12.07.2015 Views

Richtlijn ICD/pacemaker in de laatste levensfase - NVVC

Richtlijn ICD/pacemaker in de laatste levensfase - NVVC

Richtlijn ICD/pacemaker in de laatste levensfase - NVVC

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Richtlijn</strong><strong>ICD</strong>/<strong>pacemaker</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong>INITIATIEFNe<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g voor Cardiologie (NVvC)IN SAMENWERKING METNe<strong>de</strong>rlandse Internisten Verenig<strong>in</strong>g (NIV)Verenig<strong>in</strong>g van specialisten <strong>in</strong> ou<strong>de</strong>rengeneeskun<strong>de</strong> (Verenso)Ne<strong>de</strong>rlands Huisartsen Genootschap (NHG)Steun en Consultatie bij Euthanasie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland (KNMG – SCEN)Ne<strong>de</strong>rlandse verenig<strong>in</strong>g voor professionele palliatieve zorg (Palliactief)NVHVV Werkgroep <strong>ICD</strong>-begelei<strong>de</strong>rs Ne<strong>de</strong>rland (WIBN)Verenig<strong>in</strong>g van Invasief Technische Hartstimulatie Specialisten (VITHaS)Sticht<strong>in</strong>g <strong>ICD</strong> dragers Ne<strong>de</strong>rland (STIN)MET ONDERSTEUNING VANOr<strong>de</strong> van Medisch SpecialistenFINANCIERINGDe richtlijnontwikkel<strong>in</strong>g werd gef<strong>in</strong>ancierd uit <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g Kwaliteitsgel<strong>de</strong>n Medisch Specialisten(SKMS)


ColofonRICHTLIJN <strong>ICD</strong>/<strong>pacemaker</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong>© 2013 Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g voor CardiologiePostbus 191923501 DD Utrecht030-2345000bureau@nvvc.nlwww.nvvc.nlAlle rechten voorbehou<strong>de</strong>n.De tekst uit <strong>de</strong>ze publicatie mag wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, opgeslagen <strong>in</strong> een geautomatiseerdgegevensbestand, of openbaar gemaakt <strong>in</strong> enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch door fotokopieën of enige an<strong>de</strong>re manier, echter uitsluitend na voorafgaan<strong>de</strong>toestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> uitgever. Toestemm<strong>in</strong>g voor gebruik van tekst(ge<strong>de</strong>elten) kunt u schriftelijkof per e-mail en uitsluitend bij <strong>de</strong> uitgever aanvragen. Adres en e-mailadres: zie boven.2


Samenvatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>genOn<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> is een samenvatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> multidiscipl<strong>in</strong>aire richtlijn‘<strong>ICD</strong>/<strong>pacemaker</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong>’. Lezers van <strong>de</strong>ze samenvatt<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>overweg<strong>in</strong>gen die tot <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen hebben geleid, verwezen naar <strong>de</strong> volledige richtlijn.Deze samenvatt<strong>in</strong>g van aanbevel<strong>in</strong>gen staat niet op zichzelf. Bij <strong>de</strong> medische besluitvorm<strong>in</strong>gdient reken<strong>in</strong>g te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n en voorkeuren van <strong>de</strong> patiënt.Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en procedures met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele patiënt berusten op we<strong>de</strong>rzijdsecommunicatie tussen patiënt, arts en an<strong>de</strong>re zorgverleners.In <strong>de</strong>ze richtlijn wordt een advies gegeven voor het beleid bij patiënten met een <strong>pacemaker</strong> ofeen Implantable Cardioverter Defibrillator (<strong>ICD</strong>) die <strong>in</strong> een fase van palliatieve zorg komen,waar<strong>in</strong> dui<strong>de</strong>lijk wordt dat genez<strong>in</strong>g van een levensbedreigen<strong>de</strong> ziekte niet meer mogelijk is.Zowel het beleid voor patiënten met een <strong>ICD</strong> als met een <strong>pacemaker</strong> wordt beschreven. Waaron<strong>de</strong>rscheid niet van belang is, wordt <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong> Engelse term voor alle implanteerbareapparaten gebruikt ‘Cardiac Implantable Electronic Device’ (CIED). An<strong>de</strong>rs wordt specifiekgesproken over <strong>ICD</strong> of <strong>pacemaker</strong>. Voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> CIED’s geldt dat alle functies, dusbradypac<strong>in</strong>g, tachytherapie en Cardiac Resynchronization Therapy (CRT), afzon<strong>de</strong>rlijkge(<strong>de</strong>)activeerd kunnen wor<strong>de</strong>n.Een functioneren<strong>de</strong> <strong>ICD</strong> (tachytherapie) kan het overlij<strong>de</strong>nsproces verstoren door afgeven vanshocks. Hoe vaak dit precies voorkomt is onbekend door ontbreken van systematische studies,maar uit een retrospectieve cohortstudie kwam naar voren dat 8 van 100 patiënten dieoverle<strong>de</strong>n met een <strong>ICD</strong>, shocks had<strong>de</strong>n gehad <strong>in</strong> <strong>de</strong> m<strong>in</strong>uten voor overlij<strong>de</strong>n. Vanwege <strong>de</strong>ongewenste effecten dient <strong>de</strong> tachytherapie tijdig ge<strong>de</strong>activeerd te wor<strong>de</strong>n. Deactiver<strong>in</strong>g geeftop het moment van <strong>de</strong> <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g geen toename van cardiale klachten.Een functioneren<strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> (bradytherapie) of biventriculaire pac<strong>in</strong>g (CRT) zal hetoverlij<strong>de</strong>nsproces niet verstoren. Een functioneren<strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> of CRT kan belangrijk zijn voorhet comfort van <strong>de</strong> patiënt. Deactiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie of CRT kan cardiale klachtenveroorzaken of toename van cardiale klachten geven. Dit is niet altijd goed te voorspellen.Deactiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie of CRT is daarom niet wenselijk. Als een patiënt ofbehan<strong>de</strong>lend arts <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie van een CIED wil laten <strong>de</strong>activeren, moet <strong>de</strong>ze goed op<strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g.De besluitvorm<strong>in</strong>g rondom <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g wordt toegelicht. Als het voortzetten van een CIEDbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gmedisch z<strong>in</strong>loos is gewor<strong>de</strong>n, ligt het besluit <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g te staken bij <strong>de</strong> arts.Uitgangspunt hierbij is het bereiken van consensus tussen <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>laar en <strong>de</strong> wilsbekwamepatiënt. Als <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (nog) niet als medisch z<strong>in</strong>loos wordt beschouwd of wanneer erwordt getwijfeld, kan <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g alleen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n als <strong>de</strong> patiënt daartoe besluit.Het <strong>de</strong>activeren van een CIED komt overeen met het staken van een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en valtdaarmee on<strong>de</strong>r normaal medisch han<strong>de</strong>len en niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Wet Toets<strong>in</strong>g Levensbeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g.Indien <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g moet uitvoeren daartegen bezwaren heeft, kan <strong>de</strong>ze persoonhiertoe niet gedwongen wor<strong>de</strong>n. Dan zal een vervanger moeten wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n, zodanig datdit voor <strong>de</strong> patiënt geen vertrag<strong>in</strong>g oplevert.Anticiperend op <strong>de</strong> mogelijk ongewenste effecten van <strong>ICD</strong>-therapie tij<strong>de</strong>ns hetoverlij<strong>de</strong>nsproces, dient <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> te <strong>de</strong>activeren op diverse momenten <strong>in</strong> hetbehan<strong>de</strong>ltraject ter sprake te wor<strong>de</strong>n gebracht. In <strong>de</strong> richtlijn wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze momenten genoem<strong>de</strong>n uitgebreid toegelicht. Deactiver<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong> het ziekenhuis na overleg met <strong>de</strong>3


ehan<strong>de</strong>lend cardioloog. Als een patiënt niet meer <strong>in</strong> staat is om naar het ziekenhuis te komen,kan <strong>de</strong> noodprocedure <strong>in</strong> gang wor<strong>de</strong>n gezet om <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g ook op locatie el<strong>de</strong>rs of thuis telaten plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.Deze richtlijn beoogt dat geanticipeerd wordt op het overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patient. Deze richtlijnheeft tot doel om <strong>de</strong> diverse betrokken professionals te voorzien van kennis omtrent <strong>de</strong> patiëntmet <strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong>, om z<strong>in</strong>volle en tijdige communicatie tussen professionals en patiënt tebewerkstelligen over <strong>de</strong> mogelijkheid en wenselijkheid van <strong>de</strong>activatie van bepaal<strong>de</strong> functies.Deactivatie van met name <strong>ICD</strong>’s kan dan weloverwogen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n als <strong>de</strong> patiënt nog mobiel iszodat <strong>de</strong>activatie volgens <strong>de</strong> noodprocedure zoveel mogelijk wordt verme<strong>de</strong>n.Samenvatt<strong>in</strong>g <strong>in</strong>terne <strong>in</strong>dicatorenZie voor <strong>de</strong> uitwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>dicatoren bijlage 2.1. Het voorlichten van <strong>de</strong> patiënt door mid<strong>de</strong>l van schriftelijke <strong>in</strong>formatie (patiëntenfol<strong>de</strong>r)Structuur<strong>in</strong>dicator2. Het vermel<strong>de</strong>n van mogelijkheid tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontslagbrief na implantatie van een<strong>ICD</strong>Structuur<strong>in</strong>dicator3. Het noemen van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g bij het implantatiegesprek (check <strong>in</strong> patiëntendossier)Proces<strong>in</strong>dicator4. Frequentie van het <strong>de</strong>activeren van een CIED b<strong>in</strong>nen en buiten het ziekenhuisProces<strong>in</strong>dicatorBradytherapie:<strong>pacemaker</strong>functie, dat wil zeggen pac<strong>in</strong>g om hartritme boven eengeprogrammeerd m<strong>in</strong>imum te hou<strong>de</strong>n. Deze functie zit <strong>in</strong> alle CIED’s.Tachytherapie:therapie om snelle ritmestoornissen te stoppen. Dit kan met behulp van snelleantitachy pac<strong>in</strong>g (ATP) of shock(s). Deze functie zit alleen <strong>in</strong> <strong>ICD</strong>’s.Cardiac Resynchronisation Therapy (CRT):bradytherapie waarbij zowel <strong>de</strong> rechter als <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ker ventrikel wordt gepaced om<strong>de</strong> pompfunctie van het hart gunstig te beïnvloe<strong>de</strong>n. Er bestaan CRT-<strong>pacemaker</strong>s(CRT-P) en CRT-<strong>ICD</strong>’s (CRT-D).4


Samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werkgroep• Dr. L. van Erven, voorzitter, cardioloog, <strong>NVVC</strong>• Drs. R.L. van Bruchem-Visser, <strong>in</strong>ternist, NIV• Drs. E.G. Roelofs, ka<strong>de</strong>rhuisarts palliatieve zorg, Palliactief• Drs. M.W.F. van Leen, specialist ou<strong>de</strong>rengeneeskun<strong>de</strong>, Verenso• Prof. Dr. D.L. Willems, ethicus, hoogleraar medische ethiek AMC/UvA• B.G.F. Spr<strong>in</strong>gorum, algemeen bestuurslid, VITHaS• J. van Staaveren, verpleegkundig specialist, WIBN/NVHVV• Drs. Y.G. Ingen, specialist ou<strong>de</strong>rengeneeskun<strong>de</strong>, ka<strong>de</strong>rarts palliatieve zorg resp. SCEN-arts,KNMG-SCEN• Dr. K.T.S. Kon<strong>in</strong>gs, ka<strong>de</strong>rhuisarts hart- en vaatziekten, freelance adviseur, NHG• Dr. R. Tukkie, cardioloog, <strong>NVVC</strong>Met on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van:• Dr. M.A. Pols, senior adviseur, af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g Professionele Kwaliteit, Or<strong>de</strong> vanMedisch Specialisten (vanaf april 2011)• Ir. M.J.M. Barnhoorn, adviseur, af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g Professionele Kwaliteit, Or<strong>de</strong> vanMedisch Specialisten (vanaf april 2011)• Drs. M.M.J. Ploegmakers, junior adviseur, af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g Professionele Kwaliteit,Or<strong>de</strong> van Medisch Specialisten (t/m april 2011)5


