12.07.2015 Views

Resultaten Financieel inzicht van Nederlanders - Wijzer in geldzaken

Resultaten Financieel inzicht van Nederlanders - Wijzer in geldzaken

Resultaten Financieel inzicht van Nederlanders - Wijzer in geldzaken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

36 • <strong>F<strong>in</strong>ancieel</strong> <strong><strong>in</strong>zicht</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlanders</strong>De factor ‘zekerheid’ heeft een positieve verband met ‘rondkomen’.De overtuig<strong>in</strong>g dat men goede f<strong>in</strong>anciële besliss<strong>in</strong>genneemt en het idee dat men f<strong>in</strong>anciële kennis kan opdoen als hetnodig is, hebben een positief verband met beheers<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deuitgaven. Mogelijk echter zijn er variabelen <strong>in</strong> het spel die zowel‘zekerheid’ als ‘rondkomen’ verklaren, zoals bijvoorbeeld opleid<strong>in</strong>g,f<strong>in</strong>anciële kennis en <strong>in</strong>komen.De factor ‘spijt over niet-gemaakte keuze’ heeft een negatiefeffect op ‘rondkomen’. Behalve een gevoelsmatige reactie kanspijt <strong>in</strong> dit opzicht ook duiden op gemiste kansen, waardoor mennu <strong>in</strong> ongunstiger f<strong>in</strong>ancieel vaarwater verkeert, en daardoorm<strong>in</strong>der goed kan rondkomen. De factor ‘vermijden <strong>van</strong> spijt overgemaakte keuze’ heeft echter geen significant effect op rondkomen.De factor met betrekk<strong>in</strong>g tot het meer <strong>in</strong>dividueel nemen <strong>van</strong>f<strong>in</strong>anciële besluiten heeft een negatief effect op ‘rondkomen’.Kennelijk leidt het zelf uitzoeken <strong>van</strong> zaken, geen vertrouwenhebben <strong>in</strong> adviseurs, en we<strong>in</strong>ig over f<strong>in</strong>anciën praten met vriendenen kennissen tot m<strong>in</strong>der goed kunnen rondkomen. Ook hierkan de causaliteit omgekeerd zijn: als men m<strong>in</strong>der goed kanrondkomen, neemt men geen adviseurs <strong>in</strong> de arm om zich te latenadviseren hoe men uit de penibele f<strong>in</strong>anciële situatie kan komen.Zowel vroegere bijbaantjes of zakgeld gekregen hebben, als (<strong>in</strong>m<strong>in</strong>der belangrijke mate) geleerd hebben met geld om te gaanhebben een positief effect op rondkomen. Blijkbaar hebben dezeaspecten <strong>van</strong> de opvoed<strong>in</strong>g een langdurig effect, zodat men oplatere leeftijd relatief goed kan rondkomen.De netto waarde <strong>van</strong> de eigen won<strong>in</strong>g heeft een positief effect op‘rondkomen’. Het saldo <strong>van</strong> vermogen en schulden heeft eenongeveer even groot positief effect op ‘rondkomen’. Uiteraardcreëert vermogen een buffer voor onvoorziene uitgaven en<strong>in</strong>komensdal<strong>in</strong>g. Door een negatief vermogen, met daaraangepaard gaande (rente-)kosten is er geen buffer en is men persaldo per maand meer geld kwijt.In de vragenlijst is gevraagd wie <strong>in</strong> het huishouden voor degezamenlijke f<strong>in</strong>anciële zaken op de korte termijn zorgt. Indienmen aangaf dat de partner dit altijd of het meest doet, of <strong>in</strong>diende respondent een <strong>in</strong>wonend k<strong>in</strong>d of een andere <strong>in</strong>wonendepersoon is, gaat het om een niet-f<strong>in</strong>anciële beslisser <strong>in</strong> het huishouden.In de andere gevallen is er sprake <strong>van</strong> een f<strong>in</strong>anciële(mede-)beslisser <strong>in</strong> het huishouden. Uit Tabel 3.1 blijkt dat nietf<strong>in</strong>anciëlebeslissers vaker v<strong>in</strong>den dat het huishouden goed kanrondkomen dan dat f<strong>in</strong>anciële beslissers <strong>in</strong> het huishouden datv<strong>in</strong>den. Blijkbaar leidt het niet hebben <strong>van</strong> de verantwoordelijkheidvoor de f<strong>in</strong>anciële zaken tot een rooskleurig beeld <strong>van</strong> def<strong>in</strong>anciële situatie. Mogelijk ontstaat dit beeld door een beperktof gedeeltelijk overzicht <strong>van</strong> de f<strong>in</strong>anciën, of <strong>van</strong>uit het idee ‘watniet weet, wat niet deert’. Immers als men niet of we<strong>in</strong>ig weet <strong>van</strong>onvoldoende f<strong>in</strong>anciële buffers of te laat betaalde reken<strong>in</strong>gen,kan het idee ontstaan dat men goed kan rondkomen.De aanwezigheid <strong>van</strong> k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> het huishouden, <strong>in</strong> het