12.07.2015 Views

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE<strong>Bedieningshandleiding</strong>VLT ® HVAC Drive FC 1021,1-90 kWwww.danfoss.com/drives


InhoudVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Inhoud1 Inleiding 31.1 Doel van de handleiding 31.2 Aanvullende hulpmiddelen 31.3 Document- en softwareversie 31.4 Beoogd gebruik 31.5 Blokschema van de frequentieomvormer 41.6 Behuizingstypen en nominaal vermogen 41.7 Goedkeuringen en certificeringen 41.8 Verwijderingsinstructie 42 Veiligheid 52.1 Veiligheidssymbolen 52.2 Gekwalificeerd personeel 52.3 Veiligheidsmaatregelen 53 Mechanische installatie 73.1 Uitpakken 73.2 Installatieomgevingen 103.3 Montage 104 Elektrische installatie 124.1 Veiligheidsvoorschriften 124.2 EMC-correcte installatie 124.3 Aarding 124.4 Bedradingsschema 134.5 Toegang 154.6 Motoraansluiting 154.7 Aansluiting netvoeding 174.8 Stuurkabels 174.8.1 Stuurklemtypen 174.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmen 194.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem 27) 194.8.4 Selectie spannings-/stroomingang (schakelaars) 194.8.5 Veilige uitschakeling van het koppel (STO) 204.8.6 RS-485 seriële communicatie 204.9 Installatiechecklist 215 Inbedrijfstelling 225.1 Veiligheidsvoorschriften 225.2 Spanning inschakelen 22MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 1


InhoudVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5.3 Werking lokaal bedieningspaneel 235.4 Basisprogrammering 265.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart 265.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu] 265.4.3 Setup asynchrone motor 275.4.4 Setup permanentmagneetmotor 275.4.5 Automatische energieoptimalisatie (AEO) 295.4.6 Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) 295.5 Draairichting van de motor controleren 295.6 Test lokale bediening 305.7 Systeem opstarten 305.8 Onderhoud 306 Voorbeelden toepassingssetup 317 Diagnostiek en problemen verhelpen 357.1 Statusmeldingen 357.2 Waarschuwings- en alarmtypen 377.3 Lijst met waarschuwingen en alarmen 387.4 Probleem verhelpen 458 Specificaties 488.1 Elektrische gegevens 488.1.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC 488.1.2 Netvoeding 3 x 380-480 V AC 508.1.3 Netvoeding 3 x 525-600 V AC 528.1.4 Netvoeding 3 x 525-690 V AC 548.2 Netvoeding 568.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens 568.4 Omgevingscondities 578.5 Kabelspecificaties 578.6 Stuuringang/uitgang en stuurgegevens 578.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen 618.8 Zekeringspecificaties 618.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen 689 Bijlage 709.1 Symbolen en afkortingen 709.2 Opbouw parametermenu 70Trefwoordenregister 752 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


InleidingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>1 Inleiding1 11.1 Doel van de handleidingDeze bedieningshandleiding bevat informatie over deveilige installatie en inbedrijfstelling van de frequentieomvormer.De bedieningshandleiding is bedoeld voor gebruik doorgekwalificeerd personeel.Lees en volg de bedieningshandleiding om de frequentieomvormerop veilige en professionele wijze te kunnengebruiken. Let vooral ook op de veiligheidsvoorschriften enalgemene waarschuwingen. Bewaar deze bedieningshandleidingaltijd in de buurt van de frequentieomvormer.1.2 Aanvullende hulpmiddelenEr zijn andere hulpmiddelen beschikbaar om inzicht tekrijgen in geavanceerde functies van de frequentieomvormeren de bijbehorende programmering.• De VLT® Programmeerhandleiding gaat dieper inop het gebruik van parameters en bevat veeltoepassingsvoorbeelden.• De VLT® Design Guide gaat dieper in op demogelijkheden en functies voor het ontwerpenvan motorregelsystemen.• Instructies voor gebruik met optioneleapparatuur.Aanvullende documentatie en handleidingen zijnverkrijgbaar bij Danfoss. Zie www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Documentations/VLT+Technical+Documentation.htm voor een overzicht.Openbaarmaking, vermenigvuldiging en verkoop van ditdocument en verspreiding van de inhoud ervan isverboden, tenzij expliciet toegestaan. Overtreders van ditverbod kunnen aansprakelijk worden gesteld voor schade.Alle rechten voorbehouden ten aanzien van octrooien,octrooirechten en gedeponeerde modellen. VLT® is eengedeponeerd handelsmerk.1.3 Document- en softwareversieDeze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt.Alle suggesties voor verbetering zijn welkom. Tabel 1.1toont de documentversie en de bijbehorende softwareversie.Versie Opmerkingen SoftwareversieMG11AJxx Vervangt MG11AIxx 3.92Tabel 1.1 Document- en softwareversie1.4 Beoogd gebruikDe frequentieomvormer is een elektronische motorregelaardie• het motortoerental regelt op basis van terugkoppelingvan het systeem of externe commando'svan externe regelaars. Een aandrijfsysteembestaat uit de frequentieomvormer, de motor endoor de motor aangedreven apparatuur.• bewaakt aspecten van de systeem- enmotorstatus.• kan worden gebruikt om de motor tebeschermen.Afhankelijk van de configuratie kan de frequentieomvormerworden gebruikt in zelfstandige toepassingen ofdeel uitmaken van een grotere toepassing of installatie.De frequentieomvormer is bedoeld voor gebruik inresidentiële, industriële en commerciële omgevingenovereenkomstig lokale wetten en normen. Gebruik defrequentieomvormer niet in toepassingen die niet voldoenaan de aangegeven bedrijfscondities en -omgevingen.LET OPIn een woonomgeving kan dit product radiostoringveroorzaken. In dat geval kunnen aanvullendecorrigerende maatregelen noodzakelijk zijn.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 3


InleidingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>11.5 Blokschema van defrequentieomvormerAfbeelding 1.1 toont een blokschema van de internecomponenten van de frequentieomvormer. Zie Tabel 1.2voor de bijbehorende functies.Gebied Titel Functies8 Stuurcircuits• Ingangsvermogen, interneprocessen, uitgangssignalenen motorstroom wordenbewaakt voor een efficiëntewerking en regeling.• De gebruikersinterface enexterne commando's wordenbewaakt en uitgevoerd.• Biedt mogelijkheden voorstatusuitgang en -regeling.Tabel 1.2 Legenda bij Afbeelding 1.1Afbeelding 1.1 Blokschema frequentieomvormerGebied Titel Functies1 Netvoeding• Driefasenetvoeding naar defrequentieomvormer2 Gelijkrichter• De gelijkrichterbrug zet deinkomende AC-stroom om inDC-stroom als voeding voorde omvormer1.6 Behuizingstypen en nominaalvermogenZie 8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen voorbehuizingstypen en het nominale vermogen van defrequentieomvormers.1.7 Goedkeuringen en certificeringen3 DC-bus4 DC-reactoren5 Condensatorbatterij6 Omvormer7 Uitgang naar motor• De DC-tussenkring verwerktde DC-stroom• Filteren de DC-tussenkringspanning• Bieden beveiliging tegennettransiënten• Beperken de RMS-stroom• Verhogen de arbeidsfactornaar het voedend net• Beperken de harmonischenop de AC-ingang• Slaat de DC-spanning op• Biedt tijdelijke beschermingbij kortstondige netonderbreking• Zet het DC-signaal om naareen geregelde pulsbreedtegemoduleerdeAC-golfvorm vooreen gereguleerd variabeluitgangssignaal naar demotor.• Gereguleerd driefasiguitgangsvermogen naar demotorTabel 1.3 Goedkeuringen en certificeringenEr zijn meer goedkeuringen en certificeringen beschikbaar.Neem hiervoor contact op met de lokale Danfoss-partner.De T7 (525-690 V) frequentieomvormers zijn niet gecertificeerdvoor UL.De frequentieomvormer voldoet aan de eisen van UL 508Cten aanzien van het behoud van het thermische geheugen.Zie de sectie Thermische motorbeveiliging in de DesignGuide voor meer informatie.Zie ADN-conforme installatie in de Design Guide voorconformiteit met het Europees Verdrag inzake het internationalevervoer van gevaarlijke goederen over debinnenwateren (ADN).1.8 VerwijderingsinstructieApparatuur die elektrische componentenbevat, mag niet als huishoudelijk afvalworden afgevoerd.Voer dergelijke apparatuur apart afvolgens de geldende lokale voorschriften.Tabel 1.4 Verwijderingsinstructie4 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


VeiligheidVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>2 Veiligheid2.1 VeiligheidssymbolenDe volgende symbolen worden gebruikt in dit document.WAARSCHUWINGGeeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kanleiden tot ernstig of dodelijk letsel.VOORZICHTIGGeeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kanleiden tot licht of matig letsel. Kan tevens wordengebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkpraktijken.LET OPGeeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties diekunnen leiden tot schade aan apparatuur ofeigendommen.2.2 Gekwalificeerd personeelEen probleemloze en veilige werking van de frequentieomvormeris enkel mogelijk als de frequentieomvormer opcorrecte en betrouwbare wijze wordt vervoerd,opgeslagen, gebruikt en onderhouden. Deze apparatuurmag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend doorgekwalificeerd personeel.Gekwalificeerd personeel is gedefinieerd als opgeleidemedewerkers, die bevoegd zijn om apparatuur, systemenen circuits te installeren, in bedrijf te stellen en teonderhouden overeenkomstig relevante wetten envoorschriften. Daarnaast moet het personeel bekend zijnmet de instructies en veiligheidsmaatregelen die in ditdocument staan beschreven.2.3 VeiligheidsmaatregelenWAARSCHUWINGHOGE SPANNING!Frequentieomvormers werken met een hoge spanningwanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. Deinstallatie, het opstarten en het onderhoud mogenuitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerdpersoneel. Wanneer de installatie, het opstarten en hetonderhoud niet worden uitgevoerd door gekwalificeerdpersoneel kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.WAARSCHUWINGONBEDOELDE START!Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op denetvoeding kan de motor op elk moment starten. Defrequentieomvormer, motor en alle aangedrevenapparatuur moeten bedrijfsklaar zijn. Wanneer deapparatuur niet bedrijfsklaar is op het moment dat defrequentieomvormer op de netvoeding wordtaangesloten, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letselof tot schade aan apparatuur of eigendommen.WAARSCHUWINGONTLADINGSTIJD!De frequentieomvormer bevat DC-tussenkringcondensatorenwaarop spanning kan blijven staan, zelfswanneer de frequentieomvormer niet van spanningwordt voorzien. Om elektrische gevaren te vermijden,moet u de netvoeding, permanentmagneetmotoren enalle externe DC-tussenkringvoedingen – inclusief reservevoedingen,UPS-eenheden en DCtussenkringaansluitingennaar anderefrequentieomvormers – afschakelen. Wacht tot decondensatoren volledig zijn ontladen voordat uonderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert. Devereiste wachttijd staat vermeld in Tabel 2.1. Als u deaangegeven wachttijd na afschakeling niet in acht neemtvoordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamhedenuitvoert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.SpanningMinimale wachttijd [minuten][V]4 7 15200-240 1,1-3,7 kW 5,5-45 kW380-480 1,1-7,5 kW 11-90 kW525-600 1,1-7,5 kW 11-90 kW525-690 1,1-7,5 kW 11-90 kWEr kunnen hoge spanningen aanwezig zijn, zelfs wanneer allewaarschuwingsleds uit zijn.Tabel 2.1 OntladingstijdWAARSCHUWINGGEVAAR VOOR LEKSTROOM!De lekstromen zijn hoger dan 3,5 mA. Het is de verantwoordelijkheidvan de gebruiker of erkende elektrischinstallateur om te zorgen voor een correcte aarding vande apparatuur. Een onjuiste aarding van de frequentieomvormerkan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.2 2MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 5


VeiligheidVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>2WAARSCHUWINGGEVAARLIJKE APPARATUUR!Draaiende assen en elektrische apparatuur kunnengevaarlijk zijn. Alle elektrische werkzaamheden moetenworden uitgevoerd overeenkomstig de nationale enlokale elektriciteitsvoorschriften. De installatie, inbedrijfstellingen onderhoudswerkzaamheden mogenuitsluitend worden uitgevoerd door opgeleid en gekwalificeerdpersoneel. Het niet opvolgen van deaanbevelingen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.WAARSCHUWINGWINDMILLING!Het onbedoeld draaien van permanentmagneetmotorenkan leiden tot lichamelijk letsel en schade aanapparatuur. Zorg dat permanentmagneetmotoren zijngeblokkeerd om onbedoeld draaien te voorkomen.VOORZICHTIGPOTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE STORING!Er bestaat een kans op lichamelijk letsel wanneer defrequentieomvormer niet goed is afgesloten. Controleervoordat u de spanning inschakelt of alle veiligheidsafdekkingenop hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.6 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Mechanische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>3 Mechanische installatie3.1 Uitpakken3.1.1 Geleverde items123456• Controleer de verpakking en frequentieomvormerop zichtbare schade die is veroorzaakt door eenonjuiste behandeling tijdens het vervoer. Dieneventuele schadeclaims in bij de vervoerder.Bewaar beschadigde onderdelen ter verduidelijking.• Controleer of alle items zijn geleverd en of degegevens op het typeplaatje overeenkomen metde orderbevestiging.VLTRT/C: FC-102P3K0T4Z55H1UGCXXXSXXXXAXBXCXXXXDXP/N: 131U3930 S/N: 010102G2903.0kW(400V) / 4.0HP(460V)IN: 3x380-480V 50/60Hz 6.5/5.7AOUT: 3x0-Vin 0-590Hz 7.2/6.3AooType 12 / IP55 Tamb.45 C/113 FHVAC Drivewww.danfoss.com*1 3 1 U 39300 10102G290*Listed 76X1 E134261 Ind. Contr. Eq.1087MADE IN DENMARK130BD511.101 Typecode2 Bestelnummer3 Vermogensklasse4Ingangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hogespanningen)Uitgangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hoge5spanningen)6 Type behuizing en IP-klasse7 Maximale omgevingstemperatuur8 Certificeringen9 Ontladingstijd (waarschuwing)10 SerienummerTabel 3.1 Legenda bij Afbeelding 3.1LET OPVerwijder het typeplaatje niet van de frequentieomvormer(verlies van garantie).3.1.2 OpslagZorg dat aan de eisen voor opslag wordt voldaan. Zie8.4 Omgevingscondities voor meer informatie.3 39CAUTION:See manual for special condition/mains fusevoir manual de conditions speclales/fusiblesWARNING:Stored charge, wait 4 min.Charge residuelle, attendez 4 min.``Afbeelding 3.1 Typeplaatje product (voorbeeld)MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 7


