>ns en politieke dialogen bedient <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zich <strong>in</strong> feite noghet meeste van het niet <strong>in</strong> het verdrag genoem<strong>de</strong> <strong>in</strong>strument van <strong>de</strong> ‘Verklar<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> eu’. Hiervan wor<strong>de</strong>n er jaarlijks ongeveer 200 door het voorzitterschapuitgevaardigd, maar zij wor<strong>de</strong>n opgesteld door het secretariaat van <strong>de</strong> Raad.De populariteit van dit <strong>in</strong>strument wordt verklaard door zijn laagdrempelige aard(goedkeur<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> lidstaten komt tot stand via het coreu-netwerk 6 ) en puur<strong>de</strong>claratoire karakter. Een verklar<strong>in</strong>g geeft <strong>de</strong> officiële positie van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> weer enkan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n oproepen iets te doen of te laten, maar vergt geen implementatie door<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zelf.De Hels<strong>in</strong>ki-hoofddoelstell<strong>in</strong>g behelst nadrukkelijk niet <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van eenEuropees leger. Bij elke door <strong>de</strong> eu gelei<strong>de</strong> operatie waarvoor <strong>de</strong> lidstaten nationalemid<strong>de</strong>len willen <strong>in</strong>zetten, beslissen zij daartoe soevere<strong>in</strong>. Aangezien <strong>de</strong> euniet beschikt over een eigen (complete) militaire plann<strong>in</strong>gscapaciteit, maakt zijgebruik van b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> navo opgebouw<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len en expertise.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidDe besluitvorm<strong>in</strong>g over het gbvbBesluiten op het terre<strong>in</strong> van het gbvb wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel bij unanimiteit genomen.Wel kunnen lidstaten zich van stemm<strong>in</strong>g onthou<strong>de</strong>n, om te voorkomen dathet besluit met een veto wordt getroffen. Indien <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> lidstaten (totmaximaal een<strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> gewogen stemmen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad) hun stemonthoud<strong>in</strong>gtoelichten <strong>in</strong> een formele verklar<strong>in</strong>g, hoeven zij het besluit niet uit te voeren,maar aanvaar<strong>de</strong>n zij wel dat het besluit <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> als geheel b<strong>in</strong>dt (art. 23, lid 1 eu-Verdrag). Deze ‘constructieve onthoud<strong>in</strong>g’ leidt dus tot een vorm van beleidsflexibiliteit.Er is een beperkte mogelijkheid tot (gekwalificeer<strong>de</strong>) meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g.Volgens het Verdrag van Maastricht kon <strong>de</strong> Raad reeds bepalen over welkeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van een gemeenschappelijk optre<strong>de</strong>n met gekwalificeer<strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheid kon wor<strong>de</strong>n beslist. Het Verdrag van Amsterdamverruim<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze mogelijkheid, met name door <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van het <strong>in</strong>strumentvan <strong>de</strong> ‘gemeenschappelijke strategie’. Gemeenschappelijke standpunten,gemeenschappelijke optre<strong>de</strong>ns of an<strong>de</strong>re besluiten op basis van een door <strong>de</strong>Europese Raad goedgekeur<strong>de</strong> gemeenschappelijke strategie kunnen wor<strong>de</strong>n vastgesteldbij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid. Daarnaast kunnen alle besluiten teruitvoer<strong>in</strong>g van een gemeenschappelijk standpunt of gemeenschappelijk optre<strong>de</strong>nbij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid wor<strong>de</strong>n genomen. Wel is het zo dat zelfs bijmeer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g <strong>de</strong> lidstaten alsnog een (<strong>in</strong>direct) veto hebben.Volgens <strong>de</strong> ‘noodremclausule’ van artikel 23, twee<strong>de</strong> lid, van het eu-Verdragkunnen lidstaten die zich verzetten tegen het nemen van een besluit bij gekwalificeer<strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheid, dit om re<strong>de</strong>nen van nationaal beleid verh<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De Raadkan <strong>de</strong> kwestie vervolgens voorleggen aan <strong>de</strong> Europese Raad voor een besluit meteenparigheid van stemmen.141De mogelijkheid tot meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> van het gbvb istot op he<strong>de</strong>n onbenut gelaten. De Europese <strong>Unie</strong> is traditioneel een consensuszoeken<strong>de</strong>n conflictmij<strong>de</strong>nd mechanisme. Het streven naar <strong>in</strong>terne consensusb<strong>in</strong>nen het gbvb lijkt soms belangrijker dan <strong>de</strong> beleidsuitkomsten (Monar 1997:415). In plaats van me<strong>de</strong>lidstaten te overstemmen, stellen lidstaten besluitenliever uit, <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop een volgen<strong>de</strong> keer wel consensus te kunnen bereiken.Openlijke dissensus wordt het liefst zoveel mogelijk ontweken. Hierdoor maakthet gbvb-acquis slechts een kle<strong>in</strong> <strong>de</strong>el uit van het buitenlands beleid van <strong>de</strong>lidstaten. Toch is het gbvb langzamerhand een cruciale factor gewor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>calculaties van <strong>de</strong> lidstaten ten aanzien van <strong>de</strong> meeste vraagstukken op hetterre<strong>in</strong> van het buitenlandse beleid (Peterson en Sjursen 1998: 169).


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie5.3 het gbvb <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie5.3.1 een grotere unie, een sterker gbvb?142De uitbreid<strong>in</strong>g van 15 naar 25 of meer lidstaten draagt sterk bij aan het economischeen <strong>in</strong>ternationale politieke gewicht van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. De Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>beschikt straks over aanzienlijke bronnen voor een actief en mondiaal beleid,zoals een enorm diplomatiek netwerk, ruime f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len, en <strong>de</strong> grootsteconsumentenmarkt ter wereld, met meer dan 500 miljoen re<strong>de</strong>lijk welvaren<strong>de</strong>consumenten. Een groter gewicht geeft <strong>de</strong> eu meer legitimiteit bij haar <strong>in</strong>ternationaleoptre<strong>de</strong>n. Naast dit aanbodaspect is er ook een belangrijk vraagaspect.Van een grotere en economisch sterkere <strong>Unie</strong> wordt een lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol <strong>in</strong> <strong>de</strong>mondiale economie en <strong>in</strong>ternationale politiek verwacht. Naarmate het gewichtvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> toeneemt, zullen externe actoren vaker contact zoeken met <strong>de</strong> eu enzal <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> meer actie moeten on<strong>de</strong>rnemen. De buitenwereld zal allerlei nieuweaanspraken op <strong>de</strong> eu maken en vragen om een samenhangend optre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>in</strong>ternationale politiek, ongeacht of <strong>de</strong> lidstaten zelf daartoe bereid zijn. Om aan<strong>de</strong>ze buitenlandse vraag te voldoen, zal <strong>de</strong> eu zich beter moeten organiseren enzal zij nieuw beleid moeten formuleren en implementeren (G<strong>in</strong>sberg 1998: 200).Elke uitbreid<strong>in</strong>g veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> omvang, geografische ligg<strong>in</strong>g, samenstell<strong>in</strong>g, reikwijdteen ontwikkel<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Ook <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>gsron<strong>de</strong>szullen <strong>de</strong> horizon van het externe eu-beleid verbre<strong>de</strong>n. De eu-grenzenliggen straks bij regio’s <strong>in</strong> Europa die <strong>in</strong>stabiel zijn, zoals Oekraïne, Wit-Rusland,Rusland en Moldavië. Als Turkije tot <strong>de</strong> eu toetreedt, grenst <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zelfs aanSyrië, Irak, Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. De situatie <strong>in</strong> veel van <strong>de</strong>zenieuwe buurlan<strong>de</strong>n wordt nog steeds gekenmerkt door etnische conflicten,gebrek aan staatsconsolidatie en mismanagement van <strong>de</strong> economie. Als gevolgvan <strong>de</strong> economische verwevenheid, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> etnische, culturele en politiekerelaties tussen <strong>de</strong> nieuwe lidstaten en <strong>de</strong> nieuwe buren, zal een uitgebrei<strong>de</strong> eunog meer aandacht aan <strong>de</strong>ze regio’s moeten schenken dan zij nu al doet. Met <strong>de</strong>uitbreid<strong>in</strong>g nemen dus ook <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> toe: nieuwegeografische en politieke vraagstukken zullen het gbvb gaan bepalen. De nieuwelidstaten hebben met name <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en aangrenzen<strong>de</strong>regio’s <strong>in</strong> Oost-Europa (Rusland), het Mid<strong>de</strong>llandse-Zeegebied, het Mid<strong>de</strong>n-Oosten en <strong>de</strong> Kaukasus. Mensenrechtenschend<strong>in</strong>gen, regionale en lokale conflicten,illegale immigratie, grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteit en <strong>in</strong>ternationaalterrorisme zijn <strong>de</strong> risico’s die vragen om een hel<strong>de</strong>r en consistent eu-beleid tenaanzien van <strong>de</strong>ze regio’s.De uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> dom<strong>in</strong>eert <strong>de</strong> Europese landkaart dusdanig, dat <strong>de</strong> vraag rijsthoe <strong>de</strong> relaties met <strong>de</strong> (tij<strong>de</strong>lijke of permanente) buitenblijvers moeten wor<strong>de</strong>nvormgegeven. Door het opschuiven van <strong>de</strong> externe grenzen van <strong>de</strong> eu bestaat hetgevaar dat er nieuwe scheidslijnen <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa wor<strong>de</strong>n gecreëerd.Het exporteren van grens- en visaregimes kan historische etnische, culturele eneconomische ban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> nieuwe lidstaten en <strong>de</strong> buitenblijvers verstoren.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidDit vraagt om een actief beleid ten aanzien van <strong>de</strong> nieuwe buurlan<strong>de</strong>n. De ruimtetussen <strong>de</strong> eu en Rusland moet vreedzaam wor<strong>de</strong>n georganiseerd. Gezien hetbelang van Oekraïne voor <strong>de</strong> stabiliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> wij<strong>de</strong> regio verdient dit land serieuzeaandacht. Ook <strong>de</strong> stabiliteit van Wit-Rusland en Moldavië zijn van grootbelang voor <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lidstaten en <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> eu enRusland. De relatie met Rusland wordt ook beïnvloed door <strong>de</strong> situatie van <strong>de</strong>Russisch spreken<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Baltische staten en <strong>de</strong> afhankelijkheid vanveel Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n van gas en olie uit Rusland. Door <strong>de</strong> aardvan <strong>de</strong> eu als holistische veiligheidsactor kan een bre<strong>de</strong>re en meer coöperatieverelatie met Rusland wor<strong>de</strong>n opgebouwd, bre<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> nog steeds vaak <strong>in</strong> politiek-militairetermen ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieer<strong>de</strong> relatie (Villa Fabergroup 2001: 26-27).Enerzijds hebben <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lidstaten veel kennis en begripvan (lokale) verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe buurlan<strong>de</strong>n. Hun toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> enbijdrage voor toekomstige oostelijke beleids<strong>in</strong>itiatieven ligt <strong>in</strong> hun gemeenschappelijkehistorische ban<strong>de</strong>n, geografische en l<strong>in</strong>guïstische nabijheid en ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong>ervar<strong>in</strong>g met een postcommunistische transitie. Door hun eigen ervar<strong>in</strong>g met eenpostcommunistisch transitieproces hebben zij unieke kennis verworven van <strong>de</strong>problematiek waarmee <strong>de</strong> nieuwe buurlan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> kampen. An<strong>de</strong>rzijdsvoelen <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n zich meer dan <strong>de</strong> West-Europeselidstaten blootgesteld aan <strong>in</strong>stabiliteit.143Op veiligheidsgebied zullen <strong>de</strong> vs druk blijven uitoefenen om een Europabre<strong>de</strong><strong>Unie</strong> meer verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te laten nemen bij het waarborgen van <strong>in</strong>ternationalestabiliteit en veiligheid (<strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> strijd tegen het terrorisme), zekerwaar het Europa’s directe omgev<strong>in</strong>g betreft. In <strong>de</strong> nabije toekomst kan zich eenverschuiv<strong>in</strong>g gaan voordoen en zal zich wellicht een impliciete arbeidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ggaan aftekenen tussen <strong>de</strong> navo, <strong>de</strong> eu en ad hoc-vn-coalities. De militairedom<strong>in</strong>antie van <strong>de</strong> vs speelt hierbij een doorslaggeven<strong>de</strong> rol. De vs zullen steedsselectiever wor<strong>de</strong>n als het gaat om vre<strong>de</strong>soperaties zoals die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Balkan. VoorEuropa wor<strong>de</strong>n vre<strong>de</strong>shandhav<strong>in</strong>g en we<strong>de</strong>ropbouw steeds belangrijker, naarmate<strong>de</strong> Amerikanen die taken onaantrekkelijker v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. De vs zijn zich alsgevolg van <strong>de</strong> aanslagen op 11 september 2001 meer gaan richten op <strong>de</strong> strijdtegen het <strong>in</strong>ternationale terrorisme; crisismanagementoperaties achten zij on<strong>de</strong>r<strong>de</strong> huidige omstandighe<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r urgent. De eu wordt daardoor op haar militaireverantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio aangesproken. Nu <strong>de</strong> vs <strong>de</strong> eigen militairemid<strong>de</strong>len verplaatst naar Azië en het thuisland, moeten <strong>de</strong> Europese lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>hierdoor ontstane leemtes opvullen (permanent backfill<strong>in</strong>g).


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie5.3.2 uitdag<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> slagvaardigheid op het terre<strong>in</strong> van hetgbvb144De toegenomen omvang van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> betekent nog niet automatisch dat <strong>de</strong> euook een assertiever buitenlands beleid zal kunnen voeren. Een telkens terugkerendprobleem betreft het moeten accommo<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong>buitenlandspolitieke oriëntaties, zorgen en prioriteiten van <strong>de</strong> lidstaten.Vanuit een comb<strong>in</strong>atie van koloniaal verle<strong>de</strong>n, economische betrekk<strong>in</strong>gen,culturele ban<strong>de</strong>n of geostrategische positie, kennen <strong>de</strong> lidstaten uiteenlopen<strong>de</strong>prioriteiten toe aan verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en regio’s <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld. Zo hechten <strong>de</strong>zui<strong>de</strong>lijke lidstaten vooral sterk aan goe<strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n met en voldoen<strong>de</strong> aandachtvoor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Mahgreb-regio, niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste plaats uit angst vooroncontroleerbare immigratiestromen. Daarentegen kennen <strong>de</strong> Scand<strong>in</strong>avischelidstaten en Duitsland veel meer gewicht toe aan stabiliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> Baltische regio.Ver<strong>de</strong>r hebben lan<strong>de</strong>n als het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk, Portugal, Spanje, Ne<strong>de</strong>rland,Frankrijk en België extra aandacht voor het lot van hun voormalige kolonies over<strong>de</strong> hele wereld. Deze uiteenlopen<strong>de</strong> oriëntaties en prioriteiten maken het moeilijkom dui<strong>de</strong>lijke beleidsprioriteiten te stellen en gemeenschappelijke belangente formuleren. In een Europabre<strong>de</strong> en meer heterogene <strong>Unie</strong> zal dit er nietgemakkelijker op wor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g zal het geostrategische hart van <strong>de</strong><strong>Unie</strong> oostwaarts opschuiven. De eu zal meer aandacht moeten schenken aan <strong>de</strong>betrekk<strong>in</strong>gen met Rusland en Oost-Europa. Geen van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten heefthistorische koloniale ban<strong>de</strong>n. De lidstaten die <strong>in</strong>tensieve relaties on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>nmet lan<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>llandse Zee, <strong>in</strong> Afrika, Latijns Amerika en <strong>de</strong> StilleZuidzee, moeten reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met een relatieve afname van eu-aandachtvoor <strong>de</strong>ze regio’s (Whitman 1999: 144). Tegelijk zal met <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g van massaleimmigratie, terrorisme en <strong>de</strong> proliferatie van massavernietig<strong>in</strong>gswapens welaandacht moeten blijven uitgaan naar het Mid<strong>de</strong>llandse-Zeegebied. Het zal moeilijkzijn om conflicteren<strong>de</strong> prioriteiten met elkaar te verzoenen.In een eu van 25 of meer lidstaten, waar<strong>in</strong> elk land eigen belangen, prioriteiten engevoelighe<strong>de</strong>n heeft, zal <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g hoe dan ook moeizamer verlopen,zeker bij voortzett<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huidige consensuscultuur. Met een <strong>de</strong>rmate grootaantal lidstaten rond <strong>de</strong> tafel neemt <strong>de</strong> noodzakelijke hoeveelheid on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gecommunicatie sterk toe, waardoor on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over beleidsvoorstellen veelmeer tijd <strong>in</strong> beslag zullen nemen. Daarnaast is bij elk vraagstuk het aantal visiesop wat <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zou moeten zijn groter, hetgeen impasses waarschijnlijkermaakt. Hoewel een zekere europeaniser<strong>in</strong>g van nationale standpuntenverwacht mag wor<strong>de</strong>n en tot op zekere hoogte al waarneembaar is (nationaalbeleid is al niet meer zo idiosyncratisch als vroeger), verloopt dit proces zeer traagen <strong>de</strong>nken lidstaten nog steeds zeer verschillend over diverse vraagstukken.De diversiteit aan nationale oriëntaties, culturen en standpunten moet als blijvendwor<strong>de</strong>n beschouwd en nationale reflexen zullen een belangrijke factor <strong>in</strong>het Europese buitenlands beleid blijven. Als het pr<strong>in</strong>cipe van unanimiteit dom<strong>in</strong>antblijft, kunnen lidstaten met een eigenz<strong>in</strong>nig buitenlands beleid eenvoudig<strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g blokkeren. Zolang lidstaten kunnen vasthou<strong>de</strong>n aan een


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidbeleid dat uitsluitend hun eigen belang dient, staat dit <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van eengemeenschappelijk beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg.In <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zal <strong>de</strong> kloof tussen grote en kle<strong>in</strong>e lidstaten groter zijn,omdat <strong>de</strong> meeste nieuwe lidstaten kle<strong>in</strong> tot zeer kle<strong>in</strong> zijn. Het on<strong>de</strong>rscheidtussen grote en kle<strong>in</strong>e lidstaten op het terre<strong>in</strong> van het gbvb is van groot belang envormt dikwijls een bron van conflict. De voorkeuren van grote lidstaten, metname die van <strong>de</strong> ‘grote drie’ (het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk, Duitsland en Frankrijk),hebben veel meer gewicht dan die van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ere spelers. Dit is niet zozeer hetgevolg van hun stemgewicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad – er wordt immers nauwelijks gestem<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>re lidstaat heeft een veto – maar wel van hun f<strong>in</strong>anciële, diplomatieke enmilitaire mid<strong>de</strong>len en niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste plaats hun voormalige grootmachtstatus.Zo hebben <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grote lidstaten <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g om zich <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n vancrisis op te werpen als belangenbehartiger namens <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Dit werd treffendgeïllustreerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> nasleep van <strong>de</strong> aanslagen op 11 september, toen het Belgischevoorzitterschap en <strong>de</strong> grote eu-lan<strong>de</strong>n over elkaar heen buitel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> da<strong>de</strong>ndrang.Grote lidstaten kunnen gefrustreerd raken door het vermogen van kle<strong>in</strong>e lidstatenom consensus te blokkeren en daarmee een snelle en a<strong>de</strong>quate reactie op een<strong>in</strong>ternationale gebeurtenis te h<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Hiermee is <strong>de</strong> kans groot dat zij vaker huntoevlucht nemen tot ad hoc-optre<strong>de</strong>n buiten <strong>de</strong> eu om (Allen 1998: 117).145De gelijktijdige participatie van eu-lidstaten <strong>in</strong> <strong>in</strong>tergouvernementele multilateraleorganisaties – zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> ovse –kan <strong>de</strong> perceptie van <strong>de</strong> eu alseenheidsblok verzwakken als <strong>de</strong> lidstaten er niet <strong>in</strong> slagen met één stem te spreken.Het relatieve gewicht van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale fora neemt fors toe endaarmee wordt ook <strong>de</strong> ‘consensusbonus’ belangrijker. Niettem<strong>in</strong> kan het coörd<strong>in</strong>erenvan standpunten b<strong>in</strong>nen bre<strong>de</strong>re multilaterale organisaties lastiger wor<strong>de</strong>n.Het risico dat een lidstaat een afwijkend standpunt <strong>in</strong>neemt en zich niet committeert,neemt toe, waardoor een dom<strong>in</strong>o-effect kan ontstaan. Op het moment datéén lidstaat uit <strong>de</strong> pas loopt, zullen ook an<strong>de</strong>re lidstaten sneller geneigd zijn zichniet meer aan <strong>de</strong> ‘bijna’-consensus te committeren (Strömvik 1998: 6).Een voorwaar<strong>de</strong> voor het ontwikkelen van een geloofwaardig evdb is het kunnenaccommo<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> nationale veiligheidsculturen. Een belangrijkekloof <strong>in</strong> dit verband is die tussen bondgenootschappelijke en (post)neutrale lidstaten.Hoewel <strong>de</strong>ze tegenstell<strong>in</strong>g haar scherpste kantjes verliest, zal zij van<strong>in</strong>vloed blijven op <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>g van het evdb. Zo speelt bijvoorbeeld<strong>de</strong> vraag on<strong>de</strong>r welke omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eu bereid zal zijn een militaire operatiete starten. De bereidheid om bij te dragen aan militaire operaties hoog <strong>in</strong> hetgeweldsspectrum verschilt sterk per lidstaat. Bij gebrek aan Europese overeenstemm<strong>in</strong>gliggen ad hoc-coalities b<strong>in</strong>nen navo- of vn-verband meer voor <strong>de</strong> hand.De Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese kandidaat-lidstaten hebben over het algemeen eensterkere pro-Atlantische oriëntatie, omdat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> navo (lees: <strong>de</strong> vs) <strong>de</strong> enigegeloofwaardige veiligheidsgarantie zien. Daarnaast zullen <strong>de</strong> neutralen nietakkoord gaan met een operatie zon<strong>de</strong>r mandaat van <strong>de</strong> vn-Veiligheidsraad,terwijl een <strong>de</strong>rgelijk mandaat voor an<strong>de</strong>re lidstaten wellicht niet altijd is vereist.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieEen grote uitdag<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> eu is het bijeenbrengen van voldoen<strong>de</strong> militairecapaciteiten om <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen ten aanzien van <strong>de</strong> Petersbergtaken te verwezenlijken.Ondanks het feit dat <strong>de</strong> lidstaten (en <strong>de</strong> meeste kandidaat-lidstaten)voldoen<strong>de</strong> aantallen troepen hebben toegezegd om aan <strong>de</strong> numerieke Hels<strong>in</strong>kihoofddoelstell<strong>in</strong>gte voldoen, zijn er nog grote tekortkom<strong>in</strong>gen op gebie<strong>de</strong>n alsstrategisch transport, communicatiemid<strong>de</strong>len, commandovoer<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gencapaciteit.De eu zal nog lange tijd afhankelijk blijven van mid<strong>de</strong>len, structurenen expertises die zijn opgebouwd b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> navo. Er zijn enorme verschillen<strong>in</strong> militaire capaciteit tussen <strong>de</strong> lidstaten. De meeste lidstaten hebben krijgsmachtendie zijn toegerust voor landsver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g door dienstplichtigen, terwijl crisismanagementjuist <strong>in</strong>zet op afstand van vrijwillige beroepsmilitairen vergt.Daarnaast moet <strong>de</strong> kloof wor<strong>de</strong>n gedicht tussen <strong>de</strong> ambitie om <strong>de</strong> meest veeleisen<strong>de</strong>crisis<strong>in</strong>terventies te kunnen uitvoeren en het <strong>in</strong> Hels<strong>in</strong>ki vastgestel<strong>de</strong> aantalvan 50.000-60.000 man.5.4 vormen van governance voor een meer slagvaardiggbvb146Deze paragraaf beoor<strong>de</strong>elt diverse vormen van governance voor een meer slagvaardiggbvb <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. De noodzaak van een daadkrachtiger eneenduidiger gbvb voor <strong>de</strong> eu is nauwelijks betwist. De <strong>in</strong>terne en externe vraagnaar een samenhangend en geloofwaardig gbvb wordt steeds groter.Tegelijk wordt het lastiger overeenstemm<strong>in</strong>g te bereiken over het gemeenschappelijkebeleid <strong>in</strong> een eu van 25 of meer lidstaten met uiteenlopen<strong>de</strong> nationaleprioriteiten, standpunten en gevoelighe<strong>de</strong>n. Waartoe dit beleid zich precies zoumoeten uitstrekken en hoe het beleid tot stand moet komen, is nog allerm<strong>in</strong>stuitgekristalliseerd. De bereidheid van lidstaten om bevoegdhe<strong>de</strong>n aan Europese<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen over te dragen, zal ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> nabije toekomst waarschijnlijk ger<strong>in</strong>gblijven. De haalbaarheid van het <strong>in</strong>voeren van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) <strong>de</strong> communautairemetho<strong>de</strong> voor het gbvb blijft hiermee beperkt. Daarom is het van belangtevens (varianten van) <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> en vormen van nauweresamenwerk<strong>in</strong>g te beoor<strong>de</strong>len op hun effectiviteit, haalbaarheid en legitimiteit.5.4.1 een meer coherent gbvbDoor <strong>de</strong> vereiste van consensus wor<strong>de</strong>n politiek gevoelige kwesties vaak nietb<strong>in</strong>nen het eu-ka<strong>de</strong>r aangepakt. Zo bleef <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> door gebrek aan consensusnoodgedwongen afzijdig toen <strong>de</strong> vs het Anti-Ballistic Missile-verdrag opzeg<strong>de</strong>n.Juist op momenten waar het erom gaat, weet <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len van collectiefoptre<strong>de</strong>n niet te benutten. Dit wordt gecompliceerd door het ontbreken vanhel<strong>de</strong>re i<strong>de</strong>eën over wat tot <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>gssfeer van het gbvb en wat tot het nationaledome<strong>in</strong> behoort. De verdragsdoelstell<strong>in</strong>gen van het gbvb zijn erg algemeen geformuleer<strong>de</strong>n laten te veel ruimte voor een vrije <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. 7 Een na<strong>de</strong>re omschrijv<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen en van <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>gssfeer van het gbvb zou <strong>de</strong>toekomstige samenwerk<strong>in</strong>g kunnen bevor<strong>de</strong>ren. Samenwerk<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong>van het gbvb is niet goed mogelijk zon<strong>de</strong>r overeenstemm<strong>in</strong>g over strategische


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleiddoele<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Het gbvb moet zijn gebaseerd op <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>,moet zich richten op <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economische en politieke belangenvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en dient zich <strong>in</strong> te zetten voor <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> ten grondslagliggen. Het opstellen van een strategisch concept, waar<strong>in</strong> wordt weergegevenwat <strong>de</strong>ze gemeenschappelijke belangen en waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zijn, behoort tot<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n. Hoewel het veel <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g zal kosten om het op het hoogstepolitieke niveau eens te wor<strong>de</strong>n over een <strong>de</strong>rgelijk document en <strong>de</strong> bereidheid totsamenwerk<strong>in</strong>g ten aanzien van een bepaald vraagstuk toch het resultaat blijft vanpolitieke wil, kan het on<strong>de</strong>rschrijven van gemeenschappelijke waar<strong>de</strong>n en belangeneen beroep op nationale belangen ontmoedigen. Een an<strong>de</strong>r argument is dathet <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> momenteel ontbreekt aan een Europabreed <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> uitgangspuntenvan het gbvb. Daarom zou jaarlijks <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Raad, en vervolgens <strong>in</strong>het Europees Parlement, een <strong>de</strong>bat moeten wor<strong>de</strong>n gewijd aan <strong>de</strong> strategischeuitgangspunten van het gbvb.Er is nog een an<strong>de</strong>r argument voor een na<strong>de</strong>re omschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>genvan het gbvb. Het bre<strong>de</strong> scala van <strong>in</strong>strumenten voor crisisbeheers<strong>in</strong>g waarover<strong>de</strong> eu beschikt, vraagt om een strategische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Die <strong>in</strong>strumenten lopenuiteen van han<strong>de</strong>l en hulpbeleid, economische on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g, juridische samenwerk<strong>in</strong>g,associatieakkoor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> belofte van het eu-lidmaatschap.Geen enkele an<strong>de</strong>re organisatie heeft een zo uitgebreid <strong>in</strong>strumentarium terbeschikk<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> stabiliteit te bevor<strong>de</strong>ren, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk heeft <strong>de</strong> eumoeite om er <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len van te plukken. De <strong>Unie</strong> kan haar <strong>in</strong>ternationale rolslechts doeltreffend vervullen door alle haar ten dienste staan<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong>on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge samenhang te benutten ter uitvoer<strong>in</strong>g van een dui<strong>de</strong>lijke politiekestrategie. Zij heeft langdurige diplomatieke en politieke betrekk<strong>in</strong>gen met bijnaalle lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld, maar is te terughou<strong>de</strong>nd <strong>in</strong> het gebruiken van <strong>de</strong> eigeneconomische en f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>vloed (soft power) voor strategische doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n.Een eigen, samenhangen<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die is gericht op preventieve maatregelenvoor <strong>de</strong> lange termijn – naast vormen van dwang – zou <strong>de</strong>el moeten uitmakenvan een <strong>de</strong>rgelijke strategie.147Re<strong>de</strong>nen te meer voor een na<strong>de</strong>re formuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> strategische uitgangspuntenvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zijn <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van een militaire capaciteit voor crisisbeheers<strong>in</strong>gsoperatiesen <strong>de</strong> gevolgen van 11 september. De functionele ontwikkel<strong>in</strong>gvan het evdb gaat snel en <strong>de</strong> politieke ontwikkel<strong>in</strong>g van het gbvb blijftdaarbij achter. Zon<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijk voor ogen te hebben wat <strong>de</strong> eu militair wil bereiken,loopt zij het risico het paard achter <strong>de</strong> wagen te spannen. Een strategischconcept kan een brug slaan tussen <strong>de</strong> Europese militaire capaciteit en <strong>de</strong> politiekeambities die aan het evdb ten grondslag liggen. Het kan als politiek richtsnoerdienen voor <strong>de</strong> militaire plann<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Hels<strong>in</strong>ki-hoofddoelstell<strong>in</strong>g. In een<strong>de</strong>rgelijk document kunnen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen(Van Sta<strong>de</strong>n et al. 2000: 37):• <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Europese militaire mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet;• het geografische bereik van zulke militaire acties;


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie• <strong>de</strong> soort operaties die <strong>de</strong> eu kan uitvoeren;• hoe zulke operaties wor<strong>de</strong>n uitgevoerd;• <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot (<strong>in</strong>zet van) <strong>de</strong> recente navo-reactiemacht.Een groot probleem hierbij is dat <strong>de</strong> lidstaten fundamenteel van men<strong>in</strong>g verschillenover dit soort vragen, hetgeen <strong>de</strong> politieke haalbaarheid ernstig beperkt.De Hoge Vertegenwoordiger zou, gesteund door <strong>de</strong> Commissie en na overleg methet Europees Parlement, een voorstel voor een <strong>de</strong>rgelijk document kunnen doenwaarover <strong>de</strong> Europese Raad vervolgens een besluit neemt.5.4.2 meer <strong>in</strong>stitutionele synergie148Door <strong>de</strong> <strong>in</strong>crementele ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en <strong>de</strong> kloof tussen <strong>de</strong> economischeen <strong>de</strong> politieke <strong>in</strong>tegratie wordt <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele structuur voor het buitenlandsbeleid van <strong>de</strong> eu nog steeds gekenmerkt door <strong>in</strong>ter<strong>in</strong>stitutionele concurrentie<strong>in</strong> plaats van synergie. In het wetenschappelijke <strong>de</strong>bat is er een zekereconsensus over <strong>de</strong> noodzaak voor meer betrokkenheid van <strong>de</strong> Europese Commissiebij <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van het gbvb, tene<strong>in</strong><strong>de</strong> het totale <strong>in</strong>strumentariumvoor het externe beleid samenhangen<strong>de</strong>r en effectiever <strong>in</strong> te kunnenzetten. Momenteel zijn <strong>de</strong> diplomatieke taken en het f<strong>in</strong>ancieel-economische<strong>in</strong>strumentarium on<strong>de</strong>rgebracht bij twee verschillen<strong>de</strong> functionarissen.De Hoge Vertegenwoordiger voor het gbvb kan verklar<strong>in</strong>gen doen uitgaan,dialogen on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en bijeenkomsten beleggen, maar hij heeft nauwelijksbeleids<strong>in</strong>strumenten tot zijn beschikk<strong>in</strong>g. De Commissaris voor <strong>de</strong> externebetrekk<strong>in</strong>gen beschikt over <strong>in</strong>strumenten en een aanzienlijk budget, maar heeftniet het mandaat en het politieke gezag om te on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len. De huidige samenwerk<strong>in</strong>gtussen Commissaris Chris Patten en Hoge Vertegenwoordiger JavierSolana verloopt weliswaar goed, maar het functioneren van dit systeem mag nietafhankelijk zijn van goe<strong>de</strong> persoonlijke relaties. Het moet kunnen bogen op voor<strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele arrangementen.Een bekend voorstel ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenhang <strong>in</strong> het externe beleid van<strong>de</strong> eu is het samenbrengen van <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordigeren <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> één functie,mogelijk als vice-voorzitter van <strong>de</strong> Commissie. Deze functionaris zou het overzichtover het politieke landschap en <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële en economische<strong>in</strong>strumenten <strong>in</strong> één persoon verenigen. Hoewel een <strong>de</strong>rgelijke ontwikkel<strong>in</strong>gvoor <strong>de</strong> lange termijn aantrekkelijk is, is een fusie van <strong>de</strong> twee verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nop mid<strong>de</strong>llange termijn onwerkbaar. De Hoge Vertegenwoordiger ontleentzijn legitimiteit aan zijn koppel<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> Raad, wat hem <strong>in</strong> staat stelt op gelijkevoet te spreken met bijvoorbeeld <strong>de</strong> m<strong>in</strong>isters van Buitenlandse Zaken van <strong>de</strong>Verenig<strong>de</strong> Staten en Rusland, en <strong>de</strong> Secretarissen-generaal van <strong>de</strong> vn en <strong>de</strong>navo. Als <strong>de</strong> twee taken zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verenigd <strong>in</strong> één persoon, zou er eenonhoudbare situatie ontstaan, aangezien <strong>de</strong>ze functionaris dan gebon<strong>de</strong>n zou zijnaan <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheidsregel die geldt b<strong>in</strong>nen een collegiaal orgaan als <strong>de</strong> Commissieen tegelijk zeer nauw moet samenwerken met <strong>de</strong> lidstaten, die <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van het


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidbeleid bepalen. Het mandaat van <strong>de</strong> Raad en <strong>de</strong> gebon<strong>de</strong>nheid aan het collegialiteitbeg<strong>in</strong>selvan <strong>de</strong> Commissie zou<strong>de</strong>n dus tot een loyaliteitsconflict kunnenlei<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong>ze manier schept het samenvoegen van <strong>de</strong> twee verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>neer<strong>de</strong>r verwarr<strong>in</strong>g dan synergie. Daarnaast zou een double hatt<strong>in</strong>g kwestiesdie bij <strong>de</strong> Raad thuishoren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Commissie <strong>in</strong>troduceren en daarmee <strong>de</strong>Commissie <strong>de</strong>gra<strong>de</strong>ren tot uitvoer<strong>de</strong>r van raadsbesluiten. Een an<strong>de</strong>r argument isdat <strong>de</strong> lidstaten niet bereid zullen zijn het evdb, behorend tot het takenpakketvan <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger, bij <strong>de</strong> Commissie on<strong>de</strong>r te brengen. Voor <strong>de</strong>korte en mid<strong>de</strong>llange termijn kan daarom wor<strong>de</strong>n gestreefd naar praktische regel<strong>in</strong>genom <strong>de</strong> synergie tussen <strong>de</strong> twee functies te vergroten. Een meer dui<strong>de</strong>lijkeomschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mandaten is daarbij gebo<strong>de</strong>n. De Hoge Vertegenwoordigerzou <strong>de</strong> Commissieverga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen kunnen bijwonen wanneer het externe optre<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> eu op <strong>de</strong> agenda staat, ook al is hij geen Commissielid. De Commissarisvoor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen neemt gewoonlijk al <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> bijeenkomstenvan <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen. De Hoge Vertegenwoordiger en <strong>de</strong>Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen kunnen samenwerken vanaf <strong>de</strong> strategischeplann<strong>in</strong>g tot en met <strong>de</strong> beleidsnota’s. Zij kunnen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge coörd<strong>in</strong>atieversterken en gezamenlijk <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>batten <strong>in</strong> het EuropeesParlement.Het beleids<strong>in</strong>itiatiefHet ontbreekt <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale agenda van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> nogal eens aan cont<strong>in</strong>uïteit,doordat ie<strong>de</strong>re voorzitter <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g heeft om <strong>de</strong> eigen prioriteiten centraal testellen. Zo stel<strong>de</strong> F<strong>in</strong>land <strong>de</strong> ‘Noor<strong>de</strong>lijke Dimensie’ voorop, richtte België <strong>de</strong>aandacht meer op Afrika en gaf Spanje voorrang aan het Mid<strong>de</strong>llandse-Zeegebie<strong>de</strong>n Latijns Amerika. De politieke gevoeligheid van het beleidsterre<strong>in</strong> leent zichniet voor een <strong>in</strong>itiatiefmonopolie voor <strong>de</strong> Commissie, zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler.Tegelijk is er behoefte aan meer cont<strong>in</strong>uïteit <strong>in</strong> het programma. De beleidsagendavan het gbvb laat zich nu eenmaal niet vangen <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>s van zes maan<strong>de</strong>n.De cont<strong>in</strong>uïteit en samenhang van het gbvb zou<strong>de</strong>n erbij gebaat zijn als <strong>de</strong> lidstaten<strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger <strong>in</strong> staat stellen beleidsvoorstellen <strong>in</strong> tedienen, waar nodig <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externebetrekk<strong>in</strong>gen. Het zou dienstbaar zijn om <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger hiertoehet formele recht van <strong>in</strong>itiatief te verlenen. Door <strong>de</strong> Commissie te betrekken bijhet beleids<strong>in</strong>itiatief wordt <strong>in</strong> een vroeg stadium reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlehaalbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorstel. Een gezamenlijk voorstelvan <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger en <strong>de</strong> Commissie zou eventueel door <strong>de</strong> Raadkunnen wor<strong>de</strong>n aangenomen met gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid (zie subpar.5.4.3).149De externe vertegenwoordig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>De externe vertegenwoordig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> is nog steeds problematisch.De benoem<strong>in</strong>g van Javier Solana heeft het vraagstuk van ‘wie er namens Europaspreekt’ maar ten <strong>de</strong>le opgelost. De eu-vertegenwoordig<strong>in</strong>g bestaat nog steedsuit <strong>de</strong>legaties van drie personen en het Trojka-systeem is voor veel <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nnog steeds verwarrend. Elke zes maan<strong>de</strong>n spreekt <strong>de</strong> eu met een an<strong>de</strong>re stem en


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieon<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lt een an<strong>de</strong>r namens <strong>de</strong> hele <strong>Unie</strong>. Hoewel <strong>de</strong> Commissie, <strong>de</strong> HogeVertegenwoordiger en het voorzitterschap collectief verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn vooreen goe<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Troika, claimen zij alle <strong>in</strong>dividueel hunaan<strong>de</strong>el <strong>in</strong> het management en <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het gbvb (Allen en Smith 2001:99-100). Dit heeft een negatieve terugslag op <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong>eu. Vooral als een kle<strong>in</strong>e lidstaat het voorzitterschap vervult, wordt <strong>de</strong>ze doorbelangrijke eu-partners niet altijd serieus genomen. De zichtbaarheid en <strong>de</strong>effectiviteit van <strong>de</strong> eu-diplomatie hebben er baat bij als <strong>de</strong> Raad <strong>de</strong> externe vertegenwoordig<strong>in</strong>g<strong>de</strong>legeert aan <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger, die waar nodig samenwerktmet <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen. We<strong>de</strong>rzijds vertrouwen<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale betrekk<strong>in</strong>gen ontwikkelt zich via persoonlijke contactendie niet elke zes maan<strong>de</strong>n kunnen wijzigen. De <strong>Unie</strong> kan daarnaast meer gebruikmakenvan speciale vertegenwoordigers die on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong>Hoge Vertegenwoordiger opereren. Deze portefeuilles kunnen betrekk<strong>in</strong>ghebben op verschillen<strong>de</strong> regio’s (het Mid<strong>de</strong>n-Oosten, Latijns Amerika, hetMid<strong>de</strong>llandse-Zeegebied) of op beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (mensenrechten, m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n,enz.). Zij kunnen zo on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> lidstaten wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld dat reken<strong>in</strong>gwordt gehou<strong>de</strong>n met hun specifieke expertise en oriëntaties.150Het voorzitterschap van <strong>de</strong> RaadDe roulatie van het voorzitterschap leidt tot ondoelmatigheid en veran<strong>de</strong>rlijkeprioriteiten. Ie<strong>de</strong>r land heeft zijn eigen prioriteiten en dossiers waarmee het wilscoren. Dit leidt tot overla<strong>de</strong>n agenda’s, halfbakken voorstellen en schijnsuccessenvoor het thuisfront. Het schaadt <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit van het externe beleid en scheptverwarr<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. Juist omdat <strong>de</strong> voorzitter op het terre<strong>in</strong> van hetgbvb (<strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> eerste pijler) het <strong>in</strong>itiatiefrecht heeft, is er hier meerruimte voor koersverlegg<strong>in</strong>g en discont<strong>in</strong>uïteit. Dit zal <strong>in</strong> een <strong>Unie</strong> van 25 of meerlidstaten alleen maar verergeren.Het roulerend voorzitterschap symboliseert <strong>de</strong> gelijkheid tussen <strong>de</strong> lidstaten.Het vormt daarnaast een van <strong>de</strong> waarborgen voor <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lidstaten om <strong>in</strong>vloedop <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g uit te oefenen. Tegelijk heeft het een educatieve functie.Zes maan<strong>de</strong>n het voorzitterschap van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> vervullen zorgt voor relevanteEuropese kennis bij nationale ambtenaren en werkt sterk socialiserend.Ambtenaren en politici wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgedompeld <strong>in</strong> een Europeesbad en zoeken actief mee naar Europese oploss<strong>in</strong>gen. Het voorzitterschapvergroot hun <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> Europese besluitvorm<strong>in</strong>gsprocessen en versterkt hunnetwerken met an<strong>de</strong>re lidstaten en actoren, zoals het Europees Parlement en <strong>de</strong>Commissie (Schout en Vanhoonacker 2002: 311). Na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eunemen <strong>de</strong>ze voor<strong>de</strong>len echter af. Tot voor kort was <strong>de</strong> werklast van het voorzitterschapwat betreft het gbvb beperkt. Maar dat zal snel veran<strong>de</strong>ren als na <strong>de</strong>uitbreid<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale politieke rol van <strong>de</strong> eu toeneemt. In een eu van25 lidstaten bekle<strong>de</strong>n lidstaten nog maar eens <strong>in</strong> <strong>de</strong> 12 1 /2 jaar het voorzitterschap,en kunnen zij dus niet meer terugvallen op eer<strong>de</strong>re ervar<strong>in</strong>gen. Een permanentcentrum <strong>in</strong> plaats van een steeds wisselen<strong>de</strong> periferie moet het gbvb van lei<strong>de</strong>rschapen <strong>in</strong>put voorzien.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidEen bekend voorstel is het <strong>in</strong>stellen van een groepsvoorzitterschap, waarbij tweelidstaten tegelijk <strong>de</strong> rol van voorzitter vervullen (bij voorkeur een grote en eenkle<strong>in</strong>e lidstaat). Dit leidt echter tot praktische en politieke problemen. Het roulerendvoorzitterschap kan daarom beter voorlopig wor<strong>de</strong>n gehandhaafd, maar <strong>de</strong>taken op het terre<strong>in</strong> van het gbvb dienen te wor<strong>de</strong>n beperkt tot een technischvoorzitterschap, meer overeenkomstig <strong>de</strong> taken op an<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>en.De voorzitter van <strong>de</strong> Raad bereidt dan samen met <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger <strong>de</strong>raadsagenda voor, helpt actief zoeken naar consensus, is gastheer en zit <strong>de</strong> bijeenkomstvoor. Het beleids<strong>in</strong>itiatief en <strong>de</strong> representatieve taken wor<strong>de</strong>n dan echterzoveel mogelijk overgelaten aan <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger, <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gmet <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen.Het secretariaat van <strong>de</strong> Raad zou meer mid<strong>de</strong>len moeten hebben om <strong>de</strong>ze takente kunnen on<strong>de</strong>rsteunen. Zo kunnen er meer diplomaten <strong>in</strong> Brussel wor<strong>de</strong>ngestationeerd, eventueel via kortetermijncontracten. De personele en f<strong>in</strong>anciëlemid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger zijn momenteel niet <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>gmet <strong>de</strong> omvang van zijn taak en on<strong>de</strong>rmijnt een geloofwaardige enproactieve eu-diplomatie ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> externe beleidsbesluiten.Om dit te on<strong>de</strong>rvangen zou <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger een rechtstreeks beroepmoeten kunnen doen op <strong>de</strong> diensten van <strong>de</strong> Commissie en haar <strong>de</strong>legaties <strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. De plann<strong>in</strong>gs- en analysecapaciteiten zou<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>nversterkt en een versterkte ‘beleidseenheid’ zou moeten wor<strong>de</strong>n opgezet dieten dienste staat van <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger en <strong>de</strong> Commissie tezamen.Daarnaast is het huidige gbvb-budget niet toereikend om <strong>de</strong> (adm<strong>in</strong>istratieve enniet-adm<strong>in</strong>istratieve) kosten te kunnen <strong>de</strong>kken. Het gbvb-budget dient dan ookaanzienlijk te wor<strong>de</strong>n verhoogd.1515.4.3 een meer effectieve besluitvorm<strong>in</strong>gHoewel het eu-Verdrag al enige ruimte biedt voor meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g,blijven <strong>de</strong> lidstaten streven naar consensus. Nationale gevoelighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>nliever ontzien of via an<strong>de</strong>re wegen gladgestreken. In een <strong>Unie</strong> van 25 of meerlidstaten zal het beg<strong>in</strong>sel van unanieme <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g overgbvb-vraagstukken bijzon<strong>de</strong>r lastig maken. Aangezien het handhaven van <strong>de</strong>consensuscultuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad zeer ten koste zal gaan van <strong>de</strong> slagvaardigheid, moeter wor<strong>de</strong>n nagedacht over het uitbrei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g.Dit zou evi<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> besluitvaardigheid van <strong>de</strong> Raad vergroten.Indien besluiten niet meer <strong>de</strong> wensen van elke <strong>in</strong>dividuele lidstaat hoeven teweerspiegelen, hoeft het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces m<strong>in</strong><strong>de</strong>r tijd <strong>in</strong> beslag te nemenen kan het beleid aan dui<strong>de</strong>lijkheid en kracht w<strong>in</strong>nen. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant kan hetvoor lidstaten bijzon<strong>de</strong>r pijnlijk zijn om op bepaal<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en van het gbvb tewor<strong>de</strong>n overstemd, zeker wanneer dit bij herhal<strong>in</strong>g gebeurt. Dit kan zelfs <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge solidariteit tussen <strong>de</strong> lidstaten en <strong>de</strong> legitimiteit van het systeem ophet spel zetten. De politieke gevoeligheid van gbvb-vraagstukken verschilt sterk,zodat bij het verbeteren van <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsprocedures een gedifferentieer<strong>de</strong>aanpak kan wor<strong>de</strong>n gekozen. Bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het gbvb lenen zich beter


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unievoor meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g dan an<strong>de</strong>re. Nagegaan kan wor<strong>de</strong>n welke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lendaarvoor <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen, al is het op voorhand moeilijk aan te gevenwelke kwesties politiek te gevoelig zijn om daarbij tot stemm<strong>in</strong>g over te gaan.Vanuit het oogpunt van <strong>de</strong> legitimiteit zijn stemm<strong>in</strong>gen niet <strong>de</strong> meest wenselijkeoploss<strong>in</strong>g. I<strong>de</strong>aliter wordt naar consensus gestreefd. Niettem<strong>in</strong> is <strong>de</strong> wrr vanoor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g uitbreid<strong>in</strong>gverdienen. Waar nu reeds meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g van toepass<strong>in</strong>g is, wordthet aan <strong>de</strong> discretie van <strong>de</strong> lidstaten overgelaten of zij wel of niet tot stemm<strong>in</strong>gwillen overgaan. Zo wordt er <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige praktijk vaak naar consensus gestreefd,zelfs waar meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g al mogelijk is. Uit <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong>eerste pijler blijkt dat <strong>de</strong> Raad <strong>in</strong> werkelijkheid <strong>in</strong> zeer we<strong>in</strong>ig gevallen stemt endat alleen al het bestaan van <strong>de</strong> mogelijkheid daartoe <strong>de</strong> lidstaten aanmoedigt omtot consensus te komen. De mogelijkheid van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g moetdaarom wor<strong>de</strong>n uitgebreid en moet ook geloofwaardig zijn. Zelfs zon<strong>de</strong>r verdragswijzig<strong>in</strong>gkan <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gscapaciteit van <strong>de</strong> Raad al wor<strong>de</strong>n vergroot doorvaker tot stemm<strong>in</strong>g over te gaan.152Er kan wor<strong>de</strong>n gedacht aan het <strong>in</strong>voeren van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g voorgezamenlijke beleidsvoorstellen van <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger en <strong>de</strong> Commissarisvoor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen. Het pr<strong>in</strong>cipe hierbij is dat meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>gvan zijn pijnlijkste consequenties wordt ontdaan wanneer niet <strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheid zelf, maar een m<strong>in</strong> of meer neutrale actor het beleidsvoorstel formuleert.Verwacht mag wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze gezamenlijke voorstellen meer zijn gebaseerdop gemeenschappelijke belangen dan specifieke nationale belangen. Er rust<strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval geen ver<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g van verborgen nationale agenda’s op en beschermt<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid op zijn m<strong>in</strong>st iets beter tegen <strong>de</strong> willekeur van <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid.Meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g is beter aanvaardbaar als er consensus bestaat over<strong>de</strong> bre<strong>de</strong>re uitgangspunten van het beleid. Dit beg<strong>in</strong>sel is momenteel vormgegeven<strong>in</strong> het <strong>in</strong>strument van <strong>de</strong> ‘gemeenschappelijke strategie’. Geïntroduceerddoor het Verdrag van Amsterdam heeft het als voornaamste doel om gekwalificeer<strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g mogelijk te maken. Tot nog toe mist hetechter <strong>de</strong>ze uitwerk<strong>in</strong>g. In plaats van het <strong>in</strong>strument als zodanig te schrappen,is het verstandiger om te on<strong>de</strong>rzoeken waarom het <strong>in</strong>strument zijn doel misten vervolgens <strong>de</strong> oorzaken hiervan weg te nemen. De drie bestaan<strong>de</strong> door <strong>de</strong>Europese Raad aangenomen gemeenschappelijke strategieën (ten aanzien vanRusland, Oekraïne en het Mid<strong>de</strong>llandse-Zeegebied) bie<strong>de</strong>n geen houvast voornieuw beleid. Daarvoor zijn zij te algemeen geformuleerd en vormen zij eer<strong>de</strong>reen codificatie van bestaand beleid dan voornemens voor nieuw beleid. Dit wordt<strong>de</strong>els verklaard doordat zij geheel openbaar zijn en daarmee van directe <strong>in</strong>vloedzijn op <strong>de</strong> relatie met het object van <strong>de</strong> strategie, <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> kwestie. Daarnaastzijn zij op basis van consensus opgesteld. Hierdoor bevatten zij óf nauwelijksconcrete aanknop<strong>in</strong>gspunten voor beleid, óf komen zij geheel niet tot stand.Zo zijn er merkwaardig genoeg geen gemeenschappelijke strategieën ten aanzienvan <strong>de</strong> Balkan, het Mid<strong>de</strong>n-Oosten, Moldavië of Wit-Rusland, terwijl <strong>de</strong>ze