gevalmen samenwoont, heeft een negatief effect op ‘rondkomen’.Behalve met directe kosten <strong>van</strong> k<strong>in</strong>deren heeft dit effect mogelijkte maken met de levensfase <strong>van</strong> een huishouden. Immers de fase<strong>van</strong> opgroeiende k<strong>in</strong>deren is er één waar<strong>in</strong> het huishouden nogwe<strong>in</strong>ig vermogen heeft opgebouwd, en één of beide partner(s)niet of slechts gedeeltelijk betaald werk verrichten.Van de levensgebeurtenissen heeft beë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> baan/ontslageen negatief effect op rondkomen. Deze gebeurtenis gaat vaaksamen met verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>in</strong>komen of met verhog<strong>in</strong>g <strong>van</strong>uitgaven, waardoor de f<strong>in</strong>anciële situatie verslechtert.Autochtonen zeggen relatief goed rond te komen <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>gmet allochtonen, gegeven alle overige effecten. Een hogereleeftijd leidt eveneens tot beter rondkomen. Niet duidelijk is ofhier sprake is <strong>van</strong> een leeftijdseffect of een generatie- of cohorteffect.Bij een leeftijdseffect treedt het verschijnsel op als menouder wordt. Bij een generatie- of cohorteffect is het verschijnseltyperend voor een nieuwe generatie.Overige effectenEen aantal factoren heeft een statistisch significant, maar <strong>in</strong>hoogte een ger<strong>in</strong>g effect op ‘rondkomen’. Middelbaar en hoogopgeleiden zeggen beter rond te komen dan laag opgeleiden,<strong>van</strong>wege de correlatie tussen opleid<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>komen.Van de belangrijke gebeurtenissen <strong>in</strong> het leven hebben echtscheid<strong>in</strong>g,verander<strong>in</strong>g/verkrijg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een baan, 6 en een grootongeval of ernstige ziekte een significant negatief effect oprondkomen. De overige levensgebeurtenissen (uitgezonderdbeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> baan/ontslag, zie hierboven) hebben geensignificant effect. Ook pensioner<strong>in</strong>g heeft geen significant effect.Het passief omgaan met <strong>in</strong>formatie bij de aanschaf <strong>van</strong> eenf<strong>in</strong>ancieel product heeft, enigsz<strong>in</strong>s verrassend, een positief effectop ‘rondkomen’. Passiviteit heeft <strong>in</strong> dit opzicht te maken metbeperk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>in</strong>formatie, snelheid <strong>van</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g, nietverder zoeken als een product voldoet, en een beperkt aantalalternatieven overwegen. Deze vorm <strong>van</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g zou menook kunnen opvatten als efficiënt, onder het motto ‘overdaadschaadt’. Uit onderzoek is gebleken dat mensen vaak de voorkeurgeven aan een kle<strong>in</strong>ere hoeveelheid <strong>in</strong>formatie, of m<strong>in</strong>der keuzealternatieven.Zie hiervoor ook Schwartz (2004).Geen effectEen aantal factoren heeft geen effect op ‘rondkomen’, gegeven deeerder genoemde effecten.Alleenstaanden kunnen even goed rondkomen als samenwonenden.Het <strong>in</strong>komen is niet noemenswaardig <strong>van</strong> <strong>in</strong>vloed op ‘rondkomen’.Werkzaamheid en het aantal werkuren heeft eveneensgeen significant effect op ‘rondkomen’, evenm<strong>in</strong> als het hebben<strong>van</strong> een beroep waarbij men zich bezighoudt met f<strong>in</strong>anciëlezaken. Het hebben <strong>van</strong> aparte of gezamenlijke reken<strong>in</strong>gen heefteen positief noch negatief effect op ‘rondkomen’.De kennis over f<strong>in</strong>anciële zaken en de zelf-gerapporteerde kennisover f<strong>in</strong>anciële producten en aandelen hebben geen significant<strong>in</strong>vloed op ‘rondkomen’. Verwacht<strong>in</strong>gen over de f<strong>in</strong>anciëlesituatie <strong>van</strong> het huishouden <strong>in</strong> de komende 12 maanden hebbeneveneens geen effect op de huidige manier <strong>van</strong> rondkomen.6Verander<strong>in</strong>g en verkrijg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een baan zijn <strong>in</strong> de vragenlijst als één categorie bevraagd. Gezien het negatieve effect <strong>van</strong> deze categorie zal het <strong>in</strong> de meeste gevalleneen verander<strong>in</strong>g <strong>van</strong> baan betreffen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!