Hoofdstuk 1Algemene <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g1.1 Omschrijv<strong>in</strong>g van het probleem, afbaken<strong>in</strong>g en doelIn Ne<strong>de</strong>rland zijn naar schatt<strong>in</strong>g 80.000 patiënten met een <strong>pacemaker</strong> en 30.000 patiënten meteen <strong>ICD</strong>. Dit aantal is <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> jaren gegroeid door <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g, maar <strong>in</strong>geval van <strong>ICD</strong>’s vooral ook door zich uitbrei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>g.Eer<strong>de</strong>r kregen vooral patiënten die een levensbedreigen<strong>de</strong> ritmestoornis had<strong>de</strong>n overleefd een<strong>ICD</strong> (zogenaam<strong>de</strong> secundaire preventie). Inmid<strong>de</strong>ls wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste implantaties gedaan bijpatiënten met een verhoogd risico op <strong>de</strong>rgelijke hartritmestoornissen en daarmee op plotsehartdood (primaire preventie).Een groeiend aantal patiënten met een CIED bereikt een fase van palliatieve zorg. Patiëntenkunnen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze fase komen door progressie van hun on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> cardiale ziekte (met namehartfalen), dan wel door het optre<strong>de</strong>n van ernstige an<strong>de</strong>re ziekten, bijvoorbeeld maligniteiten,CVA of <strong>de</strong>mentie. In <strong>de</strong>ze fase wordt <strong>de</strong> kwaliteit van het leven een belangrijker behan<strong>de</strong>ldoeldan behoud of verleng<strong>in</strong>g van het leven en als het e<strong>in</strong><strong>de</strong> nabij komt is het belangrijkstebehan<strong>de</strong>ldoel een optimale kwaliteit van sterven.De vraag komt dan op of er <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze fase nog plaats is voor een apparaat zoals een <strong>ICD</strong>, datlevensbedreigen<strong>de</strong> ritmestoornissen kan behan<strong>de</strong>len met voor <strong>de</strong> patiënt mogelijk pijnlijke envoor <strong>de</strong> omstan<strong>de</strong>rs zichtbare shocks. <strong>ICD</strong>-shocks kunnen het stervens- en rouwproces op diemanier negatief beïnvloe<strong>de</strong>n (Goldste<strong>in</strong> et al., 2004).Pacemakers daarentegen hebben niet <strong>de</strong> mogelijkheid om shocks af te geven. Eenfunctioneren<strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> zal het overlij<strong>de</strong>nsproces dan ook niet verstoren. Toch wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong>praktijk soms gedacht aan het <strong>de</strong>activeren van een <strong>pacemaker</strong>. Dit kan an<strong>de</strong>re, zeeruiteenlopen<strong>de</strong> en niet altijd goed te voorspellen, gevolgen hebben.De werkgroep heeft ervoor gekozen om <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richtlijn zowel het beleid voor patiënten met een<strong>ICD</strong>, als patiënten met een <strong>pacemaker</strong> te beschrijven. Waar on<strong>de</strong>rscheid niet van belang is,wordt <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong> Engelse term voor alle implanteerbare apparaten gebruikt ‘CardiacImplantable Electronic Device’, <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur afgekort tot CIED. An<strong>de</strong>rs wordt er specifiekgesproken over <strong>ICD</strong> of <strong>pacemaker</strong>.Naast het beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong>, wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richtlijn aandacht besteed aanvoorlicht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> <strong>de</strong> fase waarbij het levense<strong>in</strong><strong>de</strong> nog niet <strong>in</strong> zicht is.Deze richtlijn heeft tot doel om <strong>de</strong> diverse betrokken professionals te voorzien van kennisomtrent <strong>de</strong> patiënt met een <strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong>, om op diverse momenten z<strong>in</strong>volle en tijdigecommunicatie tussen professionals en patiënt te bewerkstelligen over <strong>de</strong> mogelijkheid enwenselijkheid van <strong>de</strong>activatie. Hierdoor kan <strong>de</strong>activatie van met name <strong>ICD</strong>’s plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n als <strong>de</strong>patiënt nog mobiel is opdat <strong>de</strong>activatie volgens <strong>de</strong> noodprocedure <strong>in</strong>dien mogelijk verme<strong>de</strong>nkan wor<strong>de</strong>n.Het traject zoals beschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richtlijn vereist samenwerk<strong>in</strong>g tussen verschillen<strong>de</strong>zorgprofessionals. De richtlijn beschrijft een aantal kernelementen van <strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g, metname <strong>in</strong> het hoofdstuk ‘Communicatie en uitvoer<strong>in</strong>g’. Daarnaast verwijst <strong>de</strong> werkgroep naar <strong>de</strong>Handreik<strong>in</strong>g verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bij samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg (KNMG, 2010), waar<strong>in</strong>algemeen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen zijn opgenomen.7


De <strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>g van <strong>pacemaker</strong>s en <strong>ICD</strong>’s valt buiten <strong>de</strong>ze richtlijn.Hoe om te gaan met een <strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong> als een patiënt <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls is overle<strong>de</strong>n wordteveneens niet besproken. Hiervoor bestaat reeds een richtlijn(https://www.nvvc.nl/media/richtlijn/99/<strong>ICD</strong>_protocol_postmortem_explantatie_bij_overlij<strong>de</strong>n_f<strong>in</strong>al%20na%20commentaar%20<strong>NVVC</strong>%20<strong>de</strong>c%202010.pdf).Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richtlijn wordt gesproken van ‘patiënt’, kan <strong>in</strong> voorkomen<strong>de</strong> gevallen ook gelezenwor<strong>de</strong>n ‘patiënt en zijn/haar naasten’.1.2 De richtlijngebruikersDeze richtlijn is geschreven voor alle zorgprofessionals die met <strong>de</strong>ze problematiek te makenkrijgen.1.3 Samenstell<strong>in</strong>g werkgroepVoor het ontwikkelen van <strong>de</strong> richtlijn is <strong>in</strong> 2010 een multidiscipl<strong>in</strong>aire werkgroep <strong>in</strong>gesteldbestaan<strong>de</strong> uit vertegenwoordigers van relevante specialismen die met patiënten met een <strong>ICD</strong> of<strong>pacemaker</strong> te maken hebben (zie samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werkgroep).De werkgroeple<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> wetenschappelijke verenig<strong>in</strong>gen gemandateerd voor<strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong>ze werkgroep. De werkgroeple<strong>de</strong>n zijn gezamenlijk verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong><strong>in</strong>tegrale tekst van <strong>de</strong>ze conceptrichtlijn.1.4 Werkwijze werkgroep en metho<strong>de</strong> richtlijnontwikkel<strong>in</strong>gDe werkgroep werkte van <strong>de</strong>cember 2010 tot en met mei 2012 aan <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>conceptrichtlijn. Er is systematisch gezocht naar relevante literatuur. Bij gebrek hieraan zijn <strong>de</strong>aanbevel<strong>in</strong>gen opgesteld op basis van expert op<strong>in</strong>ion.Deze richtlijn is opgesteld aan <strong>de</strong> hand van het ‘Appraisal of Gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es for Research &Evaluation’ (AGREE) <strong>in</strong>strument (www.agreecollaboration.org). Dit <strong>in</strong>strument is een breed(<strong>in</strong>ternationaal) geaccepteerd <strong>in</strong>strument voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kwaliteit van richtlijnen.1.5 Strategie voor zoeken en selectie van literatuurEr werd oriënterend gezocht naar bestaan<strong>de</strong> richtlijnen via Medl<strong>in</strong>e (OVID), naar systematischereviews <strong>in</strong> Cochrane Library en <strong>in</strong> Medl<strong>in</strong>e (OVID) en naar overige artikelen. Daarnaast is eraanvullend specifiek gezocht naar artikelen vanuit patiëntenperspectief. De gebruiktezoekstrategie staat <strong>in</strong> bijlage 1.1.6 Implementatie en <strong>in</strong>dicatorenontwikkel<strong>in</strong>gIn <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen van <strong>de</strong> richtlijnontwikkel<strong>in</strong>g is geprobeerd reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>implementatie van <strong>de</strong> richtlijn en <strong>de</strong> praktische uitvoerbaarheid van <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen. Daarbij isuitdrukkelijk gelet op factoren die <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> richtlijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk kunnen bevor<strong>de</strong>renof belemmeren.De richtlijn is alleen beschikbaar <strong>in</strong> een digitale versie en is/wordt verspreid on<strong>de</strong>r alle relevanteberoepsgroepen. De richtlijn is te downloa<strong>de</strong>n vanaf <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g8


voor Cardiologie: www.nvvc.nl , <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> Kwaliteitskoepel: www.kwaliteitskoepel.nl en<strong>de</strong> website van het Integraal Kankercentrum Ne<strong>de</strong>rland: www.pallial<strong>in</strong>e.nl.Tegelijk met <strong>de</strong> richtlijn zijn er <strong>in</strong>dicatoren ontwikkeld. Een <strong>in</strong>dicator is een meetbaar kenmerkvan <strong>de</strong> gezondheidszorg met een signaalfunctie voor (een aspect van) <strong>de</strong> kwaliteit van zorg.Indicatoren maken het <strong>de</strong> zorgverleners mogelijk om te meten of zij <strong>de</strong> gewenste zorg leverenen om on<strong>de</strong>rwerpen voor verbeter<strong>in</strong>gen te i<strong>de</strong>ntificeren. Indicatoren kunnen voor <strong>in</strong>terne envoor externe doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n ontwikkeld en gemeten wor<strong>de</strong>n.On<strong>de</strong>r <strong>in</strong>tern wordt verstaan: <strong>de</strong> eigen praktijk met <strong>de</strong> eigen praktijk vergelijken <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van<strong>de</strong> tijd. On<strong>de</strong>r extern wordt verstaan: het vergelijken van <strong>de</strong> eigen praktijk met an<strong>de</strong>ren,bijvoorbeeld voor benchmark<strong>in</strong>g of ten behoeve van <strong>de</strong>r<strong>de</strong> partijen. De <strong>in</strong>dicatoren die voor<strong>de</strong>ze richtlijn zijn ontwikkeld zijn bedoeld voor <strong>in</strong>tern gebruik en gebruik b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eigenberoepsgroep. De <strong>in</strong>dicatoren staan beschreven <strong>in</strong> bijlage 2.1.7 Juridische betekenis van richtlijnen<strong>Richtlijn</strong>en bevatten geen wettelijke voorschriften, maar aanbevel<strong>in</strong>gen die zoveel mogelijk opbewijs zijn gebaseerd. Omdat <strong>de</strong>ze aanbevel<strong>in</strong>gen gebaseerd zijn op ‘algemeen bewijs vooroptimale zorg’ en <strong>de</strong> <strong>in</strong>zichten van <strong>de</strong> werkgroep hierover, kunnen zorgverleners op basis vanhun professionele autonomie zo nodig <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele gevallen afwijken van <strong>de</strong> richtlijn.Afwijken van <strong>de</strong> richtlijn is, als <strong>de</strong> situatie van <strong>de</strong> patiënt dat vereist, zelfs noodzakelijk. Wanneervan <strong>de</strong>ze richtlijn wordt afgeweken, is het verstandig om dit beargumenteerd engedocumenteerd, waar relevant <strong>in</strong> overleg met <strong>de</strong> patiënt, te doen.1.8 Herzien<strong>in</strong>gUiterlijk <strong>in</strong> 2017 bepaalt het bestuur van <strong>de</strong> <strong>NVVC</strong> of <strong>de</strong>ze richtlijn nog actueel is. Zo nodig wordteen nieuwe werkgroep geïnstalleerd om <strong>de</strong> richtlijn te herzien. De geldigheid van <strong>de</strong> richtlijnkomt eer<strong>de</strong>r te vervallen <strong>in</strong>dien nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen aanleid<strong>in</strong>g zijn een herzien<strong>in</strong>gstraject testarten.De NVvC is als hou<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze richtlijn <strong>de</strong> eerstverantwoor<strong>de</strong>lijke voor <strong>de</strong> actualiteit van <strong>de</strong>zerichtlijn. De an<strong>de</strong>re aan <strong>de</strong>ze richtlijn <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> wetenschappelijke verenig<strong>in</strong>gen ofgebruikers van <strong>de</strong> richtlijn <strong>de</strong>len <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en <strong>in</strong>formeren <strong>de</strong>eerstverantwoor<strong>de</strong>lijke over relevante ontwikkel<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen hun vakgebied.9


