12.07.2015 Views

(lIJ lUL' - Zoogdierwinkel

(lIJ lUL' - Zoogdierwinkel

(lIJ lUL' - Zoogdierwinkel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

(<strong>lIJ</strong> <strong>lUL'</strong>


ISSN 0925-1 006Zoogdier is een populair-wetenschappelijktijdschrift. dat vierkeer per jaa.r verschijnt. Het iseen uitgave va.n de Verenigingvoor Zoogdierkunde en Zoogdierbeschermingin de Benelux.Adres:VZZ, Oude Kraan 8,681 I LJ Arnhem.Telefoon: 026-3705318E-mail:redactie.zoogdier@vzz.nlInternet: www.\.zz.nlLosse nummersLos·se nummers. inclusief porto.kosten € 5.77. Bestellen via bovenstaandadres. met vermeldingvan jaargang en nummer.Lidmaatschap VZZlidmaatschap met alleen Zoogdier€ I 5 per jaar.lidmaatschap met tijdschriftenLutra en Zoogdier € 25 per jaar.Overmaken op postban/< 203737of voor Belgie rekening 000-1486269-35. onder vermeldingvan het gewenste lidmaatschap.Meer informatie over de VZZvindt u op internet: www.vzz.nlOpzeggenUitsluitend schriftelijk, voorJ december, aan de VZZ(tie bovenstaand adres)SluitingsdatumNummer 4: 10 oktober 2002HoofdredactieMarijke DreesRedactieWim Bonger'sJ Jasja Dekker-.Maurice La Haye. Kris Joosten(eindredactie), Allee Pillot,Meta RijksVormg~vingWaJter LentjesMedewerkersReinÎer Akkermans.Diny Basoski. Dirk Cl'iel.Dick Klees. Rollin VerlindeOmslagVeelvraat, foto: Dicl< KleesDrukHPC.ArnhemZOOGDIER Jaargang 13 (3)september 2002RedactioneelDir nummer goot in op het uitzetten van de homstel; ofWel de korenwol{. inumburg en op de bevers, die ol Uen jaar in deze provincie zijn waargenomen. Enop de vraag or zoogdieren In de stad werkelijk een bedreiging vormen voor onzegezondheid. Door sluic het commentaar op Gon op de vraag in her vorige nummerhoe gevaorlijk de vossenlintworm is voor mens en dier. Er wordt stil geswonbij de vjel'lng van het vijftigjarig jubileum VOn de VZZ (zie ook Ideeënprijsv(Qag).Interessant ;s het orUkel over de veelvraor in NooMegen en ovel· een nieuwekolonie meerv/eermuizen in Noord-Holland. De (edOcLie ontvangt groag bijdragenvan lezers over onderzoek waarnemingen en ervoringen.De redaaieInhoudVeelvraten In Noorwegen 3Onbekend maakt onbeschermdRoei MoyVormen zoogdieren in de stad werkelijk een gevaar 6voor de mens?Deel I: Over Leptospirose en bijtgrage ratten, honden en paardenErwin KampanjeTien jaar bevers in limburgGijs Kurstjens & Wouter jansenDe toekomst van de zeehond hangt af van ons handelen 16Peter Reijnders & Ben jansenDe vos en z'n worm 20Ad VosHamster herintroductie 22Mourice La HayeDe geschiedenis van de hamster in Nederland 24Johan ThissenZoogdieren, die geef je de ruimte 26Sfeerverslag van I 7 mei jJ.AngeJique Monen$"Bulgaars Veldwerk 29Impressie van zomerkamp veldwerkgroep VZZ 2002Jon BuysRubriekenWaarnemingenDas bij Beverwijk, Meervleel'muiskolonie in SchagenHyperlinkInvasie van de marterachtigen.Tweetalige zoogdieren.Wil de echte wilde kat nu opstaan?Boekbesp rekingenVoorkomen is beter ... Natuurvriendelijke Oevers: Fauna.ForumNatuurlijk NederlandVerenigingsnieuws 36Nieuwe bureaumedewerker. Schiet bescherming hamster door?Lidmaatschap voor het teven. Digitale Index Zoogdiei·. Giften 50 jarigjubileum. Algemene Ledenvergadering, Oproep: hulp voor de VZZ website.Winkel. Erratum bij 'Op zoek naar· zoogdieren', SymposiumVrijwilligers en soortbescherming. Ideeënprijsvraag zoogdierbeschermingA gendaUit het bestuur/Adressen! I313234354043


ZOOGDIER 2002 I 3 (3) 3LVRATEOnbe end maakt 0 "beschermdGNRoei MayNoorwegen staat bekend om zijn ruige en oneindige natuur.Hier komen alle Europese roofdieren nog voor: bruine beer,wolf, lynx en veelvraat. Je zou zeggen dat er in Noorwegenruimte genoeg is voor een probleemloos samenleven van mensenen deze roofdieren. Niets is echter minder waar.Noren zijn trots op hun onafhankelijkheid,wat zich politiek uit in het behoudvan een sterke plattelandsgemeenschapvoor de eigen voedselproductie en betsubsidiëren van de veehoUderij, zonderdat er eisen gesteld worden aan de wijzevan bedrijfsvoering. Schapen en gedo~mesticeerde rendieren grazen onbeheerdop zomerweiden in de bergen.Confl icteD met roofdieren worden hierbij'opgelost' door legaal afschot (metbepaalde quota) en schadebestrijding(afschot van 'probleem'-dieren). Vorigjaar was er veel aandacht (en internationaleverontwaardiging) over de doorde Noorse overheid georganiseerdewolvenjacht. Ook met de veelvraat zijner problemen) die echter veel minder inde openbaarheid zijn gekomen.De veelvraat Gulo gulo is de grootstemarterachtige die we kennen: zo grootals een labrador (Canis familiaris), meteen gewicht van 10 tot 1.5 kilogram. Deveelvraat wordt ook wel gekarakteriseerdaJs een kleine beer. Hij is zeerschuwen leeft in afgelegen, bergachtigegebieden. Zijn voedsel bestaat nÎetalleen uit kleine zoogdieren en aas,maar hij jaagt ook op grotere prooien,zoals schapen en zelfs rendieren. Bijdeze laatste prooidieren ontstaan degrootste problemen. Van alle roofdierenin Noorwegen doodt de veelvraat demeeste rendieren en schapen (zie figuren1 en 2). De veelvraat leeft in lagedichtheden in Arctische gebjeden, vanSiberië tot Canada en Alaska. In Europakomt hij alleen nog voor in Finland(circa 100), Zweden (circa 350) enNoorwegen (circa 230). De verspreidinghier is verdeeld in twee verschiUendepopulaties (figuur 3). De noordelijkepopulatie is aaneengesloten en looptlangs het ruige grensgebied tussenNoorwegen en Zweden, via het noordenDaar Fjnland. De kleine) zuidelijkepopulatie bevindt zich in het bergachtigegebied van de nationale parkenDovrefjell en Rondane. Deze populatiebestaat momenteel uit circa 55 individuenen is, zowel geografisch als genetisch,sterk geïsoleerd van de aaneengeslotennoordelijke populatie.Door hun relatief hoge predatie op rendierenen schapen zorgen veelvratenvoor veel problemen met de veehouderij.Vooral in het gebied van de zuidelijkepopulatie worden veel schapengehouden op zomerweiden in de bergen,en hier is bet conflict dan ook betgrootst. Enerzijds heeft de Noorse overheidde verantwoordelijkheid om betvoortbestaan van de veelvraat te garan-Veelvraat Gulo gulo. Foto: Dick Klees


ZOOGDIER 2002 13 (3)4SkadevolderBjorn-I -I322576515731~~L} 1 ::. k'~ :J..te: ;'"nofu r!orva 1...,1JervGaupe383- ---'7682519•••• A~ 12!i---~ l ~gUlvKong~rnJ 194. 1 1062-499aas[J 1994/95D 1995/9619961971997/98. 1998/991999fOO2000101Uspesitisertrovvilt127331692795719632134::'515o 20004000 60008000 1000012000 14000 15000 16 oeAntall rein erstattetFiguur 1.Aantal door roofdieren gedode rendieren in Noorwegen.Figuur 2.Aantal door roofdieren gedode schapen in Noorwegen.JI!IIIBjomUlvUspesJfisen,owlIl _10007000 9000 I' 000 1300DAntall sau .,slattetderen (de soort vindt tenslotte beschermingonder de Beroer Conventie);anderzijds wil de overheid de veehoudersgraag te vrîend bouden. In bet verledenzijn voor de veelvraat specialebeschermingsgebieden ingesteld, waarniet gejaagd mocht worden. Met ingangvan april van dit jaar zijn al deze gebiedenechter opgeheven. Hierdoor ishet mogelijk geworden om overal inNoorwegen, en dus ook in de kwetsbarezuidelijke populatie, veelvraten tedoden via legaal afschot en schadebestrijding.Legaal afschot wordt uitgevoerdom de veelvraatpopulaties teverkleinen in gebieden waar veel problemenoptreden met predatie oprendieren en schapen. Daarnaast kunnenveehouders compensatie krijgenvoor geleden schade en kunnen zijvergunningen aanvragen voor afschotvan individuele 'probleem'-dieren(schadebestrijding).In 2001 lag het afschotquotum voor dezuidelijke populatie op 14 individuen,daarnaast zijn 15 dieren gedood via deschadebestrijdiog. Hoeveel dieren van


ZOOGDJER 2002 I 3 (3)5bet quotum daadwerkelijk gedood zijn,is nog onbekend, In heel NooJ."\Vegenechter zijn het afgelopen jaar zeker 85veelvraten gedood, Van alle roofdierenin Noorwegen is van de veelvraat hetminste bekend omtrent zijn ecologie,waardoor de mogelijke gevolgen vanafschot en schadebestrijding op hetvoortbestaan van populaties veelalmoeilijk zijn in te schatten. Gezien delage reproductlesnelbeid van de veel~vraat en de hoge afschotquota (in dege'1'soleerde zuidelijke populatie meerdan 25% van bet totaal) loopt het dier,met name in het zuiden, gevaar uit testerven zolang er niets verandert.Het is van groot belang dat de Noorseoverheid gaat inzien dat er iets moetveranderen in de veehouderij , In plaatsvan het onbeheerd laten grazen van ren~dieren en schapen, leunnen ook herders~honden ingezet worden, Elders inEuropa (zoals in Frankrijk, Bulgarije enRoemenië) lijkt dit een goede methodeom roofdieren weg te houden van dekudden. Ook de compensatie van gele~den schade kan anders. In Zwedenwordt de compensatie gerelateerd aanhet vóórkornen van holen van veelvraten.Zo worden veehouders gestimu~leerd holen van veelvraten op te sporenen te beschermen, anders krijgen zegeen compensatie. Volgend jaar wordthet roofdierenbeleid in Noorwegen herzien,het is te hopen dat hierbij in eenmeer duurzame wijze van samenlevenmet roofdieren wordt voorzien.Tenslotte zal toekomstig onderzoekFiguur 3.Verspreiding van de veelvraat in Europa.I Steun het veelvraten-onderzoek! in Noorwegen door uw bijdrageover te maken op:IININA*NIKUSparebank I 'Midt-Norgeswift: SPTRN022banknr. 4200 22 50 505O.v.V. pt~ojectnr. 12100Meer info is binnenkortbeschikbaar bij www.jerv.infomeer kennis over, maar hopelijk ookmeer belangstelling opleveren voor ditillustere dier. -1fVerder leesvoerCouncil of Europe: Action Plan for theconservation ofwoLverines in Europe (Gu-10 gulo): http://www.nature.coe.int/cp20/tpvs25e.htmS ia te of the En vi ra llrtlent N orway:hUp:/ /www.environment.oo/topics/biological_diversity/animalsylants/predators/wolverine.stmLarge Carnivore lnitiative for Europe:http://www.Large-camivores­Icie.org/news59.htmBBC Wildljfe Magazine June 2002, pp.64-66.Roei MayFrankenveld 23911 JZ Rhenen


ZOOGDIER 2002 13 (3) 60 N 0 GDEE WERKElgKEEGE VO E MENS?Deel : Ove Leptospirose e 'btjtgra e'~atte , ho de n aardenErwin j.D. KampanjeTijdens de bijeenkomst ter gelegenheid van het 50-jarigejubileum van de VZZ in Arnhem op 17 mei 2002 hield Prof. dr.Annelies van Bronswijk een voordracht waarin z~ de grotegevaren belichtte waaraan de moderne mens in de stad blootstaatwanneer deze soort zich in de buurt van gedomesticeerdeen wilde zoogdieren begeeft. Zij hield de aanwezigen hierbijeen waar horrorbeeld voor: men zou wel levensmoe moetenzijn om nog een stap buiten de deur te zetten. Ratten besmetmet spirocheten, teken vol met Borrelia burgdoiferi, niervernietigendeHantavirussen, bijtende paarden en vossen, vergevenvan ernstige ziekteverwekkers, liggen volgens de hooggeleerdeop de loer. Enige feiten en nuanceringen met betrekkingtot de genoemde aandoeningen zijn echter op hun plaats. Inhet eerste deel van dit artikel worden de ziekte van Weil(Leptospirose) en de bijtende zoogdieren behandeld, in hettweede deel (in het volgende nummer van Zoogdier) Lyme, hetHantavirus en de werkelijke gevaren van de stad.Ziekte van Weil en modderkoorts(Leptospirose)In 1886 beschreef de Duitse arts AdolfWeil (1848-1916) onder de naam 'Typhusbiliosus nostras' een bij vier personenwaargenomen syndroom dat zich kenmerktedoor geelzucht, koorts, rniltvergrotingen nierontsteking. Het veroorzakendemicro-organisme werd voor heteerst gezien in 1907 en pas in 1915 werdde spirocheet gekweekt en de associatiemet de ziekte van Weil gelegd. Leptospirosewerd in 1917 herkend bij de bruinerat en het eerste geval bij de mens insamenhang met contact met deze rattensoortwerd in 1922 beschreven(Kobayashi, 2001). De ziekte van Weil ofleptospirose wordt veroorzaakt door eenvan de varianten van Leptospira interrogansen komt wereldwijd voor op plaatsenwaar de mogelijkheid bestaat totdirect of indirect contact met de urinevan geïnfecteerde zoogdieren. De meestvoorkomende bronnen van infectie zijnde urine van geïnfecteerde dieren,oppervlaktewater of modder waaringeïnfecteerde dieren hebben geürineerd.Mensen kunnen besmet rakentijdens hun beroepsuitoefening (boeren,dierenartsen, muskusrattenvangers) oftijdens recreatief bezig zjjn in besmetwater, zoals tijdens zwemmen, surfen,wildwatervaren en triatlon (Plank &Dean, 2000; Guamer et aL, 2001; Trubo2001; Haake et al., 2002). Zoogdieronderzoekerskunnen besmet raken


door direct contact met urine van besmetteknaagdieren (Kompanje, 1994).De ziekte van Weil heeft een wereldwijdeverspreiding, maar komt het meest inde tropen \IOOr. In Nederland werden inde periode 1981-1987 l75 geVallen vanmenselijke leptospirose genoteerd, waarvaner 17 zeker .in het buitenland warenopgelopen (Terpstra et al., 1989). Tussen1986 en 1990 werden 229 gevallen gerapporteerd,tussen 1991 en 1995 slechts 159gevallen (Olszyna et al., 1998). Tussen1991 en 1995 overleden vijf mensen aande gevolgen van de ziekte van Weil.Opvallend was de belangrijke toenamevan gevallen van de ziekte van Weil,opgelopen in het buitenland. Tussen1987 en 1991 liepen 32 (14%) van de 237besmette Nederlanders de besmettingop in het buitenland (vooral Thailand enandere landen in Zuidoost-Azië), allendoor zwemmen in besmet water (Crevelet al., 1994). Voor leptospirose geldt eenmeldingsplicht. Als contrast is het aardigom het aantal gemelde gevallen vanmalaria te noemen: in 1990 249, in 1991250, in 1995 313, in 1997 223 en jn 1999264. De stedeling loopt in het verre buitenlanddus meer gevaar dan thuis.Ook in andere Europese landen komtleptospirose weinig voor. In Denemarkenwerden in 26 jaar (!) tijd (1970-1996)slechts 118 gevallen geconstateerd, in63% van de gevallen werd de besmettingtijdens de beroepsuitoefening (vissers,De bruine rat is waarschijnlijk het algeme.enstewilde zoogdier in de stad. Ondanks de slechtereputé;ltie die dit zoogdier heeft ten aanzien vangezondheidsrisico's, komen werkelijke besmettingenmet bijvoorbeeld de ziekte van Weil vrijwelniet voor bij menselijke stedelingen. Foto: OickKJeesboeren) opgelopen, 8% van de onfortuînlijkendeed de besmetting in betbuitenland op en 4% tijdens recreatie.De sterfte was 7% (Holk et al., 2000). Debelangrijkste gastheer voor de varianticterohaemorrhagiae, dat de ziekte vanWeil veroorzaakt, is de bruine rat.Verder is deze variant gevonden bij egel,woelrat, muskusrat, zwarte rat, huismuis,bosmuis en beverrat. In Frankrijkis de beverrat een belangrijk reservoir(Michel et al., 2001). Een andere variant,grippotyphosa, dat modderkoorts veroorzaakt,is gevonden bij bosspitsmuis,hamster, rosse woelmuis, woelrat, muskusrat,veldmuis, aaJdmuis, Noordsewoelmuis, bruine rat, huismuis, brandmuis,bosmuis, grote bosmuis endwergmuis.Vrijwel alle be.smettingen in Nederlandworden opgelopen buiten de grote stad.Het is vooral een beroepsziekte en eenziekte die tijdens watersport wordtopgedaan. Een recent onderzoek, uitgevoerdin de stad Zürich, liet echter ziendat 13% van 190 kleine knaagdieren enspitsmuizen besmet was met Leptospira.Desondanks is besmetting van de mensin Zwitserland uiterst zeldzaam (Adlef