Mechanische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>3.1.3 Productoverzicht3123130BB492.101845171661587814910131211Afbeelding 3.2 Opengewerkte tekening behuizingstype A, IP 201 Lokaal bedieningspaneel (LCP) 10 Motoruitgangsklemmen 96 (U), 97 (V), 98 (W)2 RS-485-seriëlebusaansluiting (+68, -69) 11 Relais 2 (01, 02, 03)3 Analoge I/O-connector 12 Relais 1 (04, 05, 06)4 LCP-ingangsstekker 13 Klemmen voor rem (-81, +82) en loadsharing (-88, +89)5 Analoge schakelaars (A53), (A54) 14 Netingangsklemmen 91 (L1), 92 (L2), 93 (L3)6 Kabelafschermings klem 15 USB-connector7 Ontkoppelingsplaat 16 Schakelaar afsluiting seriële bus8 Aardklem (PE) 17 Digitale I/O en 24 V-voeding9 Aardklem voor afgeschermde kabel en trekontlasting 18 AfdekkingTabel 3.2 Legenda bij Afbeelding 3.28 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


61 68Remove jumper to activate Safe StopMax. 24 Volt !39 42 50 53 5412 13 18 19 27 29 32 3 20QDF-30Mechanische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>121091106 05 04 03 02 01DC- DC+12 13130BB493.103 383745619181716FAN MOUNTINGAfbeelding 3.3 Opengewerkte tekening behuizingstype B en C, IP 55 en IP 6615141 Lokaal bedieningspaneel (LCP) 11 Relais 2 (04, 05, 06)2 Afdekking 12 Hijsoog3 RS-485-seriëlebusaansluiting 13 Bevestigingssleuf4 Digitale I/O en 24 V-voeding 14 Aardklem (PE)5 Analoge I/O-connector 15 Kabelafschermings klem6 Kabelafschermings klem 16 Remklem (-81, +82)7 USB-connector 17 Loadsharingklem (DC-bus) (-88, +89)8 Schakelaar afsluiting seriële bus 18 Motoruitgangsklemmen 96 (U), 97 (V), 98 (W)9 Analoge schakelaars (A53), (A54) 19 Netingangsklemmen 91 (L1), 92 (L2), 93 (L3)10 Relais 1 (01, 02, 03)Tabel 3.3 Legenda bij Afbeelding 3.3MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 9


Mechanische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>33.2 InstallatieomgevingenLET OPIn omgevingen met in de lucht aanwezige vloeistoffen,deeltjes of corrosieve gassen moet u ervoor zorgen datde IP/Type-klasse overeenkomt met de installatieomgeving.Als niet wordt voldaan aan de vereisten tenaanzien van de omgevingscondities, kan dit delevensduur van de frequentieomvormer bekorten. Zorgdat wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien vanvochtigheid, temperatuur en hoogte.a130BD528.10Trillingen en schokkenDe frequentieomvormer voldoet aan de vereisten diegelden wanneer de eenheid aan de wand of op de vloervan een productiehal is gemonteerd of in panelen die metbouten aan de wand of de vloer zijn bevestigd.Zie 8.4 Omgevingscondities voor uitgebreide specificatiesvoor de omgevingscondities.a3.3 MontageLET OPEen onjuiste montage kan leiden totoververhitting en lagere prestaties.Koeling• Zorg voor een vrije ruimte boven en onder deeenheid, zodat de lucht kan circuleren. ZieAfbeelding 3.4 voor de vereisten ten aanzien vande vrije ruimte.Afbeelding 3.4 Vrije ruimte boven en onder voorluchtkoelingBehuizing A2-A5 B1-B4 C1, C3 C2, C4a (mm) 100 200 200 225Tabel 3.4 Vereisten ten aanzien van de minimale vrije ruimtevoor luchtkoelingHijsen• Om een veilige hijsmethode te bepalen, moet uhet gewicht van de eenheid controleren; zie8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen.• Verzeker u ervan dat het hijstoestel geschikt isvoor de taak.• Regel indien nodig een takel, kraan ofvorkheftruck met het juiste vermogen om deeenheid te verplaatsen.• Maak bij het hijsen gebruik van de hijsogen opde eenheid, indien aanwezig.Montage1. Verzeker u ervan dat de installatielocatie hetgewicht van de eenheid kan dragen. De frequentieomvormeris geschikt voor zij-aan-zij-installatie.2. Monteer de eenheid verticaal op een stevige,vlakke ondergrond of op de optioneleachterwand.3. Maak bij wandmontage gebruik van desleufvormige bevestigingsgaten, indien aanwezig.10 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Mechanische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Montage met achterwand en rails130BD504.103 3Afbeelding 3.5 Juiste montage met achterwandLET OPGebruik van de achterwand isnoodzakelijk bij montage op rails.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 11