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidregio’s en lan<strong>de</strong>n toch van groot strategisch belang zijn voor <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en er b<strong>in</strong>nenhet gbvb al veel aandacht uitgaat naar <strong>de</strong>ze regio’s. Het met gekwalificeer<strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheid vaststellen van <strong>de</strong> gemeenschappelijke strategieën zou het <strong>in</strong>strumentzijn functie ontnemen. Wellicht is het mogelijk om sommige strategieën ofon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len daarvan een vertrouwelijke status te geven. Op die manier kunnen zijmeer concrete aanknop<strong>in</strong>gspunten voor beleid bevatten, die <strong>de</strong> relatie met hetobject van <strong>de</strong> strategie dan niet direct beïnvloe<strong>de</strong>n. Hoewel dit tegen het pr<strong>in</strong>cipevan openbaarheid <strong>in</strong>gaat, moet men zich realiseren dat het hier niet gaat ombeleid als zodanig, maar om uitgangspunten voor toekomstig beleid. Daarnaasthoeven gemeenschappelijke strategieën zich niet te beperken tot geografischegebie<strong>de</strong>n, zoals nu het geval is. Niets staat <strong>de</strong> eu <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg om ook strategieën tenaanzien van bepaal<strong>de</strong> taken of functies te formuleren (zoals non-proliferatie ofmensenrechten), op basis waarvan met meer<strong>de</strong>rheid van stemmen nieuw beleidkan wor<strong>de</strong>n gevormd.Lidstaten die ten aanzien van een bepaald vraagstuk een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidsstandpunt<strong>in</strong>nemen, wor<strong>de</strong>n nog altijd beschermd door <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> ‘noodremclausule’van artikel 23, twee<strong>de</strong> lid, van het eu-Verdrag. De slagvaardigheid van het gbvbkan echter zeer wor<strong>de</strong>n geschaad als elke lidstaat, zelfs <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste, het beleid van<strong>de</strong> hele <strong>Unie</strong> met een veto kan gijzelen. Handhav<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze mogelijkheid isdaarom zeer onverstandig. Om te voorkomen dat lidstaten te zeer <strong>in</strong> hun nationaalbelang wor<strong>de</strong>n geschaad, kan een gewijzig<strong>de</strong> versie van <strong>de</strong>ze clausule <strong>in</strong>pr<strong>in</strong>cipe wor<strong>de</strong>n gehandhaafd. Echter, <strong>in</strong> plaats van ie<strong>de</strong>re lidstaat <strong>de</strong> mogelijkheidte geven een besluit te blokkeren, kan hen een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gspositie (optout)wor<strong>de</strong>n verleend. Een opt-out tast het imago van <strong>de</strong> eu als <strong>in</strong>ternationaleactor m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aan dan wanneer <strong>de</strong> eu helemaal niet tot een besluit kan komen.Om al te frequent en oneigenlijk gebruik van <strong>de</strong>ze voorzien<strong>in</strong>g te voorkomen,kan het gebruik ervan aan voorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gebon<strong>de</strong>n. Een beroep op <strong>de</strong>mogelijkheid tot opt-out zou gepaard moeten gaan met een formele verklar<strong>in</strong>gwaar<strong>in</strong> <strong>de</strong> lidstaat <strong>in</strong> kwestie aangeeft welk nationaal belang op welke manierdoor het besluit wordt geschon<strong>de</strong>n. Vervolgens kan dit beroep wor<strong>de</strong>n getoetstdoor bijvoorbeeld een commissie bestaan<strong>de</strong> uit le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> eu<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.Een <strong>de</strong>rgelijke toets<strong>in</strong>g kan niet plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n op louter juridischegron<strong>de</strong>n en zal ook een zekere politieke afweg<strong>in</strong>g zijn, maar voorkomt op zijnm<strong>in</strong>st een al te lichtz<strong>in</strong>nig gebruik van <strong>de</strong> clausule.1535.4.4 gecoörd<strong>in</strong>eerd optre<strong>de</strong>nZolang het gbvb buiten <strong>de</strong> rechtsor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Gemeenschap blijft, vallen besluitendie zijn genomen <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pijler niet on<strong>de</strong>r het gemeenschapsrechten zijn zij niet via het Hof van Justitie afdw<strong>in</strong>gbaar (tenzij <strong>de</strong>ze zijn omgezet<strong>in</strong> een veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, zoals gebruikelijk is bij economische sancties tegen <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n). De Raad zelf ziet toe op <strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>g van twee<strong>de</strong>-pijlerbesluiten.Een communautariser<strong>in</strong>g en daarmee juridiser<strong>in</strong>g van het gbvb stuit zeer waarschijnlijkop <strong>de</strong> grens van <strong>de</strong> politieke haalbaarheid. Lidstaten lijken <strong>in</strong> het algemeenniet bereid hun buitenlands beleid te laten regelen door gemeenschapsrecht.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieZij behou<strong>de</strong>n het liefst zoveel mogelijk vrijheid om nationale belangen te ver<strong>de</strong>digen(Smith 2001: 80). Daarnaast is het <strong>de</strong> vraag of juridiser<strong>in</strong>g <strong>de</strong> slagvaardigheidvan het gbvb ten goe<strong>de</strong> komt. Zij zou wel eens zeer we<strong>in</strong>ig of zelfs eenaverechts effect kunnen hebben. Zij kan <strong>de</strong> besluitvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad aantasten,omdat lidstaten terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n als politieke besluiten juridischafdw<strong>in</strong>gbaar zijn. Daarnaast ontbreken geloofwaardige sanctiemechanismen ophet terre<strong>in</strong> van het gbvb. Zwaar<strong>de</strong>re sancties dan het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge nam<strong>in</strong>g andsham<strong>in</strong>g, zoals het ontnemen van stemrecht, zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> politieke verhoud<strong>in</strong>genb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> te zeer scha<strong>de</strong>n. Wel zijn er mogelijkhe<strong>de</strong>n om het toezicht op <strong>de</strong>nalev<strong>in</strong>g van gbvb-besluiten te verbeteren. Zo zou het secretariaat van <strong>de</strong> Raad,eventueel <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> Commissie, jaarlijkse verslagen kunnenpubliceren waar<strong>in</strong> lidstaten met afwijkend beleid expliciet wor<strong>de</strong>n genoemd.Hoewel er niets kan wor<strong>de</strong>n afgedwongen, kan een gezon<strong>de</strong> dosis peer pressure <strong>in</strong><strong>de</strong> Raad <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n op zijn m<strong>in</strong>st dw<strong>in</strong>gen hun afwijken<strong>de</strong> beleid uit te leggen(Everts 2002: 47). Een beleidsterre<strong>in</strong> waar een <strong>de</strong>rgelijke procedure kan wor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gevoerd, is het bilaterale hulpbeleid. Lidstaten kunnen voorwaar<strong>de</strong>n afsprekenwaaraan hulp moet voldoen en elkaar vervolgens <strong>de</strong> maat nemen over <strong>de</strong> matewaar<strong>in</strong> zij aan <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n hebben voldaan.154Het gbvb kent on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waar samenwerk<strong>in</strong>g is gewenst maar niet totstandkomtvanwege <strong>de</strong> politieke gevoeligheid van <strong>de</strong> materie, <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong>nationale soevere<strong>in</strong>iteit, of nationale belangen. In die gevallen kan wor<strong>de</strong>ngestreefd naar zachtere vormen van samenwerk<strong>in</strong>g zoals beleidscoörd<strong>in</strong>atie.Het is mogelijk een bepaal<strong>de</strong> bandbreedte voor het nationale beleid te tolereren(bijvoorbeeld <strong>in</strong>tegratie op het niveau van doelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> plaats van concretegedragsvoorschriften). Op die manier blijven <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n voor beleidsvoer<strong>in</strong>gformeel weliswaar nationaal, maar kent het optre<strong>de</strong>n een graad van gezamenlijkheidwaardoor gemeenschappelijke doelen effectiever wor<strong>de</strong>n gerealiseer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eu een herkenbaar <strong>in</strong>ternationaal profiel krijgt. Een goed voorbeeldvan een politiek gevoelig beleidsterre<strong>in</strong> waar een zachtere vorm van samenwerk<strong>in</strong>geen aanzienlijke mate van beleidsconvergentie heeft opgeleverd, is hetEuropese wapenuitvoerbeleid (zie tekstbox 5.1).5.4.5 nauwere samenwerk<strong>in</strong>gHet uitgangspunt van formele gelijkheid tussen <strong>de</strong> lidstaten is dikwijls lastig teverenigen met <strong>de</strong> materiële ongelijkheid die tussen hen bestaat <strong>in</strong> termen vanomvang en status, geografische positie en speciale relaties met <strong>de</strong> buitenwereld.Deze ongelijkheid en geopolitieke verschillen brengen vaak ook belangenheterogeniteitmet zich mee. De verschei<strong>de</strong>nheid tussen <strong>de</strong> lidstaten hoeft niet per seeen zwakte te betekenen. De diverse relaties tussen <strong>de</strong> lidstaten en <strong>de</strong> buitenwereldkunnen ook een kracht vormen en bijdragen aan een rijk en genuanceerdgbvb. Dit mag er echter niet toe lei<strong>de</strong>n dat het gezamenlijk optre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>wordt on<strong>de</strong>rmijnd. De oploss<strong>in</strong>g kan dan het toestaan van beleidsflexibiliteitzijn. In een Europabre<strong>de</strong> en heterogene <strong>Unie</strong> is er voldoen<strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>g om <strong>de</strong>‘voors’ en ‘tegens’ van diverse vormen van flexibiliteit te on<strong>de</strong>rzoeken.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidTekstbox 5.1Het wapenuitvoerbeleidHet wapenuitvoerbeleid was van oudsher een bij uitstek nationaal prerogatief. Het verdwijnenvan <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen <strong>in</strong> 1991 dreig<strong>de</strong> <strong>de</strong> praktijk van nationaal wapenuitvoerbeleid te on<strong>de</strong>rgraven.Een radicale oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een communautair wapenuitvoerbeleid was alleenal vanwege <strong>de</strong> aanzienlijke nationale verschillen <strong>in</strong> 1991 uitgesloten. Coörd<strong>in</strong>atie op het niveauvan ‘<strong>de</strong> grootste gemene <strong>de</strong>ler’ leek het hoogst haalbare. Maar <strong>de</strong> aanvankelijk we<strong>in</strong>ig ambitieuzevorm van consultatieve, gesloten coörd<strong>in</strong>atie heeft zich <strong>de</strong> afgelopen tien jaar stapsgewijs kunnenontwikkelen tot een betrekkelijk open mechanisme waar<strong>in</strong> zich enige politieke convergentie aftekent.Europese Raadsbesluiten <strong>in</strong> Luxemburg (1991) en Lissabon (1992) resulteer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een set criteriadie ie<strong>de</strong>re eu-lidstaat dien<strong>de</strong> te hanteren bij <strong>de</strong> nationale afweg<strong>in</strong>g om wapenexportvergunn<strong>in</strong>gente verlenen. Dat bleek <strong>de</strong> kiem voor een discussie over <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie en toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>zevergunn<strong>in</strong>gscriteria (met vragen als ‘wat is een schend<strong>in</strong>g van mensenrechten?’, ‘wat is eenspann<strong>in</strong>gsgebied?’ en ‘wat is een legitieme <strong>de</strong>fensiebehoefte?’). In 1998 werd <strong>de</strong> Gedragsco<strong>de</strong>Wapenuitvoer gemeenschappelijk aanvaard, die een politiek verplichtend ka<strong>de</strong>r stel<strong>de</strong> waarb<strong>in</strong>nennationaal wapenuitvoerbeleid gevoerd zou dienen te wor<strong>de</strong>n.Alleen al het bestaan van <strong>de</strong>ze gedragsco<strong>de</strong> structureer<strong>de</strong> <strong>de</strong> consultatieve praktijken en leid<strong>de</strong>naar meer transparantie, eu-bre<strong>de</strong> consistentie en spill-over naar naastliggen<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en.Lan<strong>de</strong>n g<strong>in</strong>gen elkaar <strong>in</strong>formeren over vergunn<strong>in</strong>gsweiger<strong>in</strong>gen, met <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong>(maar nog niet gerealiseer<strong>de</strong>) doelstell<strong>in</strong>g tot een no un<strong>de</strong>rcut practice te geraken. In drie jaar tijdsteeg het aantal gemel<strong>de</strong> weiger<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> helft. Het aantal consultaties naar aanleid<strong>in</strong>g van dieafwijz<strong>in</strong>gen verdubbel<strong>de</strong> zelfs. Het regime kreeg <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g tot verbred<strong>in</strong>g naar een aantal nietmilitaireitems, naar multilateralisatie van <strong>de</strong> tot nu toe bilaterale consultatieprocedures en naarhet gebruik van Europese standaarddocumentatie en implementatie-<strong>in</strong>strumenten.155De gedragsco<strong>de</strong> bleek vervolgens een zekere exportwaar<strong>de</strong> te hebben. Zij stond mo<strong>de</strong>l – en methaar <strong>de</strong> eu als unitaire actor – <strong>in</strong> <strong>de</strong> Transatlantische Dialoog (tad) (2000), <strong>de</strong> vn-Conferentieover illegale han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e wapens (2001), het overleg met <strong>de</strong> Associatie van Zuidoost-AziatischeNaties (asean) en <strong>de</strong> Europese Economische Ruimte (eer) (2001). Beleidsimitatie konwor<strong>de</strong>n waargenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten en diverse geassocieer<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. Dit zou op zijnbeurt weer nieuwe <strong>in</strong>terne eu-convergentie kunnen stimuleren.Het on<strong>de</strong>rscheid tussen wapens en niet-wapens leid<strong>de</strong> tot een <strong>in</strong>teressante dialectiek: <strong>de</strong>verdragsmatige competentie van <strong>de</strong> Commissie op het gebied van (civiele) goe<strong>de</strong>ren voor tweeërleigebruik (dual use) leid<strong>de</strong> op enig moment <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig tot een str<strong>in</strong>genter exportregimevoor bepaal<strong>de</strong> ‘civiele’ goe<strong>de</strong>ren dan voor wapenon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len naar ongewenste bestemm<strong>in</strong>gen. Datlegitimeer<strong>de</strong> vervolgens <strong>de</strong> voorheen taboe verklaar<strong>de</strong> discussie over wapenhan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> euverband.Deze casus <strong>de</strong>monstreert dat er <strong>in</strong>stitutionele tussenstations zijn op het cont<strong>in</strong>uüm dat zichuitstrekt van zuivere nationale beleidsconcurrentie tot volstrekte beleidscoörd<strong>in</strong>atie (om voorlopigniet te spreken van beleidscommunautariser<strong>in</strong>g):


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie• De geboekte vooruitgang is het gevolg geweest van gesloten <strong>in</strong> plaats van open coörd<strong>in</strong>atie.• De vooruitgang is me<strong>de</strong> het gevolg geweest van transnationaliser<strong>in</strong>g: ngo’s (zoals Basic enSaferworld) hebben van on<strong>de</strong>rop bijgedragen aan <strong>de</strong> market<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gedragsco<strong>de</strong> enconceptualiser<strong>in</strong>g van thema’s (mensenrechten, kle<strong>in</strong>e wapens en landmijnen, enz.).• De transnationaliser<strong>in</strong>g is op haar beurt een buitenlandspolitiek <strong>in</strong>strument gewor<strong>de</strong>n voorlidstaten door het aangaan van partnerships en subsidiër<strong>in</strong>g van ngo-campagnes (on<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>re kle<strong>in</strong>e wapens).• Het wapenuitvoerbeleid is niet ongevoelig gebleken voor beleids<strong>in</strong>jecties uit <strong>de</strong> eerste enzelfs <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler (dual use-goe<strong>de</strong>ren, dg iii-bemoeienis met militaire productie, controleop vuurwapens en misdaadbestrijd<strong>in</strong>g).De casus toont daarnaast aan dat niet ie<strong>de</strong>re eu-uitbreid<strong>in</strong>g noodzakelijkerwijs ten koste van <strong>de</strong>effectiviteit hoeft te gaan. In <strong>de</strong> eerste plaats is <strong>de</strong> lage <strong>in</strong>zet van het i<strong>de</strong>e van <strong>in</strong>tergouvernementelecoörd<strong>in</strong>atie überhaupt al een gevolg geweest van <strong>de</strong> beleidsscepsis <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu-12. De gedragsco<strong>de</strong>blijkt on<strong>de</strong>r die omstandighe<strong>de</strong>n relatief goed te werken, zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten.Ook <strong>de</strong> aanwezigheid van ‘transnationaliseren<strong>de</strong> factoren’ (kerk, vre<strong>de</strong>s- en mensenrechtenorganisaties)<strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten is een positieve conditie. Eer<strong>de</strong>r was dit al gebleken bij <strong>de</strong>toetred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘neutrale’ lan<strong>de</strong>n halverwege <strong>de</strong> jaren negentig.156Ook hoeft <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g <strong>de</strong> kloof tussen expectations en capabilities (Hill 1993) niet slechts tevergroten. De casus wapenuitvoer voedt zelfs <strong>de</strong> hypothese dat <strong>de</strong> kloof smaller kan wor<strong>de</strong>n.De verwacht<strong>in</strong>gen waren <strong>in</strong> 1991 uitgesproken laag, maar successievelijke stapsgewijze kle<strong>in</strong>euitbreid<strong>in</strong>gen hebben <strong>de</strong> capaciteitsgroei – uitgedrukt <strong>in</strong> termen van samenwerk<strong>in</strong>g en beleidsconvergentie– niet belemmerd en wellicht zelfs aangemoedigd.Hiermee is geïllustreerd hoe <strong>de</strong> convergentie van beleid zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk kan ontwikkelen.Tw<strong>in</strong>tig jaar gele<strong>de</strong>n begonnen vanuit een situatie van nationale rivaliseren<strong>de</strong> beleidsautonomie,heeft het wapenuitvoerbeleid zich via een situatie van gecoörd<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> nationale autonomie (tienjaar gele<strong>de</strong>n) ontwikkeld naar <strong>de</strong> huidige situatie, die kan wor<strong>de</strong>n getypeerd als een konvooimo<strong>de</strong>lvan zachte, semi-gesloten coörd<strong>in</strong>atie. Het konvooi kent dissi<strong>de</strong>nten, maar volgt grosso modoeen gemeenschappelijke route op het kompas van <strong>de</strong> gemeenschappelijke Gedragsco<strong>de</strong> Wapenexporten.Het bestaat uit nog altijd autonome nationale le<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> lidstaten <strong>de</strong>len steeds meer<strong>in</strong>formatie en consulteren elkaar over <strong>de</strong> implementatie van overeengekomen beleidscriteria.Hun convergente optre<strong>de</strong>n verleent <strong>de</strong> eu <strong>de</strong> kritische hoeveelheid eenheid die een geloofwaardigoptre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale arena vereist.Speciale aandacht bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van flexibele arrangementen gaat uit naar <strong>de</strong>relatie tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>s en <strong>de</strong> outs. Hierbij zal met name wor<strong>de</strong>n gelet op:• <strong>de</strong> autorisatie: het geven, dan wel verkrijgen van toestemm<strong>in</strong>g om totnauwere samenwerk<strong>in</strong>g over te gaan. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: moeten <strong>de</strong> buitenblijvers<strong>de</strong> mogelijkheid hebben om <strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g tegen tehou<strong>de</strong>n?• <strong>de</strong> participatie: kunnen <strong>de</strong> niet-<strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vloeduitoefenen op wat er b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g wordt besloten en kunnen zijzich op een later tijdstip nog aansluiten?


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidBei<strong>de</strong> thema’s moeten vanuit het perspectief van zowel <strong>de</strong> mogelijke ‘<strong>in</strong>s’ als <strong>de</strong>‘outs’ wor<strong>de</strong>n bekeken. De discussie rond nauwere samenwerk<strong>in</strong>g wordt vaakomgeven door <strong>de</strong> angst van vooral <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e en mid<strong>de</strong>lgrote lidstaten om buitengeslotente wor<strong>de</strong>n van (semi-)permanente contactgroepen of directoria vangrote lidstaten, een gevaar dat met name op het terre<strong>in</strong> van het gbvb sterk wordtgevoeld. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mogelijkheid tot ‘gecontroleer<strong>de</strong>’ en aan voorwaar<strong>de</strong>n gebon<strong>de</strong>nbeleidsflexibiliteit is er echter een groot risico dat groepjes lidstaten buitenhet eu-ka<strong>de</strong>r nauwer gaan samenwerken, zon<strong>de</strong>r garanties voor <strong>de</strong> buitenblijverste bie<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>n en zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne stabiliteit van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> tescha<strong>de</strong>n, kan meer flexibiliteit <strong>de</strong> externe zichtbaarheid en <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> euvergroten, zolang dit optre<strong>de</strong>n uit naam van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> als geheel wordt gevoerd.Constructieve onthoud<strong>in</strong>gHet eu-Verdrag en <strong>de</strong> praktijk bie<strong>de</strong>n voorbeel<strong>de</strong>n van gedifferentieer<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g,overigens zowel b<strong>in</strong>nen als buiten het eu-ka<strong>de</strong>r. Zo biedt het beg<strong>in</strong>selvan ‘constructieve onthoud<strong>in</strong>g’ een vorm van ad hoc-flexibiliteit (zie subpar. 5.2.3).Deze voorzien<strong>in</strong>g is van toepass<strong>in</strong>g op alle besluiten die eenstemmigheid vereisen,dus ook op die besluiten met betrekk<strong>in</strong>g tot militaire en <strong>de</strong>fensiekwesties.Een na<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze voorzien<strong>in</strong>g is dat het gebruik ervan lidstaten vrijstaat; nietsweerhoudt hen ervan het besluit te blokkeren. De bruikbaarheid ervan moet zich<strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk nog bewijzen. Vanuit het oogpunt van <strong>de</strong> legitimiteit betekent ditwel dat gebruikmak<strong>in</strong>g van constructieve onthoud<strong>in</strong>g tegelijk toestemm<strong>in</strong>gimpliceert aan <strong>de</strong> overige lidstaten om het besluit (<strong>in</strong> kle<strong>in</strong>er verband) uit tevoeren. De vorm van flexibiliteit die constructieve onthoud<strong>in</strong>g biedt, zou ookvan toepass<strong>in</strong>g kunnen wor<strong>de</strong>n verklaard op besluiten die met meer<strong>de</strong>rheid vanstemmen wor<strong>de</strong>n genomen. Lidstaten die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad wor<strong>de</strong>n overstemd, moetenzich, mits op goe<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n, aan <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>g kunnen onttrekken(zie ook subpar. 5.4.3). Dit zal met name van toepass<strong>in</strong>g zijn op terre<strong>in</strong>en waarlidstaten politiek gezien onmogelijk tegen hun wil tot han<strong>de</strong>len kunnen wor<strong>de</strong>nverplicht, zoals <strong>de</strong>elname aan crisisbeheers<strong>in</strong>gsoperaties.157Opt-outBij <strong>de</strong> formele opt-out geeft een lidstaat verdragsmatig aan niet <strong>de</strong>el te nemen aaneen bepaald (sub)beleidsterre<strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen het gbvb. Zo heeft Denemarken bijprotocol vastgelegd niet te zullen <strong>de</strong>elnemen aan het uitvoeren van beleid opmilitair of <strong>de</strong>fensiegebied. Deze vorm van <strong>de</strong> opt-out die bij verdrag wordt vastgelegd,kan ook wor<strong>de</strong>n beschouwd als impliciete toestemm<strong>in</strong>g voor nauweresamenwerk<strong>in</strong>g, hoewel <strong>de</strong> politieke druk op <strong>de</strong> meer terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lidstaat <strong>de</strong>vrijwilligheid van het <strong>in</strong>strument enigsz<strong>in</strong>s relativeert. Niettem<strong>in</strong> beschermen <strong>de</strong>formele waarborgen <strong>de</strong> meer terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lidstaten. De opt-out verhoogt <strong>de</strong>slagvaardigheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> direct doordat <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van een nieuwbeleidsterre<strong>in</strong> niet langer wordt geblokkeerd en nauwere samenwerk<strong>in</strong>g buitenhet eu-ka<strong>de</strong>r wordt voorkomen en <strong>in</strong>direct doordat <strong>de</strong> terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lidstatenniet aan <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>de</strong>elnemen. 8


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieHet Verdrag van Nice maakt ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ op het terre<strong>in</strong> van het gbvbmogelijk, zij het slechts ter uitvoer<strong>in</strong>g van een gemeenschappelijk optre<strong>de</strong>n of eengemeenschappelijk standpunt. Kwesties met gevolgen op militair of <strong>de</strong>fensiegebiedzijn hiervan uitgesloten. Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g volgens het verdrag isgebon<strong>de</strong>n aan strenge procedures, die veel aandacht schenken aan <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> buitenblijvers <strong>in</strong> termen van <strong>de</strong> autorisatie en <strong>de</strong> participatie.Hoewel er <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe met meer<strong>de</strong>rheid kan wor<strong>de</strong>n besloten tot nauwere samenwerk<strong>in</strong>g,geldt ook hier <strong>de</strong> noodremclausule (art. 23, lid 2 eu-Verdrag), die ie<strong>de</strong>relidstaat een vetomogelijkheid verschaft. Ver<strong>de</strong>r wordt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> gesteld dat<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g altijd open moet staan voor <strong>de</strong> aanvankelijke buitenblijvers endient <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname eraan te wor<strong>de</strong>n gestimuleerd.158KopgroepenDirectoria en contactgroepen spelen al een belangrijke rol bij <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> eu, zoals <strong>de</strong> Contactgroep voor <strong>de</strong> Balkan en <strong>de</strong> vaste‘Qu<strong>in</strong>t’, een <strong>in</strong>formeel overleg over actuele thema’s tussen vertegenwoordigersvan Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk, Italië en <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten(Gegout 2002). Informeel voor- of tussenoverleg met een kle<strong>in</strong>er groepje vanlidstaten bestaat ook al, getuige bijvoorbeeld het Lon<strong>de</strong>n- en Gent-overleg <strong>in</strong> <strong>de</strong>nasleep van 11 september 2001. Deze vormen van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g zullen<strong>in</strong> een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> waarschijnlijk nog belangrijker wor<strong>de</strong>n, omdat het <strong>in</strong>kle<strong>in</strong> verband nu eenmaal makkelijker is om consensus te bereiken dan met 25 ofmeer lidstaten. Maar er is er veel kritiek mogelijk op <strong>de</strong>rgelijke gremia. Ten eerstekunnen ze wor<strong>de</strong>n gezien als een ontkenn<strong>in</strong>g van het gbvb, omdat ze m<strong>in</strong> ofmeer het vrije spel <strong>de</strong>r krachten zou<strong>de</strong>n stimuleren, waartegen het gbvb juistbescherm<strong>in</strong>g moet bie<strong>de</strong>n. Dat zou dui<strong>de</strong>n op een terugkeer naar <strong>de</strong> alou<strong>de</strong>Europese machtspolitiek. Ten twee<strong>de</strong> stellen <strong>de</strong>ze gremia <strong>de</strong> solidariteit tussen<strong>de</strong> lidstaten op <strong>de</strong> proef. Lidstaten die niet aan het vooroverleg <strong>de</strong>elnemen,kunnen weigeren bij te dragen aan beleid dat is overeengekomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kopgroep.Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>n ze mogelijk het imago van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> als coherente eenheid.Hiertegenover staan echter ook voor<strong>de</strong>len. Zo kunnen <strong>de</strong>ze groepjes een belangrijkekatalysatorfunctie hebben en <strong>de</strong> eu-besluitvorm<strong>in</strong>g een impuls geven.Als <strong>de</strong> grote lidstaten hun best doen om het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g eens te wor<strong>de</strong>n, bevor<strong>de</strong>renzij zo <strong>de</strong> Europese eenheid. Als zij ook nog eens een compromis met belangrijke<strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten of Rusland) weten te bereiken,is dit een belangrijke stap naar eu-bre<strong>de</strong> consensus, die <strong>de</strong> geloofwaardigheidvan <strong>de</strong> eu naar b<strong>in</strong>nen en naar buiten toe versterkt (Gegout 2002: 340).Hoewel <strong>de</strong> behoefte aan <strong>de</strong>rgelijke groepjes enigsz<strong>in</strong>s terugloopt door het functionerenvan <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger, lijken zij voorlopig onvermij<strong>de</strong>lijk enhebben zij ook ontegenzeglijk bepaal<strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len. Kle<strong>in</strong>e lidstaten zullenmoeten accepteren dat grotere lidstaten soms prangen<strong>de</strong> zaken on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g willenbespreken zon<strong>de</strong>r dat alle lidstaten erbij betrokken zijn, vooral bij militairekwesties. Dit overleg is nodig om beleid te voeren dat momentum behoudt.Niettem<strong>in</strong> zullen <strong>de</strong> na<strong>de</strong>lige aspecten van <strong>de</strong>ze gremia moeten wor<strong>de</strong>n beperkt.Dat wil zeggen dat <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n geschapen om <strong>de</strong> negatieve


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidgevolgen van <strong>de</strong> buitensluit<strong>in</strong>g van overige lidstaten te beperken. Men kan hierbij<strong>de</strong>nken aan het laten vertegenwoordigen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> bij dit overleg door eenvertegenwoordiger van <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger (wat overigens al welgebeurt) of <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen. Hierdoor wor<strong>de</strong>nopenheid en transparantie gewaarborgd. Ook kan <strong>de</strong> agenda van <strong>de</strong>rgelijk overlegvooraf bekend wor<strong>de</strong>n gemaakt aan <strong>de</strong> overige lidstaten en kan hen <strong>de</strong> mogelijkheidwor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n tot terugkoppel<strong>in</strong>g. Hoewel <strong>de</strong> directe <strong>in</strong>vloed op het overlegwaarschijnlijk beperkt zal zijn, biedt een waarnemersstatus van <strong>de</strong> eu (zoalsbijvoorbeeld ook bij <strong>de</strong> G-7 gebruikelijk is) een m<strong>in</strong>imale garantie voor <strong>de</strong> niet<strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong>lidstaten.Task forces en subgroepenDe toenemen<strong>de</strong> heterogeniteit aan prioriteiten, expertises en speciale betrekk<strong>in</strong>genb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu vragen om accommodatie dan wel om een optimale benutt<strong>in</strong>g.De historische ban<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>ne lidstaten met verschillen<strong>de</strong> regio’s <strong>in</strong><strong>de</strong> wereld moeten wor<strong>de</strong>n benut als een bron van kracht <strong>in</strong> plaats van zwakte.De aanwezige nationale expertise kan wor<strong>de</strong>n aangewend om eu-bre<strong>de</strong> doelen terealiseren. De <strong>Unie</strong> is gebaat bij groepjes lidstaten die namens en via het euka<strong>de</strong>ropereren. Gespecialiseer<strong>de</strong> task forces, <strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong> van <strong>in</strong>formele coalities dienauwer samenwerken op bepaal<strong>de</strong> beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, kunnen daarbij helpen.Een aantrekkelijke mogelijkheid biedt het vormen van <strong>in</strong>formele ‘subgroepen’van lidstaten met een gezamenlijk belang of ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> expertise ten aanzien vaneen bepaal<strong>de</strong> regio waarop het gbvb betrekk<strong>in</strong>g heeft, zoals het Mid<strong>de</strong>llandse-Zeegebied, Zuidoost-Europa, Latijns Amerika, enzovoorts. Deze subgroepenkunnen, gebruikmakend van hun specifieke expertise en contacten en <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gmet <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger, <strong>de</strong> Commissie, of een speciale eugezant,het voortouw nemen <strong>in</strong> het voorberei<strong>de</strong>n en uitvoeren van beleid tenaanzien van <strong>de</strong>ze regio (Keukeleire 2002: 143). Aangezien lidstaten zich nietgebon<strong>de</strong>n willen weten aan wat door kle<strong>in</strong>e groepjes is besloten, dienen zij opente staan voor an<strong>de</strong>re lidstaten en moet <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsautonomie van <strong>de</strong> Raadwor<strong>de</strong>n gewaarborgd. Op <strong>de</strong>ze manier maakt <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> effectiever gebruik van <strong>de</strong>expertise en mid<strong>de</strong>len waarover <strong>de</strong> lidstaten beschikken en zullen <strong>de</strong>ze meer opelkaar wor<strong>de</strong>n afgestemd. Bestaan<strong>de</strong> regionale <strong>in</strong>itiatieven, zoals <strong>de</strong> ‘Council ofBaltic Sea States’ of het ‘Central European Initiative’ kunnen wor<strong>de</strong>n voortgezetom <strong>de</strong> dialoog tussen lidstaten en niet-lidstaten te <strong>in</strong>stitutionaliseren.1595.4.6 een meer slagvaardig evdbHet uitvoeren van crisisbeheers<strong>in</strong>gsoperatiesHet besluit tot een crisisbeheers<strong>in</strong>gsoperatie wordt genomen bij unanimiteit.Wel is constructieve onthoud<strong>in</strong>g mogelijk, zodat een lidstaat <strong>de</strong> overige nietverh<strong>in</strong><strong>de</strong>rt een operatie uit te voeren. Met het oog op <strong>de</strong> verhog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> slagvaardigheidzou <strong>in</strong> een eu van 25 of meer lidstaten het vetorecht over crisisbeheers<strong>in</strong>gsoperatieskunnen wor<strong>de</strong>n opgeheven. Vanuit legitimiteitsoogpunt isdit echter niet te billijken voor operaties die hoog <strong>in</strong> het geweldsspectrum liggen,zoals vre<strong>de</strong>safdw<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g. Voor operaties met betrekk<strong>in</strong>g tot evacuaties of vre<strong>de</strong>s-


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidoperatie, is niet gezegd dat er makkelijker tot een operatie zal wor<strong>de</strong>n besloten.Lidstaten die niet willen bijdragen, zullen dan eer<strong>de</strong>r tegenstemmen <strong>in</strong> plaatsvan een opt-out te claimen, omdat zij an<strong>de</strong>rs toch via het budget meebetalen(Limonard 2001: 127). Daarnaast blijkt <strong>de</strong> kostentoe<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g praktisch en politiekaltijd zeer lastig te zijn.Een meer effectieve Europese militaire plann<strong>in</strong>gHet waarmaken van <strong>de</strong> Hels<strong>in</strong>ki-hoofddoelstell<strong>in</strong>g vereist een <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> militaire <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen. De niveaus van <strong>de</strong>fensiebested<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong> verreweg<strong>de</strong> meeste lidstaten niet toereikend om <strong>de</strong> navo- en eu-ambities bei<strong>de</strong> waarte maken. De politieke haalbaarheid van <strong>de</strong> noodzakelijke verhog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><strong>de</strong>fensiebudgetten is, me<strong>de</strong> gezien <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> emu aan <strong>de</strong> nationalebegrot<strong>in</strong>gen stelt, beperkt. Een groter probleem is echter dat <strong>de</strong> Europese <strong>de</strong>fensiebudgettenzeer ondoelmatig wor<strong>de</strong>n besteed. Het plann<strong>in</strong>gsproces voor <strong>de</strong>Hels<strong>in</strong>ki-hoofddoelstell<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> feite al een variant op <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>(Wallace 20o1: 592). Dit proces gaat echter niet gepaard met gezamenlijke<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen bij <strong>de</strong> aanschaf van materieel, <strong>de</strong> tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g van personeel enon<strong>de</strong>rzoek en ontwikkel<strong>in</strong>g. De slagvaardigheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> is op <strong>de</strong> langetermijn het beste gediend met een centraal gef<strong>in</strong>ancier<strong>de</strong> Europese crisisbeheers<strong>in</strong>gsmacht,samengesteld uit beroepsvrijwilligers uit <strong>de</strong> hele <strong>Unie</strong> on<strong>de</strong>rBrussels beheer. Met een <strong>de</strong>rgelijke centrale crisisbeheers<strong>in</strong>gsmacht kan <strong>de</strong> eumakkelijker overgaan tot een militaire <strong>in</strong>terventie en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen hiervoor efficiënter besteed. Op <strong>de</strong> korte en mid<strong>de</strong>llange termijnmoet <strong>de</strong>ze optie echter politiek en f<strong>in</strong>ancieel onhaalbaar wor<strong>de</strong>n geacht.Daarom kan via een bottom-up-bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (een comb<strong>in</strong>atie van coörd<strong>in</strong>atie ophet gebied van <strong>de</strong>fensieplann<strong>in</strong>g en nauwere samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vangrensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> programma’s) <strong>de</strong> efficiëntie van het Europese plann<strong>in</strong>gsprocesten behoeve van <strong>de</strong> Hels<strong>in</strong>ki-hoofddoelstell<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n verhoogd.161Aangezien een serieuze verhog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese <strong>de</strong>fensiebested<strong>in</strong>gen politiekniet haalbaar is, moet wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet op een hoger ren<strong>de</strong>ment uit <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen.Dit kan door <strong>de</strong> Europese militaire productie en aanschaf alsme<strong>de</strong> het technologischeon<strong>de</strong>rzoek beter af te stemmen op <strong>de</strong> gezamenlijke behoeften. Daarbij istaakspecialisatie een vereiste. Zolang ie<strong>de</strong>re lidstaat over een eigen (semi-)volledigekrijgsmacht wil beschikken, zal er sprake zijn van onnodige duplicatie. Alsgevolg van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>efficiënte <strong>de</strong>fensiebested<strong>in</strong>gen krijgt Europa militair relatiefwe<strong>in</strong>ig waar voor zijn geld. 9 Lidstaten kunnen (eventueel <strong>in</strong> groepsverband) overgaantot het ontwikkelen van ‘niche’-capaciteiten. Zij kunnen gezamenlijkeaanschafprogramma’s opzetten en <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len <strong>de</strong>len. De eu zou profiteren van<strong>de</strong>ze taakspecialisatie, zoals bijvoorbeeld het verwij<strong>de</strong>ren van landmijnen.Er zou<strong>de</strong>n meer mult<strong>in</strong>ationale modules of force packages kunnen wor<strong>de</strong>n geformeerddie on<strong>de</strong>r meer voor eu-operaties kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet. Als relatievenieuwkomer op militair gebied bev<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> eu zich te mid<strong>de</strong>n van talloze bilateraleof multilaterale, m<strong>in</strong> of meer spontaan dan wel structureel gevorm<strong>de</strong> militairesamenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n op militair-technisch, militair-<strong>in</strong>dustrieel, of


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniemilitair-operationeel gebied. Voorbeel<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> Western European ArmamentsGroup (weag), <strong>de</strong> Western European Armaments Organisation (weao), <strong>de</strong>Organisation Conjo<strong>in</strong>te <strong>de</strong> Coopération en Matière d’Armement (occar), en <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> Baltische staten <strong>in</strong> balbat, het Duits-Ne<strong>de</strong>rlandselegerkorps of <strong>de</strong> mar<strong>in</strong>esamenwerk<strong>in</strong>g euromarfor. Sommige daarvan hebbeneen tamelijk spontaan karakter, an<strong>de</strong>re zijn geformeerd b<strong>in</strong>nen een bestaandka<strong>de</strong>r, zoals <strong>de</strong> weu. Deze <strong>in</strong>itiatieven kunnen bouwstenen vormen voor <strong>de</strong>militaire capaciteit van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, maar compliceren evenzeer een straight <strong>de</strong>sign.Het feit dat <strong>de</strong> eu haar plaats moet veroveren, respectievelijk moet optimaliserenb<strong>in</strong>nen een netwerk van bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties en samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n relativeertuiteraard wel <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van haar uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke rol, alsook <strong>de</strong> effectiviteiten <strong>de</strong> efficiëntie waarmee <strong>de</strong> eu die rol kan vervullen. De eu hoeft niet per se<strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats van al <strong>de</strong>ze organisaties te tre<strong>de</strong>n.162Mits <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>itiatieven van groepjes lidstaten buiten het eu-ka<strong>de</strong>r een dui<strong>de</strong>lijkfunctionele of regionale logica hebben en niet overlappen met eu-beleid is ergeen noodzaak om hen <strong>in</strong> te lijven en <strong>de</strong> eu-<strong>in</strong>stituties ermee te belasten.Het gaat hierbij vaak om double hatted korpsen die <strong>in</strong> navo-, vn- of (w)euoperatieskunnen <strong>de</strong>elnemen. Indien er wel een dui<strong>de</strong>lijke overlap is tussen <strong>de</strong>taken en doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en die van het <strong>in</strong>itiatief <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>er verband, ofhet <strong>in</strong>itiatief kan uitmon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> eu-breed beleid (toekomstig acquis), is hetwenselijk <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het eu-ka<strong>de</strong>r te organiseren. Dit versterktniet alleen het <strong>in</strong>ternationale imago van <strong>de</strong> eu als coherente actor, maar biedt ookmeer kans op toezicht en participatie voor <strong>de</strong> aanvankelijk niet aan <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> lidstaten. Zo kunnen ka<strong>de</strong>rs als <strong>de</strong> weag, weao enoccar, die zich ten doel stellen <strong>de</strong> Europese militaire technologie, <strong>in</strong>dustrie enhet on<strong>de</strong>rzoek te stroomlijnen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> wor<strong>de</strong>n opgenomen. Het doel en ookhet lidmaatschap van <strong>de</strong>ze organisaties kent veel overlap met dat van <strong>de</strong> eu.Het is merkwaardig dat nauwere samenwerk<strong>in</strong>g tussen twee of meer lidstatenop militair terre<strong>in</strong> wel is toegestaan <strong>in</strong> navo of weu-verband (art. 17, lid 4 eu-Verdrag), maar dat <strong>de</strong> clausules voor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g voor het gbvb(art. 27 eu-Verdrag) militaire en <strong>de</strong>fensieaspecten hiervan uitzon<strong>de</strong>rt, zelfs nu <strong>de</strong>eu <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> weu heeft geïncorporeerd. De slagvaardigheid van het evdbis gediend bij het wegnemen van <strong>de</strong>ze restrictie op nauwere samenwerk<strong>in</strong>g.5.5 conclusies en aanbevel<strong>in</strong>genEen geloofwaardig en samenhangend gbvb/evdb is een onmisbaar element vooreen Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Zowel vraagstukken van regionale stabiliteit en veiligheidals <strong>de</strong> gevolgen van globaliser<strong>in</strong>g vragen om een prom<strong>in</strong>entere <strong>in</strong>ternationale rolvoor <strong>de</strong> eu. De Europese <strong>Unie</strong> beslaat straks het grootste <strong>de</strong>el van het Europesecont<strong>in</strong>ent en zal grenzen aan regio’s die <strong>in</strong>stabiel zijn. Rusland en Oost-Europa,<strong>de</strong> Kaukasus, het Mid<strong>de</strong>n-Oosten en het Mid<strong>de</strong>llandse-Zeegebied vragen ombeleid ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie, <strong>de</strong> rechtsstaat en <strong>de</strong> omgang metm<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n, <strong>in</strong> het belang van grotere politieke stabiliteit en economische voorspoed<strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese periferie. Daarnaast heeft <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> mondiale economische


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidbelangen en on<strong>de</strong>rhoudt zij relaties met bijna alle lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld. Gezien hetenorme economische en politieke gewicht van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, ook b<strong>in</strong>nen bre<strong>de</strong>remultilaterale regimes, zullen zowel <strong>in</strong>dividuele lidstaten als <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en<strong>in</strong>ternationale organisaties dikwijls een beroep doen op <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> om haar collectieve<strong>in</strong>vloed <strong>in</strong> te zetten voor politieke en veiligheidsdoele<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Ook op militairterre<strong>in</strong> zal <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> wor<strong>de</strong>n gevraagd om een rol op zich te nemen die meer <strong>in</strong>overeenstemm<strong>in</strong>g is met haar gewicht.De toenemen<strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> betekent echter niet automatisch dat zij eenassertiever buitenlands en veiligheidsbeleid zal kunnen voeren. Het zal moeilijkzijn om <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> oriëntaties, zorgen en prioriteiten van <strong>de</strong> lidstaten ophet gebied van het gbvb te accommo<strong>de</strong>ren <strong>in</strong> een gemeenschappelijk beleid.Zo hebben <strong>de</strong> Baltische staten dui<strong>de</strong>lijk an<strong>de</strong>re veiligheidsbelangen dan bijvoorbeeldGroot-Brittannië en legt Roemenië an<strong>de</strong>re prioriteiten <strong>in</strong> het buitenlandsbeleid dan Ne<strong>de</strong>rland. Nu het voorzitterschap van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> ook nog eens langzamerzal rouleren en lidstaten het voorzitterschap straks nog maar eenmaal per 12 1 /2jaar zullen vervullen, moeten nieuwe manieren wor<strong>de</strong>n gezocht om <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong>oriëntaties en prioriteiten een plaats te geven <strong>in</strong> een gemeenschappelijkbeleid. Ook <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> van het gbvb zal met 25 of meerlidstaten erg lastig wor<strong>de</strong>n. Niet alleen vereisen on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met zoveellidstaten veel meer on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge communicatie en kunnen bijeenkomsten erg langgaan duren, ook zijn er meer verschillen<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen over wat het beleid van<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zou moeten zijn. Indien het gbvb uitsluitend totstandkomt op basis vanconsensus en <strong>de</strong> lidstaten hun eigen belangen blijven beschermen, zal <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> opveel terre<strong>in</strong>en onzichtbaar blijven, juist waar zij geacht wordt haar collectieve<strong>in</strong>vloed aan te wen<strong>de</strong>n. Het onvermogen om tijdig een a<strong>de</strong>quate collectievebeleidsreactie te formuleren op <strong>in</strong>ternationale gebeurtenissen kan met name <strong>de</strong>grootste lidstaten ertoe bewegen om buiten <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> op te tre<strong>de</strong>n,mogelijk <strong>in</strong> een ad hoc-coalitie met gelijkgestem<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. Dit is zeerscha<strong>de</strong>lijk voor het <strong>in</strong>ternationale imago van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> als coherente actor enon<strong>de</strong>rgraaft haar collectieve politieke <strong>in</strong>vloed <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld. Ook het waarmakenvan <strong>de</strong> uitgesproken ambitie om <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale rol van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> te versterkendoor mid<strong>de</strong>l van het evdb zal een grote opgave blijken. Niet alleen zijn er veelmeer militaire <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen nodig dan <strong>de</strong> meeste lidstaten bereid lijken te doen,ook lopen <strong>de</strong> veiligheidsculturen van <strong>de</strong> lidstaten nogal uiteen en zal het moeilijkzijn om het eens te wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> eu een crisisbeheers<strong>in</strong>gsoperatiehoog <strong>in</strong> het geweldsspectrum zal starten.163De wrr pleit ervoor dat <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>gssfeer van het gbvb wordt verdui<strong>de</strong>lijkt en <strong>de</strong>gemeenschappelijke belangen en doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> op dit terre<strong>in</strong> na<strong>de</strong>rwor<strong>de</strong>n omschreven. Dit zal het beroep van lidstaten op nationale belangenontmoedigen en kan als richtsnoer dienen voor <strong>de</strong> plann<strong>in</strong>g voor een Europesecrisisbeheers<strong>in</strong>gsmacht. Ook kan een hel<strong>de</strong>re politieke strategie bijdragen aan eensamenhangen<strong>de</strong> en effectievere <strong>in</strong>zet van het bre<strong>de</strong> palet aan <strong>in</strong>strumenten waarover<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> beschikt. Een <strong>de</strong>rgelijke strategie zou kunnen wor<strong>de</strong>n opgenomen<strong>in</strong> een document (bijvoorbeeld als ‘strategisch concept’) dat bij voorkeur jaarlijks


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniedoor <strong>de</strong> Raad en het Europees Parlement ter discussie wordt gesteld. Dit dienttevens een Europabreed <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen van het gbvb te stimuleren.Om <strong>de</strong> coherentie <strong>in</strong> het externe beleid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> te bevor<strong>de</strong>ren, met name <strong>de</strong>afstemm<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> diplomatieke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en het f<strong>in</strong>ancieel-economische<strong>in</strong>strumentarium, is een hechtere samenwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordigervoor het gbvb en <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen noodzakelijk,vooral met betrekk<strong>in</strong>g tot het <strong>in</strong>itiëren van beleid en het extern vertegenwoordigenvan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Een samenvoeg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze twee verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n bij éénfunctionaris is onwerkbaar, aangezien <strong>de</strong>ze persoon zowel aan het mandaat van<strong>de</strong> Raad als aan het collegialiteitbeg<strong>in</strong>sel van <strong>de</strong> Commissie gebon<strong>de</strong>n zou zijn.De wrr pleit ervoor om <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>itiëren<strong>de</strong> en representatieve taken zoveelmogelijk te <strong>de</strong>legeren aan <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger, waar nodig <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gmet <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gen. De taken van hetroulerend voorzitterschap kunnen wor<strong>de</strong>n beperkt tot een technisch voorzitterschap,vergelijkbaar met <strong>de</strong> taken <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler. In een eu van 25 0f meerlidstaten nemen <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len van het roulatiesysteem op het terre<strong>in</strong> van hetgbvb ver<strong>de</strong>r af, terwijl <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len steeds meer op <strong>de</strong> voorgrond tre<strong>de</strong>n.164De handhav<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> consensuscultuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad op alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van hetgbvb zal onvermij<strong>de</strong>lijk lei<strong>de</strong>n tot een verzwakk<strong>in</strong>g van het han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen.De wrr pleit voor verruim<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g,zonodig met een gedifferentieer<strong>de</strong> aanpak (waarbij het besluitvorm<strong>in</strong>gsregimevarieert per beleidson<strong>de</strong>rwerp). Mogelijk kunnen voorstellen van<strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger en <strong>de</strong> Commissaris voor <strong>de</strong> externe betrekk<strong>in</strong>gengezamenlijk met gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid wor<strong>de</strong>n vastgesteld.Daarnaast acht <strong>de</strong> wrr het z<strong>in</strong>vol om <strong>de</strong> tot nog toe onbevredigen<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> gemeenschappelijke strategie te on<strong>de</strong>rzoeken en haar een twee<strong>de</strong> kans tegeven als <strong>in</strong>strument ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> besluitvaardigheid.Indien samenwerk<strong>in</strong>g of convergent optre<strong>de</strong>n wenselijk is op politiek gevoeligeterre<strong>in</strong>en die nauw verbon<strong>de</strong>n zijn met <strong>de</strong> betekenis van nationale soevere<strong>in</strong>iteit,kan wor<strong>de</strong>n gekozen voor een ‘zachte’ vorm van <strong>in</strong>tegratie. Coörd<strong>in</strong>atie kan eenonverwachte en niet te on<strong>de</strong>rschatten mate van beleidsconvergentie tot standbrengen op een wijze die voor <strong>de</strong> lidstaten acceptabel is, zoals <strong>de</strong> casus over hetwapenuitvoerbeleid illustreert. In plaats van juridisch b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> besluiten kiestmen voor het toestaan van een bepaal<strong>de</strong> bandbreedte voor nationaal beleid, hetformuleren van gezamenlijke doelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> plaats van concrete gedragsnormenen meer <strong>in</strong>formele vormen van on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g toezicht (peer pressure).Een <strong>de</strong>rgelijke bottom-up-aanpak is ook <strong>de</strong>nkbaar ten aanzien van bilaterale hulpprogramma’saan <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en militaire plann<strong>in</strong>g, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aanschaf enproductie van wapens, on<strong>de</strong>rzoek en ontwikkel<strong>in</strong>g en werv<strong>in</strong>g en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g vanpersoneel. Centrale organen als het Raadssecretariaat of <strong>de</strong> Commissie kunnenjaarlijks rapportages opstellen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> lidstaten met een dui<strong>de</strong>lijk afwijkendbeleid wor<strong>de</strong>n aangesproken en hun gedrag moeten verantwoor<strong>de</strong>n tegenoverhun me<strong>de</strong>lidstaten.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidIn een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zou het uitgangspunt dat alle lidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> matemoeten <strong>de</strong>elnemen aan hetzelf<strong>de</strong> beleid <strong>de</strong> slagvaardigheid van het gbvbverzwakken. Met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge materiële verschillen zal op een creatieve maniermoeten wor<strong>de</strong>n omgegaan die het gbvb versterkt <strong>in</strong> plaats van verzwakt. Doorvormen van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g aan voorwaar<strong>de</strong>n te b<strong>in</strong><strong>de</strong>n, kan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> erals geheel <strong>de</strong> vruchten van plukken. Vanuit het perspectief van <strong>de</strong> legitimiteitdient <strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangen van niet<strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong>lidstaten. Dit kan bijvoorbeeld door hen een stem te geven <strong>in</strong> hetbesluit tot het <strong>in</strong>stellen van <strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> mogelijkheid tegeven om toezicht te hou<strong>de</strong>n of zelfs <strong>in</strong>vloed uit te oefenen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> nauweresamenwerk<strong>in</strong>g en zich daar later alsnog bij aan te sluiten. De huidige arrangementenvoor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> van het gbvb, zoals <strong>de</strong> adhoc-vorm van <strong>de</strong> constructieve onthoud<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> formele opt-out bij verdrag en <strong>de</strong>clausules voor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het verdrag, bie<strong>de</strong>n zoveel garanties aan<strong>de</strong> buitenblijvers, dat zij het gebruik van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g kunnen blokkeren.De wrr meent dat arrangementen voor flexibele beleids<strong>de</strong>elname b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><strong>Unie</strong> moeten wor<strong>de</strong>n versoepeld om <strong>in</strong>itiatieven tot nauwere samenwerk<strong>in</strong>gbuiten het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> eu om te ontmoedigen. Zo dient het recht op een vetoover nauwere samenwerk<strong>in</strong>g te wor<strong>de</strong>n opgeheven.Contactgroepen tussen een aantal grote lidstaten en belangrijke <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nkunnen wor<strong>de</strong>n toegestaan, mits <strong>de</strong> overige lidstaten voldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n geïnformeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> op zijn m<strong>in</strong>st een waarnemersstatus bij het overleg heeft,bijvoorbeeld door <strong>de</strong>elname van <strong>de</strong> Hoge Vertegenwoordiger voor het gbvb.Subgroepen van lidstaten met specifieke ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> expertise of belangen tenaanzien van een bepaald beleidson<strong>de</strong>rwerp of geografische regio waarop hetgbvb zich richt, kunnen nauwer samenwerken met betrekk<strong>in</strong>g tot het beleids<strong>in</strong>itiatiefof <strong>de</strong> beleidsuitvoer<strong>in</strong>g. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>gopenstaat voor an<strong>de</strong>re lidstaten en <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsautonomie van <strong>de</strong> Raadgerespecteerd blijft, zal dit bijdragen aan <strong>de</strong> slagvaardigheid van het gbvb.Prioritaire regio’s zullen op <strong>de</strong>ze manier permanente aandacht hebben, <strong>in</strong> plaatsvan dat <strong>de</strong> eu-aandacht zich elk nieuw voorzitterschap op een an<strong>de</strong>re regio ofan<strong>de</strong>r beleids<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk thema richt. Militaire <strong>in</strong>terventies kunnen wor<strong>de</strong>nuitgevoerd door coalities van bereidwillige lidstaten, zolang <strong>de</strong> voltallige Raadhet mandaat daartoe geeft. De grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op hetterre<strong>in</strong> van militaire plann<strong>in</strong>g dient wor<strong>de</strong>n gestimuleerd om <strong>de</strong> beschikbarecapaciteiten voor <strong>de</strong> Europese crisisbeheers<strong>in</strong>gsmacht te vergroten. De beperk<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> het verdrag ten aanzien van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g op militair en <strong>de</strong>fensiegebieddienen hiertoe te wor<strong>de</strong>n opgeheven.165


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unienoten1661Dit verdrag werd <strong>in</strong> 1948 on<strong>de</strong>rtekend door Frankrijk, Groot-Brittannië en <strong>de</strong>Benelux-lan<strong>de</strong>n en voorzag on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>in</strong> een ‘collectieve zelfver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g’ van<strong>de</strong> verdragssluiten<strong>de</strong> staten. De West-Europese <strong>Unie</strong> (weu), die ontstond dooraanpass<strong>in</strong>g van het verdrag, werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van <strong>de</strong> Kou<strong>de</strong> Oorlog volledigoverschaduwd door <strong>de</strong> navo en leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van het Verdragvan Maastricht een m<strong>in</strong> of meer slapend bestaan.2De weu heeft voor <strong>de</strong> eu drie operaties uitgevoerd, te weten: een politiemissie<strong>in</strong> Mostar, politiesamenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Albanië en een ontmijn<strong>in</strong>gsoperatie <strong>in</strong>Kroatië.3Volgens <strong>de</strong> laatste Eurobarometer (Europese Commissie 2002d) is 64 procent van<strong>de</strong> Europese burgers voorstan<strong>de</strong>r van een Gemeenschappelijk Buitenlands enVeiligheidsbeleid en 71 procent van een gemeenschappelijk veiligheids- en <strong>de</strong>fensiebeleid.In <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> jaren was <strong>de</strong>ze steun zelfs nog een fractie hoger, watduidt op een langdurige en stabiele steun voor een buitenlands- en veiligheidspolitiekerol voor <strong>de</strong> eu.4Een hel<strong>de</strong>re taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen het coreper en het copo heeft het Verdragvan Maastricht echter niet gegeven.5Waar gemeenschappelijke standpunten <strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> ten aanzien vaneen bepaal<strong>de</strong> kwestie bepalen, kunnen gemeenschappelijke optre<strong>de</strong>ns sterkverschillen naar <strong>in</strong>houd, wijze van implementatie en geadresseer<strong>de</strong> (<strong>de</strong> hv of eenspeciale gezant, <strong>de</strong> Commissie, <strong>de</strong> lidstaten, maar meestal <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>). Zij kunneneen algemene doelstell<strong>in</strong>g formuleren ten aanzien van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><strong>de</strong>mocratische ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een bepaald land, maar ook een specifieke actieverlangen, zoals <strong>de</strong> ontruim<strong>in</strong>g van het Peterselie-eiland, assistentie bij mijnopruim<strong>in</strong>gof <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouw van een geloofwaardige politiemacht <strong>in</strong> Albanië.6coreu staat voor Correspon<strong>de</strong>nce Européenne, en behelst een telexnetwerktussen <strong>de</strong> nationale buitenlandm<strong>in</strong>isteries, <strong>de</strong> Commissie en het Raadssecretariaat.7Deze doelstell<strong>in</strong>gen lui<strong>de</strong>n:• <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemeenschappelijke waar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> fundamentele belangen,<strong>de</strong> onafhankelijkheid en <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegriteit van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, conform <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>selenvan het Handvest van <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties;• <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong> alle opzichten;• <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> en versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale veiligheidovereenkomstig <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>selen van het Handvest van <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties,alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>selen van <strong>de</strong> Slotakte van Hels<strong>in</strong>ki en <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen vanhet Handvest van Parijs, met <strong>in</strong>begrip van die betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> buitengrenzen;• <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g;• <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie en <strong>de</strong> rechtsstaat, alsme<strong>de</strong>eerbiedig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mensenrechten en <strong>de</strong> fundamentele vrijhe<strong>de</strong>n.


het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid8Overigens is <strong>de</strong> participatiestatus van lidstaten met een opt-out ondui<strong>de</strong>lijk.De stem van Denemarken gaf <strong>de</strong> doorslag bij <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> F<strong>in</strong>se voorzittervan het Militair Comité, tot grote woe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Italianen, die <strong>de</strong> an<strong>de</strong>rekandidaat lever<strong>de</strong>n.9Dikwijls wordt gerefereerd aan het feit dat <strong>de</strong> Europese <strong>de</strong>fensiebested<strong>in</strong>gen60 procent van <strong>de</strong> Amerikaanse bested<strong>in</strong>gen bedragen, maar dat Europa slechts15 procent van <strong>de</strong> Amerikaanse militaire output kan leveren.167


168slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zaken6 <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied vanjustitie en b<strong>in</strong>nenlandse zaken6.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gDe Europese samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake Justitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken (jbz) is s<strong>in</strong>dshet beschei<strong>de</strong>n beg<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zeventig van <strong>de</strong> vorige eeuw sterk geïntensiveer<strong>de</strong>n geformaliseerd. Met name <strong>in</strong> het afgelopen <strong>de</strong>cennium volg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>genelkaar snel op. De samenwerk<strong>in</strong>g startte met het <strong>in</strong>tergouvernementeleoverleg <strong>in</strong> <strong>de</strong> zogeheten Trevi-groep. Een eerste mijlpaal bereikte <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> 1992, toen zij werd geformaliseerd als <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>in</strong>tergouvernementelepijler van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>. Een ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gkwam tot stand bij het Verdrag van Amsterdam <strong>in</strong> 1997, dat <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g enontwikkel<strong>in</strong>g van een ‘ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid’(rvvr) als centrale verdragsdoelstell<strong>in</strong>g vastleg<strong>de</strong>, <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>gnaar <strong>de</strong> eerste, communautaire pijler verplaatste en <strong>de</strong> Schengen-samenwerk<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> bracht. Ondanks <strong>de</strong>ze aanzienlijkeontwikkel<strong>in</strong>g kan niet wor<strong>de</strong>n gesteld dat jbz-samenwerk<strong>in</strong>g eenvoudig van<strong>de</strong> grond is gekomen. De lidstaten verschil<strong>de</strong>n sterk van men<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> noodzaaken diepte van Europese <strong>in</strong>tegratie op dit terre<strong>in</strong>. Deze verschillen hebbengeleid tot spann<strong>in</strong>gen, vertrag<strong>in</strong>gen, impasses en fragmentatie van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g.Met <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g zal <strong>de</strong> diversiteit <strong>in</strong> opvatt<strong>in</strong>gen en belangenop het gebied van jbz naar alle waarschijnlijkheid toenemen, waardoor <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g op sommige <strong>de</strong>len van het jbz-terre<strong>in</strong> nog gecompliceer<strong>de</strong>r zalwor<strong>de</strong>n. Het is echter ook mogelijk dat <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g kansen biedt voor nieuwesamenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n en coalities.169Het doel van dit hoofdstuk is tweeledig. In <strong>de</strong> eerste plaats brengt het <strong>in</strong> kaartwelke problemen en kansen zich na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g zullen voordoen bij het realiserenvan <strong>de</strong> rvvr. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats i<strong>de</strong>ntificeert dit hoofdstuk enkele beleidsstrategieënom <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> problemen <strong>in</strong>zake jbz op te lossen. Paragraaf 6.2geeft een beknopt overzicht van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>gop het jbz-terre<strong>in</strong>. Deze historische ontwikkel<strong>in</strong>g wordt bezien <strong>in</strong> het licht van<strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten achter <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>rwerpen op Europees niveau,<strong>de</strong> factoren die consensusvorm<strong>in</strong>g bemoeilijkten en <strong>de</strong> beleidsstrategieën diewer<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>sondanks tot probleemoploss<strong>in</strong>g te komen. Kennis van<strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g en van <strong>de</strong> voorheen toegepaste beleidsstrategieën is vanbelang, omdat een zekere padafhankelijkheid en ‘<strong>in</strong>stitutionele traagheid’ teverwachten valt. Paragraaf 6.3 <strong>in</strong>ventariseert <strong>de</strong> beleidsvraagstukken die <strong>de</strong> Europeseagenda op het gebied van jbz naar alle waarschijnlijkheid zullen dom<strong>in</strong>erenna <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n. Wat zijn <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong>krachten achter <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van (reeds bestaan<strong>de</strong> en nieuwe) beleidsvraagstukken<strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en op welke punten zal <strong>de</strong> diversiteit on<strong>de</strong>r lidstatentoenemen door <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten? Paragraaf 6.4 probeertverschillen<strong>de</strong> beleidsstrategieën ten opzichte van <strong>de</strong> beleidsvraagstukken op het


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniegebied van jbz <strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong> eu te analyseren en evalueert <strong>de</strong>ze aan <strong>de</strong> handvan <strong>de</strong> criteria slagvaardigheid en legitimiteit. Paragraaf 6.5 presenteert <strong>de</strong>conclusies ten aanzien van het jbz-beleid.6.2 <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> europa6.2.1 europese samenwerk<strong>in</strong>g naast voortdurend nationaaloptre<strong>de</strong>n170De beleidsterre<strong>in</strong>en Justitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken – <strong>de</strong> traditionele bastions vanhet b<strong>in</strong>nenlands bestuur – on<strong>de</strong>rgaan een <strong>in</strong>grijpend proces van europeaniser<strong>in</strong>g.Er zijn drie belangrijke drijven<strong>de</strong> krachten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n achter <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong>we<strong>de</strong>rzijdse afhankelijkheid b<strong>in</strong>nen Europa en <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van jbzissuesop Europees niveau. Dat zijn <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>problemen, spill-over-effecten rondom <strong>de</strong> economische <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> Europa enpog<strong>in</strong>gen van lidstaten van <strong>de</strong> eu om bepaal<strong>de</strong> nationale problemen als gemeenschappelijkEuropees probleem te <strong>de</strong>f<strong>in</strong>iëren (Monar 2001c). Beleidsproblemenzoals <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> misdaad, <strong>de</strong> drugshan<strong>de</strong>l en het terrorisme hebben eensterk grensoverschrij<strong>de</strong>nd karakter en dit leid<strong>de</strong> reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zeventig tot eengrote druk tot Europese samenwerk<strong>in</strong>g. Deze druk is <strong>de</strong> laatste jaren alleen maartoegenomen als gevolg van <strong>de</strong> <strong>in</strong>eenstort<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Sovjetunie – met <strong>in</strong> het kielzogeen snelle groei van <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> misdaad en illegale immigratie uit hetoosten – en meer recentelijk <strong>de</strong> terroristische aanslagen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten.De totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt en <strong>de</strong> monetaire unie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eunopen eveneens tot samenwerk<strong>in</strong>g tussen politie-, douane- en justitieapparaten,om te voorkomen dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt een vrijplaats wordt voor crim<strong>in</strong>ele activiteiten.Het streven naar een vrij personenverkeer b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu– een van <strong>de</strong> viervrijhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt – maakt het bovendien noodzakelijk dat gezamenlijkemaatregelen wor<strong>de</strong>n getroffen ten aanzien van <strong>de</strong> buitengrenzen van <strong>de</strong>eu en het visa-, asiel- en immigratiebeleid. Dit is nodig aangezien <strong>de</strong> lidstatenhun b<strong>in</strong>nengrenzen steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kunnen gebruiken om goe<strong>de</strong>ren- en personenstromente controleren en beheersen. De toename van het aantal asielaanvragen,vluchtel<strong>in</strong>gencrises als die <strong>in</strong> Kosovo en <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> illegale immigratiehebben lan<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>ze stromen te verwerken kregen, aangezet tot agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong>ze kwesties op Europees niveau. Niet zel<strong>de</strong>n proberen lidstaten een nationalecrisis me<strong>de</strong> te bezweren door <strong>de</strong>ze als gemeenschappelijk Europeesprobleem te presenteren en te agen<strong>de</strong>ren (<strong>de</strong>nk bijvoorbeeld aan <strong>de</strong> Belgischereger<strong>in</strong>g die naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘Dutroux-affaire’ seksueel misbruik vank<strong>in</strong><strong>de</strong>ren agen<strong>de</strong>er<strong>de</strong>).In reactie op <strong>de</strong>ze we<strong>de</strong>rzijdse afhankelijkheid en <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van jbz-issuesop Europees niveau is geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgelopen drie <strong>de</strong>cennia een proliferatie vanEuropese samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatieven tot stand gebracht. De samenwerk<strong>in</strong>gsplannenrichtten zich on<strong>de</strong>r meer op:• het verstrekken van collectieve goe<strong>de</strong>ren (<strong>in</strong>terne veiligheid door on<strong>de</strong>r meer<strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseer<strong>de</strong> misdaad en terrorisme);