ZOOGDIER 2002 13 (3)et al. , 2002, Steffen et al., 2000). Besmettedieren kunnen dus naast de mensleven zonder een daadwerkelijk gevaarte vo.rmen.Bij de mens kan de ziekte mild of ernstigverlopen. De kans op sterfte bij deziekte van Weil is minder dan. 10%. Alseen patiënt overlijdt dan is dat alsgevolg van ernstige bloedingen of falendenierfunctie, maar met optimale zorgen tijdige herkenning, is de prognose inNederland doorgaans gunstig. De behandelingbestaat uit de toediening vanantibiotica en symptoomgerichte behandeling.Preventie van besmetting bestaatuit het vermijden van contact met directeof indirecte bronnen. Honden enlandbouwbuisdieren worden succesvolgevaccineerd tegen de ziekte.Vormen wilde zoogdieren, die in de stadvoorkomen, een wezenlijk gevaar voorde mens? Nee, besmetting is vrij gemakkelijkte voorkomen. Dirett contact metGedomesticeerde honden vormen in de stad eenwezenlijk gezondheidsgevaar voor de mens. Vele'duizenden beetwonden en besmettingen met parasietenper jaar zijn het gevolg van het samenleventussen mens en hond. Vechthonden, zoals dezepittbull, zijn verantwoordelijk voor de meest ernstigebeetwonden en de meeste dodelijke incidenten.Foto: Natuurmuseum Rotterdambesmette knaagdier-urine is er voor degemiddelde burger eigenlijk niet enrecreatief gebruik van singels en vijverskomt eigenlijk niet voor (behalve bijsportviss.ers). In de stad lopen alleenberoepsmatige rioolwerkers een risico.Vrijwel alle besmettingen in Europaworden opgelopen in het buitengebieden zijn voor het grootste deel (bijnadriekwart) beroepsrisico voor boeren,beroepsvissers en muskusrattenvangers.In de overige gevallen is de besmettingtijdens recreatie opgelopen. Het uitdagendeen potentieel gevaarlijke karaktervan triation en wildwatervaren krijgthierdoor voor de sportieve deelnemerswel een extra dimensie.Bijtende rattenBruine ratten hebben niet alleen denaam de bron voor de ziektç van Weil tezijn, maar ze hebben ook het etiketopgeplakt gekregen aan slapende menselijkeborelingen te knagen . Dit is echtereen grote zeldzaamheid, en het zegtmeer over de kwaliteit van het riolenstelselen de hygiëne dan over deonhoudbare drang van ratten om aanmensen te knabbelen. In het rijk doorbruine ratten bevolkte Engeland zijn tot8-- .. --~ - -~,


ZOOGDmR 2002 13 (3)juli 2001 slechts twee gevallen van aan- .geknaagde zuigelingen gedocumenteerd(Street el al., 2001). De rat was in beidegevallen door een kapotte rioleringbjnnengekomen. In Noord-Amerikakomen bijtincidenten door bruine rattenmeer voor. In een grote stedelijke agglomeratieals New Vork kwamen aan heteinde van 1970 knaagdierbeten na mensenbetenhet meest voor. Een grootonderzoek in Philadelphia liet een sterkedaling in het aantal rattenbeten zjentussen de perioden 1974-1984 en 1985-1996. De bijtincidenten kwamen eigenlijkzonder uitzondering voor in buurtenwaar bet inkomen laag, de werkeloosheidhoog, het aantal kinderen datin slecbte hygiënische omstandighedenleefde groot en de staat van de rioleringslecht was (MaIT el al., 1979, Hischhorn& Bodge, ]999).Cave CanemTijdens haar voordracht liet VanBronswijk een lange lijst met in de stadvoorkomende zoogdieren zien. Eengroot deel daarvan is gedomesticeerd.Van de gedomesticeerde zoogdjeren inde stad zijn, naast de mens, de huishondin al zijn gedaanten en de huiskat hetmeest voorkomend. Landbouwbuisdieren,zoals koeien, geiten~ schapen envarkens kan men eigenlijk alleen op kinderboerderijenwaarnemen. Van aUegedomesticeerde zoogdieren in de stadis de hond eigenlijk de enige echtgevaarlijke. Cave canem (pas op voor dehond) is geen overbodige waarschuwing.In kinderhoofdjes bijtende loslopendepaarden, als afschrikwekkend voorbeelddoor Van Bronswijk aangevoerd, zijn inde stad uitermate zeldzaam. Van tÎen inde geslachtdelen gebeten stedelijkemannen en jongens waren er achtslachtoffer van een hond, en slechts éénkeer was een paard en één keer een ezelde boosdoener (Gomes et al.) 2000). Demeeste mannen hadden het incidentoverigens zelf uitgelokt. Hondenbetenzijn voor de stedeling een wezenlijkgevaar. In Engeland en Wales wordenjaarlijks circa 200.000 mensen door trouweviervoeters gebeten (Bewley, 1985).Buiten bet bijtgedrag veroorzaken hondenin Engeland en Wales nog meerergernis, per dag produceren de circa 6miljoen honden ongeveer 4 1 h miljoenliter urine en 1 miljoen kilo faeces ( vergelijkbaarmet de urineproductie vàn 3miljoen mensen en de faeces-'output'Bruine rat. Foto: Dick Kleesvan 10 miljoen mensen). In de stadwordt deze viezigheid door honden opstraat gedeponeerd. AJJeen al inEngeland veroorzaken deze uitwerpselenbij de mens jaarlijks vele tienduizendenbesmettingen met ziekteverwekkers(Bewley, 1985). Ongeveer 9000 menselijkegevallen van besmetting met ringworm(Toxocara canis) zijn in Engelanden Wales toe te schrijven aan honden.De besmetting werd opgedaan door kinderendie in als hondentoilet gebruiktespeelplaatsen en parken speelden (Kerr­Muir, 1994). Ook in Nederland loopt dekleuter dit gevaar (Van den Bergh,1993).Ernstiger zijn - ook in Nederland - debijtincidentell. In Nederland wordenjaarlijks circa 48.000 mensen behandeldvoor een hondenbeet (Kompanje, 1993).Dodelijke slachtoffers onder mensenvallen vooral door toedoen van vechthondenzoals Pitbullterriërs (Baack elal., 1989) Vooral kinderen en postboden/krantenbezorgerslopen een grootrisico door een hond gebeten te worden.ConclusieIn de stad boeft de mens niet bang tezijn voor wilde zoogdieren. Voor degewone burger is de kans om de ziektevan Weil of modderkoorts op te lopenvrijwel te verwaarlozen. Bij goedewoonomstandigheden en hygiëne zijnmensen bijtende bruine ratten zeerzeldzame verschijningen. En paarden


ZOOGDmR 2002 13 (3)die schoppen of in mannelijke geslachtsdelenof kinderhoofdjes bijten zijn echteen zeer grote uitzondering. De enigevoor de mens werkelijk gevaarlijkezoogdieren in de stad zijn de gedomesticeerdehond en de medemens. Caveca.nem 'is absoluut geen overbodigewaarscbuwing: door dit zoogdier veroorzaaktebijtwonden en infecties zijnin het stede-lijk miJieu helaas geen zeldzaamheid.Verder loopt men een geredekans ernstig gewond te raken na eentraumatisch contact roet een medemensen worden kinderen eerder döör hunouders gemolesteerd dan door loslopendehalfwilde paardjes. Met name in destad heeft de westerse mens een goedebeschenning tegen de voor andere culturenonvermijdelijke bestaansrisico's;goede huisvesting, kwalitatief goede entoegankelijke eerste hulp, gezondheidszorg,bescherming tegen de meest em-. stige infectieziekten etc. Een argumentals 'het zal je kind maar wezen' heefthelaas niet veel kracht. Het leven isnooit vrij van gevaar, de taak van desamenleving is om het risico op datgevaar zo klein mogelijk te maken. Datis de westerse stedelingen ten aanzienvan de wiJde zoogdieren heel aardiggelukt. Het is absurd en onnodig omalle ziekteveroorzakende zoügdierenvoor 100% uit de steden te verwijderen.De visie van Van Bronswijk dat de stadeen gevaarlijk milieu vonnt voor demens door de aanwezigheid van wildezoogdieren, deel ik absoluut niet. Haarzienswijze, zoals verwoord in de lezingvan 17 mei 2002, is schromelijk overdreven.~LiteratuurAdler, H., S. VODstein, et al., 2002. Prevalenceof Leprospim spp. in various speciesof smalt maITU11als caught in an inner-cityarea in Switzerland. Epidemiology ofInfections 128: 107-109.Baack, B.R., J.O. Kucao, G. Demarest & E.e.Smoot, 1989. Maulting by pitt bull terriers:case report. The JournaI of Trauma 29: 517-520.Bergh, J.P.A.M. van den, 1993. Honden- enkattenspoelwormen: ook bij de mens.Janssen Medîsch-wetenscbappel1jk nieuws8: 139-143.Bewley, B.R.) 1985. Medical hazards fromdogs. British Medical Joumal 291: 760-761.Crevel, R. van, P. Speelman, et al., 1994.Leptospirosis in travelers. Clinical InfectiousDiseases 19: 132- 134.Gomes, CM., L. Ribeiro-Filho, et al., 2000.Genital trauma due 10 anima) bites.Journalof Urology 165: 80-83.Guarner, 1., W.J. Sruek, et al., 2001. LeptospirosismimickÏng acute cholecystitis alUongathlete participating in a triatlon. HumanPathology 32 : 750-752.Haake, D.A., M. Dundoo, el ol., 2002.Leptospirosis, water sports and chemoprophylaxis.Clinical Infectious Diseases 34:40-43 .Hischhorn, RB. & R.R. Hodge, 1999. Identificalionof risk factors in rat bite incidentsinvolving humans. Pediatrics 104: 423-429.Holk, K., s.v. Nielsen & T. Ronne, 2000.Human lepfospirosis in Denmark 1970-1996: an epidemjological and clinicalstudy. Scandinavian Jouma! of InfectiousDiseases 32: 533-538.Ken-Muir, M.G.) 1994. Toxocara canis andhuman health. British Medical Joumal309: 5-6.Kobayashi, Y., 2001. Discovery oftbe causativeorganism of Weil's disease: historicalview. J ournal of Infection and Chernotherapy7: 10-15.Kompanje, E.J .O., 1993. Cave canem. Argus18: 8-10.Kompanje, EJ.O., 1994. Infectiegevaar bijhet verzamelen en prepareren van zoogdierenen vogels: een overzicht van vijfinfectieziekten. Deinsea 1: 41-51Man, J.S.) A.M. Beek & J.A. Lugo, 1979. Anepidemiological sludy of lhe human bite.Public Heallb Reports 90: 267-269 .Melker, H.E. de & R.A. de Melker, 1996.Hondenbeten: publicaties over risicofactoren,infecties, antibiotica en primairewondsluiting. Nederlands Tijdschrift voorGeneeskunde 140: 709-713.Michel, v., N. RU\foen-Clouet, et al., 200l.Rol.e of the coypu (Myocastor coypus) intbe epidemiology of leptospirosis in domesticanimals and humans in France.European JournaJ of Epidemiology 17: 111-12l.MoIl van Charante, A.W., J. Groen, et al.,1998. Occupational risks of zooDotic illfectionsin Dutch forestry workers and muskratcatchers. European Journalof Epidemiology14: 109-116.Olszyna, D.P., R. Jaspars et al., 1998.Leptospirose in Nederland 1991-1995. NederlandsTijdschrift voor Geneeskunde142: 1270-1273.Plank, R. & D. Dean, 2000. Overview of rheepidemiology, microbiology, and pathogei1esisof Leptospira spp. in humans.Microbes and Infection 2: 1265-1276.Steffen, 1., R. Frei & A ,F. Widmer, 2000.Leptospirosis: a frequently missed diagnosis?Epidemiology and diagnosis inSwitzerlaod. Scbweizer Rundschau MediziniscbcPraxis 89: 1257-1262.Street, K ., S. f(jnder & C.S. Perkins, 2001. Anunusual cause of injury to an infant.Archives of Diseases in Ch.ildren 85: 499.Terpstra, W.J., H. Korver, e. Schonemann &e. Gravekamp, 1989. Ziekte van Weil, melkerskoortsen andere leplospirosen, 1981-1987. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde133: 1322-1326.Trubo, R., 2001. Leptospira brings fresh challengeto adventure sports. Lancet lnfectiousDiseases l: 73.Or. Erwin 1.0. KompanjeNaluurmuseum RotterdamPostbus 234523001 KL Rotterdam10


ZOOGDIER 2002 13 (3) IIRGijs Kurstjens & Wouter JansenVanaf 1992 zijn in Limburg waarnemingen bekend van beversCastor fiber. Inmiddels - tien jaar later (voorjaar 2002) - leven erzeven solitaire bevers verspreid over Limburg (twee in hetnoorden, vijf in het midden en twee in het zuiden) en twee inaangrenzende delen in Duitsland. Het is aannemelijk dat dezedieren afkomstig zijn van een uitzetproject in de Duitse Eifel.Onlangs zijn ook in Wallonië bevers losgelaten) op diverseplaatsen in het stroomgebied van de Maas. Dit' artikel gaat inop de buitenlandse herintroducties, de bujdige stand van zakenin Limburg en de plannen voor bescherming en uitbreiding vande populatie in het stroomgebied van de Maas in Limburg.Noord-Eifel:bevers in het middelgebergteTussen 1981 en 1989 zijn in zijbeken vande Roer in het Natuurpark Noord-Eifelten zuidwesten van Aken twaalf beversuitgezet. De eerste acht zijn afkomstigvan een farm in Noordoost-Polen(Popielno). Farmbevers komen oorspronkelijkuit Rusland van de restpopulatiein de regio Woronezj (rivier deDon). De laatste vier uitgezette dierenzijn in Polen in het wild gevangen. Vande startgroep zijn drie dieren vrijweldirect omgekomen. Effectief bestaat deLeefgebied van beveriamilie in hetNatuurpark Noord-Eifet. Let op dammet stuwmeertje en aangevretenbeuken en sparren tot ca . 20 meter uitde oever. Foto: Gijs'I.fKurstjens' 1startpopulatie dus uit maximaal negendieren, waarmee de genetische basisbehoorlijk sma! lSo Desondanks heeftzich hier een kleine populatie ontwikkeld.De precieze omvang is onbekend,doordat de laatste jaren geen intensiefpopulatie-onderzoek is verricht. Deomvang van de Eifel-populatîe wordtdoor het Forstamt Hürtgenwald geschatop veertig tot zestig dieren.De dieren hebben zich verspreid binnenhet stroomgebied van de Roer en levenin kleine, snelstromende beekjes, nabijstuwmeren en langs meanders van derivier; in sommige gevallen zelfs langsde randen van steden en dorpen.Herintroductie in WalloniëVanaf eind 1998 tot eo met eind 2001zijn er in Wallonië ruim honderd beverslosgelaten. Deze herintroductie is eeninitiatief van de Rangers Castors. Debevers zijn afkomstig uit Beieren (dezogenaamde Donaubever) eu, in minderemate, uit de Elbe. Veel uitzetlocatieszijn particulier eigendom en niet vrijtoegankelijk. Het gaat onder meer omzijbeekjes van de Ourthe. Deze biotopenzijn goed vergelijkbaar met die vande Bifel en vallen onder de noemer'snelstromende bergbeekjes'. Behalve inhet stroomgebied van de Ourthe zijnbevers uitgezet io de regjo Haute Meuse(Viroio, HouilJe, Henneton) en in de