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>4 Elektrische installatie44.1 VeiligheidsvoorschriftenZie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften.WAARSCHUWINGGEÏNDUCEERDE SPANNING!Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels vanmotoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de condensatorenvan de apparatuur opladen, ook wanneer deapparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout).Wanneer u de motoruitgangskabels niet van elkaargescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabelsgebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.VOORZICHTIGGEVAAR VOOR DC-STROOM!De frequentieomvormers kunnen een gelijkstroomveroorzaken in de beschermende aardgeleider. Bijgebruik van een reststroomapparaat of reststroommonitor(RCD/RCM) als extra beveiliging mag uitsluitendeen RCD of RCM van het B-type worden gebruikt.Overstroombeveiliging• Aanvullende beschermende apparatuur zoalskortsluitbeveiliging of thermische motorbeveiligingtussen de frequentieomvormer en demotor is vereist voor toepassingen met meerderemotoren.• Ingangszekeringen zijn vereist om te voorzien inkortsluitbeveiliging en overstroombeveiliging. Alsdeze zekeringen niet in de fabriek zijnaangebracht, moeten ze door de installateurworden geplaatst. Zie de maximale zekeringgroottein 8.8 Zekeringspecificaties.Kabeltype en nominale waarden• Alle kabels moeten voldoen aan de nationale enlokale voorschriften ten aanzien vandwarsdoorsneden en omgevingstemperatuur.• Aanbeveling voor voedingskabels: koperdraad datbestand is tegen temperaturen van minimaal75 °C.Zie 8.1 Elektrische gegevens en 8.5 Kabelspecificaties voor deaanbevolen kabelgroottes en -typen.4.2 EMC-correcte installatieVoor een EMC-correcte installatie moet u de instructies in4.3 Aarding, 4.4 Bedradingsschema, 4.6 Motoraansluiting en4.8 Stuurkabels volgen.4.3 AardingWAARSCHUWINGGEVAAR VOOR LEKSTROOM!De lekstromen zijn hoger dan 3,5 mA. Het is de verantwoordelijkheidvan de gebruiker of erkende elektrischinstallateur om te zorgen voor een correcte aarding vande apparatuur. Een onjuiste aarding van de frequentieomvormerkan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.Voor elektrische veiligheid• Zorg voor een correcte aarding van de frequentieomvormerovereenkomstig de relevantenormen en richtlijnen.• Gebruik een afzonderlijke aarddraad voor hetingangsvermogen, het motorvermogen en destuurkabels.• Aard een frequentieomvormer niet aan eenandere zoals in een ringnetwerk.• Houd de aardverbindingen zo kort mogelijk.• Gebruik geen pigtails.• Volg de bedradingsvereisten van de motorfabrikantop.• Minimale kabeldoorsnede: 10 mm2 (of 2 nominaleaarddraden die afzonderlijk zijn aangesloten).Voor een EMC-correcte installatie• Zorg voor elektrisch contact tussen de kabelafschermingen de behuizing van defrequentieomvormer met behulp van metalenkabelwartels of de klemmen die op deapparatuur aanwezig zijn.• Gebruik sterk gevlochten draad (litzedraad, highstrandwire) om elektrische verstoringen tebeperken.12 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>LET OPPOTENTIAALVEREFFENING!Elektrische storing kan de complete installatie verstoren wanneer de aardpotentiaal van de frequentieomvormer en hetsysteem niet overeenkomen. Om elektrische verstoringen te voorkomen, moet u tussen de systeemcomponentenvereffeningskabels installeren. Aanbevolen kabeldoorsnede: 16 mm2.4.4 Bedradingsschema3-phasepowerinputDC bus+10 V DC0/-10 V DC-+10 V DC0/4-20 mA0/-10 V DC -+10 V DC0/4-20 mA91 (L1)92 (L2)93 (L3)95 PE88 (-)89 (+)50 (+10 V OUT)53 (A IN)54 (A IN)55 (COM A IN)12 (+24 V OUT)13 (+24 V OUT)18 (D IN)A531 2A541 2ONONON=0/4-20 mAOFF=0/-10 V DC -+10 V DCSwitch ModePower Supply10 V DC 24 V DC15 mA 130/200 mA+ - + -P 5-0024 V (NPN)0 V (PNP)(U) 96(V) 97(W) 98(PE) 99(R+) 82(R-) 81relay1030201relay2060504Brakeresistor240 V AC, 2 AMotor240 V AC, 2 A400 V AC, 2 A130BD552.114 419 (D IN)20 (COM D IN)27(D IN/OUT)24 V24 V (NPN)0 V (PNP)24 V (NPN)0 V (PNP)S8011 2ON(COM A OUT) 39(A OUT) 42ON=TerminatedOFF=OpenAnalog Output0/4-20 mA29(D IN/OUT)0 V24 V24 V (NPN)0 V (PNP)5VS8010 V32 (D IN)33 (D IN)0 V24 V (NPN)0 V (PNP)24 V (NPN)0 V (PNP)RS-485Interface(N RS-485) 69(P RS-485) 68(COM RS-485) 61**RS-485: Chassis*37 (D IN): GroundAfbeelding 4.1 Eenvoudig bedradingsschemaA = analoog, D = digitaal*Klem 37 (optioneel) wordt gebruikt voor veilige uitschakeling van het koppel (STO). Installatie-instructies voor de STOfunctievindt u in <strong>Bedieningshandleiding</strong> Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT ® -frequentieomvormers.**Sluit de kabelafscherming niet aan.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 13