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zaken• het tegengaan van ongewenste neveneffecten van elkaars beleid (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong>verplaats<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>ternationale crim<strong>in</strong>ele netwerken <strong>in</strong> reactie op verschillen<strong>in</strong> nationaal strafrecht);• het realiseren van een rechtvaardige lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g;• het verzamelen van <strong>in</strong>formatie en het leren van elkaars ervar<strong>in</strong>gen (bijvoorbeeldop het gebied van drugs en drugsverslav<strong>in</strong>g).De opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> nastrevenswaardigheid en urgentie van sommige van<strong>de</strong>ze doelen (bijvoorbeeld een rechtvaardige lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g) liepen overigenssterk uiteen tussen <strong>de</strong> lidstaten.Naast <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g was het opmerkelijk dat lan<strong>de</strong>ntegelijkertijd hardnekkig vast bleven hou<strong>de</strong>n aan eigen nationaal optre<strong>de</strong>n opbepaal<strong>de</strong> (sub)beleidsterre<strong>in</strong>en. Een re<strong>de</strong>n hiervan was <strong>de</strong> ger<strong>in</strong>ge bereidheid af tewijken van nationale juridische tradities, bijvoorbeeld ten aanzien van strafbaarstell<strong>in</strong>genen sancties. Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n was dat reger<strong>in</strong>gen meen<strong>de</strong>n voor<strong>de</strong>el tekunnen halen uit beleidsconcurrentie, bijvoorbeeld door via een restrictieverasielbeleid dan <strong>de</strong> buurlan<strong>de</strong>n asielzoekers af te schrikken. Het asiel- en immigratiebeleidontwikkel<strong>de</strong> zich tot een prom<strong>in</strong>ent issue <strong>in</strong> <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenlandseelectorale strijd. De unilaterale pog<strong>in</strong>gen van lan<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> asiel- en immigratiestroomte beperken en <strong>de</strong> onwil tot vergaan<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g leid<strong>de</strong>n tot eenrace to the bottom ten aanzien van asielstandaar<strong>de</strong>n en een onevenwichtigelastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lidstaten.1716.2.2 <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g naar communautaire jbz-samenwerk<strong>in</strong>gDe regimes voor jbz-samenwerk<strong>in</strong>g kennen een grote dynamiek. De eerstesamenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatieven wer<strong>de</strong>n gezocht <strong>in</strong> <strong>in</strong>tergouvernementele netwerkenbuiten <strong>de</strong> Europese Gemeenschap. Deze samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatieven vervul<strong>de</strong>neen zekere laboratoriumfunctie voor eg-lidstaten die hun samenwerk<strong>in</strong>g wil<strong>de</strong>nverdiepen. Belangrijke uitkomsten ervan wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> latere <strong>in</strong>stantie <strong>in</strong> <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rsvan <strong>de</strong> eu ‘geïmporteerd’. Oorspronkelijk gebeur<strong>de</strong> dat <strong>in</strong> een apart daartoe <strong>in</strong>gerichte<strong>in</strong>tergouvernementele <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> (bij het Verdragvan Maastricht). Enige jaren later werd een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g alweervan <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler naar <strong>de</strong> eerste pijler verplaatst (bij het Verdrag van Amsterdam).Deze overhevel<strong>in</strong>g werd echter met zoveel aparte procedures omr<strong>in</strong>gd, dateigenlijk van een speciaal regime b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eerste pijler moest wor<strong>de</strong>n gesproken.Deze aparte procedures beperkten <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Europese Commissie, hetEuropese Parlement en het Europese Hof van Justitie ten gunste van <strong>de</strong> lidstaten.De samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad van Europa leg<strong>de</strong> het grondwerk voor <strong>de</strong> juridischesamenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van het strafrecht. Belangrijke teksten en conventieswaarover <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad werd on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld, zoals <strong>de</strong> Conventie over uitlever<strong>in</strong>g(1957) en <strong>de</strong> Conventie over we<strong>de</strong>rzijdse rechtsbijstand <strong>in</strong> strafzaken (1959),wer<strong>de</strong>n geïncorporeerd en functioneer<strong>de</strong>n daarna als <strong>de</strong>el van het eu-acquis.Volgens Monar (2001c) liepen <strong>de</strong> eu-lidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig echter tegen <strong>de</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniebeperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Raad van Europa aan. De meer ambitieuze gemeenschappelijkedoelen en belangen van <strong>de</strong> eg-lan<strong>de</strong>n kon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> dit <strong>in</strong>tergouvernementeleforum niet effectief wor<strong>de</strong>n behartigd vanwege het grotere aantal lidstaten van<strong>de</strong> Raad van Europa en hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge diversiteit. Deze beperk<strong>in</strong>g gaf <strong>de</strong> eulidstateneen stimulans “to move beyond the structural limitation of the Councilof Europe by sett<strong>in</strong>g up their own framework” (Monar 2001c).De basis voor <strong>de</strong> politiesamenwerk<strong>in</strong>g werd gelegd <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong> 1975 opgerichte Trevigroep,een <strong>in</strong>tergouvernementeel netwerk van nationale vertegenwoordigers van<strong>de</strong> m<strong>in</strong>isteries van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken en Justitie. B<strong>in</strong>nen het Trevi-raamwerkkon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eg-lidstaten experimenteren met procedures voor <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g,operationele samenwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> opbouw van vertrouwen. Naarmatemeer gespecialiseer<strong>de</strong> werkgroepen b<strong>in</strong>nen het Trevi-raamwerk g<strong>in</strong>gen functioneren,ontstond <strong>de</strong> behoefte aan een formaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> structuren en on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gdoor permanente <strong>in</strong>stituties. Daarmee lag Trevi aan <strong>de</strong> basis van wat <strong>de</strong>jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler van <strong>de</strong> eu is gewor<strong>de</strong>n. Met name voorpolitiesamenwerk<strong>in</strong>g is Trevi van belang geweest; <strong>de</strong> Europol Conventie werdvoor een groot <strong>de</strong>el on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Trevi Europol Werkgroep.172De Schengen-samenwerk<strong>in</strong>g was een samenwerk<strong>in</strong>gsverband dat buiten <strong>de</strong>formele eu-ka<strong>de</strong>rs totstandkwam. De lan<strong>de</strong>n die eraan <strong>de</strong>elnamen presenteer<strong>de</strong>nhet wel vanaf het beg<strong>in</strong> nadrukkelijk als laboratorium voor latere eg/eu-samenwerk<strong>in</strong>g.De noodzaak om <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g buiten <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eu totstand te laten komen, was een gevolg van het dispuut tussen Groot-Brittannië(en Ierland) en <strong>de</strong> overige lidstaten. In essentie meen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> laatste dat hetafschaffen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne grenzen het hart van het Europese project betrof,terwijl <strong>de</strong> eerste van men<strong>in</strong>g waren dat het daar <strong>in</strong> het geheel geen <strong>de</strong>el vanuitmaakte (Peers 2000: 63). De bilaterale on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over het afschaffenvan grenscontroles tussen Frankrijk en Duitsland wer<strong>de</strong>n al snel uitgebreid met<strong>de</strong> Benelux-lan<strong>de</strong>n en leid<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> Schengen-overeenkomst van 1985, na vijfjaar moeizame on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen gevolgd door <strong>de</strong> Conventie voor <strong>de</strong> implementatievan <strong>de</strong> Schengen-overeenkomst (1990), die het afschaffen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternegrenzen stevig veranker<strong>de</strong> <strong>in</strong> een veiligheidsparadigma. Het doel was het vrijverkeer van personen, maar <strong>de</strong> aandacht g<strong>in</strong>g uit naar het flankerend beleid voorzaken als asiel, illegale immigratie en misdaadbestrijd<strong>in</strong>g (Broe<strong>de</strong>rs 2001).Ondanks <strong>de</strong> politieke reserves van sommige staten en het feit dat <strong>de</strong> meesteon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van jbz raakten aan gevoelige <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> nationale soevere<strong>in</strong>iteit,kenmerkte <strong>de</strong> Schengen-samenwerk<strong>in</strong>g zich door een sterk zwaan-kleef-aaneffect.De verleid<strong>in</strong>g van het vrij verkeer van personen <strong>in</strong> een gemeenschappelijkgebied zon<strong>de</strong>r b<strong>in</strong>nengrenzen en <strong>de</strong> snelle ontwikkel<strong>in</strong>g van het Schengen-acquisbleken sterke prikkels te zijn om aansluit<strong>in</strong>g bij het Schengen-gebied te zoeken.Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> jaren negentig sloten meer<strong>de</strong>re lidstaten zich aan bij <strong>de</strong> Schengensamenwerk<strong>in</strong>g.In 1990 trad Italië toe, gevolgd door Spanje en Portugal (1991),Griekenland (1992), Oostenrijk (1995) en Denemarken, Zwe<strong>de</strong>n en F<strong>in</strong>land <strong>in</strong>1996. Het Schengen-regime breid<strong>de</strong> zich ook ge<strong>de</strong>eltelijk uit naar niet-eu-lidstaten


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenzoals Noorwegen en IJsland en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate Zwitserland. Deze lan<strong>de</strong>nverbon<strong>de</strong>n zich door mid<strong>de</strong>l van associatieovereenkomsten aan belangrijke <strong>de</strong>lenvan het Schengen-acquis (Monar 2001b: 13-16). Het on<strong>de</strong>rtekenen van <strong>de</strong> Schengen-overeenkomstbeteken<strong>de</strong> echter nog geen volledige <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> Schengen-zone,zoals <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gen van Italië en Griekenland dui<strong>de</strong>lijk maakten.De toetred<strong>in</strong>g bestaat uit twee fasen. De twee<strong>de</strong> fase wordt pas afgerond nauitgebrei<strong>de</strong> controle op <strong>de</strong> implementatie van het Schengen-acquis door mid<strong>de</strong>lvan een evaluatiemechanisme. Pas als alle Schengen-staten tevre<strong>de</strong>n zijn, e<strong>in</strong>digt<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> controles aan <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen opgeheven.Als men aan <strong>de</strong> implementatie twijfelt, kan dit een lange overgangsperio<strong>de</strong>betekenen, aangezien <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase geen tijdslimieten ken<strong>de</strong>. Zo moest Italiëzeven jaar wachten tot het Schengen mature werd verklaard.In 1992 werd het bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>formele netwerk van commissies, werkgroepen enan<strong>de</strong>re samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n op het gebied van asiel en immigratie, politie,terrorismebestrijd<strong>in</strong>g en justitiële samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Europese<strong>Unie</strong> gehaald. Het Verdrag van Maastricht creëer<strong>de</strong> een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler voor jbzb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> structuur van <strong>de</strong> nieuw opgerichte Europese <strong>Unie</strong>. On<strong>de</strong>rwerpen alsimmigratie en asiel, grenzen, politie en justitie bleven echter bij <strong>de</strong> lidstatengevoelig liggen en <strong>de</strong> bereidheid om zeggenschap op te geven was kle<strong>in</strong>.De samenwerk<strong>in</strong>g behield daarom haar <strong>in</strong>tergouvernementele karakter. In tegenstell<strong>in</strong>gtot <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pijler kreeg jbz dan ook niet <strong>de</strong> formele structuur van eendirectoraat-generaal met aan het hoofd een eigen commissaris. De samengebrachtenetwerken en commissies <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler ontbeer<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk eengemeenschappelijke traditie en taal. De betrokken nationale overheidsdienstenverschil<strong>de</strong>n bovendien sterk <strong>in</strong> <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> zij zich eer<strong>de</strong>r op het <strong>in</strong>ternationaleterre<strong>in</strong> had<strong>de</strong>n bewogen (Den Boer en Wallace 2000). 1 Ook <strong>de</strong> rol en <strong>de</strong>betrokkenheid van <strong>de</strong> belangrijkste Europese <strong>in</strong>stituties <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler weerspiegel<strong>de</strong><strong>de</strong> terughou<strong>de</strong>ndheid van <strong>de</strong> lidstaten om <strong>in</strong>vloed en soevere<strong>in</strong>iteit opte geven. De rol van het Europese Hof van Justitie, het Europese Parlement en <strong>de</strong>Europese Commissie werd beperkt ten gunste van <strong>de</strong> lidstaten. In <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gen voorbereid<strong>in</strong>g van raadsbesluiten leun<strong>de</strong> men sterk op (nationale)ambtenaren uit <strong>de</strong> burelen van immigratiediensten, douane en politie. Dit allesleid<strong>de</strong>, met name <strong>in</strong> zaken als immigratie en asiel, tot een cultuur van geheimhoud<strong>in</strong>g,een dom<strong>in</strong>ant ‘veiligheids<strong>de</strong>nken’ en tot vaak moeizame besluitvorm<strong>in</strong>gachter gesloten <strong>de</strong>uren (Peers 2000; Koslowski 1998).173Het groeien<strong>de</strong> aantal eu-lan<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>elnam aan <strong>de</strong> Schengen-samenwerk<strong>in</strong>gbeteken<strong>de</strong> dat opname van het Schengen-acquis <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> eu geduren<strong>de</strong><strong>de</strong> jaren negentig een steeds logischer optie werd. Bij <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>gvan het Verdrag van Amsterdam besloot men dan ook om ‘Schengen’ <strong>in</strong> <strong>de</strong>verdragen van <strong>de</strong> eu te <strong>in</strong>corporeren. Dit bleek echter geen eenvoudige aangelegenheid.De Schengen-lidstaten had<strong>de</strong>n meer dan an<strong>de</strong>rhalf jaar nodig om<strong>de</strong> juridisch b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> elementen van het Schengen-acquis te i<strong>de</strong>ntificeren en<strong>de</strong> juiste plaats <strong>in</strong> het eu-Verdrag toe te kennen. Het zeer uitgebrei<strong>de</strong> Schengen-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieaquis, omvangrijker dan het jbz-acquis van voor het Verdrag van Amsterdam,werd over <strong>de</strong> pijlers verspreid.174Behalve een dynamiek van buiten <strong>de</strong> eu naar b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu, vond er een beweg<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu plaats ten aanzien van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g vancommunautariser<strong>in</strong>g. Met het Verdrag van Amsterdam werd een nieuwe Titel iv<strong>in</strong> <strong>de</strong> communautaire eerste pijler gecreëerd. Daar<strong>in</strong> wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voormalige<strong>de</strong>r<strong>de</strong>-pijleron<strong>de</strong>rwerpen immigratie, asiel, buitengrenzen en justitiële samenwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong>zake civiel recht on<strong>de</strong>rgebracht. Tezelf<strong>de</strong>rtijd kregen <strong>de</strong> politiesamenwerk<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> justitiële samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van strafzaken een meerge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> uitwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> herziene Titel vi <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong>tergouvernementelepijler. De jbz-samenwerk<strong>in</strong>g die naar Titel iv van het eg-Verdrag verhuis<strong>de</strong>,werd niet volledig gecommunautariseerd, maar <strong>in</strong> feite aan een speciaal regimeb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eerste, communautaire pijler on<strong>de</strong>rworpen. Voor <strong>de</strong> nieuwe Titel ivwerd een overgangsperio<strong>de</strong> van vijf jaar <strong>in</strong>gesteld, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad bij unanimiteitbesluiten kan blijven nemen. De rol van <strong>de</strong> Commissie was geduren<strong>de</strong> dittijdvak substantieel zwakker, aangezien <strong>de</strong>ze het recht van <strong>in</strong>itiatief moest <strong>de</strong>lenmet <strong>de</strong> lidstaten. De overgangsperio<strong>de</strong> e<strong>in</strong>digt <strong>in</strong> 2004. Dan zal <strong>de</strong> Raad eenunaniem besluit moeten nemen over <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong> eerste pijler overgaat van unanimiteit naar het stemmen bij gekwalificeer<strong>de</strong>meer<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> geheel Titel iv, <strong>in</strong> slechts <strong>de</strong>len daarvan of dat <strong>de</strong> situatie bij hetou<strong>de</strong> blijft.6.2.3 <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumentenDe gekozen vormen van samenwerk<strong>in</strong>g hebben zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijdontwikkeld naar meer b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g. De vroege <strong>in</strong>tergouvernementelesamenwerk<strong>in</strong>g leid<strong>de</strong> doorgaans alleen tot <strong>in</strong>formele afspraken en soft law, zoalsresoluties en aanbevel<strong>in</strong>gen. Aangezien <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>strumenten niet b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd waren,was hun effect <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk afhankelijk van <strong>de</strong> wil van <strong>de</strong> lidstaten om ze daadwerkelijkuit te voeren. Het enige ‘har<strong>de</strong> recht’ dat totstandkwam waren conventies(bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad van Europa), <strong>de</strong> klassieke vorm voor <strong>in</strong>terstatelijkeverdragen (Peers 2000: 16). Veel tijd verstreek echter voordat alle lidstaten <strong>de</strong>zeconventies had<strong>de</strong>n geratificeerd. Dit probleem duur<strong>de</strong> voort nadat <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>in</strong>tergouvernementele <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler van <strong>de</strong> eu was gebracht enconventies een belangrijk <strong>in</strong>strument bleven. In verband met <strong>de</strong>ze traagheidbesloten <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> sommige gevallen dat <strong>in</strong>dien meer dan <strong>de</strong>helft van <strong>de</strong> lidstaten een conventie had geratificeerd, <strong>de</strong>ze reeds <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g zoutre<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> lidstaten. Dit gebruik van roll<strong>in</strong>g ratification werd<strong>in</strong> het Verdrag van Amsterdam als pr<strong>in</strong>cipe vastgelegd. Van een <strong>de</strong>adl<strong>in</strong>e voor <strong>de</strong>voltooi<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ratificatie van conventies was geen sprake.Naast conventies kon <strong>de</strong> Raad ‘gemeenschappelijke posities’ <strong>in</strong>nemen en‘gemeenschappelijke acties’ on<strong>de</strong>rnemen. De eerste optie wordt we<strong>in</strong>ig gebruikt.Bovendien was het juridische effect van <strong>de</strong>ze maatregelen nogal ondui<strong>de</strong>lijk,aangezien het verdrag niet aangaf of zij b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd waren of niet. De Raad maakte


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler wel veel gebruik van niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> soft law-maatregelen,met name voor asiel- en immigratiekwesties. Door het Verdrag van Amsterdamen <strong>de</strong> overgang van laatstgenoem<strong>de</strong> kwesties naar <strong>de</strong> eerste pijler verbeter<strong>de</strong>n <strong>de</strong>beleids<strong>in</strong>strumenten aanzienlijk. In <strong>de</strong> eerste pijler kan gebruik wor<strong>de</strong>n gemaaktvan beproef<strong>de</strong> eg-<strong>in</strong>strumenten zoals richtlijnen en veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>pijler wer<strong>de</strong>n ka<strong>de</strong>rbesluiten en besluiten geïntroduceerd. De ka<strong>de</strong>rbesluitenkregen als doel <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lidstaten na<strong>de</strong>r tot elkaar te brengen en zijnb<strong>in</strong><strong>de</strong>nd met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> resultaten die moeten wor<strong>de</strong>n bereikt. Zij laten <strong>de</strong>keus voor <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> om die resultaten te bereiken echter over aan <strong>de</strong> lidstaten(overeenkomstig het <strong>in</strong>strument van <strong>de</strong> richtlijn uit <strong>de</strong> eerste pijler).Besluiten zijn eveneens b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd. Het verschil tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> en <strong>de</strong> eerste pijler is dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler <strong>de</strong> directe werk<strong>in</strong>g ontbreekt.De Europese Raad van Tampere <strong>in</strong> 1999 <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong> behalve een ambitieuzeagenda voor <strong>de</strong> toekomst en een geluid dat afweek van <strong>de</strong> normale ‘fort Europaretoriek’,een aantal belangrijke <strong>in</strong>strumenten voor <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>pijler. Op het gebied van justitiële samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het strafrecht en het burgerlijkrecht werd <strong>de</strong> ‘we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g’ als voornaamste <strong>in</strong>strument van <strong>in</strong>tegratiegeïntroduceerd. Ver<strong>de</strong>r bereikte men <strong>in</strong> Tampere overeenstemm<strong>in</strong>g overhet opzetten van twee nieuwe Europese <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen: Eurojust en het EuropesePolitie College. Deze vul<strong>de</strong>n het al bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>stituut Europol aan. In meer algemenez<strong>in</strong> werd Europese <strong>in</strong>stitution build<strong>in</strong>g een belangrijke vorm van samenwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler.1756.2.4 kopgroepen en uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gspositiesjbz was bij uitstek een terre<strong>in</strong> waarop <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere verban<strong>de</strong>n <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g kon<strong>de</strong>n verdiepen. 2 De laboratoriumfunctie van Schengen wasalleen mogelijk door dit samenwerk<strong>in</strong>gsverband buiten <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eu op tetuigen. De opname van Schengen <strong>in</strong> het eu-Verdrag was op zijn beurt alleenmogelijk door een aantal lan<strong>de</strong>n een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gspositie te gunnen. Ook <strong>de</strong>communautariser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Verdrag vanAmsterdam kon alleen totstandkomen door een drietal lan<strong>de</strong>n formele uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gspositieste gunnen (zie tekstbox 6.1).Aldus zijn er speciale regimes ontworpen om bestaan<strong>de</strong> eu-lidstaten te accommo<strong>de</strong>ren.Echter, <strong>de</strong> lidstaten hebben reeds te kennen gegeven dat <strong>de</strong>rgelijkeuitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsregimes niet beschikbaar zullen zijn voor <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kandidaat-lidstaten.Voor hen geldt dat zij het gehele jbz-acquis (<strong>in</strong>clusief het geïntegreer<strong>de</strong>Schengen-acquis) moeten overnemen en uitvoeren.Rondom gedifferentieer<strong>de</strong> arrangementen is een dui<strong>de</strong>lijke centripetale dynamiekwaarneembaar. De voor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> kopgroep (bijvoorbeeldtoegang tot belangrijke <strong>in</strong>formatie) zijn voor lan<strong>de</strong>n een overweg<strong>in</strong>g om toch<strong>de</strong>el te nemen aan <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g. Zo maken Groot-Brittannië en Ierlandregelmatig gebruik van hun recht tot opt-<strong>in</strong>, bijvoorbeeld met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong>el-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTekstbox 6.1: jbz à la carte. De uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsposities van Groot-Brittannië, Ierland en Denemarkenna AmsterdamEen van <strong>de</strong> problemen bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie van <strong>de</strong> Schengen-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> euwas geweest dat Groot-Brittannië en Ierland bezwaar hebben tegen <strong>de</strong> opheff<strong>in</strong>g van controles aan<strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen. Om dit te accommo<strong>de</strong>ren is aan het Verdrag van Amsterdam een aantal protocollentoegevoegd. In protocol 3 is vastgelegd dat Groot-Brittannië en Ierland hun Common TravelArea mogen handhaven en <strong>in</strong>dividuen komend uit an<strong>de</strong>re lidstaten mogen controleren, ongeachtwat an<strong>de</strong>re lidstaten doen en ongeacht welke <strong>in</strong>terpretatie het Europese Hof van Justitie zoumogen geven aan artikel 14 van het eg-Verdrag. Dit protocol geeft Groot-Brittannië en Ierlandtevens een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gspositie ten aanzien van alle eg-wetgev<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> afschaff<strong>in</strong>g van grenscontrolesvereist.176Groot-Brittannië en Ierland zijn voorts vanwege hetzelf<strong>de</strong> bezwaar tegen opheff<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>controles aan <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen uitgezon<strong>de</strong>rd van alle samenwerk<strong>in</strong>g die plaatsv<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>rvan Titel iv van het eg-Verdrag. Dit is vastgelegd <strong>in</strong> protocol 4 bij het Verdrag van Amsterdam. Detwee lan<strong>de</strong>n hebben evenwel een opt-<strong>in</strong>-mogelijkheid bedongen, die hen <strong>in</strong> staat stelt <strong>de</strong>el tenemen aan on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze titel wor<strong>de</strong>n aangenomen. Zij moeten daartoe b<strong>in</strong>nen driemaan<strong>de</strong>n nadat het voorstel is gedaan een verzoek <strong>in</strong>dienen bij <strong>de</strong> Raad. Voor Groot-Brittannië enIerland geldt <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler dus een soort ‘jbz à la carte’. De algemene uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g plus hetrecht op opt-<strong>in</strong> geldt ook voor het <strong>de</strong>el van het Schengen-acquis dat <strong>in</strong> Titel iv is geïntegreerd bijhet Verdrag van Amsterdam en voor mogelijke toekomstige maatregelen die voortbouwen op ditgeïntegreer<strong>de</strong> Schengen-acquis (zie protocol 2 bij het Verdrag van Amsterdam).Denemarken heeft altijd bezwaar gemaakt tegen communautaire samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied vanjbz en was om die re<strong>de</strong>n gekant tegen <strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> eerste pijler. Om Denemarken tegemoet te komen, is dit land uitgezon<strong>de</strong>rdvan <strong>de</strong> communautaire samenwerk<strong>in</strong>g die plaatsv<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van Titel iv van het eg-Verdrag.* Denemarken heeft echter geen vergelijkbare opt-<strong>in</strong>-mogelijkheid zoals Groot-Brittanniëen Ierland. Daarnaast is bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie van het Schengen-acquis <strong>in</strong> <strong>de</strong> verdragen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> bezwaren tegen communautariser<strong>in</strong>g van Schengen-lidstaat Denemarken.Er is vastgelegd dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het Schengen-acquis <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler voor Denemarkenniet zullen gel<strong>de</strong>n als eg-recht, maar als <strong>in</strong>ternationaal publiekrecht.* Deze uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g geldt voor bijna alle maatregelen on<strong>de</strong>r Titel iv. Denemarken neemt wel<strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> maatregelen die al tot <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eg behoor<strong>de</strong>n voorafgaand aan hetVerdrag van Amsterdam (zoals maatregelen ter vaststell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lijst van <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n wiens<strong>in</strong>gezetenen een visum nodig hebben om <strong>de</strong> eg b<strong>in</strong>nen te komen).name <strong>in</strong> het Schengen Informatie Systeem (sis). Ook Denemarken zou dit <strong>in</strong>bepaal<strong>de</strong> gevallen willen, maar kan dit alleen doen door (<strong>de</strong>len van) het ‘Deenseprotocol’ op te zeggen (zie hierover tekstbox 6.1). Denemarken heeft geen opt-<strong>in</strong>arrangement<strong>in</strong> het Deense protocol bij het Verdrag van Amsterdam bedongen.Het land wordt geconfronteerd met een strikte opstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genen an<strong>de</strong>re lidstaten ten aanzien van <strong>de</strong> zelfverkozen Deense isolatie. Het is nieton<strong>de</strong>nkbaar dat <strong>de</strong>ze centripetale druk <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>elname aan commu-


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakennautaire maatregelen <strong>de</strong> Deense reger<strong>in</strong>g ertoe zal brengen het protocol opnieuwaan <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g voor te leggen <strong>in</strong> een referendum. De aantrekk<strong>in</strong>gskracht vanhet geïntegreer<strong>de</strong> Schengen-acquis reikt overigens zelfs over <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong>eu heen. Verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r Noorwegen en IJsland, nemenvia associatieovereenkomsten <strong>de</strong>el aan (elementen van) het Verdrag van Schengen.Met het oog op <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g zijn tweemogelijkhe<strong>de</strong>n tot differentiatie noemenswaardig. De eerste is opgenomen <strong>in</strong> hetprotocol waarmee het Schengen-acquis <strong>in</strong> het Verdrag van Amsterdam is geïntegreerd.Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie van het Schengen-acquis <strong>in</strong> <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> wil<strong>de</strong>n<strong>de</strong> toenmalige <strong>de</strong>rtien Schengen-lidstaten voorkomen dat toekomstige samenwerk<strong>in</strong>gtussen hen op dit gebied geblokkeerd zou kunnen wor<strong>de</strong>n door een eulidstaat.Tene<strong>in</strong><strong>de</strong> dit te voorkomen werd <strong>in</strong> het genoem<strong>de</strong> protocol <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gopgenomen dat – <strong>in</strong>dien Groot-Brittannië en Ierland niet b<strong>in</strong>nen een re<strong>de</strong>lijkeperio<strong>de</strong> kenbaar maken dat zij willen <strong>de</strong>elnemen aan een maatregel – <strong>de</strong> an<strong>de</strong>reeu-lidstaten automatisch zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r mogen gaan.Een twee<strong>de</strong> mogelijkheid die eu-lidstaten ter beschikk<strong>in</strong>g staat om nauwersamen te werken, is gebruik te maken van <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen voor ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’,die <strong>in</strong> het Verdrag van Amsterdam zijn geïntroduceerd en bij hetVerdrag van Nice zijn versoepeld. Indien <strong>de</strong>ze lidstaten en hun <strong>in</strong>itiatief aan eenreeks van voorwaar<strong>de</strong>n voldoen, mogen zij gebruikmaken van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen enprocedures van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> om nauwere samenwerk<strong>in</strong>g te ontplooien.Zodra het Verdrag van Nice <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g is getre<strong>de</strong>n, kan <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>g tot het<strong>in</strong>stellen van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g zelfs bij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheidwor<strong>de</strong>n genomen en hoeft <strong>de</strong>ze groep slechts acht lidstaten groot te zijn.Deze ‘gediscipl<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>’ vorm van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g is tot op he<strong>de</strong>n nogniet gebruikt. Het bestaan van <strong>de</strong>ze terugvaloptie en <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g door het Belgischevoorzitterschap tegen een dwarsliggend Italië er daadwerkelijk gebruik vante maken, heeft e<strong>in</strong>d 2001 echter al wel een rol gespeeld <strong>in</strong> het bereiken vanconsensus over het Europese arrestatiebevel. Louter het bestaan van <strong>de</strong> mogelijkheidtot differentiatie ontketent blijkbaar al een dynamiek <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gentussen <strong>de</strong> lidstaten die <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> ten goe<strong>de</strong> komt.1776.2.5 vasthou<strong>de</strong>n aan unanimiteitOndanks een onmiskenbare beweg<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> volgt <strong>de</strong>besluitvorm<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> (ook <strong>in</strong> Titel iv van het eg-Verdrag) nog steeds <strong>de</strong>logica van <strong>in</strong>tergouvernementele samenwerk<strong>in</strong>g. Ten aanzien van alle jbzkwestieswordt gestemd met eenparigheid van stemmen; consensus blijft <strong>de</strong>norm tot m<strong>in</strong>imaal 2004 (als <strong>de</strong> overgangsperio<strong>de</strong> voor Titel iv eg e<strong>in</strong>digt).In <strong>de</strong> aanloop naar het Verdrag van Nice is een pog<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rnomen om het aantalon<strong>de</strong>rwerpen ten aanzien waarvan bij meer<strong>de</strong>rheid kan wor<strong>de</strong>n besloten, tevergroten. Veel jbz-on<strong>de</strong>rwerpen zijn echter buiten <strong>de</strong>ze hervorm<strong>in</strong>gen gebleven.Sterker nog, het Verdrag van Nice heeft <strong>de</strong> mogelijkheid dat <strong>in</strong> 2004 meer-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong>gevoerd voor asiel- en immigratiekwesties zelfsop losse schroeven gezet. In het verdrag is bepaald dat pas bij meer<strong>de</strong>rheid kanwor<strong>de</strong>n gestemd nadat ‘gemeenschappelijke regels en procedures’ unaniem zijnaangenomen (art. 67 (5) eg-Verdrag), een formuler<strong>in</strong>g die Duitsland on<strong>de</strong>r grotedruk van <strong>de</strong> Län<strong>de</strong>r afdwong. Het is zeer <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> lidstaten overeenstemm<strong>in</strong>gkunnen bereiken over <strong>de</strong>ze ‘gemeenschappelijke regels en procedures’ vóór2004, het moment waarop <strong>de</strong> Raad moet besluiten of men overgaat op het stemmenbij meer<strong>de</strong>rheid. Een strategie om aan <strong>de</strong>ze uitkomst te ontkomen is: genoegennemen met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ambitieuze gemeenschappelijke regels en procedures, omzo <strong>in</strong> 2004 <strong>de</strong> overgang naar meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g mogelijk te maken,waarna gestreefd zou kunnen wor<strong>de</strong>n naar meer ambitieuze normen (<strong>de</strong>snoodsmet gebruik van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g). Deze strategie betekent echterwaarschijnlijk harmonisatie op het laagst <strong>de</strong>nkbare niveau en gaat ten koste van<strong>de</strong> oorspronkelijke, ambitieuze Tampere-agenda. In Nice is wel meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>gvan toepass<strong>in</strong>g verklaard op justitiële samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zakeburgerlijk recht, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het familierecht, dat juist het leeuwen<strong>de</strong>elvan <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g vormt.178Dat slagvaardig optre<strong>de</strong>n ondanks <strong>de</strong> noodzaak tot consensusvorm<strong>in</strong>g soms tochmogelijk blijkt, heeft vaak te maken met externe schokken, die <strong>de</strong> Raad dw<strong>in</strong>genveel sneller te han<strong>de</strong>len dan on<strong>de</strong>r normale omstandighe<strong>de</strong>n (politiek gezien)mogelijk zou zijn. Enkele recente voorbeel<strong>de</strong>n illustreren dit. De Dover-tragedievan juni 2000 plaatste het on<strong>de</strong>rwerp mensenmokkel bovenaan <strong>de</strong> politiekeagenda van <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong> terroristische aanslagen van 11 september 2001 waren <strong>de</strong>aanleid<strong>in</strong>g voor een enorme sprong op het gevoelige terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> het strafrecht en <strong>de</strong> terrorismebestrijd<strong>in</strong>g. In reactie op <strong>de</strong>ze aanslagennam <strong>de</strong> jbz-Raad besluiten die on<strong>de</strong>r gewone omstandighe<strong>de</strong>n voor jaren <strong>de</strong>batgoed zou<strong>de</strong>n zijn geweest. Het meest opvallen<strong>de</strong> voorbeeld is <strong>de</strong> snelle overeenstemm<strong>in</strong>gover <strong>de</strong> gemeenschappelijke <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van terrorisme en een Europeesarrestatiebevel.6.2.6 ger<strong>in</strong>ge bereidheid tot lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gDe europeaniser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> van jbz verloopt langzaam.S<strong>in</strong>ds het Verdrag van Amsterdam is het uitgangspunt dat operationele activiteitenop het gebied van jbz uit het eg-budget wor<strong>de</strong>n gef<strong>in</strong>ancierd (dat wil zeggentenzij er unanieme steun is voor het gebruik van nationale mid<strong>de</strong>len, zie art. 41(3) eu-Verdrag). Verschillen<strong>de</strong> programma’s wor<strong>de</strong>n gef<strong>in</strong>ancierd om tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g enuitwissel<strong>in</strong>g van professionals mogelijk te maken en het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vertrouwen– cruciaal voor het goe<strong>de</strong> functioneren van <strong>de</strong> rvvr – te vergroten.De belangrijkste kwestie aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g betreft <strong>de</strong> lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.Noll maakt een on<strong>de</strong>rscheid tussen:1 lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> activiteiten ter voorkom<strong>in</strong>g en oploss<strong>in</strong>g van vluchtel<strong>in</strong>gencrises;


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zaken2 lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> activiteiten ter voorkom<strong>in</strong>g en wer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>aankomst van vluchtel<strong>in</strong>gen;3 lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kosten van ontvangst van vluchtel<strong>in</strong>gen en immigranten(Noll 2002: 308).De eerste vorm van preventieve activiteiten is moeilijk af te bakenen (uiteenlopendvan diplomatieke activiteiten, via hulpgel<strong>de</strong>n tot aan militaire <strong>in</strong>terventies)en me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> complexiteit ervan nog niet echt on<strong>de</strong>rzocht. Ten aanzien van <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> vorm van preventie is <strong>de</strong> wil tot lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g relatief het grootst.Tene<strong>in</strong><strong>de</strong> vluchtel<strong>in</strong>gen en immigranten te weren, wor<strong>de</strong>n kostbare <strong>in</strong>frastructurenzoals het sis gemeenschappelijk gef<strong>in</strong>ancierd. Het heikele punt betreft <strong>de</strong>kosten van <strong>de</strong> ontvangst van vluchtel<strong>in</strong>gen en immigranten. 3 Hier<strong>in</strong> is sprake vaneen onevenredige lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> lidstaten. De vluchtel<strong>in</strong>gencrises alsgevolg van <strong>de</strong> conflicten <strong>in</strong> Bosnië en Kosovo hebben aangetoond dat er geenwerkelijke lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ten aanzien van <strong>de</strong> ontvangst bestaat. De Bosnischevluchtel<strong>in</strong>gencrisis heeft hierover echter wel een <strong>de</strong>bat <strong>in</strong> gang gezet. Het oor<strong>de</strong>elover <strong>de</strong> maatregelen waar<strong>in</strong> dit <strong>de</strong>bat heeft geresulteerd loopt evenwel uiteenvan nutteloos tot een druppel <strong>in</strong> <strong>de</strong> oceaan (Noll 2002). Het feit dat <strong>de</strong> maatregelenmet betrekk<strong>in</strong>g tot lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Verdrag van Amsterdam(art. 63 (2) eg-Verdrag) zijn uitgezon<strong>de</strong>rd van <strong>de</strong> <strong>de</strong>adl<strong>in</strong>e van 2004 is tekenendvoor <strong>de</strong> ger<strong>in</strong>ge bereidheid van <strong>de</strong> lidstaten op dit terre<strong>in</strong>.1796.3 jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieDe jbz-agenda zal na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g voor een groot <strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n bepaald doorproblemen die nu ook al spelen, maar die <strong>in</strong> gewicht toenemen of verschuivennaar an<strong>de</strong>re lidstaten als gevolg van geografische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een vergroteeu. Ook zullen nieuwe, hoofdzakelijk aan <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g gerelateer<strong>de</strong> problemenop <strong>de</strong> agenda verschijnen. De hiernavolgen<strong>de</strong> subparagrafen beschrijven <strong>de</strong>zeuitdag<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>gvallen: buitengrenzen en illegale immigratie, asiel- en immigratiebeleid, politiesamenwerk<strong>in</strong>gen justitiële samenwerk<strong>in</strong>g.Een van <strong>de</strong> voornaamste problemen op nagenoeg alle <strong>de</strong>elterre<strong>in</strong>en van jbz ishet verwachte implementatietekort <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n.De uitvoer<strong>in</strong>g van het Schengen-acquis is hierbij van groot belang. Het betrefthet omvangrijkste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> implementatieopgave. Bovendien hangt <strong>de</strong>afschaff<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen af van <strong>de</strong> effectieve implementatie van hetacquis door <strong>de</strong> nieuwe lidstaten. Hoewel het implementatietekort een serieusprobleem is, moet <strong>de</strong> eu-15 <strong>de</strong> verleid<strong>in</strong>g weerstaan om dit probleem te hoog opte spelen. De ratificatie en implementatie van jbz-maatregelen door <strong>de</strong> huidigelidstaten zijn, zeker <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler, verre van voorbeeldig. Zo is bijvoorbeeldgeen van <strong>de</strong> conventies die s<strong>in</strong>ds het Verdrag van Maastricht zijn aangenomen <strong>in</strong>het ka<strong>de</strong>r van Titel vi al volledig geratificeerd, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> EuropolOvereenkomst en <strong>de</strong> Douane Informatie Systeem Overeenkomst (Den Boer2001: 8-9).


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie6.3.1 bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzen en illegale immigratieHet centrale probleem van het beleid voor <strong>de</strong> buitengrenzen is dat <strong>in</strong> een euzon<strong>de</strong>r b<strong>in</strong>nengrenzen alle lidstaten afhankelijk zijn van <strong>de</strong> effectieve bewak<strong>in</strong>gen controle van <strong>de</strong> buitengrens. Alle lan<strong>de</strong>n zijn afhankelijk van <strong>de</strong>ze buitengrensop belangrijke punten als <strong>de</strong> strijd tegen illegale immigratie, <strong>in</strong>ternationalemisdaad en drugssmokkel. Met name <strong>de</strong> illegale immigratie via en vanuit <strong>de</strong>huidige kandidaat-lidstaten is <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> eu-15 een centraal en politiekgevoelig probleem.180De aanpak van <strong>de</strong> illegale immigratie staat hoog op <strong>de</strong> agenda van <strong>de</strong> huidige euen is voor <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n tot een prioriteit verheven. Wrang genoeghebben <strong>de</strong> verscherp<strong>in</strong>gen van het asiel- en immigratiebeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu-lidstatenen het beeld van het Fort Europa juist bijgedragen tot <strong>de</strong> illegale immigratie en <strong>de</strong>gerelateer<strong>de</strong> problemen van mensensmokkel en mensenhan<strong>de</strong>l. 4 Als gevolg van<strong>de</strong>ze verscherp<strong>in</strong>gen zijn legale en illegale immigranten namelijk steeds vakeraangewezen op <strong>de</strong> ‘diensten’ van smokkelorganisaties en stijgen <strong>de</strong> prijzen voor<strong>de</strong>ze ‘diensten’ sterk (An<strong>de</strong>rson en Bort 2001; cia 2001; Morr<strong>in</strong>son 2000).De omvang van het probleem kan wor<strong>de</strong>n geïllustreerd aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>aantallen gearresteer<strong>de</strong> illegale immigranten aan <strong>de</strong> Tsjechisch-Duitse grens.Deze daal<strong>de</strong>n van 43.000 <strong>in</strong> 1993 naar 19.000 <strong>in</strong> 1995 (toegeschreven aan hettij<strong>de</strong>lijke effect van <strong>de</strong> verscherp<strong>in</strong>g van het asielbeleid <strong>in</strong> 1993), maar stegenvanaf 1995 weer sterk. Bovendien wer<strong>de</strong>n tussen januari en september 1998alleen al aan <strong>de</strong> grens tussen <strong>de</strong> Duitse <strong>de</strong>elstaat Saksen en Tsjechië ongeveer650 Schleuser (mensensmokkelaars) gearresteerd (Bort 2000). Het probleem van<strong>de</strong> mensensmokkel is even prom<strong>in</strong>ent aanwezig aan <strong>de</strong> huidige en toekomstige‘groene’, oostelijke grens als aan <strong>de</strong> uitgestrekte en moeilijk te bewaken ‘blauwe’zuidgrens van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>.De illegale immigratie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n is momenteel nogvoornamelijk transitmigratie naar eu-lidstaten als België, Frankrijk, Ne<strong>de</strong>rland,Duitsland, Zwe<strong>de</strong>n en Groot-Brittannië, maar ook naar Canada, <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong>Staten en Noorwegen. De meest tragische uitwas van <strong>de</strong>ze transnationale crim<strong>in</strong>ele<strong>in</strong>dustrie betreft <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> vrouwen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, vaak bedoeld voor <strong>de</strong>prostitutie <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu, Zwitserland en Israël (Den Boer 2001). Dankzij <strong>de</strong> uitgestrektebuitengrenzen van <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong> relatief grote mobiliteit van mensensmokkelorganisatieszijn smokkelroutes flexibel en wor<strong>de</strong>n ze vaak eenvoudig aangepastaan veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beleid en grenscontrole. Zo was Polen lange tijd een‘favoriet’ doorvoerland tot <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van een veel scherpere vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genwet<strong>in</strong> 1997, waarna <strong>de</strong> route zich naar Tsjechië verlegd lijkt te hebben. Er lijktzich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n dus een nieuwe variant van‘lastenverschuiv<strong>in</strong>g’ te ontwikkelen, waarbij doorvoerroutes voor illegale migratiezich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van unilaterale verscherp<strong>in</strong>gen van het beleid verplaatsennaar lan<strong>de</strong>n met een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r restrictief beleid (Den Boer 2001: 19). De gelijkenismet het patroon van <strong>de</strong> opeenvolgen<strong>de</strong> ‘ron<strong>de</strong>s’ van aanscherp<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hetasielbeleid van <strong>de</strong> (noor<strong>de</strong>lijke) eu-lidstaten is daarbij opvallend.


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenTot op zekere hoogte wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n ook zelflan<strong>de</strong>n van bestemm<strong>in</strong>g voor illegale immigranten. Niet alleen <strong>de</strong> asielaanvragenstijgen, maar ook <strong>de</strong> illegale immigratie met als e<strong>in</strong>dhalte een van <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europese lan<strong>de</strong>n neemt <strong>in</strong> omvang toe. In sommige van <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n (zoalsbijvoorbeeld Hongarije) is het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van werk zon<strong>de</strong>r vergunn<strong>in</strong>g relatiefeenvoudig. Ook <strong>in</strong> dit geval zijn <strong>de</strong> problemen met <strong>de</strong> implementatie en handhav<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g het grootst. Dat geldt <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats voor <strong>de</strong> implementatievan <strong>de</strong> regel<strong>in</strong>gen voor b<strong>in</strong>nenkomst, verblijf, beë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g van verblijfen uitzett<strong>in</strong>g. Uitzett<strong>in</strong>g van vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen is <strong>in</strong> <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten vaak eenprobleem, omdat terug- en overnameovereenkomsten met <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n vanherkomst van illegale vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen (soms zelfs met buurlan<strong>de</strong>n) veelal ontbreken.Bovendien is het relatief eenvoudig om <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> documenten voor <strong>de</strong>Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n te laten vervalsen (Monar 2001b). Een twee<strong>de</strong>probleem is <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g van het beleid tegen illegale tewerkstell<strong>in</strong>g.Zolang illegale arbeid en het <strong>in</strong> dienst nemen van illegalen als werknemers nieteffectief wordt gecontroleerd en ontmoedigd, is <strong>de</strong> strijd tegen illegale immigratieeen gevecht tegen <strong>de</strong> bierkaai. De markt doet zijn werk en het aanbod zal <strong>de</strong>vraag altijd weten te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Dezelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>natie kan echter ook op illegaletransitmigratie naar <strong>de</strong> huidige eu wor<strong>de</strong>n toegepast. De eu-15 kunnen niet van<strong>de</strong> kandidaat-lidstaten verwachten dat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> illegale immigratie tot nul terugbrengenzolang er <strong>in</strong> <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> huidige eu nog (volop) mogelijkhe<strong>de</strong>nvoor illegale arbeid zijn (Den Boer 2001).181De overname van het Schengen-grensregime door <strong>de</strong> nieuwe lidstaten is (me<strong>de</strong>vanwege <strong>de</strong> problematiek van <strong>de</strong> illegale immigratie) een van <strong>de</strong> belangrijkste enpotentieel meest conflictueuze elementen van <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g(en).Het grensregime is ook een van <strong>de</strong> jbz-beleidsterre<strong>in</strong>en die het sterkst wor<strong>de</strong>ngetroffen door <strong>de</strong> implementatieproblematiek. Na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> eu eenlange en kwetsbare grens met staten die gekenmerkt wor<strong>de</strong>n door autoritairereger<strong>in</strong>gen en wijdversprei<strong>de</strong> corruptie. 5 Deze grenzen moeten wor<strong>de</strong>n bewaaktdoor <strong>de</strong> nieuwe lidstaten die een groot gebrek hebben aan tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en mo<strong>de</strong>rneapparatuur en vaak zelf nog volop tegen corruptie <strong>in</strong> het eigen apparaat strij<strong>de</strong>n.Deze situatie heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige eu sterk bijgedragen aan het beeld dat <strong>de</strong>uitbreid<strong>in</strong>g een groot probleem vormt voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne veiligheid van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>.De comb<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong> grote politieke gevoeligheid van een a<strong>de</strong>quate grensbewak<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> kwetsbaarheid van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g voor implementatietekortenbij een van <strong>de</strong> lidstaten leidt tot een relatief compromisloze opstell<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> eu op dit punt (Monar 2000c). Dit betekent dat <strong>de</strong> Schengen-voorwaar<strong>de</strong>nniet ter discussie staan: er is geen ruimte voor on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong><strong>in</strong>houd van het Schengen-acquis en <strong>de</strong> nieuwe lidstaten wor<strong>de</strong>n ook geen permanenteuitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen toegestaan.Het strenge grensregime van Schengen is op meer dan één wijze problematischvoor <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> eerste plaats zal het nagenoeg onmogelijk zijn<strong>in</strong> <strong>de</strong> nabije toekomst een volledig effectieve controle van <strong>de</strong> grens te bereiken.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie182De beken<strong>de</strong> problemen van personeelsgebrek, gebrek aan tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en mo<strong>de</strong>rneapparatuur, corruptie en een algeheel gebrek aan voldoen<strong>de</strong> (f<strong>in</strong>anciële) mid<strong>de</strong>lenstaan ‘garant’ voor grote implementatieproblemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren.Tegelijkertijd is een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het Schengen-acquis nog <strong>in</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g (zoals bijvoorbeeld het sis ii), waardoor kandidaat-lidstaten <strong>in</strong>onzekerheid verkeren over hetgeen ze precies moeten overnemen. Wel is zekerdat <strong>de</strong> controles aan <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen met nieuwe lidstaten pas na een aparte,unanieme, besliss<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Schengen-lidstaten wor<strong>de</strong>n opgeheven. Nu hetSchengen-acquis is geïntegreerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eu is een aparte, unaniemebesliss<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jbz-Raad nodig om een nieuwe lidstaat volledig te laten <strong>de</strong>elnemenaan <strong>de</strong> Schengen-samenwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> controles aan <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen afte schaffen. Gegeven <strong>de</strong> beschreven implementatieproblemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europese lan<strong>de</strong>n zal <strong>de</strong> passage naar volledige <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> Schengensamenwerk<strong>in</strong>gwaarschijnlijk een langdurig proces wor<strong>de</strong>n. De eu-lidstatenzullen namelijk <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase van <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g tot Schengen pas beë<strong>in</strong>digen alsze volledig tevre<strong>de</strong>n zijn over <strong>de</strong> implementatie van het grensregime aan <strong>de</strong>nieuwe buitengrenzen van <strong>de</strong> eu. Voor <strong>de</strong> beë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase geldtbovendien geen enkele tijdslimiet. De nieuwe lidstaten zullen het echter zwaaropnemen dat ze tot een bufferzone wor<strong>de</strong>n omgevormd die hen nog niets oplevert.De volledige implementatie van Schengen zal, vanwege <strong>de</strong> hoge politieke eneconomische kosten, verzet oproepen bij <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten. De grenscontroleszullen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> Schengen-normen en <strong>de</strong>strenge Schengen-visumlijst, 6 waarop veel buurlan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese kandidaat-lidstaten staan. Deze controles zullen scha<strong>de</strong> toebrengen aangrensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> economische activiteiten en aan <strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n met nationalem<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> omliggen<strong>de</strong> staten die geen (kandidaat-)lid zijn van <strong>de</strong> eu.Om <strong>de</strong> politieke en economische relaties met <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en nationalem<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n goed te hou<strong>de</strong>n, zullen sommige Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n het Schengen-grensregime en met name <strong>de</strong> visumlijst zo laat mogelijk<strong>in</strong>voeren en <strong>de</strong> eerste gelegenheid aangrijpen om <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>len van het Schengenaqcuiste ‘verzachten’. Na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> eu en zeker na volledige toetred<strong>in</strong>gtot <strong>de</strong> Schengen-groep (wanneer <strong>de</strong> nieuwe lidstaten een stem en wellicht zelfsvetorecht <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad hebben) kunnen <strong>de</strong> buitengrenzen een belangrijke bron vanspann<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n. Bovendien kan <strong>de</strong> roep om ‘verzacht<strong>in</strong>g’ niet geheel buiten <strong>de</strong>or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n verklaard. Ook aan <strong>de</strong> huidige Oostenrijk-Hongaarse en Italiaans-Sloveense grenzen wor<strong>de</strong>n uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen voor lokaal grensoverschrij<strong>de</strong>ndverkeer mogelijk gemaakt, b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> implementatie van het Schengen-regime.Hoewel het niet publiekelijk wordt toegegeven, is een flexibeler <strong>in</strong>terpretatie vanhet Schengen-regime om grensrelaties ‘vrien<strong>de</strong>lijk’ te hou<strong>de</strong>n wel <strong>de</strong>gelijk mogelijk(zie An<strong>de</strong>rson en Bort 2001: 162; Bort 2000: 4).De overname van het Schengen-regime kan op onverwacht heftig politieken publiek verzet <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n stuiten. De ‘pretoetred<strong>in</strong>gsmaatregelen’<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van Schengen hebben <strong>in</strong> sommige kandidaat-lidstatenal voor onrust gezorgd. Men vreest een nieuw IJzeren Gordijn dat


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenondoordr<strong>in</strong>gbare grenzen trekt tussen diegenen b<strong>in</strong>nen het systeem en diegenendaarbuiten. De meeste Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n zijn bovendien nogvolop verwikkeld <strong>in</strong> een proces van (vernieuw<strong>de</strong>) staats- en natievorm<strong>in</strong>g en zijngevoelig voor zaken die aan <strong>de</strong> soevere<strong>in</strong>iteit van <strong>de</strong> staat raken, zoals grenzen bijuitstek doen. Het is onzeker wat het effect zal zijn van <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> eu ophun ‘territoriale i<strong>de</strong>ologieën’. An<strong>de</strong>rson (2000: 2) <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieert dit als “<strong>de</strong> perceptievan <strong>de</strong> betekenis en het belang van grenzen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> elite van beleidsmakers,<strong>de</strong> <strong>in</strong>woners van grensregio’s en <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> haar algemeenheid”. 7De komen<strong>de</strong> oostelijke uitbreid<strong>in</strong>g zal grote gevolgen hebben voor <strong>de</strong> geopolitiekeomgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu. De eu krijgt nieuwe buitengrenzen en nieuwe burenwaarmee die grenzen ge<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n. Als alle kandidaat-lidstaten zijn toegetre<strong>de</strong>n,zal <strong>de</strong> grens van <strong>de</strong> eu met Rusland langer wor<strong>de</strong>n en zal <strong>de</strong> eu nieuwegrenzen <strong>de</strong>len met Wit-Rusland, Oekraïne, Moldavië, Kroatië en Joegoslavië.Dit zal <strong>de</strong> veiligheidssituatie aan <strong>de</strong> Europese grenzen sterk veran<strong>de</strong>ren. De eukrijgt nieuwe buren die veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ontvankelijk voor <strong>de</strong> no<strong>de</strong>n en wensen van<strong>de</strong> eu zijn dan <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten zijn geweest. De nauwere ban<strong>de</strong>n en somsvrien<strong>de</strong>lijke relaties die <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n met sommige van<strong>de</strong>ze ‘nieuwe buren’ on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, kunnen een waar<strong>de</strong>volle bijdrage leveren aanhet gemeenschappelijke buitenlands beleid ten opzichte van dit toekomstigenabije buitenland (Grabbe 2002). Zo wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Polen <strong>de</strong> economische ban<strong>de</strong>nmet <strong>de</strong> Oekraïne niet alleen gewaar<strong>de</strong>erd <strong>in</strong> economische termen, maar ook <strong>in</strong>geopolitieke termen, aangezien <strong>de</strong> Poolse reger<strong>in</strong>g een stabiel Oekraïne als eenbelangrijke waarborg tegen Russische hegemonie ziet (Guiraudon 2002).Deze nieuwe grenzen zullen hoe dan ook tot gevolg hebben dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>terneveiligheid nog sterker dan voorheen samenhangt met <strong>de</strong> externe veiligheid.Het afstemmen van <strong>de</strong> agenda’s van jbz en gbvb neemt daardoor <strong>in</strong> belang toe.183Of <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> en nieuwe lidstaten <strong>in</strong>tensiever zullen samenwerken ten aanzien vanhet acquis voor <strong>de</strong> buitengrenzen, zal sterk afhangen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge solidariteiten het we<strong>de</strong>rzijdse vertrouwen. Verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g kan stuitenop een gebrek aan vertrouwen en op politiek verzet van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten (uitonvre<strong>de</strong> over een gebrek aan on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g bij het versterken van <strong>de</strong> implementatiecapaciteitof uit vrees voor bemoeizucht met <strong>de</strong> soevere<strong>in</strong>e taak van grenscontrole).De nieuwe lidstaten zullen bij een eventueel verzet tegen het versterkenvan <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> grenzen op sommige punten aansluit<strong>in</strong>g v<strong>in</strong><strong>de</strong>nbij <strong>de</strong> ‘Schengen-dissi<strong>de</strong>nten’ van het eerste uur (Groot-Brittannië en Ierland).An<strong>de</strong>rzijds hebben <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste steun te verwachten van lan<strong>de</strong>n diejuist aan <strong>de</strong> basis van <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g ston<strong>de</strong>n, zoals Duitsland. Ne<strong>de</strong>rland zalals belangrijk land van bestemm<strong>in</strong>g en doorvoer van (illegale) migratie en crim<strong>in</strong>eleactiviteiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel pleiten voor verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>controle aan <strong>de</strong> buitengrenzen en verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie6.3.2 asiel- en immigratiebeleidIn het asielbeleid spelen velerlei problemen. In <strong>de</strong> eerste plaats zijn <strong>de</strong> implementatieproblemen<strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n groot. Dit laat zichsterker voelen naarmate ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n het aantal asielverzoeken stijgt.Het grootste probleem is echter dat er op eu-niveau <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls een raamwerkvoor asielzaken is opgebouwd dat vanwege uiteenlopen<strong>de</strong> nationale belangen engevoelighe<strong>de</strong>n slechts een m<strong>in</strong>imaal en groten<strong>de</strong>els <strong>in</strong>effectief gemeenschappelijkbeleid voortbrengt.184Hoewel <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste kandidaat-lidstaten <strong>de</strong> vereiste asielwetgev<strong>in</strong>g op hetmoment van <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g zal zijn aangenomen, zijn er problemen te verwachtenop het gebied van <strong>de</strong> organisatie en <strong>in</strong>stituties van het asielbeleid. Het betreft hiermet name het gebrek aan afbaken<strong>in</strong>g van bevoegdhe<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>asielautoriteiten, opvang, grensbewak<strong>in</strong>g en politie en het gebrek aan personeel.Dit leidt nu al tot grote achterstan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>g van asielaanvragen(Monar 2001b). Volgens Monar vragen <strong>de</strong>ze zaken om een aanzienlijke f<strong>in</strong>anciële<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g, die <strong>de</strong> meeste kandidaat-lidstaten zich vooralsnog niet kunnenveroorloven. De implementatieproblemen geven re<strong>de</strong>n tot nog grotere bezorgdheid.8 Hoewel <strong>de</strong> aantallen asielverzoeken tot op he<strong>de</strong>n nog relatief beschei<strong>de</strong>nzijn geweest, stijgen <strong>de</strong> aantallen en wordt verwacht dat <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gtot <strong>de</strong> eu ver<strong>de</strong>r zal doorzetten. In sommige Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n is dit al gebeurd. Hongarije zag <strong>de</strong> asielaanvragen vanaf 1998 explosieftoenemen van een jaarlijks gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van circa duizend personen geduren<strong>de</strong><strong>de</strong> jaren negentig tot 7.097 aanvragen <strong>in</strong> 1998 en 11.499 aanvragen <strong>in</strong> 1999(unhcr 2001: 91). Dit heeft geleid tot een enorme achterstand <strong>in</strong> <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> aanvragen, overbelast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ambtelijke asielautoriteiten en <strong>in</strong>a<strong>de</strong>quatejuridische procedures. Deze toenames zullen twee effecten hebben. In <strong>de</strong> eersteplaats zullen <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n gaan <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong> Europeserace to the bottom om het m<strong>in</strong>st aantrekkelijke land voor asielzoekers tewor<strong>de</strong>n en zal er een on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge lastenverschuiv<strong>in</strong>g 9 tussen hen ontstaan. In <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> plaats zal ook <strong>de</strong> (politieke) roep om lasten<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g op het Europese niveausterker wor<strong>de</strong>n. Hier kunnen wellicht nieuwe coalities van staten ontstaan,bijvoorbeeld tussen Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n en lan<strong>de</strong>n als Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n Duitsland, die <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> asielzakenwillen bevor<strong>de</strong>ren.Het Europese asielregime zoals het zich <strong>de</strong> afgelopen jaren heeft ontwikkeld is opzijn best een onvoltooid bouwwerk. Nationale gevoelighe<strong>de</strong>n en verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong>probleemperceptie en <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie (<strong>de</strong> ‘asielproblemen’ van het noor<strong>de</strong>n versus <strong>de</strong>‘illegalenproblemen’ van het zui<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eu) ston<strong>de</strong>n het formuleren van eengemeenschappelijk asielbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg. De nieuwe lidstaten zullen hieraan huneigen nationale gevoelighe<strong>de</strong>n toevoegen.De preoccupatie met en <strong>de</strong> retoriek over veiligheid <strong>in</strong> relatie tot asiel en (illegale)immigratie van <strong>de</strong> huidige eu-lidstaten zijn ook van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> prioriteiten