ZOOGDIER2002 13 (3)12vallei van de Semois. Bovendien levener sinds kort ook bevers in de Lasne bijRixensart (Waals Brabant), die tot in deDijle in Vlaanderen zijn afgezakt.De kans dat bevers vanuit deze nieuweleefgebieden Limburg bereiken, is vooralsnogklein. Het twintig kilometerlange Maastraject tussen Luik en Li.xlletot aan de Nederlandse grens, is vollediggekanaliseerd, gestuwd en verstedelijkt.Een dier dat deze 'route' verkende, is injuni 2000 doodgereden op ongeveer vijfkilometer van de Nederlandse grens.Bovendien zou er in 1999 meerdereker.en een bever zijn gezien nabijEijsden. Deze waarnemingen kondenechter niet door vraatsporen wordenbevestigd.Huidige leefgebieden in LimburgDe zeven beverterritoria üggen verspreidover de bele provincie (figuur 1).Met uitzondering van de locatie inFiguur 1.Overzicht van actuele locaties van solitaire beversin Limburg en aangrenzend Duitsland (stand vanzaken zomer 2002) .Beverdam in Noord-Limburg: een unicumvoor Nederland.Foto: Gijs KurstjensPan heel (voormalig grindgat) gaat het inalle andere gevallen om biotopen langsbeken en riviertjes. Op één plaats bouwteen bever dammen om voldoende diepwater in zijn territorium te verkrijgen.Dammen van dit formaat zijn jnNederland een unicum. De bever huisthier langs een smalle beekloop. Door dedammen (gedeeltelijk hout, maar ookgras en moddertypeo komen voor) staateen verdroogd e[zenbroekbos weer jaarrondonder water. Door de vraat aanelzen, berken en struikwîlgen zijn openp1ekken in het bosje ontstaan. Hier hebbeno.a. moerasplanten, zoals elzenzeggeen gele lis, inmiddels al van weten teprofiteren. In het vroege vOOljaar bebbenbrui.ne kikkers voor de afzet vanhun eiklompeo dankbaar gebruikgemaakt van het zonbeschenen water.Langs Niers, Swalm, Roer en Wormleven de bevers op ooibosrjjke trajecten,waar ze oeverbolen bewonen. Doordatde riviertjes vrij breed zijn, kunnen debevers er geen dammen opwerpen.Slechts van één locatie is bekend dat debever een heuse burcht bewoont. Dezerelatief kleine burcht is op een ejlandjegelegen.In tabel 1 is een overz.icht gegeven vandood-gevonden bevers en van tweelocaties, waar meerdere jaren territoriabezet waren.Sleutelrol langs beken en rivierenDe terugkeer van de bever in Limburg -waa.r de soort minstens twee eeuwengeleden is uitgeroeid; de laatste meldingenkomen van de Roer bij Gulik (hettegenwoordige ]ülich in Duitsland) inde 18e eeuw - is van groot belang voorhet herstel van natuurlijke watersystemen.Door hun vraat aan houtigegewassen langs rivieren, beken en


ZOOGDIER 2002 13 (3)13Tabel 1.Dood-gevonden bevers en verlaten territoria in limburg e.o.Roerm0nd (Wlllem-Alexaflderhaven)Bergen (tt Lewken)P~nheel (Thornerweg)Panheel (A2)Herkenbosch (Turfko.elen)Loobeek (Vierlingsbeeki Provo Noord-Brabant)Hermalle SOIJS Argenateau (Prov. Lull(j België)19··04-19§3 dood 2·jarig vrouwtjeterritorium 1993-200011 -11-1996 dood vr0uwtje12-05- 1997 dood ex.(In a,:>ril waargenomen op Oolerplasbij Herten)25-09·2001 dood jong mannetjeterritorium 1999·200020-06-2000 dood exemplaarmeren zorgen bevers voor meer variatiein de oeverbegroeiing en in het water(denk aan omgevallen bomen). Langsde Maas kan de bever in de toekomstplaatselijk zorgen voor het openhoudenvan hoogwater- en nevengeulen, opdatdoorstroming mogelijk blijft. Van dezevariatie profiteren allerlei planten- endiersoorten, zoals water- en moerasplanten,vissen, amfibieën en libellen.Omgevallen bomen in beken stimulerenbovendien het natuurlijke meandergedragvan (nu nog) rechtgetrokkenbeken.Langs kleine beken leveren bevers alsdammenbouwers een aanzienlijke bijdrageaan de dynamiek in het beekdal.Door opstuwing ontstaan bevermeertjesmet stilstaand water in een stromendsysteem. Daar kan zich dan moeras ontwikkelen,met alles erop en eraan. Hetopstuwen van water door beverdammenvergroot het retentievennogen van eenbeekdal, wat gunstig is tijdens overstromingenen in droge perioden.Toekomst voor de bever in LimburgDe komende jaren wordt in Limburgveel aandacht besteed aan de bever enzijn rol in het ecosysteem. In 2001 isnamelijk het project "Toekomst voor debever in Limburg" van start gegaan. Inopdracht van de Provincie Limburgvoert Stichting Ark het project uit, innauwe samenwerking met Rijkswaterstaat,Waterschap Peel en Maasvallei,Waterschap Roer en Overmaas, ZuiveringschapLimburg, Stichting HetLimburgs Landschap, Staatsbosbeheeren Vereniging Natuurmonumenten. DedoelsteUing van het project is de vestigingvan een duurzame populatie inLimburg.Het project voorziet in het nemen vanbeschermingsmaatregelen, de uitvoeringvan biotoopberstel en het gevenvan voorlichting aan de Limburgsebevol.king. Bovendien zullen, tussen2002 en 2005, in geschikte leefgebiedenin Noord- en Midden-Limburg tienbeverfamilies worden uitgezet. De vergunningvan het Ministerie van LN\!voor de uitzetting is inmiddels binnenen najaar 2002 gaan de eerste drie beverparenof - families te water.Geschikte leefgebiedenOnderzoek naar mogelijke leefgebiedenin Limburg wees uit dat er momenteelruimte is voor ca. 150 bevers. Hetkerngebied wordt gevormd door deMaasplassen en de beekdalen inMidden-Limburg. Oude Maasmeandersen beken langs de Zandmaas in Noord­Limburg vonnen daarnaast ook geschikteleefgebieden. In Zuid-Limburg zijnnog maar weinig geschikte leefgebiedenvoorhanden en liggen goede beverbiotopeneigenlijk alleen langs de Vlaamsezijde van de Grensmaas. Door de realisatievan natuurontwikkeling in beekdalen,de Maasplassen en langs de rivier(Grensmaas, plaatselijk langs de Zandmaas)zal het biotoopaanbod in detoekomst verder toenemen.Potentieel geschikt leefgebied voor bevers inMidden-Limburgs beekdaL Foto: Gijs Kurstjens


Bevers zwemmend. Foto: Dick KleesBescherming & biotoopherstelMet de Limburgse waterschappen, dieverantwoordelijk zijn voor de bestrij~ding van muskus- en beverratten, isafgesproken dat de vangmethoden voorbeverratten worden afgestemd op dekomst van de bever. Zo wordt op plaatsenwaar bevers leven, geëxperimenteerdmet zogenaamde levendvangkooien.Hiermee kunnen beverratten levendworden gevangen. Wanneer onverhoopteen Uonge) bever in zo'n kooi belandt,kan d ie dus worden losgelaten. Ookafschot van beverratten in beverterritoriais niet meer toegestaan.Behalve de waterschappen werkenRijkswaterstaat en de drie natuurorganisatiesaan biotoopherstel. Langs deMaas en langs diverse beken wordennatuurlijke oevers gerealiseerd met voldoendevoedsel (bosopslag), rust engelegenheid tot het maken van eenoeverhol of burcht. Door bet opkopenvan oeversiroken door de waterbeheerderskan in veel gevallen de onnatuurlijkeoeverbeschoeüng (stortsteen, hout)worden verwijderd. De Limburgse waterschappenzijn op tal van plaatsenbezig met beekherstelprojecten, zoalslangs de Vloedgraaf, Vlootbeek, Tungelroyseen Oostrurnse Beek.BijplaatsingOmdat verwacht wordt dat de autonomevestiging van een levensvatbare populatiebevers in Limburg vanuit de Eifelslechts moeizaam zal verlopen, is voorgesteldom) ter versterking van dit proces,tien beverparen (Elbe-ondersoort)bij te plaatsen. Doordat er momenteelsprake is van verspreid levende, ongepaardedieren, is de kans groot dat veelindividuen sterven voordat ze zich hebbenvoortgeplant. Zo is onder meer eenbever, die vanaf 1993 bij Bergen heeftgeleefd, eind 2000 gestorven.Bovendien is Limburg zonder bijplaatsingafhankelijk van de kleine, genetischweinig gevarieerde bronpopulatie uit deEife1. Door bijplaatsing wordt de genetischevariatie vergroot, hetgeen delevensvatbaarheid van de populatie optermijn verbetert. De sleutelrol die beversin watersystemen vervullen, is eenander argument om de opbouw van eenpopulatie in Limburg te bespoedigen.KunsthurchtenGelet op de ervaringen met uitzetten inde Biesbosch en de Gelderse Poort,worden de bevers in een kunstburchtlosgelaten. De ervaring leert, dat de dierenna transport uit Duitsland daarinoverdag tot rust kunnen komen. Vaakknagen de bevers zich pas in de eerstenacht of zelfs pas enkele dagen later eenweg naar buiten. Op deze wijze wordtstress tot een minimum beperkt en blijftuitval van dieren, als gevolg van extreemzwerfgedrag of door ongelukken,hopelijk achterwege.Ecologisch onderzoekHet spreekt voor zich dat het bijplaatsenvan bevers gepaard zal gaan met onderzoeknaar buo voortplantingsgedrag enhun biotoopgebruik. Volwassen dieren


ZOOGDIER 2002 I 3 (3) 155°100rÎvÎer"..... ' ........ ~,~Noord + MiddenLimburggrenzen tussenNederland,Duitsland en Belgiëo bestaande populatie®Maasote ontwikkelenpopulatieworden voorzien van een uitwendigoormerk, zodat ze, onder andere tijdensonderzoek naar mogelijke voortplanting,individueel herkenbaar zijn. Omgesneuvelde dieren te kunnen herleidentot een uitzetplaats en om ze te kunnenonderscheiden van eventuele immigrantenuit de Eifel, worden alle losgelatendieren voorzien van een onderhuidse chip.Schakel tussen Biesbosch en buitenlandHet stimuleren van een levensvatbarebeverpopulatie in Limburg past goed inhet streven van de Rijksoverheid om inhet Nederlandse rivierengebied eenduurzame populatie bevers te krijgen.Binnen het stroomgebied van de Maasvormt Limburg een schakel tussen depopulatie in de Noord-Eifel (Duitsland)en die van de Biesbosch. De populatievan de Biesbosch staat, via de Waal, incontact met die van de Gelderse Poort.Maatschappelijke acceptatieVerwacht wordt dat dé terugkeer van debever - net als elders in Nederland enWest-Europa - door de Limburgsebevolking positief zal worden gewaardeerd.De huidige bevers zijn al geliefd.Zo heeft een basisschool al een helebuitenles opgezet rondom een bever diebij hen in de omgeving leeft.Voor eventuele overlast door dammenFiguur 2. De nieuwe populatie bevers in Limburgvormt de ontbrekende schakel tussen bestaandebeverleefgebieden in het stroomgebied van deMaas (Bron: Folder Bevers in Limburg)(natschade) en vraatschade zijn in ditproject oplossingen voorhanden in devorm van O.a. gedoogovereenkomsten,grondverwerving of een schadevergoedinguit het Faunafonds.--rfMeer informatie is verkrijgbaar via:beversinlim burg@ision.uIDe beverfolder kunt u (tegen onkosten)bestellen via: iufo@arknature.nlDankwoordSpeciale dank gaat uit naar alle personendie de afgelopen jaren waarnemingenvan bevers hebben doorgegeven aande contactpersoon Limburg van deBeverwerkgroep Nederland, aan hetNatuurhistorisch Genootschap, de VZZof de auteurs.Gijs Kurstjen ,Ecologisch Ad iesbureau.C I. Ekmanstraat 15.6573 J3M Beek-UbbeTgen


ZOOGDIER 2002 1 3 (3)16NPeter Reijnders & Bert JansenAFE1EDe zeehond (Phoca vitulina) verkeert in gevaar. Het zeehondenvirusheeft opnieuw de kop opgestoken. Beleidsmakers,dierenbeschermers en wetenschappers hebben een grote verantwoordelijkheidals het gaat om de toekomst van dezeprachtige diersoort. Menselijk ingrijpen in de vorm van grootschaligeopvang van zieke dieren lijkt de meest ethische enhumane wijze van optreden. Maar is dat wel zo? Wetenschappersvan Alterra wijzen op de gevaren van ondoordacht menselijkingrijpen. Om de zeehond te beschermen, moeten wekeuzen maken. Kiezen we voor de zwakke dieren, of voor desterke? Kiezen we voor het individu, of voor de soort? Hetopvangen en weer genezen van de zwakkere dieren uit de populatiebrengt grote gevaren met zich mee voor de soort alsgeheel. De Waddenzee is nu eenmaal geen dierentuin of boerderijwaar de mens volledige controle over de gang van zakenheeft, maar een natuurgebied waar natuurlijke processen vooropstaan en natuurlijke sterftefactoren hun tol kunnen eisen.De zeehondenpopulatie in de Waddenzeeheeft de laatste vijftig jaar opmerke-Zeehonden in het Eyerlandse Gat, met oe vuurtorenvan Texel op de achtergrond. Foto: 5al/(O deWolf, EcoMarelîjke ontwikkelingen doorgemaakt. Inhet midden van de jaren zeventig warener door, onder andere, bejaging en verontreinigingnog slechts zo'n 500 dieren.


ZOOGDIER2002 13 (3) 17Aantallen400035003000250020001000500 .O· ,r-----~----_,------~----_.------._----~------~----~------------_,1955 1960 1965 1970 1975 1930 1985 1&90 1995 2000 2005JaarDoor het stoppen van de jacht i.nDuitsland en Denemarken in die tijdnan.1 de emigratie naar het Nederlandsewaddengebied toe en groeide de populatiemet gemiddeld 8% per jaar. Tn 1988brak een vlrusepidemie uit, waardoorcÎrca 60% van de dieren stierf. Daarnaherstelde de populatie zich opmerkelijksnel. Sinds dat moment bedraagt detoename in Nederland circa 17% perjaar, en in de gehele internationaleWaddenzee 13%. Op dit moment levener in de Nederlandse Waddenzee meerdan 5500 zeehonden, zo blijkt uit dejaarlijkse vliegtuigteUingen van Alterra.Er dreigt echter opnieuw gevaar voor depopulatie. Het virus dat in 1988 massalesterfte veroorzaakte, is wederom uitgebroken.In eerste instru1tÎe in Anholt inde Oostzee eo inmiddels heeft bet ookin de Waddenzee toegeslagen. Er zijntwee plausibele hypothesen voor dezenieuwe uitbraak: er is een reservoir indie buurt (enkele dieren die het virussteeds weer doorgeven) of het virus isopnieuw door een zeedier binnengebracht.In bei.de gevallen gaat het omeen natuurlijk verscltijnsel. De gevolgenzijn op dit moment moeilijk te voorspellen.Naar verwachting kan de epidemietot 60% van de populatie doden, maarvermoedelijk zullen het er (veel) minderzijn. Die verwachting stoelt op het feit,dat een aantal djeren (ci.rca 15%) ru1tilichamentegen bet virus heeft, en dat dedieren veel weerbaarder zijn dan in betverleden omdat de verontreinigingenAantallen per vliegtuig getelde gewone zeehonden inde Nederlandse Waddenzee. Niet alle zeehonden zjjntijdens de laagwater tellingen op de zandbanken. Opgrond van telemetrisch onderzoek is de onderschattingvan de werkelijke populatiegrootte bekend. In2001 bijvoorbeeld, bedro.eg het getelde aantal 3595stuks en de werkelijke populatiegrootte wordt geschatop ongeveer 5300 dieren (Bron: Alterra-Texel).(PCB's, DDT e.d.) in zeehonden van deWaddenzee ten opzichte van 1988 metcirca 80% zijn gedaald. Er zijn overigenswel nieuwe verontreinigingen bijgekomen,zoals organotin en vlamvertragers.De productie daarvan bedraagt echterslechts 10% van die van PCB's en DDT.Ondanks het feit, dat er nog steeds verontreinigingenin het zeehondenweefselzitten, is er niets grondig mis met hetafweersysteem. Immers, de laatste 12jaar is de populatie gegroeid met eensnelheid die ligt rond het biologiscbhaalbare van de soort, met een uitstekendgeboortecijfer en een zeer goedeoverleving.Toch dringt zich nu de maatschappelijkevraag op, of de mens moet ingrijpendoor zoveel mogelijk zieke dieren op tevangen, of juist niet. Het belangrijkste,zo niet enige, crjterium daarbij is devraag, wat het beste is voor de toekomstvan de gehele zeebondenpopulatie. Bijhet beantwoorden van die vraag spelendiverse randvoorwaarden en overwegingeneen roL We noemen hieronder debelangrjjkste:Wettelijke kadersOp grond van nationale en internationalewetten en verdragen kan in zijn alge-


Waargenomen zeehonden op een zandbanktijdens een vliegtelling. Foto: Sophie Brasseur,Alterra Texelmeenheid gesteld worden, dat hetingrijpen van de mens in de natuur tothet minimum beperkt moet blijven.Natuurlîjke processen moeten in internationaalerkende natuurgebieden zoveelmogelijk hun eigen loop hebben.De Welzijnswet kent daarentegen een'zorgplicht', die biermee in tegenspraaklijkt. Het niet-ingrijpen in natuurlijkeprocessen is daannee echter niet strijdig.De zorgplicht betreft vooral problemendie zijn veroorzaakt door menselijkhandelen, zoals een olieramp (overigenskent een zorgplicht twee kanten: opvangenof uit het lijden verlossen).Daarnaast kan menselijk ingrijpen indierpopulaties) om de soort in stand tehouden, ook noodzakelijk zijn als depopulatie onder een kritische grenskomt. 'Een individuele zorgplicht voordieren in de natuur is echter volstrektondenkbaar' (staatssecretaris LNV inantwoord op kamervragen).Ecologische aspectenIn het vigerende Trilaterale VijfjarenBeheersplan voor Zeehonden in deWaddenzee 2002-2006, (vastgesteld doorde verantwoordelijke ministers van dedrie waddenJauden) staat dat de opvangvan zeehonden tot een zo laag mogelijkniveau moet worden teruggebracht~rekening houdend met ethische opvattingenen wetgeving per land , Datministeriële standpunt is gebaseerd opbet feit dat de populatie bijzonderkrachtig is zodat opvang voor het voortbestaanervan niet nodig is. Daarnaastzijn er ecologische risico's verbondenaan het opvangen en weer vrijlaten vanherstelde dieren. Eén van de meest fundamenteledaarvan is de be'lovloedingvan de natuurlijke selectie, Natuurlijkeselectie houdt in dat de zwakste dierensterven en de sterkste overleven, waardoorde populatie als geheel een betereen zekerder toekomst tegemoet gaat.Het opvangen en weer loslaten van dez-wakste dieren, bijvoorbeeld die dierendie het meest gevoelig zijn Voor hetvirus, kan derbalve leiden tot een in zijngeheel kwetsbaarder populatie. Daarnaastbestaat door opvang het gevaarvan het introduceren van (andere) virussenen ziekteverwekkers in de wildepopulatie, en verstoring van de 'wildheid'van de populatie door het beln-