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>26130BD529.1014345910L1L2L3PEUVWPE87Afbeelding 4.2 EMC-correcte elektrische aansluiting1 PLC 6 Afgeschermde kabel2 Frequentieomvormer 7 Motor, 3 fasen en aardverbinding3 Uitgangsschakelaar 8 Net, 3 fasen en versterkte aardverbinding4 Aardingsrail (PE) 9 Stuur kabels5 Kabelisolatie (gestript) 10 Vereffening min. 16 mm2Tabel 4.1 Legenda bij Afbeelding 4.2LET OPEMC-STORINGEN!Gebruik afzonderlijke, afgeschermde kabels voor ingangsvermogen, motorkabels en stuurkabels, of plaats de kabels in3 afzonderlijke metalen kabelgoten. Het niet scheiden van voedings-, motor- en stuurkabels kan leiden tot onbedoeldgedrag of suboptimale prestaties. Houd een minimale vrije ruimte van 200 mm aan tussen stuurkabels, motorkabels ennetvoedingskabels.14 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>4.5 Toegang• Verwijder de afdekking met een schroevendraaier(zie Afbeelding 4.3) of door de bevestigingsschroevenlos te draaien (zie Afbeelding 4.4).130BT248.104.6 MotoraansluitingWAARSCHUWINGGEÏNDUCEERDE SPANNING!Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels vanmotoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de condensatorenvan de apparatuur opladen, ook wanneer deapparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout).Wanneer u de motoruitgangskabels niet van elkaargescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabelsgebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.4 4Afbeelding 4.3 Toegang tot bedrading voor IP 20- en IP 21-behuizingenAfbeelding 4.4 Toegang tot bedrading voor IP 55- en IP 66-behuizingen130BT334.10• Volg de nationale en lokale voorschriften tenaanzien van kabelgroottes op. Zie 8.1 Elektrischegegevens voor de maximale kabelgroottes.• Volg de bedradingsvereisten van de motorfabrikantop.• Onder aan eenheden van het type IP 21 (NEMA1/12) en hoger zijn uitbreekpoorten of toegangspanelenaangebracht voor het aansluiten van demotorkabels.• Sluit geen starter of poolomschakelingsapparaat(voor bijv. Dahlandermotor of sleepringmotor)aan tussen de frequentieomvormer en de motor.Procedure1. Verwijder een deel van de buitenste kabelisolatie.2. Plaats de gestripte draad onder de kabelklem omeen mechanische bevestiging en elektrischcontact tussen de kabelafscherming en aarde teverkrijgen.3. Sluit de aarddraad aan op de dichtstbijzijndeaardklem overeenkomstig de aardingsinstructiesin 4.3 Aarding; zie Afbeelding 4.5.4. Sluit de 3-fasige motorkabel aan op klem 96 (U),97 (V) en 98 (W); zie Afbeelding 4.5.5. Haal de klemmen aan overeenkomstig deinformatie in 8.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen.Raadpleeg Tabel 4.2 voordat u de afdekkingen vastzet.Behuizing IP55 IP66A4/A5 2 2B1/B2 2,2 2,2C1/C2 2,2 2,2Geen schroeven om aan te halen voor A2/A3/B3/B4/C3/C4.Tabel 4.2 Aanhaalmomenten voor afdekkingen [Nm]MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 15


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>U V W96 97 98130BD531.10Afbeelding 4.5 MotoraansluitingAfbeelding 4.6, Afbeelding 4.7 en Afbeelding 4.8 tonen dekabelaansluitingen voor netvoeding, motor en aardingvoor basisfrequentieomvormers. De werkelijke configuratiehangt af van het type eenheid en de aanwezigheid vanoptionele apparatuur.L1 L2 L391 92 93M A I N SRELAY 1 RELAY 2130BD577.10130BD513.10U V W96 97 984Afbeelding 4.7 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aardevoor behuizingstype A4 en A588DC-89DC+ 81R-8R+130BA390.1191L192L293L396U97V98W9599+DC BR- BAfbeelding 4.8 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aarde99MOTORvoor behuizingstype B en C bij gebruik van afgeschermdeU V WkabelsAfbeelding 4.6 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aardevoor behuizingstype A2 en A316 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>4.7 Aansluiting netvoeding4.8 Stuurkabels• Selecteer de kabelgrootte op basis van deingangsstroom van de frequentieomvormer. Zie8.1 Elektrische gegevens voor de maximalekabelgroottes.• Volg de nationale en lokale voorschriften tenaanzien van kabelgroottes op.Procedure1. Sluit de 3-fasige netvoedingskabels aan op klemL1, L2 en L3 (zie Afbeelding 4.9).2. Afhankelijk van de configuratie van de apparatuurzal het ingangsvermogen worden aangesloten opde voedingsingangsklemmen of de netschakelaar.3. Aard de kabel overeenkomstig de aardingsinstructiesin 4.3 Aarding.4. Als de frequentieomvormer wordt gevoed via eengeïsoleerde netbron (IT-net of zwevendedriehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijdegeaard (geaarde driehoekschakeling), moet uzorgen dat 14-50 RFI-filter is ingesteld op Uit omschade aan de tussenkring te voorkomen en deaardcapaciteitsstromen te beperken overeenkomstigIEC 61800-3.• Isoleer stuurkabels van hoogvermogencomponentenin de frequentieomvormer.• Wanneer de frequentieomvormer op eenthermistor is aangesloten, moet u ervoor zorgendat de stuurkabels van de thermistorafgeschermd en versterkt/dubbel geïsoleerd zijn.Een 24 V DC-voeding wordt aanbevolen.4.8.1 StuurklemtypenAfbeelding 4.10 toont de verwijderbare connectoren van defrequentieomvormer. De functies en standaardinstellingenvan de klemmen worden in het kort besproken inTabel 4.3.2 34130BB921.114 4L 1 L 2 L 391 92 93130BT336.10Afbeelding 4.10 Stuurklemposities1112 13 18 19 27 29 32 33 20 37130BB931.102 361 68 69 39 42 50 53 54 55Afbeelding 4.11 KlemnummersAfbeelding 4.9 Netvoeding aansluiten• Connector 1 biedt vier programmeerbare digitaleingangsklemmen, twee extra digitale klemmendie te programmeren zijn als ingang of alsuitgang, een 24 V DC-voedingsklem en eengemeenschappelijke klem voor optionele, door deklant geleverde 24 V DC-spanning.• Connector 2 omvat de klemmen (+)68 en (-)69voor een RS-485-aansluiting voor seriëlecommunicatie.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 17


