VRIND 2010 - Vlaanderen.be
VRIND 2010 - Vlaanderen.be VRIND 2010 - Vlaanderen.be
1.37 Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheidReële groei van de bruto toegevoegde waarde en groei vande werkgelegenheid in enkele grote bedrijfstakken van 2008tot 2010, in %.Bruto toegevoegde Werkgelegenheidwaarde2008 2009 2010 2008 2009 2010Primaire sector 0,0 -1,4 1,8 -2,3 0,5 0,2Energie -1,5 3,0 -1,3 2,4 3,8 3,6IndustrieIntermediaire goederenInvesteringsgoederenConsumptiegoederenBron: HERMREG, juni 2009.-1,4-0,7-2,0-1,7-7,9-8,8-9,6-6,00,80,21,51,1-0,10,81,0-1,2-4,6-4,1-5,3-4,6-5,2-6,1-5,6-4,3Bouw -0,1 -2,7 0,8 2,0 -0,4 -1,0MarktdienstenTransport en communicatieHandel en horecaFinanciële dienstenGezondheidszorg ensociale dienstenAndere marktdiensten2,14,0-0,4-5,12,7-3,0-6,2-6,3-0,35,42,21,33,1-0,63,82,82,10,9-3,12,90,2-1,3-0,8-2,23,00,1-1,6-0,4-2,23,03,8 -2,6 1,8 5,2 0,1 -0,2Niet verhandelbare diensten 1,1 0,0 0,7 0,8 -0,2 0,0Totaal 1,1 -3,4 1,6 1,9 -0,7 -0,7heidssector en sociale diensten’ en de niet verhandelbarediensten (overheid en onderwijs) vervullen hun rol alsbuffer in moeilijke tijden. Dit waren dan ook, samen metde energie, de drie bedrijfstakken die groeiden. Voor 2010wordt geraamd dat de economie zich langzaam herstelt.De financiële diensten kennen drie opeenvolgende jarenvan recessie.De werkgelegenheid kent eveneens een terugval in 2009.Anders dan bij de toegevoegde waarde wordt geraamddat die daling zich doorzet in 2010. Dat komt omdatde werkgelegenheid met vertraging reageert op conjunctuurontwikkelingen:werkgevers wachten evenaf vooraleer ze arbeidskrachten ontslaan wegens deontslagprocedures. De daling van de werkgelegenheidis zowel in 2009 als in 2010 het zwaarst in de industrie.De ‘gezondheidszorg en sociale diensten’ en de energiedaarentegen houden stand en breiden hun werkgelegenheidzelfs uit.IndustrieHet belang van de industrie in onze economie kalft af,vooral op het vlak van de werkgelegenheid. Maar de industrieverschaft ook werk aan tertiaire toeleveranciers(schoonmaak, catering en andere zakelijke diensten).De zwakke prestatie van de industrie doet vragen rijzenover de toekomst van deze sector in Vlaanderen. Herstructureringenen bedrijfssluitingen halen inderdaadde pers. Zo waren er 10.200 aangekondigde ontslagen inhet Vlaamse Gewest tijdens de periode juni 2009 – februari2010. De sector die het meest geviseerd wordt is demetaalverwerking.De financieel-economische crisis is uiteraard de rechtstreekseoorzaak van de malaise in de industrie, maar deterugloop van de tewerkstelling in de industrie is reedsjaren aan de gang. Tussen 1999 en 2010 daalde de werkgelegenheider met 85.000 personen (-17,9%). Daar zijnmeerdere redenen voor: tertiaire activiteiten zoals deboekhouding, schoonmaak, marketing en catering wordenmeer dan vroeger uitbesteed aan gespecialiseerdebedrijven uit de tertiaire sector. Er wordt geschat dat 1job in de industrie vandaag goed is voor 0,47 jobs in tertiairetoeleverende sectoren. Concreet werken er 390.000personen in de industrie in 2010. Dit wordt aangevuld meteen gelieerde werkgelegenheid van 183.000 personen inde tertiaire sector. Samen zijn dat 573.000 personen. Deindustrie kent voorts relatief grote productiviteitswinsten,wat betekent dat steeds minder personeel nodig is vooreenzelfde output. De industrie is tenslotte ook meer dande dienstensector onderhevig aan internationale concurrentie,wat noopt tot efficiënt produceren en bezuinigenop arbeid.1.38 Aandeel industrieAandeel van de industrie in de bruto toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in het Vlaamse Gewest, van 1980 tot 2010, in %.3025201510501980198119821983198419851986198719881989199019911992199319941995199619971998199920002001200220032004200520062007200820092010Volgens de werkgelegenheidVolgens de bruto toegevoegde waardeBron: HERMREG, juni 2009.38vrind 2010