Hoofdstuk 2Achtergrond<strong>in</strong>formatie2.1 AchtergrondEen <strong>pacemaker</strong> is een implanteerbaar apparaat dat met één of meer<strong>de</strong>re gelei<strong>de</strong>dra<strong>de</strong>n isverbon<strong>de</strong>n met het hart. Pacemakers wor<strong>de</strong>n geïmplanteerd bij patiënten die een te traaghartritme hebben of bij wie <strong>de</strong> geleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> boezem (atrium) naar <strong>de</strong> kamer (ventrikel)verstoord is. De <strong>pacemaker</strong> zorgt dat het hartritme steeds boven een geprogrammeer<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rgrens blijft. Dit wordt ook wel “bradytherapie” genoemd. Een <strong>pacemaker</strong> heeft geen<strong>in</strong>vloed op (snelle) kamerritmestoornissen.Pacemaker/<strong>ICD</strong>Figuur 2.1. Pacemakers en <strong>ICD</strong>’s wor<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r het sleutelbeen geplaatst. Een <strong>ICD</strong> is wat groter dan een <strong>pacemaker</strong>.Bei<strong>de</strong> zijn door mid<strong>de</strong>l van gelei<strong>de</strong>dra<strong>de</strong>n met het hart verbon<strong>de</strong>n. <strong>ICD</strong> leads zijn complexer want hierop zijn shock coilsaanwezig. Sommige <strong>ICD</strong>’s hebben geen lead <strong>in</strong> het hart, maar op <strong>de</strong> thoraxwand. Voor <strong>de</strong>ze richtlijn maakt dat <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkgeen verschil.Een <strong>ICD</strong> is een implanteerbaar apparaat dat het hartritme analyseert en potentieellevensbedreigen<strong>de</strong> hartritmestoornissen kan beë<strong>in</strong>digen. Een <strong>ICD</strong> wordt geïmplanteerd bijpatiënten die een verhoog<strong>de</strong> kans hebben op <strong>de</strong>ze ritmestoornissen, meestal bij eenverm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> pompkracht maar ook bij an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rliggend lij<strong>de</strong>n van het hart. Als een <strong>ICD</strong>patiëntkamerritmestoornissen heeft, registreert <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> dit. De <strong>ICD</strong> zal <strong>de</strong> ritmestoornisproberen te beë<strong>in</strong>digen door afgifte van snel opeenvolgen<strong>de</strong> elektrische pulsjes (overpac<strong>in</strong>g,zogenaam<strong>de</strong> AntiTachyPac<strong>in</strong>g (ATP)) of elektrische shocks). Samen wordt dit “tachytherapie”genoemd. Het overpacen is pijnloos, hoewel <strong>de</strong> patiënt wel kan voelen dat er een ritmestoornisgaan<strong>de</strong> is door hartklopp<strong>in</strong>gen of duizeligheid. <strong>ICD</strong>-shocks kunnen voor <strong>de</strong> patiënt pijnlijk zijn enstress veroorzaken. <strong>ICD</strong>’s hebben naast <strong>de</strong> mogelijkheid tot tachytherapie <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n om het hart bij trage ritmes te pacen als <strong>pacemaker</strong>s.Behalve <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> functies heeft een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>s en <strong>ICD</strong>’s <strong>de</strong> functie omzogenaamd ‘biventriculair’ te pacen. Hiervoor is dan een extra gelei<strong>de</strong>draad aanwezig om <strong>de</strong>l<strong>in</strong>ker ventrikel gelijktijdig met <strong>de</strong> rechter te activeren. Deze cardiale resynchronisatie therapie(CRT) kan een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> pompkracht van het hart en wordt geïmplanteerd bijpatiënten met hartfalen bij wie bij na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek sprake is geweest van ongelijkmatigesamentrekk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ker ventrikel.10


Alle genoem<strong>de</strong> implanteerbare apparaten vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> algemene term ‘Cardiac ImplantableElectronic Device’ en wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur vaak aangeduid als CIED. In <strong>de</strong>ze richtlijn gebruikenwe <strong>de</strong>ze afkort<strong>in</strong>g consequent, tenzij specifiek één apparaat wordt bedoeld.2.2 Follow-up van een CIEDTechnische controle van <strong>de</strong> CIED v<strong>in</strong>dt gewoonlijk met <strong>in</strong>tervallen van enkele maan<strong>de</strong>n tot eenjaar plaats. Deze controle is een niet-<strong>in</strong>vasieve han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en v<strong>in</strong>dt plaats met een bijbehoren<strong>de</strong>,vrij gemakkelijk vervoerbare, ‘programmer’. Deze ‘programmer’ wordt bediend door eenpersoon die hier<strong>in</strong> bekwaam is. Dit is <strong>in</strong> het algemeen een <strong>de</strong>vice-technicus van hetimplanterend/controlerend ziekenhuis die han<strong>de</strong>lt <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkcardioloog.De meeste follow-ups v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het ziekenhuis plaats. Deze technische follow-up kan bij steedsmeer CIED’s ook ‘remote’ plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, waarbij <strong>de</strong> patiënt thuis een monitor heeft die <strong>de</strong>(versleutel<strong>de</strong>) CIED-gegevens via een telefoonlijn of <strong>in</strong>ternet doorzendt. De technicus/arts kandan via <strong>in</strong>ternet <strong>de</strong> technische gegevens bekijken. Als er aanpass<strong>in</strong>gen nodig zijn aan <strong>de</strong>programmer<strong>in</strong>g kan dit echter alleen <strong>in</strong> aanwezigheid van <strong>de</strong> patiënt met CIED gebeuren en niet‘remote’.Alle verschillen<strong>de</strong> functies, dus bradypac<strong>in</strong>g, tachytherapie en CRT kunnen afzon<strong>de</strong>rlijkge(<strong>de</strong>)activeerd wor<strong>de</strong>n.Indien <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong> van een patiënt per abuis of met opzet niet (meer) wordtgecontroleerd, kunnen technische eigenschappen waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> batterijspann<strong>in</strong>g niet meerwor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht. De batterijspann<strong>in</strong>g zal dan op een bepaald moment zo laag zijn dat <strong>de</strong><strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong> niet meer alle functies op <strong>de</strong> <strong>in</strong>gestel<strong>de</strong> wijze kan uitvoeren. Een <strong>pacemaker</strong>gaat vaak geduren<strong>de</strong> enkele weken tot maan<strong>de</strong>n op een trage maar stabiele frequentie pacen,waarna alle functies uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk uitvallen.De meeste <strong>ICD</strong> ’s geven als <strong>de</strong> batterijspann<strong>in</strong>g laag is dagelijks een hoorbaar (pieptonen) ofvoelbaar (trillen) alarm af. De brady- en tachyfuncties van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> zijn dan nog <strong>in</strong>tact. Bij ver<strong>de</strong>ropraken van <strong>de</strong> batterij zullen <strong>de</strong>ze functies ook uitvallen.2.3 Gevoeligheid CIED voor magnetenCIED’s zijn op verschillen<strong>de</strong> wijzen gevoelig voor plaats<strong>in</strong>g van een sterke magneet (90-130Gauss) op <strong>de</strong> huid ter plaatse van <strong>de</strong> CIED (hoofdstuk 7.3). Bij vrijwel alle <strong>ICD</strong>’s zal <strong>de</strong>tachytherapie wor<strong>de</strong>n geïnhibeerd, ook als zich ritmestoornissen voordoen. De<strong>pacemaker</strong>functie (bradytherapie en CRT) van <strong>ICD</strong>’s wordt niet door een magneet beïnvloed. De<strong>pacemaker</strong>functie van <strong>pacemaker</strong>s (bradytherapie) daarentegen wordt wel beïnvloed door <strong>de</strong>nabijheid van een magneet. De <strong>pacemaker</strong>s zullen onafhankelijk van het eigen ritme van <strong>de</strong>patiënt met bepaal<strong>de</strong> frequentie (bijvoorbeeld 90-100 sl/m<strong>in</strong>) gaan pacen. Soms is <strong>de</strong>gevoeligheid van CIED’s voor magneten een programmeerbare functie.In <strong>de</strong> praktijk kan een magneet wor<strong>de</strong>n aangewend om <strong>de</strong> tachyfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> te <strong>in</strong>hiberen.Zolang <strong>de</strong> magneet dichtbij <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> is, zal geen shock wor<strong>de</strong>n afgegeven. 11 Bij <strong>ICD</strong>’s van het merk Biotronik wordt ondanks <strong>de</strong> magneet na acht uur <strong>de</strong> shockfunctie automatisch hersteld.Verwij<strong>de</strong>ren en weer opnieuw fixeren van <strong>de</strong> magneet <strong>de</strong>activeert <strong>de</strong> shockfunctie voor opnieuw acht uur.11


2.4 Overlij<strong>de</strong>n met <strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong>Een <strong>pacemaker</strong> is een kunstmatige pulsgenerator die het hart een elektrische prikkel geeft. Dezezal alleen effect hebben als het hartspierweefsel <strong>in</strong> staat is om <strong>de</strong>ze prikkel voort te gelei<strong>de</strong>n enom te zetten <strong>in</strong> een contractie. Het kan dus zijn dat het hart niet meer contraheert, terwijl een<strong>pacemaker</strong> pulsen blijft afgeven. Een patiënt kan dus gewoon overlij<strong>de</strong>n met een functioneren<strong>de</strong><strong>pacemaker</strong>.Ook met een functioneren<strong>de</strong> <strong>ICD</strong> kan iemand overlij<strong>de</strong>n. Het is wel mogelijk dat zich tij<strong>de</strong>ns hetoverlij<strong>de</strong>nsproces kamerritmestoornissen voordoen of dat er elektrische stromen lopen <strong>in</strong> hethart die <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> daarvoor aanziet. Er kunnen dan een of meer<strong>de</strong>re shocks wor<strong>de</strong>n afgegeven. Alser geen contracties meer ontstaan <strong>in</strong> het hart, zal <strong>de</strong> patiënt dus geen bloeddruk meer hebbenen overlij<strong>de</strong>n met een functioneren<strong>de</strong> <strong>ICD</strong>.2.5 Kernpunten• On<strong>de</strong>r CIED’s vallen <strong>pacemaker</strong>s en <strong>ICD</strong>’s al dan niet gecomb<strong>in</strong>eerd met CRT.• <strong>ICD</strong>-shocks kunnen, zeker <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong>, voor <strong>de</strong> patiënt en zijn naastenonaangenaam zijn.• De verschillen<strong>de</strong> functies van CIED’s kunnen afzon<strong>de</strong>rlijk ge<strong>de</strong>activeerd wor<strong>de</strong>n.• Een sterke magneet zorgt dat <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> geen tachy-therapie afgeeft.12