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>4• Connector 3 biedt twee analoge ingangen, éénanaloge uitgang, 10 V DC-voedingsspanning engemeenschappelijke klemmen voor de in- enuitgangen.• Connector 4 is een USB-poort die kan wordengebruikt voor de MCT 10 setupsoftware.Beschrijving klemmenKlem ParameterStandaardinstellingBeschrijvingDigitale ingangen/uitgangen12, 13 - +24 V DC 24 V DC-voedingsspanningDemaximale uitgangsstroombedraagt200 mA voor alle 24V-belastingensamen. Tegebruiken voordigitale ingangenen externetransductoren.18 5-10 [8] Start19 5-11 [0] Niet inbedrijf32 5-14 [0] Niet inbedrijf33 5-15 [0] Niet inbedrijf27 5-12 [2] Vrijloopgeïnv.29 5-13 [14] JogDigitale ingangen.In te stellen alsdigitale ingang ofuitgang. Destandaardinstellingis Ingang.20 - Common voordigitale ingangenen 0 V-potentiaalvoor 24 V-voeding.37 - Veilige uitschakelingvan hetkoppel (STO)Veilige ingang(optioneel). Gebruiktvoor veilige uitschakelingvan hetkoppel (STO).Analoge ingangen/uitgangen39 - Common vooranaloge uitgang42 6-50 Snelheid 0 -HgBegrProgrammeerbareanaloge uitgang.Het analoge signaalis 0-20 mA of 4-20mA bij maximaal500 Ω.Beschrijving klemmenKlem ParameterStandaardinstellingBeschrijving50 - +10 V DC Analoge 10 V DCvoedingsspanning.Een signaal vanmaximaal 15 mAwordt vaak gebruiktvoor een potentiometerofthermistor.53 6-1 Referentie Analoge ingang. Te54 6-2 Terugkoppeling selecteren voorspanning of stroom.Schakelaar A53 enA54 wordeningesteld op mA ofV.55 - Common vooranaloge ingangSeriële communicatie61 - Geïntegreerd RCfiltervoorkabelafscherming.UITSLUITEND voorhet aansluiten vande afscherming ingeval van EMCproblemen.68 (+) 8-3 RS-485-interface. Er69 (-) 8-3is een stuurkaartschakelaaraanwezigvoor gebruik alsafsluitweerstand.Relais01, 02, 03 5-40 [0] [0] Alarm Relaisuitgang met04, 05, 06 5-40 [1] [0] Actief omschakelcontactTe gebruiken voorAC- en DC-spanningen resistieve ofinductievebelastingen.Tabel 4.3 Beschrijving klemmenExtra klemmen:• 2 relaisuitgangen met omschakelcontact. Delocatie van de uitgangen hangt af van deconfiguratie van de frequentieomvormer.• Klemmen op de ingebouwde optioneleapparatuur. Zie de handleiding die bij de apparatuuroptiewordt geleverd.18 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>4.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmenStuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieomvormerworden getrokken. Dit maakt het installeren eenvoudig,zoals te zien is in Afbeelding 4.10.LET OPHoud stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden vanhoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.1. Open het contact door een kleine schroevendraaierin de sleuf boven het contact te steken ende schroevendraaier iets omhoog te drukken.12 13 18 19 27 29 32 33110 mmAfbeelding 4.12 Stuurkabels aansluiten2. Steek de gestripte stuurkabel in het contact.3. Verwijder de schroevendraaier om de stuurkabelvast te zetten in het contact.4. Controleer of de kabel stevig in het contact isgeklemd. Loszittende stuurkabels kunnenstoringen in de apparatuur of een suboptimalewerking tot gevolg hebben.Zie 8.5 Kabelspecificaties voor stuurkabelgroottes en6 Voorbeelden toepassingssetup voor typische stuurkabelaansluitingen.2130BD546.104.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem27)Er kan een jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13)en klem 27 om de frequentieomvormer te laten werkenwanneer de standaard fabrieksinstellingen wordengebruikt.• Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om eenextern vergrendelingssignaal van 24 V DC teontvangen. In veel toepassingen sluit degebruiker een extern vergrendelingsapparaat aanop klem 27.• Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordtgebruikt, moet u een jumper aansluiten tussenstuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. Ditzorgt voor een intern 24 V-signaal op klem 27.• Wanneer er geen signaal aanwezig is, zal deeenheid niet werken.• Wanneer de statusregel onder aan het LCP detekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft,betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maardat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.• Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optioneleapparatuur is aangesloten op klem 27 mag udeze aansluiting niet verwijderen.LET OPDe frequentieomvormer kan niet werken zonder eensignaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw isgeprogrammeerd.4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang(schakelaars)De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen wordeningesteld als ingangssignalen voor spanning (0-10 V) ofstroom (0/4-20 mA).Standaard parameterinstellingen:• Klem 53: snelheidsreferentiesignaal in eenregeling zonder terugkoppeling (zie 16-61 Klem 53schakelinstell.).• Klem 54: terugkoppelingssignaal in een regelingmet terugkoppeling (zie16-63 Klem 54 schakelinstell.).4 4MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 19