ZOOGDIER 2002 I 3 (3)19vloeden van natuurlijke regulatieprocessen.De hoogte van de risico's van interferentiemet naluurlijke processen doorde opvang van zieke dieren wordtbepaald door de omvang van dieopvang. Die dient vanuit ecologischoogpunt dus zo klein mogelijk te zijn.Het minimale opvangbeleid uit hetTrilaterale Beheersplan is dan ook inmeer of mindere mate doorgevoerd inde gehele Waddenzee, behalve inNederland. In Nederland zijn lussen1996 en 2000 procenlueel bijna acht keerzoveel nul- tot éénjarige dieren opgevangendan Ln alle andere Waddenlandensamen (waarvan 90% in Pieterburenen 10% in Ecomare).Het belang van de populatie staat "ooropUitgaande van het grootste lrampscenario',namelijk dat meer dan de helft vande dieren aan het virus ten onder zalgaan, bedraagt de omvang van de resterendepopulatie dan nog altijd zo'n 2500djeren. Dat is het vijfvoudige van deminimum omvang van een levensvatbarepopulatie (500 dieren). De ervaringenvan de epidemie van 1988 leren dat erduidelijk sprake is geweest van natuurlijkeselectie ten faveure van de fitteredieren. De populatieparameters (groei,geboorte, overleving van zowel juvenielenals oudere dieren) zijn na de epidemiesignificant beter dan daarvoor. Metandere woorden: ook in het ergste gevalstaat het voortbestaan van de soor1 nietter discussie. In ecologisch opzicht is erdus geen enkele reden om het beleid,zoals vastgelegd in het TrilateraJe Beheersplan,te wijzigen.Een vervolgvraag is uiteraard of we uithet oogpunt van dierenwelzijn niet tochde opvang moeten intensiveren, ook alis hiertoe geen ecologische noodzaak.Het belang van dierenwelzijn weegtzwaar in een verantwoordelijke maatschappij,maar we moeten ons wel blijvenrealiseren dat de Waddenzee nueenmaal een natuurgebied is, waarnatuurlijke processen voorop staan ennatuurlijke sterftefactoren hun tol kunneneisen.Van belang daarbij is de wetenschap, datopvang averechts werkt op het natuurlijkeselectieproces dat, zoals hierbovenaangetoond, voor de soort als geheelpositief heeft gewerkt bij de vorige epidemie.Daarnaast bestaat het risico datdoor het uitzetten van dieren, die inopvangcentra hebben verbleven, ookandere ziekteverwekkers in de populatieworden gebracht. Dat is een belangrijkereden om toch buitengewoon terughoudendte zijn met het opvangen en weeruitzetten van zieke dieren. De kans, datde populatie als geheel schade wordtaangedaan, is daarvoor te groot. Dat wilechter niet zeggen, dal een beperktemate van opvang niet aanvaardbaar zouzijn. Integendeel, om educatieve redenenkan opvang van een aantal dieren inde beide Nederlandse zeehondencentrajuist heel goed werken. Voorlichting iseen belangrijk instrument als het gaatom het behoud van de huidige waardenvan de Waddenzee. Bij een beperkteopvang zijn de ecologische risico's gering,en kan het maatschappelijke rendementhoog zijn. In de discussies van deafgelopen weken hebben het ministerievan LNV en andere deelnemers aan hetZeehondenplatfonn gesteld dat maxi·maal 5% van de aanwezige populatiezou mogen worden opgevangen en weeruitgezet. Vanuit ecologisch oogpunt isdit percentage aan de hoge kant, omdatrisico's niet zijn uit te sluiten. Maatschappeljjkgezien echter lijkt dit getalbuitengewoon aanvaardbaar te zijn. AlsheL gaat om een Waddenzee met eenblijvend vitale populatie zeehonden,dan is het belangrijk dat deze grensdaadwerkelijk gehandhaafd wordt, enniet door de dramatiek van de dag(waarvan we allemaal hopen dat dieniet zal komen) wordt overschreden. Detoekomst van onze zeehonden hangtervan af.--rrPeter Reijnders, Allerra.Postbus 167.l790 AD Den Burg (Texel)ErratumIn Zoogdier 13(2) is in het artikel'De vossenlintworm in Oost-Nederland'van Marijke Drees een storendefout geslopen. De besmettingsgraadbij de mens is zeer gering; per jaarkomen er per 1 miljoen inwonersgemiddeld 1,85 patiënten bij. (dusniet 185 maar 1,85 !).De redactie


ZOOGDIER 2002 I 3 (3) 20Ad VosEHet schijnt dat niet alleen de darmparasiet, Echinococcus multilocularis,Nederland heeft bereikt, maar ook de bijbehorende discussieover hoe we met dit probleem moeten omgaan. Aangezienmijn naam in Zoogdier 13(2) enkele malen door Marijke Drees(2002) werd gebruikt, wil ik bier graag een korte toelichting geven.Een mogelijk advies van het VZZ-bestuur aan het Ministerie vanVolksgezondheid) Welzijn en Sport over dit onderwerp moetgebaseerd zijn op feiten, en niet op 'fabeltjes'. Een mooi voorbeeldhiervan is de laatste zin van Marijke's introductie: "Alleswaar een vos overheen gepiest had was gevaarlijk .... " I-Ie] aas , deeieren van de parasiet worden niet met de urine uitgescheiden,maar met de ontlasting. Dus terug naar de werkelijkheid.Sinds enkele jaren is de 'gevaarlijke'darmparasiet ook in Nederlandse vossenaangetroffen, tot nu toe alleen nogmaar in de grensstreken met België(Zuid-Limburg) en Duitsland (Groningen)(Van der Giessen et al., 1999; Vander Giessen & Borgsteede, 2002). Debesmettingsgraad van de vossen indeze gebieden is echter veel lager danin Centraal-Europa. Dit zegt jammergenoeg niets over het potentiële risÎcovoor de mens; een lagere besmettingsgraadbij vossen betekent niet automatischeen lager infectierisico voor mensen.Zoals Marijke Drees terecht opmerkt,is het nog steeds niet bekend hoemensen zÎcb nu precies besmetten. Watwel bekend is, is dat het besmettingsrisicoheel klein is . In een gebied waarVos defaecerend. Foto: Oick Kleesongeveer 50% van de vossen besmetwas, hebben Gottstein et al. (2001) bijvoorbeeldvan bijna drieduizend inwonersbloedmonsters afgenomen enonderzocht. Slechts zes mensen (0.2%)hadden antilichamen tegen deze parasietontwikkeld. Dil betekent echter llietdat deze mensen ook daadwerkelijkbesmet waren. Het aantonen van antilichamentegen deze parasiet betekentalleen dat je in contact bent gekomenmet, in dit geval, de 'eieren' van de lintwormen dat er een immuun.reactieheeft plaatsgevonden. Vier van deze zesmensen met antiUchamen werden verderonderzocht. Bij één van hen werddaadwerkelijk een infectie van de leveraangetoond. Deze bleek echter te zijningekapseld ('abortive lesÎon l Metandere woorden, niemand die had deelgenomenaan dit onderzoek, had eeninfectie opgelopen met mogelijke fatalegevolgen. In Centraal-Europa (Oost­Frankrijk, Zuid-Duitsland, Oostenrijken Zwitserland) worden jaarlijks tussende 0.02 en 1.4 nieuwe gevallen per100.000 inwoners gemeld (Eckert, 1996).Het gevaar voor de Nederlandse volksgezondheidlaat zich dus maar heelmoeilijk vastleggen. Mensen die gelovendat ze een verhoogd risico opbesmetting lopen, kunnen bijvoorbeeldregelmatig hun bloed laten onderzoeken.Hoe eerder men een infectie vaststelt,des te groter zijn de kansen opsuccesvolle behandeling.


ZOOGDIER 2002 j 3 (3)21LokazenZijn er nog andere mogelijkheden ombet gevaar te verkleinen? Marijke Dreesvermeldt dat ik een succesvolle proefmet hel uitleggen van lokazen met eenontwormingsmiddeJ heb beschreven.Helaas klopt dit niet helemaaL Watklopt, is dat zulke veldproeven hebbenplaatsgevonden in Duitsland en Japan.In beide gebieden in Duitsland, Brandenburgen Baden Württemberg, daaldede besmettingsgraad van de vossen nahet uitleggen van de lokazen aanzienlijk(Mackenstedt & Romig) 2001; Tackmannet al., 2001). Maar de parasiet verdweenniet geheel, ondanks de enormeinspanningen. Het grootste probleem isdat een vos die lokaas beeft gegeten,zich binnen de kortste keren opnieuwkan besmetten door het nuttigen vaneen geüuecteerde muis. Het ontwortDingsmiddelzorgt ervoor dat de aanwezigewormen uit de darm van de vossenverdwijnen, maar het beschermt de vosniet tegen een mogelijke (her-) infectie.Het gebruik van deze lokazen op groteschaal is waarschijnlijk niet zinvol. Dekosten zullen enorm hoog zijn en of jede parasiet ooit geheel zal uitroeienblijft te bezien.PTeventiefontwonnen?De lokazen kuunen misschien wel eengebied heschermen tegen het binnendringenvan de parasiet. Hier is eigenlijknog nooit onderzoek naar gedaan. Kunje een vossenpopulatie beschermendoor ze preventief te ontwormen? Dusproberen de besmetting direct de kop inte drukken, voordat deze zich definitiefin de vossen- en muizenpopulatie vestigt.Een andere mogelijke toepassingvan de lokazen is het uitleggen in gebiedenwaar de mens en de vos zich beidenregelmatig ophouden. Uit recent onderzoekis gebleken dat 47% en 67% van devossen, respectievelijk in de Zwitsersestad Zürich en in de omliggende recreatiegebiedenbesmet waren. Speel- enpicknickplaatsen en stadsparken zijnzowel voor mensen (speciaal kinderen)en vossen zeer aantrekkelijk. In zulkegebieden kunnen de lokazen de besmettingsgraadbij vossen verlagen en zo hetinfectiegevaar voor de mensen hopelijkbeperkeil .--rfLiteratuurDrees, M., 2002. De vossenlintworm in Oost­Nederland. Zoogdier 13(2):30.Eckert, J.) 1996. Der "gefàhrliche Fuchsbandwurm"(Echil1oCOCCllS multilocu/an:s) unddie alvoläre Ecb.inokokkose des MenschenLevenscyclus vossenlintworm naarEckert. , 997. Eindgastheer: vos(hond, kat) en tussengastheer: kn·aagdieren.(Bron: brochure Keuringsdienstvan Waren)in Mitte1europa. BeT\. Münch. Tierärztl.Wschr. 109:202-2IO.Gottstein, B. e/ a/., 2001. Is high prevaLenceof Echinococcus JI1ultilocli/aris in wild anddomeslic animals associated with djseaseincidence in humans? Emerg. Inf. Dis.7:408-412.Hofer, S. et al.) 2000. High prevalence ofEchinococcus mu//ilocu/aris in urban redfoxes (Vu/pes vlI/pès) and voles (Arvicolaten'es/ris) in the city of Zürich,Switzerland. Parasitology UO: 135-142.Mackenstedt, U. & Romig, T., 2001. Forschungsvorbaben"Bekäp1pfung desFuchsbandwurms"_ Projektbericht (1.12.94bis 30.4.0J). Universität Hohenheim,Stuttgart.Tackmann, K. et a/., 2001. A field-study tocontrol Echinococèus multiJocu/aris -infectiOI1Sof the red fox (Vu/pes vu/pes) inan endemie focus. Epidemi"oL fnfect.127:577-587.Van der Giessen, J.W. et a/., 1999. Detectionof Echinococcus Jrlll/lilocu/aris in foxes inthe Netherlands. Vet. Parasitol. 82 :49-57.Van d~r Giessen, J.W. & Borgsteede, EH.,2002. EcMnococclIs l1Jultilocu/aris: De kleinelintworm van de vos met mogelijk grotegevolgen voor de mens. Tijdschr.Diergeneeskd. 127:318-321.Ad Vos Oranjerie.Hemelseberg L6862 BN Oosterbeek


ZOOGDIER 2002 13 (3) 22ucMaurice La HayeIn Nederland staat de hamster (Cricefus cricetus) op de rand vanuitsterven) maar de uitvoering van het 'SoortbeschermingsplanHamster 2000-2004' lnoet redding bieden. Daarom is door hetMinisterie van LNV en de Provincie Limburg in het afgelopenvoorjaar in Sibbe in Zuid-Limburg een 60 hectare groot akkerreservaataangekocht en overgedragen aan het LimburgsLandschap, om de hamster als leefgebied te dienen. Het realiserenvan deze leefgebieden en het uitzetten van hamsters uithet speciale fokprogramma maken onderdeel uit van hetSoortbeschermingsplan.In Sibbe zijn de afgelopen maanden 45 hamsters uitgezet. De eerste resultaten van deze her introductiezijn erg gunstig. Foto: V. te Ptate, Das & Boom


ZOOGDIER 2002 13 (3)23Fokken en uitzettenIn Sibbe zijn de afgelopen maandenvoor het eerst gefokte hamsters uitgezet.Het ging hierbij om 25 zwangerevrouwtjes en 15 mannetjes. De vrouwtjeszijn in speciale uitzetrennen geplaatst,zodat zij aan de omgeving kondenwennen en hun jongen kondenwerpen in een beschermde omgeving.De 15 mannetjes zijn naderhand in veelkleinere uitzetkooien geplaatst en naenkele dagen in het terrein losgelaten.Het fokken en verzorgen van de hamstersis uitgevoerd door DiergaardeBlijdorp en Vereniging Das en Boom.De eerste resultaten van deze herintroductiezijn erg gunstig. In totaal hebben19 vrouwtjes een nestje gekregenmet gemiddeld vijf jongen. Bij controlebleken de jongen zelfs verrassend grooten al bijna niet meer van de moeders teonderscheiden! Na ongeveer vijf wekenzijn de uitzetrennen open gezet enkonden de jongen (en de moeders) zichin het reservaat vestigen.Een probleem was de aanwezigheid inhet terrein van een paartje vossen metjongen. Gevreesd werd dat zij degeopende uitzetrennen één voor éénzouden afstropen en de (onervaren)hamsters zouden opeten. Herhaaldelijkwerden rond de uitzetrennen sporenvan vossen aangetroffen. Na overlegmet Alterra, werd door de ProvincieLimburg voor een periode van vijfweken ontheffing verleend voor hetafschieten van vossen om de herintroductieniet in een vroegtijdig stadium telaten mislukken. Er werden totaal zevenvossen geschoten. De komende jarenzullen de hamsters echter zonder 'bescherming'moeten zien te overleven,maar met een gezonde populatie is datgeen enkel probleem.OnderzoekEen aantal van de uitgezette hamsters(volwassen dieren, dus niet de in hetveld geboren jongen) is uitgerust meteen zendertje en hun activiteiten wordendoor Alterra in het veld intensiefgevolgd. Deze dieren blijken zich uitstekendaan te passen aan hun natuurlijkeomgeving. Hoewel de dieren in gevangenschapzijn opgegroeid, blijken zijtoch in staat om burchten te graven.In het voorjaar van 2003 zal pas echtduidelijk worden of de herintroductiegeslaagd is, maar de eerste signalen zijnzeer bemoedigend. De uitgezette dierenhebben zich goed aangepast en in sommigepercelen zijn meer dan vijf burch-Foto: Oick KJeesten per hectare gevonde'n ~ Zulke hogedichtheden zijn uit Nederland al meerdan tien jaar niet meer bekend.BeschermingHet reservaat is niet toegankelijk voorhet publiek, maar is uitstekend te bekijkenvanaf de onverharde weg die langshet reservaat loopt. Overigens is de kansop het waarnemen van hamsters erggering, doordat zij nachtdi~ren zijn, diebij het minste gerucht wegvluchten. Inde nabij g~legen Van Tienhoven-molenis door Het Limburgs Landschap eenkleine expositie ingericht. De molenbevindt zich op het plateau van Margratente Gasthuis en is elke 2e en 4ezaterdag van de maand geopend. ---rfMaurice· La Haye,Min. LNV Directie Zuid /Provincie Limburg,­Postbus 611 L5600 H K EindhovenH. Jansman & G. Müskens.Allerra.Postbus 47,6701 AN Wageningen