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakendie <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n zichzelf hebben gesteld. Me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r druk van <strong>de</strong> eu-15staan grensbewak<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> strijd tegen illegale immigratie bovenaan <strong>de</strong> agenda,terwijl <strong>de</strong> humanitaire kant van asiel, <strong>in</strong>clusief belangrijke normen als het <strong>in</strong> <strong>de</strong>Conventie van Genève vastgeleg<strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipe van <strong>de</strong> non-refoulement, dui<strong>de</strong>lijk op<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats komt.Sommige van <strong>de</strong> centrale overeenkomsten van het Europese asielregime functionerenop zijn best (ver) bene<strong>de</strong>n hoop en verwacht<strong>in</strong>g. Dit geldt bijvoorbeeldvoor <strong>de</strong> Conventie van Dubl<strong>in</strong>, die regelt dat <strong>de</strong> eerste (eu-)staat van ‘b<strong>in</strong>nenkomst’verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>g van een asielverzoek. De Dubl<strong>in</strong>claimstussen lidstaten zijn veel lager dan verwacht, aangezien <strong>de</strong> ontvangen<strong>de</strong>lidstaten fysiek bewijs van <strong>de</strong> reis over het eigen grondgebied willen zien alvorenszij een claim accepteren. Dit bewijs is meestal niet aanwezig doordat veelasielzoekers hun reisdocumenten vernietigen. 10 Het functioneren van <strong>de</strong>Conventie van Dubl<strong>in</strong> zal nog ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n bemoeilijkt door het gebrek aanopspor<strong>in</strong>gs- en communicatieapparatuur die <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n tot hun beschikk<strong>in</strong>g hebben. Een eventuele versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> effectiviteitvan <strong>de</strong> Dubl<strong>in</strong>-overeenkomst zou bovendien resulteren <strong>in</strong> een fl<strong>in</strong>ke verzwar<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> lasten van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten, aangezien zij <strong>de</strong> oostelijke buitengrens van<strong>de</strong> eu vormen. 11 Deze uitgestrekte grens is nu al een van <strong>de</strong> belangrijkste routesvoor asielzoekers en illegale immigranten naar <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eu. Een verbeter<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> effectiviteit van Dubl<strong>in</strong> en an<strong>de</strong>re normen die <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> facto <strong>in</strong> <strong>de</strong> positie van een bufferzone voor <strong>de</strong> eu-15 plaatsen,zal <strong>de</strong> roep om lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kant van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten versterken.185De legale immigratie omvat het eu-<strong>in</strong>terne vrije verkeer van personen enerzijdsen <strong>de</strong> legale immigratie van personen uit <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> eu an<strong>de</strong>rzijds.De kwestie van het vrije verkeer van personen b<strong>in</strong>nen een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>wordt sterk beïnvloed door <strong>de</strong> politieke visies van <strong>de</strong> eu-15. In sommige lidstatenleeft <strong>de</strong> angst voor grote stromen goedkope arbeidskrachten uit het oosten bijomvangrijke werkloosheid. Een aantal lidstaten heeft daarom overgangsperio<strong>de</strong>sbedongen voor het vrije verkeer van personen met naburige Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n. 12 Duitsland en Oostenrijk hebben bijvoorbeeld overgangsperio<strong>de</strong>svan twee tot zeven jaar afgesloten met Hongarije. An<strong>de</strong>re lidstaten,zoals Ne<strong>de</strong>rland en Zwe<strong>de</strong>n, hebben hierop gereageerd met <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>g datzij <strong>de</strong> Hongaarse burgers meteen na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g zullen accepteren (Den Boer2001). Hiermee is <strong>de</strong> facto een toetred<strong>in</strong>g met verschillen<strong>de</strong> snelhe<strong>de</strong>n ontstaandie een tijdlang zal voortduren.De immigratiewetgev<strong>in</strong>g en het immigratiebeleid van <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n ten aanzien van <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n zijn ook van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong><strong>Unie</strong>. Daarbij gaat het zowel om asielbeleid en beleid ter bestrijd<strong>in</strong>g van illegaleimmigratie als om het reguliere immigratiebeleid. Sommige van <strong>de</strong> nieuwe lidstatenkunnen vanwege ruimhartige asiel- en immigratiewetgev<strong>in</strong>g eenvoudige‘<strong>in</strong>gangen’ tot <strong>de</strong> eu blijken te zijn. Dit kan lei<strong>de</strong>n tot een getrapte immigratiestrategie,waarbij het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke reisdoel een eu-lidstaat met veel strengere


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniewetgev<strong>in</strong>g is. Immigranten zou<strong>de</strong>n op die manier een voet aan <strong>de</strong> grond krijgen<strong>in</strong> <strong>de</strong> eu en ‘doormigreren’ als hun juridische situatie dat toestaat. Ook <strong>de</strong> nationaliteitswetgev<strong>in</strong>g<strong>in</strong> sommige lidstaten kan uitnodigen tot een getrapte toegangtot <strong>de</strong> eu. Hongarije heeft bijvoorbeeld een ruimhartige nationaliteitswet vooretnische Hongaren uit het buitenland, die op eenvoudige wijze <strong>de</strong> Hongaarsenationaliteit kunnen verwerven. Hoewel dit een potentiële toegangsweg tot <strong>de</strong>eu is, gaat het waarschijnlijk niet om grote aantallen personen. Bovendien zijner opvallen<strong>de</strong> overeenkomsten met mazen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huidige eulidstaten.Voorbeel<strong>de</strong>n daarvan zijn <strong>de</strong> (nog steeds) zeer ruimhartige Duitsenationaliteitswetgev<strong>in</strong>g voor etnische Duitsers uit het buitenland, voorkeursbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genvoor on<strong>de</strong>rdanen van voormalige koloniën, en <strong>de</strong> mogelijkheidom <strong>in</strong> twee fasen toegang tot <strong>de</strong> eu te krijgen door illegaal verblijf en een regularisatie<strong>in</strong> lidstaten als Spanje en Italië.186Hoe men tegen <strong>de</strong> oost-westmigratie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong> migratie uit <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n zal aankijken en of <strong>de</strong>ze (op termijn) gestimuleerd dan wel ontmoedigdzal wor<strong>de</strong>n, is afhankelijk van <strong>de</strong> werkloosheidscijfers, maar ook van <strong>de</strong> snelhei<strong>de</strong>n het effect van <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> eu-15. De dom<strong>in</strong>antelogica van nul-immigratie die s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren zeventig door <strong>de</strong> eu (-lidstaten)werd verkondigd, is <strong>de</strong> laatste jaren een punt van discussie. Wellicht komt erruimte – en misschien zelfs een noodzaak als gevolg van <strong>de</strong>mografische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genen tekorten op <strong>de</strong> arbeidsmarkt – om <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst een actiever immigratiebeleidte gaan voeren. Deels zal het dan gaan om immigratie uit <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- enOost-Europese lidstaten en <strong>de</strong>els kan het voor sommige lidstaten gaan om immigrantenvan buiten <strong>de</strong> eu. Wat het asielbeleid betreft, zal <strong>de</strong> discussie voorlopiggedom<strong>in</strong>eerd blijven door het schisma tussen <strong>de</strong> immigratiebeperken<strong>de</strong> maatregelenenerzijds en het bre<strong>de</strong>re gemeenschappelijke asielbeleid met een gemeenschappelijkeprocedure an<strong>de</strong>rzijds. In een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zal het opzetten vaneen gemeenschappelijk beleid, waarvan Ne<strong>de</strong>rland al bijna een <strong>de</strong>cennium langeen pleitbezorger is, er niet eenvoudiger op wor<strong>de</strong>n. Er zijn verschillen van<strong>in</strong>zicht over <strong>de</strong> m<strong>in</strong>imumnormen voor opvang en rechten. Er zijn verschillen <strong>in</strong><strong>de</strong> dagelijkse problematiek tussen bijvoorbeeld <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke en noor<strong>de</strong>lijkelidstaten. Deze divergeren<strong>de</strong> standpunten wor<strong>de</strong>n straks nog aangevuld met <strong>de</strong>afwijken<strong>de</strong> <strong>in</strong>zichten en problemen van <strong>de</strong> nieuwe toetre<strong>de</strong>rs.6.3.3 politiesamenwerk<strong>in</strong>gEen van <strong>de</strong> belangrijkste drijfveren voor <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>g op hetgebied van politie en justitie is <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> transnationalemisdaad. Crim<strong>in</strong>ele netwerken die over <strong>de</strong> ongecontroleer<strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen van<strong>de</strong> eu opereren, kunnen nauwelijks door nationale autoriteiten wor<strong>de</strong>n bestre<strong>de</strong>nen vereisen een Europese aanpak. Dit is <strong>de</strong> ratio achter <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g ophet gebied van politie en justitie en <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van organisaties als Europol enEurojust. Hoewel <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g van transnationale misdaad reëel is, wijzen velecommentatoren op een politiek element dat aan <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g wordt toegevoegd.


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenDe strijd tegen <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale georganiseer<strong>de</strong> misdaad lijkt ook als een surrogaatvoor <strong>de</strong> verdwenen vijand uit <strong>de</strong> Kou<strong>de</strong> Oorlog te fungeren. De crim<strong>in</strong>elesoft security threats vullen het vacuüm van <strong>de</strong> wereld na <strong>de</strong> Kou<strong>de</strong> Oorlog envermengen <strong>de</strong> voorheen strikt geschei<strong>de</strong>n werel<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>terne en externeveiligheid (An<strong>de</strong>rson en Bort 2001; An<strong>de</strong>rson 2000; Bigo 2000). 13 De belangrijkstevormen van transnationale georganiseer<strong>de</strong> misdaad, zoals mensensmokkel en-han<strong>de</strong>l (met name vrouwen voor prostitutie), drugssmokkel en f<strong>in</strong>anciële crim<strong>in</strong>aliteit,stellen <strong>de</strong> nationale en Europese autoriteiten voor grote problemen (DenBoer 2001; Politie 2001).De ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>tegratie en samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake politie en justitie zal naar allewaarschijnlijkheid een topprioriteit <strong>in</strong> Europa blijven. De opdracht ‘<strong>de</strong> Europeseburgers een veiliger Europa te garan<strong>de</strong>ren’ was al een prom<strong>in</strong>ent en politiekgevoelig thema, maar heeft s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> aanslagen van 11 september 2001 alleenmaar meer gewicht gekregen. De strijd tegen het terrorisme zal wor<strong>de</strong>n geïntensiveer<strong>de</strong>n daarmee zal ook <strong>de</strong> druk toenemen om <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len en bevoegdhe<strong>de</strong>nvan organisaties als Europol en wellicht ook Eurojust uit te brei<strong>de</strong>n.Belangrijke aandachtspunten <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren zijn: verhoog<strong>de</strong> budgetten,betere uitrust<strong>in</strong>gen en apparatuur, mo<strong>de</strong>rne computersystemen, verbeter<strong>de</strong><strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g en pog<strong>in</strong>gen om <strong>de</strong> communicatie en <strong>in</strong>formatieoverdrachttussen nationale veiligheidsdiensten te verbeteren. De politieorganisatiezal bovendien steeds meer wor<strong>de</strong>n opgesplitst <strong>in</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> subdivisies diedrugs, illegale immigratie, georganiseer<strong>de</strong> misdaad en terrorisme – <strong>de</strong> viernieuwe ruiters van <strong>de</strong> Apocalyps – bestrij<strong>de</strong>n (Bigo 2000).187De aanpak van <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> misdaad stelt <strong>de</strong> nieuwe lidstaten voor tweeclusters van uitdag<strong>in</strong>gen. Ten eerste hebben zij ‘nationale’ problemen bij huneigen strijd tegen <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> misdaad. De bureaucratische en justitiëleorganisaties moeten wor<strong>de</strong>n versterkt. Corruptie en frau<strong>de</strong> lijken wijdverspreid<strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke sector, <strong>in</strong>clusief politie en justitie. Op een meer praktisch niveauspeelt het probleem van verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> apparatuur en gebrek aan faciliteiten.Dit is met name problematisch aangezien <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>ele netwerken die <strong>de</strong> overheidmoet bestrij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beschikk<strong>in</strong>g hebben over <strong>de</strong> nieuwste apparatuur, die is gef<strong>in</strong>ancierduit illegale w<strong>in</strong>sten (Den Boer 2001: 13-19). Deze achterstand stelt nietalleen <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n voor grote problemen, maarverhoogt tevens het gevoel van onveiligheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu-15. Dit zal ook lei<strong>de</strong>n totzware politieke druk op <strong>de</strong> nieuwe lidstaten om snel resultaten te boeken.De nieuwe lidstaten zullen op hun beurt eisen dat ze f<strong>in</strong>anciële en technischehulp krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong> transnationale crim<strong>in</strong>aliteit. Als (steekhou<strong>de</strong>nd)argument voeren zij aan dat een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> hun lan<strong>de</strong>n‘transit-crim<strong>in</strong>aliteit’ is die uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk is gericht op <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>eu-15. Bij dit probleem staat zowel <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> Europese aanpak van <strong>de</strong><strong>in</strong>ternationale crim<strong>in</strong>aliteit op het spel als het we<strong>de</strong>rzijdse vertrouwen tussen <strong>de</strong>lidstaten dat daaraan ten grondslag moet liggen.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie188Een twee<strong>de</strong> cluster van problemen is <strong>de</strong> zware druk die <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> eu enan<strong>de</strong>re <strong>in</strong>ternationale netwerken op <strong>de</strong> nationale organisaties van politie en justitielegt. In <strong>de</strong> eerste plaats is het (<strong>de</strong>els overlappen<strong>de</strong>) systeem van <strong>in</strong>ternationaleorganisaties als Europol, Interpol, Eurojust, <strong>de</strong> Cross Channel Intelligence Conferenceen <strong>de</strong> vele bilaterale overeenkomsten en samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n, zeercomplex en kapitaal- en arbeids<strong>in</strong>tensief. Een twee<strong>de</strong> probleem is <strong>de</strong> snelle groeivan het jbz-acquis <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen en komen<strong>de</strong> jaren. In <strong>de</strong> eerste helft van 2001nam <strong>de</strong> jbz-Raad bijvoorbeeld 47 besliss<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van Titel vi van heteu-Verdrag, hetgeen het jbz-acquis een snel bewegend doelwit maakt voor <strong>de</strong>nieuwe lidstaten. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats hebben alle <strong>in</strong>stitutionele vormen van <strong>in</strong>ternationalepolitiesamenwerk<strong>in</strong>g een <strong>in</strong>formele component die van groot belang isvoor het we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen tussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers en een effectieve samenwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk (An<strong>de</strong>rson 2000 en Bigo 2000). Deze <strong>in</strong>formele netwerkenwor<strong>de</strong>n meestal geleid door vertegenwoordigers van lan<strong>de</strong>n met een sterketraditie van <strong>in</strong>ternationale politiesamenwerk<strong>in</strong>g, hetgeen <strong>de</strong>ze functies m<strong>in</strong><strong>de</strong>rtoegankelijk maakt voor politieofficieren uit <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europeselan<strong>de</strong>n. Daarnaast is er een snel groeiend netwerk van bilaterale en Europese‘liaison-officieren’ (geplaatst bij Europol) dat nu al een zware wissel trekt op <strong>de</strong>personele capaciteit van kle<strong>in</strong>ere lidstaten als Luxemburg. Voor een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>nieuwe lidstaten valt eenzelf<strong>de</strong> probleem te verwachten. Zij zullen waarschijnlijklange tijd onvolledig en onvolwaardig <strong>de</strong>el (kunnen) nemen aan <strong>de</strong>rgelijkenetwerken, terwijl veel van <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> crim<strong>in</strong>ele netwerken zich juist ophun grondgebied hebben genesteld.Afgezien van het probleem van <strong>de</strong> participatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> vele netwerken en met name<strong>in</strong> Europol speelt <strong>de</strong> vraag naar het functioneren van <strong>de</strong>ze organisatie zelf.Ook zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g staat het functioneren van Europol op <strong>de</strong> eu-agendaen gaan er stemmen op om <strong>de</strong> organisatie meer bevoegdhe<strong>de</strong>n te geven.De huidige eu is ver<strong>de</strong>eld over <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n die Europol moet hebben en <strong>de</strong>controle die daaraan gekoppeld zou moeten wor<strong>de</strong>n. De uitbreid<strong>in</strong>g zal het aantalmen<strong>in</strong>gen daarover alleen maar doen toenemen. Aan <strong>de</strong> kant van <strong>de</strong> toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n zijn het naast capaciteitsproblemen vooral politieke problemen die aaneen eventueel verzet tegen <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van bevoegdhe<strong>de</strong>n van Europol tengrondslag kunnen liggen. Gezien <strong>de</strong> recente geschie<strong>de</strong>nis liggen politiedienstenmet te grote bevoegdhe<strong>de</strong>n nu eenmaal zeer gevoelig <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n.


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zaken6.4 vormen van governance voor een meer slagvaardigejbz-samenwerk<strong>in</strong>g6.4.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gDe uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu naar meer dan 25 lidstaten is <strong>in</strong> het licht van het behou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g van het han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> geen eenvoudigeopgave. Men is het erover eens dat problemen als illegale immigratie, georganiseer<strong>de</strong>misdaad en terrorisme <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe effectiever kunnen wor<strong>de</strong>n aangepaktvia samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu. Maar het bereiken van overeenstemm<strong>in</strong>g over<strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g zal na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g nog lastiger wor<strong>de</strong>n als gevolg van <strong>de</strong>toegenomen diversiteit aan men<strong>in</strong>gen, belangen en bestuurlijke vermogens.Op jbz-terre<strong>in</strong> is <strong>de</strong> slagvaardigheid met name een punt van zorg, aangezien hetom politiek gevoelige kwesties gaat en omdat <strong>de</strong> diversiteit <strong>in</strong> tradities, opvatt<strong>in</strong>genen capaciteiten groot is. De jbz-samenwerk<strong>in</strong>g is tot op he<strong>de</strong>n stapje voorstapje van <strong>de</strong> grond gekomen, heeft nu eens een schoksgewijze vooruitgang tezien gegeven (meestal on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van crises) en staat dan weer nagenoeg stilals gevolg van bijna onoverbrugbare patstell<strong>in</strong>gen.De jbz-<strong>in</strong>tegratie kent een zekere padafhankelijkheid. In <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van hetbeleidsterre<strong>in</strong> op het niveau van <strong>de</strong> eu zijn <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> keuzengemaakt en bepaal<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>geslagen. De samenwerk<strong>in</strong>g heeft zich <strong>in</strong> eenzekere ‘<strong>in</strong>stitutionele richt<strong>in</strong>g’ ontwikkeld. De zoektocht naar <strong>in</strong>stitutioneleoploss<strong>in</strong>gen en strategieën om <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> eu te behou<strong>de</strong>n enversterken, dient reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> padafhankelijkheid op het jbzterre<strong>in</strong>.Kunnen het huidige ‘pad’ en <strong>de</strong> ‘beleidsmix’ effectief wor<strong>de</strong>n toegepastten behoeve van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>? Moeten zij wor<strong>de</strong>nversterkt of maakt <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g het noodzakelijk om an<strong>de</strong>re strategieën toe tepassen om <strong>de</strong> slagvaardigheid en legitimiteit te behou<strong>de</strong>n en te vergroten?1896.4.2 <strong>de</strong> beperkte implementatiecapaciteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>n- en oosteuropeselan<strong>de</strong>nOp nagenoeg alle beleidsterre<strong>in</strong>en van Justitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken geldt dater sprake is van een omvangrijk implementatietekort <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuw toetre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n. De Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n hebben een groot tekort aanpersoneel, opleid<strong>in</strong>g en uitrust<strong>in</strong>g. Dit gebrek aan expertise en uitvoeren<strong>de</strong>capaciteit zal het effectief functioneren van nationale overheidsdiensten en eulichamenh<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Het probleem van <strong>de</strong> uitvoeren<strong>de</strong> capaciteit wordt nog verergerddoor <strong>de</strong> frau<strong>de</strong> en corruptie <strong>in</strong> belangrijke <strong>de</strong>len van het overheidsapparaat.Dit geldt met name voor uitvoeren<strong>de</strong> diensten als grensbewak<strong>in</strong>g, politie, justitieen <strong>de</strong> autoriteiten die met asiel en immigratie zijn belast.Deze problemen staan strikt genomen niet centraal <strong>in</strong> dit rapport en zijn voor eengroot <strong>de</strong>el al besproken <strong>in</strong> het wrr-rapport Naar een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, dat over<strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gs-, implementatie- en handhav<strong>in</strong>gsproblematiek gaat. Toch is <strong>de</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie190implementatieproblematiek om twee re<strong>de</strong>nen ook <strong>in</strong> dit hoofdstuk meegenomen.In <strong>de</strong> eerste plaats omdat mogelijk nieuw beleid nodig is om <strong>de</strong> problemenbij <strong>de</strong> implementatie van het bestaan<strong>de</strong> acquis te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaatszijn <strong>de</strong> implementatietekorten van grote <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>in</strong> <strong>de</strong>toekomst tot verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g te komen. Op een aantalcruciale jbz-terre<strong>in</strong>en is het effectief functioneren van uitvoeren<strong>de</strong> diensten doorslaggevendom tot vooruitgang te komen. Dit geldt bij uitstek voor die terre<strong>in</strong>endie zwaar leunen op het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vertrouwen tussen <strong>de</strong> lidstaten, zoals justitiëlesamenwerk<strong>in</strong>g en politiesamenwerk<strong>in</strong>g. Het functioneren van <strong>de</strong> diensten dieverantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> beveilig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzen (en <strong>de</strong> perceptiedaarvan door an<strong>de</strong>re lidstaten) is ook van groot belang voor <strong>de</strong> toekomstigeontwikkel<strong>in</strong>g van het grensregime. Een falen <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het grens-acquiskan <strong>in</strong> het geval van Schengen lei<strong>de</strong>n tot een zeer langdurige overgangsfase waar<strong>in</strong><strong>de</strong> eu feitelijk twee ‘buitengrenzen’ heeft. Naarmate <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> langer duurt,beperkt dit <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> lidstaten om tot verdiep<strong>in</strong>g van het grensacquiste komen, hetgeen impasses <strong>in</strong> <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g en (mogelijke) pog<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>ze te doorbreken door mid<strong>de</strong>l van kopgroepvorm<strong>in</strong>g tot gevolg kan hebben.Op <strong>de</strong>ze manier zijn implementatieproblemen en het vraagstuk van het effectieftoekomstig functioneren van een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> met elkaar verbon<strong>de</strong>n en lopenzij <strong>in</strong> elkaar over.Ook <strong>in</strong> termen van oploss<strong>in</strong>gen lopen toetred<strong>in</strong>gsvraagstukken en <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>gvan slagvaardig optre<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g <strong>in</strong> elkaar over. Een on<strong>de</strong>rliggendprobleem is <strong>in</strong> veel gevallen het structurele en naar verwacht<strong>in</strong>g nog langdurigegebrek aan capaciteit en mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n.F<strong>in</strong>anciële hulp en kennisoverdracht zijn onvermij<strong>de</strong>lijk, net als meer praktischesolidariteit en samenwerk<strong>in</strong>g. Daarbij gaat het om tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en expertisebevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan uitvoerend personeel, bilaterale en multilaterale hulpprogramma’sgericht op <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g en uitwissel<strong>in</strong>g van werkmetho<strong>de</strong>n enbest practices, en om processen van monitor<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> vooruitgang te meten enop waar<strong>de</strong> te schatten. In ie<strong>de</strong>r geval acht <strong>de</strong> wrr het van belang dat <strong>de</strong> pharehulpprogramma’svoor jbz na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g blijven doorlopen en waar nodig vanmeer mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n voorzien. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> speciale programma’svoor jbz-samenwerk<strong>in</strong>g zoals Grotius, Ois<strong>in</strong> en Falcone.6.4.3 bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzenHet doel van <strong>de</strong> Schengen-samenwerk<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> gezamenlijke buitengrenzeneffectief te beheren, zodat <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen kunnen wor<strong>de</strong>n afgeschaft tenbehoeve van het vrije verkeer van personen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu. Dit betekent dat alle lidstatenafhankelijk zijn van <strong>de</strong> effectieve bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzen.Dit geldt <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> voornaamste bestemm<strong>in</strong>gslan<strong>de</strong>n voor (illegale)immigratie en asiel, waar Ne<strong>de</strong>rland toe behoort. Aangezien het gezamenlijkegrensbeheer logischerwijs voortvloeit uit <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van een <strong>in</strong>terne marktmet vrije b<strong>in</strong>nengrenzen, is er eigenlijk geen alternatief voor <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>gbij <strong>de</strong> grensbewak<strong>in</strong>g (behalve dan buiten <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g blijven,


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenmaar dit is geen optie voor <strong>de</strong> nieuwe lidstaten). Renationalisatie is nauwelijkseen reële optie. De ontheff<strong>in</strong>g waarvan Frankrijk gebruikmaakt om zijn noor<strong>de</strong>lijkegrenzen te controleren, kan dan ook alleen als een politiek gebaar naarNe<strong>de</strong>rland wor<strong>de</strong>n begrepen en niet als een ‘echte’ her<strong>in</strong>troductie van nationalegrensbewak<strong>in</strong>g. Hoewel er geen alternatief is voor <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>g ishet wel <strong>de</strong> vraag hoe hecht die samenwerk<strong>in</strong>g moet zijn. Grensbewak<strong>in</strong>g is traditioneeleen nationale taak en <strong>de</strong> gevoelighe<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong>rhalve groot, ook – ofmisschien wel juist – <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe lidstaten.De grootste problemen <strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong> eu zijn het implementatietekort en <strong>de</strong>kosten van het grensbeheer, die kunnen lei<strong>de</strong>n tot <strong>in</strong>effectief grensbeheer en eenlange perio<strong>de</strong> van dubbele grenzen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu. De bei<strong>de</strong> problemen hangen uiteraardon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g samen. Naarmate <strong>de</strong> bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrens door <strong>de</strong> nieuwelidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> huidige Schengen-lidstaten niet voldoen<strong>de</strong> is gewaarborgd,zullen <strong>de</strong>ze laatste weigeren <strong>de</strong> controle aan <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen op teheffen. Om <strong>de</strong> buitengrens van een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> effectief te laten functioneren,me<strong>de</strong> ook <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> strijd tegen illegale immigratie die <strong>de</strong> laatstetijd weer hoog op <strong>de</strong> Europese agenda prijkt, kan wor<strong>de</strong>n besloten <strong>de</strong> buitengrensmeer als een gezamenlijk project te zien dan nu het geval is. De betrokkenheidvan alle lidstaten bij <strong>de</strong> buitengrens wordt dan verhoogd door mid<strong>de</strong>l van eenhar<strong>de</strong> vorm van coörd<strong>in</strong>atie of door <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> grensbewak<strong>in</strong>g zelfs(ge<strong>de</strong>eltelijk) on<strong>de</strong>r te brengen bij een Europese grenswacht. De buitengrensmoet m<strong>in</strong>imaal tot een ‘gemeenschappelijk belang’ van alle lidstaten wor<strong>de</strong>nverklaard en maximaal (<strong>in</strong> het geval van een Europese grenswacht) tot een‘gemeenschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid’. De Commissie heeft onlangs voorstellengedaan die <strong>de</strong>ze mogelijkhe<strong>de</strong>n verkennen en die op <strong>de</strong> top van Sevilla(20 juni 2002) zijn besproken (Europese Commissie 2002f). De Commissie ziethet komen tot een gemeenschappelijk beleid voor het beheer van <strong>de</strong> grenzen alseen vijfstappenplan, dat uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk culm<strong>in</strong>eert <strong>in</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid van eengemeenschappelijk Europees Corps van Grensbewakers. De Commissie on<strong>de</strong>rscheidt<strong>in</strong> haar plan vijf ‘we<strong>de</strong>rzijds samenhangen<strong>de</strong>’ componenten voor eengemeenschappelijk beleid voor grensbeheer:a “een gemeenschappelijk geheel van wetgev<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strumenten;b een gemeenschappelijk mechanisme voor overleg en operationele samenwerk<strong>in</strong>g;c een gemeenschappelijke en geïntegreer<strong>de</strong> risicobeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g;d <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘Europese dimensie’ en <strong>in</strong>teroperationele voorzien<strong>in</strong>gen opgeleid personeel;e een ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lasten tussen <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> het vooruitzicht van eenEuropese grenswacht” (Europese Commissie 2002f: 13).191In het i<strong>de</strong>ale geval ziet <strong>de</strong> Commissie dus geen keuze tussen coörd<strong>in</strong>atie en eengemeenschappelijke grensbewak<strong>in</strong>g, maar veeleer een gelei<strong>de</strong>lijke overgang vanhet ene naar het an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>strument. Hoewel <strong>de</strong> Commissie <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantiedacht dat <strong>de</strong> plannen we<strong>in</strong>ig kans zou<strong>de</strong>n maken, leek zich een omslag voor tedoen ten gunste van meer samenwerk<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> gemeenschappelijke buiten-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniegrenzen. Echter, <strong>de</strong>ze discussie richtte zich hoofdzakelijk op het tegengaan vanillegale immigratie en leek zich bovendien we<strong>in</strong>ig rekenschap te geven van hetperspectief van <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g. Inmid<strong>de</strong>ls is op <strong>de</strong> top van Sevilla gebleken dat <strong>de</strong>lidstaten voorlopig geen overeenstemm<strong>in</strong>g over een gemeenschappelijke grenswachtkunnen bereiken.192In het geval van een vorm van gemeenschappelijke coörd<strong>in</strong>atie en samenwerk<strong>in</strong>gzou het systeem van <strong>de</strong> Schengen-<strong>in</strong>spectieteams uitgebreid en omgevormdkunnen wor<strong>de</strong>n tot een permanent evaluatiesysteem. De voor<strong>de</strong>len van een<strong>de</strong>rgelijke aanpak zijn <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g, het we<strong>de</strong>rzijds leren en het‘on<strong>de</strong>rhoud’ van het vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> effectieve bewak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buitengrenzen.Praktische kennis van <strong>de</strong> dagelijkse praktijk aan <strong>de</strong> grenzen is van essentieelbelang om onnodige en ongegron<strong>de</strong> scepsis over het functioneren van <strong>de</strong> grensstatente voorkomen. Een probleem met <strong>de</strong>ze aanpak is dat hij met name gevoeligis voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> buitengrenzen, aangezien het<strong>in</strong> essentie een controle op hun functioneren <strong>in</strong>houdt. Als <strong>de</strong> nieuwe Schengenlidstateneen <strong>de</strong>rgelijke vorm van coörd<strong>in</strong>atie ervaren als een permanent examendoor <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Schengen-lidstaten (waarvan een aantal geen buitengrenzen heeft),zal het politieke draagvlak zeer beperkt zijn. In het geval van een permanentevaluatie- en controlemechanisme zou het dan ook het beste zijn om alle, ofzoveel mogelijk lidstaten te laten <strong>de</strong>elnemen, <strong>in</strong>clusief die huidige lidstaten diezelf gevoelige grenzen hebben, zoals een aantal van <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke lidstaten.Dit zou <strong>de</strong> legitimiteit van een coörd<strong>in</strong>atiemechanisme aanzienlijk verhogen enhet risico dat <strong>de</strong> evaluatie een permanente controle van ou<strong>de</strong> op nieuwe lidstatenwordt, verkle<strong>in</strong>en.In het geval van een Europese grenswacht speelt het argument van <strong>de</strong> effectiviteitnog sterker. Door <strong>de</strong> grotere <strong>in</strong>spraak en <strong>in</strong>zet van alle lidstaten bij <strong>de</strong> buitengrenzenwordt <strong>de</strong> effectiviteit vergroot. De legitimiteit zou op het niveau van <strong>de</strong>eu ook groter wor<strong>de</strong>n aangezien een gezamenlijke grenswacht veel steviger oppr<strong>in</strong>cipes van (f<strong>in</strong>anciële) solidariteit wordt gegrondvest. De legitimiteit op hetnationale niveau ligt <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r. Een gemeenschappelijke grenswacht betekentdat mult<strong>in</strong>ationale teams van grenswachters (<strong>in</strong> aanvull<strong>in</strong>g op nationaleteams) <strong>de</strong> <strong>in</strong> essentie nationale grenzen van <strong>de</strong> grensstaten gaan bewaken.Voor veel staten ligt dit zeer gevoelig en <strong>de</strong> nieuwe lidstaten zijn daarop geenuitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Om <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> grenswacht op dit punt te versterken,is het dus van groot belang <strong>de</strong> gezamenlijke controle van <strong>de</strong> grenzen juist eencontrole van allen op allen te laten zijn.Hoewel er goe<strong>de</strong> argumenten zijn voor een verstevig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezamenlijkeaanpak van <strong>de</strong> buitengrenzen, is daarmee niet gezegd dat <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g ookdaadwerkelijk (snel) tot stand zal komen. In het verle<strong>de</strong>n zijn plannen voor eenEuropese grenswacht al meer<strong>de</strong>re malen geopperd en een zachte dood gestorven.In het najaar van 2001 leek zich echter voor het eerst een coalitie van will<strong>in</strong>g andable lidstaten af te tekenen. Hierbij waren <strong>de</strong> Benelux-lan<strong>de</strong>n, Oostenrijk,Duitsland, Italië en Spanje betrokken. Deze groep besprak een aantal opties voor


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakeneen gezamenlijke aanpak van <strong>de</strong> buitengrenzen (Grabbe 2001; Monar 2002).De politieke gevoeligheid van grenscontroles maakt het echter onwaarschijnlijkdat <strong>de</strong>rgelijke plannen met <strong>de</strong>elname van alle lidstaten van <strong>de</strong> grond komen.Het verschil van <strong>in</strong>zicht dat ten grondslag heeft gelegen aan <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>gvan Schengen buiten <strong>de</strong> eu, zal ook opspelen bij <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> een gemeenschappelijk grensbeheer. Groot-Brittannië, Ierland,Denemarken en naar alle waarschijnlijkheid ook nieuwe lidstaten als Polenzullen moeite hebben met een meer supranationaal grensbeleid. Als van meet afaan <strong>de</strong> nadruk wordt gelegd op <strong>de</strong> meeromvatten<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het plan van<strong>de</strong> Commissie, is het te verwachten dat een aantal lidstaten niet <strong>de</strong>el zal willennemen en <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op zijn best <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>er verband vorm zal krijgen.Het maakt uiteraard veel uit welke lan<strong>de</strong>n zich bij <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g willenaansluiten. Met name <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten die straks <strong>de</strong> oostelijkegrens van <strong>de</strong> eu vormen is cruciaal voor een <strong>de</strong>rgelijk plan. De effectiviteiten legitimiteit van een gezamenlijke aanpak van <strong>de</strong> buitengrenzen, die bovendiendient te culm<strong>in</strong>eren <strong>in</strong> een gezamenlijke grenswacht, zijn nihil als een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>belangrijkste grenslan<strong>de</strong>n daar<strong>in</strong> ontbreekt. Dit betekent dat <strong>de</strong> grenslan<strong>de</strong>n eensterke on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspositie hebben op dit beleidsterre<strong>in</strong> en dat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>restaten er dus belang bij hebben om zich solidair op te stellen om tot vooruitgangte komen. Als niet alle lidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g participeren, ligt hetvanuit het oogpunt van <strong>de</strong> (formele) legitimiteit voor <strong>de</strong> hand om <strong>de</strong> coalitie van<strong>de</strong> will<strong>in</strong>g and able vorm te geven op basis van <strong>de</strong> verdragsbepal<strong>in</strong>gen voor‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ die <strong>in</strong> Amsterdam zijn <strong>in</strong>gevoerd (en <strong>in</strong> Nice zijnversoepeld). Deze vorm biedt garanties aan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die niet wensen <strong>de</strong>el tenemen aan het samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief en geeft hen <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>de</strong>el tenemen aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>liberatie.193Als het onmogelijk blijkt om overeenstemm<strong>in</strong>g tussen alle lidstaten te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n,komt <strong>de</strong> mogelijkheid van gedifferentieer<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beeld. Dit is metname relevant als <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van het grensregime stuit op bezwaren van <strong>de</strong>nieuwe lidstaten. De nieuwe lidstaten zullen namelijk direct na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>gstemrecht krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> jbz-Raad ten aanzien van verdiep<strong>in</strong>g van het Schengenacquis,terwijl zij op dat moment nog <strong>in</strong> het ‘doorgangstraject’ naar volledigeSchengen-<strong>de</strong>elname zitten. De nieuwe lidstaten kunnen <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van hetSchengen-acquis dan blokkeren, bijvoorbeeld vanwege ontevre<strong>de</strong>nheid overan<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het bestaan<strong>de</strong> grensregime (te lange duur twee<strong>de</strong> fase,negatieve gevolgen van implementatie Schengen-acquis voor betrekk<strong>in</strong>gen met<strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en te we<strong>in</strong>ig (f<strong>in</strong>anciële) betrokkenheid van <strong>de</strong> eu-15 bij <strong>de</strong> buitengrenzen).Op die manier kan <strong>de</strong> jbz-Raad wor<strong>de</strong>n ‘gegijzeld’ en kan <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>gvan het Schengen-acquis stagneren. In dit ka<strong>de</strong>r wordt er reeds gespeculeerdover een mogelijk ‘Schengen-ii’. Hoewel zo’n <strong>in</strong>itiatief <strong>de</strong> will<strong>in</strong>g and able <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaadzou bevrij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verlammen<strong>de</strong> l<strong>in</strong>kage politics b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> jbz-Raad,kleven er grote legitimiteitsbezwaren aan een hernieuw<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g buiten<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eu om. Het <strong>in</strong>tergouvernementele ka<strong>de</strong>r mist vele waarborgendie het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> eu wel biedt ten aanzien van <strong>de</strong> transparantie, parlementairecontrole op Europees niveau en onafhankelijke gerechtelijke toets<strong>in</strong>g.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieEen <strong>in</strong>tergouvernementele aanpak dreigt daarnaast <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>eu uit te hollen en geeft een we<strong>in</strong>ig solidair signaal af aan <strong>de</strong> nieuwe lidstaten.Het is bovendien maar <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> coalitie van lidstaten die ver<strong>de</strong>r wil <strong>in</strong>tegreren,altijd samenvalt met <strong>de</strong> huidige groep van Schengen-lidstaten. Het is zeerwel mogelijk dat ten aanzien van bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven een of meer van <strong>de</strong> huidigeSchengen-lidstaten (bijvoorbeeld Denemarken) terughou<strong>de</strong>nd is, terwijl een ofmeer van <strong>de</strong> nieuwe lidstaten wel bereid en <strong>in</strong> staat is tot verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g.Voor een coalitie van will<strong>in</strong>g and able zijn er echter ook mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>zesamenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eu te doen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n (zie subpar. 6.2.3).De eerste mogelijkheid wordt gebo<strong>de</strong>n door het protocol bij het Verdrag vanAmsterdam waarmee het Schengen-acquis <strong>in</strong> <strong>de</strong> verdragen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> is geïntegreerd.Dit protocol biedt echter alleen mogelijkhe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> groep van Schengen-lidstaten(die na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g ook meteen <strong>de</strong> nieuwe lidstaten zal behelzen)om ver<strong>de</strong>r te <strong>in</strong>tegreren zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van Groot-Brittannië en Ierland.194De twee<strong>de</strong> mogelijkheid is verdiep<strong>in</strong>g op basis van <strong>de</strong> verdragsbepal<strong>in</strong>gen voor‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ die zijn <strong>in</strong>gevoerd bij het Verdrag van Amsterdam (enversoepeld bij het Verdrag van Nice). Deze bepal<strong>in</strong>gen hebben als voor<strong>de</strong>el dat zeniet zijn voorbehou<strong>de</strong>n aan een vastomlijn<strong>de</strong> groep van lan<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld <strong>de</strong>huidige Schengen-lidstaten of alle lidstaten m<strong>in</strong>us Groot-Brittannië en Ierland).Daarnaast bie<strong>de</strong>n zij garanties aan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die niet <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong> ‘nauweresamenwerk<strong>in</strong>g’. Juist vanwege het feit dat er steeds wisselen<strong>de</strong> coalities mogelijkzijn, is terughou<strong>de</strong>ndheid echter gebo<strong>de</strong>n, aangezien <strong>de</strong> begrijpelijkheid van <strong>de</strong>jbz-samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu te lij<strong>de</strong>n zou hebben van een veelvuldig gebruikvan <strong>de</strong>rgelijke differentiatie. Indien <strong>de</strong> bezwaren van lidstaten voortkomen uitonvermogen <strong>in</strong> plaats van uit onwil tot diepere <strong>in</strong>tegratie, zou<strong>de</strong>n bovendienoverbrugg<strong>in</strong>gsmechanismen moeten wor<strong>de</strong>n afgesproken, om een spoedigeaansluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze lidstaten bij <strong>de</strong> kopgroep te vergemakkelijken. Het kan ookzijn dat <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen voor ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ wor<strong>de</strong>n gebruikt tene<strong>in</strong><strong>de</strong>forse hulp<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen aan lan<strong>de</strong>n met een beperkte capaciteit en mid<strong>de</strong>len teomzeilen – geen ongerechtvaardig<strong>de</strong> vrees van <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten. Om dit tevoorkomen zou <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> igc een overbrugg<strong>in</strong>gsmechanisme moetenwor<strong>de</strong>n opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen voor ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ op hetgebied van jbz. Dit overbrugg<strong>in</strong>gsmechanisme moet voorzien <strong>in</strong> (f<strong>in</strong>anciële) hulpen steun aan <strong>de</strong> ‘achterblijvers’ met als doel hun aansluit<strong>in</strong>g te versnellen.6.4.4 asiel- en immigratiebeleidHet doel van een gemeenschappelijk asielbeleid is <strong>de</strong> <strong>in</strong>stroom van (onechte)asielzoekers te beperken, asielvragen van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> persoon <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong>lidstaten te voorkomen en een vorm van lasten<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> lidstaten tebereiken (door gemeenschappelijke asielstandaar<strong>de</strong>n, reallocatie van fondsen enver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van asielzoekers). De asielzoeker moet op een <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijke en m<strong>in</strong> ofmeer equivalente bescherm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> alle lidstaten van <strong>de</strong> eu kunnen rekenen.


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenTot op he<strong>de</strong>n heeft voornamelijk het restrictieve beleid <strong>de</strong> aandacht <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gvan het asielbeleid. Op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re punten is we<strong>in</strong>ig meer dan politiekesymboliek totstandgekomen. Een recent overzicht van <strong>de</strong> Europese Commissiemaakt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> jbz-Raad overeenstemm<strong>in</strong>g weet te bereiken over<strong>in</strong>stroombeperken<strong>de</strong> maatregelen, terwijl <strong>de</strong> voorstellen van <strong>de</strong> Commissie die<strong>de</strong> bouwstenen van een gezamenlijk asielbeleid vormen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel ‘un<strong>de</strong>rdiscussion’ of ‘un<strong>de</strong>r consi<strong>de</strong>ration’ zijn. 14 De politieke gevoeligheid van asielenimmigratiekwesties en <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van unilaterale actie staan <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van gemeenschappelijk beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg. De unilaterale optie,het eenzijdig verscherpen van het nationale asielbeleid als <strong>de</strong> aantallen asielverzoekenomhoog gaan, blijft een politiek aantrekkelijke koers, aangezien <strong>de</strong>aantallen vaak (tij<strong>de</strong>lijk) omlaag gaan na een <strong>de</strong>rgelijke beleidswijzig<strong>in</strong>g.Hoewel dit politiek aantrekkelijk lijkt, is het dat alleen op <strong>de</strong> korte termijn.Asielzoekers wijken vaak uit naar omliggen<strong>de</strong> (eu-)lan<strong>de</strong>n, die op hun beurtweer overgaan tot een verscherp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> asielwetgev<strong>in</strong>g. Na verloop van tijdstijgen <strong>de</strong> aantallen asielverzoeken <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel weer. Op <strong>de</strong> lange termijn beklijfthet effect dus niet. In plaats van te komen tot lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g schuiven <strong>de</strong> Europeselan<strong>de</strong>n elkaar <strong>de</strong> lasten toe.Gezien het stugge vasthou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>ze nationale beleidsvrijheid is een zeerfundamentele keuze gebo<strong>de</strong>n tussen doorgaan op <strong>de</strong> <strong>in</strong>geslagen weg van <strong>de</strong>Europese harmonisatie en renationalisatie van asielbeleid. Eigenlijk heeft eengemeenschappelijk asielbeleid alleen effect als <strong>de</strong> harmonisatie daadwerkelijk van<strong>de</strong> grond komt (pas dan stopt <strong>de</strong> race to the bottom en is er zicht op een reëlevooruitgang <strong>in</strong> het samenwerk<strong>in</strong>gsproces). Als dat perspectief er niet is, blijft hetasielbeleid <strong>de</strong> facto nationaal beleid en betreft <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g we<strong>in</strong>ig meer danw<strong>in</strong>dow dress<strong>in</strong>g. Hoewel een keuze voor renationalisatie voorstelbaar is en voorsommige lidstaten op sommige momenten effectief en legitiem kan zijn, wijst <strong>de</strong>logica op eu-niveau <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re richt<strong>in</strong>g. Ook <strong>de</strong> padafhankelijkheid van hetasielbeleid wijst op een – weliswaar traag en aarzelend – besef on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> lidstatendat <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g voor het Europese asielprobleem op eu-niveau gevon<strong>de</strong>n dientte wor<strong>de</strong>n. Het beleidsterre<strong>in</strong> heeft zich s<strong>in</strong>ds het op Europees niveau is geagen<strong>de</strong>erd,onmiskenbaar (maar wel voorwaar<strong>de</strong>lijk) <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> communautairemetho<strong>de</strong> bewogen. Samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van asiel kan effectiefzijn, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> dat alle lidstaten meedoen en gelijke normen stellen enhandhaven. Gelijkgeschakel<strong>de</strong> procedures bemoeilijken het zogeheten asylumshopp<strong>in</strong>g, dat wil zeggen het zoeken naar <strong>de</strong> meest gunstige nationale asielproceduredoor mensensmokkelorganisaties. Asielstromen komen ‘tot rust’, nationaleoverhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r periodiek verrast door stijgen<strong>de</strong> dan wel dalen<strong>de</strong>aantallen asielzoekers en <strong>de</strong> vluchtel<strong>in</strong>genbescherm<strong>in</strong>g daalt niet ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong>richt<strong>in</strong>g van onacceptabele niveaus. Aangezien het – zoals bij elk probleem vancollectieve actie – echter (tij<strong>de</strong>lijk) voor<strong>de</strong>len kan bie<strong>de</strong>n om buiten het systeemte blijven (free rid<strong>in</strong>g), is het moeilijk om collectieve actie te bereiken. Een manierom <strong>de</strong> race to the bottom <strong>in</strong> te tomen, kan wellicht gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> rol vanhet Europees Handvest van <strong>de</strong> Grondrechten. Indien dit handvest juridischb<strong>in</strong><strong>de</strong>nd wordt gemaakt, kan het Europese Hof van Justitie zich uitspreken over195


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniewijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale asielwetgev<strong>in</strong>g van lidstaten, on<strong>de</strong>r meer op basis van<strong>de</strong> artikelen over asiel <strong>in</strong> het handvest. De plaats en wellicht <strong>de</strong> constitutionelestatus van het handvest zijn daarmee van groot belang voor het asielbeleid.Hoewel overeenstemm<strong>in</strong>g moeilijk te verkrijgen is, is Europese harmonisatie ophet terre<strong>in</strong> van asiel <strong>de</strong> meest logische strategie. De consequentie daarvan is dat<strong>de</strong> <strong>in</strong>geslagen weg van m<strong>in</strong>imumharmonisatie moet wor<strong>de</strong>n geïntensiveerd.Lidstaten moeten afspraken maken over m<strong>in</strong>imumregels en -voorwaar<strong>de</strong>n voorhet toekennen en <strong>in</strong>trekken van <strong>de</strong> vluchtel<strong>in</strong>genstatus en <strong>de</strong> status voor tij<strong>de</strong>lijkebescherm<strong>in</strong>g. Er moeten regels komen met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenkomsten het verblijf. De juridische status en <strong>de</strong> daaraan verbon<strong>de</strong>n rechten moetwor<strong>de</strong>n geregeld. En tot slot dienen <strong>de</strong> lidstaten het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g eens te wor<strong>de</strong>nover <strong>de</strong> procedures en m<strong>in</strong>imumnormen voor <strong>de</strong> opvang van asielzoekers.Dit zijn op nationaal niveau vaak gevoelige zaken. De eu-uitbreid<strong>in</strong>g zal hetnog veel moeilijker maken om tot afspraken over normen te komen.Harmonisatie lijkt echter het enige effectieve <strong>in</strong>strument om <strong>de</strong> beleidsconcurrentietussen lidstaten <strong>in</strong> te tomen, waardoor lan<strong>de</strong>n niet meer on<strong>de</strong>r elkaarsasielnormen kunnen duiken met als doel <strong>de</strong> last naar elkaar door te schuiven.196De implementatie van m<strong>in</strong>imumstandaar<strong>de</strong>n is eveneens van cruciaal belang.Formele wet- en regelgev<strong>in</strong>g betekenen niets als <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk nietovereenkomt met <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes en normen die <strong>in</strong> die wetgev<strong>in</strong>g zijn vastgelegd.Dit is zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomstige als <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige lidstaten een probleem.Het voorbeeld van het gat tussen <strong>de</strong> ruimhartige Sloveense asielwetgev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>drie personen die <strong>in</strong> tien jaar tijd een vluchtel<strong>in</strong>genstatus toegekend kregen, kangemakkelijk wor<strong>de</strong>n aangevuld met het Italiaanse voorbeeld van <strong>de</strong> zeer genereuzeasielparagraaf <strong>in</strong> <strong>de</strong> grondwet die nooit is gebruikt vanwege het ontbrekenvan on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> asielwetgev<strong>in</strong>g. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r een m<strong>in</strong>imumharmonisatie<strong>in</strong> <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g zal een m<strong>in</strong>imumharmonisatie van wetgev<strong>in</strong>gwe<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> hebben. De beperkte rol van het Hof <strong>in</strong>zake asielkwesties maaktdit <strong>in</strong>stituut tot nog toe een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschikte toezichthou<strong>de</strong>r. Een Europeesagentschap dat toezicht houdt op <strong>de</strong>ze m<strong>in</strong>imumimplementatie is waarschijnlijkeen brug te ver op dit gevoelige terre<strong>in</strong>, maar wellicht dat een vorm van coörd<strong>in</strong>atiewel mogelijk is.Coörd<strong>in</strong>atiemechanismen kunnen bijdragen aan <strong>de</strong> standaardisatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gvan het asielbeleid door een forum te bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> uitwissel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>formatieen een arena waar<strong>in</strong> lidstaten elkaar kunnen confronteren met een al danniet publieke vorm van nam<strong>in</strong>g and sham<strong>in</strong>g. De groeien<strong>de</strong> frustratie bij sommigelidstaten en <strong>de</strong> Commissie over het gebrek aan vooruitgang <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gop het gebied van asiel en immigratie, heeft al tot stappen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g geleid.De Commissie g<strong>in</strong>g daar<strong>in</strong> zelfs zo ver dat ze <strong>in</strong> 2001 een “tij<strong>de</strong>lijke afwijk<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> gemeenschapsmetho<strong>de</strong> als <strong>de</strong> voornaamste metho<strong>de</strong> van <strong>in</strong>tegratie voor hetgemeenschappelijk immigratiebeleid” voorstel<strong>de</strong> <strong>in</strong> een document getiteld Overeen open metho<strong>de</strong> van coörd<strong>in</strong>atie voor het gemeenschappelijk immigratiebeleid(com (2001) 387). De Commissie bedoel<strong>de</strong> hiermee uiteraard wel dat dit een


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenaanvull<strong>in</strong>g moest zijn op <strong>de</strong> al voorgestel<strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g en hoofdzakelijk bedoeldwas om impasses te voorkomen. Bovendien is het bedoeld als een tij<strong>de</strong>lijke maatregel.Opmerkelijk was dat <strong>de</strong> Commissie later dat jaar nog een document publiceer<strong>de</strong>over het gebruik van <strong>de</strong> open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong> (ocm) <strong>in</strong> asielzaken.Hiermee nam <strong>de</strong> Commissie ge<strong>de</strong>eltelijk afstand van <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>op twee beleidsterre<strong>in</strong>en waar <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> juist prom<strong>in</strong>ent was. Hoewel <strong>de</strong>zestrategie wordt gezien als een manier om stagnatie te voorkomen, is het risicoaanwezig dat (vrijblijvend) gepraat ten koste zal gaan van <strong>de</strong> harmonisatie dienodig is.In <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ocm voor dit beleidsterre<strong>in</strong> tekent zich een verschil aftussen het immigratiebeleid en het asielbeleid. Het is zeer <strong>de</strong> vraag of open coörd<strong>in</strong>atiesoelaas zal bie<strong>de</strong>n ten aanzien van <strong>de</strong> asielproblematiek. De Commissieziet een ocm <strong>in</strong>zake het asielbeleid zelf <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval uitdrukkelijk als eenmetho<strong>de</strong> “to support legislative policy and accompany the convergence process”(Europese Commissie 2001b: 16). De ocm voor het asielbeleid is bedoeld om <strong>de</strong>overgang naar een daadwerkelijk gemeenschappelijk asielbeleid ‘soepel’ te latenverlopen. Omdat het ambitieniveau van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake asiel veel hogerligt dan <strong>in</strong> het geval van immigratie, zet <strong>de</strong> ocm <strong>in</strong>zake asiel ook hoger <strong>in</strong>.Het doel van het gemeenschappelijk asielbeleid is om uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk te komen toteen gemeenschappelijke asielprocedure en een gemeenschappelijke, uniformestatus voor asielgerechtig<strong>de</strong>n. Het streven van het gemeenschappelijk immigratiebeleidligt op het niveau van een ‘efficiënt management van migratiestromen’(Europese Commissie 2001b: 3). Het immigratiebeleid blijft voor <strong>de</strong> belangrijkste<strong>de</strong>len ‘nationaal beleid dat <strong>in</strong> een meer Europees ka<strong>de</strong>r’ tot stand moet komen.De behoefte aan economische migranten uit <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n verschilt bijvoorbeeldsterk tussen <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eu aangezien die afhankelijk is van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografischesituatie (met name <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g) en <strong>de</strong> nationale arbeidsmarktsituatie.Hier is het dus niet <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> werv<strong>in</strong>g van werknemers te europeaniseren(die blijft nationaal), maar om die werv<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r m<strong>in</strong> of meer gelijke conditiesvoor toelat<strong>in</strong>g en verblijf plaats te laten v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Hier is veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r harmonisatievoor nodig. Het gaat meer om het formuleren van gemeenschappelijkedoelen dan om beleidsconvergentie. Zo bezien lijkt <strong>de</strong> ocm <strong>in</strong>zake immigratieeigenlijk meer voor <strong>de</strong> hand te liggen dan die <strong>in</strong>zake asiel.197Het voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ocm <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> gevallen is het leereffect. Het na<strong>de</strong>el is <strong>de</strong>mogelijkheid dat het proces van <strong>de</strong> ocm wordt gebruikt om <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk te gevendat er iets gebeurt, terwijl het <strong>in</strong>tegratieproces eigenlijk stagneert of stilstaat.In bei<strong>de</strong> gevallen is het ook ondui<strong>de</strong>lijk of er ‘tan<strong>de</strong>n’ <strong>in</strong> het systeem zitten, en zoja, waar. De Commissie <strong>de</strong>elt zichzelf een rol toe <strong>in</strong> het maken van een summaryreport op basis van <strong>de</strong> rapportages van <strong>de</strong> lidstaten. Ver<strong>de</strong>r stelt <strong>de</strong> Commissievoor dat <strong>de</strong> rapportages ook wor<strong>de</strong>n besproken met een aantal eu-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,zoals het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité. Bovendiennodigt zij <strong>de</strong> lidstaten uit om een actief <strong>de</strong>bat op nationaal niveau te organiseren.Nergens is echter een element van beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, laat staan nam<strong>in</strong>g and sham<strong>in</strong>g,opgenomen. Het is moeilijk <strong>in</strong> te schatten of dit een effectief drukmid<strong>de</strong>l kan zijn