Hoofdstuk 3Achtergrond<strong>in</strong>formatie wetenschappelijkeliteratuurTij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> literatuursearch wer<strong>de</strong>n geen systematische studies gevon<strong>de</strong>n naar het voorkomenvan <strong>ICD</strong>-shocks rondom het overlij<strong>de</strong>n. Uit een Amerikaanse retrospectieve cohortstudie vanGoldste<strong>in</strong> et al. (2004) kwam naar voren dat 8 uit 100 overle<strong>de</strong>n patiënten met <strong>ICD</strong>-shockshad<strong>de</strong>n gehad <strong>in</strong> <strong>de</strong> m<strong>in</strong>uten voor overlij<strong>de</strong>n.Over <strong>de</strong>activatie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale fase wer<strong>de</strong>n met name artikelen gevon<strong>de</strong>n die men<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong>skundigen (expert op<strong>in</strong>ions) weergaven. Er wer<strong>de</strong>n drie standpunten gevon<strong>de</strong>n, vijfartikelen over enquêtes/<strong>in</strong>terviews bij artsen of zorgcentra en twee overige studies metaanbevel<strong>in</strong>gen omtrent <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een CIED.Pa<strong>de</strong>letti et al. (2010) beschrijven <strong>in</strong> het standpunt van <strong>de</strong> European Heart Rhythm Association(EHRA) dat <strong>de</strong> patiënt dient te beslissen over <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een <strong>ICD</strong>, of <strong>in</strong> specialeomstandighe<strong>de</strong>n zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger. De consequenties dienen goedbesproken te wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> patiënt. De arts en technicus die gevraagd wor<strong>de</strong>n om (teassisteren bij) het <strong>de</strong>activeren van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> kunnen dit weigeren. Het standpunt omtrent<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van CIED’s komt ook kort aan bod <strong>in</strong> een eer<strong>de</strong>r standpunt van <strong>de</strong> EHRA en HeartRhythm Society (HRS) (Willkoff et al., 2008). Daarnaast heeft <strong>de</strong> HRS ook nog een apartstandpunt uitgebracht over <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een <strong>ICD</strong> (Lampert et al., 2010).Mar<strong>in</strong>skis en van Erven (2010) beschrijven <strong>de</strong> resultaten van een enquête bij 47 Europese centraover het beleid omtrent term<strong>in</strong>aal zieke patiënten met een <strong>ICD</strong>. 62% van <strong>de</strong> artsen overweegthet <strong>de</strong>activeren van een <strong>ICD</strong> bij een patiënt aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van het leven. Meer<strong>de</strong>re <strong>ICD</strong>-shockswor<strong>de</strong>n gezien als <strong>in</strong>dicatie. Een meer<strong>de</strong>rheid (68%) ziet geen heil <strong>in</strong> <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g op afstand.Slecht <strong>in</strong> 4% van <strong>de</strong> centra wor<strong>de</strong>n patiënten actief voorgelicht over <strong>de</strong> mogelijkheid van<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>.Een eer<strong>de</strong>re studie van Sherazi et al. (2008) heeft een soortgelijke enquête uitgezet naar <strong>de</strong>voorkeuren en attitu<strong>de</strong>s van artsen <strong>in</strong> New York ten aanzien van term<strong>in</strong>ale patiënten met een<strong>ICD</strong>. 46% van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten gaf aan het niet zeker te weten of <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een <strong>ICD</strong>illegaal was bij term<strong>in</strong>aal zieke patiënten. Nadat ze waren overtuigd dat het geen illegalehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g betrof, was 91% van <strong>de</strong> artsen bereid om vrijwillige <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> met <strong>de</strong>term<strong>in</strong>aal zieke patiënt te bespreken.Een enquête on<strong>de</strong>r 4.876 artsen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten (Kelley et al., 2009) liet ver<strong>de</strong>r zien dateen meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> artsen bereid is om <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> te bespreken met <strong>de</strong>patiënt <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong>. Goldste<strong>in</strong> et al. (2008) g<strong>in</strong>gen via <strong>in</strong>terviews na hoe artsenomgaan met het bespreken van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een <strong>ICD</strong> bij ernstig zieke patiënten. Veel artsengaven aan dat ze von<strong>de</strong>n dat dit wel besproken dien<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n, maar dat ze dit zel<strong>de</strong>n <strong>de</strong><strong>de</strong>n.In een eer<strong>de</strong>re studie van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> auteur (Goldste<strong>in</strong> et al., 2004) besprak slechts 27% <strong>de</strong>mogelijkheid van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g.Nambisan et al. (2004) beschrijven een case report over onwenselijke <strong>ICD</strong>-shocks tij<strong>de</strong>ns hetsterfproces van een patiënt met term<strong>in</strong>ale gemetastaseer<strong>de</strong> longcarc<strong>in</strong>oom. De auteursadviseren om <strong>de</strong> mogelijkheid van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> al <strong>in</strong> een vroeg stadium te besprekenom noodprocedures te vermij<strong>de</strong>n.Kramer et al (2012) adviseren om bij vervang<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> stil te staan bij <strong>de</strong> mogelijkheid van<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>.De werkgroep heeft op basis van <strong>de</strong>ze artikelen en eigen expertise <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gengeformuleerd.13


Hoofdstuk 4Gevolgen van <strong>de</strong>activerenCIED’s hebben diverse functies die allen het doel hebben het hartritme te on<strong>de</strong>rsteunen dan welte normaliseren (hoofdstuk 2). Deactiveren van verschillen<strong>de</strong> CIED’s, dan wel van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenervan, kan uiteenlopen<strong>de</strong> gevolgen hebben. In <strong>de</strong>ze paragraaf wordt na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong>verschillen <strong>in</strong> consequenties van het <strong>de</strong>activeren van <strong>ICD</strong>- en <strong>pacemaker</strong>functies.4.1 Pacemakerfunctie (bradytherapie)Deactiveren van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie (bradytherapie) van CIED’s kan verschillen<strong>de</strong> effectenteweeg brengen, afhankelijk van <strong>de</strong> pac<strong>in</strong>gbehoefte van <strong>de</strong> patiënt. Als <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> beperktemate wordt gepaced, zal het uitschakelen van <strong>de</strong> pac<strong>in</strong>g geen directe gevolgen hebben, zeker alsiemand bedlegerig is en we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g hoeft te verrichten.Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> patiënten is echter pac<strong>in</strong>g-afhankelijk, dat wil zeggen heeft een <strong>in</strong>a<strong>de</strong>quaat ofgeen on<strong>de</strong>rliggend hartritme. Bij uitprogrammeren van <strong>de</strong> pac<strong>in</strong>gfunctie zal <strong>de</strong> patiënt acuutonwel wor<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> patiënt is dit een bijzon<strong>de</strong>r onaangename ervar<strong>in</strong>g, evenals voor <strong>de</strong>omstan<strong>de</strong>rs. Dit betekent dat bij <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g hierop geanticipeerd moet wor<strong>de</strong>n door bijvoorbaat a<strong>de</strong>quate sedatie <strong>in</strong> te zetten (http://www.pallial<strong>in</strong>e.nl). Het is mogelijk dat er tochenig on<strong>de</strong>rliggend hartritme is, waardoor <strong>de</strong> toestand van <strong>de</strong> patiënt zich, na aanvankelijkecollaps dan wel collapsneig<strong>in</strong>g, kan stabiliseren. In dat geval zou <strong>de</strong> sedatie weer gestaaktkunnen wor<strong>de</strong>n. Als geen escaperitme ontstaat, overlijdt <strong>de</strong> patiënt.4.2 <strong>ICD</strong> (tachytherapie)De <strong>ICD</strong> heeft naast <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie (bradytherapie) ook <strong>de</strong> mogelijkheid tot tachytherapie(overpacen en shocks bij kamerritmestoornissen). Deactiveren van <strong>de</strong> tachytherapie van een <strong>ICD</strong>zal <strong>in</strong> het algemeen en naar verwacht<strong>in</strong>g geen acute klachten of hemodynamische problementeweeg brengen bij <strong>de</strong> patiënt, tenzij juist op dat moment een ritmestoornis optreedt. Wanneertij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale fase vervolgens een snelle ritmestoornis optreedt, zal <strong>de</strong>ze niet meer door<strong>de</strong> <strong>ICD</strong> behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n. Er zal dus geen shock wor<strong>de</strong>n afgegeven. De patiënt kan aan eeneerstvolgen<strong>de</strong> ritmestoornis overlij<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong> ritmestoornis echter door <strong>de</strong> patiënt re<strong>de</strong>lijk goedwordt verdragen kan <strong>de</strong>ze voortbestaan en lei<strong>de</strong>n tot palpitaties, achteruitgang van <strong>de</strong> toestand,verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd bewustzijn en eventueel een cardiogene shock. Hiervoor moet <strong>de</strong> patiëntsymptomatisch wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld, zodat het sterfbed zo comfortabel mogelijk verloopt. Dit isniet an<strong>de</strong>rs dan bij patiënten zon<strong>de</strong>r <strong>ICD</strong> met ritmestoornissen <strong>in</strong> <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale fase.4.3 CRT (Cardiale Resynchronisatie therapie)Voor CRT geldt ge<strong>de</strong>eltelijk hetzelf<strong>de</strong> als bij bradypac<strong>in</strong>g voor wat betreft pac<strong>in</strong>g-afhankelijkepatiënten. Bij <strong>de</strong>activeren van cardiale resynchronisatie therapie (CRT) voor hartfalen, kan hethartfalen van <strong>de</strong> patiënt toenemen en zijn kwaliteit van leven ver<strong>de</strong>r afnemen. Het effect op <strong>de</strong>levensverwacht<strong>in</strong>g is niet bekend. Deactiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> CRT-functie is daarom over het algemeenniet wenselijk. Indien ertoe wordt besloten, dient <strong>de</strong> patiënt symptomatisch te wor<strong>de</strong>nbehan<strong>de</strong>ld.14


4.4 Overweg<strong>in</strong>genUit bovenstaan<strong>de</strong> blijkt dat <strong>de</strong> gevolgen van het staken van een <strong>pacemaker</strong>functie(bradytherapie) heel an<strong>de</strong>rs kunnen zijn dan <strong>de</strong> gevolgen van het staken van een <strong>ICD</strong>-functie(tachytherapie). De <strong>pacemaker</strong>functie hoeft <strong>in</strong> feite ook niet ge<strong>de</strong>activeerd te wor<strong>de</strong>n omdateen functioneren<strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> het overlij<strong>de</strong>nsproces niet zal verstoren. Van een <strong>pacemaker</strong>on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>dt een patiënt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> stervensfase geen onaangename effecten, zoals bij een <strong>ICD</strong>shock.Deactiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie geeft daarentegen, zoals hiervoor beschreven, nietaltijd goed te voorspellen toename van cardiale klachten. Als <strong>de</strong> patiënt pac<strong>in</strong>gafhankelijk is,wordt uitprogrammeren van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie als onwenselijk gezien vanwege <strong>de</strong> hierbovengenoem<strong>de</strong>, voor patiënt en omstan<strong>de</strong>rs, onaangename gevolgen. An<strong>de</strong>rzijds, <strong>in</strong> het geval <strong>de</strong>patiënt niet pac<strong>in</strong>gafhankelijk is, zal <strong>de</strong> <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke hartfrequentie <strong>in</strong> rust voor <strong>de</strong> patiëntwaarschijnlijk voldoen<strong>de</strong> zijn en zal uitprogrammeren dus we<strong>in</strong>ig effect hebben. Het sterfbed zalbij <strong>de</strong>ze patiënten niet onnodig langer wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> te laten doorwerken. In geenvan bei<strong>de</strong> patiëntengroepen zal uitprogrammerenvan <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie dus lei<strong>de</strong>n tot hetBradytherapie:gewenste resultaat, namelijk het verzachten van het <strong>pacemaker</strong>functie, dat wil zeggenlij<strong>de</strong>n. Daarom is het uitprogrammeren van <strong>de</strong> pac<strong>in</strong>g om hartritme boven eenbradytherapie <strong>in</strong> het algemeen niet wenselijk. De geprogrammeerd m<strong>in</strong>imum te<strong>pacemaker</strong>functie zal dus <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe niet wor<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n. Deze functie zit <strong>in</strong> alle CIED’s.ge<strong>de</strong>activeerd.Tachytherapie:Slechts <strong>in</strong> een enkel geval zal het wenselijk wor<strong>de</strong>n therapie om snelle ritmestoornissen tegeacht van dit pr<strong>in</strong>cipe af te wijken. Er kan dan op stoppen. Dit kan met behulp vanuitdrukkelijke wens van <strong>de</strong> patiënt en na afwegen snelle antitachy pac<strong>in</strong>g (ATP) ofvan het ‘te verwachten effect’ versus het actuele en shock(s). Deze functie zit alleen <strong>in</strong>nog te verwachten lij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patiënt, na<strong>ICD</strong>’s.on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g overleg door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>Cardiac Resynchronisation Therapybehan<strong>de</strong>laars, besloten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>(CRT):<strong>pacemaker</strong>functie te <strong>de</strong>activeren. Dit kan zijn om het bradytherapie waarbij zowel <strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n te bekorten. Indien te verwachten is dat <strong>de</strong> rechter als <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ker ventrikel wordtpatiënt hierbij symptomatisch wordt en voorzien gepaced om <strong>de</strong> pompfunctie van hetwordt dat <strong>de</strong> patiënt zeer oncomfortabel wordt en hart gunstig te beïnvloe<strong>de</strong>n. Erspoedig zal overlij<strong>de</strong>n als gevolg van het <strong>de</strong>activeren, bestaan CRT-<strong>pacemaker</strong>s (CRT-P) enmoet hierop anticiperend het medicamenteuze CRT-<strong>ICD</strong>’s (CRT-D).beleid wor<strong>de</strong>n aangepast en is het aan te bevelen bijte verwachten refractaire symptomen, vóór <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g over te gaan tot palliatieve sedatie.4.5 Kernpunten• Een functioneren<strong>de</strong> <strong>ICD</strong> (tachytherapie) kan het overlij<strong>de</strong>nsproces verstoren door afgevenvan shocks en dient daarom tijdig ge<strong>de</strong>activeerd te wor<strong>de</strong>n. Deactiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>(tachytherapie) geeft op het moment van <strong>de</strong> <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g geen toename van cardialeklachten.• Een functioneren<strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> (bradytherapie) of CRT zal het overlij<strong>de</strong>nsproces nietverstoren. Een functioneren<strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong> of CRT is belangrijk voor het comfort van <strong>de</strong>patiënt. Deactiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie of CRT kan toename van cardiale klachtengeven. Dit is niet altijd goed te voorspellen. Deactiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie of CRT isdaarom niet wenselijk.15


