Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3 Parameterbeschrijving
Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3 Parameterbeschrijving Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3 Parameterbeschrijving
ParameterbeschrijvingFC 300 Programmeerhandleiding33-17 Referentiebron 3Option:Functie:Stel in welke referentie-ingang moetworden gebruikt voor het derdereferentiesignaal. 3-15 Referentiebron13-16 Referentiebron 2 en 3-17 Referentiebron3 definiëren maximaal drieverschillende referentiesignalen. Desom van deze referentiesignalenbepaalt de actuele referentie.[0] Geen functie[1] Anal. ingang 53[2] Anal. ingang 54[7] Freq. ingang 29[8] Freq. ingang 33[11] * Lokale busref.[20] Dig. potmeter[21] Anal. ingang X30-11[22] Anal. ingang X30-12[29] Analog Input X48/23-18 Rel. schaling van referentiebronOption:Functie:Voer een variabele waarde in die moetworden opgeteld bij de vaste waarde (gedefinieerdin 3-14 Ingestelde relatieve ref.). De somvan de vaste en variabele waarden (Y inonderstaande afbeelding) wordt vermenigvuldigdmet de actuele referentie (X inonderstaande afbeelding). Deze uitkomstwordt vervolgens opgeteld bij de actuelereferentie (X+X*Y/100) om de totale actuelereferentie te geven.3-18 Rel. schaling van referentiebronOption:Functie:[22] Anal. ingangX30-12[29] Analog InputX48/23-19 Jog Speed [RPM]Range:Afhankelijk [Afhankelijkvan de van detoepassing* toepassing]3.5.3 Aan/uitlopen3-4* Ramp 1Functie:Voer een waarde in voor dejogsnelheid nJOG, wat een vasteuitgangssnelheid is. De frequentieomvormerloopt op dezesnelheid wanneer de jogfunctie isingeschakeld. De maximalebegrenzing is ingesteld in4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM].Zie ook 3-80 Jog ramp-tijd.Configureer de aan/uitloopparameters voor elk van de vieraan/uitlopen (parametergroep 3-4*, 3-5*, 3-6* and 3-7*): typeaan/uitloop, aan/uitlooptijden (duur van acceleratie endeceleratie) en het niveau voor de schokcompensatie voorS-curven.Stel eerst de lineaire aan/uitlooptijden in op basis van deafbeeldingen.Deze parameter kan niet worden gewijzigdterwijl de motor loopt.[0] * Geen functie[1] Anal. ingang53[2] Anal. ingang54[7] Freq. ingang29[8] Freq. ingang33[11] Lokale busref.[20] Dig.potmeter[21] Anal. ingangX30-11Als S-curven zijn geselecteerd, moet het niveau van de nonlineaireschokcompensatie worden ingesteld. Stel deschokcompensatie in door de verhouding te definiëren voorde aan- en uitlooptijden waarbij acceleratie en deceleratievariabel zijn (d.w.z. toenemen of afnemen). De instellingenvoor acceleratie en deceleratie voor de S-curve wordenuitgedrukt als een percentage van de huidige aan/uitlooptijd.58 MG.33.MA.10 – VLT ® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
ParameterbeschrijvingFC 300 Programmeerhandleiding3-40 Ramp 1 typeOption:Functie:Selecteer het type ramp, afhankelijk van devereisten met betrekking tot versnelling/vertraging.Een lineaire aanloop zorgt voor een constanteversnelling tijdens het aanlopen. Een S-rampzorgt voor een niet-lineaire versnelling enbiedt zo compensatie voor schokbewegingenin de toepassing.[0] * Lineair[1] S-rampconst. schok[2] S-rampconst. tijdVersnelling met zo weinig mogelijk schokbewegingen.S-ramp op basis van de ingestelde waarden in3-41 Ramp 1 aanlooptijd en 3-42 Ramp 1uitlooptijd.NBAls S-ramp [1] is geselecteerd en de referentie tijdens hetaan/uitlopen wordt gewijzigd, kan de aan/uitlooptijdworden verlengd om te zorgen voor een schokvrijebeweging, wat kan resulteren in een langere start- ofstoptijd.Extra aanpassingen van de S-rampverhoudingen of startersvoor omschakelingen kunnen noodzakelijk zijn.3-41 Ramp 1 Ramp up TimeRange:Functie:Afhankelijkvan detoepassing*[Afhankelijkvan detoepassing]Voer de aanlooptijd in, d.w.z. deversnellingstijd van 0 tpm tot desynchroonmotorsnelheid nS. Stel deaanlooptijd zo in dat de uitgangsstroomtijdens het aanlopen deingestelde stroomgrens in4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Dewaarde 0,00 komt overeen met 0,01 sin snelheidsmodus. Zie Uitlooptijd in3-42 Ramp 1 uitlooptijd.t accs x n stpmPar . 