ZOOGOffiR 2002 I 3 (3) 24Johan ThissenIn Zoogdier 13(2) beschrijft Annelce Clason de geschiedenisvan de hamster Cricetus cricetus in Zuid- en Midden-Limburg.Zij stelt dat er over het voorkomen in de prehistorie weinigbekend is., omdat er geen fossielen zijn in de kalkarmeLimburgse bodem. Met behulp van Duitse en vooral Belgischeliteratuur is er echter meer over te zeggen.De prehistorieDe Aziatische steppen zijn het centrumvan het verspreidingsgebied van dehamsters als groep. Onze hamster komtdaar nog steeds voor tot in China(Zhang, 1997), en waarschijnlijk is hij opeen gegeven moment uit Centraal-Aziënaar Europa gekomen (Trouessart,Hamster. Foto: Dick Klees1910).De vraag of de hamster pas in hetHoloceen, dus pas na de laatste ijstijd,in Duitsland verschenen is, lijkt inmiddelsopgelost. Gezien het feit dat hetvoorkomen van de bamster tijdens heteerdere Pleistoceen bekend is uit hethuidige West-Frankrijk en Engeland,ligt het voor de hand dat de soort toenook in Duitsland aanwezig was.De hamster verdween na het Pleistoceenuit de westelijkste delen van zijntoenmalige areaal, waarschijnlijk doorhet opkomen van dicht bos, maar ditgold niet voor Midden-Europa. InOostenrijk en Tsjechië handhaafde desoort zich (Spitzenberger & Bauer,2001). De hamsters hoefden in hetHoloceen dus niet van heel ver tekomen om Nederland te bereiken.De historie: geschreven bronnenSchlege1 (1862) noemt de hamster inderdaadniet, maar Zuid- en Mîdden­Limburg horen niet tot zijn studiegebied.Zowel in de reeks Natuurlijke historievan Nederland (1859-1862) als inBouwstoffen voor eene fauna vanNederland (1851-1866) wordt Limburgbuiten beschouwing gelaten. Voor faunistischegegevens uit deze periode kanmen voor Nederlands Limburg beterBelgische literatuur raadplegen, zoalsDe Sélys Longchamps (1842), die meldtdat men hem verteld heeft dat er op derechteroever van de Maas in de omgevingvan Venlo hamsters leven. Dit is deeerste, maar weinig zekere, melding 'Vande hamster in Nederland: het eventuelevoorkomen bij Venlo is nooit bevestigd.De eerste goed gedocumenteerde mel-


ZOOGDIER 2002 13 (3)dingen in Nederland dateren uit 1879:de eerste hamsterplaag in Zuid-Limburg(Heerlen).De uitbreiding vaD het areaal van dehamster in het noordwesten was beginvorige eeuw nog aan de gang (België:zie Dupond, 1932; Nederland: ziePelzers & Lenders, 1992). Het is denkbaardat de soort niet al met de eerstelandbouw (5000 v . Chr.) naar ons landgekomen is, maar pas veel later. Op 31oktober 1879 vraagt de Commissaris desKonings in het Hertogdom Limburg alleburgemeesters om informatie over "hetgeenomtrent dit dier, en de velWoestingenwefke in het in Uwe gemeente zouhebben aangebragt, bekend is". DeTweede Kamer had namelijk bij debegrotingsbehandeling inlieh ti.ngengevraagd "om(rent het versch.ijnen in ditgewest van een zeer gevaarlijk graanetenddier, den hamster, ... ". Op 1december 1879 schrijft de Commissarisdes Konings aan de Minister vanWaterstaat, Handel en Nijverheid hetvolgende: "De hamster [... l is sederteenige jaren in enkeJe gemeenten [.. . llangs de Duitsche grens, uit welk landhij schijnt te zijn gekomen, onder denaam van korenwolf bekend, ...."De vraag blijft overigens of de hamstertoen inderdaad pas kort in Nederlandwas of lange tijd onopgemerkt geblevenis. Husson (1949) kon, ondanks uitgebreidarehiefonderzoek, deze vraag nietoplossen. llij schrijft: "Alle gegevenskunnen plausibel verklaard wordendoor aan te nemen, dat in diverse strekende hamster al heel lang voorkwam,maar wegens zijn zeldzaamheid ontsnapteaan de mammologen." Mogelijkkan genetisch onderzoek, dat op ditmoment loopt in Wageningen (PlantResearch International en Alterra), dezevraag op korte termijn alsnog enigszinsophelderen. ~Verspreiding van de hamster in Limburg vóór 1880 en inde periode 1938-1949 naar Husson, 1949 (bron: Atlas vande Nederlandse Zoogdieren)25LiteratuurDupond, c., 1932. La propagation du hamsteren Belgique. MededeeIingen van helKoninklijk Nawurhistorisch Museum ioBelgië 8 (26) : 1-43.Husson, A.M. 1949. Over het voorkomen vande hamster, Criee/lis cricelus (L.), inNederland. Publicaties van het NatuurhistorischGenootschap in Limburg 2: 13-54.Pelzers, E. & A.J.W. Lenders, 1992. HamsterCricetus cricetus (L., 1758). 1n: Broekhuizen,S. eT al., (ed.). Alias van de Nederlandsezoogdieren: 235-239. St. UitgeverUKNNV, Utrecht.Schlegel, H . 1862. Natuurlijke historie vanNederland. De zoogdieren. Kruseman,Haarlem.Sélys Longchamps, E. de, 1842. Faune beIge,I re partie, indication mêthodi q ue desmam01iferes, oiseaux, reptiles et poissonsobservés jusqu'ici en Belgique. H. Des·sain/Liège & c. MuquartlBruxelles.Spitzenberger, F. & K. Bauer, 2001. HamsterCricelUs cricetllS (Linnaeus, 1758). .~n:Spitzenberger, F. Die Säugetierfauna OstelTeichs:406~415. Austria medien serviceGmbH, Graz.Troue.ssarl, E .-L., 1910. Faune des Mammifèresd'Europe. R. Friedländer, Berün.Zhang, Y-Z. 1997. Distribution of mammalianspecies in China. China Forestry PublishingHouse, Bejing.


ZOOGDIER 2002 I 3 (3) 26•elAngelique MartensOp vrijdag 17 mei 2002 is het precies vijftig jaar geleden dat inBlijdorp de oprichtingsvergadering van de VZZ plaatsvond.Daarom is deze dag uitgekozen als start van het jubileumjaar.De feestelijkheden vinden plaats in hetgebouw Musis Sacrum te Arnhem enbeginnen met het afscheid van Kees deLange als voorzitter van de vereniging.I n de zes jaar dat h ij die functie bekleedde,1S er heel wat veranderd en de verenigingtoont haar dank niet alleen metwoorden, maar ook in de vorm van eenjonge 'dubbele' appelboom. VervolgensUitreiking van de dr. A. Scheygrondprijs door devoorzitter, Ton Bosman, aan Vincent van Laar.Vincent ontving de Scheygrondprijs wegens zijnbijz.andere verdiensten op het gebied van de zoogdierkundeen de zoogdierbescherming. Hij heeft eengroot deel van zijn leven aan de studie van kleinezoogdieren gewijd. Door z.ijn veldwerk en zijn velepublicaties was hij één van de stuwende krachtenachter het verspreidingsonderzoek in Nederla nd.Door zijn speciale manier van benaderen weet hij dezoogdierkunde onder de aandacht van niet-biologenen jongeren te brengen. Foto: A/bin Huniakrijgen de ruim vjjftig aanwezigen degelegenheid om kennis te maken metTon Bosman, de nieuwe voorzitter vande VZZ. Zijn eerste daad is het uitsprekenvan een feestrede, waarin ondermeer de aankond iging van het jubileumboek"Op zoek naar zoogdieren, 50jaar Vereniging voor Zoogdierkunde enZoogdierbescherming". Hij dankt deredactie en de eindredactie voor hetvele werk dat zij gedaan hebben bij desamenstelling van het boek, dat overigensop dit moment nog niet getoondkan worden.De jubiJeumcommissie heeft een aantalsprekers bij elkaar weten te brengen meteen interessante kijk op de menselijkeomgang met zoogdieren. Rudy Kousbroekbegint. Kousbroek 'praat naar hijverstand heeft') aldus zijn eigen woorden.Hij vertelt dat hij niets van zoogdierenweet en leest vervolgens enkelebladzijden voor van zijn ejgen werk. Inzijn kijk op de relatie tussen dieren enmensen doet hjj enkele biologischeprincipes een literaÎr jasje aan en stelthij onder andere de aaibaarheid van eenschepsel voor als evolutionair criterium.Hij blijkt een echte kattenliefllebber tezijn. Dit gaat er heel anders aan toedan bij wetenschappelijke verhalen. AlsKousbroek na ongeveer een uur opkijktvan achter zijn leestafel is er ruimtevoor djscussie, die meteen benut wordtdoor zoogdierkundigen met een minderliteraire kijk op de wereld. Daarbij komenhet vermeende verschil tussenhonden- en kattenliefuebbers aan deorde, de bescherming van soorten en debeschenning van individuen.Na deze discussie betreedt Fred van denBrink jr. het podium. Met foto's enanecdotes geeft hij de zaal een beeld


achter de schermen van de eerste voorzittervan de VZZ, zijn vader. Hij benadruktde belangstelling van zijn vadervoor de veldbiologie. Ook vertelt hijover een fotosessie in de achtertuin,waarbij hijzelf als naakte juvenieleHomo sapiens moest optreden. Totpublicatie van dit materiaal is het nooitgekomen.Nog voor de middagpauze vindt voor dederde maal de uitreiking plaats van deScheygrondprijs. Dit jaar gaat deze prijsnaar Vincent van Laar, als waarderingvoor zijn werk voor de vereniging, vooralhet stimuleren van het veldwerk. Eenoorkonde en een prachtige zilverenotter rijker bedankt Vincent de verenigingvoor de prijs en spreekt hij de hoopuit, dat mensen zich zullen blijveninzetten voor het behoud van de natuur,zich wars zullen tonen van modieuzeversch.ijnseleo en hun nieuwsgierigheidde ruimte zullen blijven geven.Het publiek luistert geïnteresseerd naar RudyKousbroeks literaire uiteenzettingen over zoogdieren.Hij bleek een goede observator van het gedragvan dieren, liefst katten. Foto: A/bin Huniamarge laat, maar volgens 'vossoloog'Jaap Mulder wordt de 'schadebestrijding'te ruim uitgelegd. Siebren Siebenga,bioloog bij de KNN (KoninklijkeNederlandse Jagers Vereniging)geeft een andere visie op de jacht. Doorde sterke toename van de aantallen vossenworden grondbroeders in de duinenen op de Friese kwelder bedreigd.Rudy Kousbroek aan het woord. Foto: A/bin HuniaTerwijl een deel van de mensen zich nade pauze begeeft naar de 'Loesje'-work~shop in de Hemelzaal, opent lelIeReurner in de BalkonzaaJ het middagprogramma.Deze middag geven viersprekers hun visie over het gevaar vande mens voor zoogdieren en het gevaarvan zoogdieren voor de mens. De middagbegint met de nieuwe Flora- en faunawe1.en de jacht. Hel mooie aan denieuwe wet is, dat deze bescherming alsuitgangspunt neemt en de jacht in de


28Mandy Cobben, Mieuw van Diedenhoven enDennis Wansink passen op de verjaars-taart tot dekomst van de leden. Foto: A/bin HuniaHet eerste exemplaar van het jubileumboek wasvoor mevrouw Odile Wolfs, gedeputeerde vanLimburg. In haar dankwoord kondigde ze alvastaan dat de provincie Limburg aan het NatuurhistorischGenootschap en de VZZ een subsidie wilverlenen voor het maken van een provinciale 200gdieratlas.Foto: A/bin HuniaNa de jachtverhalen geven MartÎnMeJchers (gemeente Amsterdam) enAnnelies van Bronsw~jk (TechnischeUniversiteit Eindhoven) hun visie ophet verschijnsel zoogdie.r aJs buur. VanBronswijk pleit voor grote voorzichtigheidbij de omgang met dieren in destad en schetst de gevaren van bijtende)poepende en urinerende zoogdieren.Me1chers beschrijft met levendige voorbeeldenhoe dieren zich aan het dYnamischemilieu aanpassen) maar ook hoe'leuke plekjes' steeds weer verdwijnen.Aan de hand van jarenlang waarnemengeeft hij een beeld van de rijke zoogdierfaunavan Amsterdam. Ook schetsth.ij de ligging van de 'ebo-grens', degrens van bet egeI- en bosmuisareaal,die als maat gebluikt wordt voor dedoordringbaarheid van de stad voorwilde dieren.Nadat de laatste spreker het podiumheeft verlaten, komt de voorzitter, TonBosman, naar voren met het eersteexemplaar van het jubileumboek. Hijoverhandigt het, 'vers van de pers' aanOdile Wolfs, gedeputeerde voor Natuuren Landschap van de provincieLimburg. Mevrouw Wolfs meldt in haardankwoord dat de provincie Limburgaan bet Natuurhistorisch Genootschapen de VZZ subsidie wil geven om eenprovinciale zoogdieratlas te maken endat de VZZ zal worden gevraagd om deintroductie van de bever in Limburg temon.itoren. De voorzitter geeft aan dathij deze genereuze toezeggingen zeerwaardeert en is zo vrij om ze te mterpreterenals bevestiging van de rol diede VZZ zich op onderzoeksgebied in deafgelopen decennia heeft weten te verwerven.De toeboorders spoeden zichnaar de zaal waar het jubileurob.oek nuinderdaad door iedereen kan wordenafgehaald . OndelWeg blijlct dat er naastbet boek nog een verrassing is: er staateen verjaarstaart k.Laar. Naast het boeken het gebak zijn ook nog de verschillendespreuken te bewonderen die de'Loesje'-workshop van deze middag heeftopgeleverd. Zoogdieren blijken eenbelangrijke inspiratiebron te zijn. Almet al een bijzonder geslaagde dag. ---rt


ZOOGDIER 2002 13 (3)UtImpres iveldwe-""''''-1p29Jan BuysHalf juli reisde de veldwerkgroep af naar een uithoek vanEuropa: de Oostelijke Rbodopen in Bulgarije, tegen de Grieks­Turkse grens. Ook dit keer hadden \ve samenwerking gezochtmet een lokale organisatie: Nature Information ConservationCentre Eastern Rhodopes (NICCER).Ambitieuze BulgarenWe waren te gast bij een groep enthousiasteen gedreven mensen. Ze zijn ooitbegonnen met een project om de lokalepopulaties van gieren (alle vier soorten!)te beschermen. Langzamerhand is dituitgegroeid tot een meer omvattendproject dat zich er op richt de OostelijkeRhodopen een beschermde status tegeven. Hun basisfilosofie daarbij is datdie beschermde status een inkomstenbronvoor de lokale bevolking moet vormen.Ofwel duurzaamheid zoals duurzaamheidbedoeld is. Dus richten deactiviteiten zich bijvoorbeeld ook op het(her)ontwikkelen van extensieve veehouderijen ecotoerisme. Zo is er eenproject om een oud hondenras (zieZoogdier 13(1)) weer in te zetten bijschaapskudden om zo de wolvenschadeterug te dringen. Het Informatiecentrumwaar vanuit we opereerden is eenander voorbeeld: dit kunnen toeristenDeze sleeping beauty stond al jarenlang hoog opde veranglijst van menig VZZ-er: de bosslaapmuis.Foto: Jan Buysals uitvalsbasis gebruiken. Het enthousiasmegold ook onze ontvangst. Om deactiviteiten van NICCER te ondersteunenhebben we met subsidie van hetPrins Bernhardfonds muizenvallen, batdetectorsen mistnetten voor ben meegebracht.Ook stelden enkele VZZledenen organisaties (oudere) computerster beschikking.In het vleermuisparadijsVeel van onze aandacbt ging uit naar devleennuizen. De opzet was bestaandekennis aan te vullen met detectorwaarnem.i.ngenen zoektochten naar koloniesin c;iorpen. Dit leverde diverse koloniesvan vooral dwergvleermuizen op. Meestgewone, maar ook één waar de zwermendeen uitvliegende dieren ruimboven de 50 kHz zaten, kleine dwergvleermuisdus. Hier hebben we uitvliegersafgevangen, die bleken echter vrijwelzeker gewone dwergvleermuizen tezijn . Een gemengde kolonie dus? Ookvonden we, net zoals vorig jaar) weereen groep dwergvleermuizen (gewonedit keer) in een elektriciteitsmast.Interessant was ook een grote koloniebaardvleermuizen in een leegstaandhospitaaltje. Recent onderscheiddensommige onderzoekers een nieuwebaardvleermuissoort: Myotis aurescens.Volgens Teadora lvanova, de Bulgaarsevleermuisspecialiste, zou deze groep totde nieuwe soort behoren.Met de detector en het blote oor hoordenwe regelmatig bulvleermuIzen. Datwas op zich al nieuw. Leuker werd hettoen we op de laatste avond een groepzagen zwermen bij een rotswand: een