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieten aanzien van <strong>de</strong> lidstaten. De har<strong>de</strong> weg van harmonisatie en <strong>de</strong> druk dieontstaat als gevolg van het niet bereiken van resultaten op het gebied van asielkan waarschijnlijk meer druk op nationale staten genereren dan een proces vancoörd<strong>in</strong>atie waar<strong>in</strong> niemand een vuist kan maken. Met name voor het asielbeleidlijkt <strong>de</strong> strategie van <strong>de</strong> ocm dus we<strong>in</strong>ig voor<strong>de</strong>len te bie<strong>de</strong>n. Aangezien hetimmigratiebeleid daarentegen veel meer een nationale aangelegenheid blijft, ligteen on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een ocm hier meer voor <strong>de</strong> hand.198Er is ook nog <strong>de</strong> mogelijkheid dat een groep lidstaten besluit <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie op hetgebied van asiel of immigratie <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>ere groep te verdiepen. Als veto’s ofcoalities <strong>de</strong> vooruitgang blokkeren, kan er wellicht een coalitie van will<strong>in</strong>g andable lidstaten opstaan die <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>er verband een volgen<strong>de</strong> stap neemt. Met name<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die een grote en ook onvoorspelbare <strong>in</strong>stroom van vluchtel<strong>in</strong>genhebben, zijn wellicht bereid tot harmonisatie en nieuwe vormen van lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.Een <strong>de</strong>rgelijke groep zou waarschijnlijk een aantal Noordwest-Europeselan<strong>de</strong>n omvatten en mogelijk sommige nieuwe lidstaten die <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls hard opweg zijn bestemm<strong>in</strong>gsland te wor<strong>de</strong>n. Zoals eer<strong>de</strong>r is betoogd, kan een <strong>de</strong>rgelijk<strong>in</strong>itiatief een blokka<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen tussen alle eu-lan<strong>de</strong>n omzeilen.Toch zal <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> kopgroep naar verwacht<strong>in</strong>g moeizaamverlopen (vergelijk <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over en <strong>de</strong> implementatie van <strong>de</strong>Verdragen van Schengen). De vooruitgang wordt geh<strong>in</strong><strong>de</strong>rd door nationalegevoelighe<strong>de</strong>n over soevere<strong>in</strong>iteit of nationale politieke crises, zoals die <strong>in</strong>Duitsland waar <strong>de</strong> nieuwe vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genwet een speelbal <strong>in</strong> <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gsstrijdvan 2002 werd. Het grote na<strong>de</strong>el van een kopgroepsysteem is uiteraard dat het <strong>de</strong>buitenstaan<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> gelegenheid geeft unilateraal het niveau van <strong>de</strong> vluchtel<strong>in</strong>genbescherm<strong>in</strong>gte verlagen, zodat <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aantrekkelijk zijn voor asielzoekersdan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> ‘het blok’. Het pr<strong>in</strong>cipe van lasten naar elkaar afschuivenblijft ongewijzigd. Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het asielbeleid is daarmee bijnaeven sterk afhankelijk van wat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> lidstaten doen als van wat <strong>de</strong>buitenstaan<strong>de</strong>rs doen en daarmee we<strong>in</strong>ig aantrekkelijk als alternatief voorEuropabre<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g.Een zeer belangrijk punt bij <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake asiel en immigratie is dat <strong>de</strong>besluitvorm<strong>in</strong>gsprocedures nog niet volledig on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gemeenschapsmetho<strong>de</strong>vallen. Tot aan <strong>de</strong> overgang <strong>in</strong> 2004 wordt er gestemd bij unanimiteit en zijn <strong>de</strong>rollen van <strong>de</strong> Europese Commissie, het Europees Parlement en het Hof van Justitiebeperkt. In het Verdrag van Nice is vastgelegd dat <strong>in</strong> alle zaken over asielbeleidbij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid zal wor<strong>de</strong>n besloten, echter pas nadat ‘gemeenschappelijkeregels en basispr<strong>in</strong>cipes’ bij unanimiteit zijn aangenomen.Deze formuler<strong>in</strong>g, die <strong>de</strong> Duitse reger<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r druk van <strong>de</strong> Län<strong>de</strong>r heeft doorgedrukt,heeft <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>in</strong> asielzaken over te stappen op meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>gmisschien wel ver<strong>de</strong>r uit het zicht geplaatst dan al het gevalwas. Het lijkt echter waarschijnlijk dat het beleidsterre<strong>in</strong> asiel <strong>in</strong> een <strong>Unie</strong> vanmeer dan 25 lidstaten alleen kans van slagen heeft als <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g bijgekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid wordt <strong>in</strong>gevoerd. Het recente rapport van het


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenBelgische voorzitterschap stelt dat “ma<strong>in</strong>ta<strong>in</strong><strong>in</strong>g the unanimity rule is clearly aserious h<strong>in</strong>drance to progress” (Council of the European Union 2001: 5).Asiel- en vluchtel<strong>in</strong>genbeleid zijn eenvoudigweg te gevoelig voor veto’s om meerdan politieke retoriek te verwachten als <strong>de</strong> unanimiteitsregel <strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong><strong>Unie</strong> behou<strong>de</strong>n blijft.De rol van <strong>de</strong> Commissie is ook van groot belang bij asielzaken. De lidstatenhebben het asieldossier m<strong>in</strong> of meer aan <strong>de</strong> Commissie ge<strong>de</strong>legeerd tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>Top van Tampere, waarbij <strong>de</strong> Raad <strong>de</strong> Commissie heeft verzocht exclusiefgebruik te maken van zijn <strong>in</strong>itiatiefrecht (Uçarer 2001). De Commissie heeft zichontpopt als een productieve en relatief effectieve voorvechter van <strong>de</strong> geest vanAmsterdam en Tampere. Haar voorstellen zijn m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gepreoccupeerd met <strong>de</strong>veiligheidsaspecten van asielmigratie en proberen <strong>de</strong> race to the bottom <strong>in</strong> <strong>de</strong>Europese bescherm<strong>in</strong>g van asielzoekers tot stilstand te brengen. De rol van <strong>de</strong>Commissie is daarmee van groot belang om tegendruk te geven aan het veiligheids<strong>de</strong>nkenvan (een aantal) lidstaten en om een beg<strong>in</strong> van <strong>in</strong>houd te geven aan<strong>de</strong> rvvr <strong>in</strong> asielzaken. De effectiviteit maar ook <strong>de</strong> legitimiteit van een gezamenlijkasielbeleid zal wor<strong>de</strong>n versterkt door het ver<strong>de</strong>r communautariseren van hetasielbeleid. Niet alleen wor<strong>de</strong>n besluitvorm<strong>in</strong>gsprocedures vereenvoudigd(meer<strong>de</strong>rheidsstemmen), maar ook krijgt het Europees Parlement me<strong>de</strong>besliss<strong>in</strong>gsrechten neemt <strong>de</strong> rol van het Europees Hof van Justitie toe. Met name hetHof heeft <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n al een belangrijke rol gespeeld als waakhond van <strong>de</strong>fundamentele rechten van migranten <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu en fungeer<strong>de</strong> zo als een controleop het gedrag van lidstaten en op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van gezamenlijk beleid.Ook het Handvest van <strong>de</strong> Grondrechten zal, afhankelijk van zijn toekomstigestatus, daarbij een rol spelen. 15 Een effectief gemeenschappelijk asielbeleid is opeu-niveau legitiem als het een vorm van ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van lasten tot stand kan brengen.Op nationaal niveau ligt dit uiteraard moeilijker, zeker gezien het huidigepolitieke klimaat. De lan<strong>de</strong>n die relatief <strong>de</strong> meeste asielzoekers ontvangen, zullendat beleid als m<strong>in</strong><strong>de</strong>r legitiem ervaren. Ne<strong>de</strong>rland is echter altijd een sterk voorstan<strong>de</strong>rvan <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van een gemeenschappelijk asielbeleid geweest enis als belangrijk bestemm<strong>in</strong>gsland gebaat bij een effectieve vorm van lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.Ne<strong>de</strong>rland heeft zich bovendien altijd sterk gemaakt voor een a<strong>de</strong>quaatniveau van bescherm<strong>in</strong>g van vluchtel<strong>in</strong>gen. Op grond van <strong>de</strong>ze overweg<strong>in</strong>genvalt er veel voor te zeggen om <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes van solidariteit en gemeenschappelijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong>zake asiel, immigratie en grenzen <strong>in</strong>een verdragsartikel vast te leggen, zoals on<strong>de</strong>r meer wordt voorgesteld <strong>in</strong> <strong>de</strong>werkgroep ‘vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid’ van <strong>de</strong> Europese Conventie(European Convention 2002: 4).1996.4.5 politiesamenwerk<strong>in</strong>gHet doel van <strong>de</strong> Europese politiesamenwerk<strong>in</strong>g is het voeren van een a<strong>de</strong>quatestrijd tegen <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> misdaad, <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale drugshan<strong>de</strong>l en het<strong>in</strong>ternationaal terrorisme. De noodzaak van een Europese aanpak vloeit me<strong>de</strong>voort uit het feit dat het wegvallen van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen van <strong>de</strong> eu <strong>de</strong> mobiliteit


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie200en grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele organisatieseenvoudiger heeft gemaakt. De Europese politiesamenwerk<strong>in</strong>g moet hierop eena<strong>de</strong>quaat antwoord formuleren. Nationaal beleid is gezien <strong>de</strong>ze problematieknauwelijks een reële optie. Institutionaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politiesamenwerk<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eu is echter evenm<strong>in</strong> een evi<strong>de</strong>ntie. In <strong>de</strong> eerste plaats isdat zo omdat er vele alternatieve samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n op dit terre<strong>in</strong> actiefzijn, zowel formele organisaties als Interpol als <strong>in</strong>formele bi- en multilateralenetwerken. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats is er een gebrek aan on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen enimplementatiecapaciteit, hetgeen een Europabre<strong>de</strong> aanpak <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg staat.Juist op dit belangrijke terre<strong>in</strong>, dat zwaar leunt op vertrouwen en <strong>in</strong>formelenetwerken, speelt <strong>de</strong> implementatieproblematiek volop. Om <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>geffectief te laten verlopen, is het noodzakelijk dat problemen als personeelsgebrek,gebrek aan tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en uitrust<strong>in</strong>g en frau<strong>de</strong> en corruptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>nenOost-Europese lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n aangepakt. Bovendien is het van belang dat erdirecte ban<strong>de</strong>n totstandkomen tussen politieofficieren uit <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n en nationaleen <strong>in</strong>ternationale politieorganisaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu. Dit alles pleit voor een verstevig<strong>in</strong>gvan hulpprogramma’s, samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n en on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong>opleid<strong>in</strong>g van politiepersoneel aldaar (strikt genomen toetred<strong>in</strong>gsproblematiek,zie wrr 2001). Dit betekent een uitbreid<strong>in</strong>g en een versterk<strong>in</strong>g van bilaterale enmultilaterale netwerken als het Pre-toetred<strong>in</strong>gs Pact over Georganiseer<strong>de</strong> Misdaad.De centrale rol die we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen <strong>in</strong> politiesamenwerk<strong>in</strong>g speelt, on<strong>de</strong>rstreepttevens het belang van een <strong>in</strong>stituut als het Europese Politie College.Dit laatste <strong>in</strong>stituut is overigens nog verre van operationeel (Monar 2002). 16De politiesamenwerk<strong>in</strong>g op eu-niveau is tot op he<strong>de</strong>n voorzichtig van aard.Zij valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>in</strong>tergouvernementele pijler. Een van <strong>de</strong> belangrijkstemetho<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler is het opzetten van <strong>in</strong>stituties.Voor politiesamenwerk<strong>in</strong>g is met name het functioneren van Europol van belang.Een groot probleem is dat Europol, ondanks zijn hoge budgetten en grote staf, <strong>in</strong><strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> lidstaten niet <strong>in</strong> staat blijkt te zijn een goe<strong>de</strong> bijdrage aan <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteitsbestrijd<strong>in</strong>gte leveren. Dit is overigens me<strong>de</strong> een gevolg van <strong>de</strong> terughou<strong>de</strong>ndheidvan <strong>de</strong> lidstaten zelf <strong>in</strong>zake <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g. Daar komt nog bijdat Europol als gevolg van <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g hoogstwaarschijnlijk ver<strong>de</strong>r zal groeien<strong>in</strong> omvang en budget, ongeacht het functioneren van <strong>de</strong> organisatie. Gezien hetgrote aantal ‘concurreren<strong>de</strong>’ organisaties en (<strong>in</strong>formele) netwerken is Europolbovendien niet per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie <strong>de</strong> meest logische keuze voor samenwerk<strong>in</strong>g.Het recente rapport van het Belgische voorzitterschap over <strong>de</strong> (mid-term-)evaluatievan <strong>de</strong> conclusies van <strong>de</strong> Europese Raad van Tampere was zeer kritisch overhet opzetten van <strong>in</strong>stituties <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler. Het rapport benadrukte <strong>de</strong> noodzaakvan een kritische beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>ze structuren en eenverbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> operationele toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>. De effectiviteit van eenorganisatie als Europol moet wor<strong>de</strong>n versterkt door haar operationele taken tegeven, zoals het recht om on<strong>de</strong>rzoeken te <strong>in</strong>itiëren en daaraan <strong>de</strong>el te nemen.Dit zou weliswaar het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> operationele taken nog steeds <strong>in</strong>han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> nationale autoriteiten laten, maar zou tegelijkertijd <strong>de</strong> positie vanEuropol als een centrale organisatie voor coörd<strong>in</strong>atie, afstemm<strong>in</strong>g en uitwissel<strong>in</strong>g


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenvan <strong>in</strong>formatie versterken. Bovendien zou Europol als organisatie meer een‘gezicht’ krijgen voor nationale politieorganisaties en een meer ‘concurreren<strong>de</strong>’positie ten opzichte van an<strong>de</strong>re politiesamenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n.Aangezien <strong>de</strong> legitimiteit van Europol als organisatie, vanwege <strong>de</strong> veelal vertrouwelijkeaard van het werk, eigenlijk alleen maar outputlegitimiteit kan zijn, dient<strong>de</strong>ze voornamelijk versterkt te wor<strong>de</strong>n door effectief functioneren en het boekenvan operationele successen. Zo heeft <strong>de</strong> door Europol gecoörd<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> actie tegenillegale immigratie en mensensmokkel van <strong>de</strong> eu-lidstaten en <strong>de</strong> tien kandidaatlidstatenaan <strong>de</strong> toekomstige externe grens <strong>de</strong> organisatie enig krediet bij <strong>de</strong>lidstaten opgeleverd. 17 Versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> operationele bevoegdhe<strong>de</strong>n van Europolkan dus bijdragen aan <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> organisatie en bijgevolg aan <strong>de</strong>legitimiteit ervan. Naarmate uitvoeren<strong>de</strong> taken en bevoegdhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uitgebreid– hetgeen zeker na <strong>de</strong> aanslagen van 11 september 2001 <strong>de</strong> koers lijkt te zijn– wordt <strong>de</strong> zwakke <strong>in</strong>put-legitimiteit van Europol echter wel problematischer.Europol is totstandgekomen op basis van een conventie en is als zondanig geeneu-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, maar een <strong>in</strong>ternationale organisatie die is <strong>in</strong>gesteld door <strong>de</strong> participeren<strong>de</strong>lidstaten. De organisatie wordt niet uit het eu-budget betaald, <strong>de</strong> lidstatenplaatsen <strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n en bepalen het beleid. De <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong>gemeenschapsorganen is bijgevolg zeer zwak. De Commissie heeft een beperkteassociatie met Europol. Zij zit net als <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> het managementteam vanEuropol, maar heeft geen stemrecht. De betrokkenheid van het Hof is m<strong>in</strong>imaal;er is momenteel geen rechtsbescherm<strong>in</strong>g op <strong>Unie</strong>niveau tegen <strong>de</strong> activiteiten vanEuropol. De <strong>in</strong>vloed van het Europese Parlement is marg<strong>in</strong>aal.201De <strong>in</strong>put-legitimiteit van <strong>de</strong> Europese politieorganisatie is dus niet erg groot,hetgeen met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomstige nieuwe lidstaten een probleem kan gaanvormen. Gezien hun recente ervar<strong>in</strong>gen is <strong>de</strong> achterdocht tegen het versterkenvan Europol <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n groot en wordt het door sommigen gezien als <strong>de</strong>eerste stap naar <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van een Europese fbi. Met name <strong>de</strong> mogelijkecentralisatie en koppel<strong>in</strong>g van elektronische databestan<strong>de</strong>n (persoonsgegevens)b<strong>in</strong>nen Europol roept bij sommige burgers het beeld op van Big Brother.Dit gegeven wordt overigens nog versterkt door het feit dat Europol niet <strong>de</strong> enigeorganisatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g is die (persoons)gegevens centraliseert<strong>in</strong> databestan<strong>de</strong>n. Buiten Europol gaat het nog om Eurodac, het sis, het DouaneInformatie Systeem en <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst Eurojust (Peers 2001). De reikwijdte en <strong>de</strong>legitimiteit van <strong>de</strong> (uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>) bevoegdhe<strong>de</strong>n van Europol wor<strong>de</strong>nmogelijk heel an<strong>de</strong>rs beoor<strong>de</strong>eld aan weerskanten van het voormalige IJzerenGordijn. Vanuit dit oogpunt kan wor<strong>de</strong>n gepleit voor een grotere controle door<strong>de</strong> rechterlijke macht op het functioneren van Europol, bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vormvan een grotere rol voor het Hof van Justitie <strong>in</strong> Europol-aangelegenhe<strong>de</strong>n en eengrotere mate van communautariser<strong>in</strong>g van Europol door mid<strong>de</strong>l van een sterkererol voor gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen als het Hof en <strong>de</strong> Commissie.Een an<strong>de</strong>re belangrijke optie is om <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van Europol via het eu-budgette laten lopen. Dit zou Europol meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong>bed<strong>de</strong>n en bovendien het Euro-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniepese Parlement meer <strong>in</strong>zicht en <strong>in</strong>vloed geven (het Europese Parlement moet <strong>de</strong>begrot<strong>in</strong>g immers goedkeuren). Gezien <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n van Europolligt een justitiële controle op Europol wellicht meer voor <strong>de</strong> hand dan een<strong>de</strong>mocratische controle. Een sterke <strong>de</strong>mocratische controle op het functionerenvan Europol zou echter ook mogelijk en wenselijk zijn, bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vormvan een parlementaire commissie Europol. Daar<strong>in</strong> zou<strong>de</strong>n alleen <strong>de</strong> fractievoorzittersuit het Europese Parlement zitt<strong>in</strong>g hebben, analoog aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandseKamercommissie Inlicht<strong>in</strong>gen en Veiligheidsdiensten waar<strong>in</strong> alleen <strong>de</strong> fractievoorzittersvan <strong>de</strong> grote fracties een zetel hebben. Tevens is het mogelijk om <strong>de</strong><strong>de</strong>mocratische controle (aanvullend) te organiseren <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een gemengdcomité dat is samengesteld uit le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> commissies van <strong>de</strong> lidstaten en vanhet Europese Parlement die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor politieaangelegenhe<strong>de</strong>n(Europese Commissie 2002c).202De effectiviteit en <strong>de</strong> legitimiteit van Europol kunnen ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n versterktdoor een stevige relatie te leggen met <strong>de</strong> onlangs ‘goedgekeur<strong>de</strong>’ organisatie voorjustitiële samenwerk<strong>in</strong>g Eurojust. De effectiviteit wordt verhoogd doordat hetpolitieon<strong>de</strong>rzoek en het strafrechtelijk on<strong>de</strong>rzoek dan parallelle trajectenwor<strong>de</strong>n, terwijl <strong>de</strong> legitimiteit wordt verhoogd door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> juridischecontrole op <strong>de</strong> activiteit van <strong>de</strong> politieorganisatie. Gezien <strong>de</strong> situatie dat Europolen Eurojust organisaties zijn met <strong>in</strong> <strong>de</strong> basis hetzelf<strong>de</strong> (operationele) belang – <strong>de</strong>strijd tegen transnationale misdaad – kan Eurojust niet meer dan een check leverenop het functioneren van Europol. Het is als zodanig dus geen vervang<strong>in</strong>g voor<strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g van juridisch toezicht en <strong>de</strong>mocratische verantwoord<strong>in</strong>g. Overigensheeft Ne<strong>de</strong>rland, gezien zijn profiler<strong>in</strong>g van Den Haag als <strong>in</strong>ternationale enEuropese hoofdstad van <strong>in</strong>ternationale juridische samenwerk<strong>in</strong>g, een bovengemid<strong>de</strong>ldbelang bij een legitiem opererend Europol.De participatie van alle lidstaten <strong>in</strong> Europol is van groot belang om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>geban<strong>de</strong>n te versterken en om effectief tegen <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteit b<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> Europese rvvr op te kunnen tre<strong>de</strong>n. Gezien <strong>de</strong> grote verschillen <strong>in</strong> capaciteitenen het nog gebrekkige vertrouwen tussen (sommige) lidstaten on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g,moet het echter mogelijk zijn om <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere verban<strong>de</strong>n samen te werken. Hetverdient <strong>de</strong> voorkeur <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g zoveel mogelijk b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van<strong>de</strong> eu-politiesamenwerk<strong>in</strong>g vorm te geven, zodat dit <strong>de</strong> gemeenschappelijkeprocedures en <strong>in</strong>frastructuur verstrekt. Te <strong>de</strong>nken valt bijvoorbeeld aan ad hocsamenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>naan <strong>de</strong> zuidgrens, oostgrens, of aan een keten vanlan<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>el uitmaken van een route voor drugssmokkel of mensensmokkel.Deze samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n kunnen functioneren als <strong>in</strong>formele‘laboratoria’ voor <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>g, waarbij Europol goed vertegenwoordigddient te zijn. Het lijkt niet verstandig om <strong>de</strong>rgelijke <strong>in</strong>itiatieven te sterkte <strong>in</strong>stitutionaliseren. Als dat wel gebeurt, bestaat <strong>de</strong> kans dat nationale politiedienstenzich hoofdzakelijk op <strong>de</strong>ze verban<strong>de</strong>n oriënteren en niet meer op Europol.Daardoor komen het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vertrouwen en <strong>de</strong> gezamenlijke procedures<strong>in</strong> een uitgebreid Europol niet van <strong>de</strong> grond. Om <strong>de</strong> effectiviteit van Europol tebevor<strong>de</strong>ren is het dus van belang om een goe<strong>de</strong> balans te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n tussen <strong>in</strong>formele


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakensamenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen het Europese ka<strong>de</strong>r enerzijds en Europabre<strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van Europol an<strong>de</strong>rzijds. Als <strong>de</strong> <strong>in</strong>formelesubverban<strong>de</strong>n te rigi<strong>de</strong> en ontoegankelijk voor met name <strong>de</strong> nieuwe toetre<strong>de</strong>rszijn, on<strong>de</strong>rgraven zij <strong>de</strong> legitimiteit en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk ook <strong>de</strong> effectiviteit vansamenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen Europol.De Europese samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van politiesamenwerk<strong>in</strong>g is tot ophe<strong>de</strong>n <strong>in</strong>tergouvernementeel gebleven. Gezien <strong>de</strong> nog prille <strong>in</strong>stitutionelesamenwerk<strong>in</strong>g, het gebrekkige on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vertrouwen en <strong>de</strong> grote uitdag<strong>in</strong>g die<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g zowel op het gebied van vertrouwen als uitvoer<strong>in</strong>g met zichmeebrengt, is het niet waarschijnlijk dat <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r wordt gecommunautariseerd.Meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g ligt niet voor <strong>de</strong> hand, maar er iseen aantal terre<strong>in</strong>en waar die niet geheel on<strong>de</strong>nkbaar is. Analoog aan het gbvb ishet <strong>de</strong>nkbaar dat <strong>de</strong>claratoir ‘beleid’ <strong>in</strong>zake politiesamenwerk<strong>in</strong>g met meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>gtotstandkomt. Eventueel kan daar ook toe besloten wor<strong>de</strong>n<strong>in</strong> het geval van strategieën die geen gezamenlijk optre<strong>de</strong>n vereisen. Als er geendirecte samenwerk<strong>in</strong>g nodig is tussen politiediensten en er ook geen noodzaakis voor bijvoorbeeld <strong>de</strong> uitwissel<strong>in</strong>g van gevoelige <strong>in</strong>formatie, zou<strong>de</strong>n ka<strong>de</strong>rbesluitenbij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid genomen kunnen wor<strong>de</strong>n.2036.4.6 justitiële samenwerk<strong>in</strong>gHet doel van justitiële samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> strafzaken is – <strong>in</strong> samenhang met politiesamenwerk<strong>in</strong>g– bij te dragen aan een effectieve aanpak van <strong>de</strong> grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>georganiseer<strong>de</strong> misdaad. In het geval van het burgerlijk recht gaat hetvoornamelijk om <strong>de</strong> eenvoudige en laagdrempelige toegang van Europeseburgers en bedrijven tot rechtspraak <strong>in</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lidstaten en <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong>rechtsbescherm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu. Hoewel er voor justitiële samenwerk<strong>in</strong>g ook alternatieveorganisaties bestaan, zoals <strong>de</strong> Raad van Europa, zijn <strong>de</strong>ze eer<strong>de</strong>r aanvull<strong>in</strong>genop dan alternatieven voor samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu. De motieven voorjustitiële samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu (zowel civiel- als strafrechtelijk) zijn sterkverknoopt met <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt <strong>in</strong> <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> z<strong>in</strong>. Rechtszekerheid, snelle toegangtot justitie en a<strong>de</strong>quate rechtsbescherm<strong>in</strong>g faciliteren het vrije verkeer van kapitaal,goe<strong>de</strong>ren, diensten en personen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt van <strong>de</strong> eu.Het wegvallen van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen maakt <strong>de</strong> transnationale crim<strong>in</strong>aliteitechter eenvoudiger, hetgeen <strong>de</strong> noodzaak van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> politiezakenen het strafrecht on<strong>de</strong>rstreept.De justitiële samenwerk<strong>in</strong>g ten aanzien van het strafrecht is tot op he<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>in</strong>tergouvernementele <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler gehou<strong>de</strong>n. De gevoelighe<strong>de</strong>n op dit gebiedzijn groot, <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g loopt sterk uiteen en <strong>de</strong> fundamentele verschillentussen bijvoorbeeld het ‘accusatoir’ en het ‘<strong>in</strong>quisitoir’ strafrechtstelsel makenhet moeilijk om procedures te harmoniseren (Tak 2000). 18 De justitiële samenwerk<strong>in</strong>gten aanzien van het burgerlijk recht is wel naar <strong>de</strong> eerste pijler overgebracht.De strategie tot verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> specialeTop van Tampere werd aangenomen, is <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g van wetgev<strong>in</strong>g.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie204Deze oploss<strong>in</strong>g leunt echter zwaar op een goed functionerend rechterlijk systeem<strong>in</strong> alle lidstaten en een on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwaliteit daarvan. De we<strong>de</strong>rzijdseerkenn<strong>in</strong>g op het gebied van jbz is echter relatief nieuw, on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu-15 is al dun gezaaid en <strong>de</strong> toon van <strong>de</strong> Collectieve Evaluatiesdie <strong>de</strong> Raad van <strong>de</strong> eu voortbrengt over <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> kandidaat-lidstatendoen vermoe<strong>de</strong>n dat het vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> (kwaliteit van <strong>de</strong>) rechtspraak <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelan<strong>de</strong>n voorlopig zeer kle<strong>in</strong> zal zijn. De strategie van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>gkan <strong>de</strong>rhalve stuklopen op een weiger<strong>in</strong>g <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes daadwerkelijk uit tevoeren. Het effectief functioneren van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g vraagt om eenverstevig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> garanties en waarborgen die het systeem on<strong>de</strong>rsteunen.Het gaat daarbij niet om volledige harmonisatie, maar om m<strong>in</strong>imumharmonisatiedie <strong>de</strong> lidstaten enige vorm van zekerheid geeft. De effectiviteit van we<strong>de</strong>rzijdseerkenn<strong>in</strong>g is afhankelijk van <strong>de</strong> ‘bo<strong>de</strong>m’ van <strong>de</strong> m<strong>in</strong>imumharmonisatie. De opvertrouwen gebaseer<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g enerzijds en <strong>de</strong> garanties bie<strong>de</strong>n<strong>de</strong>m<strong>in</strong>imumharmonisatie an<strong>de</strong>rzijds kunnen tot op zekere hoogte als communiceren<strong>de</strong>vaten wor<strong>de</strong>n beschouwd. Op die gebie<strong>de</strong>n waar het vertrouwen groter is(en <strong>de</strong> gevoelighe<strong>de</strong>n kle<strong>in</strong>er), is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r behoefte aan garanties en kan <strong>de</strong> m<strong>in</strong>imumharmonisatiebeperkt blijven. Op terre<strong>in</strong>en waar <strong>de</strong> gevoelighe<strong>de</strong>n grootzijn, ligt meer harmonisatie voor <strong>de</strong> hand, ook al betekent dit langere en moeizameon<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen om tot standaar<strong>de</strong>n te komen. Vanuit dit perspectiefbezien is het gemeenschappelijk arrestatiebevel een zeer zware testcase voorwe<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g op het gebied van het strafrecht. De effectiviteit en legitimiteitvan <strong>de</strong> strategie van we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g, die samenhangt met het feitdat moeizame harmonisatie van regelgev<strong>in</strong>g niet nodig is en <strong>de</strong> diversiteit tussenlidstaten <strong>in</strong>tact kan blijven, blijft alleen overe<strong>in</strong>d als erkenn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkplaatsv<strong>in</strong>dt. De outputlegitimiteit is dus van bijzon<strong>de</strong>r belang voor het systeemop het niveau van <strong>de</strong> eu als geheel. Op nationaal niveau is <strong>de</strong> outputlegitimiteitook van belang, maar daar spelen an<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n voor legitimiteit eveneenseen grote rol. Zeker bij zaken als <strong>de</strong> uitlever<strong>in</strong>g van verdachten is het draagvlakzowel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g als bij <strong>de</strong> rechterlijke macht cruciaal.Naast het <strong>in</strong>strument van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> nieuwe organisatie Eurojustvan belang voor <strong>de</strong> justitiële samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van het strafrecht.Eurojust heeft een breed mandaat gekregen, dat ongeveer gelijkgeschakeld is metdat van Europol. Meer algemeen gesteld, lijkt Eurojust eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> justitiële evenknievan Europol dan dat er sprake is van een hiërarchische verhoud<strong>in</strong>g. De mogelijkhe<strong>de</strong>nom Eurojust ook als een soort controle op Europol te laten functionerenlijken beperkt, gezien het mandaat van Eurojust. Er zijn echter ook belangrijkeverschillen tussen Europol en Eurojust. Zo is Eurojust <strong>in</strong>gesteld op basis van eenbesluit <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler, waardoor het een <strong>in</strong>stituut van <strong>de</strong> eu is en geen <strong>in</strong>ternationaleorganisatie zoals <strong>de</strong> op een conventie gebaseer<strong>de</strong> Europol-organisatie.Ver<strong>de</strong>r heeft Eurojust een iets actievere operationele rol toebe<strong>de</strong>eld gekregen danEuropol. Bovendien wordt <strong>de</strong> organisatie <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot Europol bijna vollediggef<strong>in</strong>ancierd vanuit het eu-budget, waarmee tevens een nom<strong>in</strong>ale <strong>in</strong>vloed vanhet Europese Parlement, dat het budget moet goedkeuren, is geïntroduceerd.Eurojust als <strong>in</strong>stituut staat nog aan het beg<strong>in</strong> van zijn functioneren. De lessen van


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenEuropol lijken echter <strong>in</strong> grote lijnen toepasbaar; zon<strong>de</strong>r voldoen<strong>de</strong> operationelearmslag is het <strong>in</strong>stituut kwetsbaar en zeer afhankelijk van <strong>de</strong> <strong>in</strong>breng van <strong>de</strong>lidstaten. Bovendien zal, naarmate <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n van Eurojust toenemen, <strong>de</strong>vraag naar <strong>de</strong> legitimiteit van het <strong>in</strong>stituut zich opdr<strong>in</strong>gen. Een zekere mate vanjuridische dan wel <strong>de</strong>mocratische controle op het (vaak geheime) werk van Eurojustis dan nodig, bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een parlementaire commissie die alstoezichthou<strong>de</strong>r fungeert (analoog aan het toezicht op Europol, zie subpar. 6.4.5).We<strong>de</strong>rzijds vertrouwen blijft hoe dan ook <strong>de</strong> ruggengraat van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gon<strong>de</strong>r het pr<strong>in</strong>cipe van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g. Het gebrek aan vertrouwen zal<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op dit gebied dan ook ernstig h<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Het openhartigerapport van het Belgische voorzitterschap is op dit punt zeer hel<strong>de</strong>r en stelt dat <strong>in</strong>aanvull<strong>in</strong>g op het versterken en rationaliseren van het <strong>in</strong>geslagen traject “the goalof a genu<strong>in</strong>e European Judicial Area <strong>in</strong> crim<strong>in</strong>al matters by 2004 requires theadoption of more radical <strong>in</strong>stitutional measures” (Council of the European Union2001: 8, cursief <strong>in</strong> orig<strong>in</strong>eel). Met ‘radicale <strong>in</strong>stitutionele oploss<strong>in</strong>gen’ doelt hetrapport op twee <strong>in</strong>strumenten. Ten eerste het gebruik van artikel 42 van het eu-Verdrag (het brugartikel), waarmee <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler naar <strong>de</strong> eerste pijlerwor<strong>de</strong>n overgebracht. Ten twee<strong>de</strong> het gebruik van <strong>de</strong> verdragsartikelen voor‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’. Het is echter onwaarschijnlijk dat het brugartikel kanwor<strong>de</strong>n gebruikt, aangezien Groot-Brittannië dat zon<strong>de</strong>r twijfel zou blokkeren.Het communautariseren van dit beleidsterre<strong>in</strong> zon<strong>de</strong>r een toename van we<strong>de</strong>rzijdsvertrouwen zou <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g bovendien kunnenon<strong>de</strong>rmijnen wanneer lidstaten zich aan hun verplicht<strong>in</strong>gen proberen te onttrekkenvanwege een gebrek aan vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties en procedures vanan<strong>de</strong>re lidstaten. Op die manier zou het opnemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler misschienzelfs eer<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong> toebrengen aan <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van een Europese JustitiëleRuimte dan dat het <strong>de</strong> realisatie ervan zou bevor<strong>de</strong>ren. ‘Opheff<strong>in</strong>g’ van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>pijler, zoals door sommigen wel wordt bepleit, levert een groot risico op voor eennieuw ‘<strong>in</strong>tergouvernementeel eiland’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste communautaire pijler, zoals <strong>de</strong>jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler nu kan wor<strong>de</strong>n gekarakteriseerd. Zolang eronvoldoen<strong>de</strong> draagvlak en vertrouwen is voor <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>g van politiesamenwerk<strong>in</strong>gen samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake strafrecht heeft overhevel<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> eerstepijler we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong>.205Dit betekent overigens niet dat <strong>de</strong> huidige situatie waar<strong>in</strong> het jbz-beleid isver<strong>de</strong>eld over twee verschillen<strong>de</strong> pijlers geen na<strong>de</strong>len heeft. Integen<strong>de</strong>el, hetsamenvoegen van <strong>de</strong> twee pijlers on<strong>de</strong>rvangt een aantal an<strong>de</strong>re belangrijkeproblemen, zoals <strong>de</strong> onzekerheid over <strong>de</strong> juridische basis en <strong>de</strong> noodzaak vantwee verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten en zelfs twee verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaleovereenkomsten voor <strong>in</strong>itiatieven ten aanzien van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> problematiek.Bovendien gaat het <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong>ze materie (bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> Conventie)momenteel <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van een nieuwe soort verdragsstructuur waar<strong>in</strong> geenpijlers meer voorkomen, maar waar sprake is van een constitutioneel verdragenerzijds en een ‘beleidsverdrag’ an<strong>de</strong>rzijds. Het jbz-beleid kan daar<strong>in</strong> ‘bij elkaar’wor<strong>de</strong>n geplaatst. Dit laatste wil overigens niet zeggen dat dan voor het gehele


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniebeleidsterre<strong>in</strong> <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> van toepass<strong>in</strong>g zou wor<strong>de</strong>n.Waarschijnlijk zou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> dat geval verschillen<strong>de</strong> beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van verschillen<strong>de</strong>bevoegdheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en besluitvorm<strong>in</strong>gsprocessen wor<strong>de</strong>n voorzien.Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g als radicale maatregel biedt meer perspectief. Zij zougelijkgestem<strong>de</strong> lidstaten met een basisvertrouwen <strong>in</strong> elkaars juridische systemenen procedures bij elkaar kunnen brengen. Deze ‘voorhoe<strong>de</strong>’ kan als een laboratoriumdienen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en beperk<strong>in</strong>gen voor samenwerk<strong>in</strong>g opdit terre<strong>in</strong> wor<strong>de</strong>n verkend en standaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ontwikkeld voor een latereEuropese Justitiële Ruimte. Hoewel dit mogelijk een latere participatie van <strong>de</strong>sommige lidstaten (waaron<strong>de</strong>r mogelijk nieuwe lidstaten) zal betekenen, is <strong>de</strong>zestrategie toch te verkiezen boven een langdurige impasse op dit beleidsterre<strong>in</strong> alsgevolg van een gebrek aan we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen.6.5 conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen206Justitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken vallen op door een grote beleidsdynamiek.Daarbij is een dui<strong>de</strong>lijke beweg<strong>in</strong>g te ontwaren van <strong>in</strong>formele en formele <strong>in</strong>tergouvernementelesamenwerk<strong>in</strong>g buiten het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> eu, zoals Trevi enSchengen, naar <strong>in</strong>tegratie van <strong>de</strong>ze regimes <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Naast <strong>de</strong>ze beweg<strong>in</strong>gvan buiten naar b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> heeft het Verdrag van Amsterdam een grotedynamiek b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> mogelijk gemaakt. De samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake <strong>de</strong>buitengrenzen, visa, asiel en immigratie en <strong>de</strong> justitiële samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zakeburgerlijk recht zijn van <strong>de</strong> <strong>in</strong>tergouvernementele <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler naar <strong>de</strong> communautaireeerste pijler van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> verhuisd. Het jbz-terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler isechter wel met allerlei speciale regels omgeven die <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante rol van <strong>de</strong>lidstaten voorlopig waarborgen.In <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g is er een dynamiek waarneembaar van uitsluitendniet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> naar het gebruik van zowel niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> als b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong><strong>in</strong>strumenten. In het laatste geval wordt er veelal voor een m<strong>in</strong>imumharmonisatiegekozen en niet voor een uniformer<strong>in</strong>g van beleid, tene<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> lidstaten enigediscretie te laten op <strong>de</strong>ze politiek gevoelige terre<strong>in</strong>en. Via <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>gvan gerechtelijke uitspraken <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met m<strong>in</strong>imumharmonisatiewordt voorts getracht doorbraken <strong>in</strong> justitiële samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake het burgerlijkrecht en het strafrecht mogelijk te maken. Ook het oprichten van Europese<strong>in</strong>stituties zoals Europol, Eurojust en het Europese Politie College is een opmerkelijkevorm van samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> met name <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler.De verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g heeft vaak alleen tot stand kunnen komendoor het veelvuldige gebruik van differentiatie van rechten en plichten tussenlidstaten. Op <strong>de</strong>ze manier kon<strong>de</strong>n gelijkgez<strong>in</strong><strong>de</strong> lidstaten dieper <strong>in</strong>tegreren,terwijl an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsposities kregen. De besluitvorm<strong>in</strong>g verloopttot nu toe bij consensus. In mei 2004 kan <strong>de</strong> Raad <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>g nemen dat voor(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> buitengrenzen, visa, asiel en immigratiemeer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong>gevoerd. De europeaniser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g verloopt langzaam en <strong>de</strong> bereidheid tot f<strong>in</strong>anciële lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g isger<strong>in</strong>g. Ten aanzien van <strong>de</strong> preventie van vluchtel<strong>in</strong>gen- en immigratiestromenzijn <strong>de</strong> lidstaten nog wel bereid <strong>in</strong>itiatieven zoals het sis gemeenschappelijk tef<strong>in</strong>ancieren, maar voor een ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lasten van <strong>de</strong> ontvangst van vluchtel<strong>in</strong>genen immigranten ontbreekt <strong>de</strong> politieke wil.De noodzaak van Europabre<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gDe analyse van <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten achter <strong>de</strong> europeaniser<strong>in</strong>g van het jbzbeleidleidt tot <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van beleidsvraagstukken opEuropees niveau na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong> zal toenemen.De wrr meent dat een slagvaardige aanpak van tal van <strong>de</strong>ze beleidsvraagstukkenalleen mogelijk is via Europese samenwerk<strong>in</strong>g. Verschillen<strong>de</strong> grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>problemen zoals illegale immigratie, transnationale misdaad, drugshan<strong>de</strong>len terrorisme kunnen alleen wor<strong>de</strong>n aangepakt door <strong>in</strong>tensieve samenwerk<strong>in</strong>gtussen <strong>de</strong> huidige en nieuwe lidstaten. Ook een goed functioneren<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt vergt <strong>in</strong>tensieve samenwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> politie-, justitie- en douaneapparatenvan alle huidige en nieuwe lidstaten. Voor een relatief open land alsNe<strong>de</strong>rland is <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g van groot belang nu nationale grenzen als<strong>in</strong>strument van controle uit han<strong>de</strong>n zijn gegeven. De legitimiteit van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatievenop <strong>de</strong>ze terre<strong>in</strong>en is groot, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> van eena<strong>de</strong>quate rechtsbescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu-burgers. De burgers verlangen een gezamenlijkEuropees optre<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> problemen aan te pakken. De wens tot eenspoedige afschaff<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nengrenzen met <strong>de</strong> nieuwe lidstaten benadruktook het belang van samenwerk<strong>in</strong>g ten behoeve van een a<strong>de</strong>quate controle van <strong>de</strong>nieuwe buitengrenzen van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>. Net als b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> huidige <strong>Unie</strong> het geval is,zullen samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatieven ten behoeve van <strong>de</strong> buitengrenzen echterwaarschijnlijk wor<strong>de</strong>n beperkt uit politieke overweg<strong>in</strong>gen van soevere<strong>in</strong>iteit bijsommige lidstaten.207Een gemeenschappelijk asielbeleidHet gaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> kwesties <strong>in</strong> feite om <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van eenbeleid dat geen van <strong>de</strong> lidstaten zelfstandig kan voortbrengen. Echter, <strong>in</strong> het gevalvan het asielbeleid betreft het probleem <strong>de</strong> negatieve externe effecten van hetnationale beleid en <strong>de</strong> onevenredige ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lasten van <strong>de</strong> ontvangst vanasielzoekers. Hier gaat het kortetermijnbelang van lidstaten – <strong>de</strong> wer<strong>in</strong>g van grotestromen asielzoekers – ten koste van het collectieve goed een veilige haven tebie<strong>de</strong>n voor vluchtel<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n. Het gevolg is een race to the bottom<strong>in</strong> <strong>de</strong> normen voor <strong>de</strong> opvang van asielzoekers. De wrr meent dat alleen via eengezamenlijk Europees asielbeleid <strong>de</strong> veiligheid van vluchtel<strong>in</strong>gen kan wor<strong>de</strong>ngegaran<strong>de</strong>erd en een re<strong>de</strong>lijke lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n bereikt. Het weren<strong>de</strong>effect van unilaterale restrictieve maatregelen blijkt bovendien <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkslechts van korte duur te zijn. Dat wil zeggen, tot <strong>de</strong> buurlan<strong>de</strong>n hun beleid ookweer hebben verscherpt. Evenals <strong>in</strong> het geval van het vraagstuk van <strong>de</strong> buitengrenzenerkent <strong>de</strong> wrr echter <strong>de</strong> beperkte politieke haalbaarheid van vergaan<strong>de</strong>Europese samenwerk<strong>in</strong>g.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie208De gevaren van kopgroepen buiten <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>In een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zal <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> diversiteit aan standpunten, <strong>in</strong>stitutiesen bestuurlijke en juridische capaciteiten toenemen. Waar <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> wordt geblokkeerd door uiteenlopen<strong>de</strong> standpunten van lidstatenzal bij <strong>de</strong> voorstan<strong>de</strong>rs van verdiep<strong>in</strong>g mogelijk <strong>de</strong> gedachte ontstaan om<strong>de</strong>ze – net als <strong>in</strong> het geval van eer<strong>de</strong>re Schengen-samenwerk<strong>in</strong>g – buiten <strong>de</strong>ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> te zoeken. De wrr is evenwel terughou<strong>de</strong>nd ten aanzien vansubstantiële jbz-samenwerk<strong>in</strong>g tussen een beperkt aantal lan<strong>de</strong>n buiten hetka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> om. Dit geldt met name wanneer het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g is dat an<strong>de</strong>reeu-lidstaten later ook aan <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g <strong>de</strong>elnemen of dat het resultaat van<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g (later) zelfs eu-acquis wordt (een zogenoemd ‘Schengen-ii’-<strong>in</strong>itiatief). Hoewel een <strong>de</strong>rgelijk <strong>in</strong>itiatief effectief kan zijn voor die beperktegroep van lan<strong>de</strong>n, is <strong>de</strong> legitimiteit ervan uiterst problematisch vanwege hetexclusieve karakter en het volledig ontbreken van Europese <strong>de</strong>mocratischecontrole en onafhankelijke rechterlijke toets<strong>in</strong>g. Bovendien zal een <strong>de</strong>rgelijk<strong>in</strong>itiatief <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g en solidariteit b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogenvan <strong>de</strong> nieuwe lidstaten on<strong>de</strong>rgraven. Naast <strong>de</strong>ze algemene na<strong>de</strong>len geldt specifiekvoor Ne<strong>de</strong>rland dat <strong>de</strong>rgelijke extra-eu-<strong>in</strong>itiatieven allerlei waarborgenmissen voor <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> belangen van kle<strong>in</strong>e en mid<strong>de</strong>lgrote lan<strong>de</strong>n,die b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> wel zijn gegaran<strong>de</strong>erd. De situatie na <strong>de</strong> ratificatie van hetVerdrag van Nice zal ook heel an<strong>de</strong>rs zijn dan ten tij<strong>de</strong> van het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong>Schengen-samenwerk<strong>in</strong>g. Er is dan een effectief en legitiem alternatief voorhan<strong>de</strong>nvoor kopgroepvorm<strong>in</strong>g buiten <strong>de</strong> eu: kopgroepvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> euop basis van <strong>de</strong> unaniem geaccepteer<strong>de</strong> regels voor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g.Versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> legitimiteit van jbz-optre<strong>de</strong>nEr wor<strong>de</strong>n herhaal<strong>de</strong>lijk vraagtekens geplaatst bij <strong>de</strong> slagvaardigheid en legitimiteitvan <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g als gevolg van <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g daarvan over <strong>de</strong>eerste en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> en <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rollen voor sleutelactorendie <strong>de</strong>ze ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g impliceert. De wrr meent dat <strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong>issues uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> eerste pijler we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> heeft als daartoe – langerdan geduren<strong>de</strong> een ‘gewenn<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong>’ – b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eerste pijler een speciaalregime moet wor<strong>de</strong>n gecreëerd. De onbevredigen<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> huidigejbz-terre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler zijn wat dat betreft illustratief. Ten aanzien van<strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> actoren meent <strong>de</strong> wrr dat <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong>jbz-samenwerk<strong>in</strong>g gebaat is bij een actieve opstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Commissie enterughou<strong>de</strong>ndheid van <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g van het <strong>in</strong>itiatiefrecht, tervoorkom<strong>in</strong>g van een overbelast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Overigens is <strong>de</strong> laatstejaren dui<strong>de</strong>lijk gebleken hoe doorslaggevend <strong>de</strong> politieke wil voor <strong>de</strong> mate vanslagvaardigheid is. Hoewel het asielbeleid is on<strong>de</strong>rgebracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler is ernauwelijks vooruitgang geboekt <strong>in</strong> het gemeenschappelijk asielbeleid, terwijl ophet gebied van <strong>de</strong> terrorismebestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijler (naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>aanslagen van 11 september 2001) enorme voortgang tot stand is gekomen.Tene<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> legitimiteit van het jbz-optre<strong>de</strong>n te vergroten, pleit <strong>de</strong> wrr ervoordat <strong>de</strong> nationale parlementen <strong>in</strong> een vroegere fase bij <strong>de</strong> beleidsvoer<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>nbetrokken, bijvoorbeeld bij <strong>de</strong> formuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> veelgebruikte, strategische


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakenactieplannen op het terre<strong>in</strong> van jbz. Een parlementaire commissie Europol enEurojust, bestaan<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> fractievoorzitters uit het Europees Parlement, zouvoorts kunnen bijdragen aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische controle van Europol en Eurojust.Monitor<strong>in</strong>g en coörd<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong> beleidsimplementatieTen aanzien van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvormen benadrukt <strong>de</strong> wrr het belang van<strong>in</strong>stitutionele variatie met een open oog voor <strong>de</strong> dynamiek die rond <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>gvan <strong>in</strong>strumenten kan ontstaan. Voor bepaal<strong>de</strong> doelen, zoals het verbeteren van<strong>de</strong> nationale adm<strong>in</strong>istratieve en juridische capaciteit en het nationale immigratiebeleid,volstaan ‘zachte’ consultatie- en (open) coörd<strong>in</strong>atievormen. Voor an<strong>de</strong>redoele<strong>in</strong><strong>de</strong>n, zoals het bie<strong>de</strong>n van een veilige haven aan vluchtel<strong>in</strong>gen en eenevenredige lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> opvang van asielzoekers, isuite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk een uniforme status nodig, al kunnen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vergaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumentenzoals m<strong>in</strong>imumharmonisaties wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet als eerste stap <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g.Van cruciaal belang voor <strong>de</strong> slagvaardigheid is echter een a<strong>de</strong>quate implementatievan hetgeen is overeengekomen. De wrr meent dat <strong>de</strong> monitor<strong>in</strong>g en coörd<strong>in</strong>atievan <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> van jbz een apart en zwaarwegend punt vanaandacht moet zijn (<strong>de</strong>nk aan het mo<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> monitor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> visaverstrekk<strong>in</strong>gop consulaten <strong>in</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n).De urgentie van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>De geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g heeft uitgewezen dat een ver<strong>de</strong>reverdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> veel gevallen slechts mogelijk is door mid<strong>de</strong>l van (tij<strong>de</strong>lijke enpermanente) differentiatie van rechten en plichten. Ook na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g lijktdifferentiatie onvermij<strong>de</strong>lijk, alleen al omdat <strong>de</strong> subsidiariteitstoets niet altijdvoor alle lan<strong>de</strong>n hetzelf<strong>de</strong> uitpakt. Voor sommige lidstaten kan het effectieverzijn om iets gezamenlijk aan te pakken, terwijl an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n die samenwerk<strong>in</strong>gniet nodig hebben. Daarnaast zullen <strong>in</strong> sommige gevallen bepaal<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n ompolitiek-i<strong>de</strong>ologische re<strong>de</strong>nen niet willen participeren. Ook kan het gebrek aancapaciteit en mid<strong>de</strong>len een probleem voor participatie vormen. Gezien <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong>grote na<strong>de</strong>len van kopgroepvorm<strong>in</strong>g buiten <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> om en <strong>de</strong> na<strong>de</strong>lenvan <strong>de</strong> proliferatie van ad hoc-differentiatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> tot nu toe, pleit <strong>de</strong>wrr ervoor <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze gevallen gebruik te maken van <strong>de</strong> verdragsbepal<strong>in</strong>gen voornauwere samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu. Daarbij is een belangrijk punt van zorg datlan<strong>de</strong>n die wel mee wíllen maar niet mee kúnnen samenwerken zo snel mogelijkvia (f<strong>in</strong>anciële) overbrugg<strong>in</strong>gsmechanismen bij <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n betrokken.Het voorschrift <strong>in</strong> het verdrag ten aanzien van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g is dat<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die niet <strong>de</strong>elnemen, wel aanwezig kunnen zijn bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>liberatie,hetgeen <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> nauwere samenwerk<strong>in</strong>g ten goe<strong>de</strong> komt. Het feitdat <strong>de</strong> procedures en bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> pijler gel<strong>de</strong>n waarb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> nauweresamenwerk<strong>in</strong>g totstandkomt, betekent bovendien dat <strong>de</strong>ze differentiatie geenbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>tergouvernementele samenwerk<strong>in</strong>g hoeft te betekenen.Overigens is uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over het Europese arrestatiebevelgebleken dat louter het bestaan van een geloofwaardige mogelijkheid tot nauweresamenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu al genoeg kan zijn om bij te dragen tot consensusvorm<strong>in</strong>g.209


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieVolledige communautariser<strong>in</strong>g van jbz <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijlerIn mei 2004 heeft <strong>de</strong> Raad <strong>de</strong> mogelijkheid om meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g enme<strong>de</strong>besliss<strong>in</strong>gsrecht voor het Europees Parlement door te voeren voor grote<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler. De wrr heeft <strong>in</strong> dit hoofdstuklaten zien dat het van groot belang is dat <strong>de</strong>ze kans wordt aangegrepentene<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> besluitvaardigheid op belangrijke jbz-terre<strong>in</strong>en te vergroten.Daarmee is overigens niet gezegd dat het gebruik van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g<strong>de</strong> norm dient te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> jbz-aangelegenhe<strong>de</strong>n. Dit zou om re<strong>de</strong>nenvan legitimiteit van <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g en kwaliteit van <strong>de</strong> implementatie vanmaatregelen verstandig noch wenselijk zijn. Maar net als <strong>in</strong> het geval van <strong>de</strong> hiervoorbesproken nauwere samenwerk<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> reële mogelijkheid dat besluitenbij meer<strong>de</strong>rheid van stemmen genomen wor<strong>de</strong>n, soms voldoen<strong>de</strong> druk genererenom <strong>de</strong> huidige spiraal van patstell<strong>in</strong>gen en besluiteloosheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste pijler tedoorbreken. Meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> wrr cruciaal,maar moet <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats wor<strong>de</strong>n gezien als een mid<strong>de</strong>l tot consensusbevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.210Inbedd<strong>in</strong>g van jbz-organisaties b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>De jbz-samenwerk<strong>in</strong>g rust <strong>in</strong> belangrijke mate op een effectieve implementatievan maatregelen door nationale <strong>in</strong>stituties en op een on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwentussen <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwaliteit van die implementatie. De verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>bestuurlijke en juridische capaciteit van <strong>de</strong> kandidaat-lidstaten alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> strijdtegen corruptie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze apparaten zijn dus van groot belang voor het effectievefunctioneren van <strong>de</strong> Europese rvvr. De wrr is daarom van men<strong>in</strong>g datook na <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g nog aanzienlijke hulpprogramma’s noodzakelijk zijn op hetterre<strong>in</strong> van jbz. Gezien het belang van het jbz-beleid <strong>in</strong> een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>pleit <strong>de</strong> wrr daarom voor een speciaal structuurfonds voor jbz om <strong>de</strong> implementatiecapaciteitvan <strong>de</strong> nieuwe lidstaten te versterken. Het budget van <strong>de</strong> eudient ook aangesproken te wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit van verschillen<strong>de</strong><strong>in</strong>stituties die <strong>de</strong> afgelopen jaren met name <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pijlertot stand zijn gekomen, te on<strong>de</strong>rsteunen en te versterken. Zo zou <strong>de</strong> eu <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gvan Europol, die nu volledig door <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> lidstaten wordt opgebracht,over kunnen nemen. Dit zou <strong>de</strong> Europol-organisatie steviger <strong>in</strong> <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rsvan <strong>de</strong> eu <strong>in</strong>bed<strong>de</strong>n en belangrijke eu-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen als het Europees Parlementeen (nom<strong>in</strong>ale) betrokkenheid en <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> organisatie geven, aangezien hetParlement <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>g moet goedkeuren. Vergrot<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische envooral <strong>de</strong> juridische controle op het functioneren van Europol is naar <strong>de</strong> men<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> wrr hoe dan ook een belangrijk thema, dat <strong>in</strong> gewicht ver<strong>de</strong>r zal toenemennaarmate Europol meer operationele bevoegdhe<strong>de</strong>n krijgt.Dezelf<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit spelenvoor het recenter opgerichte Eurojust, hoewel <strong>de</strong>ze organisatie wel uit het eubudgetwordt gef<strong>in</strong>ancierd. Deze overweg<strong>in</strong>gen kunnen bovendien als voorbeelddienen voor toekomstige <strong>in</strong>stitutionele arrangementen op het gebied van hetgezamenlijk beheer van <strong>de</strong> externe eu-grenzen. De wrr beveelt aan dat <strong>de</strong>uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>rgelijke organisaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zakengelijke tred houdt met hun <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> structuren van <strong>de</strong> eu om <strong>de</strong> legitimiteitvan het han<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen te waarborgen.211


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unienoten2121Veiligheidsdiensten en <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> politieorganisatie opereer<strong>de</strong>n al langere tijd<strong>in</strong>ternationaal, terwijl rechters, openbare aanklagers en <strong>de</strong> vaak nationaalgeoriënteer<strong>de</strong> m<strong>in</strong>isteries van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken relatieve nieuwkomerswaren.2De behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van gedifferentieer<strong>de</strong> arrangementen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf is nietuitputtend. Zo zijn er verschillen<strong>de</strong> opt-outs aangaan<strong>de</strong> specifieke on<strong>de</strong>rwerpenb<strong>in</strong>nen jbz, zoals <strong>de</strong> Belgische opt-out aangaan<strong>de</strong> het <strong>in</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g nemen vanasielaanvragen uit lidstaten van <strong>de</strong> eu (Den Boer, 2001; Monar, 2000).3Zoals Noll (2002) terecht stelt, is ook <strong>de</strong> harmonisatie van vluchtel<strong>in</strong>gen- enasielwetgev<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van lasten (preventieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g).In <strong>de</strong>ze paragraaf over <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g beperken we ons echter tot lastenver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gvia reallocatie van fondsen (ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van geld) en (re)allocatie van mensen diebescherm<strong>in</strong>g zoeken (ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van mensen).4Hoewel er geen echte consensus bestaat over <strong>de</strong> termen mensensmokkel (smuggl<strong>in</strong>g)en mensenhan<strong>de</strong>l (traffick<strong>in</strong>g), wordt on<strong>de</strong>r het eerste meestal verstaan‘het tegen betal<strong>in</strong>g helpen bij een illegale grensovergang’, terwijl aan het twee<strong>de</strong>ook nog een vorm van exploitatie van <strong>de</strong> illegale immigrant na aankomst <strong>in</strong> hetland van bestemm<strong>in</strong>g wordt toegevoegd (Morr<strong>in</strong>son 2000).5Toen <strong>in</strong> 1997 <strong>de</strong> Oekraïense grenswachters geen salaris ontv<strong>in</strong>gen, compenseer<strong>de</strong>nzij dit door tegen betal<strong>in</strong>g illegale immigranten <strong>de</strong> grens over te helpen.6De Schengen-visumlijst omvat 133 lan<strong>de</strong>n en gebie<strong>de</strong>n wier burgers een visumnodig hebben om <strong>de</strong> externe grens over te gaan. De eg-visumlijst bevat slechts101 lan<strong>de</strong>n en gebie<strong>de</strong>n.7Dat <strong>de</strong> grens een gevoelig punt voor <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g kan zijn, bewezen Deenseburgers <strong>in</strong> 1997, toen zij aan <strong>de</strong> grens met Duitsland een menselijke keten probeer<strong>de</strong>nte vormen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> slogan ‘<strong>de</strong> grens moet blijven’ (An<strong>de</strong>rson 2000: 11).8Dat wetgev<strong>in</strong>g alleen niet voldoen<strong>de</strong> is, blijkt uit het Sloveense voorbeeld. Sloveniëon<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> <strong>de</strong> Conventie van Genève <strong>in</strong> 1992 en voer<strong>de</strong> een relatief ruimhartigasielbeleid <strong>in</strong>, maar verleen<strong>de</strong> <strong>in</strong> tien jaar tijd slechts aan drie personen eenvluchtel<strong>in</strong>genstatus alvorens nieuwe maatregelen <strong>in</strong> te voeren (Monar 2000).9Lastenverschuiv<strong>in</strong>g – dat <strong>in</strong> het Engels bur<strong>de</strong>nshift<strong>in</strong>g wordt genoemd, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>gtot bur<strong>de</strong>nshar<strong>in</strong>g – uit zich <strong>in</strong> unilaterale aanscherp<strong>in</strong>gen van het asielbeleid,met het effect dat asielzoekers uitwijken naar buurlan<strong>de</strong>n met m<strong>in</strong><strong>de</strong>rrestrictieve asielwetgev<strong>in</strong>g. Op hun beurt gaan <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n dan vaak ook weerover tot verscherp<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het asielbeleid.10De percentages erken<strong>de</strong> Dubl<strong>in</strong>-claims zijn <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland vrij hoog, maar dit heeftvoornamelijk te maken met een pre-selectie, waardoor alleen claims met eenhoge kans op acceptatie wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gediend (Algemene Rekenkamer 1999).


