12.07.2015 Views

Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3 Parameterbeschrijving

Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3 Parameterbeschrijving

Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3 Parameterbeschrijving

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Parameterbeschrijving</strong>FC 300 Programmeerhandleiding3.14 Parameters: 13-** Smart Logic3.14.1 Programmeerfuncties3Smart Logic Control (SLC) is in feite een reeks van gebruikersgedefinieerdeacties (zie 13-52 SL-controlleractie [x]) dieworden uitgevoerd door de SLC als de bijbehorende gebruikersgedefinieerdegebeurtenis (zie 13-51 SL Controller Event[x]) door de SLC wordt geëvalueerd als TRUE. .De voorwaarde voor een gebeurtenis kan een bepaaldestatus zijn of een logische regel of comparator-operand diehet resultaat TRUE oplevert. Dit zal leiden tot eenbijbehorende actie, zoals aangegeven:SLC starten en stoppen:Het starten en stoppen van de SLC kan worden uitgevoerddoor Aan [1] of Uit [0] te selecteren in 13-00 SL- controllermodus.De SLC start altijd in status 0 (waarbij gebeurtenis[0] wordt geëvalueerd). De SLC start wanneer de startgebeurtenis(gedefinieerd in 13-01 Gebeurt. starten) wordtgeëvalueerd als TRUE (op voorwaarde dat Aan [1] isgeselecteerd in 13-00 SL- controllermodus). De SLC stoptzodra Gebeurt. stoppen (13-02 Gebeurt. stoppen) TRUE is.13-03 SLC resetten reset alle SLC-parameters en start hetprogrammeren geheel opnieuw.3.14.2 13-0* SLC-instellingenGebruik de SLC-instellingen voor het inschakelen,uitschakelen of resetten van de Smart Logic Control-reeks.De logische functies en comparatoren draaien altijd mee opde achtergrond, die opengaat voor een afzonderlijkeregeling van digitale in- en uitgangen. .Gebeurtenissen en acties zijn genummerd en in parengekoppeld (statussen). Dit betekent dat actie [0] wordtuitgevoerd wanneer gebeurtenis [0] heeft plaatsgevonden(de waarde TRUE heeft gekregen). Hierna worden deomstandigheden van gebeurtenis [1] geëvalueerd en bij deevaluatie TRUE wordt actie [1] uitgevoerd, enz. Er wordtsteeds slechts één gebeurtenis geëvalueerd. Als eengebeurtenis wordt geëvalueerd als FALSE gebeurt er niets (inde SLC) tijdens het huidige scaninterval en zullen er geenandere gebeurtenissen worden geëvalueerd. Dit betekent datbij het starten van de SLC gebeurtenis [0] (en enkelgebeurtenis [0]) tijdens elk scaninterval zal wordengeëvalueerd. Alleen als gebeurtenis [0] is geëvalueerd alsTRUE voert de SLC actie [0] uit en begint hij met hetevalueren van gebeurtenis [1]. Er kunnen 1 tot 20 gebeurtenissenen acties worden geprogrammeerd.Als de laatste gebeurtenis/actie is geëvalueerd, begint decyclus opnieuw vanaf gebeurtenis [0] / actie [0]. De afbeeldingtoont een voorbeeld met drie gebeurtenissen/acties:13-00 SL- controllermodusOption: Functie:[0] Uit Schakelt de Smart Logic Controller uit.[1] Aan Schakelt de Smart Logic Controller in.13-01 Gebeurt. startenOption:Functie:[0] * FALSE Selecteer de booleaanse ingang (TRUEof FALSE) voor het activeren van deSmart Logic Control.FALSE [0] voert de vaste waarde FALSEin.[1] TRUE TRUE [1] voert de vaste waarde TRUE in.[2] Actief Actief [2] De motor loopt.[3] Binnen bereik Binnen bereik [3] De motor loopt binnende geprogrammeerde stroom-/frequentiebereikendie zijn ingesteld in130 MG.33.MA.10 – VLT ® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!