algemeen referentiekader1.39 Werkgelegenheid industrietakkenEvolutie van de werkgelegenheid in de subsectoren van deindustrie, van 1999 tot 2008, in personen.Bron: INR.De bruto toegevoegde waarde in de industrie kende ongeveereen reële nulgroei tussen 1999 en 2010 en houdtdaarmee beter stand vergeleken met de werkgelegenheid.Daarmee volgt deze sector echter het groeipad van dehele economie niet meer. Dat is zo sinds de eeuwwisseling,en is dus niet te wijten aan de crisis van 2009.Op subsectoraal vlak zijn er uiteraard bedrijfstakken diebeter presteren dan andere. De plastiekverwerking, de‘machines en uitrusting’ en de ‘aardolieraffinage en kernenergie’doen het goed voor de creatie van zowel toegevoegdewaarde als werkgelegenheid. Aan de andere kantdoen de ‘textiel en confectie’ en het transportmaterieel hetop beide indicatoren relatief slechter dan gemiddeld in deindustrie.De Staten-Generaal voor de industrie van februari 2010pleitte resoluut voor een modernisering van deze sector.Door niches te kiezen kunnen de bedrijven een uniekepositie verwerven. Het drukken van de loonkosten is uiteraardbelangrijk, maar betekent niet alles in een wereldwaarin kennis, expertise en innovatie het verschil kunnenmaken. Belangrijk daarbij is dat deze elementen omgezetworden in toegevoegde waarde. Produceren alleen is nietgenoeg; het aanboren van nieuwe markten is evenzeereen vereiste (zie hoofdstuk ‘De open ondernemer’).RankingMetaalnijverheidPlastiekverwerkingMachines en uitrustingAardolieraffinage en kernenergieElektriciteit, gas en waterHoutindustrieBouwmaterialenVoeding en drankPapier en drukkerijenChemie en farmacieOverige industrieTransportmaterieelElektrische apparatenTextiel en confectie-20.000 -15.000 -10.000 -5.000 0 5.000De mate waarin landen competitief zijn wordt dikwijlsbecommentarieerd in de (gespecialiseerde) pers. Eén vande belangrijkste rankings is de World CompetitivenessScoreboard (WCS) van het IMD.De WCS gaat na in welke mate landen de omgevingscheppen waarin hun bedrijven concurrentieel zijn. Belgiëstaat in 2009 op de 22 ste plaats op 57 in deze ranglijst. In2006 stond ons land nog 26ste; sindsdien verbeterde deBelgische positie geleidelijk. Er zijn ook scores voor deelresultaten.België scoort het best voor de economischeprestaties (10 de plaats) en voor infrastructuur (15 de ). Deefficiëntie van het bedrijfsleven en van de overheid scorenminder hoog (23 ste en 37 ste ).De VS voeren – net als vorig jaar- de ranglijst aan. In vergelijkingmet de landen van de EU15 doet ons land hetmatig. De Scandinavische landen voeren de EU15-topaan, maar ook onze buurlanden Nederland en Duitslanddoen het beter. Het Verenigd Koninkrijk staat 1 plaatsvoor België. De mediterrane landen presteren allemaalslechter. Opvallend in de rangschikking is de goede scorevan China (20 ste ), dat zijn positie voornamelijk dankt aande uitstekende economische prestaties.Nieuw is de stress test. Deze ranking gaat na welke landenhet best in staat zijn om de crisis te doorstaan en hunconcurrentiekracht te verbeteren in de nabije toekomst.België bevindt zich slechts op een 35 ste plaats op 57 landen.Het IMD zegt nochtans dat kleinere, export-georiënteerdelanden met een stabiel socio-economisch bestelover meer veerkracht beschikken. Denemarken voert dezeranglijst aan, en ook de andere Scandinavische landendoen het