<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van justitie en b<strong>in</strong>nenlandse zaken11De herzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Conventie van Dubl<strong>in</strong> is reeds begonnen. In 2000 constateer<strong>de</strong><strong>de</strong> Commissie al dat <strong>de</strong> conventie niet werkte en <strong>in</strong> juni 2001 publiceer<strong>de</strong><strong>de</strong> Commissie een voorstel om <strong>de</strong> conventie te vervangen (Com (2001) 447 f<strong>in</strong>al)(zie ook Collyer 2002). Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Top van Sevilla riep <strong>de</strong> Raad op om Dubl<strong>in</strong> iivoor <strong>de</strong>cember 2002 aan te nemen. Het is echter <strong>de</strong> vraag of Dubl<strong>in</strong> ii <strong>de</strong> problemenvan <strong>de</strong> oorspronkelijke Dubl<strong>in</strong> Conventie wegneemt, aangezien <strong>de</strong> structuurvan Dubl<strong>in</strong> ii sterk op die van zijn voorganger lijkt (zie bijvoorbeeld Battjes2002).12Niet <strong>de</strong> eu-lidstaten maar <strong>de</strong> klassieke immigratielan<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Statenen Canada zijn vaak <strong>de</strong> favoriete lan<strong>de</strong>n van bestemm<strong>in</strong>g voor migranten uit <strong>de</strong>Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europese lan<strong>de</strong>n. Dit zou als effect kunnen hebben dat <strong>de</strong>zelan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> staat zijn <strong>de</strong> best gekwalificeer<strong>de</strong> migranten van <strong>de</strong> oostelijke migratie‘af te romen’ (An<strong>de</strong>rson 2000).13De term veiligheid wordt tegenwoordig door <strong>de</strong> meeste eu-lidstaten – metuitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van Griekenland – voornamelijk <strong>in</strong> verband gebracht met zaken alsdrugssmokkel, mensensmokkel, illegale immigratie, transnationale misdaad enchaos die vanuit onstabiele lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu ‘overlopen’ (An<strong>de</strong>rson 2000: 11).14Europese Commissie (2001) Over het gemeenschappelijk asielbeleid en <strong>de</strong><strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van een open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>, com (2001) 710 <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief, Brussel.Zie 4-7.15Het handvest bevat twee artikelen die direct verband hou<strong>de</strong>n met het asielbeleid.Artikel 18 garan<strong>de</strong>ert het recht op asiel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> condities van het Verdrag vanGenève, het Protocol van New York en het Verdrag van Rome. Artikel 19 gaat <strong>in</strong>op <strong>de</strong> rechtsbescherm<strong>in</strong>g rondom uitzett<strong>in</strong>gen.16Hoewel het Europese Politie College officieel <strong>in</strong> <strong>de</strong>cember 2000 is opgericht,heeft het nog steeds geen permanente vestig<strong>in</strong>gsplaats, secretariaat en rechtspersoon(Monar 2002).17Het gaat hier om <strong>de</strong> operatie High Impact die van 29 september tot 8 oktober2001 werd gehou<strong>de</strong>n.18Zie Tak (2000: 353-356) voor <strong>de</strong> (substantiële) verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> rechter,politie, openbaar m<strong>in</strong>isterie en <strong>de</strong> verdachte <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n rechtssystemen.213


214slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7 slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gDe eu ziet zich gesteld voor een historische uitbreid<strong>in</strong>g. Het aantal lidstaten zalvanaf mid<strong>de</strong>n 2004 kunnen toenemen van 15 naar 25 en op langere termijnwellicht naar meer dan 30. Hoe kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst nog overeenstemm<strong>in</strong>gwor<strong>de</strong>n bereikt on<strong>de</strong>r zoveel lan<strong>de</strong>n, waartussen <strong>de</strong> verschillen <strong>in</strong> standpuntenen belangen soms erg groot zijn? Hoe kan <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> nieuwe maatregelen nemenvoor <strong>de</strong> aanpak van grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, politiek gevoelige en urgente vraagstukkenals <strong>de</strong> asielproblematiek, <strong>de</strong> misdaadbestrijd<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gontduik<strong>in</strong>g?En hoe kunnen die maatregelen niet alleen effectief maar ook legitiem zijn,<strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong> dat <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g volgens van tevoren bepaal<strong>de</strong> (<strong>de</strong>mocratische)regels verloopt en <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> betrokken partijen (waaron<strong>de</strong>r ook die van<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid) wor<strong>de</strong>n meegewogen? Kortom, welke vormen van governancekunnen <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> versterken, terwijl zij tevenslegitiem zijn en <strong>de</strong> mogelijkheid tot behartig<strong>in</strong>g van Ne<strong>de</strong>rlandse belangen waarborgen?In <strong>de</strong> vier voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken van dit rapport is <strong>de</strong>ze kernvraag naar <strong>de</strong>toekomstige slagvaardigheid van <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> on<strong>de</strong>rzocht voor vierbeleidsterre<strong>in</strong>en: <strong>de</strong> emu, het Europese sociale en werkgelegenheidsbeleid, hetgbvb en <strong>de</strong> jbz-samenwerk<strong>in</strong>g. Voor elk van <strong>de</strong>ze terre<strong>in</strong>en is on<strong>de</strong>rzocht hoe hetbeleid bij opeenvolgen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>gsron<strong>de</strong>n en externe en <strong>in</strong>terne uitdag<strong>in</strong>genzich heeft ontwikkeld, welke drijven<strong>de</strong> krachten hieraan ten grondslag hebbengelegen, welke <strong>in</strong>stitutionele oploss<strong>in</strong>gen tot nu toe zijn gekozen en op welkeoverweg<strong>in</strong>gen die berusten. Vervolgens zijn <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> entoekomstige beleidsproblemen <strong>in</strong> een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> geïnventariseerd.Die zijn immers bepalend voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteitvan bestaan<strong>de</strong> en potentiële alternatieve vormen van governance. Vervolgens zijnop basis van <strong>de</strong>ze analyses per beleidsterre<strong>in</strong> conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen geformuleerdter versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> slagvaardigheid.215In dit afsluiten<strong>de</strong> hoofdstuk presenteert <strong>de</strong> wrr zijn algemene conclusies enaanbevel<strong>in</strong>gen, die <strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke beleidshoofdstukkenoverstijgen. Paragraaf 7.2 gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>g zijngeweest tot het opstellen van dit rapport: <strong>de</strong> forse toename van het aantal lidstatenen <strong>de</strong> daarmee verband hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge diversiteit <strong>in</strong><strong>de</strong> eu. Dit gegeven valt samen met <strong>de</strong> Europese agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van politiek gevoelige,complexe vraagstukken waarover bij consensus wordt besloten. De kans opbeleidsimpasses neemt hierdoor toe. Deze constater<strong>in</strong>g mondt uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> conclusiedat een grondige herbez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g nodig is op <strong>de</strong> governance-metho<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eu.Vervolgens gaat paragraaf 7.3 <strong>in</strong> op <strong>de</strong> voornaamste krachten achter <strong>de</strong> agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan beleidsproblemen en -ambities en <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele oploss<strong>in</strong>gen die tot nogtoe zijn gekozen om te kunnen omgaan met diversiteit. Hieruit blijkt wat <strong>de</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieremedie zal moeten zijn voor <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> diversiteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>:meer <strong>in</strong>stitutionele variatie en differentiatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> strategische <strong>in</strong>zet van <strong>de</strong>beschikbare governance-metho<strong>de</strong>n en beleids<strong>in</strong>strumenten. Paragraaf 7.4 verkentaan <strong>de</strong> hand van illustraties uit <strong>de</strong> beleidshoofdstukken on<strong>de</strong>r welke omstandighe<strong>de</strong>nen via welke modaliteiten <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>, har<strong>de</strong> en zachtebeleidscoörd<strong>in</strong>atie en ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ kunnen bijdragen aan hetversterken van <strong>de</strong> slagvaardigheid. Bovendien geeft <strong>de</strong>ze paragraaf bij elk van diemetho<strong>de</strong>n aan welke materiële en procedurele garanties nodig zijn om eenaantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> legitimiteit en eventuele an<strong>de</strong>re risico’s en ongewenste effectente on<strong>de</strong>rvangen, en <strong>in</strong> hoeverre <strong>de</strong> mogelijkheid tot behartig<strong>in</strong>g van Ne<strong>de</strong>rlandsebelangen is gewaarborgd. Ten slotte gaat paragraaf 7.5 <strong>in</strong> op <strong>de</strong> specifieke consequentiesvan <strong>de</strong>ze governance-vormen voor <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Europese Commissieen <strong>de</strong> nationale parlementen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>.De algemene conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong> paragrafenwor<strong>de</strong>n uitgewerkt, laten zich samenvatten <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stell<strong>in</strong>gen:2161 De historisch ongeken<strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g van het aantal lidstaten valt samen met eensterke toename van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge diversiteit. Tezelf<strong>de</strong>rtijd wor<strong>de</strong>n politiekgevoelige, controversiële vraagstukken Europees geagen<strong>de</strong>erd, waarover veelalmet unanimiteit wordt besloten. Zon<strong>de</strong>r aanpass<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelearrangementen verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> eu. De effectiviteiten <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> zullen hierdoor ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r druk komen.2 De besluitvorm<strong>in</strong>g na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g moet zijn afgestemd op die diversiteit.Institutionele variatie en differentiatie, <strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong> van het strategisch benuttenvan het bre<strong>de</strong> palet aan governance-metho<strong>de</strong>n en beleids<strong>in</strong>strumenten, moetenhierop het antwoord zijn. Die variatie betreft ten eerste het gebruik vanverschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>strumenten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>,waaron<strong>de</strong>r ook <strong>de</strong> ‘har<strong>de</strong>’ vormen van beleidscoörd<strong>in</strong>atie. Daarnaast zijn oppolitiek gevoelige en controversiële on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het Europese beleid <strong>de</strong> zachterevormen van coörd<strong>in</strong>atie en differentiatie onmisbare aanvull<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong>communautaire <strong>in</strong>tegratiemetho<strong>de</strong>. Deze dienen op strategische wijze tewor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet, met <strong>in</strong>achtnem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kansen en risico’s die daaraanverbon<strong>de</strong>n zijn.3 Daar waar (comb<strong>in</strong>aties van) zachte en har<strong>de</strong> beleidscoörd<strong>in</strong>atie en differentiatieweliswaar effectief zijn maar <strong>de</strong> legitimiteit van besliss<strong>in</strong>gen of <strong>de</strong> solidariteittussen <strong>de</strong> lidstaten dreigen te on<strong>de</strong>rgraven, dienen zij zo mogelijk vergezeld tewor<strong>de</strong>n van materiële en procedurele garanties. Een van die procedurele garantiesbetreft een <strong>in</strong>tensievere betrokkenheid van nationale parlementen op specifiekebeleidsterre<strong>in</strong>en en on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het beleidsproces.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7.2 europeaniser<strong>in</strong>g en slagvaardigheid na <strong>de</strong>uitbreid<strong>in</strong>gDe Europese samenwerk<strong>in</strong>g heeft <strong>de</strong> afgelopen vijftig jaar een fundamenteletransformatie on<strong>de</strong>rgaan. Aanvankelijk beperkte <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g zich tot <strong>de</strong>doelstell<strong>in</strong>gen van geopolitieke stabiliser<strong>in</strong>g en sociaal-economische aanpass<strong>in</strong>g.In eeg-verband bestond een vrij hel<strong>de</strong>re notie van wat wel en wat niet tot <strong>de</strong>taken van <strong>de</strong> Gemeenschap behoor<strong>de</strong>. Die taken weerspiegel<strong>de</strong>n dom<strong>in</strong>antemaatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen en nationale preoccupaties: het tot standbrengen van een gemeenschappelijke markt met een me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gs- en externhan<strong>de</strong>ls- en hulpbeleid en een apart beleid voor <strong>de</strong> landbouw. Sociaal beleid (metenige uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen), monetair, immigratie-, buitenlands en veiligheidsbeleidalsme<strong>de</strong> politie- en justitieel optre<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n beschouwd als strikt nationaleverantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. Bovendien beheersten <strong>de</strong> zes lidstaten <strong>de</strong> Europeseagenda, niet <strong>de</strong> Europese Commissie. De Commissie had weliswaar als enige hetrecht van <strong>in</strong>itiatief, maar dat beperkte zich hoofdzakelijk tot regelgeven<strong>de</strong>bevoegdhe<strong>de</strong>n voor het afschaffen van han<strong>de</strong>lsbelemmer<strong>in</strong>gen (negatieve <strong>in</strong>tegratie).Het landbouwbeleid werd <strong>in</strong> belangrijke mate gedom<strong>in</strong>eerd door producentenbelangen.De an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en van positieve <strong>in</strong>tegratie waren afhankelijkvan unanieme overeenstemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> toenmalige Raad van M<strong>in</strong>isters (Mény2001: 31; Scharpf 1997: 50).217S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren tachtig is er sprake van zowel een verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie opbestaan<strong>de</strong> communautaire beleidsterre<strong>in</strong>en als een verbred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gnaar nieuwe beleidsterre<strong>in</strong>en. 1 Daarnaast v<strong>in</strong>dt er een gestage uitbreid<strong>in</strong>gvan het aantal lidstaten plaats. Verschillen<strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten liggen hieraanten grondslag. Ten eerste noopt <strong>de</strong> beperkte effectiviteit van het nationale beleid<strong>in</strong> een zich ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong>tegreren<strong>de</strong> en uitbrei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Europese ruimte steeds vaker totgezamenlijke besluitvorm<strong>in</strong>g en collectief optre<strong>de</strong>n. Deze ontwikkel<strong>in</strong>g houdtverband met <strong>de</strong> schaalvergrot<strong>in</strong>g van economische, sociale en politieke processenon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g en mondiale <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> concurrentie.Ten twee<strong>de</strong> gaat van <strong>de</strong>ze motieven voor samenwerk<strong>in</strong>g een eigen dynamiekuit. Samenwerk<strong>in</strong>g op het ene beleidsterre<strong>in</strong> of -on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el leidt tot <strong>de</strong> wensof noodzaak tot ver<strong>de</strong>re europeaniser<strong>in</strong>g op aanpalen<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en die door <strong>de</strong>zesamenwerk<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n beïnvloed (Mény 2001: 32; Posthumus Meyjes 2001: 4).Door het succes van <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>tegratie gaat van <strong>de</strong>ze processen bovendieneen sterke magneetwerk<strong>in</strong>g uit naar lan<strong>de</strong>n die zich aan <strong>de</strong> buitengrenzen van<strong>de</strong>ze Europese ruimte bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n.Deze dynamiek van verdiep<strong>in</strong>g, verbred<strong>in</strong>g en uitbreid<strong>in</strong>g manifesteert zich opalle vier beleidsterre<strong>in</strong>en van <strong>de</strong> hoofdstukken 3 tot en met 6. Zo heeft het ‘1992-project’ ter verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt samen met <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re liberaliser<strong>in</strong>gvan <strong>in</strong>ternationale kapitaalstromen impulsen gegeven aan <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van eenmonetaire unie on<strong>de</strong>r aanvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ecb (hoofdstuk 3). Voor een goe<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu is <strong>de</strong> behoefte ontstaan tot coörd<strong>in</strong>atie van het begrot<strong>in</strong>gsbeleidvan <strong>de</strong> lidstaten en zelfs hun economische en sociale beleid. De wens om


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie<strong>de</strong> monetaire unie politiek acceptabel te maken <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van hoge werkloosheid,<strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen van een passief naar een activerend nationaalarbeidsmarktbeleid én <strong>de</strong> politieke impulsen van nieuwe lidstaten als Zwe<strong>de</strong>n enF<strong>in</strong>land hebben tevens geleid tot <strong>de</strong> Europese agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het werkgelegenheidsbeleid.Door <strong>de</strong> monetaire unie wordt ook <strong>de</strong> houdbaarheid van pensioenstelselseen ‘gemeenschappelijk aandachtspunt’. De verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternemarkt voor diensten leidt (on<strong>de</strong>r meer door uitspraken van het Europese Hof) totbeperk<strong>in</strong>gen voor nationale gezondheidsstelsels. Overigens lokt <strong>de</strong>ze trend ookweer tegenkrachten uit. Het Hof stelt zich bijvoorbeeld <strong>de</strong> laatste jaren weerterughou<strong>de</strong>nd op ten aanzien van nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaten. Daarnaast is erook een trend tot ‘herreguler<strong>in</strong>g’ zichtbaar, on<strong>de</strong>r meer op het terre<strong>in</strong> van hetmilieu en <strong>de</strong> gezondheid en veiligheid op het werk (hoofdstuk 4).218De <strong>in</strong>terne markt en <strong>de</strong> monetaire unie hebben tevens impulsen gegeven aan <strong>de</strong>europeaniser<strong>in</strong>g van het jbz-beleidsterre<strong>in</strong>. Het doorvoeren van het vrije verkeervan personen maakte nationale grenzen en grensbewak<strong>in</strong>g immers tot verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong><strong>in</strong>strumenten voor het beteugelen van illegale migratie en voor <strong>de</strong> aanpakvan <strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> misdaad. Aanvankelijk bleef <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g sterk<strong>in</strong>tergouvernementeel van karakter vanwege <strong>de</strong> politieke vrees van sommigelidstaten voor vergaan<strong>de</strong> aantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nationale soevere<strong>in</strong>iteit. 2 Inmid<strong>de</strong>lsheeft echter door <strong>de</strong> druk en magneetwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Schengen-groep toch eenge<strong>de</strong>eltelijke verdiep<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g plaatsgevon<strong>de</strong>n, waardoor sprakeis van allerlei hybri<strong>de</strong> vormen van communautair en <strong>in</strong>tergouvernementeelbestuur. De monetaire unie heeft daarnaast geleid tot het Europees agen<strong>de</strong>renvan <strong>de</strong> strijd tegen witwaspraktijken en valsemunterij (hoofdstuk 6).De omwentel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa, <strong>de</strong> crisis <strong>in</strong> Joegoslavië en <strong>de</strong>veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> vs kunnen wor<strong>de</strong>n beschouwd als belangrijke externekrachten achter <strong>de</strong> verbred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>g naar het terre<strong>in</strong>van het gbvb. Doordat <strong>de</strong> eu ’s werelds grootste han<strong>de</strong>lsblok en <strong>de</strong> euro <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> mondiale valuta is, groeit <strong>de</strong> behoefte aan een coherent (diplomatiek,han<strong>de</strong>lspolitiek en militair) optre<strong>de</strong>n en een daadwerkelijk gemeenschappelijkbeleid dat uitgaat van Europese waar<strong>de</strong>n en het bestaan van een Europese i<strong>de</strong>ntiteit(hoofdstuk 5). Door <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g naar Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa, <strong>de</strong> recenteconflicten tussen <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong> vs over het Kyoto-protocol, het InternationaleStrafhof en <strong>de</strong> nog altijd sluimeren<strong>de</strong> onenigheid over <strong>de</strong> biotechnologie en hetlandbouwbeleid wordt <strong>de</strong> eu als het ware gedwongen om een eigen i<strong>de</strong>ntiteit teconstrueren waaraan ze legitimiteit kan ontlenen. 3Deze processen hebben een <strong>de</strong>bat ontketend over <strong>de</strong> bestuurlijke slagvaardigheidvan <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> legitimiteit van het Europese <strong>in</strong>tegratieproces.Volgens sommige betrokkenen <strong>in</strong> dit <strong>de</strong>bat dreigt er <strong>in</strong> het besluitvorm<strong>in</strong>gsstelseleen patstell<strong>in</strong>g te ontstaan, <strong>in</strong> reactie op <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> beleidskloof en het <strong>de</strong>mocratischtekort. Deze zou zowel <strong>de</strong> effectiviteit als <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> eu en <strong>de</strong>nationale (verzorg<strong>in</strong>gs)staten bedreigen (Scharpf 1997; 2001a). An<strong>de</strong>re partijenwijzen er echter op dat <strong>de</strong> opeenvolgen<strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>gen weliswaar steeds alarme-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieren<strong>de</strong> scenario’s over permanente impasses en ‘erosie’ van verworvenhe<strong>de</strong>nhebben voortgebracht, maar dat <strong>de</strong> eu er ook <strong>in</strong> samenspraak met an<strong>de</strong>re Europeseen mondiale regimes vaak won<strong>de</strong>rwel <strong>in</strong> is geslaagd <strong>de</strong>rgelijke <strong>in</strong>terneproblemen te overw<strong>in</strong>nen. Het zich gelijktijdig aandienen van <strong>de</strong>adlock en toenemen<strong>de</strong>diversiteit blijkt <strong>de</strong> motor te zijn achter <strong>de</strong> dynamiek van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, zoconclu<strong>de</strong>ren zij (Héritier 1999; Wallace 2000).Voor <strong>de</strong> relatief recent geëuropeaniseer<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en die <strong>in</strong> dit rapport zijnon<strong>de</strong>rzocht, doemen volgens <strong>de</strong> wrr enkele specifieke dilemma’s op. De politiekegevoeligheid en <strong>de</strong> complexiteit van <strong>de</strong> problemen zijn groot (<strong>in</strong>terne enexterne veiligheid, asiel, immigratie, macro- en micro-economische coörd<strong>in</strong>atie),maar <strong>de</strong> Europese ‘beleidsvraag’ en -dynamiek zijn fl<strong>in</strong>k gegroeid. Aangeziennaast <strong>de</strong> nationale gevoelighe<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> verschillen <strong>in</strong> nationale stelsels, ontwikkel<strong>in</strong>genen voorkeuren op <strong>de</strong>ze terre<strong>in</strong>en groot zijn, stuit het uitbrei<strong>de</strong>n vanbesluitvorm<strong>in</strong>g bij gekwalificeer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid steeds vaker op grenzen, net alshet versterken van <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> Europese Commissie <strong>in</strong> het beleidsproces.De formele besluitvorm<strong>in</strong>g op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>ze nieuwe beleidsterre<strong>in</strong>enverloopt hierdoor nog hoofdzakelijk via processen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad dom<strong>in</strong>eert, <strong>de</strong>Commissie een beperkte rol speelt en unanieme overeenstemm<strong>in</strong>g noodzakelijkis (Scharpf 1997; 2001a). Het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van consensus kost veel tijd, is met forseonzekerheid omgeven en levert vaak uitkomsten op die verre van optimaal zijn.Het beleidsproces is daarnaast complex, ondoorzichtig en naar b<strong>in</strong>nen gekeerd.Het onttrekt zich veelal aan <strong>de</strong> publieke controle en ook nationale parlementenhebben er slechts <strong>in</strong> beperkte mate zicht en <strong>in</strong>vloed op (Wallace 2000: 533).Deze comb<strong>in</strong>atie van toenemen<strong>de</strong> diversiteit b<strong>in</strong>nen een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> van 25 ofmeer lidstaten en snelle europeaniser<strong>in</strong>g op politiek gevoelige beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenon<strong>de</strong>rstreept <strong>de</strong> noodzaak van ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke en <strong>in</strong>stitutionele bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g. Ineen diverser wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> die <strong>de</strong> kernvraagstukken van <strong>de</strong> traditionele staatssoevere<strong>in</strong>iteitraakt – welvaart, welzijn, grenzen en veiligheid–, is <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g vanhet han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen een precaire maar dr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> opgave. Institutionele variatieen differentiatie bie<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> wrr vooralsnog mogelijkhe<strong>de</strong>n om hetvermogen tot slagvaardig optre<strong>de</strong>n op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te versterken. Voorwaar<strong>de</strong> is weldat er garanties wor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> eventuele negatieve effecten daarvan voorlidstaten en <strong>in</strong>dividuen beperken (stell<strong>in</strong>g 1 en 2).219Deze aanpak laat onverlet dat ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> eu gewenstzijn. De grondige voorbereid<strong>in</strong>g en reflectie hierop via <strong>de</strong> Conventie en <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong>igc zullen echter een proces van lange a<strong>de</strong>m zijn. De eerste resultatendaarvan kunnen pas geruime tijd na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g en alleen bij unanieme <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> lidstaten wor<strong>de</strong>n verwacht. Al <strong>in</strong> <strong>de</strong> aanloop daarnaartoe dient eensystematische afweg<strong>in</strong>g te wor<strong>de</strong>n gemaakt welke <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>strumentengeschikt zijn om prioritaire beleidsproblemen aan te pakken.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7.3 omgaan met diversiteit220De wrr hanteert <strong>in</strong> dit rapport het analytische uitgangspunt dat het beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong>eu via uiteenlopen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsstrategieën totstandkomt. Het besef dat <strong>de</strong>afstemm<strong>in</strong>g van nationaal beleid of collectief optre<strong>de</strong>n gewenst is, staat aan hetbeg<strong>in</strong> van een reeks van <strong>in</strong>stitutionele keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n die beleidsmakers <strong>in</strong>pr<strong>in</strong>cipe allerlei uiteenlopen<strong>de</strong> strategieën biedt. Door zich rekenschap te gevenvan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en begrenz<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>stitutionele opties op <strong>de</strong>beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, kunnen ze <strong>de</strong> noodzaak tot gezamenlijke probleemoploss<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> realiteit van toenemen<strong>de</strong> heterogeniteit beter met elkaar verzoenen.Hoewel eer<strong>de</strong>r gemaakte <strong>in</strong>stitutionele keuzen uiteraard sterk van <strong>in</strong>vloed zijn ophun speelruimte, zijn er wel <strong>de</strong>gelijk marges voor <strong>in</strong>stitutioneel experimenterenen <strong>in</strong>noveren. De (sub)nationale overhe<strong>de</strong>n spelen <strong>in</strong> dit proces niet bij voorbaateen passieve rol als ontvangers van uniform Brussels beleid waaraan ze hun<strong>in</strong>stituties en wetgev<strong>in</strong>g maar moeten aanpassen (Bomberg en Peterson 2000: 3).Zij kunnen <strong>de</strong> eigen (b<strong>in</strong>nenlands)politieke <strong>in</strong>stitutionele voorkeuren, mo<strong>de</strong>llen,i<strong>de</strong>eën en vraagstukken ook ‘van on<strong>de</strong>rop’ exporteren naar <strong>de</strong> Europese arena.Via bei<strong>de</strong> routes kunnen nieuwe <strong>in</strong>stitutionele comb<strong>in</strong>aties ontstaan ter versterk<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> slagvaardigheid bij een toenemen<strong>de</strong> diversiteit.Zoals <strong>de</strong> beleidshoofdstukken <strong>in</strong> dit rapport illustreren, zijn <strong>de</strong> lidstaten enEuropese <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen tot nog toe creatief omgegaan met <strong>de</strong>ze diversiteit.Vergaan<strong>de</strong> verschillen <strong>in</strong> opvatt<strong>in</strong>gen en belangen wor<strong>de</strong>n geaccommo<strong>de</strong>erd doorhet sluiten van package <strong>de</strong>als (monetaire eenword<strong>in</strong>g en cohesiebeleid), doorissue l<strong>in</strong>kage (macro-economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> emu-verband en werkgelegenheidsbeleid)en <strong>in</strong>stitutionele vernieuw<strong>in</strong>g (Europol, Eurojust, Stabiliteits- engroeipact, ees). An<strong>de</strong>re beproef<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n zijn het veran<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsarena(<strong>de</strong> Contactgroep voor <strong>de</strong> Balkan, het ‘Schengen-laboratorium’)en het wijzigen van <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsregels (<strong>de</strong> aparte besluitvorm<strong>in</strong>gstrajectenvoor asiel- en vluchtel<strong>in</strong>genbeleid, <strong>de</strong> noodremclausule en <strong>de</strong> gemeenschappelijkestrategie van het gbvb). Bovendien is het aantal <strong>in</strong>formele contacten enprocedures toegenomen. Veelal wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze arrangementen on<strong>de</strong>rsteund door<strong>in</strong>strumenten zoals ka<strong>de</strong>rrichtlijnen, we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g, overgangstermijnen,opt-outs en geografische uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbepal<strong>in</strong>gen. Het patroon is er een vantoenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele variatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> en hetgebruik van verschillen<strong>de</strong> vormen van coörd<strong>in</strong>atie en differentiatie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratienaar tijd, ruimte, beleidsdoelen en -<strong>in</strong>strumenten.De meeste recente, grote <strong>in</strong>itiatieven tot verbred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese samenwerk<strong>in</strong>gnaar nieuwe beleidsterre<strong>in</strong>en zijn dus totstandgekomen via een zoekprocesdat beg<strong>in</strong>t bij het besef dat bepaal<strong>de</strong> problemen zoals bijvoorbeeld marktverstoren<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge wisselkoersschommel<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> toestroom vanasielzoekers, <strong>de</strong> strijd tegen het terrorisme en het waarborgen van <strong>de</strong> externeveiligheid, soms effectiever kunnen wor<strong>de</strong>n opgelost op basis van een gezamenlijkeEuropese aanpak. Samenwerk<strong>in</strong>gsmotieven lei<strong>de</strong>n niet onmid<strong>de</strong>llijk en automatischtot <strong>de</strong> vraag of wel of niet zal wor<strong>de</strong>n overgegaan tot communautariser<strong>in</strong>g.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieBehalve <strong>de</strong> keuze: ‘gemeenschapsmetho<strong>de</strong>, ja of nee?’ zijn er alternatieve <strong>in</strong>stitutionelemechanismen voorhan<strong>de</strong>n, b<strong>in</strong>nen of buiten <strong>Unie</strong>verband, met of zon<strong>de</strong>ralle lidstaten, en kan wor<strong>de</strong>n geëxperimenteerd met nieuwe <strong>in</strong>stitutionele oploss<strong>in</strong>gen.Tegelijkertijd illustreren <strong>de</strong> analyses uit <strong>de</strong> beleidshoofdstukken dat <strong>in</strong>stitutioneelvernuft en creativiteit alleen niet bepalend zijn voor <strong>de</strong> toekomstige slagvaardigheidvan <strong>de</strong> eu. M<strong>in</strong>stens zo belangrijk is het vermogen van <strong>de</strong> betrokkenbeleidsmakers om een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te maken van <strong>de</strong> meest urgente opgaven waarmee<strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> eu zal wor<strong>de</strong>n geconfronteerd. Het is dan ook nadrukkelijkvia <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke opgaven dat <strong>de</strong> wrr tot zijn conclusies enbeleidsaanbevel<strong>in</strong>gen is gekomen. In grote lijnen vallen <strong>de</strong>ze vraagstukken on<strong>de</strong>rdrie algemene noemers. Een eerste cluster betreft <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> ‘doorgangsproblematiek’,die zowel op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> monetaire unie als op dat van jbzspeelt. Dit vraagstuk dw<strong>in</strong>gt tot het bepalen van <strong>de</strong> condities en criteria op grondwaarvan lidstaten <strong>de</strong> overstap willen en mogen maken naar volledige <strong>de</strong>elnameaan <strong>de</strong> monetaire unie, respectievelijk <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase van het grensregime vanSchengen. Een twee<strong>de</strong> cluster van opgaven betreft <strong>de</strong> noodzaak tot het versterkenvan het Europese han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen voor het aanpakken van gemeenschappelijkevraagstukken die zich b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu afspelen. Daartoe behoren on<strong>de</strong>r meer<strong>de</strong> noodzaak van het op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aanpassen van <strong>de</strong> macro-economischebeleidsvoer<strong>in</strong>g ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van het monetaire beleid en het vergroten van<strong>de</strong> slagvaardigheid op sociaal- en werkgelegenheidsterre<strong>in</strong> en <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> politiëleen justitiële samenwerk<strong>in</strong>g. Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> cluster, ten slotte, dat groten<strong>de</strong>els voortvloeituit samenwerk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en en daar dan ook nauw meeverbon<strong>de</strong>n is, betreft het Europese han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvermogen om externe eu-problemenop te lossen. Het gaat hier met name om het verbeteren van <strong>de</strong> slagvaardigheid<strong>in</strong>zake het buitenlands- en veiligheidsbeleid en <strong>de</strong> externe component vanhet asiel- en immigratiebeleid.221In <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, die wordt geconfronteerd met grote <strong>in</strong>terne en externeopgaven, is meer variatie vereist bij <strong>de</strong> keuze van beleids<strong>in</strong>strumenten, besluitvorm<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>nen nationale on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvaardighe<strong>de</strong>n (stell<strong>in</strong>g 2). Wordt diemogelijkheid onvoldoen<strong>de</strong> benut, bijvoorbeeld doordat er systematisch zware drukwordt uitgeoefend op lidstaten om zich op <strong>de</strong> meest gevoelige dossiers te conformerenaan meer<strong>de</strong>rheidsbesluiten, of doordat gekozen wordt voor onnodig uniformeren<strong>de</strong>regels en wetgev<strong>in</strong>g, dan bestaat het risico dat <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratiesteeds vaker zal wor<strong>de</strong>n bepaald door <strong>de</strong> traagste lidstaat. Bovendien zal dit kunnenlei<strong>de</strong>n tot een vicieuze cirkel van implementatietekorten, afnemend on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gvertrouwen en afnemen<strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit.De wrr beschouwt <strong>in</strong>novatieve vormen van har<strong>de</strong> en zachte coörd<strong>in</strong>atie en differentiatieals onmisbare aanvull<strong>in</strong>gen op het bestaan<strong>de</strong> arsenaal van communautairemetho<strong>de</strong>n; hij pleit voor een strategisch gebruik daarvan. Met strategischbedoelt hij: reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> specifieke omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zemetho<strong>de</strong>n tot slagvaardig beleid kunnen lei<strong>de</strong>n. Dit vergt een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van:


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie• <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n als aanvull<strong>in</strong>g op, ofvervang<strong>in</strong>g van het bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumentarium, dan wel als uiterste mid<strong>de</strong>l;• <strong>de</strong> algehele dynamiek (<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g en -termijn) en <strong>de</strong> kansen enrisico’s van <strong>de</strong> centripetale en centrifugale effecten van <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n;• <strong>de</strong> noodzaak van garanties voor lidstaten en/of hun burgers voor het on<strong>de</strong>rvangenvan <strong>de</strong>ze risico’s.In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraaf wordt <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>neerlijn ver<strong>de</strong>r uitgewerkt.7.4 <strong>in</strong>stitutionele variatie, coörd<strong>in</strong>atie en differentiatie222Zoals hiervoor is gesteld, beschouwt <strong>de</strong> wrr <strong>in</strong>novatieve vormen van har<strong>de</strong> enzachte coörd<strong>in</strong>atie en differentiatie als onmisbare aanvull<strong>in</strong>gen op het bestaan<strong>de</strong>arsenaal van communautaire besluitvorm<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n. Deze paragraafbespreekt achtereenvolgens uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele variaties b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>communautaire metho<strong>de</strong> (subpar. 7.4.1), har<strong>de</strong> en zachte coörd<strong>in</strong>atievormen(subpar. 7.4.2) en vormen van ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ (subpar. 7.4.3). In <strong>de</strong>voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken is gebleken dat ook comb<strong>in</strong>aties van <strong>de</strong>ze governancevariantenkunnen wor<strong>de</strong>n toegepast. Afhankelijk van <strong>de</strong> beleidscontext zijnbepaal<strong>de</strong> vormen van zachte coörd<strong>in</strong>atie ten behoeve van <strong>de</strong> controle op <strong>de</strong>beleidsimplementatie bijvoorbeeld verenigbaar met <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>,en ook <strong>de</strong> ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ kan <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe zowel b<strong>in</strong>nen als buiten <strong>de</strong>communautaire context wor<strong>de</strong>n toegepast.7.4.1 variatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>De i<strong>de</strong>aaltypische communautaire metho<strong>de</strong> heeft als wezenskenmerk dat <strong>de</strong>Commissie als enige het recht van <strong>in</strong>itiatief heeft om voorstellen te formuleren(‘wikt’) en <strong>de</strong> wetgever (<strong>de</strong> Raad/het Europees Parlement) uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk beschikt.In hoofdstuk 2 is <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> waargenomen dat <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> <strong>in</strong> feite eenreeks van han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsstrategieën kent met telkens verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneleopties. Hoewel <strong>de</strong> vorm van samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd is, variëren <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> actoren (zoals <strong>de</strong> Commissie en <strong>de</strong> lidstaten), het gehanteer<strong>de</strong><strong>in</strong>strumentarium en <strong>de</strong> mate van participatie van <strong>de</strong> lidstaten. De klassiekegemeenschapsmetho<strong>de</strong> beslaat nog altijd een fl<strong>in</strong>k <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> dagelijkse gangvan zaken <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu. Het betreft wetgev<strong>in</strong>gs- en besluitvorm<strong>in</strong>gsprocedures diem<strong>in</strong> of meer rout<strong>in</strong>ematig en soepel kunnen verlopen. Dat geldt bijvoorbeeldvoor veel economische beleidsvragen en -on<strong>de</strong>rwerpen van <strong>de</strong> eerste pijler dieniet <strong>in</strong> dit rapport aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn gesteld (met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu).Toch is ook b<strong>in</strong>nen het m<strong>in</strong> of meer klassieke, technisch-economische en juridischedome<strong>in</strong> van <strong>de</strong> eerste pijler gaan<strong>de</strong>weg sprake van een toenemen<strong>de</strong> variatieb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> en nieuwe metho<strong>de</strong>n van governance buiten<strong>de</strong> gemeenschapska<strong>de</strong>rs. Deze variatie is <strong>de</strong>els verklaarbaar uit <strong>de</strong> noodzaak ommet <strong>de</strong> alsmaar toenemen<strong>de</strong> diversiteit om te gaan. Deels is <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gook het gevolg van een parallelle strategie van nationale lidstaten die erop isgericht <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> eu-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen te bewaken, ondanks <strong>de</strong> toename


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unievan het aantal Europese beleidstaken, en tegelijkertijd uit overweg<strong>in</strong>gen van legitimiteiteen nationale stem te blijven behou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> dagelijkse politieke gangvan zaken (Wessels 2001). Een vogelvlucht langs verschillen<strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>itiatievenillustreert <strong>de</strong>ze parallelle processen b<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> eerste pijler.Markt<strong>in</strong>tegratieDe klassieke communautaire metho<strong>de</strong> past vrij goed bij <strong>de</strong> algemeen on<strong>de</strong>rschrevenpr<strong>in</strong>cipes van negatieve markt<strong>in</strong>tegratie en <strong>de</strong> uitwerk<strong>in</strong>g daarvan <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g(Dehousse 2002). Alle lidstaten kunnen zich van tevoren committerenaan het e<strong>in</strong>ddoel: het collectieve goed <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne markt. Hoewel erherver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gseffecten optre<strong>de</strong>n, is het liberaliser<strong>in</strong>gsproces betrekkelijk oncontroversieelen legitiem, beschikken <strong>de</strong> nationale verzorg<strong>in</strong>gsstaten over f<strong>in</strong>anciëlemid<strong>de</strong>len voor compensatie en biedt het Hof <strong>de</strong> directe betrokkenen juridischezekerheid. Bij vormen van positieve markt<strong>in</strong>tegratie, zoals bijvoorbeeld sommigeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het sociale en milieubeleid en <strong>de</strong> consumentenbescherm<strong>in</strong>g,wordt het al gecompliceer<strong>de</strong>r en politiek gevoeliger. De reguler<strong>in</strong>g van netwerk<strong>in</strong>dustrieënen <strong>de</strong> controle op <strong>de</strong> voedselveiligheid zijn hiervan treffen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n(Majone en Everson 2001). Hoewel het doel van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g kanwor<strong>de</strong>n omschreven als het on<strong>de</strong>rvangen van negatieve externe effecten, zijn <strong>de</strong>welvaartseffecten ervan op <strong>de</strong> lange termijn niet eenduidig. Bovendien kan <strong>de</strong>sociaal-economische diversiteit tussen <strong>de</strong> lidstaten lei<strong>de</strong>n tot onevenredig zwarelasten voor groepen on<strong>de</strong>rnemers, arbei<strong>de</strong>rs en consumenten <strong>in</strong> sommige sectorenof lidstaten. Daar komt nog bij dat veel externe effecten zich nationaal, regionaalof lokaal manifesteren, omdat <strong>de</strong> nationale stelsels en <strong>in</strong>stituties sterkverschillen. Op nationaal niveau kunnen <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>stituties rekenen op een grotemate van legitimiteit; van <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>stituties zoals het Europees Parlementen <strong>de</strong> Europese Commissie is die legitimiteit lang niet altijd gegaran<strong>de</strong>erd.Door al <strong>de</strong>ze factoren wordt <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g over collectief optre<strong>de</strong>n en gezamenlijkeregelgev<strong>in</strong>g lastiger, is <strong>de</strong> ruimte voor beleidsconvergentie beperkteren is souplesse <strong>in</strong> <strong>de</strong> implementatie noodzakelijk. Dit besef is <strong>in</strong> kr<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>lidstaten en <strong>de</strong> Commissie bij tijd en wijle op <strong>de</strong> achtergrond geraakt.Hierdoor verwor<strong>de</strong>n zelfs ka<strong>de</strong>rrichtlijnen soms tot zeer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>, onhan<strong>de</strong>lbareen <strong>in</strong>effectieve voorschriften.223Het is dan ook niet voor niets dat <strong>de</strong> laatste jaren <strong>de</strong> variatie aan regelgev<strong>in</strong>gs- enimplementatiemetho<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eerste, communautaire pijler sterk isgegroeid. Ten eerste wordt er veel meer gewerkt met we<strong>de</strong>rzijdse erkenn<strong>in</strong>g enm<strong>in</strong>imumharmonisatie (on<strong>de</strong>r meer door het vaststellen van gezamenlijke doelstell<strong>in</strong>gen).Ten twee<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n met name voor regelgev<strong>in</strong>gs- en uitvoer<strong>in</strong>gsvraagstukkenwaarover grote onzekerheid bestaat en waarover geen eenduidige<strong>in</strong>terpretatie voorhan<strong>de</strong>n is, vaker bevoegdhe<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>legeerd naar agentschappenen private standaardiser<strong>in</strong>gs- en certificer<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervanzijn maatregelen <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> voedselveiligheid of genetisch gemodificeer<strong>de</strong> organismen.Ten slotte creëert ook <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> comitologie meer speelruimtevoor een procesmatige aanpak van beleidsvraagstukken. Het gaat hierbij om eenproces waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Commissie samen met ambtenaren en <strong>de</strong>skundigen


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieuit <strong>de</strong> lidstaten <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere commissies besluiten neemt over uitvoer<strong>in</strong>gsmaatregelen.Met <strong>de</strong>rgelijke <strong>in</strong>stitutionele varianten moet <strong>de</strong> scheid<strong>in</strong>g tussenEuropese wetgev<strong>in</strong>g en nationale uitvoer<strong>in</strong>g, die juist voor sommige reguler<strong>in</strong>gsvraagstukkenzo problematisch is, wor<strong>de</strong>n overbrugd.224Tegelijkertijd staan ook <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>stitutionele varianten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautairemetho<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatste jaren aan toenemen<strong>de</strong> kritiek bloot. Enerzijds richt <strong>de</strong> kritiekzich op het feit dat steeds meer belangrijke besluiten wor<strong>de</strong>n genomen doorexperts en ambtenaren <strong>in</strong> plaats van gekozen politici, waardoor <strong>de</strong> transparantieen <strong>de</strong> <strong>in</strong>put-legitimiteit beperkt blijven. An<strong>de</strong>rzijds is er kritiek op <strong>de</strong> consequentiesvan <strong>de</strong>rgelijke commissies en agentschappen voor <strong>de</strong> coherentie van hetbeleid. Zon<strong>de</strong>r voldoen<strong>de</strong> toezicht en centrale regie kan sectoraal beleid sterkverkokerd raken. Hoewel dit probleem zou noodzaken tot meer directe bevoegdhe<strong>de</strong>nvoor <strong>de</strong> Commissie op het gebied van <strong>de</strong> implementatie en <strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>g ofeen meer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>re omschrijv<strong>in</strong>g van nationale bestuurlijke verplicht<strong>in</strong>gen,is <strong>de</strong> speelruimte hiervoor op veel terre<strong>in</strong>en beperkt (Geelhoed 2001).Meer centralisatie stuit op een gebrek aan f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len, kennis en expertiseen op weerstand van (nationale) actoren, terwijl meer Europese implementatievoorschriftendoor veel nationale overhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verworpen als eenongewenste <strong>in</strong>meng<strong>in</strong>g die bovendien onvoldoen<strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g houdt met <strong>in</strong>dividueleomstandighe<strong>de</strong>n (wrr 2002b; Dehousse 2002; Lebessis en Paterson 1997).Ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> meer gevestig<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en van <strong>de</strong> eerste pijler nopen veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> <strong>de</strong> beleidsomgev<strong>in</strong>g dus vaker tot het gebruiken van aanvullen<strong>de</strong>, flexibelevormen van governance die <strong>de</strong> effectiviteit vergroten en tegelijkertijd legitiemerzijn.Monetaire eenword<strong>in</strong>gIn vergelijk<strong>in</strong>g met eer<strong>de</strong>re economische <strong>in</strong>tegratieprojecten verloopt het emuprojectvele malen moeizamer. De motieven voor samenwerk<strong>in</strong>g lopen sterkuiteen. Er is onenigheid over het e<strong>in</strong>ddoel: wordt dat een politieke unie, eenconfe<strong>de</strong>ratie of een Europese economische reger<strong>in</strong>g? Er zijn i<strong>de</strong>ologischeverschillen, er is een gebrekkig zicht op <strong>de</strong> welvaartseffecten en er bestaat <strong>de</strong>vrees voor een grote aantast<strong>in</strong>g van nationale <strong>in</strong>stituties. Voor drie van <strong>de</strong> 15lidstaten geven <strong>de</strong>ze overweg<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> doorslag om niet aan Euroland <strong>de</strong>el tenemen. Omwille van <strong>de</strong> geloofwaardigheid kiezen <strong>de</strong> lidstaten die wel <strong>de</strong>elnemenunaniem voor het <strong>de</strong>legeren van bevoegdhe<strong>de</strong>n over het monetaire beleidaan een onafhankelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> ecb. Deze organisatie is belast met hetbewaken van het collectieve goed, <strong>de</strong> prijsstabiliteit b<strong>in</strong>nen Euroland.Maar on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g ontbreekt het <strong>de</strong> lidstaten vooralsnog aan overeenstemm<strong>in</strong>g over<strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> afstemm<strong>in</strong>g van het f<strong>in</strong>ancieel-economische, economische ensociaal-economische beleid nodig en wenselijk is. Bovendien zijn ook hun ‘objectieve’sociaal-economische verschillen zeer groot. Daardoor zal <strong>de</strong> centralisatievan het beleid waarschijnlijk eer<strong>de</strong>r averechtse resultaten hebben en zal zij alspolitiek volstrekt niet legitiem wor<strong>de</strong>n beschouwd (Geelhoed 2001: 372).Har<strong>de</strong> en zachte vormen van economische beleidscoörd<strong>in</strong>atie kunnen on<strong>de</strong>r dieomstandighe<strong>de</strong>n metho<strong>de</strong>n van governance aanreiken waarvan het netto-effect


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie(<strong>in</strong> termen van stabiliteit, geloofwaardigheid en verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van negatieveexterne effecten) positief is. Hoe hard die coörd<strong>in</strong>atie moet zijn, hangt af van <strong>de</strong>specifieke doelstell<strong>in</strong>gen van het coörd<strong>in</strong>atieproces. Of het wenselijk is dat hetproces uitmondt <strong>in</strong> gemeenschappelijk Europees beleid, moet van geval tot gevalwor<strong>de</strong>n bekeken (zie subpar. 7.4.2).Interne en externe veiligheidHoewel <strong>de</strong> wrr een voorstan<strong>de</strong>r is van een sterker gbvb en evdb, is dui<strong>de</strong>lijkdat <strong>de</strong> diversiteit van nationale preferenties die voortvloeit uit verschillen <strong>in</strong>geografische oriëntaties, veiligheidspolitieke tradities en ambities vooralsnog tegroot is om op <strong>de</strong> korte termijn te komen tot een daadwerkelijk gemeenschappelijk,coherent en slagvaardig beleid. Ten aanzien van <strong>de</strong> externe veiligheid erkentook <strong>de</strong> Commissie met zoveel woor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> ruimte voor Europabre<strong>de</strong> communautariser<strong>in</strong>gbeperkt is. Indien sommige lidstaten bij herhal<strong>in</strong>g zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>noverstemd, zou dat immers <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong>besluiten zwaar on<strong>de</strong>r druk zetten. Deze realiteit impliceert dat het versterken van<strong>de</strong> slagvaardigheid alleen via variabele arrangementen tot stand zal kunnen komen.Behalve van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> optie van ad hoc-flexibiliteit via constructieve onthoud<strong>in</strong>gzou meer gebruik kunnen wor<strong>de</strong>n gemaakt van kle<strong>in</strong>ere contactgroepen,(besloten) coörd<strong>in</strong>atie te behoeve van <strong>de</strong> militaire plann<strong>in</strong>g en ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van <strong>de</strong> toekomstige Europese <strong>in</strong>terventiemacht (zie subpar.7. 4.2 en 7.4.3).225Een gebrek aan consensus kenmerkt ook <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op jbz-terre<strong>in</strong>.Dat geldt met name voor <strong>de</strong> politiële en <strong>de</strong> justitiële samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> strafzaken,die zich aan <strong>de</strong> meest gevoelige kant van het Europese beleidsspectrum bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n.On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g wantrouwen tussen <strong>de</strong> lidstaten en sterk nationaal bepaal<strong>de</strong> voorkeurenmaken dat <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g hierover voorlopig nog plaatsv<strong>in</strong>dt bij unanimiteit.De Commissie en <strong>de</strong> lidstaten hebben naast <strong>de</strong> Raad het me<strong>de</strong>-<strong>in</strong>itiatiefrechtvoor wetgev<strong>in</strong>g. Het beleidsproces wordt echter gedom<strong>in</strong>eerd door <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet vanzachte <strong>in</strong>strumenten. Deze zijn bedoeld om <strong>de</strong> lidstaten op <strong>in</strong>formele wijze <strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n voor ver<strong>de</strong>re samenwerk<strong>in</strong>g te laten aftasten. Het communautariserenvan <strong>de</strong>ze beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zou <strong>de</strong> effectiviteit ervan zeker kunnen vergroten.Ook zou daardoor het juridische dan wel <strong>de</strong>mocratische toezicht op <strong>de</strong><strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen verbeteren. Maar <strong>de</strong> communautariser<strong>in</strong>g zal <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk eer<strong>de</strong>raverechts werken als het we<strong>de</strong>rzijds wantrouwen aanhoudt. Lidstaten zullengeneigd zijn zich aan hun verplicht<strong>in</strong>gen te onttrekken. On<strong>de</strong>r die omstandighe<strong>de</strong>nkan volgens <strong>de</strong> wrr beter wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet op ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’tussen lidstaten die bepaal<strong>de</strong> beleidsdoelstell<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>len en voldoen<strong>de</strong> vertrouwen<strong>in</strong> elkaars stelsels hebben. Hun samenwerk<strong>in</strong>g zou kunnen fungeren als laboratoriumvoor het ontwikkelen van normen en procedures ten behoeve van <strong>de</strong> Ruimtevan vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Dat geldt echter niet voor het asielbeleid.Het collectieve goed van een veilige haven voor vluchtel<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n kan alleen totstandkomen via uniform beleidsoptre<strong>de</strong>n van alle lidstatentezamen en on<strong>de</strong>r toezicht van <strong>de</strong> Commissie en het Hof (zie subpar. 7.4.2).