We krijgen een introductie op de OostelijkeRhodopen vanaf een bergrug, met uitzicht op eenkolonie gieren. Foto: Jan Buys1colonieplaats. Eén van de vangsessiesmet mistnetten leverde de spectaculairevangst van een grote rosse vleermuis op.Tot grote vreugde van Teadora, want erzijn nauwelijks recente waarnemingenvan deze soort in Bulgarije.Ronduit spectaculair was het uitvliegenvan een slordige tienduizend vleermuizen,waaronder Blasius' hoefijzemeus,langvleugelvleermuis en Capaccini'svleermuis, uit een grot.Muizen slapen in het bosHet plaatsen van muizenvallen leverdebeperkt resultaat op. Dat viel te verwachten,gezien het droge biotoop. Tochvingen we langs beekjes, de rivier eneen poel de grote bosmuis en de Millerswaterspitsmuis. Nieuw voor ons was devangst van de mediterrane en/of oostehjkeveldmuis en de Macedonischehuismuis.De sensatie op muizengebied was debosslaapmuis, die we vonden in een(houtbetonnen) vleermuiskast. We baddenenigszins moeten aandringen dezete gaan controleren, want zoals de Bulgarenzeiden, die verrekte relmuizenzi tten overal ....Wolven en jakhalsgehuilWolven zijn ruim aanwezig in de regio.Op het strandje van de rivier vlak bijonze uitvalsbasis vonden we prenten dievrijwel zeker van wolven waren. Toeneen groepje zich vergaapte aan eenSyrische knoflookpad, klonk op de achtergrondhet gehuil van jakhalzen. Opvrijwel iedere strandje kon je otterpren~ten en -spraints vinden.Neem daarbij het regelmatig struikelenover landschildpadden, rondplonzendemoerasschildpadden, een esculaapslangdie zich om een gevulde muizenval hadgewikkeld, een rijkdom aan roofvogels(keizerarend, schreeuwarend, arendbuizerdenzovoort), vl.inders, libellen enplanten, dan begrijpt iedereen dat weons in een soort paradijsje waanden.Dit gevoel werd versterkt door de enormegastvrijheid van de mensen. Nietalleen de mensen van NICCER, maarook de plaatselijke bevolking. Zo eindigdehet tellen van vleermuiskolonies lueen ontvangst bij mensen thuis met uit~gebreid eten en drinken. De grenspolitiereed ons rond langs een oude burcht eneen grotkerk. Zet dit af tegen de zeerbasale levensstandaard in dit gebied enje voelt je soms een wel erg verwendewesterling.Ga zelf kijkenWe maken een uitgebreid verslag, dateind dit jaar zal verschijnen. Op internetkun je het nodige vinden over deOostelijke Rhodopen, bijvoorbeeld viawww.bsbcp.org en via de NICCER-site:www.niccerbg.com. Een directe bijdragekun je leveren door een keer opbezoek te gaan in het gebied. Is goed tedoen, zowel op eigen houtje als georganiseerd,bijvoorbeeld via www.natura­~U~.~. ~


ZOOGDIER 2002 I 3 (3)31Doordat dassen nog al eens langs de weg gevonden worden, verradenze (helaas op een jammerlijke manier) hun aanwezigheid soms oponverwachte plaatsen. Foto: Jaap MulderOp 16 april 2002 werd tegen deavond een dode das gevondenbij de voormalige vuilnisbeltvan Beverwijk, nu een natuurgebiedjeaan de oostkant vanbet dorp. Dat is opmerkelijk,omdat onze grootste marterachtigenog nooit zo ver westelijkis aangetroffen. Er is éénvoorganger die al wel een eindin de richting was gekomen:een das die op 2 april 1989 in hetzuiden van Amsterdam langsde oprit van de A 10 bij de RAlwerd opgeraapt. Verder zjjngeen waarnemingen bekend uitZuid- en Noord-Holland, afgezienuiteraard van de populatiedie in bet Gooi leeft.Bij ZO\l vondst moet je jezelfaltijd afvragen of de das uitzichzelf die plek bereikt heeft,of dat hij een handje geholpenis door de mens. Het dier zoubijvoorbeeld opzettelijk kunnenzijn neergelegd door iemanddie een leuke waarneming wil(laten) doen, of die de natuurlijkekwaliteiten van een gebiedwil opkrikken ("ook de daskomt hier voor l1 ). Maar ook kaneen westerling ergens in hetoosten langs de weg een dodeDas bi.j Beverwijkdas hebben opgeraapt om hemop te laten zetten, maar daarlater weer van hebben afgezien.Het eenvoudigst is dan natuurlijkom het lijk weer langs deweg t.e dumpen.Was zoiets ook hier het geval?Ger Stoker, de vinder, verteldedat het dier vanaf de weg nietzichtbaar was. Alleen omdatGer de berm inliep om eeninformatiebord te gaan bekijken,vond hij de das. Vanopzettelijk neerleggen lijkt dusgeen sprake te zijn. Bovendienging hel om een klein en rustigweggetje. Ook dumpen kan welworden uitgesloten, omdat jedan zou verwachten dat datgebeurt bij een plek waar eenauto makkelijk kan stoppen, endat was hier niet het geval.Ondanks alle barrières tussende dichtstb.ijzijnde populatiesen de vindplaats, lijkt het duswaarschijnlijk dat de das dezeuithoek zelf bereikt heeft.Sectie wees uit dat het om eenmannetje ging van één jaaroud: in de wortel van eenhoektand was onder de microscoopslechts één groeilijn tezien. Het dier woog ruim tienkilo en was inderdaad een verkeersslachtoffer.De maag wasleeg, wat dus ook geen aanwijzingenover zijn herkomst opleverde.Wel duidt dat erop dathet dier aan het begin van deavond is doodgereden, nogvoor hij iets gegeten had.WaarscbîjnJijk was dat op deavond van 15 april, het dier vertoondenamelijk geen lijkstijfheidmeer toen bet op 16 aprilwerd gevonden. Ook zou delege maag kunnen betekenendat het dier dichtbij zijn burchtverongelukte, maar tot hetafzoeken van de omgeving opbewoningssporen is het helaasniet meer gekomen. De vondstleert ons echter wel dat we ookbuiten de bekende woongebiedenvan de das, en dus ook inKennernerland, attent moetenzijn op het incidenteel voorkomenvan de das. Wellicht zijnhier toch meer dassen dan weweten!Jaap MulderMeervleermuiskolonieSchagen,Noord-HollandOp 29 mei 2002 werd in deschoorsteen van de GemeentelijkeScholengemeenschap teSchagen een grote kolonie meervleermuizen(Myo!is dasycneme.Boie, 1825) waargenomen.'s-Avonds om 22.25 uur vlogende eerste exemplaren uit enomstreeks 23.20 uur hadden 205dieren de kolonie verlaten. Dit isvoorwaar een grote kolonie vaneen soort waarvan alleen kraamkoloniesbekend zijn uit de provinciesFriesland, Groningen,Utrecht, Overijssel, Noord- enZuid-Holland. Volgens de Atlasvan de Nederlandse Vleermuizenkomen er in Nederland8.000 tot 1O.0DO exemplarenvoor. De oudst bekende meervleermuishad een leeftijd van 15jaar. Bij een op handen zjjndeverbouwing van de school, ditnajaar, zal erop toegezien wordendat het verblijf van dekolonie gespaard wordt.atte Zijlsrra


ZOOGDffiR 2002 I 3 (3)HYPWEBSITESINVASIE VAN DEMARTERACHTIGEND EJ~& D ~[j rJ 2[][J[J~~,al BLi 0 I~, RAPHBeheerder: Massey Uo..iversityen University of WaLkatoAdres: http://www.invasiveanimals.org.nz/index.htm.1Onderwerp : zoogdieren dietot probleemsoorten kunnenuitgroeien. Talen: Engels.R32IN KHermelijn valt aan. Foto: Oick KleesAllicht overkomt bet je ook weleens dat je, louter bij toeval, opeen interessanle site terechtkomt. Wanneer je enkel op detitel was afgegaan dan had je dewebstek allicht achteloos voorbijgesurft, maar je nieuwsgierigheidbesliste anders. De"Invasive mammaJs bibliography"heeft mij alvast op zo'nsubtiele wijze te grazen genomen.Ik weet niet meer hoeik er verzeild geraakte. Waarschijnlijkwerd mijn aandachtgetrokken door de melding datinmiddels bij ons hoog aangeschrevensoorten, als wezel enhermelijn, elders nog steeds alspestsoorten worden aanzien.Dat maakt dat elk middel goedis om ze te verdoemen.Wezel. Foto: DÎck KleesVergeef me dus mijn slippertje, Onderwerp: zoogdieren În hetmaar de site is bet summum Brussels gewesLvoor wîe op zoek is naar een Talen: Engels (MAMMIBRU)/uitgebreid literatuuroverzicht Nederlands, Frans, Engels eni.v.m. hermelijn en wezel. Een Duits (BATS).snelle zoektocht keverde nietminder dat 644 titels op voor Geen land is te klein om tebermelijn eo 418 voor wezel. bezeilen, zo lijkt. Het gat in deEn bet Lijstje wordt halfjaarlijks zoogdieren atlassen van respecaangedikt.De site vertrekt van tievelijk Vlaanderen en Waleensoortfiche eD wordt aange- lonië is eindelijk opgevuld melvuld met een verspreidings- de database MAMMIBRU.kaartje op wereldniveau en de Het maakt deel uit een ruimerreeds genoemde gedetailleerde databesland van fauna eo floraliteratuurlijst, evenals met in het Brusselse Gewest enenkele links. De literatuurlijst steunt op een geografisch inforkanop thema worden be- matiesysteem met gegevensvraagd . Het zal u allicht niet van het KBrN. De site is opgeverwonderendat het thema bouwd rondom de soortna­"bestrijding" centraal staat, men. Bij het aanklikken krijgtmaar daarnaast wordt eveneens meo een eenvoudig verspreiwatandere literaluur vermeld dingskaartje te zien met op dedie biologiscb zeer waardevolle achtergrond een raster en deinformatie oplevert. Wel blijf ik grenzen van de deelgemeenzittenmet de vraag, waarom ten. Door een gebrek aan refepreciesdeze dieren als pest- rentiepullten is het verder gissoortenworden aanzien.De alom bekende Nieuw-Zeelandseonderzoekster King tekendevoor tekst en toelichting,wat mijn pleidooi voor eenbezoekje ondersteunt. Voorlopigbeperkt het aanbod zjcb tot vijfsoorten maar uitbreiding is op til.TWEETALIGE ZOOGDIERENBeheerder; Koninklijk BelgischInstituut voor Natuurwetenschappen(KBrN)Adres: http://www.naturaJsciences.be/eb/ databases/cb_databases_eng.htm


ZOOGDIER 2002 I 3 (3)sen naar de vindplaatsen, wat algauw tot verveling leidt en desÎte voor verder onderzoekonbruikbaar maakt. Een kaartjemet bos- en parkgebieden enandere landschappel.ijke structurenzou het geheel een belangrijkemeerwaarde geven enhet prentjes kijken aanzienlijkvergemakkeI ijKen.Surf daarom via dezelfde sitemeteen door naar de verspreidingsdatabankvan de vleermuizenvan het Centrum voorChiropterologisch Onderzoekvan het KEIN . Deze site(BATS), die langs dezelfdeinternetweg toegankelijk is, ismet een stuk minder weerzinsamengesteld en heeft in al zijneenvoud beduidend meer tebieden dan MAMMIBRU.Zijn meerwaarde haalt de siteuit de verspreidingsgegevensdie het gehele land omvattenen uit de toeliChting bij zomerenwinterverblijfplaatsen, ringresultatenen trekbewegingenvan Belgische vleermuizen.WIL DE ECHTE WILDE KATNU OPSTAAN?bi.gca.~s.O.ll."gnos S~oltish ~d::a' .-~"-'-"""' . ' ,~Beheerder: BigcatsAdres: http://www.scottishwildcats.co.uk/http://www.bigcats.org/swc/iudex.htrnJOnderwerp: hybridisatie tussenwilde en gedomesticeerde kat.Talen: EngelsDe wilde kat moet het inGroot-Brittannië tegen 7,5miljoen tamme soortgenotenopnemen. En dat heeft zo zijngevolgen. Zoals elders in West­Europa heeft de aanhoudendejacht op de wilde kat ook overhet Kanaal baar tol geëist. Naeen decennia lang herstel raaktede soort stilaan weer ingeburgerd,maar zij blijft overaleen zeldzame verschijning. Onderzoekersbaart vooral dehybridisatie van wijde kattenmet (verwilderde) huiskattengrote zorgen. Sommigen menenzelfs dat er geen raszuiverewilde katten meer bestaan. Ookbij ons is reeds meermaalsgewezen op het gemak waarmeewild en tam met elkaarkruisen. Twee Schotse websitesgaan dieper in op de problematiekvan hybIidisatie bij wildekat en de mogelijke gevolgendaarvan. Daarbij doen zichenkele vragen voor, waaropniet meteen een antwoord tegeven is.De verschillende aspecten vanbloedvermenging komen inverschillende bijdragen aanbod en zijn uitvoerig gedocumenteerd.In de marge wordtook uitgebreid ingegaan opandere biologische wetenswaardighedenvan de wilde kat,waarbij de klemtoon ligt openkele bijzondere kleurafwijkingen.Ze gaven het ontstaanaan wilde verhalen omtrentenkele mysterieuze specimen,waaronder de zwarte Kellaskat. Op de site van Bigcatswordt het verhaal van de kleuringenin woord en beeld uit dedoeken gedaan. Zo wordt hettoch nog lekker huiveren wanneerde kattentijd in Schotlandaanbreekt.SURF OOK EVEN NAAR:Dolfijnen cursussen en excursies:Sedert 1990 organiseerthet Tethys Research InstituteWilde kat. Foto: Dick Kleeselk jaar opnieuw een reeks cursussenen workshops voor wiewij deelnemen aan onderzoeknaar of beschenningsacties tengunste van walvissen en dolfijnen.De veldcursusse.n (ofbeter: "zeecursussen lO ) wordengegeven dOOf deskundige onderzoekersin het MiddellandseZeegebied. Deelnemers wordenbij alle activiteiten betrokkenen in alle aspecten van hetwalvisonderzoek ingewijd. Voordrachten,observaties en inventarisatieszijn vaste onderdelenvan het programma. Plundermaar alvast je spaarrekening.Adres: http://www.tethys.org/index.htmEn wanneer je alles onder deknie hebt kan het walvis kijkenpas goed beginnen. Waar jedaarvoor i 11 de wereld overalterecht kan, kom je te weten bijWDCS (The Whale and DolphinConservation Society) doorraadpleging van bun WhaleWatch Operators Database. Eenmensenleven blijkt te kort omop alle aanbiedingen in te gaan.Adres: http://www.wdcs.orgDirk Criel


ZOOGDIER 2002 I 3 (3)34BEVoorkomen is beter •••Beschouw het soorteubeJeidniet als lapmiddelDe onlangs afgetreden staatssecretarisvoor Natuurbeheer heeftde Raad voor het Landelijk gebiedeen advies gevraagd over het soo[­tenbeleid. Dit advies is een antwoordop de conllicten tusseneconomie en ecologie, op de vertragingendie ontstaan wanneer ereen zeldzame soort wordt 'ontdekt'op een plaats waar woningbouw,bedrijventerreinen of eenweg gepland wordt. Dat is ookwaar de titel op slaat: het Îs beterdeze conflicten te voorkomen.De Raad constateert dat het doelvan het beleid, het in stand houdenvan de soorten die hier in1982 bij het ratificeren van hetverdrag van Bern aanwezig waren,goed is geformuleerd en in wettenen regels is vastgelegd. De uitvoeringvan het beleid is echter slechtgeregeld. De Raad noemt eenaantal problemen bij de uitvoering,onder andere onvoldoendecapaciteit bij de lagere overhedenvoor integrale planning en het telage tempo van het opstellen vansoortbeschermingsplannen en vanhet nemen van maatregelen. Alsmaatregelen tellSlotte worden genomen,zijn zij daardoor duurderen minder kansrijk. Het gehannesrond de hamster is biervan eenduidelijk voorbeeld. En, tenslotteis er het probleem, dat we te weirugweten over de aanwezigheidvan soorten. Gemeenten en anderenkunnen in bun plannen geenrekening houden met zeldzamedieren en planten, doordat ze deverspreiding van die soorten onvoldoendekennen . Het advies isdan ook, dat er meer kennis verzamelden gepubliceerd dient teworden, vooral over de verspreiding.Het verzamelen van gegevens overdie verspreiding gebeurt door organisaties,waaronder de VZZ, dielid zijn van de VOFF, de VerenigingOnderzoek Flora en Fauna.De VZZ kent vele actieve leden,die, door nieuwsgierigheid gemotiveerd,onderzoek doen naar deverspreiding van zoogdieren . Ookis er bij onze leden een grote inzetvoor natuurbescherming doorvoorlichting. Zo zijn vele ledenbereid om mensen, die overlastdoor vleermuizen ervaren, te bezoekenen interesse voor dezedieren te welcken. Bij de andereleden van de VOFF is dezelfdeinzet aanwezig. Totaal zijn veleduizenden mensen op hun eigenmanier betrokken bij soortbescberming.Gelukkig wordt debrede inzet van de vrijwilligersdoor de Raad voor het LandelijkGebied gewaardeerd. TPDe maatschappelijke organisaties genere­.Ten betrokkenheid bij natuur, deinzet van een groot volume aankennis en capaciteit op vrijwilligebasis. Het is wel zaak dat deoverheid deze organisaties daarfinancieel bij steunt." Laten wehopen dat het kabinet dit adviester harte neemt.Marijke DreesVoorkomen is beter ... Advies oversoortenbescherming en economlscheontwikkel1ng. PublicatieRLG 02/5, april 2002. Uitg. Raadvoor het Landelijk Gebied,Stationsplein 14, 3818 LEAmersfoort. Alle publicaties vande Raad staan op ww.rlg.nI enzijn kosteloos via het secretariaatte bestellen.NatuurvriendelijkeOevers: FaunaAls onderdeel van de serie'Natuurvriendelijke oevers' heeftRijkswaterstaat een 270 pagina'stellend rapport gepubliceerd meteen actualisering van de kennisover dieren langs de oever en inhet water. Voor waterbeheerderszonder ecologische achtergrondeen waardevolle bron van informatie,maar ook voor alle actievoerders,dÎe waterschappen enRijkswaterstaat zouden wiJlenmotiveren tot een beter oeverbeheer.Zo staan er, bijvoorbeeld,voorsteUen in voor 'muskusratbestendige'constructies. Het zoumooi zijn als die op meer plaatsenin het land worden toegepast,zodat de uitzichtloze bestrijdingvan muskusratten met kooien,fuiken en klemmen kan verminderen. Voor bedreigde soortenkan met een beter oeverbeheereen aanzienlijke vergroting vanvoor beo geschikt habitat ootstaan.Marijke DreesCUR, Directoraat-Generaal RijkswaterstaatDienst Weg- enWaterbouwkunde, 1999. NatuurvriendeljjkeOevers: Fauna. CURpublicatie203. ISBN 9037604803 . Te bestellen blj CUR, Gouda,door overmaken van € 59,­op rekening 544328, onder vermeldingvan CUR rapport 203.