goed. In de top bevinden zich ook Nederland,Oostenrijk, en landen zoals Singapore, Qatar, Hong Kongen Zwitserland. De zwakke positie van België moet eenaandachtspunt zijn voor de beleidsmakers. Er zij vermelddat de VS in de stress test naar een 28ste plaats zakken,na Indië en China.1.40 CompetitiviteitsrankingScore op de World Competitiveness Scoreboard in 2009, van0 tot 100.DenemarkenZwedenFinlandNederlandLuxemburgDuitslandOostenrijkIerlandVerenigdKoninkrijkBelgiëFrankrijkPortugalSpanjeItaliëGriekenland0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100Noot: wegens onvoldoende gegevens kan de score voor het Vlaamse Gewestniet berekend worden.Bron: IMD.macro-economische context 39
- Page 1: V l a a m s e R e g i o n a l e I n
- Page 8 and 9: Groen en dynamisch stedengewestRuim
- Page 10: 10vrind 2010
- Page 13 and 14: cluster | Groen en dynamisch steden
- Page 15 and 16: dwarsdoorsnedevrind 2010Deze VRIND
- Page 17 and 18: DuurzaamheidGelijke kansenDuurzaamh
- Page 19 and 20: Zelfdoding 3.153 ruim twee op drie
- Page 21 and 22: 54 We zorgen ervoor dat nieuwe Vlam
- Page 23 and 24: algemeen referentiekaderalgemeen1re
- Page 25 and 26: algemeen referentiekaderToekomstver
- Page 27 and 28: algemeen referentiekader1.12 Mantel
- Page 29 and 30: algemeen referentiekader1.19 Index
- Page 32 and 33: De steekproefvan de SCV-surveySinds
- Page 34 and 35: 1.30 BBP per inwonerBbp per inwoner
- Page 36 and 37: kijker. Er rezen vragen over de ter
- Page 40 and 41: DefinitiesBruto binnenlands product
- Page 42 and 43: 1.43 BevolkingsgroeiBevolkingsgroei
- Page 44 and 45: Ontwikkeling bevolkingVolgende aspe
- Page 46 and 47: 1.54 Buitenlands migratiesaldoMigra
- Page 48 and 49: 1.58 Binnenlands migratiesaldo Fran
- Page 50 and 51: De evolutie van het aantal huwelijk
- Page 52 and 53: Binnenlandse migratie De migratie v
- Page 54 and 55: lijft hier wel een rol spelen: jong
- Page 56 and 57: INNOVATIECENTRUM VLAANDERENVlaamse
- Page 58 and 59: 2.1 Schoolbevolking basis- en secun
- Page 60 and 61: Het leerlingenpubliek van de Vlaams
- Page 62 and 63: PersoneelBestuurs- en onderwijzend
- Page 64 and 65: 2.15 ScholingsgraadScholingsgraad v
- Page 66 and 67: De meting van deze ‘sociale mix
- Page 68 and 69: 2.25 Ongekwalificeerde 22-jarigen22
- Page 70 and 71: 2.30 Inschrijvingen volwassenenonde
- Page 72 and 73: Naar een goede start op het werkEen
- Page 74 and 75: die een leertijd (Syntra) hebben do
- Page 76 and 77: 2.46 Uitgaven in % bbpUitgaven voor
- Page 78 and 79: 2.52 Lokalen beschikbaar/tekortGemi
- Page 80 and 81: Voor meer informatiedefinitiesPubli
- Page 82 and 83: Schoolverlater Het Departement Onde
- Page 84 and 85: 2.56 Jong/oud-ratioEvolutie/prognos
- Page 86 and 87: 2.59 WerkzaamheidsklovenEvolutie va
algemeen referentiekader1.39 Werkgelegenheid industrietakkenEvolutie van de werkgelegenheid in de subsectoren van deindustrie, van 1999 tot 2008, in personen.Bron: INR.De bruto toegevoegde waarde in de industrie kende ongeveereen reële nulgroei tussen 1999 en <strong>2010</strong> en houdtdaarmee <strong>be</strong>ter stand vergeleken met de werkgelegenheid.Daarmee volgt deze sector echter het groeipad van dehele economie niet meer. Dat is zo sinds de eeuwwisseling,en is dus niet te wijten aan de crisis van 2009.Op subsectoraal vlak zijn er uiteraard <strong>be</strong>drijfstakken die<strong>be</strong>ter presteren dan andere. De plastiekverwerking, de‘machines en uitrusting’ en de ‘aardolieraffinage en kernenergie’doen het goed voor de creatie van zowel toegevoegdewaarde als werkgelegenheid. Aan de andere kantdoen de ‘textiel en