Hoofdstuk 5 Indicaties en contra-<strong>in</strong>dicaties voor <strong>de</strong>activeren van<strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong>Er bestaat geen evi<strong>de</strong>nce based <strong>in</strong>formatie rondom <strong>de</strong>ze kwestie. Er zijn geen gecontroleer<strong>de</strong>studies of an<strong>de</strong>re wetenschappelijke on<strong>de</strong>rzoeken verricht. Het is ook onbekend wat <strong>de</strong><strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van shocks is tij<strong>de</strong>ns het overlij<strong>de</strong>nsproces. De aanbevel<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong>activeren zijngebaseerd op expert op<strong>in</strong>ion. Relevante achtergrondliteratuur is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> consensusstatements van <strong>de</strong> EHRA en <strong>de</strong> HRS (Pa<strong>de</strong>letti et al., 2010; Lampert et al., 2010). Ethischeaspecten komen aan bod <strong>in</strong> hoofdstuk 6.Indicatie voor het <strong>de</strong>activeren van een <strong>pacemaker</strong>functie (bradytherapie):• ongewenste levensverleng<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale <strong>levensfase</strong>.Indicaties voor het <strong>de</strong>activeren van een <strong>ICD</strong> (tachytherapie):• <strong>de</strong> wens van <strong>de</strong> patiënt of, bij wilsonbekwaamheid, diens vertegenwoordiger;• te verwachten shocks welke <strong>de</strong> kwaliteit van leven dan wel het stervensproces negatiefbeïnvloe<strong>de</strong>n;• ongewenste levensverleng<strong>in</strong>g.Contra-<strong>in</strong>dicatie voor het <strong>de</strong>activeren van een <strong>pacemaker</strong>functie (bradytherapie):• <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een <strong>pacemaker</strong>functie is gecontra-<strong>in</strong>diceerd als te verwachten is dat doorhet <strong>de</strong>activeren van <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie of van <strong>de</strong> CRT toename van symptomen, dusafname van kwaliteit van leven, zal optre<strong>de</strong>n. Bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van korta<strong>de</strong>migheid,palpitaties, duizel<strong>in</strong>gen en/of <strong>in</strong>termitteren<strong>de</strong> wegrak<strong>in</strong>gen. Dit wordt vooral veroorzaaktdoor het uitschakelen van hartfalentherapie <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van CRT (biventriculaire pacen) ofdoor het <strong>de</strong>activeren van bradycardie pac<strong>in</strong>g, resulterend <strong>in</strong> een traag hartritme of<strong>in</strong>termitteren<strong>de</strong> pauzes van het hartritme.Contra-<strong>in</strong>dicatie voor het <strong>de</strong>activeren van een <strong>ICD</strong> (tachytherapie):• voor het <strong>de</strong>activeren van <strong>de</strong> tachytherapie <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>laatste</strong> <strong>levensfase</strong> bestaan geen contra<strong>in</strong>dicaties.16


Hoofdstuk 6Ethische en juridische aspectenHet on<strong>de</strong>rwerp roept verschillen<strong>de</strong> ethische en juridische vragen op, die hieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>nbehan<strong>de</strong>ld.Is er ethisch en/of juridisch verschil tussen het niet <strong>in</strong>stellen van een <strong>pacemaker</strong>- of <strong>ICD</strong>behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen het staken daarvan? Nee.Er wordt ethisch en juridisch geen verschillen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gegeven aan het staken of het niet<strong>in</strong>stellen van een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Dat neemt niet weg dat er emotioneel wel <strong>de</strong>gelijk een verschiltussen bei<strong>de</strong> kan zijn: meestal wordt het staken van een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g als <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong>r gezien danhet niet <strong>in</strong>stellen ervan.Staat het <strong>de</strong>activeren van een <strong>ICD</strong> of <strong>pacemaker</strong> gelijk aan euthanasie en moet dit bij eenregionale toets<strong>in</strong>gscommissie wor<strong>de</strong>n gemeld? Nee.Het <strong>de</strong>activeren van een <strong>ICD</strong> of <strong>pacemaker</strong> staat niet gelijk aan euthanasie en het hoeft niet tewor<strong>de</strong>n gemeld bij <strong>de</strong> regionale toets<strong>in</strong>gscommissie. Bij <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een <strong>pacemaker</strong>, zelfsbij een volledig <strong>pacemaker</strong>-afhankelijke patiënt, of van een <strong>ICD</strong>, is er sprake van het staken vaneen behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, waarna <strong>de</strong> patiënt overlijdt aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> cardiale of an<strong>de</strong>re ziekte.Euthanasie is <strong>in</strong> 1985 door <strong>de</strong> Staatscommissie voor euthanasie ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als ‘het opzettelijklevensbeë<strong>in</strong>digend han<strong>de</strong>len door een an<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> betrokkene op diens verzoek’. In artikel 293van het Wetboek van Strafrecht wordt euthanasie omschreven als ‘han<strong>de</strong>len dat het leven vaneen an<strong>de</strong>r op diens uitdrukkelijk verzoek beë<strong>in</strong>digt, mid<strong>de</strong>ls het toedienen van do<strong>de</strong>lijkemid<strong>de</strong>len of door het aanreiken van <strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>len zodat <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> bijzijn van <strong>de</strong> arts zijndood kan <strong>in</strong>duceren.’ Dat betekent dat <strong>de</strong> Wet toets<strong>in</strong>g levensbeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g op verzoek en hulp bijzelfdod<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> ’euthanasiewet’) hier niet van toepass<strong>in</strong>g is en dat overlij<strong>de</strong>n na het <strong>de</strong>activerenniet behoeft te wor<strong>de</strong>n gemeld.Betekent een niet-reanimeerverzoek of -verklar<strong>in</strong>g automatisch <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>?Dat hoeft niet.Bij reanimatie <strong>in</strong> het algemeen is door on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> tijd die het duurt voordat het ritmehersteld is, scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hartspier maar ook scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> geestelijke en lichamelijkevaardighe<strong>de</strong>n te verwachten. Als <strong>de</strong> reanimatie al succesvol is, heeft dat vaak een (ver<strong>de</strong>re)verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van kwaliteit van leven tot gevolg. Bovendien vraagt dit een opname <strong>in</strong> hetziekenhuis, wat – afhankelijk van <strong>de</strong> toestand van <strong>de</strong> patiënt - niet altijd meer gewenst is. Bij een<strong>ICD</strong>-shock wordt het hartritme zo snel hersteld dat vervolgscha<strong>de</strong> verme<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n.Daardoor wordt, afgezien van <strong>de</strong> pijnlijke sensatie van <strong>de</strong> shock en <strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> schrik, <strong>de</strong>kwaliteit van leven niet beïnvloed en is ziekenhuisopname meestal niet nodig. Een nietreanimeerverzoekis dus verenigbaar met <strong>de</strong> wens om een <strong>ICD</strong> vooralsnog geactiveerd tehou<strong>de</strong>n.17


Wie mag beslissen tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een CIED?Wanneer herstel van hartritme medisch z<strong>in</strong>loos is:• <strong>de</strong> arts beslist. Uitgangspunt is het bereiken van consensus tussen <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>laar en <strong>de</strong>wilsbekwame patiënt;• als het niet mogelijk is om consensus te bereiken en <strong>de</strong> patiënt of vertegenwoordiger <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>geactiveerd wil hou<strong>de</strong>n tegen het advies van <strong>de</strong> arts <strong>in</strong>, hetgeen waarschijnlijk niet veel zalvoorkomen, zal <strong>de</strong> arts dit waarschijnlijk respecteren en niet overgaan tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g.Wanneer herstel van hartritme niet medisch z<strong>in</strong>loos is:• <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g gebeurt dan op verzoek van <strong>de</strong> patiënt; die beslist tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g. Ie<strong>de</strong>repatiënt heeft het recht om een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g die hij of zij niet (meer) wenst te weigeren danwel te staken. Wanneer voor het staken <strong>de</strong> hulp van een professional nodig is (zoals bij het<strong>de</strong>activeren van een CIED), zal <strong>de</strong> professional die hulp moeten verlenen;• bij een patiënt die wilsonbekwaam is, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wettelijke bepal<strong>in</strong>gen aangaan<strong>de</strong>vertegenwoordig<strong>in</strong>g gevolgd (WGBO 7:465, lid 3). Vaststell<strong>in</strong>g van wils(on)bekwaamheid kan<strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe door ie<strong>de</strong>re arts gebeuren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van hetstappenplan van <strong>de</strong> KNMG (http://www.knmg.nl/publicaties/wgbo-2);• wanneer een patiënt wilsonbekwaam is en het verzoek tot <strong>de</strong>activeren door diensvertegenwoordiger wordt gedaan, dan vergewist <strong>de</strong> arts zich er zo goed als hij/zij kan vandat <strong>de</strong>ze vertegenwoordiger <strong>de</strong> wensen van <strong>de</strong> patiënt behartigt. Als daarover gere<strong>de</strong> twijfelbestaat, kan <strong>de</strong> arts besluiten dit verzoek niet <strong>in</strong> te willigen. Hiervoor is na<strong>de</strong>r overleg metcollega’s en eventueel een ethicus of jurist aan te ra<strong>de</strong>n.Is er sprake van aansprakelijkheid bij complicaties als gevolg van het <strong>de</strong>activeren?Als <strong>de</strong> technicus zijn/haar werk uitvoert <strong>in</strong> opdracht van cardioloog/ziekenhuis gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>regels als <strong>in</strong> het ziekenhuis met betrekk<strong>in</strong>g tot aansprakelijkheid. Als sprake is van eencomplicatie bij een juist gediagnosticeer<strong>de</strong> en juist uitgevoer<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is er geenverwijtbaarheid en dus ook geen aansprakelijkheid. Daarbij geldt dat <strong>de</strong> patiënt uiteraard voorafvoldoen<strong>de</strong> moet zijn geïnformeerd over <strong>de</strong> gevolgen van het uitschakelen van <strong>de</strong> CIED en over<strong>de</strong> mogelijke (veel voorkomen<strong>de</strong>) complicaties.Wat als <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g moet uitvoeren, bijvoorbeeld <strong>de</strong> technicus of arts,daartegen bezwaren heeft?Dit kan voorkomen wanneer er een grote kans is dat <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g direct gevolgd zou wor<strong>de</strong>ndoor het overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patiënt (zie H.4.1). Het is het goed recht van <strong>de</strong> uitvoer<strong>de</strong>rs (technicusof arts) om <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g dan niet uit te voeren. Gezien het recht van <strong>de</strong> patiënt om (ver<strong>de</strong>re)behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g te weigeren, zal er wel iemand moeten wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n die bereid is tot<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g. Het geniet <strong>de</strong> voorkeur dat <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> implanteren<strong>de</strong>/controleren<strong>de</strong> <strong>in</strong>stantieeen vervanger stuurt. Een en an<strong>de</strong>r natuurlijk zon<strong>de</strong>r dat dit voor <strong>de</strong> patiënt vertrag<strong>in</strong>g oplevert.18


