ZOOGDIER 2002 I 3 (3) 20Ad VosEHet schijnt dat niet alleen de darmparasiet, Echinococcus multilocularis,Nederland heeft bereikt, maar ook de bijbehorende discussieover hoe we met dit probleem moeten omgaan. Aangezienmijn naam in Zoogdier 13(2) enkele malen door Marijke Drees(2002) werd gebruikt, wil ik bier graag een korte toelichting geven.Een mogelijk advies van het VZZ-bestuur aan het Ministerie vanVolksgezondheid) Welzijn en Sport over dit onderwerp moetgebaseerd zijn op feiten, en niet op 'fabeltjes'. Een mooi voorbeeldhiervan is de laatste zin van Marijke's introductie: "Alleswaar een vos overheen gepiest had was gevaarlijk .... " I-Ie] aas , deeieren van de parasiet worden niet met de urine uitgescheiden,maar met de ontlasting. Dus terug naar de werkelijkheid.Sinds enkele jaren is de 'gevaarlijke'darmparasiet ook in Nederlandse vossenaangetroffen, tot nu toe alleen nogmaar in de grensstreken met België(Zuid-Limburg) en Duitsland (Groningen)(Van der Giessen et al., 1999; Vander Giessen & Borgsteede, 2002). Debesmettingsgraad van de vossen indeze gebieden is echter veel lager danin Centraal-Europa. Dit zegt jammergenoeg niets over het potentiële risÎcovoor de mens; een lagere besmettingsgraadbij vossen betekent niet automatischeen lager infectierisico voor mensen.Zoals Marijke Drees terecht opmerkt,is het nog steeds niet bekend hoemensen zÎcb nu precies besmetten. Watwel bekend is, is dat het besmettingsrisicoheel klein is . In een gebied waarVos defaecerend. Foto: Oick Kleesongeveer 50% van de vossen besmetwas, hebben Gottstein et al. (2001) bijvoorbeeldvan bijna drieduizend inwonersbloedmonsters afgenomen enonderzocht. Slechts zes mensen (0.2%)hadden antilichamen tegen deze parasietontwikkeld. Dil betekent echter llietdat deze mensen ook daadwerkelijkbesmet waren. Het aantonen van antilichamentegen deze parasiet betekentalleen dat je in contact bent gekomenmet, in dit geval, de 'eieren' van de lintwormen dat er een immuun.reactieheeft plaatsgevonden. Vier van deze zesmensen met antiUchamen werden verderonderzocht. Bij één van hen werddaadwerkelijk een infectie van de leveraangetoond. Deze bleek echter te zijningekapseld ('abortive lesÎon l Metandere woorden, niemand die had deelgenomenaan dit onderzoek, had eeninfectie opgelopen met mogelijke fatalegevolgen. In Centraal-Europa (OostFrankrijk, Zuid-Duitsland, Oostenrijken Zwitserland) worden jaarlijks tussende 0.02 en 1.4 nieuwe gevallen per100.000 inwoners gemeld (Eckert, 1996).Het gevaar voor de Nederlandse volksgezondheidlaat zich dus maar heelmoeilijk vastleggen. Mensen die gelovendat ze een verhoogd risico opbesmetting lopen, kunnen bijvoorbeeldregelmatig hun bloed laten onderzoeken.Hoe eerder men een infectie vaststelt,des te groter zijn de kansen opsuccesvolle behandeling.