ZOOGDIER 2002 13 (3) 35FUMEU heeft vast wel eens gehoord, dat wij als lnens bij de groepjagers/verzamelaars horen. Vroeger was dat om te overleven,maar nu die noodzaak allang verdwenen is, kunnen we het nogsteeds niet laten om van alles te verzamelen. Of het nu euro's,postzegels of andere dingen zijn. Ik kwam op dit fenomeentoen ik een paar dagen geleden weer eens een krantenstukjelas, dat mij behoorlijk prikkelde. Het zou zo zijn, dat het echtniet anders kan, de vos luoet worden afgeschoten, om dekorenwolf een eerlijke kans te geven.Toen wist ik het weer zeker, wij zijnverzamelaars, zelfs op het gebied van deflora en fauna. Alles stellen we in hetwerk om zoveel mogelijk dieren enplanten binnen onze grenzen te krijgenof houden. De natuur heeft daar nietsmee te maken, wij beslissen wat hierleeft, niet de natuur! Reservaten wordeningericht) andere dieren verdreven ofverhuist, en de pers is ingelicht.Maar? Wij waren toch ook de denkendemens? Waarom vind ik daar dan nietsvan terug? Heeft er ooit iemand stilgestaanbij het feit dat we ook eens eenkeer kunnen kiezen om dingen hungang te laten gaan, gewoon niet meebemoeien. Want, laten we eerlijk wezen,de echt goede biotopen zijn doorons allang vernield! Het is de tijd van deopportunisten en een nieuwe soortnatuur, dus geef die eens een kans.vos staan de uilen, roofvogels, marterachtigenal te trappelen om zich te goedte doen aan een korenwolfje. Moetenwe die dan ook maar weg halen? Zodatde korenwolf ruimschoois de tijd krijgtom zijQ holletje in te richten?Wanneer leren wij nu eens dat denatuur niet gemaakt kan worden, maardat die ontstaat. En dan nog bet liefst opde plaats waar wij het eigenlijk lieverniet gehad hadden.Nee, ik weet het zeker, we zijn en blijvenverzamelaars tot onze verzamelingcompleet is!!Merijn van den HoogenhoffBeheerder van een bezoekerscentrumNatuurlijk weet ik dat het zonde is dater dan soorten verloren gaan, maar letop mijn woorden, er komen nieuwe.Natuurlijk moeten we nieuwe terreinenaanmerken voor natuur, maar laat betdaarna eens gaan zonder ze voor eenspecifiek dier in te richten. En natuurlijkwordt de oatuur dan weer natuurlijk!!Het is een grap om te denken dat hetwegschieten van de vossen in Limburgde korenwolf zal helpen, want achter de


ZOOGDmR 2002 I 3 (3)36Nieuwe BureaumedewerkersDe afgelopen maanden zijn drienieuwe medewerkers in dienstgetreden; Virginie Epinat, DickBekker en Annemarieke van derSluijs. In dit nummer van Zoogdiervertellen wij u iets meerover Virginie. In het decembernummerzullen wij u meer overDick en Annemarieke vertellen.Virginie EpinatVirginie Epinat is sinds juni denieuwe databankbeheerder vande VZZ. Zij is Ü1 1995 inFrankrijk afgestudeerd als landbouwkundigingenieur en isgespecialiseerd in geografischeinformatie systemen. Tweedagen per week zorgt zij ervoordat de databanken van de VZZeen hoge kwaliteit krijgen. Hiervoorspoort zij tegenstrijdighedenop in de huidige bestandenen zoel\t ze naar een goedeaanpak voor digitale invoer encontrole van gegevens. Daarnaastondersteunt ze de gebruikersvan databanken bij hetinvoeren en opvragen van gegevens.De redactie van Zoogdiervroeg haar naar haar motivatieom bij de VZZ te gaan werkenen naar de inhoud van haarfunctie." Ik vind deze baan een heel aantrekkelijkecombinatie van puzzelen- de logiscbe problemenoplossen die met databank beheergepaard gaan - en bijdragenaan kennis over en beschermingvan onze omgeving. Ik vind hetdaarbij heel prettig om te werkenin een kleine structuur enmet gemotiveerde leden enwerkgroepen. Als databankbeheerdermoet je regelmatig metmensen praten om behoeftenwat betreft het informatiesysteemgoed in kaart te kunnenbrengen en om ondersteuning teVirginie Epinatbieden. Dit wissel je af met (eenzaam)computerwerk waar je diebehoeften vertaalt door databan·ken aan te passen, op te schonen,aan elkaar te koppelen enoplossingen te bedenken ominvoer en opvraag van gegevensvoor de gebruikers makkelijkerte maken." Voor vragen over dedatabanken: v.epinat@vzz.nlDigitale IndexZoogdierOp de web site van de VZZ(www.vzz.nl) staat een indexmet artikelen die ' de afgelopen10 jaar in Zoogdier stonden. Hetis een PDF-bestand. U kunthem ophalen en met het programmaAdobe Acrobat Reader(gratis te verkrijgen bijwww.adobe.nJ) bekijken. Daarnaastis de index als een databestandbeschikbaar (in Dbase,Excel of elk ander gewenst programma;helaas niet voorMaclntosh). In dit bestand staanmet alleen alle titels, maar ooksleutelwoorden uit de inhoudvan de artikelen. Zo kunt u zoekennaar alle artikelen waar develdmuis in voorkomt of artikelenover wettelijke beschermingvan zoogdieren. Dit databestandkunt u bestellen door € 5,45over te maken naar rekeningnummer203737 van de Postbank(Nederland) of naar rekeningnummer000-1486269-35 van dePostcheques/Bank van de Post(België), onder vermelding van'Digitale Index Zoogdier'.Giften 50 JarigjubileumDe afgelopen maanden beefteen groot aantal leden een giftovergemaakt ten bate van het50-jarig jubileum van de VZZ.Het bestuur van de VZZ is dezeleden daar erg dankbaar voor.De giften zullen worden gebruiktvoor de organisatie vaneen tweede feestje ter gelegenheidvan het jubileum op 16november aanstaande en de aanstellingvan een databankbeheerder.Wilt u de VZZ ook ondersteunendan kan dat door eengift over te maken naar giro203737 ten name van VZZ teArnbem, ooder vermelding van'gift jubileum'. Leden in Belgiëkunnen gebruik maken van rekeningnummer000-1486269-35 vande Postcheques/Bank van dePost, eveneens ten name vanVZZ en onder vermelding van'gift jubileum'.Lidmaatschapvoor het levenOp de Algemene Ledenvergaderingvan 8 april 2000 is hetvoorstel voor een lidmaatschapvoor het leven goedgekeurd.Door een eenmalige storting van€ 680,67 kunt u lid voor hetleven worden. Leden die al 10 ofmeer jaar lid zijn kunnen eenkorting krijgen. Voor meerinformatie kunt u contactopnemen met het bureau vande VZZ. Het geld komt tengoede van het Zoogdierfollds.


ZOOGDIER 2002 13 (3)Schiet bescherming korenwolf door?Op 12 juli 2002 publiceerde deVolkskrant een betoog van devoorzitter van het VNO-NCW,Jacques Schraven, met de titel"Bescherming korenwolf schietdoor". Dit is eeQ. aanval op deHabitatrichtlijn en de Flora- enfaunawet. Schraven borduurtvoort op de intentieverklaringdie op 23 april 2002 door eenaantal organisaties uit de natuurbeschermingswereldmet bouwwerkgeversen projecto'ntwikkeIaars ondertekend is. VNO­NCW stelt dat in de intentieverklaringgevraagd wordt omleefgebieden van beschermdesoorten, waar exemplaren vanzo'n soort naar toe kunnenworden gebracht. Het beschermdedier krijgt zjjn leefomgevingen bedrijven huneconomische activiteit. Probleemopgelnst!De VZZ en VogelbeschermingNederland hebben deze verklaringDiet ondertekend, juist omdergelijk misbruik door projectontwikkelaarsgeen kans tegeven, en we verzetten onstegen de benadering van hetVNO-NCW. Wat is er mis metbescherming voor iedere bamsterpopulatie?Als een soort uitNederland dreigt te verdwijnen,moeten we dan niet allesuit de kast halen om die soortte behouden? Het gaat om eenprincipiële zaak: houdt Nederlandzich aan de wet en doorhemzelf ondertekende verdragen?De hamster behoort tot desoorten vall Bijlage IV vande Habitatrichtlijn. Voor dezesoorten hoeven (in tegenstellingtot de soorten op Bijlage1I) geen speciale beschermingszones(gebieden) aangewezente worden, maar ze moeten inprincipe wel overal wordengevrijwaard van verstoring envervOlging. De basis van desoortenlijsten op Bijlage IIen IV van de Habitatricbtlijn(1992) zijn de Bijlagen I en IIvan het Verdrag van Bern (1979)geweest, respectievelijk de strengbeschermde planten- en diersoorten.Bij de totstandkomingvan de lijsten van Bijlage n enIV van de Habitatrichtlijn isgrondig afgewogen welke plekeen soort van het Verdrag vanBern uiteindelijk in de Richtlijnzou krijgen. De volgende eigenschappenvan een bedreigdesoort hebben geleid tot eenkeuze voor bescherming viaBijlage IV: relatief groot areaalbinnen de Europese Unie,dynamische verspreiding en inbelangrijke mate voorkomen inbebouwde omgeving en agrarischegebieden. Eigenschappendie inderdaad in zekere mateopgaan voor de hamster.In de zaken van de door LNVverleende ontheffingen van deNatuurbeschermingswet heeftde Raad van State afgewogenof er dwingende redenen vanopenbaar belang waren omhamsters op de bedrijventerreinenGOB Heerlen-Aken enBeitel-Zuid te vangen, te verstorenen bun holen te beschadigen.Hierbij erkent de Raadin zjjn uitspraak van 15 januari2001 dat het scheppen vanwerkgelegenheid een dwingendereden van groot openbaarbelang kan zijn, maar dat ishier oDyoJdoende aangetoonden bovendien is er onvoldoendeonderzoek gedaan naaralternatieven voor verbeteringvan de regionale werkgelegenheid.Verder zegt de Raad van Statedat LNV in zijn beslissing opbezwaar tegen de verleendeontheffing niet deugdelijk gemotiveerdheeft dat het projectgeen afbreuk doet aan bet strevende populaties van debetrokken soort in hun natuurlijkeverspreidingsgebied in eengunstige staat van instandhoudingte laten voortbestaan. LNVhad aangekondigd om eventu-37eel. aangetroffen hamsters teverplaatsen naar andere, voorhun voortbestaan beter geschiktegebieden. Dit lijkt ergop de hierboven genoemdeoplossing van VNO-NCW. HadLNV toen meteen een akkeraangekocht en die geschiktgemaakt voor eventueel aangetroffenhamsters, dan had deRaad van State volgens onsdaar mogelUk genoegen meegenomen. Wellicht had de projectontwjkkelaarwel mee willenbetalen.Er zaten toen echler al geenhamsters meer bij Heerlen.Tijdens de uitspraak van deRaad van State van 15-1-2001bestond de hele Nederlandsepopulatie in het wild uit hooguitenkele dieren bij Heer (inde buurt van Maastricht). Deeerste nakomelingen van de inHeer gevangen hamsters zijndeze zomer uitgezet op eenspeciaal voor hen aangekochten ingericht akkerbouwbedrijfbij Sibbe. Hopelijk zal het hengoed gaan! Een belangrijke eerstestap voor het herstel van depopulatie in Nederland.Wij verwachten van overheiden bedrijfsleven dat ze de leshebben geleerd: voor je hetweet is een soort uitgestorven.Het is beter om op tijd te zorgendat de relevante verspreidingsgegevensbekend zün, enop tijd maatregelen voorbescherming te nemen.De Nederlandse zoogdiersoortenop bijlage IV zijn: allevleermuizen, hazelmuis, bever,hamster, noordse woelmuis,otter en wilde kat.Werkgroep zoogdierbeschermingZoogdierentussen wet enbeschermingNieuw verschenen in de VZZwinkelis : 'Zoogdieren tussenwet en bescherming') verslagvan een minÎsymposjum.Te bestellen bij het VZZ-kantoof.


ZOOGDIER 2002 13 (3)AlgemeneLedenvergade~gen feestelijmiddagprogrammaNet als vorig jaar wordt er dit·jaar twee keer een AlgemeneLedenvergadering gehouden.De najaars ALV wordt gehoudenop zaterdag 23 novemberin Hotel Haarbuis te Arnhem.Het ochtendprogramma omvatde eigenlijke ALV waarin deplannen en de begroting voor2003 besproken worden. Hetmiddagprogramma is gewijdaan bet vijftig jarig jubileum.Er zaJ een lezing worden gegevendoor een zeer bekendeNederlander, een Scheygrondprijsworden uitgereikt en eenfeestelijke afsluiting plaatsvindenwaarvoor ook vertegenwoordigersvan bevriende organisatiesworden uitgenodigd.Tijdens deze dag is ruimtebeschikbaar voor het inrichtenvan stands voor verkoop envoorlichting. Alle particulierebedrijven die aan de VZZ zijngerelateerd kunnen zich hiervooraanmelden. Wacht niet telang: vol is vol!!!Meer informatie over deze dagontvangt u per post. Noteert ualvast de datum in uw agenda.Oproep!Hulp voor de VZZ websiteDe VZZ beheert twee websites.Eén algemene website overde VZZ (www.vzz.nJ) en éénover vleenuuizen (www.vleermuis.net).Aan beide websiteszijn redacties verbonden enmensen die de aangebodeninformatie omzetten naarHTML-tekst en op de websitezetten. Voor de algemene websitewww.vzz.nlis dringendbehoefte aan versterking vande redactie. Zowel mensen dieinformatie (over zoogdieren,over actviteiten van de VZZ enandere zoogdierclubs enz.) enillustratiemateriaal verzamelen,als mensen die dit kunnenomzetten naar HTML. Hetgaat om mensen die in hunvrije tijd actief willen deelnemenaan de redactie en bet verspreidenvan iofonnatie overzoogdieren en de VZZ. Ben jijzo iemand, neem dan contactop met Jasja Dekker of Mieuwvan Diedenhoven. Beiden zijnte bereiken door een email test uren naar:redactie.website@vzz.nl.Erratum bij'Op zoek naarzoogdieren'In het op 17 mei 2002 verschenenjubileumboek van de VZZis ondanks een zeer zorgvuldigeeindredactie een aantal slordighedengeslopen.Op pagina 62 wordt in hetkader van Dr. S. Broekhuizengesteld dat hij in 2002 deScheygrondprijs zal ontvangen.Deze opmerking is echter ookvan toepassing op V van Laaren had derhalve ook in betkader op pagina 40 vermeldmoeten zijn.De laatste twee woorden oppagina 94 (nDe das'i) moetenvervangen worden door "gegelP;de zin loopt op pagina 96door. De tekst op pagina 100moet beginnen met "De das ..."Op pagina 115 moeten zesregels van onderen de woorden"en de twintigste" gescruaptworden.38VLEN-Dag9 november 2002De VLEN-Dag 2002 zal tergelegenheid van het IO-jarigbestaan van de VleermuiswerkgroepNoord-Brabant indeze provincie worden gehouden,in café-restaurant-zalencentrum"De Fleur & 't OudeTheater", Spoorlaan 56 te Oss.Deze vergaderlocatie ligt tegenoverhet NS-station en isdus uitstekend per openbaarvervoer te bereiken.Op bet programma staat onderandere een show doorDietmar Nill, de bekendevleermuizenfotograaf.ZaaJ open : 9.30 uur, opening10.00 uur, einde 17.00 uur.Info: Eric Jansen,teL0302722644.E-mail: eajansen@zonnet.nl