3 − 41 =ref tpm3-42 Ramp 1 Ramp Down TimeRange:Functie:Afhankelijkvan detoepassing*[Afhankelijkvan detoepassing]Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd dienodig is om te vertragen van desynchroonmotorsnelheid ns tot 0 tpm.Stel de uitlooptijd zo in dat er in deinverter geen overspanning ontstaatals gevolg van de generatorwerkingvan de motor en de opgewektestroom de ingestelde stroomgrens in4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Dewaarde 0,00 komt overeen met 0,01 sin snelheidsmodus. Zie Aanlooptijd in3-41 Ramp 1 aanlooptijd.t decs x n stpmPar.. 3 − 42 =ref tpm3-45 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. StartRange:Functie:50 %* [Applicationdependant]Stel het gedeelte van de totaleaanlooptijd (3-41 Ramp 1 aanlooptijd)in waarin het versnellingskoppeltoeneemt. Hoe hoger het percentage,hoe hoger de verkregen schokcompensatie;hierdoor zal het aantalkoppelschokken in de toepassing dusverminderen.3-46 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. EindeRange:Functie:50 %* [Applicationdependant]Stel het gedeelte van de totaleaanlooptijd (3-41 Ramp 1 aanlooptijd)in waarin het versnellingskoppelafneemt. Hoe hoger het percentage,hoe hoger de verkregen schokcompensatie;hierdoor zal het aantalkoppelschokken in de toepassing dusverminderen.3-47 Ramp 1 S-ramp ratio bij vertr. StartRange:Functie:50 %* [Applicationdependant]Stel het gedeelte van de totaleuitlooptijd (3-42 Ramp 1 uitlooptijd) inwaarin het vertragingskoppeltoeneemt. Hoe hoger het percentage,hoe hoger de verkregen schokcompensatie;hierdoor zal het aantalkoppelschokken in de toepassing dusverminderen.3 3MG.33.MA.10 – VLT ® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss 59
- Page 7 and 8: InleidingFC 300 Programmeerhandleid
- Page 9 and 10: InleidingFC 300 Programmeerhandleid
- Page 12 and 13: ProgrammerenFC 300 Programmeerhandl
- Page 14 and 15: ProgrammerenFC 300 Programmeerhandl
- Page 16 and 17: ProgrammerenFC 300 Programmeerhandl
- Page 18 and 19: ProgrammerenFC 300 Programmeerhandl
- Page 20 and 21: ProgrammerenFC 300 Programmeerhandl
- Page 22 and 23: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 24 and 25: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 26 and 27: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 28 and 29: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 30 and 31: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 32 and 33: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 34 and 35: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 36 and 37: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 38 and 39: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 40 and 41: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 42 and 43: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 44 and 45: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 46 and 47: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 48 and 49: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 50 and 51: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 52 and 53: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 54 and 55: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 56 and 57: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 60 and 61: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 62 and 63: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 64 and 65: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 66 and 67: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 68 and 69: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 70 and 71: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 72 and 73: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 74 and 75: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 76 and 77: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 78 and 79: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 