confectie’ en het transportmaterieel hetop <strong>be</strong>ide indicatoren relatief slechter dan gemiddeld in deindustrie.De Staten-Generaal voor de industrie van februari <strong>2010</strong>pleitte resoluut voor een modernisering van deze sector.Door niches te kiezen kunnen de <strong>be</strong>drijven een uniekepositie verwerven. Het drukken van de loonkosten is uiteraard<strong>be</strong>langrijk, maar <strong>be</strong>tekent niet alles in een wereldwaarin kennis, expertise en innovatie het verschil kunnenmaken. Belangrijk daarbij is dat deze elementen omgezetworden in toegevoegde waarde. Produceren alleen is nietgenoeg; het aanboren van nieuwe markten is evenzeereen vereiste (zie hoofdstuk ‘De open ondernemer’).RankingMetaalnijverheidPlastiekverwerkingMachines en uitrustingAardolieraffinage en kernenergieElektriciteit, gas en waterHoutindustrieBouwmaterialenVoeding en drankPapier en drukkerijenChemie en farmacieOverige industrieTransportmaterieelElektrische apparatenTextiel en confectie-20.000 -15.000 -10.000 -5.000 0 5.000De mate waarin landen competitief zijn wordt dikwijls<strong>be</strong>commentarieerd in de (gespecialiseerde) pers. Eén vande <strong>be</strong>langrijkste rankings is de World CompetitivenessScoreboard (WCS) van het IMD.De WCS gaat na in welke mate landen de omgevingscheppen waarin hun <strong>be</strong>drijven concurrentieel zijn. Belgiëstaat in 2009 op de 22 ste plaats op 57 in deze ranglijst. In2006 stond ons land nog 26ste; sindsdien ver<strong>be</strong>terde deBelgische positie geleidelijk. Er zijn ook scores voor deelresultaten.België scoort het <strong>be</strong>st voor de economischeprestaties (10 de plaats) en voor infrastructuur (15 de ). Deefficiëntie van het <strong>be</strong>drijfsleven en van de overheid scorenminder hoog (23 ste en 37 ste ).De VS voeren – net als vorig jaar- de ranglijst aan. In vergelijkingmet de landen van de EU15 doet ons land hetmatig. De Scandinavische landen voeren de EU15-topaan, maar ook onze buurlanden Nederland en Duitslanddoen het <strong>be</strong>ter. Het Verenigd Koninkrijk staat 1 plaatsvoor België. De mediterrane landen presteren allemaalslechter. Opvallend in de rangschikking is de goede scorevan China (20 ste ), dat zijn positie voornamelijk dankt aande uitstekende economische prestaties.Nieuw is de stress test. Deze ranking gaat na welke landenhet <strong>be</strong>st in staat zijn om de crisis te doorstaan en hunconcurrentiekracht te ver<strong>be</strong>teren in de nabije toekomst.België <strong>be</strong>vindt zich slechts op een 35 ste plaats op 57 landen.Het IMD zegt nochtans dat kleinere, export-georiënteerdelanden met een stabiel socio-economisch <strong>be</strong>stelover meer veerkracht <strong>be</strong>schikken. Denemarken voert dezeranglijst aan, en ook de andere Scandinavische landendoen het goed. In de top <strong>be</strong>vinden zich ook Nederland,Oostenrijk, en landen zoals Singapore, Qatar, Hong Kongen Zwitserland. De zwakke positie van België moet eenaandachtspunt zijn voor de <strong>be</strong>leidsmakers. Er zij vermelddat de VS in de stress test naar een 28ste plaats zakken,na Indië en China.1.40 CompetitiviteitsrankingScore op de World Competitiveness Scoreboard in 2009, van0 tot 100.DenemarkenZwedenFinlandNederlandLuxemburgDuitslandOostenrijkIerlandVerenigdKoninkrijkBelgiëFrankrijkPortugalSpanjeItaliëGriekenland0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100Noot: wegens onvoldoende gegevens kan de score voor het Vlaamse Gewestniet <strong>be</strong>rekend worden.Bron: IMD.macro-economische context 39