Kernpunten• Het <strong>de</strong>activeren van een <strong>pacemaker</strong> of <strong>ICD</strong> komt overeen met het staken van eenbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en valt niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Wet Toets<strong>in</strong>g Levensbeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g (euthanasiewet).• Een niet-reanimeerverzoek of -verklar<strong>in</strong>g hoeft niet samen te gaan met een verzoek tot<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een <strong>ICD</strong>.• Als het voortzetten van een CIED-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g medisch z<strong>in</strong>loos is gewor<strong>de</strong>n, wordt <strong>de</strong>behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gestaakt. Uitgangspunt hierbij is het bereiken van consensus tussen <strong>de</strong>behan<strong>de</strong>laar en <strong>de</strong> wilsbekwame patiënt.• Als <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met een CIED (nog) niet beschouwd wordt als medisch z<strong>in</strong>loos of bijtwijfel hierover, kan <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g alleen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> patiënt daartoe besluit.• Indien <strong>de</strong> patiënt wilsonbekwaam is om te beslissen om een CIED al dan niet te <strong>de</strong>activeren,is het van belang na te gaan of er een wilsverklar<strong>in</strong>g is, waar<strong>in</strong> ofwel <strong>de</strong> patiënt eenvertegenwoordiger aanwijst ofwel waaruit met re<strong>de</strong>lijke zekerheid kan wor<strong>de</strong>n afgeleid wat<strong>de</strong> patiënt zou hebben gewild. Ontbreekt een <strong>de</strong>rgelijke verklar<strong>in</strong>g dan wordt <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>ggenomen door <strong>de</strong> daarvoor <strong>in</strong> <strong>de</strong> wet aangewezen personen.• Indien <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g moet uitvoeren daartegen bezwaren heeft, kan <strong>de</strong>zepersoon hiertoe niet gedwongen wor<strong>de</strong>n. Dan zal een vervanger gevon<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>ndie <strong>de</strong> <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g wel uitvoert, zodanig dat dit voor <strong>de</strong> patiënt geen vertrag<strong>in</strong>g oplevert.19


Hoofdstuk 7Communicatie en uitvoer<strong>in</strong>g7.1 PacemakerZoals verwoord <strong>in</strong> hoofdstuk 5 van <strong>de</strong>ze richtlijn, is <strong>de</strong>activeren van <strong>pacemaker</strong>s <strong>in</strong> het algemeenniet gewenst. Meestal is het daarom geen on<strong>de</strong>rwerp van gesprek tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> follow-up. Somskomt het aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> als een patiënt of diens arts wenst <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>functie te willen laten<strong>de</strong>activeren met als doel het lij<strong>de</strong>n als gevolg van een an<strong>de</strong>re aandoen<strong>in</strong>g te bekorten. Om eenpatiënt goed voor te lichten is het nodig om een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te maken van <strong>de</strong> gevolgen van<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g. Multidiscipl<strong>in</strong>air overleg van <strong>de</strong> hoofdbehan<strong>de</strong>laar met <strong>de</strong> cardioloog en zo nodigan<strong>de</strong>re <strong>de</strong>skundigen (zoals palliatief consulent of ethicus) kan wenselijk zijn.7.2 <strong>ICD</strong>Dit hoofdstuk biedt een schematisch overzicht van <strong>de</strong> momenten waarop <strong>de</strong> mogelijkheid vaneen eventuele <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> ter sprake wordt gebracht.Tabel 7.1 Informatieverstrekk<strong>in</strong>g - bespreken - besluit tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>ICD</strong>Moment Boodschap Boodschapper Aandachtspunt1. Implantatie Shockfunctie zal op enig te kiezenmoment kunnen wor<strong>de</strong>n uitgezet<strong>ICD</strong>-verpleegkundige of arts<strong>ICD</strong>-cardioloog e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijk2. Follow-up faseBij veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vanperspectiefShockfunctie zal op enig te kiezenmoment kunnen wor<strong>de</strong>n uitgezetHoofdbehan<strong>de</strong>laar <strong>in</strong> overleg met<strong>ICD</strong>-cardioloog; <strong>ICD</strong> verpleegkundigeof –cardioloogVerzoek patiëntWisselen <strong>ICD</strong>Wilsbeschikk<strong>in</strong>g3. Palliatieve fase, bijverslechteren conditieBesprekenreanimatiebeleidBespreken <strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>g <strong>ICD</strong>Bespreken mogelijke gevolgenvan <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>gLevensverwacht<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>dicatiewor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld, men<strong>in</strong>gpatiënt wordt gevraagdAl dan niet <strong>de</strong>activeren van <strong>ICD</strong>benoemen <strong>in</strong> beschikk<strong>in</strong>gMeer <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail <strong>in</strong>formeren,afhankelijk van situatie enanticiperend op beloopVerschil tussen regulierereanimatie en <strong>ICD</strong>-shockbespreken<strong>ICD</strong>-cardioloog<strong>ICD</strong>-verpleegkundige of arts<strong>ICD</strong>-cardioloog e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkElke behan<strong>de</strong>lend artsHoofdbehan<strong>de</strong>laarHoofdbehan<strong>de</strong>laarIs het verzoekweloverwogen?Is patiënt wilsbekwaam?Is consultatie nodig (ethicus,psychiater)?Besluit tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g bijvoorkeur tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze fasenemenBesloten kan wor<strong>de</strong>nvooralsnog shockfunctie <strong>ICD</strong>aan te laten hoewel nietreanimeren beleid wordtafgesprokenDeactiver<strong>in</strong>g Deactiver<strong>in</strong>g Hoofdbehan<strong>de</strong>laar Uitvoer<strong>in</strong>g door controlerendcentrum4. Term<strong>in</strong>ale fase Deactiver<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ziekenhuis <strong>in</strong>diennog niet verricht. Indien patientniet naar het ziekenhuis kankomen zal <strong>de</strong> noodproceduremoeten wor<strong>de</strong>n gebruikt (zie H.7.3 en H. 8)Hoofdbehan<strong>de</strong>laar20


1. Fase van implantatie: <strong>in</strong>formatieWanneer te bespreken met patiënt?• voorafgaan<strong>de</strong> aan het plaatsen van een <strong>ICD</strong>.Wie?• <strong>ICD</strong>-verpleegkundige of arts;• <strong>ICD</strong>-cardioloog e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijk.Om <strong>de</strong> patiënt optimaal voor te lichten verdient het aanbevel<strong>in</strong>g al vóór implantatie tebespreken dat <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> op enig moment kan wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>activeerd. Het isaan <strong>de</strong> cardioloog om te zorgen dat dit on<strong>de</strong>rwerp besproken wordt. Vragen van patiënt eneventuele naasten kunnen dan wor<strong>de</strong>n beantwoord.Uit on<strong>de</strong>rzoek (Goldste<strong>in</strong> et al., 2008) blijkt dat zowel patiënten als artsen het moeilijk v<strong>in</strong><strong>de</strong>n diton<strong>de</strong>rwerp ter sprake te brengen. Het bespreken op een moment dat <strong>de</strong> daadwerkelijkebesliss<strong>in</strong>g nog niet hoeft te wor<strong>de</strong>n genomen zal dit gesprek op een later moment voor allepartijen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r bela<strong>de</strong>n maken. Tij<strong>de</strong>ns dit pre-implantatiegesprek krijgt <strong>de</strong> patiënt naastmon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>formatie, ook schriftelijke <strong>in</strong>formatie. Hiervoor is <strong>de</strong> patiëntenfol<strong>de</strong>r ‘<strong>ICD</strong> en hetlevense<strong>in</strong><strong>de</strong>’ ontwikkeld.Het is belangrijk om <strong>in</strong> het eerste gesprek aan te geven op welke momenten het eventueel<strong>de</strong>activeren van <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> opnieuw besproken zal wor<strong>de</strong>n.2. Follow up faseWanneer?• bij veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van perspectief;• op verzoek van patiënt;• bij wisselen van <strong>de</strong>vice;• bij opstellen wilsbeschikk<strong>in</strong>g.Wie?• hoofdbehan<strong>de</strong>laar;• <strong>ICD</strong>-verpleegkundige of –cardioloog;• elke behan<strong>de</strong>lend arts.Met <strong>de</strong> follow-up fase wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richtlijn bedoeld <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die beg<strong>in</strong>t na <strong>de</strong> implantatie enduurt tot het moment dat er een dusdanige veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van perspectief plaatsv<strong>in</strong>dt dat ersprake is van <strong>de</strong> pre-term<strong>in</strong>ale, palliatieve fase. Deze follow-up fase kan tientallen jaren duren.Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> follow-up fase kunnen er verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen zijn om het eventueel <strong>de</strong>activerenvan <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> te bespreken.Het is van belang dat <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>laars van een patiënt met een <strong>ICD</strong> zich tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> follow-uprekenschap geven van nieuwe diagnoses die het perspectief van <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> belangrijke matewijzigen. Het is daarom belangrijk om bij elk polibezoek te vragen of er veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>gezondheid zijn. Dit gesprek zal meestal gevoerd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> arts die op dat momenthoofdbehan<strong>de</strong>laar is van <strong>de</strong> patiënt.21


Indien <strong>de</strong> patiënt verzoekt om <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g, moet gesproken wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong>re<strong>de</strong>n van het verzoek en <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> patiënt. Waarom wordt dit verzoek <strong>in</strong> <strong>de</strong>zefase gedaan? En <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van welke functie(s)? Beoor<strong>de</strong>eld moet wor<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> patiënt <strong>de</strong>gevolgen van het verzoek kan overzien. Zo ja, dan wordt het verzoek uitgevoerd. Indien ersprake is van twijfel betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> wilsbekwaamheid kan eventueel het oor<strong>de</strong>el van eenpsychiater wor<strong>de</strong>n gevraagd. Vaststell<strong>in</strong>g van wils(on)bekwaamheid kan <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe door ie<strong>de</strong>rearts gebeuren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het stappenplan van <strong>de</strong> KNMG(http://www.knmg.nl/publicaties/wgbo-2).Ook op het moment van wisselen van het <strong>de</strong>vice vraagt <strong>de</strong> cardioloog of <strong>de</strong> patiënt voortzett<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, dat wil zeggen een nieuw <strong>de</strong>vice, wenst. Uiteraard v<strong>in</strong>dt er ook eenherevaluatie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatie plaats. Deze gesprekken en <strong>de</strong> daaruit voortvloeien<strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>genwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het dossier genoteerd.Indien <strong>de</strong> patiënt beschikt over een wilsbeschikk<strong>in</strong>g is het goed om te bespreken of en hoe <strong>de</strong><strong>ICD</strong> daar<strong>in</strong> genoemd wordt.3. Palliatieve faseWanneer?• op moment <strong>in</strong>gaan palliatieve fase;• op moment bespreken niet reanimeren/niet bea<strong>de</strong>men;• op verzoek van patiënt.Wie?• hoofdbehan<strong>de</strong>laar.De palliatieve fase vangt aan op het moment dat er een dusdanige veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het (medische)perspectief heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n, dat er sprake is van een levensbedreigen<strong>de</strong> ziekte waarvoorgeen curatieve behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g mogelijk is. Deze fase kan variëren van weken tot enkele jaren. Bijoncologische aandoen<strong>in</strong>gen is <strong>de</strong>ze grens vrij scherp aan te geven, bij bijvoorbeeld hart- oflonglij<strong>de</strong>n is dat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r eenduidig.Het <strong>de</strong>activeren van <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> zou dan besproken moeten wor<strong>de</strong>n op hetmoment dat <strong>de</strong> patiënt weet van een niet-curatieve aandoen<strong>in</strong>g. Afhankelijk van <strong>de</strong> prognosevan <strong>de</strong> ziekte zal gesproken wor<strong>de</strong>n over op korte termijn <strong>de</strong>activeren van <strong>de</strong> shockfunctie of zalafgesproken wor<strong>de</strong>n dat het <strong>de</strong>activeren op regelmatige basis opnieuw ter sprake zal wor<strong>de</strong>ngebracht. In ie<strong>de</strong>r geval dient <strong>de</strong> patiënt ervan op <strong>de</strong> hoogte te zijn dat het <strong>de</strong> voorkeur geniet<strong>de</strong> shockfunctie op enig moment <strong>in</strong> het verloop van <strong>de</strong> palliatieve fase, <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval voordat <strong>de</strong>term<strong>in</strong>ale fase <strong>in</strong>treedt, te <strong>de</strong>activeren.Als een niet reanimerenbeleid wordt besproken, zal ook <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> moetenwor<strong>de</strong>n besproken. Belangrijk is uit te leggen dat er een verschil is tussen een reanimatie en hetafgeven van een shock door <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>. Een <strong>ICD</strong> geeft direct bij een ritmestoornis een shock (zon<strong>de</strong>rweefselscha<strong>de</strong>), terwijl bij een ‘gewone’ reanimatie vaak orgaanscha<strong>de</strong> en -functieverliesoptreedt. Het kan dus voorkomen dat bij een patiënt wordt besloten tot niet bea<strong>de</strong>men ofreanimeren, terwijl <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> vooralsnog wel actief blijft. Uiteraard kan <strong>de</strong> patiënt zelf ook tij<strong>de</strong>ns<strong>de</strong>ze fase <strong>de</strong> wens uiten om <strong>de</strong> shockfunctie te <strong>de</strong>activeren.22