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie226Uit <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> vogelvlucht langs <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beleidsvraagstukken blijktdat aan <strong>de</strong> noodzaak of wens tot ver<strong>de</strong>re Europese samenwerk<strong>in</strong>g op belangrijkepolitieke terre<strong>in</strong>en alleen tegemoet kan wor<strong>de</strong>n gekomen met behulp vannieuwe, onorthodoxe of aanvullen<strong>de</strong> manieren van governance. Dui<strong>de</strong>lijk is ookdat door <strong>de</strong> verbred<strong>in</strong>g van het Europese takenpakket naar meer controversiëlebeleidsterre<strong>in</strong>en <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> effectiviteit en <strong>de</strong> <strong>in</strong>put-legitimiteit vanmetho<strong>de</strong>n van governance toeneemt. Welke metho<strong>de</strong> van governance het meestgeschikt is, kan dus niet alleen op grond van zuiver functionele overweg<strong>in</strong>genwor<strong>de</strong>n vastgesteld. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk betreft het een politieke afweg<strong>in</strong>g. De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong>factoren blijken een re<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>dicatie te kunnen geven van <strong>de</strong> haalbaarheidvan <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>n en – bij implicatie – van <strong>de</strong> speelruimtevoor alternatieve en/of aanvullen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n van governance:1 <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> het samenwerk<strong>in</strong>gsmotief aanleid<strong>in</strong>g is tot collectief Europeesoptre<strong>de</strong>n via een regime voor juridisch b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g en/of regelgev<strong>in</strong>g;2 <strong>de</strong> mate van politiek gewicht, omstre<strong>de</strong>nheid en gevoeligheid van het vraagstukof samenwerk<strong>in</strong>gmotief;3 <strong>de</strong> mate van heterogeniteit van betrokken (sub)nationale <strong>in</strong>stituties;4 het politieke en economische klimaat.Als <strong>de</strong> lidstaten het erover eens zijn dat <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len van systematisch, aanregels gebon<strong>de</strong>n collectief Europees optre<strong>de</strong>n opwegen tegen <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len van hetverlies aan speelruimte voor afwijken<strong>de</strong> nationale beleidsdoelstell<strong>in</strong>gen, is <strong>de</strong>kans groter dat variatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> uitkomst biedt.Dit veron<strong>de</strong>rstelt echter wel een m<strong>in</strong>imum aan ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> preferenties en beleidsvisies,we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen en samenwerk<strong>in</strong>gservar<strong>in</strong>g en een zekere mate vanhomogeniteit van (sub)nationale <strong>in</strong>stituties. Naarmate een beleidson<strong>de</strong>rwerpmeer on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g verschillen<strong>de</strong> standpunten oproept, politiek gevoeliger ligt en <strong>de</strong>verschillen tussen <strong>de</strong> betrokken nationale <strong>in</strong>stituties accentueert, zal <strong>de</strong> haalbaarheidvan <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> voor Europabre<strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie ger<strong>in</strong>ger zijn.Ook laten <strong>de</strong> beleidshoofdstukken zien dat het politieke en economische klimaaten <strong>de</strong> tijdsdimensie van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> preferenties voor en <strong>de</strong> haalbaarheidvan uiteenlopen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n van governance. Illustratief is <strong>de</strong> roep om meereconomische beleidscoörd<strong>in</strong>atie s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> recente verslechter<strong>in</strong>g van het economischtij <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste Europese lidstaten. Aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorspoed verbloemt <strong>de</strong>macro-economische en structurele tekortkom<strong>in</strong>gen. Bovendien zijn politic<strong>in</strong>ogal eens geneigd <strong>de</strong> economische groei als een eigen, nationaal succes tepresenteren. Tij<strong>de</strong>ns recessies wordt macro-economische beleidscoörd<strong>in</strong>atiesoms weer aantrekkelijk (Jacquet en Pisani-Ferry 2001: 6). Kortom, het strategischbenutten van nieuwe vormen van governance naast <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>nvergt van beleidsmakers en nationale on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>laars dat zij oog hebben voor‘w<strong>in</strong>dows of opportunity’ en voor het evolutionaire karakter van <strong>de</strong>ze verschillen<strong>de</strong>metho<strong>de</strong>n.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7.4.2 har<strong>de</strong> en zachte coörd<strong>in</strong>atievormenIn hoofdstuk 2 is al vermeld dat strikt gesproken een on<strong>de</strong>rscheid moet wor<strong>de</strong>ngemaakt tussen enerzijds <strong>de</strong> har<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van het begrot<strong>in</strong>gsbeleidvan <strong>de</strong> emu, en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> veelal zachtere coörd<strong>in</strong>atievormen zoals <strong>de</strong>ocm. De eerste valt te kenschetsen als een governance-variant b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>communautaire metho<strong>de</strong>, terwijl <strong>de</strong> overige vormen daarbuiten vallen.Niettem<strong>in</strong> zullen <strong>de</strong>ze varianten omwille van <strong>de</strong> vergelijkbaarheid hier tochtezamen wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld.‘De’ coörd<strong>in</strong>atie, zo bleek uit <strong>de</strong> beleidshoofdstukken, omvat een heel scala aanmeer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r zachte en open metho<strong>de</strong>n van governance met algemene of specifiekedoelstell<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> sterk verschillen<strong>de</strong> contexten wor<strong>de</strong>n toegepast.Aan elk van die metho<strong>de</strong>n ligt een reeks van samenwerk<strong>in</strong>gmotieven en <strong>in</strong>stitutionelekeuzemogelijkhe<strong>de</strong>n ten grondslag, terwijl ook <strong>de</strong> dynamiek ervan sterkvarieert. Dit noopt tot het verkennen van <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze coörd<strong>in</strong>atievarianteneffectief en legitiem zijn. Juist op dit punt manifesteert zichnogal eens een <strong>in</strong>herente spann<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atieprocessen. Hoe ‘har<strong>de</strong>r’wordt toegezien op het behalen van <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen, hoe m<strong>in</strong><strong>de</strong>r beleidsruimteer voor <strong>de</strong> lidstaten overblijft voor eigen, nationale programma’s. Daarmee kan<strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong>rgelijke processen, althans voor zover die hoofdzakelijk is<strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> nationale doelstell<strong>in</strong>gen, on<strong>de</strong>r druk komen te staan. Maar al te veelvrijblijvendheid laat <strong>de</strong> effectiviteit ervan te wensen over en kan scha<strong>de</strong> berokkenenaan <strong>de</strong> belangen van kle<strong>in</strong>ere lan<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rland. Waar het om gaatis dus <strong>de</strong> juiste balans te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n tussen effectiviteit en legitimiteit op Europees énnationaal niveau. Aangezien die balans op elk beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el en per lidstaatvarieert, zijn er nauwelijks eenduidige oor<strong>de</strong>len voorhan<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> slagvaardigheidvan <strong>de</strong>ze vormen van beleidscoörd<strong>in</strong>atie.227Uit <strong>de</strong> beleidshoofdstukken komt naar voren dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte coörd<strong>in</strong>atievormenneerkomen op het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g afstemmen van het (sub)nationale optre<strong>de</strong>n opterre<strong>in</strong>en waar enerzijds <strong>de</strong> politieke gevoeligheid van het beleidsterre<strong>in</strong> en <strong>de</strong>diversiteit van <strong>in</strong>stituties en preferenties vooralsnog te groot zijn om te kunnenkomen tot legitieme, b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> Europese afspraken, maar waar an<strong>de</strong>rzijds welovereenstemm<strong>in</strong>g bestaat over <strong>de</strong> noodzaak of <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len van on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>geafstemm<strong>in</strong>g van nationaal optre<strong>de</strong>n. Deze afstemm<strong>in</strong>g veron<strong>de</strong>rstelt dat <strong>de</strong>betrokken beleidsmakers over een gemeenschappelijk beleidsparadigma beschikkendat hen <strong>in</strong> staat stelt gemeenschappelijke doelstell<strong>in</strong>gen te formuleren,on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g <strong>de</strong> implementatie van het voorgenomen beleid te evalueren en vanelkaars beleid te leren. On<strong>de</strong>r die omstandighe<strong>de</strong>n kan het geïnstitutionaliseer<strong>de</strong>,procesmatige karakter van <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie ervoor zorgen dat er een koppel<strong>in</strong>gtotstandkomt tussen <strong>de</strong> fase van Europese besluitvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> fase van nationaleof regionale implementatie, en dat doelstell<strong>in</strong>gen zo nodig kunnen wor<strong>de</strong>nbijgesteld aan <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> beleidscyclus.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieTabel 7.1De <strong>in</strong>stitutionele rol van <strong>de</strong> Europese Commissie bij <strong>de</strong> macro-economischecoörd<strong>in</strong>atie en <strong>de</strong> eesEuropese RaadEuropese CommissieRaad en lidstatenMacro-economischebeleidscoörd<strong>in</strong>atiebepg’sRaad stelt (<strong>in</strong> <strong>de</strong>lente) politiekerichtsnoeren opvoor bepg’s;vaststellen <strong>in</strong>juniOriëntatierapport plus rapportover Europese economie; leidt totlenterapport voor <strong>de</strong> er; bepg’saanbevel<strong>in</strong>gen/ontwerp; macroeconomischedialoog daarover(Keulen-proces)Lidstaatrapporten (via Cardiff, S&Gpacten voorspell<strong>in</strong>gen); Ecof<strong>in</strong>-Raadmet oriëntatie<strong>de</strong>bat voor EuropeseRaad <strong>in</strong> lente; politieke Ecof<strong>in</strong>-Raads<strong>de</strong>bat(mei); ontwerp bepg’s (juni)door Ecof<strong>in</strong> (plus efc en epc);*formele vaststell<strong>in</strong>g bepg’s na <strong>de</strong>Europese Raad230S&G-pactGeenLevert basisgegevens voor rapportageover Europese economie;on<strong>de</strong>rzoekt alle nationale stabiliteitsprogramma’s;on<strong>de</strong>rzoektimplementatie door lidstaten;ontwerpt aanbevel<strong>in</strong>gen voorEcof<strong>in</strong>-Raad over stabiliteitsprogrammaen implementatie perlidstaatefc beoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen perlidstaat over implementatie (<strong>in</strong> gevalvan forse afwijk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>doelen); Ecof<strong>in</strong> houdt toezicht opbasis van <strong>de</strong>ze rapportages enbeslist over een ‘vroege waarschuw<strong>in</strong>g’;bij stabilisatieprogramma’sbereidt efc <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nexamens voor;Ecof<strong>in</strong> neemt <strong>de</strong> examens af enformuleert op<strong>in</strong>iesBuitensporigetekortenGeenAnalyse van rapporten vanlidstaten <strong>in</strong> geval van vrees voorbuitensporige tekorten; op<strong>in</strong>ies enaanbevel<strong>in</strong>gen van Commissie namen<strong>in</strong>g van efc; na raadsbesluit enaanbevel<strong>in</strong>g aan lidstaat metbuitensporig tekort volgen <strong>in</strong> totaalzes mogelijke momenten vanaanbevel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raadover openbaarheid, sancties en <strong>de</strong>terugtrekk<strong>in</strong>g ervanHalfjaarlijkse rapportage van lidstatenaan Commissie; men<strong>in</strong>g efc(expliciet <strong>in</strong> verdrag) naar Commissie;Ecof<strong>in</strong>-Raad beslist of er eenbuitensporig tekort is. Zo ja, beveeltRaad <strong>de</strong> lidstaat aan om effectieveactie te on<strong>de</strong>rnemen; Raad neemtsteeds (tot maximaal zes maal)besliss<strong>in</strong>gen over Commissieaanbevel<strong>in</strong>gen;<strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> lidstaatrapporteert aan <strong>de</strong> Commissie* efc = Economisch F<strong>in</strong>ancieel Comité; epc = Economisch Beleidscomiténationale arena zullen moeten legitimeren. Dit respect voor <strong>de</strong> nationale <strong>in</strong>stitutioneleeigenhe<strong>de</strong>n is zeker ook <strong>in</strong> het belang van kle<strong>in</strong>ere lan<strong>de</strong>n als Ne<strong>de</strong>rland.An<strong>de</strong>rs dan vaak wordt veron<strong>de</strong>rsteld, lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ocm en ook <strong>de</strong> macro-economischebeleidscoörd<strong>in</strong>atieprocessen niet tot het on<strong>de</strong>rmijnen van <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong>Europese Commissie, tot afbreuk van bestaan<strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>n of tot‘<strong>in</strong>stitutionele scheefgroei’. In <strong>de</strong> eerste plaats bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze processen een open<strong>in</strong>g


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unietot het afstemmen van beleid waarover <strong>de</strong> lidstaten uit overweg<strong>in</strong>gen van legitimiteit(voorlopig nog) niet bereid zijn <strong>de</strong> soevere<strong>in</strong>iteit te <strong>de</strong>len met Europesesupranationale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats laat <strong>de</strong> empirie zien dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntietussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> Europese en nationale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zeergroot is, zelfs op <strong>de</strong>ze politiek gevoelige beleidsterre<strong>in</strong>en. In <strong>de</strong> macro-economischebeleidscoörd<strong>in</strong>atie en <strong>de</strong> ees heeft <strong>de</strong> Europese Commissie een strategischepositie veroverd, ondanks <strong>de</strong> formele bepal<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> Raad en <strong>de</strong> nationale lidstatenhet laatste woord hebben (zie tabel 7.1). In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats moet ook het dynamischepotentieel van het coörd<strong>in</strong>atieproces niet wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschat. Wat beg<strong>in</strong>tals een eerste, terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese Raad om een verkennen<strong>de</strong>beleidsdialoog tussen nationale m<strong>in</strong>isters te stimuleren, kan na verloop van enigetijd via nam<strong>in</strong>g en sham<strong>in</strong>g en on<strong>de</strong>r druk van gemeenschappelijke problemenuitgroeien tot een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> visie op gemeenschappelijke problemen en oploss<strong>in</strong>gen,waardoor collectief Europees optre<strong>de</strong>n effectiever en legitiemer kan wor<strong>de</strong>n.De hiervoor genoem<strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len ten spijt kennen <strong>de</strong> zachtere coörd<strong>in</strong>atievariantenook na<strong>de</strong>len. De Maastrichtse criteria voor <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> emu kennen eenstelsel van prikkels en belon<strong>in</strong>gen voor nieuwe <strong>de</strong>elnemers, en het Stabiliteitsengroeipact werkt met boeteclausules. Maar voor <strong>de</strong> meeste an<strong>de</strong>re coörd<strong>in</strong>atieproceduresgeldt veelal een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dw<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, die niet voor elkebeleidsopgave en elk beleidsproces geschikt is. De effectiviteit van zachte coörd<strong>in</strong>atiehangt behalve van <strong>de</strong> kwaliteit van gemeenschappelijke <strong>in</strong>dicatoren enbenchmarks <strong>in</strong> grote mate af van <strong>de</strong> bereidheid van <strong>de</strong> lidstaten om zich over eenreeks van jaren te committeren aan algemene doelstell<strong>in</strong>gen, specifiekere nationaledoelen en het gezamenlijke leerproces. De belon<strong>in</strong>g voor goed presteren is<strong>in</strong>vloed en gezag en <strong>de</strong> mogelijkheid om goed beleid vanuit <strong>de</strong> (sub)nationalebeleidsarena <strong>in</strong>gang te laten v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op het Europese niveau. Omgekeerd geldt daton<strong>de</strong>rmaatse beleidsprestaties weliswaar gezagsverlies kunnen betekenen, maarbij gebrek aan b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gsmechanismen niet tot beleidsaanpass<strong>in</strong>genhoeven lei<strong>de</strong>n. Soms loopt <strong>de</strong> ocm dan ook het risico te verzan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>lenversl<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>praatsessies ter handhav<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> status quo en ter verhull<strong>in</strong>gvan het feit dat grotere lan<strong>de</strong>n moeilijke beleidskeuzen uit <strong>de</strong> weg gaan.231Dit gevaar dreigt bijvoorbeeld ten aanzien van asielkwesties. In <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiemechanismendie nu door <strong>de</strong> Commissie zijn voorgesteld, ontbreekt elk elementvan beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, laat staan nam<strong>in</strong>g and sham<strong>in</strong>g. De druk om <strong>in</strong> 2004, als <strong>de</strong>overgangsperio<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> jbz-terre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeenschapspijler afloopt,fundamentele keuzen te maken over wel of niet overstappen op meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g<strong>in</strong> asielkwesties is nu nog groot. Het <strong>in</strong>troduceren van <strong>de</strong> ocm <strong>in</strong>asiel kan dan ook wor<strong>de</strong>n gezien als een pog<strong>in</strong>g <strong>de</strong>ze scherpe en door velen noodzakelijkgeachte keuze te verhullen achter een coörd<strong>in</strong>atiemechanisme. De kansom op het zelfbepaal<strong>de</strong> tijdstip van e<strong>in</strong>d 2004 te komen tot beleidsoploss<strong>in</strong>gendreigt hierdoor eer<strong>de</strong>r kle<strong>in</strong>er te wor<strong>de</strong>n dan toe te nemen. Een an<strong>de</strong>r voorbeeldbetreft <strong>de</strong> emu. Op monetair gebied, zo blijkt uit hoofdstuk 3, zijn <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong>boeteclausules niet geloofwaardig genoeg om <strong>in</strong> een veran<strong>de</strong>rend economischklimaat en bij toenemen<strong>de</strong> divergentie van visies tot effectieve macro-economi-


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniesche beleidscoörd<strong>in</strong>atie te komen. Dit verklaart waarom <strong>de</strong> Europese Commissie<strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls pleit voor het har<strong>de</strong>r maken van bestaan<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atieproceduresb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eurozone. Een <strong>de</strong>rgelijke aanscherp<strong>in</strong>g beschermt kle<strong>in</strong>ere lan<strong>de</strong>n alsNe<strong>de</strong>rland tegen <strong>de</strong> onwil of het onvermogen van grotere lan<strong>de</strong>n.232Een an<strong>de</strong>r probleem, waarop <strong>in</strong> hoofdstuk 3 en 4 al is gewezen, betreft <strong>de</strong> gebrekkigeon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afstemm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen en tussen <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> sociale, werkgelegenheids-,macro- en micro-economische coörd<strong>in</strong>atieprocessen. De voortvarendheidwaarmee s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> emu <strong>de</strong> economischecoörd<strong>in</strong>atie ter hand is genomen, heeft tot een grote wildgroei aan processengeleid. Formeel bestaan er alleen al op het gebied van sociaal en werkgelegenheidsbeleidvier coörd<strong>in</strong>atieprocessen, namelijk van Luxemburg, Cardiff,Lissabon en Barcelona, die elkaar <strong>de</strong>els overlappen of sterk <strong>in</strong> elkaars verleng<strong>de</strong>liggen. Tezamen vormen zij een complexe constellatie van doelen, subdoelen encycli, die voor <strong>de</strong> meeste buitenstaan<strong>de</strong>rs ondoorzichtig en onbegrijpelijk is.Dat zet bovendien <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit on<strong>de</strong>r druk. Zo is bijvoorbeeld<strong>de</strong> rol van het Keulen-proces voor het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g uitwisselen van gegevens over <strong>de</strong>loonvorm<strong>in</strong>g nooit echt van <strong>de</strong> grond gekomen. Een an<strong>de</strong>re vraag is waarom hetproces van Luxemburg en het Cardiff-proces zo strikt van elkaar geschei<strong>de</strong>n zijngebleven. De noodzaak om <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu tot ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> structurele hervorm<strong>in</strong>gente komen vormt een argument om hiervoor één proces <strong>in</strong> te richten. Het lijkt erechter op dat <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> ees zo nauw is verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> wens omeen sociale ‘tegenhanger’ te vormen van <strong>de</strong> emu en een buffer op te werpentegen ver<strong>de</strong>re arbeidsmarktflexibiliser<strong>in</strong>g, dat voorstellen voor het <strong>in</strong>tegreren vanbei<strong>de</strong> processen politiek te gevoelig liggen.Daarnaast wordt er terecht op gewezen dat <strong>de</strong> feitelijke <strong>in</strong>put-legitimiteit van <strong>de</strong>coörd<strong>in</strong>atieprocessen soms tekortschiet. Dit is <strong>de</strong>s te opmerkelijker, omdat <strong>de</strong>keuze voor <strong>de</strong>ze governance-metho<strong>de</strong> me<strong>de</strong> wordt <strong>in</strong>gegeven door <strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gdat nationale <strong>in</strong>stituties en spelers een actieve en zichtbare <strong>in</strong>breng garan<strong>de</strong>ren.Maar ondanks <strong>de</strong> formele mogelijkhe<strong>de</strong>n voor directe betrokkenheid en<strong>in</strong>directe controle van nationale en subnationale actoren is bijvoorbeeld <strong>de</strong> eesslechts bekend bij een handjevol <strong>in</strong>si<strong>de</strong>rs. De technocratische rapportageprocessenwaar<strong>in</strong> primair hoge ambtenaren en eu-<strong>in</strong>stituties betrokken zijn, nodigennauwelijks uit tot een open proces van beleidsontwikkel<strong>in</strong>g. Hoewel <strong>de</strong> meestelan<strong>de</strong>n hebben getracht <strong>de</strong> sociale partners te betrekken bij <strong>de</strong> formuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>nap’s, blijkt <strong>de</strong> korte tijdspanne van <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiecyclus en <strong>de</strong> bureaucratischerigiditeit van <strong>de</strong> procedures een sociale dialoog <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg te staan. Bovendienblijkt dat <strong>de</strong> nationale parlementen over het algemeen onbekend zijn met <strong>de</strong>f<strong>in</strong>esses van <strong>de</strong> ees. Hetzelf<strong>de</strong> kan wor<strong>de</strong>n gezegd voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> processenvan macro-economische beleidscoörd<strong>in</strong>atie.Op grond van het voorgaan<strong>de</strong> constateert <strong>de</strong> wrr dat het experimenteren metverschillen<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atieprocessen kan uitmon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> waar<strong>de</strong>volle aanvull<strong>in</strong>gen op<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n van governance. Tegelijkertijd zijn er aanwijz<strong>in</strong>gen datsommige van <strong>de</strong>ze processen beter moeten wor<strong>de</strong>n afgestemd op <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniemotieven voor Europese samenwerk<strong>in</strong>g. Deze motieven verschillen per beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el.Indien het stimuleren van nationaal beleidsleren vooropstaat en <strong>de</strong>nationale <strong>in</strong>stitutionele sett<strong>in</strong>g zeer divers is (zie on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> werkgelegenheid, <strong>de</strong>sociale uitsluit<strong>in</strong>g), dient er voldoen<strong>de</strong> speelruimte te wor<strong>de</strong>n behou<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>nationale overhe<strong>de</strong>n om zich te concentreren op een beperkt aantal urgente beleidsopgavendie passen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>re, gemeenschappelijk aanvaar<strong>de</strong> Europesedoelstell<strong>in</strong>gen. Dit voorkomt dat lidstaten uitsluitend lippendienst bewijzen (enbestuurlijke capaciteit verliezen) aan taken die niet passen bij hun eigen prioriteiten.Als het tegengaan van negatieve Europese beleidsconcurrentie via het versterkenvan <strong>de</strong> implementatie <strong>de</strong> primaire doelstell<strong>in</strong>g is (zie on<strong>de</strong>r meer het acquisvoor gezondheid en veiligheid op <strong>de</strong> werkplek en <strong>de</strong> wapenexport) dienen <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atieprocessen‘har<strong>de</strong>r’ te zijn. Op die beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn hel<strong>de</strong>re proceduresvoor ‘nam<strong>in</strong>g en sham<strong>in</strong>g’ nodig, eventueel on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> ‘dreig<strong>in</strong>g’ vanjuridische (m<strong>in</strong>imum)harmonisatie.Als er cruciale Europese collectieve belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn terwijl er tegelijkvoldoen<strong>de</strong> nationale beleidsruimte nodig is (omwille van <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit),dienen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> procedures te wor<strong>de</strong>n versterkt. Maatregelen hierbij zijnhar<strong>de</strong>re regels op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, autonome oor<strong>de</strong>len door <strong>de</strong> Commissie (bijvoorbeeldwaarschuw<strong>in</strong>gen) en een grotere betrokkenheid van <strong>de</strong> nationale parlementen.Deze laatste zou<strong>de</strong>n zich <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval moeten buigen over <strong>de</strong> bepg’s, die immersdirect het nationale beleid betreffen.233Als het borgen van collectieve belangen direct wordt geschaad doordat <strong>de</strong> nationalebeleidsruimte te groot is, is (m<strong>in</strong>imum)harmonisatie die een opstap vormt naarcommunautariser<strong>in</strong>g een vereiste. Dit is het geval voor het asielbeleid. Een gemeenschappelijken geharmoniseerd Europees asielbeleid moet voorkomen dat ‘asielshoppen’en afwentelgedrag door <strong>in</strong>dividuele lidstaten uitmon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een negatievespiraal van beleidsconcurrentie die het beleid on<strong>de</strong>rmijnt van lidstaten met eenregime dat asielzoekers relatief goed beschermt.De bestaan<strong>de</strong> zachte processen van beleidscoörd<strong>in</strong>atie van Cardiff, Luxemburg,Lissabon en Barcelona zijn toe aan on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afstemm<strong>in</strong>g en stroomlijn<strong>in</strong>g. DeEuropese Commissie heeft daartoe onlangs een nuttig voorstel geformuleerd (EuropeseCommissie 2002g). Ook dient <strong>de</strong> transparantie van <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie te wor<strong>de</strong>nvergroot door het <strong>in</strong>tensiever betrekken van <strong>de</strong> nationale parlementen bij hetformuleren en beoor<strong>de</strong>len van beleidsaanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> nap’s. De rolvan <strong>de</strong> nationale parlementen schiet nu nog schromelijk tekort. Met die betrokkenheidkan het <strong>de</strong>mocratisch toezicht op <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het coörd<strong>in</strong>atieproces endaarmee niet alleen <strong>de</strong> effectiviteit maar ook <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> beleidsprogramma’swor<strong>de</strong>n versterkt (stell<strong>in</strong>g 3).


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7.4.3 nauwere samenwerk<strong>in</strong>gsvormenGedifferentieer<strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie is een beproef<strong>de</strong> manier van omgaan met diversiteit<strong>in</strong> <strong>de</strong> eu, waardoor lidstaten op een bepaald beleidsterre<strong>in</strong> niet meer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>rechten en plichten hebben. Lidstaten die dieper willen en kunnen <strong>in</strong>tegrerenwor<strong>de</strong>n zo niet opgehou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die niet mee willen of kunnen.Of van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant gezien: <strong>de</strong> lidstaten die politiek-i<strong>de</strong>ologische bezwarenhebben tegen diepere <strong>in</strong>tegratie, of voor wie dit proces sociaal-economischeproblemen met zich meebrengt, wor<strong>de</strong>n permanent of tij<strong>de</strong>lijk van dit regimeuitgezon<strong>de</strong>rd.234In hoofdstuk 2 is uiteengezet dat <strong>in</strong>dien geen consensus kan wor<strong>de</strong>n bereikttussen alle lidstaten over een b<strong>in</strong><strong>de</strong>nd gemeenschappelijk beleidsoptre<strong>de</strong>n,verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n bestaan om <strong>de</strong>ze blokka<strong>de</strong> te overw<strong>in</strong>nen.De lidstaten kunnen terugvallen op nationaal beleid, <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die ver<strong>de</strong>r willen<strong>in</strong>tegreren kunnen uitwijken naar een an<strong>de</strong>r <strong>in</strong>stitutioneel ka<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> eu, <strong>de</strong>opponeren<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n overstemd via meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>gof f<strong>in</strong>ancieel wor<strong>de</strong>n tegemoetgekomen, er kan gebruik wor<strong>de</strong>n gemaaktvan m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ambitieuze samenwerk<strong>in</strong>gsvormen als coörd<strong>in</strong>atie of van flexibele<strong>in</strong>tegratie. De beleidshoofdstukken laten zien dat on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>nhet gebruik van flexibele <strong>in</strong>tegratie een oploss<strong>in</strong>g is die slagvaardiger,legitiemer en meer <strong>in</strong> lijn met het Ne<strong>de</strong>rlandse belang is dan <strong>de</strong> vijf bovengenoem<strong>de</strong>alternatieven.Flexibele <strong>in</strong>tegratie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu verdient <strong>de</strong> voorkeur boven <strong>de</strong> vijf genoem<strong>de</strong>alternatieven <strong>in</strong>dien sprake is van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n. Ten eerste isnationaal optre<strong>de</strong>n <strong>in</strong>effectief om een beleidsprobleem op te lossen, of leidt hettot beleidsconcurrentie met negatieve effecten. Aangezien Ne<strong>de</strong>rland een relatiefopen economie heeft en <strong>in</strong>ternationale kapitaal- en personenstromen dus relatiefsterk reageren op verschillen tussen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse beleidssituatie en die <strong>in</strong> <strong>de</strong>omr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n, doen negatieve effecten van beleidsconcurrentie zich hierrelatief zwaar gevoelen. Ten twee<strong>de</strong> moet gel<strong>de</strong>n dat samenwerk<strong>in</strong>g buiten <strong>de</strong>eu om leidt tot legitimiteitsproblemen omdat een exclusieve club van lan<strong>de</strong>neen besliss<strong>in</strong>g voorkookt (<strong>de</strong>nk aan directoraten <strong>in</strong> het gbvb) of een regimeontwerpt (zoals <strong>in</strong> het geval van Schengen). Die besliss<strong>in</strong>g of dat regime zalimmers later gel<strong>de</strong>n voor een groot aantal eu-lidstaten zon<strong>de</strong>r dat zij zijn betrokken<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>liberatie. Dergelijke regimes missen bovendien <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratischecontrole op Europees niveau, <strong>de</strong> onafhankelijke rechterlijke toets<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> waarborgen voor kle<strong>in</strong>ere lidstaten die <strong>de</strong> eu wel biedt.Voorts komt nauwere samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beeld <strong>in</strong>dien er een zekere uniformiteitnoodzakelijk is <strong>in</strong> het beleidsoptre<strong>de</strong>n die via niet-b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> vormen van samenwerk<strong>in</strong>gzoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> ocm niet of onvoldoen<strong>de</strong> snel tot stand kanwor<strong>de</strong>n gebracht (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> harmonisatie van het asielbeleid). Het mechanismevan peer pressure dat bij coörd<strong>in</strong>atie moet lei<strong>de</strong>n tot convergentie kan met name<strong>in</strong> conflictueuze situaties bovendien <strong>in</strong> het voor<strong>de</strong>el werken van grotere lan<strong>de</strong>n.


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieDie laatste kunnen <strong>de</strong>ze politieke druk immers gemakkelijker weerstaan dan eenkle<strong>in</strong>er land als Ne<strong>de</strong>rland. Daarnaast moet gel<strong>de</strong>n dat het gebruik van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>gleidt tot een groot legitimiteitstekort en/of implementatieproblemenen een gebrekkige beleidseffectiviteit. Op bepaal<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en(bijvoorbeeld <strong>de</strong>fensie) ontbreekt <strong>de</strong> legitimiteit om lan<strong>de</strong>n tegen hun wil teverplichten tot <strong>de</strong>elname aan een samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief. Op an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en is<strong>de</strong> eu voor <strong>de</strong> implementatie van zijn besliss<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>rmate afhankelijk vanimplementatie door <strong>de</strong> lidstaten (bijvoorbeeld op het gebied van het visabeleid),dat non-implementatie dreigt bij het gebruik van meer<strong>de</strong>rheidsbesluitvorm<strong>in</strong>g.Een laatste omstandigheid waaron<strong>de</strong>r nauwere samenwerk<strong>in</strong>g een relevanteoptie wordt, ten slotte, is wanneer hulpgel<strong>de</strong>n of si<strong>de</strong>-payments niet (voldoen<strong>de</strong>)effectief en/of beschikbaar zijn om het onvermogen of <strong>de</strong> onwil van een lidstaatom samen te werken te compenseren of af te kopen. Voor Ne<strong>de</strong>rland als nettobetaleris het bovendien van belang dat niet te gemakkelijk en uitsluitend naarf<strong>in</strong>anciële oploss<strong>in</strong>gen wordt gegrepen.Het maakt voor <strong>de</strong> effectiviteit en legitimiteit veel uit <strong>in</strong> welke vorm <strong>de</strong> differentiatiewordt gegoten. De beleidshoofdstukken laten zien dat aan bepaal<strong>de</strong> vormenna<strong>de</strong>len kleven. Op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> emu geldt dit voor <strong>de</strong> Eurogroep, het<strong>in</strong>formele verband dat <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eurozone <strong>de</strong> mogelijkheid biedt totsamenspraak, <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g en afstemm<strong>in</strong>g van posities achter gesloten<strong>de</strong>uren, voorafgaand aan <strong>de</strong> formele en relatief massale bijeenkomsten van <strong>de</strong>Ecof<strong>in</strong>-Raad. Bezwaren van <strong>de</strong> buitenstaan<strong>de</strong>rs tegen hun uitsluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze<strong>de</strong>liberaties hebben tot nu toe geen gehoor gevon<strong>de</strong>n. Het is evenwel onvermij<strong>de</strong>lijkdat <strong>de</strong> structuur van <strong>de</strong> Eurogroep na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g opnieuw op <strong>de</strong> agendakomt. Ten eerste zal het grote aantal lidstaten dat na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g al dan niettij<strong>de</strong>lijk uitgesloten zal zijn van dit <strong>in</strong>formele beraad <strong>de</strong> legitimiteit ervan <strong>in</strong> twijfeltrekken. Ten twee<strong>de</strong> zullen <strong>de</strong> eurolan<strong>de</strong>n mogelijk zelf <strong>de</strong> status van <strong>de</strong> Eurogroepen zijn besluiten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> stellen, wanneer <strong>de</strong> ‘outs’ na <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g een blokkeren<strong>de</strong>m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid kunnen vormen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad. Daarmee zal <strong>de</strong> Eurogroep <strong>de</strong>effectiviteit verliezen om besluiten van <strong>de</strong> Ecof<strong>in</strong>-Raad ‘voor te koken’.235Op het terre<strong>in</strong> van het gbvb en evdb betreft het punt van zorg <strong>de</strong> slagvaardigheid:één enkele lidstaat kan <strong>de</strong> wens van alle an<strong>de</strong>re lidstaten om een beleids<strong>in</strong>itiatiefte ontplooien met een veto treffen. Het bestaan<strong>de</strong> flexibiliteitsmechanismeop het terre<strong>in</strong> van het gbvb is <strong>de</strong> ‘constructieve onthoud<strong>in</strong>g’. Dit <strong>in</strong>strument ismet name geschikt voor gevallen waar<strong>in</strong> een blokka<strong>de</strong> van <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gwordt veroorzaakt door lidstaten die er geen bezwaar tegen hebben dat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>relidstaten een bepaald <strong>in</strong>itiatief ontplooien. Indien <strong>de</strong> opponeren<strong>de</strong> lidstaten eenformele verklar<strong>in</strong>g afleggen, hoeven zij bij gebruikmak<strong>in</strong>g van constructieveonthoud<strong>in</strong>g niet aan het <strong>in</strong>itiatief <strong>de</strong>el te nemen. Waar een besluitvorm<strong>in</strong>gsimpasseop het gebied van het gbvb het gevolg is van lidstaten die om <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkeof tactische re<strong>de</strong>nen een beleids<strong>in</strong>itiatief van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lidstaten dwarsbomen,biedt constructieve onthoud<strong>in</strong>g echter geen soelaas voor <strong>de</strong> lidstaten die welactie willen on<strong>de</strong>rnemen. Immers, <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>g hiertoe is <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>opponeren<strong>de</strong> lidstaat. Een situatie waar<strong>in</strong> één lidstaat een ‘coalition of the will<strong>in</strong>g


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieand able’ op het gebied van het gbvb kan tegenhou<strong>de</strong>n, is onaanvaardbaar.De slagvaardigheid van <strong>de</strong> eu is niet gediend met een mechanisme dat afhankelijkis van unanieme <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g.236In het beleidshoofdstuk over <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake jbz zijn <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len naarvoren gekomen van <strong>de</strong> herhaal<strong>de</strong>lijke ‘ad hoc-accommodatie’ van lidstaten.Het gaat om lidstaten die <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel uitgezon<strong>de</strong>rd wensen te wor<strong>de</strong>n van eenbepaald beleidsterre<strong>in</strong>, maar op een à la carte-basis hier<strong>in</strong> wensen <strong>de</strong>el te nemen,dan wel louter op basis van <strong>in</strong>ternationaal recht willen samenwerken. De proliferatievan speciale flexibele regimes die on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g ook weer verschillen bedreigt<strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Ruimte voor vrijheid, veiligheid enrechtvaardigheid door <strong>de</strong> grote juridische complexiteit en onbegrijpelijkheid diehiervan het gevolg is. De bepal<strong>in</strong>g dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het recht op jbz-gebiedvoor Denemarken niet als eg-recht gel<strong>de</strong>n maar louter als <strong>in</strong>ternationaal recht,betekent bovendien een ongewenste aantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rechtseenheid b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>eu en <strong>de</strong> positie van het Europese Hof van Justitie.In het licht van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> na<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> alternatieven voor flexibiliteit en <strong>de</strong>na<strong>de</strong>len van bestaan<strong>de</strong> flexibele mechanismen, is er behoefte aan een verbeterdflexibiliteitsmechanisme. Dit mechanisme moet voldoen<strong>de</strong> slagvaardig zijn voor <strong>de</strong>lan<strong>de</strong>n die nauwer willen samenwerken, terwijl het tegelijkertijd a<strong>de</strong>quate garantiesmoet bie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> lidstaten die niet kunnen of willen <strong>de</strong>elnemen aan hetsamenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief (stell<strong>in</strong>g 3).In <strong>de</strong> igc 1996-1997 is on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld over een <strong>de</strong>rgelijk regime voor flexibele<strong>in</strong>tegratie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu, waar uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk alle lidstaten zich <strong>in</strong> kon<strong>de</strong>n v<strong>in</strong><strong>de</strong>n.Het i<strong>de</strong>e hierachter was dat lidstaten die nauwer wil<strong>de</strong>n samenwerken daartoegebruik kon<strong>de</strong>n maken van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties en procedures van <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> <strong>in</strong>dien zijaan een reeks van voorwaar<strong>de</strong>n vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n. Deze voorwaar<strong>de</strong>n moesten waarborgendat <strong>de</strong> ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’ niet ten koste g<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verworvenhe<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> eg/eu, en zo open mogelijk was voor <strong>de</strong>elname van alle lidstaten(bijvoorbeeld door aanwezigheid van <strong>de</strong> outs bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>liberaties van <strong>de</strong> <strong>in</strong>s, enlatere toetred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> outs tot <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g op basis van objectieve voorwaar<strong>de</strong>n).In het Verdrag van Amsterdam waren <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor nauweresamenwerk<strong>in</strong>g echter zo str<strong>in</strong>gent geformuleerd, dat het algemene oor<strong>de</strong>el luid<strong>de</strong>dat ze niet functioneel waren. De discrepantie tussen <strong>de</strong>ze disfunctionaliteit en<strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> behoefte van met name kle<strong>in</strong>e, <strong>in</strong>tegratiegez<strong>in</strong><strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n aan een‘discipl<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g’ van <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijk lijken<strong>de</strong> differentiatie, heeft geleid tot eenherzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen voor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Verdrag vanNice (Philippart en Sie Dhian Ho 2000). Nu dit verdrag is geratificeerd, is ook<strong>de</strong> mogelijkheid vervallen van <strong>de</strong> niet-<strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n om een veto uit tespreken over een nauwere-samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatief. Daarnaast bedraagt hetm<strong>in</strong>imum aantal lidstaten voor een <strong>de</strong>rgelijk <strong>in</strong>itiatief acht lidstaten <strong>in</strong> plaats vaneen meer<strong>de</strong>rheid, en zijn <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het gebruik van nauwere samenwerk<strong>in</strong>gversoepeld. Voor het gbvb zijn <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor nauwere samenwerk<strong>in</strong>gop het laatste moment sterk beperkt; ze kan alleen voor <strong>de</strong> implementatievan gemeenschappelijke acties of standpunten wor<strong>de</strong>n gebruikt en kan niet


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniewor<strong>de</strong>n toegepast <strong>in</strong> het geval <strong>in</strong>itiatieven implicaties hebben op militair of<strong>de</strong>fensiegebied. Ook behou<strong>de</strong>n lidstaten op het terre<strong>in</strong> van het gbvb <strong>de</strong> facto <strong>de</strong>mogelijkheid om <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van een coalition of the will<strong>in</strong>g and able met eenveto te treffen. De wrr meent dat een werkbaar mechanisme voor nauweresamenwerk<strong>in</strong>g op het gebied van het gbvb opnieuw moet wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebracht <strong>in</strong> <strong>de</strong>komen<strong>de</strong> igc, tene<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> slagvaardigheid op dit terre<strong>in</strong> te waarborgen.Naast mogelijkhe<strong>de</strong>n brengt nauwere samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong> ook potentiëlegevaren met zich mee. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> igc van 1996-1997 werd het pr<strong>in</strong>cipevan nauwere samenwerk<strong>in</strong>g bepleit op basis van uiteenlopen<strong>de</strong> agenda’s. Hetkoesteren van een verborgen agenda (bijvoorbeeld voor <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van een‘har<strong>de</strong> kern’ b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Unie</strong>, of <strong>de</strong> wens van welvaren<strong>de</strong> lidstaten om niet voor <strong>de</strong><strong>in</strong>tegratie van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re te hoeven betalen) betekent echter niet dat <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>genvoor nauwere samenwerk<strong>in</strong>g zich lenen voor <strong>de</strong> verwezenlijk<strong>in</strong>g daarvan.De voorwaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verdragen van Amsterdam en Nice en solidariteit bij <strong>de</strong>toepass<strong>in</strong>g ervan kunnen dat voorkomen. Nauwere samenwerk<strong>in</strong>g zou pasmoeten wor<strong>de</strong>n overwogen <strong>in</strong>dien er geen consensus over samenwerk<strong>in</strong>g tussenalle lidstaten kan wor<strong>de</strong>n bereikt. Waakzaamheid is voorts gebo<strong>de</strong>n ter behoudvan <strong>de</strong> kernelementen van het eg/eu-systeem, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> onpartijdige rolvan <strong>de</strong> Europese Commissie (stell<strong>in</strong>g 3).237Overigens gaat er <strong>in</strong> veel gevallen een grote dynamiek uit van zowel het bestaanals <strong>de</strong> feitelijke toepass<strong>in</strong>g van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g. S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> ratificatie vanhet Verdrag van Amsterdam is er verschillen<strong>de</strong> keren gedreigd met het gebruikvan nauwere samenwerk<strong>in</strong>g, hetgeen op zichzelf al tot consensusvorm<strong>in</strong>g heeftbijgedragen, bijvoorbeeld <strong>in</strong> het geval van <strong>de</strong> Italiaanse oppositie tegen hetEuropese arrestatiebevel. Daarnaast zijn er on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>ncentripetale effecten te verwachten rondom een <strong>in</strong>itiatief voor ‘nauwere samenwerk<strong>in</strong>g’,waardoor op termijn alsnog alle lidstaten eraan zullen <strong>de</strong>elnemen.Dit kan het geval zijn doordat het <strong>in</strong> het belang van <strong>de</strong> <strong>in</strong>s is dat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lidstatenalsnog toetre<strong>de</strong>n of doordat <strong>de</strong> kosten van uitsluit<strong>in</strong>g hoog zijn voor <strong>de</strong> outs.In een uitgebrei<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> dient er wel tegen <strong>de</strong> laatstgenoem<strong>de</strong> centripetale krachtengewaarschuwd te wor<strong>de</strong>n. Immers, het getuigt niet van Europabre<strong>de</strong> solidariteitals <strong>de</strong> lidstaten die niet <strong>in</strong> staat zijn tot een bepaald samenwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatiefwor<strong>de</strong>n blootgesteld aan <strong>de</strong> hoge kosten van uitsluit<strong>in</strong>g. Omwille van het waarborgenvan solidariteit bij <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g moet <strong>in</strong> <strong>de</strong>komen<strong>de</strong> igc opnieuw wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld over overbrugg<strong>in</strong>gsmechanismenvoor lan<strong>de</strong>n die wel bereid maar niet <strong>in</strong> staat zijn om nauwer samen te werken(stell<strong>in</strong>g 3).


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie7.5 nieuwe governance-metho<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong>commissie en <strong>de</strong> nationale parlementen238De beleidshoofdstukken illustreren treffend dat het gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> effect vanprocessen van uitbreid<strong>in</strong>g, verbred<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g een toename van diversiteiten een ver<strong>de</strong>re politiser<strong>in</strong>g van Europese beleidsvraagstukken heeft ontketend.Aan het Europese niveau wor<strong>de</strong>n steeds meer discretionaire bevoegdhe<strong>de</strong>ntoebe<strong>de</strong>eld over beleidson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die voorheen tot <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> nationalesoevere<strong>in</strong>iteit wer<strong>de</strong>n gerekend. De rechtsgemeenschap van <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>jaren van <strong>de</strong>Europese <strong>in</strong>tegratie heeft zich s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren negentig uitgebreid tot een han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gs-en waar<strong>de</strong>ngemeenschap (wrr 2001). Hierdoor vertalen Europese politiekeconflicten zich niet langer hoofdzakelijk <strong>in</strong> bots<strong>in</strong>gen tussen nationale ofsectorale belangen, maar <strong>de</strong>els ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologische en partijpolitieke verschillenvan <strong>in</strong>zicht die we kennen van <strong>de</strong> nationale politieke arena. Dit proces vormteen drijfveer achter het <strong>de</strong>bat over het <strong>de</strong>mocratische tekort en over <strong>in</strong>stitutionele<strong>in</strong>novaties die een effectief en <strong>in</strong>put-legitiem beleid waarborgen. An<strong>de</strong>rs gezegd:er is meer dan ooit behoefte aan <strong>in</strong>stitutionele arrangementen die <strong>de</strong>ze politiser<strong>in</strong>gop legitieme wijze kanaliseren. Daarvan getuigen ook het rapport Europesegovernance. Een Witboek en <strong>de</strong> Europese Conventie. De talloze voorstellen diehiertoe <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls circuleren en op <strong>de</strong> Conventie wor<strong>de</strong>n besproken, weerspiegelen<strong>de</strong> vele uiteenlopen<strong>de</strong> visies op <strong>de</strong> aard en betekenis van dit legitimiteitsvraagstuk.In <strong>de</strong>ze slotparagraaf belicht <strong>de</strong> wrr twee veelbesproken thema’s die directvoortvloeien uit zijn aanbevel<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> noodzaak van <strong>in</strong>stitutionele variatieen differentiatie: <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Europese Commissie en <strong>de</strong> <strong>in</strong>breng van het nationaleparlement.De rol van <strong>de</strong> Europese CommissieDe wrr is zich ervan bewust dat pleidooien voor het hanteren van nieuwemetho<strong>de</strong>n van governance <strong>de</strong> nodige aarzel<strong>in</strong>gen ontmoeten. S<strong>in</strong>ds het verschijnenvan het rapport Europese governance. Een Witboek en <strong>de</strong> Europese Raad vanLaken neemt <strong>de</strong> Commissie <strong>in</strong> <strong>de</strong> discussie hierover het voortouw (EuropeseCommissie 2001a; Craig en <strong>de</strong> Búrca 2003: 174). Hoewel zij het nut van aanvullen<strong>de</strong>metho<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> ocm erkent, pleit ze toch vooral voor het nieuw leven<strong>in</strong>blazen van <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> en voor het versterken van <strong>de</strong> eigen<strong>in</strong>stitutionele rol. Het voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>, aldus <strong>de</strong>Commissie, is dat <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g sterk wordt bepaald door dui<strong>de</strong>lijke juridischeregels, waardoor machtspolitiek wordt <strong>in</strong>gedamd. Daarnaast is <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>grelatief transparant, wordt het publieke <strong>de</strong>bat gegaran<strong>de</strong>erd via <strong>de</strong>betrokkenheid van het Europese Parlement en bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele<strong>in</strong>teractie <strong>de</strong> beleidscoherentie en het zoeken naar het algemene Europese belang <strong>in</strong>plaats van (nationale) <strong>de</strong>elbelangen (Europese Commissie 2002e). Ook kle<strong>in</strong>erelan<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rland, werpen zich om begrijpelijke re<strong>de</strong>nen op als voorvechtervan <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>. Zij zijn immers bij uitstek gebaat bij mogelijkhe<strong>de</strong>nom zuiver machtspolitieke manoeuvres te beteugelen via b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> procedures,


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniebij een onafhankelijke Commissie die toeziet op <strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>g en bij <strong>de</strong> kracht van<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke argumenten <strong>in</strong> het grotere collectief. On<strong>de</strong>r hen bestaat dan ook <strong>de</strong>vrees dat het experimenteren met nieuwe metho<strong>de</strong>n van governance leidt tot eenpotentiële bedreig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Europese Commissie. Daarmee zou <strong>de</strong><strong>in</strong>stitutionele balans b<strong>in</strong>nen het eu-systeem gevaarlijk verschuiven <strong>in</strong> <strong>in</strong>tergouvernementelericht<strong>in</strong>g. 4De analyses <strong>in</strong> dit rapport pleiten voor een nuancer<strong>in</strong>g van dit beeld. Ten eerstebetekenen <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n van governance niet altijd een aantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rolvan <strong>de</strong> Europese Commissie (bijvoorbeeld <strong>in</strong> het geval van nauwere samenwerk<strong>in</strong>g).Soms plaatsen <strong>de</strong> nieuwe governance-vormen die <strong>in</strong> dit rapport zijnbesproken <strong>de</strong> Europese Commissie echter wel <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re rol. Met name op <strong>de</strong>relatief nieuwe Europese beleidsterre<strong>in</strong>en is het gewicht van <strong>de</strong> Raad groot en is<strong>de</strong> Commissie m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong>itiatiefnemer en wetsontwerper en meer <strong>in</strong>formatieverschaffer,on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>laar, adviseur en scheidsrechter. Juist op die terre<strong>in</strong>enwaarop <strong>de</strong> <strong>in</strong>put-legitimiteit van <strong>de</strong> eu-besluitvorm<strong>in</strong>g ter discussie staat en hetstreven naar consensus essentieel is, v<strong>in</strong>dt noodzakelijkerwijs veeleer een veranker<strong>in</strong>gvan nationale elementen en <strong>in</strong>stituties <strong>in</strong> Europese ka<strong>de</strong>rs plaats dan eenvergemeenschappelijk<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>n.Dit alles is niet verwon<strong>de</strong>rlijk en zelfs noodzakelijk. Zoals Peterson en Shackletonhet bondig verwoor<strong>de</strong>n:239“What is perhaps more surpris<strong>in</strong>g is that the trend towards more collective governance <strong>in</strong> Europe– albeit via methods that were unfamiliar until recently – has rema<strong>in</strong>ed unbroken <strong>de</strong>spite thedisappearance of the ‘permissive consensus’.” (Peterson en Shackleton 2002: 358)Daar komt nog bij dat met <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> variatie van governance-vormen ook<strong>de</strong> formele en <strong>in</strong>formele on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid van <strong>de</strong> nationale en Europese<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> laatste jaren stelselmatig toeneemt. Door het meerlagige karaktervan <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt een ver<strong>de</strong>re verschuiv<strong>in</strong>g plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g vancollectieve governance (Peterson en Shackleton 2002: 351). Achter <strong>de</strong> uiterlijkefaça<strong>de</strong> van eeuwige competentiegeschillen tussen <strong>de</strong> horizontale ‘<strong>in</strong>stitutioneledriehoek’ van Commissie, Europees Parlement en Raad schuilt een toenemendaantal <strong>in</strong>ter<strong>in</strong>stitutionele overeenkomsten en <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste situaties uiterstcoöperatieve on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge relaties. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> verticale verhoud<strong>in</strong>gen is <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>geafhankelijkheid gegroeid. Nationale overhe<strong>de</strong>n hebben <strong>in</strong> steeds meer fasenvan <strong>de</strong> beleidsvoer<strong>in</strong>g een belangrijke scharnierfunctie gekregen, waarmee ze <strong>de</strong>kloof moeten overbruggen tussen mondiale en Europese ontwikkel<strong>in</strong>gen enerzijdsen nationale en regionale trends an<strong>de</strong>rzijds. Behalve ‘vertalers’ van Europesevraagstukken en oploss<strong>in</strong>gen naar nationale omstandighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> nationalepolitieke arena zijn zij ook exporteurs gewor<strong>de</strong>n van nationale problemen enoploss<strong>in</strong>gen naar het Europees niveau.Gegeven <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gen biedt <strong>de</strong> zo vertrouw<strong>de</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tussen het<strong>in</strong>tergouvernementele en het supranationale element van <strong>de</strong> eu we<strong>in</strong>ig houvast<strong>in</strong> het <strong>de</strong>bat en het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsproces over governance. Dergelijke labels


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> uniewerken veeleer verlammend. Ten eerste koppelen zij elke <strong>in</strong>novatie die afwijktvan <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>n al bij voorbaat aan een politiek kampvan voor- of tegenstan<strong>de</strong>rs van ‘Europa’. Ten twee<strong>de</strong> lijken zij te suggereren datie<strong>de</strong>r alternatief voor <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong> per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie second best,‘zacht’ en <strong>de</strong>rhalve <strong>in</strong>ferieur is (Wallace 2001: 592). Zoals <strong>de</strong> beleidshoofdstukken<strong>in</strong> dit rapport illustreren, kan een oor<strong>de</strong>el daaromtrent echter niet los wor<strong>de</strong>ngezien van <strong>de</strong> beleidscontext en het ontwikkel<strong>in</strong>gspotentieel van <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong>metho<strong>de</strong> en <strong>de</strong> beschikbare alternatieve metho<strong>de</strong>n. Die context wijst op eensteeds diverser wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beleidsproblemenen -ambities vragen om uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele arrangementen entypen betrokkenheid van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> Europese en nationale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>het beleidsproces. Het alternatief van Europabre<strong>de</strong> uniforme beleidsoploss<strong>in</strong>genzal steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kunnen rekenen op voldoen<strong>de</strong> slagvaardigheid en legitimiteit.240De <strong>in</strong>breng van <strong>de</strong> nationale parlementenHet is van belang te kijken naar <strong>de</strong> betrokkenheid van nationale <strong>in</strong>stituties enparlementen bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n van governance die <strong>in</strong> dit rapportcentraal staan (stell<strong>in</strong>g 3). Op papier staat <strong>de</strong> communautaire metho<strong>de</strong>, met zijnsterke rol voor het Europese Parlement en het Hof, bij uitstek garant voor transparanteen <strong>de</strong>mocratische procedures die <strong>de</strong> legitimiteit van het beleidsproceswaarborgen. Maar ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> communautaire pijler is op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len behoefteaan versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> legitimiteit via nationale kanalen. Dit wordt <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>lson<strong>de</strong>rstreept door <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen s<strong>in</strong>ds het Verdrag van Maastricht en <strong>de</strong>voorstellen van <strong>de</strong> Europese Conventie van oktober 2002. De politiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>eu heeft al geleid tot een sterkere formele <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g van nationale <strong>in</strong>stituties ophet Europese niveau, waaron<strong>de</strong>r ook een sterkere rol voor nationale parlementen.Het protocol hierover dat bij het Verdrag van Amsterdam is gevoegd, bepaalt datelke lidstaat wetgev<strong>in</strong>gsvoorstellen van <strong>de</strong> Commissie tijdig aan het nationaleparlement moet kunnen doorgeven. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Conventie, die dit on<strong>de</strong>rwerpver<strong>de</strong>r zal uitdiepen, is al terecht vastgesteld dat nationale parlementen en hetEuropese Parlement weliswaar elk een eigen rol hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu, maar dat <strong>de</strong>eerste niettem<strong>in</strong> een cruciale rol spelen <strong>in</strong> “het ‘verankeren’ en vestigen van <strong>de</strong>eu <strong>in</strong> <strong>de</strong> lidstaten”. (Europese Conventie Secretariaat 2002: 2).Hoewel <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> nationale parlementen niet tot <strong>de</strong> kernthema’s van ditrapport behoort, tonen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beleidshoofdstukken aan dat er zelfsb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> huidige verdragen speelruimte is voor het versterken van <strong>de</strong> parlementairebetrokkenheid op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waar dit <strong>de</strong> slagvaardigheid van <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>gniet belemmert. Ook <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse parlementaire betrokkenheid kanop on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n versterkt. Ten eerste dienen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse parlementariërs<strong>in</strong> het voortraject van communautaire wetgev<strong>in</strong>g een actievere rol te spelen.Nog voordat <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Raad plaatsheeft, dienenzij zich te bera<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> nationale aanvaardbaarheid en haalbaarheid van <strong>de</strong> voorliggen<strong>de</strong>opties (bijvoorbeeld via het <strong>de</strong>batteren over Wit- en Groenboeken) en <strong>de</strong>gepresenteer<strong>de</strong> voorstellen. Nu gaat <strong>de</strong> aandacht vrijwel uitsluitend uit naar <strong>de</strong> fasewaar<strong>in</strong> het raadsbesluit al is gevallen en <strong>de</strong> omzett<strong>in</strong>g van Europese bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unienationale wetgev<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is. Door die afzijdige opstell<strong>in</strong>g plaatst het parlementzichzelf voor voldongen feiten en gebruikt het ‘Europa’ geheel ten onrechtesoms als zon<strong>de</strong>bok voor maatregelen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale context controversieel blijkente zijn. Ten twee<strong>de</strong> geldt ten aanzien van <strong>de</strong> globale economische richtsnoerenen <strong>de</strong> ocm op sociaal terre<strong>in</strong> dat het parlement zich omwille van <strong>de</strong> effectiviteit en<strong>de</strong> legitimiteit van het beleid meer moet mengen <strong>in</strong> het beleidsproces dat leidt tot hetopstellen van <strong>de</strong> nap’s. Ook dient het <strong>de</strong> periodieke evaluaties van <strong>de</strong> Commissie en<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Raad ter discussie te stellen (stell<strong>in</strong>g 3).241


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unienoten2421Illustratief hiervoor is alleen al het totale aantal verdragsartikelen over <strong>de</strong> specifiekebevoegdhe<strong>de</strong>n en besluitvorm<strong>in</strong>gsregels, dat is gegroeid van 86 (eeg-Verdrag, 1957) tot 219 (Verdrag van Amsterdam, 1999). An<strong>de</strong>re kwantitatieve<strong>in</strong>dicatoren geven hetzelf<strong>de</strong> beeld: het aantal dg’s van <strong>de</strong> Europese Commissiesteeg van 9 <strong>in</strong> 1958 naar 24 <strong>in</strong> 1999, het aantal autonome agentschappen belastmet uitvoeren<strong>de</strong> taken van 2 <strong>in</strong> 1975 tot 11 <strong>in</strong> 1998 en verschillen<strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> Raad van 4 <strong>in</strong> 1958 naar 23 <strong>in</strong> 1998 (Maurer 2001: 3).2Soevere<strong>in</strong>iteit wordt hier ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als het juridische vermogen van nationalebeleidsmakers om externe besliss<strong>in</strong>gen te nemen zon<strong>de</strong>r te zijn on<strong>de</strong>rworpen aanexterne beperk<strong>in</strong>gen (Nugent 1999: 502). Het zal dui<strong>de</strong>lijk zijn dat ook zon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>meng<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eu er nog maar we<strong>in</strong>ig vraagstukken zijn waarvoor geen‘externe beperk<strong>in</strong>gen’ gel<strong>de</strong>n.3Er is sprake van een beleidsproces dat versterk<strong>in</strong>g toelaat van meer<strong>de</strong>re, naastelkaar bestaan<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteiten (Wallace 2000: 531). Regionale actoren weten <strong>in</strong>toenemen<strong>de</strong> mate direct, zon<strong>de</strong>r bemid<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> nationale overheid,toegang te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Regio’s en an<strong>de</strong>re subnationaleactoren weten hierdoor <strong>de</strong> eigen subnationale i<strong>de</strong>ntiteit te profileren. Daarnaastbestaat er <strong>de</strong> externe dynamiek die het belang van een bovennationale, Europesei<strong>de</strong>ntiteit naar <strong>de</strong> voorgrond haalt.4Tegelijkertijd komt het ook voor dat sommige (ka<strong>de</strong>r)richtlijnen uitermate vaagzijn opgesteld en voorafgaand aan het implementatietraject onvoldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>ntoegelicht aan <strong>de</strong> betrokken partijen. Het oorspronkelijke concept van een richtlijnis overigens een kort strategisch document geweest dat voldoen<strong>de</strong> flexibiliteitlaat aan <strong>de</strong> betrokken overhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> implementatievorm te kunnen aanpassenaan <strong>de</strong> eigen specifieke omstandighe<strong>de</strong>n.5Dit verschijnsel uit zich on<strong>de</strong>r meer <strong>in</strong> een afname van het aantal nieuwe wetsvoorstellen(primaire wetgev<strong>in</strong>g) die s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> voltooi<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne marktbeg<strong>in</strong> jaren negentig zijn aangenomen (Dehousse 2002: 4).6Volgens een schatt<strong>in</strong>g van Dehousse zijn er <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2000 maar liefsttien Europese adm<strong>in</strong>istratieve agentschappen bijgekomen met een totale staf van1.045 personen. Deze hou<strong>de</strong>n zich bezig met uiteenlopen<strong>de</strong> thema’s als milieu,gezondheid en veiligheid op het werk, racisme en xenofobie en <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwvan Kosovo (Dehousse 2002: 9).7Ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Europese Commissie wordt dit vraagstuk met zoveel woor<strong>de</strong>nerkend: “As means are sought to come to terms with complex, <strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntproblems about which uncerta<strong>in</strong>ty and a plurality of perspectives exist, a blurr<strong>in</strong>gof the classical separation of powers sometimes emerges as one <strong>in</strong>stitution carriesout the functions previously associated with the others. It is no longer sufficientto see politics tak<strong>in</strong>g once and for all <strong>de</strong>cisions on the basis of expert advice. Someoccupational health and safety arrangements <strong>in</strong> which the work-force andmanagement are <strong>in</strong>tegrated <strong>in</strong>to the process of i<strong>de</strong>ntify<strong>in</strong>g, assess<strong>in</strong>g and manag<strong>in</strong>grisk together with experts and regulators on an ongo<strong>in</strong>g basis are examplesof new approaches to regulation which attempt to accommodate the dynamic and


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie<strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt nature of problems. The fact that the practical solutions thatemerge from such arrangements often manifest enhanced legitimacy and effectiveness<strong>in</strong>dicates the potential that a fresh approach to regulation can possess. It isa question, then, of exam<strong>in</strong><strong>in</strong>g the new approaches to regulation that we <strong>in</strong> theCommission have experience with and of draw<strong>in</strong>g lessons from them that can beshared more wi<strong>de</strong>ly.” (Lebessis en Paterson 1997: 7-8)8Zie voor een beknopt overzicht van <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretaties van hetvraagstuk van het <strong>de</strong>mocratisch tekort ook Craig en De Búrca 2003: 167-176.9Niet voor niets pleit <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse reger<strong>in</strong>g dan ook voor een versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>Commissie “waardoor zij steeds meer een politiek en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r een technocratischkarakter krijgt” en voor het verstevigen van <strong>de</strong> legitimiteit en verantwoord<strong>in</strong>gsplichtvan <strong>de</strong> Commissie via versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> positie van het Europees Parlement(‘Europa <strong>in</strong> <strong>de</strong> steigers’, 26 september 2002: 17).243


244slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


literatuurliteratuurAles<strong>in</strong>a, A. et al. (2001) ‘Def<strong>in</strong><strong>in</strong>g a macro-economic framework for the Euro Area’, <strong>in</strong> theseries Monitor<strong>in</strong>g the European Central Bank, no. 3, Lon<strong>de</strong>n: cepr.Algemene Rekenkamer (1999) Terugkeerbeleid afgewezen asielzoekers, Twee<strong>de</strong> Kamer1998-1999, 26626, nr. 1-2.Allen, D. (1998) ‘Wi<strong>de</strong>r but weaker or the more the merrier? Enlargement en foreignpolicy cooperation <strong>in</strong> the ec/eu’, blz. 107-124 <strong>in</strong> J. Redmond enG.G. Rosenthal, The expand<strong>in</strong>g European Union. Past, present, future,Boul<strong>de</strong>r: Lynne Rienner Publishers.Allen, D. en M. Smith (2001) ‘External policy <strong>de</strong>velopments’, Journal of Common MarketStudies 39: 97-114.An<strong>de</strong>rson, M. (2000) Bor<strong>de</strong>r regimes and security <strong>in</strong> an enlarged European Community:Implications of the entry <strong>in</strong>to force of the Amsterdam Treaty, Florence: EuropeanUniversity Institute.An<strong>de</strong>rson, M. en E. Bort (2001) The frontiers of the European Union, Houndsmills,Bas<strong>in</strong>gstoke, Hampshire: Palgrave.Atk<strong>in</strong>son, A. et al. (2002) Indicators for social <strong>in</strong>clusion <strong>in</strong> the European Union, Oxford:Oxford University Press.Barents, R. en L.J. Br<strong>in</strong>khorst (2001) Grondlijnen van het Europees recht, Deventer: TjeenkWill<strong>in</strong>k.Barnard, C. (2000) EC employment law (2nd edition), Oxford: Oxford University Press.Barr, N. (2001) The welfare state as a piggy-bank: Information, risks, uncerta<strong>in</strong>ty and therole of the state, Oxford: Oxford University Press.Battjes, H. (2002) ‘A balance between fairness and efficiency? The directive on <strong>in</strong>ternationalprotection and the Dubl<strong>in</strong> regulation’, European Journal of Migrationand Law 4: 159-192.Beetsma, R. (2001) ‘Does emu need a Stability pact?’, blz. 23-52 <strong>in</strong> A. Brunila et al. (eds.)The Stability and growth pact: The architecture of fiscal policy <strong>in</strong> EMU,Bas<strong>in</strong>gstoke, Palgrave.Beetsma, R., X. Debrun en F. Klaassen (2001) Is fiscal policy coord<strong>in</strong>ation <strong>in</strong> EMU<strong>de</strong>sirable?, Wash<strong>in</strong>gton dc: imf.Bercusson, B. (2002) The <strong>in</strong>stitutional architecture of the European social mo<strong>de</strong>l, London:manuscript.Best, E. en D. Bossaert (eds.) (2002) From Luxembourg to Lisbon and beyond: Mak<strong>in</strong>g theEmployment Strategy work, Maastricht: European Institute of PublicAdm<strong>in</strong>istration.Bigo, D. (2000) ‘Liaison officers <strong>in</strong> Europe. New officers <strong>in</strong> the European security field’, <strong>in</strong>J. Scheptycki (ed.) Issues <strong>in</strong> transnational polic<strong>in</strong>g, London: Routledge.Blankenburg, E. (2000) Legal culture <strong>in</strong> five Central European countries. wrr Work<strong>in</strong>gDocuments W111, Den Haag.Boer, M. <strong>de</strong>n (2001) ‘Mirror, mirror on the wall… who’s the fairest of them all?’ The doublelogic of the imposition of JHA <strong>in</strong>struments of control on candidate countries,Florence: European University Institute.245


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie246Boer, M. <strong>de</strong>n en J. Monar (2002) ‘The 11th of September – has the challenge of globalterrorism transformed the eu as a security actor?’, Journal of Common MarketStudies Vol. 40 / Annual Review, 11-28Boer, M. <strong>de</strong>n en W. Wallace (2000) ‘Justice and home affairs. Integration through <strong>in</strong>crementalism?’,<strong>in</strong> H. Wallace en W. Wallace (eds.) Policy mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the EuropeanUnion, Oxford: Oxford University PressBoeri, T., G. Nicoletti en S. Scarpetta (2000) ‘Regulation and labour market performance’,blz. 324-380 <strong>in</strong> J. Pelkmans en G. Galli (eds.) Regulatory reform and competitiveness<strong>in</strong> Europe, Cheltenham en Northampton: E. Elgar.Bomberg, E. en J. Peterson (2000) ‘Policy transfer and europeanization: Pass<strong>in</strong>g theHe<strong>in</strong>eken test?’ Paper for the Political Studies Association-uk 50 th AnnualConference, 10-13 april 2000, London.Bort, E. (2000) Illegal migration and cross-bor<strong>de</strong>r crime: Challenges at the eastern frontierof the European Union, Florence: European University Institute.Bräun<strong>in</strong>ger, D. (2002) ‘Pension reforms <strong>in</strong> the large accession countries’, EU EnlargementMonitor 9: 18-35.Br<strong>in</strong>kmann, G. (1998) ‘Lawmak<strong>in</strong>g un<strong>de</strong>r the social chapter of Maastricht’, blz. 239-261 <strong>in</strong>P. Craig en C. Harlow (eds.) Lawmak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the European Union, London: KluwerLaw International.Broe<strong>de</strong>rs, D. (2001) Immigratie- en <strong>in</strong>tegratieregimes <strong>in</strong> vier Europese lan<strong>de</strong>n. wrr Werkdocumenten125, Den Haag.Brusis, M. (1998) ‘Introduction. Residual or European welfare mo<strong>de</strong>l? Central and EasternEurope at the crossroads’, blz. 1-22 <strong>in</strong> Central and Eastern Europe on the way <strong>in</strong>tothe European Union: Welfare state reforms <strong>in</strong> the Czech Republic, Hungary, Polandand Slovakia, München: Centrum für angewandte Politikforschung (website:http://www.cap.uni-muenchen.<strong>de</strong>/download/brusis.pdf 28 oktober 2002).Buiter, W.H. (2002) ‘The fiscal theory of the price level: A critique’, The Economic Journal112, 481: 459-480.Buiter, W. en C. Grafe (2002) Anchor, float or abandon ship: exchange rate regimes foraccession countries, Lon<strong>de</strong>n: cepr.Buti, M., W. Roeger en J. <strong>in</strong> ’t Veld (2001) ‘Stabiliz<strong>in</strong>g output and <strong>in</strong>flation: Policy conflictand cooperation un<strong>de</strong>r a Stability Pact’, Journal of Common Market Studies 39, 5:801-828.cia (2001) Grow<strong>in</strong>g global migration and its implications for the United States, NationalIntelligence Estimate, March 2001.Chlon-Dom<strong>in</strong>czak, A., M. Góra en M. Rutkowski (1999) Shap<strong>in</strong>g pension reform <strong>in</strong>Poland: Security through diversity, Wash<strong>in</strong>gton: World Bank.Chlon-Dom<strong>in</strong>czak, A. en M. Mora (2001) ‘Commitment and consensus <strong>in</strong> pensionreforms’, revised version of paper presented at IIASA/World Bank conference‘Learn<strong>in</strong>g from the partners’, Part 1: ‘Political economy of pension reform’,Laxenburg, Austria, 5 april 2001.Clark-Dageville, H. (2002) ‘The Employment Strategy and the enlargement of the Union’,blz. 121-127 <strong>in</strong> E. Best en D. Bossaert (eds.) From Luxembourg to Lisbon andbeyond: Mak<strong>in</strong>g the Employment Strategy work, Maastricht: European Institute ofPublic Adm<strong>in</strong>istration.


literatuurClasen, J. (2001) ‘Manag<strong>in</strong>g the economic risks of unemployment <strong>in</strong> the uk’. Paperpresented at Conference ‘Welfare systems and the management of the economicrisk of unemployment’. Florence: European University Institute, 10-11 December.Collignon, S. (2002) Policy coord<strong>in</strong>ation <strong>in</strong> Euroland, Bijdrage aan <strong>de</strong> conferentie EconomicCoord<strong>in</strong>ation <strong>in</strong> emu van 28/29 juni 2002, Brugge: Europa College.Collyer, M. (2002) Secondary movement: Why asylum shopp<strong>in</strong>g is still the best way to get abarga<strong>in</strong>, Paper presented at the 13th International conference of Europeanists,Chicago.Council of the European Union 6(2001) Evaluation of the conclusion of the Tamper EuropeanCouncil, Council document 14926/01, Brussels.Craig, P. en G. <strong>de</strong> Búrca (2003) EU law: Texts, cases and materials. Oxford: Oxford UniversityPress.Creel, J., T. Latreille en J. le Cacheux (2002) ‘Le Pacte <strong>de</strong> stabilité et les politiques budgettairesdans l’Union Européenne’, blz. 245-297 <strong>in</strong> Revue <strong>de</strong> l’OFCE, maart 2002.Cullen, H. en E. Campbell (1998) ‘The future of social policy-mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the EuropeanUnion’, blz. 262-284 <strong>in</strong> P. Craig en C. Harlow (eds.) Lawmak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the EuropeanUnion, London: Kluwer Law International.Dau<strong>de</strong>rstädt, M. (2002) European <strong>in</strong>tegration and social justice: From conflicts tocoord<strong>in</strong>ation. Or: The enlarg<strong>in</strong>g Euroland: Deepen<strong>in</strong>g and wi<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g unemploymentand <strong>in</strong>equality? Manuscript.Dehousse, R. (2002) Misfits: EU law and the transformation of European governance,New York: New York University School of Law.Delhey, J. (1999) Inequality and attitu<strong>de</strong>s: Postcommunism, Western capitalism andbeyond, Berl<strong>in</strong>: Wissenschaftszentrum Berl<strong>in</strong> für Sozialforschung.Delors, J. et al. (1989) Report on the Economic and Monetary Union <strong>in</strong> the EuropeanCommunity, Luxemburg: Office for Official Publications of the ec.Dierx, A., F. Ilzkovitz en K. Sekkat (2002) Structural reforms on European productmarkets: the Cardiff process, Bijdrage aan <strong>de</strong> conferentie Economic Coord<strong>in</strong>ation<strong>in</strong> emu van 28-29 juni 2002, Brugge: Europa College.D<strong>in</strong>an, D. (1999) Ever closer Union, An <strong>in</strong>troduction to European <strong>in</strong>tegration, Boul<strong>de</strong>r:Lynne Rienner Publishers.Draus, F. (2001) ‘Social dialogue <strong>in</strong> European Union candidate countries’, website:http://www.euractiv.com, 22 april 2002.Eatwell, J. et al. (2000) Hard budgets, soft states: Social policy <strong>in</strong> Central and EasternEurope, London: Institute for Public Policy Research.Ebb<strong>in</strong>ghaus, B. (2000) ‘Any way out of “Exit from work”? Revers<strong>in</strong>g the entrenchedpathways of early retirement’, blz. 511-553 <strong>in</strong> F.W. Scharpf en V.A. Schmidt (eds.)Welfare and work <strong>in</strong> the open economy, volume 2: Diverse responses to commonchallenges, Oxford: Oxford University Press.Ebb<strong>in</strong>ghaus, B. en J. Visser (2000) Tra<strong>de</strong> unions <strong>in</strong> Western Europe s<strong>in</strong>ce 1945, London:MacMillan.Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen, G. (1990) The three worlds of welfare capitalism, Cambridge: PolityPress.Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen, G. (1996) ‘Towards the good society, once aga<strong>in</strong>?’, blz. 1-25 <strong>in</strong>G. Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen (ed.) Welfare states <strong>in</strong> transition, London: Sage.247


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie248European Commission (2001) Biannual update of the scoreboard to review progress on thecreation of an area of ‘freedom, security and justice’ <strong>in</strong> the European Union(second half of 2001), com 628, Brussel.European Convention (2002) Draft f<strong>in</strong>al report Work<strong>in</strong>g group X ‘Freedom, security anJustice’, Brussel.Europese Commissie (2001a) Europese governance. Een witboek, com 428, Brussel.Europese Commissie (2001b) Over het gemeenschappelijk asielbeleid en <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g vaneen open coörd<strong>in</strong>atiemetho<strong>de</strong>, com 710 <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief, Brussel.Europese Commissie (2002a) Communication from the Commission on streaml<strong>in</strong><strong>in</strong>g theannual economic and employment policy co-ord<strong>in</strong>ation cycles, com 487 f<strong>in</strong>al,Brussel.Europese Commissie (2002b) Coord<strong>in</strong>ation of economic policies <strong>in</strong> the EU, Brussel: dgEcof<strong>in</strong>.Europese Commissie (2002c) Democratische controle op Europol, com 9 <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief,Brussel.Europese Commissie (2002d) Eurobarometer nr. 57(http://www.europa.eu.<strong>in</strong>t/comm/public_op<strong>in</strong>ion/), Brussel.Europese Commissie (2002e) Explanatory note on the community method, Brussel.Europese Commissie (2002f) Naar een geïntegreerd beheer van <strong>de</strong> buitengrenzen van <strong>de</strong>lidstaten van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>, com 233 <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief, Brussel.Europese Commissie (2002g) Streaml<strong>in</strong><strong>in</strong>g the annual economic and employment policycoord<strong>in</strong>ation cycles, com 487, Brussel.Europese Commissie (2002h) The social situation <strong>in</strong> the European Union 2002, Brussel.Europese Commissie (2002i) Verslag over <strong>de</strong> tenuitvoerlegg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> globale richtsnoerenvoor het economisch beleid 2001, com 93 van 21 februari 2002.Europese Conventie, Secretariaat (2002) Verslag van Werkgroep IV “De rol van <strong>de</strong> nationaleparlementen” aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Conventie, conv 353/02(http://register.consilium.eu.<strong>in</strong>t/pdf/nl/02/cv00/00353nl2.pdf), Brussel.Europese Raad (1994) ‘Council resolution on certa<strong>in</strong> aspects for a European Union socialpolicy: A contribution to economic and social convergence <strong>in</strong> the Union, OfficialJournal of the European Communities, C368/6.Eurostat (2002a) Regional unemployment rates <strong>in</strong> the Central European candidate countries2001 (Statistics <strong>in</strong> focus; Theme 1–6/2002 by A. Behrens), EuropeanCommunities.Eurostat (2002b) Labour force survey, pr<strong>in</strong>cipal results 2001 – candidate countries (Statistics<strong>in</strong> Focus; Theme 3–20/2002 by A. Franco en L. Blöndal), European Communities.Eurostat (2002c) Quarterly accounts: The GDP of the candidate countries (Statistics <strong>in</strong>Focus; Theme 2–45/2002 by J. Pasanen), European Communities.Everts, S. (2002) Shap<strong>in</strong>g a credible European foreign policy, London: Centre for EuropeanReform Pamphlet.Ewijk, C. van (2001) ‘Beyond Maastricht’, De Economist 149, 4: 509-221.Ferrera, M. (1996) ‘The southern mo<strong>de</strong>l of welfare <strong>in</strong> social Europe’, Journal of EuropeanSocial Policy 1: 17-37.Ferrera, M. (2000) ‘Reconstruct<strong>in</strong>g the welfare state <strong>in</strong> Southern Europe’, blz. 166-81 <strong>in</strong>S. Kuhnle (ed.) Survival of the European welfare state, London: Routledge.


literatuurFerrera, M., A. Hemerijck en M. Rho<strong>de</strong>s (2000) The future of social Europe: Recast<strong>in</strong>gwork and welfare <strong>in</strong> the new economy, Oeiras: Celta Editora.Fitoussi, F. en J. le Cacheux (eds.) (2002) Rapport sur l‘état <strong>de</strong> l‘Union Européenne 2002,Parijs: Fayard/Presses <strong>de</strong> Sciences Politique.Forster, A. en W. Wallace ( 1995) ‘Common foreign and security policy: A new policy orjust a new name?’, blz. 411-435 <strong>in</strong> H. Wallace en W. Wallace (eds.) Policy-mak<strong>in</strong>g<strong>in</strong> the European Union, Oxford: Oxford University Press.Fultz, E. en M. Ruck (2001) ‘Pension reform <strong>in</strong> Central and Eastern Europe: Emerg<strong>in</strong>gissues and patterns’, International Labour Review 140, 1: 19-43.Geelhoed, L.A. (2001) ‘De toekomst van <strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>: Markt<strong>in</strong>tegratie en beleids<strong>in</strong>tegratie’,SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 11: 366-375.Gegout, C. (2002) ‘The Qu<strong>in</strong>t: Acknowledg<strong>in</strong>g the existence of a big four-us directoire atthe heart of the European Union’s foreign policy <strong>de</strong>cision-mak<strong>in</strong>g process’,Journal of Common Market Studies 40, 2: 331-344.Giavazzi, F. (2001) Challenges for macro-economic policy <strong>in</strong> EMU, Bijdrage aan <strong>de</strong> conferentieBuild<strong>in</strong>g a dynamic Europe van 27 november 2001, Barcelona: IESI.G<strong>in</strong>sberg, R.H. (1998) ‘The impact of enlargement on the role of the European Union <strong>in</strong>the world’, blz. 197-215 <strong>in</strong> J. Redmond en G.G. Rosenthal, The expand<strong>in</strong>g EuropeanUnion. Past, present, future, Boul<strong>de</strong>r: Lynne Rienner Publishers.Goetschy, J. (1999) ‘The European Employment Strategy: Genesis and <strong>de</strong>velopment’,European Journal of Industrial Relations 6, 2: 117-137.Goetschy, J. (2000) ‘The European Employment Strategy: Strengths and weaknesses’,European Community Studies Review 13, 3: 2-7.Grabbe, H. (2001) ‘Break<strong>in</strong>g new ground <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternal security’, <strong>in</strong> E. Bannerman et al.(eds.) Europe after September 11 th , London: Centre for European Reform.Grabbe, H. (2002) ‘Stabiliz<strong>in</strong>g the East while keep<strong>in</strong>g out the Easterners: Internal an<strong>de</strong>xternal security logics <strong>in</strong> conflict’, <strong>in</strong> S. Lavenex en U. Emek (eds.) Externalitiesof <strong>in</strong>tegration: The wi<strong>de</strong>r impact of Europe’s immigration and asylum policies.Lanham md: Lex<strong>in</strong>gton Books.Grauwe, P. <strong>de</strong> (2002) ‘Europe’s <strong>in</strong>stability pact’, F<strong>in</strong>ancial Times, 25 July.Grauwe, P. <strong>de</strong> en M. Polan (2001) ‘Increased capital mobility: a challenge for national policies’,<strong>in</strong> H. Siebert (ed.) The World’s new f<strong>in</strong>ancial landscape: challenges for economicpolicy, Berl<strong>in</strong>: Spr<strong>in</strong>ger.Gros, D. en A. Hobza (2002) Why coord<strong>in</strong>ate fiscal policy?, Bijdrage aan <strong>de</strong> conferentieEconomic Coord<strong>in</strong>ation <strong>in</strong> emu van 28/29 juni 2002, Brugge: Europa College.Gros, D. et al. (2002) Fiscal and monetary policy for a low-speed Europe, Brussel: ceps.Guiraudon, V. (2002) Controll<strong>in</strong>g the EU bor<strong>de</strong>r by proxy? The <strong>de</strong>legation of migrationcontrol <strong>in</strong> practice. Paper presented at the 13th International conference of Europeanists,Chicago.Hagen, J. von en S. Mundschenk (2002) Fiscal and monetary policy coord<strong>in</strong>ation <strong>in</strong> EMU,Bijdrage aan <strong>de</strong> conferentie over Monetary union van 14/15 april 2002, Wenen.Hall, P. (2001) ‘The evolution of economic policy-mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the European Union’, blz.214-245 <strong>in</strong> A. Menon en V. Wright (eds.) From the nation state to Europe? Essays<strong>in</strong> honour of Jack Hayward, Oxford: Oxford University Press.Hantrais, L. (2000) Social policy <strong>in</strong> the European Union, Houndsmills: MacMillan.249


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie250Heer<strong>in</strong>ga, W. (2002) ‘Heeft het Stabiliteitspact nog tan<strong>de</strong>n?’, Economisch-StatistischeBerichten 87: 4348.Hemerijck, A. (2002) ‘The self-transformation of the European social mo<strong>de</strong>l(s)’, blz. 173-213 <strong>in</strong> G. Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen (ed.) Welfare states <strong>in</strong> transition, London: Sage.Hemerijck, A. en K. Colijn (2000) ‘Het aanpass<strong>in</strong>gsvermogen van <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat <strong>in</strong><strong>de</strong> eenentw<strong>in</strong>tigste eeuw’, Beleid en Maatschappij 27, 4: 196-206.Hemerijck, A. en M. Schludi (2000) ‘Sequences of policy failures and effective policyresponses’, blz. 125-228 <strong>in</strong> F.W. Scharpf en V.A. Schmidt (eds.) Welfare and work<strong>in</strong> the open economy, volume 1: From vulnerability to competitiveness, Oxford:Oxford University Press.Hemerijck, A. en Visser, J. (2001) ‘Learn<strong>in</strong>g and mimick<strong>in</strong>g: How European welfare statesreform’, Lei<strong>de</strong>n: manuscript.Héritier, A. (1999) Policy-mak<strong>in</strong>g and diversity <strong>in</strong> Europe. Escape from <strong>de</strong>adlock,Cambridge: Cambridge University Press.Hill, C. (1993) ‘The capability-expectations gap, or conceptualiz<strong>in</strong>g Europe’s <strong>in</strong>ternationalrole’, Journal of Common Market Studies 31, 3: 305-328.Hobza, A. (2002) CEE candidate countries on the way to the Eurozone, te verschijnen alswrr Werkdocument, Den Haag: wrr.Hoetjes, B.J.S. (1996) ‘The Netherlands’, blz. 17-35 <strong>in</strong> D. Rometsch en W. Wessels,The European Union and member states. Towards <strong>in</strong>stitutional fusion?,Manchester and New York: Manchester University Press.House of Lords (2000) The common European policy on security and <strong>de</strong>fence, London:Stationary Office.Italianer, A. en M. Vanheukelen (1993) ‘Proposals for Community stabilisation mechanisms,some historical applications’, European Economy 5: 495-510.Italië (2002) Impact evaluation of the European Employment Strategy: F<strong>in</strong>al report (draft;by M. Ferrera en E. Gualm<strong>in</strong>i). (Website:http://www.europa.eu.<strong>in</strong>t/comm/employment_social/news/2002/may/eval_en.html).Jacquet, P. en J. Pisani-Ferry (2001) Economic policy coord<strong>in</strong>ation <strong>in</strong> the eurozone: Whathas been achieved? What should be done?(http://www.sussex.ac.uk/Units/SEI/pdfs/wp40.pdf), Brighton: Sussex EuropeanInstitute.Kapteyn, P.J.G. et al. (red.) (1995) Inleid<strong>in</strong>g tot het recht van <strong>de</strong> Europese Gemeenschappen:Na Maastricht (5e, geheel herziene druk), Deventer: Kluwer.Keukeleire, S. (2002) ‘Contactgroepen en directoriums <strong>in</strong> het buitenlands beleid van <strong>de</strong>eu: gevaar of noodzaak?’ Internationale Spectator 40, 3: 139-144.Koslowski, R. (1998) ‘European Union migration regimes, established and emergent’, <strong>in</strong>C. Joppke (ed.) Challenge to the nation-state. Immigration <strong>in</strong> Western Europe andthe United States, Oxford: Oxford Universtity Press.Kostakopoulou, D. (2001) The politics of conta<strong>in</strong>ment and the politics of mutual recognition:Ethnicresi<strong>de</strong>nts and migrants <strong>in</strong> post-Nice Europe, Paper for a workshop onimmigration, <strong>in</strong>tegration and the European Union, 6-11 april, Grenoble.Kunz, J. (2002) Labour mobility and EU enlargement: A review of current trends and <strong>de</strong>bates,Brussel: etui.


literatuurLarsson, A. (2002) ‘The new open method of co-ord<strong>in</strong>ation. A susta<strong>in</strong>able way between afragmented Europe and a European superstate? A practitioner’s view’(http://wisc<strong>in</strong>fo.doit.wisc.edu/eucenter/Aca<strong>de</strong>mics/Themes/OMC4March20),Uppsala.Lebessis, N. en J. Paterson (1997) ‘Evolutions <strong>in</strong> governance: What lessons for theCommission? A first assessment’, Work<strong>in</strong>g Papers of the Forward Studies Unit,Luxemburg: European Commission.Leibfried, S. en P. Pierson (2000) ‘Social policy: Left to courts and markets?’, blz. 267-292<strong>in</strong> H. Wallace en W. Wallace (eds.) Policy-mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the European Union (4thedition), Oxford: Oxford University Press.Limonard, B.R. (2001) Het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid <strong>in</strong> eenuitbrei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Europese <strong>Unie</strong>: strategieën om met problematische diversiteit om tegaan, Doctoraalscriptie politicologie, Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam.Majone, G. en M. Everson (2001) ‘Institutional reform: In<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt agencies, oversight,coord<strong>in</strong>ation and procedural control’, blz. 129-168 <strong>in</strong> O. <strong>de</strong> Schutter, N. Lebessisand J. Paterson (eds.) Governance <strong>in</strong> the European Union, Luxembourg: EuropeanCommunities.Meer, B. van <strong>de</strong>r en M. van Riel (2002) ‘De “advocacy coalition” voor het Europese werkgelegenheidsbeleid:Het Europese <strong>in</strong>tegratieproces s<strong>in</strong>ds emu’, Beleid en Maatschappij29, 3: 123-133.Menén<strong>de</strong>z, A.J. (2002) ‘Charter<strong>in</strong>g Europe: Legal status and policy implications of theCharter of Fundamental Rights of the European Union’, Journal of CommonMarket Studies 40, 3: 471-490.Mény, Y. (2001) ‘National squares and European circle: The challenge of adjustment’, blz.29-45 <strong>in</strong> A. Menon en V. Wright (ed.) From the nation state to Europe? Essays <strong>in</strong>honour of Jack Hayward, Oxford: Oxford University Press.Meulen, J. van <strong>de</strong>r (1999) Migratie en asiel <strong>in</strong> Centraal-Europa en <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van dEuropese <strong>Unie</strong>, Den Haag: Instituut Cl<strong>in</strong>gendael.Monar, J. (1997) The European Union’s foreign affairs system after the Treaty of Amsterdam:A ‘strengthened capacity for external action’?, European Foreign AffairsReview 2: 413-436.Monar, J. (1999) An emerg<strong>in</strong>g regime of European governance for freedom, security andjustice, esrc ‘One Europe or several?’, brief<strong>in</strong>g note 2/99.Monar, J. (2000a) Enlargement-related diversity <strong>in</strong> EU justice and home affairs: Challenges,dimensions and management <strong>in</strong>struments, wrr Work<strong>in</strong>g Documents 112, TheHague.Monar, J. (2000b) Justice and home affairs <strong>in</strong> wi<strong>de</strong>r Europe: The dynamics of <strong>in</strong>clusion an<strong>de</strong>xclusion. esrc ‘One Europe or several?’ Programme work<strong>in</strong>g paper 07/00.Monar, J. (2001a) ‘Cont<strong>in</strong>u<strong>in</strong>g and build<strong>in</strong>g on Amsterdam: The reforms of the Treaty ofNice’ <strong>in</strong> J. Monar en W. Wessels, The European Union after the Treaty of Amsterdam.London/New York: Cont<strong>in</strong>uum.Monar, J. (2001b) EU Justice and Home Affairs <strong>in</strong> the Eastward enlargement: the challengeof diversity and EU <strong>in</strong>struments and strategies. Bonn: Rhe<strong>in</strong>ische FriedrichWilhelms-Universität.Monar, J. (2001c) ‘The dynamics of justice and home affairs: Laboratories, driv<strong>in</strong>g factorsand costs’, Journal of Common Market Studies 39, 4: 747-764.251


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie252Monar, J. (2002) ‘Justice and home affairs’, Journal of Common Market Studies. Annualreview of the European Union 2001/2002.Morr<strong>in</strong>son, J. (2000) The traffick<strong>in</strong>g and smuggl<strong>in</strong>g of refugees. The end game <strong>in</strong> Europeanasylum policy?, Geneva: unhcr.Müller, K. (2001) ‘The mak<strong>in</strong>g of pension privatisation: Lat<strong>in</strong> American and East Europeancases’, revised f<strong>in</strong>al version of a paper presented at the iiasa/World Bankconference ‘Learn<strong>in</strong>g from the partners’, Part 1: ‘The political economy of pensionreform’, Laxenburg, Austria, 5 april 2001.Nicoletti, G. (2001) Regulation <strong>in</strong> services: OECD patterns and economic implications, oecdEconomics Department Work<strong>in</strong>g Paper no. 287, Paris: oecd.Noll, G. (2002) ‘Protection <strong>in</strong> a spirit of solidarity?’, blz. 305-324 <strong>in</strong> R. Byrne, G. Noll enJ. Vested-Hansen (eds.) New asylum countries? Migration control and refugeeprotection <strong>in</strong> an enlarged European Union, The Hague: Kluwer Law International.Nugent, N. (1999) The Government and Politics of the European Union, Durham: DukeUniversity Press.Ortega, M. (2001) Military <strong>in</strong>tervention and the EU, Paris: The Institute for SecurityStudies of Western European Union.Peers, S. (2000) EU justice and home affairs law, Harlow: Longman.Peers, S. (2001) ‘Democratic control by the European Parliament <strong>in</strong> relation to control ofjustice and home affairs’, Collegium, 22 <strong>de</strong>cember 2001.Pelkmans, J. en G. Galli (eds.) (2000) Regulatory reform and competitiveness <strong>in</strong> Europe,<strong>de</strong>el I, Cheltenham & Northampton: E. Elgar.Pelkmans, J., D. Gros en J. Nunez Ferrer (2000) Long-run economic aspects of theEuropean Union‘s Eastern Enlargement, wrr Work<strong>in</strong>g Documents no. 109,Den Haag: wrr.Perotti, R. (1999) ‘Fiscal policy <strong>in</strong> good times and bad’, Quarterly Journal of Economics114, 4: 1399-1436.Peterson J. en E. Bomberg (1999) Decision-mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the European Union, Boul<strong>de</strong>r: LynneRienner Publishers.Peterson, J. en M. Shackleton (2002) ‘Conclusion’, blz. 347-367 <strong>in</strong> J. Peterson enM. Shackleton (eds.) The Institutions of the European Union, Oxford;Oxford University Press.Peterson. J. en H. Sjursen (1998) ‘The myth of the CFSP’, blz. 169-185 <strong>in</strong> J. Peterson en H.Sjursen (eds.) A common foreign policy for Europe?, London: Routledge.Philippart, E. en M. Sie Dhian Ho (2000) The pros and cons of ‘closer cooperation’ with<strong>in</strong>the eu. Argumentation andd recommendations, wrr Work<strong>in</strong>g documentsW104, Den HaagPhilippart, E. en M. Sie Dhian Ho (2001) Pedall<strong>in</strong>g aga<strong>in</strong>st the w<strong>in</strong>d. Strategies to strengthenthe EU’s capacity to act <strong>in</strong> the context of enlargement, wrr Work<strong>in</strong>g documentsW110, Den Haag.Pierson, P. (1994) Dismantl<strong>in</strong>g the welfare state? Reagan, Thatcher, and the politics ofretrenchment, Cambridge: Cambridge University Press.P<strong>in</strong><strong>de</strong>r, J. (2001) The European Union. A very short <strong>in</strong>troduction, Oxford: Oxford UniversityPress.


literatuurPisany-Ferry, J. (2002) Fiscal discipl<strong>in</strong>e and policy coord<strong>in</strong>ation <strong>in</strong> the Eurozone: assessmentand proposals, Bijdrage voor het colloquium over Budgetary policy <strong>in</strong> emuvan 23 mei 2002, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van F<strong>in</strong>anciën.Pochet Ph. (2001) ‘Subsidiariteit, bestuur en sociaal beleid’, Belgisch Tijdschrift voorSociale Zekerheid 1: 125-142.Politie (2001) Algemene crim<strong>in</strong>aliteitsbeeldanalyse Oost-Europa, Politie IJsselland.Porte, C. <strong>de</strong> la en Ph. Pochet (2001) ‘Supple Co-ord<strong>in</strong>ation at eu level and the key actor’s<strong>in</strong>volvement’, blz. 27-68 <strong>in</strong> C. <strong>de</strong> la Porte en Ph. Pochet (eds.) Build<strong>in</strong>g socialEurope through the open method of co-ord<strong>in</strong>ation, Brussel: Peter Lang.Posthumus Meyjes, H.C. (2001) ‘Europa met zijn <strong>de</strong>rtigen. Een onbekommer<strong>de</strong>toekomstverkenn<strong>in</strong>g’, SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 1: 2-7.Rho<strong>de</strong>s, M. (1995) ‘A regulatory conundrum: Industrial relations and the social dimension’,blz. 78-122 <strong>in</strong> S. Leibfried en P. Pierson (eds.) European social policy:Between fragmentation and <strong>in</strong>tegration, Wash<strong>in</strong>gton: Brook<strong>in</strong>gs Institution.Rodriguez, M.J. (2001) ‘The Open Method of Co-ord<strong>in</strong>ation as a new Governance Tool’Journal Europa Europe. Rivista bimestrale <strong>de</strong>lla Fondazione Istituto Gramsci.http://www.europaeurope.it/home01.htm.Salgado, R. (2002) Impact of structural reforms on Productivity growth <strong>in</strong> Industrial countries,Wash<strong>in</strong>gton D.C.: imf.Scharpf, F.W. (1997) Games real actors play, Boul<strong>de</strong>r, Colorado: Westview Press.Scharpf, F.W. (1999) Govern<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europe: Effective and <strong>de</strong>mocratic? Oxford: OxfordUniversity Press.Scharpf, F.W. (2000) Notes toward a theory of multilevel govern<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Europe, Köln:Max Planck Institut für Gesellschaftsforschung.Scharpf, F.W. (2001a) ‘European Governance: Common Concerns vs. the Challenge ofDiversity’, blz.1-11 <strong>in</strong> C. Joerges, Y. Mény en J.H. Weiler (eds.) Mounta<strong>in</strong> or Molehill?A critical Appraisal of the Commission White Paper on Governance.Jean Monnet Work<strong>in</strong>g Paper nr. 6/01, Florence, Harvard: Europees UniversitairInstituut, Harvard Law School.Scharpf, F. (2001b) What have we learned? Problem-solv<strong>in</strong>g capacity of the multi-levelEuropean polity, Keulen: Max Planck Institut für Gesellschaftsforschung.Scharpf, F.W. en V.A. Schmidt (eds.) (2000) Welfare and work <strong>in</strong> the open economy(volume I: From vulnerability to competitiveness and volume II: Diverse responsesto common challenges), Oxford: Oxford University Press.Schout A. en S. Vanhoonacker (2002) ‘Naar een versterkt voorzitterschap’, InternationaleSpectator 6: 309-315.Se<strong>de</strong>lmeier, U. (2000) ‘Eastern enlargement: Risk, rationality, and role-compliance’, blz.164-185 <strong>in</strong>: M. Green Cowles en M. Smith, The state of the European Union, Vol. 5,Risks, reform, resistance, and revival, Oxford: Oxford University Press.Sie Dhian Ho, M. (2002) Flexible mo<strong>de</strong>s of governance <strong>in</strong> justice and home affairs, Paperpresented at the Conference ‘eu Governance and the Challenge of InternalSecurity’, University of Leicester, 20-21 september 2002.Sjursen, H. (1999) ‘Enlargement and the Common Foreign and Security Policy: transform<strong>in</strong>gthe eu’s external i<strong>de</strong>ntity?’ blz. 37-51 K. Hen<strong>de</strong>rson, Back to Europe: Centraland Eastern Europe and the European Union, Budapest: ucl Press.253


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie254Smith, M.E. (2001) ‘Diplomacy by <strong>de</strong>cree: The legalization of eu foreign policy’, Journalof Common Market Studies 39, 1: 79-104.Sociaal-Economische Raad (2000) Sociaal-economische coörd<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> <strong>de</strong> EU, Rapport00/01, Den Haag: ser.Soetendorp, B. (1999) Foreign policy <strong>in</strong> the European Union: Theory, history and practice,London: Longman.Siebert, H. (2002) ‘The price of a common currency’, F<strong>in</strong>ancial Times, 6 augustus 2002.Sta<strong>de</strong>n, A. van et al. (2000) Towards a European strategic concept, Den Haag: Ne<strong>de</strong>rlandsInstituut voor Internationale Betrekk<strong>in</strong>gen ‘Cl<strong>in</strong>gendael’ (http://www.cl<strong>in</strong>gendael.nl/cli/publ/occ.pdf/strategic_concept.pdf).Stark, J. en B. Manzke (2002) Which role should budgetary policy play <strong>in</strong> response to cyclical<strong>de</strong>velopments?, Bijdrage aan <strong>de</strong> conferentie Budgetary policy <strong>in</strong> emu van 23mei 2002, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van F<strong>in</strong>anciën.Streeck, W. (1992) Social <strong>in</strong>stitutions and economic performance: Studies of <strong>in</strong>dustrial relations<strong>in</strong> advanced <strong>in</strong>dustrial economies, Newbury Park, California: Sage.Streeck, W. (1997) ‘Beneficial constra<strong>in</strong>ts: On the economic limits of rational voluntarism’,<strong>in</strong>: J.R. Holl<strong>in</strong>gsworth en R. Boyer (eds.) Contemporary capitalism: Theembed<strong>de</strong>dness of <strong>in</strong>stitutions, Cambridge: Cambridge University Press.Strömvik, M. (1998) The CFSP and the dynamic effects of enlargement, Paper prepared forthe sgir-isa jo<strong>in</strong>t conference, Vienna, 16-19 september 1998.Svallfors, S. en P. Taylor-Gooby (2001) The end of the welfare state? Responses to stateretrenchment, London: Routledge.Tak, P. (2000) ‘Bottlenecks <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternational police and judicial cooperation <strong>in</strong> the eu’,European Journal of Crime, Crim<strong>in</strong>al Law and Crim<strong>in</strong>al Justice 8, 4: 343-360.tepsa (2002) The Broad Economic Policy Gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es 2002, F<strong>in</strong>al report for the EuropeanParliament, 24 January 2002.Theeuwes, J., F. Felso en M. Kok (2001) Marktwerk<strong>in</strong>g en productiviteit, Amsterdam: seo.Tomes, I. (1998) ‘Central and Eastern Europe – an overview’, blz. 169-181 <strong>in</strong> The future ofsocial security. The Stockholm Conference 29 June-1 July 1998(website: http://www.fkf.se/aktuellt/1999/future, 28 oktober 2002).Trubek, D.M. en J.S. Mosher, (forthcom<strong>in</strong>g) ‘New governance, employment policy, andthe European social mo<strong>de</strong>l’, blz. 33-58 <strong>in</strong> J. Zeitl<strong>in</strong> en D.M. Trubek (eds.) Govern<strong>in</strong>gwork and welfare <strong>in</strong> a new economy: European and American experiments,Oxford: Oxford University Press.Tsoukalis, L. (2000) ‘Economic and Monetary Union: Political conviction and economicuncerta<strong>in</strong>ty’, blz. 149-178 <strong>in</strong> H. Wallace en W. Wallace (eds.) Policy-mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> theEuropean Union, Oxford: Oxford University Press.Uçarer, E. (2001) ‘From the si<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es to center stage: si<strong>de</strong>kick no more? The EuropeanCommission <strong>in</strong> justice and home affairs’, <strong>in</strong> European Integration Onl<strong>in</strong>e Papers 5.unhcr (2001) Asylum applications <strong>in</strong> <strong>in</strong>dustrialized countries: 1980-1999, Geneva:unhcr.Van<strong>de</strong>nbroucke, F. (2002) ‘Foreword: Susta<strong>in</strong>able social justice and “open coord<strong>in</strong>ation”<strong>in</strong> Europe’, blz. viii-xxiv <strong>in</strong> G. Esp<strong>in</strong>g-An<strong>de</strong>rsen (ed.) Why we need a new welfarestate, Oxford: Oxford University Press.Verheijen, A.J.G. (2000) Adm<strong>in</strong>istrative capacity <strong>de</strong>velopment, wrr Work<strong>in</strong>g DocumentsW107, The Hague.


literatuurVilla Fabergroup on the Future of the eu (2001) Th<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g enlarged: The accession countriesand the future of the European Union, a strategy for reform, Gütersloh: BertelsmanFoundation.Visser, J. en A.C. Hemerijck (1997) A Dutch miracle: Job growth, welfare reform and corporatism<strong>in</strong> the Netherlands, Amsterdam: Amsterdam University Press.Vogel, D. (1995) Trad<strong>in</strong>g up: Consumer and environmental regulation <strong>in</strong> a global economy,Cambridge, Mass: Harvard University Press.Vogel, D. (1997) ‘Trad<strong>in</strong>g up and govern<strong>in</strong>g across: Transnational governance and environmentalprotection’, Journal of European Public Policy 4: 556-71.Wagener, H.J. (2002) ‘The welfare state <strong>in</strong> transition economies and accession to the eu’,West European Politics 25: 152-174.Wallace, W. (2000) ‘Collective Governance. The eu Political Process’ blz.523-542 <strong>in</strong> H.Wallace en W. Wallace (eds.) Policy-mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the European Union (4th edition),Oxford: Oxford University Press.Wallace, H. (2001) ‘The chang<strong>in</strong>g politics of the European Union; An overview’,Journal of Common Market Studies 39, 4: 581-94.Weiler, J.H.H. (1999) ‘European <strong>de</strong>mocracy and its critics: Polity and system’, blz. 264-285 <strong>in</strong> J.H.H. Weiler, The constitution of Europe, Cambridge: University Press.Weiler, J.H.H., U.R. Haltern en F.C. Mayer (1995) ‘European <strong>de</strong>mocracy and its critique’,blz. 4-39 <strong>in</strong> J. Hayward, The crisis of representation <strong>in</strong> Europe, London: Frank Cass& Co Ltd.Wessel, R.A. (1999) The European Union’s foreign and security policy, A legal <strong>in</strong>stitutionalperspective, The Hague: Kluwer Law International.Wessels, W. en I. L<strong>in</strong>senmann (2002) Mo<strong>de</strong>s of Economic Governance <strong>in</strong> the EU: towards a‘gouvernance économique’?, Bijdrage aan <strong>de</strong> conferentie Economic Coord<strong>in</strong>ation<strong>in</strong> emu van 28/29 juni 2002, Brugge: Europa College.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (1995) Stabiliteit en veiligheid <strong>in</strong>Europa, Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 48, Den Haag: Sdu Uitgevers.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2000) Doorgroei van arbeidsparticipatie,Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 57, Den Haag: Sdu Uitgevers.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2001) Naar een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong>,Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 59, Den Haag: Sdu Uitgevers.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2002a) Duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g:Bestuurlijke voorwaar<strong>de</strong>n voor een mobiliserend beleid, Den Haag: Sdu Uitgevers.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2002b), Van ou<strong>de</strong> en nieuwe kennis.De gevolgen van ICT voor het kennisbeleid, Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 61, DenHaag, Sdu Uitgevers.Whitman, R.G. (1999) ‘The common foreign an<strong>de</strong> security policy after enlargement’, blz.134-160 <strong>in</strong> V. Curzon-Price et al., The enlargement of the European Union: Issuesand strategies, London: Routledge.Wierts, P. en S. van <strong>de</strong>r Lecq (1999) ‘Macro-economische beleidscoörd<strong>in</strong>atie’, Economisch-StatistischeBerichten 84: 4228.Zeitl<strong>in</strong>, J. (2002) ‘Open<strong>in</strong>g the open method of coord<strong>in</strong>ation’, presentatie op het wrrsem<strong>in</strong>ar‘New mo<strong>de</strong>s of <strong>de</strong>mocratic governance: European and American experiments‘,Den Haag, 27 september 2002.255


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieZijl, M. et al. (2002) Dutch experiences with the European Employment Strategy(The Netherlands ees National Impact Evaluation Study), Amsterdam(Website: http://www.europa.eu.<strong>in</strong>t/comm/employment_social/news/2002/may/eval_en.html).256


apporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>grapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gEerste raadsperio<strong>de</strong> (1972-1977)1 Europese <strong>Unie</strong>*2 Structuur van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie*3 EnergiebeleidGebun<strong>de</strong>ld <strong>in</strong> één publicatie (1974)*4 Milieubeleid (1974)*5 Bevolk<strong>in</strong>gsgroei (1974)*6 De organisatie van het openbaar bestuur (1975)*7 Buitenlandse <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n op Ne<strong>de</strong>rland: Internationale migratie (1976)*8 Buitenlandse <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n op Ne<strong>de</strong>rland: Beschikbaarheid van wetenschappelijke en technische kennis (1976)*9 Commentaar op <strong>de</strong> Discussienota Sectorra<strong>de</strong>n (1976)*10 Commentaar op <strong>de</strong> nota Contouren van een toekomstig on<strong>de</strong>rwijsbestel (1976)*11 Overzicht externe adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1976)*12 Externe adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1976)*13 Maken wij er werk van? Verkenn<strong>in</strong>gen omtrent <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen actieven en niet-actieven (1977)*14 Interne adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1977)*15 De komen<strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tig jaar – Een toekomstverkenn<strong>in</strong>g voor Ne<strong>de</strong>rland (1977)*16 Over sociale ongelijkheid – Een beleidsgerichte probleemverkenn<strong>in</strong>g (1977)*257Twee<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1978-1982)17 Etnische m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n (1979)*A. Rapport aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>gB. Naar een algemeen etnisch m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>nbeleid?18 Plaats en toekomst van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>in</strong>dustrie (1980)*19 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 1: Een pog<strong>in</strong>g tot uitlokk<strong>in</strong>g (1980)*20 Democratie en geweld. Probleemanalyse naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gebeurtenissen <strong>in</strong> Amsterdam op 30 april 1980*21 Vernieuw<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het arbeidsbestel (1981)*22 Herwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van welzijnsbeleid (1982)*23 On<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van Duitsland. Een on<strong>de</strong>rzoek naar gevoeligheid en kwetsbaarheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> betrekk<strong>in</strong>gen tussenNe<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Bondsrepubliek (1982)*24 Samenhangend mediabeleid (1982)** Uitverkocht


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieDer<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1983-1987)25 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 2: Een verruim<strong>in</strong>g van perspectief (1983)*26 Waarborgen voor zekerheid. Een nieuw stelsel van sociale zekerheid <strong>in</strong> hoofdlijnen (1985)27 Basisvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijs (1986)28 De onvoltooi<strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>tegratie (1986)29 Ruimte voor groei. Kansen en bedreig<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> tien jaar (1987)30 Op maat van het mid<strong>de</strong>n- en kle<strong>in</strong>bedrijf (1987)Deel 1: Rapport aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>g;Deel 2: Pre-adviezen31 Cultuur zon<strong>de</strong>r grenzen (1987)*32 De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap. Een <strong>in</strong>terimrapport (1987)33 Activerend arbeidsmarktbeleid (1987)34 Overheid en toekomston<strong>de</strong>rzoek. Een <strong>in</strong>ventarisatie (1988)258Vier<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1988-1992)35 Rechtshandhav<strong>in</strong>g (1988)36 Allochtonenbeleid (1989)37 Van <strong>de</strong> stad en <strong>de</strong> rand (1990)38 Een werkend perspectief. Arbeidsparticipatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren ’90 (1990)39 Technologie en overheid (1990)40 De on<strong>de</strong>rwijsverzorg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst (1991)41 Milieubeleid. Strategie, <strong>in</strong>strumenten en handhaafbaarheid (1992)42 Grond voor keuzen. Vier perspectieven voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Gemeenschap (1992)43 Ou<strong>de</strong>ren voor ou<strong>de</strong>ren. Demografische ontwikkel<strong>in</strong>gen en beleid (1993)Vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1993-1997)44 Duurzame risico’s. Een blijvend gegeven (1994)45 Belang en beleid. Naar een verantwoor<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werknemersverzeker<strong>in</strong>gen (1994)46 Besluiten over grote projecten (1994)47 Hoger on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> fasen (1995)48 Stabiliteit en veiligheid <strong>in</strong> Europa. Het veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> krachtenveld voor het buitenlands beleid (1995)49 Or<strong>de</strong> <strong>in</strong> het b<strong>in</strong>nenlands bestuur (1995)50 Twee<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> perspectief (1996)51 Van ver<strong>de</strong>len naar verdienen. Afweg<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> sociale zekerheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> 21e eeuw (1997)52 Volksgezondheidszorg (1997)53 Ruimtelijke-ontwikkel<strong>in</strong>gspolitiek (1998)54 Staat zon<strong>de</strong>r land. Een verkenn<strong>in</strong>g van bestuurlijke gevolgen van <strong>in</strong>formatie- en communicatietechnologie (1998)


apporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gZes<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1998-2002)55 Generatiebewust beleid (1999)56 Het borgen van publiek belang (2000)57 Doorgroei van arbeidsparticipatie (2000)58 Ontwikkel<strong>in</strong>gsbeleid en goed bestuur (2001)59 Naar een Europabre<strong>de</strong> <strong>Unie</strong> (2001)60 Ne<strong>de</strong>rland als immigratiesamenlev<strong>in</strong>g (2001)61 Van ou<strong>de</strong> en nieuwe kennis. De gevolgen van ict voor het kennisbeleid (2002)62 Duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g: bestuurlijke voorwaar<strong>de</strong>n voor een mobiliserend beleid (2002)63 De toekomst van <strong>de</strong> nationale rechtsstaat (2002)64 Beslissen over biotechnologie (2003)Rapporten aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>g en publicaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> reeks Voorstudies en achtergron<strong>de</strong>n zijn verkrijgbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l of via SduServicecentrum Uitgeverijen, Plantijnstraat, Postbus 20014, 2500 EA ’s-Gravenhage, tel. 070-3789880, fax 070-3789783.259


260slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie


voorstudies en achtergron<strong>de</strong>nvoorstudies en achtergron<strong>de</strong>nHieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> publicaties uit <strong>de</strong> wrr-serie Voorstudies en achtergron<strong>de</strong>n opgesomd vanaf <strong>de</strong>vier<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong>. Een volledig overzicht van <strong>de</strong> voorstudies is beschikbaar op <strong>de</strong> wrr-website(http://www.wrr.nl) of aan te vragen bij het bureau van <strong>de</strong> wrr (070 - 356 46 25).Vier<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1988-1992)V63 Milieu en groei. Verslag van een studiedag op 11 februari 1988 (1988)V64 De maatschappelijke gevolgen van erfelijkheidson<strong>de</strong>rzoek. Verslag van een conferentie op 16-17 juni 1988 (1988)V65 H.F.L. Garretsen, H. Raat (1989) Gezondheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier grote ste<strong>de</strong>nV66 P. <strong>de</strong> Grauwe e.a. ( 1989) De Europese Monetaire Integratie: vier visiesV67 Th. Roelandt, J. Veenman (1990) Allochtonen van school naar werkV68 W.H. Leeuwenburgh, P. van <strong>de</strong>n Ee<strong>de</strong>n (1990) On<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier grote ste<strong>de</strong>nV69 M.W. <strong>de</strong> Jong, P.A. <strong>de</strong> Ruijter (red.) (1990) Logistiek, <strong>in</strong>frastructuur en <strong>de</strong> grote stadV70 C.A. Bartels, E.J.J. Roos (1990) Sociaal-economische vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> grootste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>nV71 W.J. Dercksen (ed.) (1990) The Future of Industrial Relations <strong>in</strong> Europe. Proceed<strong>in</strong>gs of a conference <strong>in</strong> honour ofprof. W. AlbedaV72 Sociaal-economische gezondheidsverschillen en beleid; preadviezen (1991)V73 F.J.P.M. Hoefnagel (1992) Cultuurpolitiek: het mogen en moetenV74 K.W.H. van Beek, B.M.S. van Praag (1992) Kiezen uit sollicitanten. Concurrentie tussen werkzoeken<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r baanV75 Jeugd <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g. Wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten en overheidsbeleid (1992)V76 A.M.J. Kreukels, W.G.M. Salet (ed.) (1992) Debat<strong>in</strong>g <strong>in</strong>stitutions and Cities. Proceed<strong>in</strong>gs of the Anglo DutchConference on Urban RegenerationV77 H.R. van Gunsteren en P. <strong>de</strong>n Hoed (1992) Burgerschap <strong>in</strong> praktijkenV78 F. Bletz, W. Dercksen and K. van Paridon (ed.) (1993) Shap<strong>in</strong>g Factors for the Bus<strong>in</strong>ess Environment <strong>in</strong> theNetherlands after 1992V79 N.T. Bischoff, R.H.G. Jongman (1993) Development of Rural Areas <strong>in</strong> Europe. The Claim for NatureV80 Verslag en evaluatie van <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1993)V81 F.J.P.M. Hoefnagel m.m.v. H.G.M. Hendriks en M.D. Verdaasdonk (1993) Het Duitse Cultuurbeleid <strong>in</strong> Europa261V82V83V84V85V86V87V88V89V90V91V92V93Vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1993-1997)W.J. Dercksen e.a. (1993) Beroepswijs on<strong>de</strong>rwijs. Ontwikkel<strong>in</strong>gen en dilemma’s <strong>in</strong> <strong>de</strong> aansluit<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>rwijs enarbeidW.G.M. Salet (1994) Om recht en staat. Een sociologische verkenn<strong>in</strong>g van sociale, politieke en rechtsbetrekk<strong>in</strong>genJ.M. Bekker<strong>in</strong>g (1994) Private verzeker<strong>in</strong>g van sociale risico’sC. Lambers, D.A. Lubach, M. Scheltema (1994) Versnell<strong>in</strong>g juridische procedures grote projectencshob (1995) Aspecten van hoger on<strong>de</strong>rwijs. Een <strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>ventarisatieT. van <strong>de</strong>r Meij e.a. (1995) Ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> natuur. Visies op <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> natuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld en scenario’svoor het behoud daarvanL. Hagendoorn e.a. (1995) Etnische verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-EuropaH.C. Posthumus Meyjes, A. Szász, Christoph Bertram, W.F. van Eekelen (1995) Een gedifferentieerd EuropaJ. Rupnik e.a. (1995) Challenges <strong>in</strong> the EastJ.P.H. Donner (rapporteur) (1995) Europa, wat nu?R.M.A. Jansweijer (1996) Gou<strong>de</strong>n bergen, diepe dalen: <strong>de</strong> <strong>in</strong>komensgevolgen van een betaalbareou<strong>de</strong>dagsvoorzien<strong>in</strong>gW. Derksen, W.A.M. Salet (red.) (1996) Bouwen aan het b<strong>in</strong>nenlands bestuur


slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unieV94 seo/Intomart (1996) Start-, slaag- en faalkansen van hoger opgelei<strong>de</strong> starten<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemersV95 L.J. Gunn<strong>in</strong>g-Schepers, G.J. Kronjee and R.A. Spasoff (eds.) (1996) Fundamental Questions about the Future ofHealth CareV96 H.B.G. Ganzeboom en W.C. Ultee (red.) (1996) De sociale segmentatie van Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> 2015V97 J.C.I. <strong>de</strong> Pree (1997) Grenzen aan veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De verhoud<strong>in</strong>g tussen reorganisatie en structuurpr<strong>in</strong>cipes van hetb<strong>in</strong>nenlands bestuurV98 M.F. Gelok en W.M. <strong>de</strong> Jong (1997) Volatiliser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> economieV99 A.H. Kle<strong>in</strong>knecht, R.H. Oostendorp, M.P. Pradhan (1997) Patronen en economische effecten van flexibiliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse arbeidsverhoud<strong>in</strong>genV100 J.P.H. Donner (1998) Staat <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>gV101 W.J. Vermeulen, J.F.M. van <strong>de</strong>r Waal, H. Ernste, P. Glasbergen (1997) Duurzaamheid als uitdag<strong>in</strong>g. De afweg<strong>in</strong>g vanecologische en maatschappelijke risico’s <strong>in</strong> confrontatie en dialoogV102 W. Zonneveld en A. Faludi (1998) Europese <strong>in</strong>tegratie en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse ruimtelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gV103 Verslag en evaluatie van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1998)262V104V105V106V107V108V109V110V111V112V113V114V115V116V117Zes<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1998-2002)Krijn van Beek (1998) De on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Een verkenn<strong>in</strong>g van maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g enimplicaties voor beleidW. Derksen et al. (1999) Over publieke en private verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nHenk C. van Latesteijn (1999) Land use <strong>in</strong> Europe. A methodology for policy-oriented future studiesAart C. Liefbroer en Pearl A. Dykstra (2000) Levenslopen <strong>in</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Een studie naar ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>levenslopen van Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs geboren tussen 1900 en 1970Bart Wiss<strong>in</strong>k (2000) Ontworpen en ontstaan. Een praktijktheoretische analyse van het <strong>de</strong>bat over het prov<strong>in</strong>cialeomgev<strong>in</strong>gsbeleidH. Mommaas, m.m.v. W. Knulst en M. van <strong>de</strong>n Heuvel (2000) De vrijetijds<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> stad en land. Een studie naar<strong>de</strong> markt van belevenissenH. Dijstelbloem en C.J.M. Schuyt, red. (2002) De publieke dimensie van kennisM.C.E. van Dam-Mieras en W.M. <strong>de</strong> Jong, red. (2002) On<strong>de</strong>rwijs voor een kennissamenlev<strong>in</strong>g. De rol van ictna<strong>de</strong>r bekekenWendy Asbeek Brusse, Harry van Dalen en Bart Wiss<strong>in</strong>k (2002) Stad en Land <strong>in</strong> een nieuwe geografie.Maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en ruimtelijke dynamiekG.A. van <strong>de</strong>r Knaap (2002) Ste<strong>de</strong>lijke beweg<strong>in</strong>gsruimte. Over veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> stad en land.F.J.P.M. Hoefnagel (2002) Internet en cultuurbeleid. Over <strong>de</strong> gevolgen van ict voor het cultuurbeleid van <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse overheidGabriël van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k (2002) Mondiger of moeilijker? Een studie naar <strong>de</strong> politieke habitus van he<strong>de</strong>ndaagseburgersWillem Witteveen, Bart van Kl<strong>in</strong>k, met bijdragen van Wouter <strong>de</strong> Been en Peter Blok (2002) De sociale rechtsstaatvoorbij. Twee ontwerpen voor het huis van <strong>de</strong> rechtsstaatRe<strong>in</strong> <strong>de</strong> Wil<strong>de</strong>, Nikki Vermeulen en Mirko Reithler (2003) Bezeten van genen. Een essay over <strong>de</strong> <strong>in</strong>novatieoorlogrondom genetisch gemodificeerd voedsel


apporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gOverige publicatiesVoor <strong>de</strong> eenheid van beleid. Beschouw<strong>in</strong>gen ter gelegenheid van vijftig jaar M<strong>in</strong>isterie van Algemene Zaken (1987)Eigentijds burgerschap. wrr-publicatie on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van H.R. van Gunsteren (1992)Mosterd bij <strong>de</strong> maaltijd. 20/25 jaar wrr (1997)De vitaliteit van <strong>de</strong> nationale staat <strong>in</strong> een <strong>in</strong>ternationaliseren<strong>de</strong> wereld (2002)263


264slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> europabre<strong>de</strong> unie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!