ZOOGDIER 2002 I 3 (3)397 september 2002tjm 5 januari 2003Tentoonstelling over hetwel en wee van devleermuis in NederlandO p begriJpeillke en t:oelende'A11JW -" ertell cie T""ntoonStellinohet ver ua! J[ID vaa k -als ,q,ng en g eherrnzinnfgbeschouwde dlel er,De tentoo n$~ I . "tg l. g e1:n ok001 Ncrb ra:.!J..'>LocatL l\i1ili u Ed l..loatleGênmlm Ein ö venGenne}:'€!rweg 14':' 5 ~ RSE.îndhovenMeer U1tormcrt\e 040·259470Jy.,rVlW mecahv .~ of pel amenJm.ec@rnllIeu -llensr ,ste nlook het opv .lçrend 'Yvceken". eVOJiger er: wor en r êdeelnemers ver de .'-lP.weekends vel.:1éPldIn tom ne e opgave bl]Jcm Piel Bakker e 18-50644(jpbe1&er rii ·~lo:nane · n.12 oktoberSymposium Vrijwilligersen SoortbeschermingLocatie De eenorst E< i "Tijdens _'1.el sy . J::OSl n-. lroe t-~vri)willigers ZlBn welke- ral Zl\rervullen bit clá be -hel m inavan planten- en :tier soorten "ti I ')1l8.- verenlgmgwllE,'uWSIS k .ll.,lltg-brede ptog1":)'.mmapge n menMeel nier au _ cpgctve'sr mgrrl_ PSO. p. -tb IS 506.0700 :AM Wo. mng l2I _ e -mcn1.1 tlo @verenlgingps nl14 septemberNacht van het ZoogdierBelgiëDetèrmincrtie we:.-ekendinftl en mfichriJv~ l1Zoogqaere,fl wftrkgroep Elle.Axel Neuckel mems+..32.5'~ .32 .45 29 ematiello,g pandora. be13 tjm 15 septemberMistnetweekendBennekomDe Veldwerkgroep hQudr n~T1s v ong cu Çsn peclaalweek:encl 0T:\ meer -lensenbekend te rnuJ.:EH'J 'IXet .: ezeie-hniek w ,' or,bl o.é nadrukilg'! oy;· msuucti.eMen verbliift op boerdenHoekelum In Bém lekomIDl0 ! mtrtie en opgave bJljEric Thol'Tlo:ssen . , 7 1-5 127761(enc thomo.(;ser. cr hemel nl)14 tjm 22 septemberNationale JeugdweekThemCl con iodDe Vfi1e og-ei Club :.)IgCIT'..1-5.eert Cl . nvi:tener'l voor )üoOo:?Ién1Jl hp.e! Nerl.erlcrnliMeer u11orma'.:.l8-: R\.J.dolJ V,~ sPostbl:lS 025. 3700 lV


ZOOGDIER 2002 13 (3)409 november 2002VLEN·DagDe VLEI\! Dag 0 zal tergel~g pn.helèj var"! he:: O-IangCe "lo.on van e'. e~'t UlsweIr..gToep Noord·Brabant 1 eze proVLr Cl€- wo,·jer gehmlda ca1é- e tancm l-Zalen " entlu m 'De F'lem &t Ol. cle Thema S OOrlacm bt~ ss Deze ve ga


ZOOGDIER 2002 I 3 (3) 41Symposium 'Vrijwilligers en Soortbescherming'Op zaterdag U oktober 2002wordt in de Reehorst te Ede eensymposium gehouden met detitel: 'Vrijwilligers en Soortbescherming',de onmisbare rolvan vrijwilligers bij onderzoeknaar en beheeractiviteiten voorbedreigde planten- en diersoortenin Nederland.Het symposium wordt gehoudenin congrescentrum DeReekhorst, Bennekomseweg 24in Ede, nabij station Ede­Wageningen. De toegang isgratis, maar aanmelding ISnoodzakelijk.Aanmelden kan schriftelijk:Vereniging PSO, Postbus 506,6700 AM WAGENINGEN ofper email: info@verenigingpso.nl.09.30 uur10.00 uur10.30 uur10.50 uur11.10 uur11.30 uur12.30 uur14.00 uur15.00 uur15.20 uur15.40 uur16.00 uur16.10 uurProgramma Symposiumontvangst met koffie en theeopening en voorstellen van de organisaties PSO, VOFF en LBNen hun kernactiviteitende rol van de provincies bij het soortenbeleid door Ben van Os (provincie Drenthe)entertainmentpauze met koffie en theeparaUelLe presentatieszaal 1: Levende Muren- Don Shepherd (CNME Maastricht); Stadsontwikkelingsproject Belvedère inMaastricht, kansen voor muurhagedis en ecologie- Rernko Andeweg (Bureau Stadsnatuur Rotterdam) en Ton Denters FLORON):Over leven in de stad - bedreigde planten en dieren in het stedelijk milieuzaal 2: Vlaggenschepen van de natte beide- Gerard Oostermeijer (Universiteit van Amsterdam):Het gentiaan-rnieren-blauwtje: een driehoeksverhouding in de natte heide- film-intem1ezzo door Annette van Berkel (De Vlinderstichting)- Mark Zekhuis (Landschap Overijssel): Meer blauw op de heide!zaal 3: WetlandWachten- Floris van Kuijk (coördinator wetlandwachtenwerk):WetlandWachten op de bres voor vogels- Aart Lagerwerf (wetlandwacht langs de Nederrîjn):Wetland wachten, ook 's nachts wakkerlunchpauzeparallelle presentatieszaal 1: Verlanden van verbanden: de levensgemeenschap van krabbenscheer- Robert Ketelaar (De Vlinderstichtîng): E-Ierstel van krabbenscheer en groeneglazenmaker: de stekelige weg van theorie naar praktijk- Jan van der Winden (Bureau Waardenburg):Habitatverbetering voor de zwarte stern in bet veenweidegebiedzaal 2: Poelen, oude glorie of nieuw perspectief!?- Raymond Tilmans (Vereniging tot Natuurbehoud Cadier en Keer):Poelen, wetlands in je ach.tertuin- Raymond Creemers (Stichting RAVON): Poelen, bet kan nog beterzaal 3: Klachtenafuandeling vleennuizen- Jan Kluskens (IKL): Help, een vleem1Uis in mijn huis!- Herman Limpens (VZZ) Vrijwilligers voor vleermuizen, vleermuizenvoor vrijwilligers ...theepauzeLandschapsbeheer voor weidevogelbeheer door Aad van Paassen (LandschapsbeheerNederland)conclusies (successen + verbeterpunteo) en aanbevelingen door de dagvoorzitterondertekenen samenwerkingsovereenkomst tussen PSO, VOFF en LBNafsluiting door de dagvoorzitterTijdens de pauzes is er de mogelijkheid om de stands te bezoeken en de posters te bekijken.


ZOOGDIER 2002 I 3 (3)Idee ënprij svraagZoogdierbeschermingZoogdieren die geef je de ruimte, 50 jaar VZZTer afsluiting van bet jubileum'50 jaar VZZ' wil het Bestuurhet manifest 'Zoogdieren diegeef je de ruimte' publiceren.Dit manifest geeft een overzichtvan knelpunten, kansenen keuzes voor zoogdierbe­SCherming in Nederland waaraande VZZ in de komendejaren aandacht wil geven.Het Bestuur denkt dat de ledenhierbij goede ideeën hebben,sterker nog, de inbreng vandeze ideeën stelt het Bestuurzeer op prijs: bet zjjn de ledendie het doen!. Het Bestuurnodigt daarom de leden van deVZZ hierbij uit om ideeën naarvoren te brengen over visie,beleid, maatregelen en anderehot items; kortom, over debescherming van wilde zoogdierenin Nederland. Om ditproces in goede banen te leidenheeft het bestuur aan Team 50gevraagd hiertoe op korte termijneen ideeënprijsvraag teorganiseren. Team 50 (Rob vanApeldoorn, Kris Joosten enKees Canters) doet dat bijdezen.Inzenden ideeënGeef vóór 15 oktober op (zeer)beknopte wijze aan - per itemeen halve A4 - wat jouw visie isover een knelpunt of knelpunten(liefst in combinatie meteen oplossing!), kansen en keuzenals het gaat om de beschermingvan wilde zoogdieren inNederland. Of geef aan welkemaatregel naar jouw idee op zokort mogelijke termijn zoumoeten worden uitgevoerd(ook voorstellen voor onderzoekkunnen hieronder vallen).Ook gemotiveerde keuzen bijhuidige dilemma's kunnen alsinzending gelden. Voeg als hetmogelijk is ook een illustratieof tekening bij die jouw inzendingonderbouwt.JuryOm de zaken eenvoudig tehouden beeft Team 50 zichzelftot jury benoemd (correspondentieover beslissingen is uitgesloten).Stuur jouw inzending(en),o.v.v. 'ideeënprijsvraag\op naar het VZZbureau,t.a.v. Team 50, OudeKraan 8, 6811 LJ Arnhem ofnaar k.joosten@vzz.nl. De juryzal bij de beoordeling van deinzendingen vooral letten opde mate waarin een idee'nieuw/verfrissend','helder/duidelijk' en/of 'uitvoerbaar/realistisch'is.ManifestZaken die in dit Manifest aande orde zullen komen zijn,naast voorstellen voor prakti~sche maatregelen op lokaal,provinciaal cn landelijk niveau,het realiseren van een netwerkzoogdierbescherming, inclusiefhet aantrekken van een coördinatorhiervoor, en het gevenvan objectieve publieksvoor~lichting. Daarnaast zal aangegevenworden waar de VZZ voorkiest bij de omgang met zoogdierenen natuur in de komendejaren. Discussiestof werdreeds aangeleverd op de jubi~leumdag op 17 mei jl. waarbijde jacht onder de nieuwe wetgevingen zoogdieren in de stadaan de orde kwamen. Naast de42bescherming van zoogdiersoorten(moet de muskusratten bestrijdingten eeuwigen dagedoorgaan op de huidige wredewijze? Hoe willen we omgaanmet exoten als de beverrat?Hoe de bijvangst van dolfijnenop de Noordzee voorkomen?Krijgt het beheer van ecosystemen,waarbij zoogdieren als'indicatorsoorten' kunnen fungeren,de aandacht? Ook oplossingenvoor de omgang metdilemma's kunnen als inzendinggelden. Hierbij valt tedenken aan natuurontwikkelingin een 'cultuurland', kostenen baten van de realisatievan de Ecologische HoofdStructuur, herintrodl1ctie vansoorten, natuurbegrazing metexoten of landbouwhuisdierenenzovoort.PrijzenVoor de drie beste inzendingenzijn door het Bestuur drie prijzenbeschikbaar gesteld. De Ieprijs bestaat uit een boek.enbonvan € 50, de 2e prijs uit eenbon van € 30 en de 3e prijs eeubon van € 20. De eerste 50inzendingen krijgen allemaaleen fraaie oorkonde, die isgebaseerd op de jubileumenveloppe'50 jaar VZZ'. Het is debedoeling om de aangeleverdeideeën te integreren in het Manifest,dat op 16 november, nade ALV, in ArnJlem zal wordengepresenteerd als onderdeel vaneen feestelijk programma terafsluiting van het jubileumjaar(zie elders in Zoogclier).Bestuur VZZ & Team 50


ZOOGDIER 2002 13 (3)Uit het bestuurHet bestuur is erg blij -gezien het vele werk ophet bureau - enkele vacatures vervuld te zien:Dick Bekker, Virginie Epinat en Annemariekevan der Sluijs. VîrgÎnie wordt elders in ditnummer aan u voorgesteld.Wat ons eigen jubileum betreft heeft hetbestuur ingestemd met de organisatie van deNationale Braakbalpluisweek. Het idee komtuit het clubje leden dat de jubileumactiviteitenorganiseert, in de wandelgangen Team50genoemd. De pluisweek wordt georganiseerddoor Team50, het Natuurmuseum Rotterdamen de Vrije Vogel Club (zie vorig nummerZoogdier). Gedurende de pluisweek (5 tot enmet 10 november) zullen in negen natuurmusea,verspreid over heel Nederland, elke dagscholieren uit het basis- en voortgezet onderwijsbraakballen kunnen bestuderen.Leerkrachten en educatief medewerkers van demusea geven eerst les over muizen en uilen,waarna braakballen worden geplozen. Hetbelooft een groots evenement te worden. Erzijn lespakketten ontwikkeld; voor beide groepenscholieren is er een prijs beschikbaar voorde beste 'pluisgroep' en iedere deelnemer krijgteen pluisdiploma uitgereikt. Regionale enlandelijke pers rullen worden benaderd om aande pluisweek aandacht te schenken.De VZZ heeft op zich genomen voor voldoendebraakballen te zorgen en voor mensen diewillen helpen bij het pluizen. Er is al een .flinkepartij braakballen verzameld) maar we hebbennog niet voldoende (er zijn er 3000 nodig! !).Ook zoeken we nog mensen met pluiservaringom in de natuurmusea de scholieren met raaden daad bij te staan. Wie mee wil doen kancontact opnemen met ons bureau en vragennaar Kris Joosten.Twee weken later, op 23 november, vindt detweede ALV van de VZZ plaats. Team50 isbezig een aantrekkelijk middagprogramma voorte bereiden als afsluiting van ons jubileurnjaar.Op het programma staan o.a. de vierde uitreikingvan de Scheygrondprijs, een manifesten een gezellig samenzijn m et vertegenwoordigersvan bevriende organ..isaties. Maar erkomt meer!!!Namens het bestutII; Rob van ApeldoornAdressenVZZ-Bureau en led.enadmini5tratie en redactie:Oude Kraan 8, 6811 LJ Arnhem. Tel. 026-3705318,fax 026-3704038 . E-mail: zoogdier@vZ2.nlWebsite W'W'W.VZ2.n1Veldwerkgroep Nederland:Eric Thomassen, Middelstegrachi 28, 2312 TXLeiden, 071-5127761Mcrteriaaldepot Veldwerkgroep:Menno Haakma, E-mail: mshaakma@hetnet.n1Vleermuiswerkgroep Nederland (VlEN-VZZ):Oude Kraan 8, 6811 LJ Arnhem.E-maj] : vleermuiswerkgroepnederland@vzz.nlIn10rmatiepunt Zeezoogdieren:Marjan Addink, Naturalis, Postbus 9517, 2300 RALeidenBoommarterwerkgroep Nederland:Ben v.d. Hom, Celsiusstraat 4.3817 XG Amersfoort.Tel. 033-462 5970 e-mail: belise@freeler.nlBeverwerkgroep:Maja Roodbergen. Droevendaalsesteeg 33, 6708PB WageningenZoogdierwerkgroep Overijssel:Nico Driessen, p/a Natuur & Milieu Overijssel,Stationsweg 3, 8011 CZ Zwolle, 038-4217166.E-mail: driessen@natuurmilieu.nlMedewerker Zoogdier in België:Dirk Crie!, Zottegemstraat 2, 9688 MaarkedaL055-456610 (B)Aanwijzingen voor auteursArtikelen dienen populair-wetenschappelijk vanaard te zijn en niet elders gepubliceerd. De voorkeurgaat uit naar stukken over de (in het VITildlevende) zoogdieren van de Benelux. Ook kortemededelingen en bijzondere waarnemingen zijnwelkom. Tekst zonder opmaak. (geen vette koppenetc.) aanleveren op diskette of per e-mail(redactie.zoogdier@vzz.nl). Zorg voor ruim illustratie-materiaal,mam stuur deze met gelijk mee;gescande foto's en dia's moeten een resolutiehebben van minstens 600 dpi om in de gedruktetekst hun kvvaliteit te behouden. In geval ercopyright op de illustraties berust moet de auteurtoesterruning hebben voor het gebruik elVan.Beperk het aantal literatuurverwijzingen totenkele essentiële, Per crrti.k.el kan van slechts éénauteur het adres vermeld worden. van de overigenalleen de naam. Met vragen over inhouden/of vorm k'Lillt u altijd contact opnemen metde redactie (voor adressen zie colofon).43SluitingsdataArtikelen. waarnemingen enkorte berichten zijn erg welkomop het redactie-adres.Sluitlngsdata copy:nummer 4: 10 oktober 2002nummer 1: 10 jcmuari 2003Algemene Leden Vergadering23 november 2002Locoüe: Haarhuis.Stationsplein 1.68 11 KG Arnhem.Tel. +31 (0)264427441.Ontvangst: 09.30 uur.


ZOOGDIER 2002 13 (3) 44Dacht ik altijd dat natuur er was voor de ontspannende medemens en de inventariserende bioloog.Blijkt het er levensgevaarlijk te zijn. Even niet opgelet en er heeft een muis over je handgepiest, heb je een banta-ziekte opgelopen en tegelijkertijd in een wormstekige vossenkeutelgelegen. Ben je vlak daarvoor door een lyme-verspreidende teek besprongen en in het lekkerevennetje, waar je een frisse duik nam, was jij niet .het enige zoogdier. Er zwommen ook leptospirosepiesende bruine ratten. Even niet opgelet en geplonsd in een Weils-rattenwatertje.Wat is dat toch, dat gebangmaak over "gevaren in de natuur"? Op straat loop ik veel meer ri sico.Mensenplettende bussen, rondmoordende auto's (vraag maar eens na bij een egel fam.ili e). inkuiten bijtende honden en hersenbeschadigende trottoirbanden. Tenminste als ik er met mijnhoofd op val. In Nederland sterven jaarlijks zo'n 1200 mensen in het verkeeJ en in België pakweg3000. Een half dorp aan doden. Aan alle natuurgevaren sterft jaarlijks gemiddeld nog geenmens. Waaîóm zo'n ophef:Bij het de straat oversteken let ik goed op. Datzelfde geldt ook in het huitengebeuren . Een rossewoelmuis (hantaverspreider) of eeu grote bOSl11uis (leptospiroseverspreider). Ik weel ermee omte ga

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!