De besliss<strong>in</strong>g om een <strong>ICD</strong> te <strong>de</strong>activeren kan moeilijk zijn voor een patiënt. Deze dient dan ookvoldoen<strong>de</strong> tijd te krijgen om over het on<strong>de</strong>rwerp na te <strong>de</strong>nken en het, <strong>in</strong>dien gewenst, tebespreken met zijn of haar familiele<strong>de</strong>n. Overweeg of <strong>de</strong> patiënt psychologische begeleid<strong>in</strong>g kangebruiken.Het verdient zeer <strong>de</strong> voorkeur <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> tijdig <strong>in</strong> <strong>de</strong> palliatieve fase te<strong>de</strong>activeren om te voorkomen dat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale fase <strong>de</strong> noodprocedure moet wor<strong>de</strong>ngevolgd.4. Term<strong>in</strong>ale faseWanneer?• bij verwacht overlij<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen enkele weken.Wie?• hoofdbehan<strong>de</strong>laar.De term<strong>in</strong>ale fase breekt aan op het moment dat het overlij<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen enkele dagen tot wekenwordt verwacht. In <strong>de</strong>ze fase is cont<strong>in</strong>ueren van <strong>de</strong> shockfunctie medisch z<strong>in</strong>loos en wordt <strong>de</strong>zege<strong>de</strong>activeerd. Deactiver<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt i<strong>de</strong>aliter plaats <strong>in</strong> het ziekenhuis na overleg met <strong>de</strong>behan<strong>de</strong>lend cardioloog. Indien <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> nog niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> fase voorafgaand aan<strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale fase is ge<strong>de</strong>activeerd, wordt aan <strong>de</strong> patiënt uitgelegd dat cont<strong>in</strong>ueren van <strong>de</strong>shockfunctie <strong>in</strong> <strong>de</strong> stervensfase medisch z<strong>in</strong>loos is en <strong>ICD</strong>-shocks <strong>de</strong> kwaliteit van stervenverm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Als een patiënt of diens wettelijk vertegenwoordiger ondanks uitgebrei<strong>de</strong> uitlegtoch weigert <strong>de</strong> shockfunctie te laten <strong>de</strong>activeren, is <strong>de</strong> arts gemachtigd om een besliss<strong>in</strong>g tot<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g te nemen, omdat van hem niet <strong>de</strong> voortzett<strong>in</strong>g van een z<strong>in</strong>loos gewor<strong>de</strong>nbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n gevraagd. Met goe<strong>de</strong> voorlicht<strong>in</strong>g geduren<strong>de</strong> het gehele <strong>ICD</strong>-traject zal<strong>de</strong>ze situatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk hopelijk niet of nauwelijks voorkomen. Er kan ook gekozen wor<strong>de</strong>nom <strong>de</strong> wens van <strong>de</strong> patiënt, die het risico op shock accepteert, te respecteren.Indien een patiënt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale fase vanuit het ziekenhuis naar <strong>de</strong> thuissituatie of eenan<strong>de</strong>re <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g wordt overgeplaatst, wordt <strong>de</strong> shockfunctie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> ziekenhuisopname,voorafgaand aan overplaats<strong>in</strong>g, door mid<strong>de</strong>l van herprogrammer<strong>in</strong>g ge<strong>de</strong>activeerd. Als eenpatiënt niet meer <strong>in</strong> staat is om naar het ziekenhuis te gaan of vervoerd te wor<strong>de</strong>n, kan <strong>de</strong>noodprocedure wor<strong>de</strong>n gevolgd (zie hoofdstuk 7.3 en hoofdstuk 8).Het spreekt voor zich dat bij palliatieve sedatie of euthanasie/hulp bij zelfdod<strong>in</strong>g tevoren <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>ge<strong>de</strong>activeerd is.23


7.3 Deactiver<strong>in</strong>gReguliere procedure (stappenplan H 8.1)Deactiver<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt i<strong>de</strong>aliter plaats <strong>in</strong> het ziekenhuis na overleg met <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lend cardioloog.Hierbij herprogrammeert <strong>de</strong> technicus <strong>in</strong> het ziekenhuis <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> cardioloog <strong>de</strong>tachytherapie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>. Dit wordt vastgelegd <strong>in</strong> het dossier.Noodprocedure (stappenplan H 8.2)Als het voor <strong>de</strong> patiënt niet meer mogelijk is om naar het ziekenhuis te gaan of vervoerd tewor<strong>de</strong>n, kan <strong>de</strong> noodprocedure wor<strong>de</strong>n toegepast. Hierbij zorgt het implanterend/controlerendcentrum dat <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g op locatie el<strong>de</strong>rs of thuis plaatsv<strong>in</strong>dt door mid<strong>de</strong>l vanherprogrammer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> door een me<strong>de</strong>werker vanuit het ziekenhuis. Dit kan vaak alleenwor<strong>de</strong>n uitgevoerd tij<strong>de</strong>ns kantooruren op een vooraf afgesproken tijdstip. Indien hier nietvoldoen<strong>de</strong> tijd meer voor is, kan wor<strong>de</strong>n overgegaan op <strong>de</strong> uiterste noodprocedure met behulpvan een magneet.Uiterste noodprocedure met magneetBij een onverwachte zeer snelle achteruitgang waarbij <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>-shocks afgeeft en/of spoedigoverlij<strong>de</strong>n wordt verwacht, zeker als dit <strong>in</strong> een weekend is, zal het niet mogelijk zijn snel genoegeen <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>gsprocedure thuis of op locatie el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> gang te zetten. Voor <strong>de</strong>ze situatie kaneen speciale magneet gebruikt wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> shockfunctie te <strong>de</strong>activeren.Figuur 6.2. <strong>ICD</strong>-magneet. Sterkte van 90-130 Gauss. Buitenste diameter: 7,6 cm, b<strong>in</strong>nendiameter: 2,8 cm, dikte: 1,5 cm.Gewicht: 227 gram, volume 59 cc. Deze zijn tegen betal<strong>in</strong>g aan te vragen bij <strong>de</strong> fabrikanten van <strong>ICD</strong>’s.Als een zware magneet ter plaatse van <strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> op <strong>de</strong> huid wordt geplaatst, wordt <strong>de</strong>shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> ge<strong>de</strong>activeerd. Zolang <strong>de</strong> magneet lokaal aanwezig blijft, geeft <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>geen tachytherapie (antitachypac<strong>in</strong>g en shocks) meer af. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g om <strong>de</strong>magneet lokaal op <strong>de</strong> huid te fixeren (met bijvoorbeeld leukoplast), aangezien <strong>de</strong> shockfunctiealleen <strong>in</strong> cont<strong>in</strong>ue aanwezigheid van <strong>de</strong> magneet ge<strong>de</strong>activeerd blijft. Sommige <strong>ICD</strong>’s laten welmet tussenpozen een piepsignaal horen (dit piepsignaal verdwijnt alleen na <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g doormid<strong>de</strong>l van herprogrammer<strong>in</strong>g).Alleen bij <strong>ICD</strong>’s van het merk Biotronik wordt ondanks cont<strong>in</strong>ue aanwezigheid van <strong>de</strong> magneetna acht uur <strong>de</strong> shockfunctie automatisch hersteld. Verwij<strong>de</strong>ren en weer opnieuw fixeren van <strong>de</strong>magneet <strong>de</strong>activeert <strong>de</strong> shockfunctie voor opnieuw acht uur.24


Zodra <strong>de</strong> magneet wordt verwij<strong>de</strong>rd is <strong>de</strong> shockfunctie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> weer actief. Aangezien naoverlij<strong>de</strong>n nog elektrische stromen <strong>in</strong> het lichaam van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne kunnen lopen, verdient hetaanbevel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> magneet enige tijd na overlij<strong>de</strong>n ter plaatse te laten. Hierover bestaan geengegevens; tot ongeveer een uur na overlij<strong>de</strong>n is naar alle waarschijnlijkheid voldoen<strong>de</strong>.Een magneet heeft geen <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> <strong>pacemaker</strong>- of CRT-functie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong>.Bij het gebruiken van een magneet wordt ook zo spoedig mogelijk <strong>de</strong> procedure voor<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g door herprogrammer<strong>in</strong>g thuis of op locatie el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> gang gezet.Een magneet is verkrijgbaar bij CIED fabrikanten (voor ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>formatie zie pag<strong>in</strong>a 30).7.4 Na overlij<strong>de</strong>nHet verdient sterke aanbevel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> of <strong>pacemaker</strong> na overlij<strong>de</strong>n uit het lichaam teverwij<strong>de</strong>ren. Zie hiervoor <strong>de</strong> praktijkrichtlijn “<strong>Richtlijn</strong> voor postmortale han<strong>de</strong>lswijze omtrent<strong>ICD</strong> patiënten” van Vesalius/<strong>NVVC</strong> (via www.nvvc.nl on<strong>de</strong>r “richtlijnen”).Bij overlij<strong>de</strong>n wordt <strong>de</strong> implanterend cardioloog <strong>in</strong>gelicht. Deze registreert <strong>de</strong> gegevens <strong>in</strong> DIPR(Dutch <strong>ICD</strong> and Pacemaker Registry).7.5 Kernpunten• Als door een patiënt of behan<strong>de</strong>lend arts <strong>de</strong> wens wordt geuit van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><strong>pacemaker</strong>functie, moet <strong>de</strong>ze goed op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g.• De mogelijkheid om <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> te <strong>de</strong>activeren wordt tenm<strong>in</strong>ste op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> momenten <strong>in</strong>het behan<strong>de</strong>ltraject ter sprake gebracht:• voor implantatie:- <strong>in</strong>formeren patiënt dat shockfunctie op enig moment kan wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>activeerd.• tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> follow-upfase:- bij veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van perspectief;- op verzoek van patiënt ;- bij wisselen van <strong>de</strong>vice;- bij opstellen wilsbeschikk<strong>in</strong>g.• tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> palliatieve fase:- op moment van <strong>in</strong>gaan van <strong>de</strong> palliatieve fase;- op moment van bespreken niet-reanimeren/niet-bea<strong>de</strong>men;- op verzoek van patiënt.• tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ale fase:- bij verwacht overlij<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen enkele weken;- bij een onverwachte zeer snelle achteruitgang waarbij spoedig overlij<strong>de</strong>n wordtverwacht en <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> ongewenst shocks kan afgeven kan <strong>de</strong> noodprocedure toegepastwor<strong>de</strong>n.• Reguliere <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> tachytherapie van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong> het ziekenhuis. Indien<strong>de</strong> patiënt zich thuis of op een an<strong>de</strong>re locatie bev<strong>in</strong>dt en niet meer <strong>in</strong> staat is om naar hetziekenhuis te komen terwijl <strong>de</strong> tachytherapie nog actief is, kan <strong>de</strong>activatie alleen nogplaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n via <strong>de</strong> noodprocedure. Een ziekenhuisme<strong>de</strong>werker komt dan op locatie <strong>de</strong> <strong>ICD</strong><strong>de</strong>activeren. Dit kan echter veelal niet direct plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bij spoed kan een sterke magneetop <strong>de</strong> huid ter plaatse van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> wor<strong>de</strong>n gelegd (eventueel te fixeren met tape). Zolang<strong>de</strong>ze aanwezig is, is <strong>de</strong> tachytherapiefunctie ge<strong>de</strong>activeerd.25