ZOOGDIER 2002 j 3 (3)21LokazenZijn er nog andere mogelijkheden ombet gevaar te verkleinen? Marijke Dreesvermeldt dat ik een succesvolle proefmet hel uitleggen van lokazen met eenontwormingsmiddeJ heb beschreven.Helaas klopt dit niet helemaaL Watklopt, is dat zulke veldproeven hebbenplaatsgevonden in Duitsland en Japan.In beide gebieden in Duitsland, Brandenburgen Baden Württemberg, daaldede besmettingsgraad van de vossen nahet uitleggen van de lokazen aanzienlijk(Mackenstedt & Romig) 2001; Tackmannet al., 2001). Maar de parasiet verdweenniet geheel, ondanks de enormeinspanningen. Het grootste probleem isdat een vos die lokaas beeft gegeten,zich binnen de kortste keren opnieuwkan besmetten door het nuttigen vaneen geüuecteerde muis. Het ontwortDingsmiddelzorgt ervoor dat de aanwezigewormen uit de darm van de vossenverdwijnen, maar het beschermt de vosniet tegen een mogelijke (her-) infectie.Het gebruik van deze lokazen op groteschaal is waarschijnlijk niet zinvol. Dekosten zullen enorm hoog zijn en of jede parasiet ooit geheel zal uitroeienblijft te bezien.PTeventiefontwonnen?De lokazen kuunen misschien wel eengebied heschermen tegen het binnendringenvan de parasiet. Hier is eigenlijknog nooit onderzoek naar gedaan. Kunje een vossenpopulatie beschermendoor ze preventief te ontwormen? Dusproberen de besmetting direct de kop inte drukken, voordat deze zich definitiefin de vossen- en muizenpopulatie vestigt.Een andere mogelijke toepassingvan de lokazen is het uitleggen in gebiedenwaar de mens en de vos zich beidenregelmatig ophouden. Uit recent onderzoekis gebleken dat 47% en 67% van devossen, respectievelijk in de Zwitsersestad Zürich en in de omliggende recreatiegebiedenbesmet waren. Speel- enpicknickplaatsen en stadsparken zijnzowel voor mensen (speciaal kinderen)en vossen zeer aantrekkelijk. In zulkegebieden kunnen de lokazen de besmettingsgraadbij vossen verlagen en zo hetinfectiegevaar voor de mensen hopelijkbeperkeil .--rfLiteratuurDrees, M., 2002. De vossenlintworm in OostNederland. Zoogdier 13(2):30.Eckert, J.) 1996. Der "gefàhrliche Fuchsbandwurm"(Echil1oCOCCllS multilocu/an:s) unddie alvoläre Ecb.inokokkose des MenschenLevenscyclus vossenlintworm naarEckert. , 997. Eindgastheer: vos(hond, kat) en tussengastheer: kn·aagdieren.(Bron: brochure Keuringsdienstvan Waren)in Mitte1europa. BeT\. Münch. Tierärztl.Wschr. 109:202-2IO.Gottstein, B. e/ a/., 2001. Is high prevaLenceof Echinococcus JI1ultilocli/aris in wild anddomeslic animals associated with djseaseincidence in humans? Emerg. Inf. Dis.7:408-412.Hofer, S. et al.) 2000. High prevalence ofEchinococcus mu//ilocu/aris in urban redfoxes (Vu/pes vlI/pès) and voles (Arvicolaten'es/ris) in the city of Zürich,Switzerland. Parasitology UO: 135-142.Mackenstedt, U. & Romig, T., 2001. Forschungsvorbaben"Bekäp1pfung desFuchsbandwurms"_ Projektbericht (1.12.94bis 30.4.0J). Universität Hohenheim,Stuttgart.Tackmann, K. et a/., 2001. A field-study tocontrol Echinococèus multiJocu/aris -infectiOI1Sof the red fox (Vu/pes vu/pes) inan endemie focus. Epidemi"oL fnfect.127:577-587.Van der Giessen, J.W. et a/., 1999. Detectionof Echinococcus Jrlll/lilocu/aris in foxes inthe Netherlands. Vet. Parasitol. 82 :49-57.Van d~r Giessen, J.W. & Borgsteede, EH.,2002. EcMnococclIs l1Jultilocu/aris: De kleinelintworm van de vos met mogelijk grotegevolgen voor de mens. Tijdschr.Diergeneeskd. 127:318-321.Ad Vos Oranjerie.Hemelseberg L6862 BN Oosterbeek