80 and 81: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 82 and 83: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 84 and 85: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 86 and 87: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 88 and 89: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 90 and 91: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 92 and 93: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 94 and 95: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 96 and 97: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 98 and 99: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 100 and 101: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 102 and 103: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 104 and 105: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
- Page 106 and 107: ParameterbeschrijvingFC 300 Program
<strong>Parameterbeschrijving</strong>FC 300 Programmeerhandleiding3-40 Ramp 1 typeOption:Functie:Selecteer het type ramp, afhankelijk van devereisten met betrekking tot versnelling/vertraging.Een lineaire aanloop zorgt voor een constanteversnelling tijdens het aanlopen. Een S-rampzorgt voor een niet-lineaire versnelling enbiedt zo compensatie voor schokbewegingenin de toepassing.[0] * Lineair[1] S-rampconst. schok[2] S-rampconst. tijdVersnelling met zo weinig mogelijk schokbewegingen.S-ramp op basis van de ingestelde waarden in3-41 Ramp 1 aanlooptijd en 3-42 Ramp 1uitlooptijd.NBAls S-ramp [1] is geselecteerd en de referentie tijdens hetaan/uitlopen wordt gewijzigd, kan de aan/uitlooptijdworden verlengd om te zorgen voor een schokvrijebeweging, wat kan resulteren in een langere start- ofstoptijd.Extra aanpassingen van de S-rampverhoudingen of startersvoor omschakelingen kunnen noodzakelijk zijn.3-41 Ramp 1 Ramp up TimeRange:Functie:Afhankelijkvan detoepassing*[Afhankelijkvan detoepassing]Voer de aanlooptijd in, d.w.z. deversnellingstijd van 0 tpm tot desynchroonmotorsnelheid nS. Stel deaanlooptijd zo in dat de uitgangsstroomtijdens het aanlopen deingestelde stroomgrens in4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Dewaarde 0,00 komt overeen met 0,01 sin snelheidsmodus. Zie Uitlooptijd in3-42 Ramp 1 uitlooptijd.t accs x n stpmPar . 3 − 41 =ref tpm3-42 Ramp 1 Ramp Down TimeRange:Functie:Afhankelijkvan detoepassing*[Afhankelijkvan detoepassing]Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd dienodig is om te vertragen van desynchroonmotorsnelheid ns tot 0 tpm.Stel de uitlooptijd zo in dat er in deinverter geen overspanning ontstaatals gevolg van de generatorwerkingvan de motor en de opgewektestroom de ingestelde stroomgrens in4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Dewaarde 0,00 komt overeen met 0,01 sin snelheidsmodus. Zie Aanlooptijd in3-41 Ramp 1 aanlooptijd.t decs x n stpmPar.. 3 − 42 =ref tpm3-45 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. StartRange:Functie:50 %* [Applicationdependant]Stel het gedeelte van de totaleaanlooptijd (3-41 Ramp 1 aanlooptijd)in waarin het versnellingskoppeltoeneemt. Hoe hoger het percentage,hoe hoger de verkregen schokcompensatie;hierdoor zal het aantalkoppelschokken in de toepassing dusverminderen.3-46 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. EindeRange:Functie:50 %* [Applicationdependant]Stel het gedeelte van de totaleaanlooptijd (3-41 Ramp 1 aanlooptijd)in waarin het versnellingskoppelafneemt. Hoe hoger het percentage,hoe hoger de verkregen schokcompensatie;hierdoor zal het aantalkoppelschokken in de toepassing dusverminderen.3-47 Ramp 1 S-ramp ratio bij vertr. StartRange:Functie:50 %* [Applicationdependant]Stel het gedeelte van de totaleuitlooptijd (3-42 Ramp 1 uitlooptijd) inwaarin het vertragingskoppeltoeneemt. Hoe hoger het percentage,hoe hoger de verkregen schokcompensatie;hierdoor zal het aantalkoppelschokken in de toepassing dusverminderen.3 3MG.33.MA.10 – VLT ® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss 59