Hoofdstuk 8Stappenplan <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>gStroomdiagram 8.1: procedure <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>ICD</strong> (shockfunctie)Besluit tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g (patiënten hoofdbehan<strong>de</strong>laar)Overleg hoofdbehan<strong>de</strong>laar metimplanterend cardioloog/ZHCardioloog noteert besluit <strong>in</strong>dossier en geeft opdracht aantechnicusDeactiver<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ziekenhuisVastleggen <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>ICD</strong> <strong>in</strong>dossier hoofdbehan<strong>de</strong>laar;Technicus documenteertherprogrammer<strong>in</strong>g;Mel<strong>de</strong>n DIPRStroomdiagram 8.2: noodprocedure <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>ICD</strong> (shockfunctie)Patiënt is <strong>in</strong> stervensfase, <strong>ICD</strong> isnog actiefContact opnemen metimplanterend centrum voor<strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g thuis/op locatieDeactiver<strong>in</strong>gsprocedurethuis/op locatie***Indien <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g met programmernaar verwacht<strong>in</strong>g te lang op zich laatwachten: fixeren magneet* op huidter plaatse van <strong>ICD</strong>.Tot 1 uur na overlij<strong>de</strong>n**Vastleggen <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>ICD</strong> <strong>in</strong> dossier hoofdbehan<strong>de</strong>laar;Technicus documenteert herprogrammer<strong>in</strong>g;Mel<strong>de</strong>n DIPR* De hoofdbehan<strong>de</strong>laar dient een speciale magneet tot zijn beschikk<strong>in</strong>g te hebben.** Bij <strong>ICD</strong>’s van Biotronik schakelt <strong>de</strong> shockfunctie 8 uur na opleggen magneet automatisch weer aan. Daarom bij <strong>ICD</strong>’s vandit merk elke uur kortdurend (enkele m<strong>in</strong>uten) verwij<strong>de</strong>ren. Het merk <strong>ICD</strong> is af te lezen aan het <strong>ICD</strong>-pasje dat elke patiënt <strong>in</strong>zijn bezit heeft. An<strong>de</strong>rs zo nodig te bevragen bij het implanterend centrum.*** Voor <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g op locatie (verblijfplaats patiënt waar geen programmer beschikbaar is) overlegt <strong>de</strong>hoofdbehan<strong>de</strong>laar met het <strong>ICD</strong>-implanterend/controlerend centrum. Dit centrum draagt zorg voor <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g, waarbij alstermijn 2-3 werkdagen <strong>in</strong> acht genomen dient te wor<strong>de</strong>n.26


Stroomdiagram 8.3: procedure <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>pacemaker</strong>functieBesluit tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g (op verzoek vanpatiënt en <strong>in</strong> overleg met hoofdbehan<strong>de</strong>laar)Overleg hoofdbehan<strong>de</strong>laar metimplanterend cardioloog/ZHCardioloog noteert besluit <strong>in</strong> dossier en<strong>de</strong>activeert zelf of geeft opdracht aantechnicusGeen symptomen te verwachten bijpatiënt (dyspnoe, onwelword<strong>in</strong>g etc.)Wel symptomen te verwachten bij patiënt(dyspnoe, onwelword<strong>in</strong>g etc.)Symptoombestrijd<strong>in</strong>g;Regelen sedatieDeactiver<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ziekenhuis of oplocatie <strong>in</strong> bijzijn hoofdbehan<strong>de</strong>laarVastleggen <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>pacemaker</strong> <strong>in</strong>dossier hoofdbehan<strong>de</strong>laar;Technicus documenteertherprogrammer<strong>in</strong>g;Mel<strong>de</strong>n DIPR27


LiteratuurlijstGoldste<strong>in</strong>, N.E., Lampert, R., Bradley, E., Lynn, J., Krumholz, H.M. (2004). Management of implantablecardioverter <strong>de</strong>fibrillators <strong>in</strong> end-of-life care. Ann Intern Med., 141 (11), 835-8.Goldste<strong>in</strong>, N.E., Mehta, D., Teitelbaum, E., Bradley, E.H., Morrison R.S. (2008). ‘It’s like cross<strong>in</strong>g a bridge’complexities prevent<strong>in</strong>g physicians from discuss<strong>in</strong>g <strong>de</strong>activation of implantable cardioverter <strong>de</strong>fibrillatorsat the end of life. J Gen Intern Med, 23 (1), 2–6.Kelley, A.S., Reid, M.C., Miller, D.H., F<strong>in</strong>s, J.J., Lachs, M.S. (2009). Implantable cardioverter <strong>de</strong>fibrillator at endof-life:a physician survey. Am Heart J, 157, 702–8.KNMG. (2010). Handreik<strong>in</strong>g verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bij samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg .Kramer, D.B., Buxton, A.E., Zimetbaum, P.J. (2012). Time for a change--a new approach to <strong>ICD</strong> replacement.NEJM 2012, 366, 291-3.Lampert, R., Hayes, D.L., Annas, G.J., Farley, M.A., Goldste<strong>in</strong>, N.E., Hamilton, R.M., Zellner, R. (2010). HRS ExpertConsensus Statement on the Management of Cardiovasculair Implantable Electronic Devices (CIED’s) <strong>in</strong>patients near<strong>in</strong>g end of life or request<strong>in</strong>g withdrawal of therapy. Heart Rhythm, 7, (7), 1008-26.Mar<strong>in</strong>skis, G., & Erven, L. van, EHRA Scientific Initiatives Committee. (2010). Deactivation of implantedcardioverter-<strong>de</strong>fibrillators at the end of life: results of the EHRA survey. Europace, 12 (8), 1176-1177.Nambisan, V., & Chao, D. (2004). Death and <strong>de</strong>fibrillation: a shock<strong>in</strong>g experience. Palliat Med 18, 482–3.Pa<strong>de</strong>letti, L. , Arnar, D.O., Bonc<strong>in</strong>elli, L., Brachman, J., Camm, J.A., Daubert, J.C., Vardas, P. (2010). EHRA ExpertConsensus Statement on the management of cardiovasculair implantable electronic <strong>de</strong>vices <strong>in</strong> patientsnear<strong>in</strong>g end of life or request<strong>in</strong>g withdrawal of therapy. Europace, 12, 1480-1489.Sherazi, S., Daubert, J.P., Block, R.C., Jeevanantham, V., Ab<strong>de</strong>l-Gadir, K., DiSalle, M.R., Shah, A.H. (2008).Physicians’ preferences and attitu<strong>de</strong>s about end-of-life care <strong>in</strong> patients with an implantablecardioverter<strong>de</strong>fibrillator.Mayo Cl<strong>in</strong> Proc, 83, 1139-1141.Wilkoff, B.L., Auricchio, A., Brugada, J., Cowie, M., Ellenbogen, K.A., Gillis, A.M, Heart Failure Society of America(HFSA). (2008). HRS/EHRA Expert Consensus on the Monitor<strong>in</strong>g of Cardiovascular Implantable ElectronicDevices (CIED’s): Description of Techniques, Indications, Personnel, Frequency and Ethical Consi<strong>de</strong>rations.Europace, 10,707-725.28


Verklaren<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nlijstBradytherapieCIEDCRTEHRAHoofdbehan<strong>de</strong>laarHRS<strong>ICD</strong>Op locatiePac<strong>in</strong>gafhankelijkPalliatieve faseStervensfaseTachytherapieTerm<strong>in</strong>ale fasePacemakerfunctie, dat wil zeggen pac<strong>in</strong>g om hartritme boven eengeprogrammeerd m<strong>in</strong>imum te hou<strong>de</strong>nCardiac Implantable Electronic DeviceCardiale Resynchronisatie TherapieEuropean Heart Rhythm Association (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong>organisatie ESC, European Society of Cardiology)De arts op wie <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheid rust(regievoer<strong>de</strong>r, zie KNMG leidraad Verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Dit kan<strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen van het traject een verschillend persoon zijn).Heart Rhythm SocietyImplantable Cardioverter DefibrillatorVerblijfplaats van patiënt waar geen programmer beschikbaar is, dit kanook een ziekenhuis zijnEen patiënt is pac<strong>in</strong>gafhankelijk als het eigen hartritme onvoldoen<strong>de</strong> isvoor normale bloeddrukopbouwFase die aanvangt op het moment dat genez<strong>in</strong>g van eenlevensbedreigen<strong>de</strong> aandoen<strong>in</strong>g niet langer het doel isFase die aanvangt wanneer het overlij<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen enkele dagen wordtverwacht. Hier zijn bruikbare criteria voor (volledig bedlegerig, niet meereten, enkel slokje dr<strong>in</strong>ken, orale medicatie niet meer kunnen <strong>in</strong>nemen,vaak verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd bewustzijn)Correctie van kamerritmestoornissen door mid<strong>de</strong>l van snelle pac<strong>in</strong>g ofshockFase die aanvangt wanneer <strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g is beperkt tot enkelewekenVerkrijgbaarheid <strong>ICD</strong> magneetEen <strong>ICD</strong> magneet is verkrijgbaar via een van <strong>de</strong> <strong>ICD</strong> firma’s: Biotronik. De magneet die wordtgeadviseerd is <strong>de</strong> M-50, bestelnummer 1108222.Telefoonnummer is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op <strong>de</strong> website: http://www.biotronik.nl.E-mail: office@biotronik.nl.De kosten bedragen ongeveer 90 euro.29


Bijlage 1Indicatoren1. Het voorlichten van <strong>de</strong> patiënt door mid<strong>de</strong>l van schriftelijke <strong>in</strong>formatie (patiëntenfol<strong>de</strong>r)Structuur<strong>in</strong>dicatorOperationalisatie:Is er <strong>in</strong> het ziekenhuis schriftelijke <strong>in</strong>formatie beschikbaar voor patiënten met een CIEDwaar<strong>in</strong> aandacht besteed wordt aan <strong>in</strong>dicaties voor het <strong>de</strong>activeren van een CIED?2. Het vermel<strong>de</strong>n van mogelijkheid tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontslagbrief na implantatie van eenCIEDStructuur<strong>in</strong>dicatorOperationalisatie:Wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontslagbrief na implantatie standaard <strong>de</strong> mogelijkheid tot <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g vermeld?3. Het noemen van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g bij het implantatiegesprek (check <strong>in</strong> patiëntendossier)Proces<strong>in</strong>dicatorOperationalisatie:Percentage patiënten bij wie <strong>in</strong> het dossier is vastgelegd dat bij het implantatiegesprek <strong>de</strong>mogelijkheid van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g is besprokenTeller: Aantal patiënten bij wie <strong>in</strong> een bepaald kalen<strong>de</strong>rjaar een CIED is geïmplanteerd enbij wie <strong>in</strong> het dossier is vastgelegd dat bij het implantatiegesprek <strong>de</strong> mogelijkheidvan <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g is besprokenNoemer: Aantal patiënten bij wie <strong>in</strong> een bepaald kalen<strong>de</strong>rjaar een CIED is geïmplanteerd.4. Frequentie van <strong>de</strong>activer<strong>in</strong>g van een CIED b<strong>in</strong>nen en buiten het ziekenhuisProces<strong>in</strong>dicatorOperationalisatie:Percentage patiënten bij wie <strong>de</strong> CIED is uitgezet b<strong>in</strong>nen het ziekenhuis volgens <strong>de</strong> reguliereprocedureTeller: aantal patiënten bij wie CIED is uitgezet b<strong>in</strong>nen het ziekenhuis volgens <strong>de</strong> reguliereprocedureNoemer: aantal patiënten bij wie CIED is uitgezet (b<strong>in</strong>nen en buiten het ziekenhuis)30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!