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>4LET OPSchakel de voeding naar de frequentieomvormeraf voordat u een schakelaar omzet.1. Verwijder het lokale bedieningspaneel (zieAfbeelding 4.13).2. Verwijder alle optionele apparatuur die deschakelaars afdekt.3. Stel de schakelaars A53 en A54 in voor hetgewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.BUSTER.OFF-ONVLTA53 A54U- I U- IAfbeelding 4.13 Positie van de schakelaars voor klem 53 en 541 2N O130BD530.104.8.5 Veilige uitschakeling van het koppel(STO)Om de STO-functie te gebruiken is extra bedrading voorde frequentieomvormer vereist; zie <strong>Bedieningshandleiding</strong>Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT®frequentieomvormersvoor meer informatie.4.8.6 RS-485 seriële communicatieOp een netwerksegment kunnen in totaal 32 busdeelnemersworden aangesloten als bus of via dropkabelsvanaf een gemeenschappelijke hoofdlijn. De netwerksegmentenkunnen onderling worden gekoppeld door middelvan lijnversterkers. Elke lijnversterker fungeert als eenbusdeelnemer binnen het segment waarin dezegeïnstalleerd is. Elke busdeelnemer in een bepaald netwerkmoet een uniek nodeadres hebben binnen alle segmenten.• Sluit de RS-485-kabel voor seriële communicatieaan op klem (+)68 en (-)69.• Sluit elk segment aan beide uiteinden af metbehulp van de eindschakelaar (aansluitklem aan/uit; zie Afbeelding 4.13) op de frequentieomvormers,of via een asymmetrischafsluitweerstandsnetwerk.• Verbind een groot oppervlak van de afschermingmet aarde, bijvoorbeeld door middel van eenkabelklem of een geleidende kabelwartel.• Maak gebruik van potentiaalvereffeningskabelsom in het gehele netwerk dezelfde aardpotentiaalte handhaven.• Gebruik binnen het gehele netwerk hetzelfdetype kabel om problemen met verschillendeimpedanties te voorkomen.KabelImpedantieMax. kabellengte[m]Afgeschermd met gedraaide paren (STP)120 Ω1200 (inclusief dropkabels)500 station-tot-stationTabel 4.4 Kabelgegevens20 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Elektrische installatieVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>4.9 InstallatiechecklistVoordat u het installeren van de eenheid voltooit, moet u eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven inTabel 4.5. Vink de items af wanneer ze zijn voltooid.Inspecteren Beschrijving ☑Hulpapparatuur • Kijk of er hulpapparatuur, schakelaars, werkschakelaars of ingangszekeringen/circuitbreakers aanwezig zijnaan de voedende zijde van de frequentieomvormer of in de uitgang naar de motor. Zorg dat dezegeschikt zijn om bij volle snelheid te worden gebruikt.• Controleer de functie en installatie van sensoren die worden gebruikt voor terugkoppeling naar defrequentieomvormer.• Verwijder eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren van de motor(en)• Pas eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan de voedingszijde aan en zorg dat ze wordengedempt.4 4BekabelingStuurkabelsVrije ruimte voorkoeling• Zorg dat de motorkabels en de stuurkabels van elkaar zijn gescheiden of in drie afzonderlijke metalenkabelgoten zijn geplaatst om hoogfrequente ruis tegen te gaan.• Controleer op gebroken of beschadigde draden en loszittende aansluitingen.• Controleer of de stuurkabels zijn gescheiden van voedings- en motorkabels om ruis te voorkomen.• Controleer de spanningsbron van de signalen, indien nodig.• Het gebruik van afgeschermde kabels of gedraaide paren wordt aanbevolen. Verzeker u ervan dat deafscherming correct is aangesloten.• Controleer of de vrije ruimte boven en onder de eenheid voldoende is om te zorgen voor de benodigdeluchtkoeling; zie 3.3 Montage.Omgevingscondities • Controleer of aan de omgevingscondities wordt voldaan.Zekeringen encircuitbreakersAardingBekabeling voor inenuitgangsvermogenBinnenzijde paneel• Controleer op het gebruik van de juiste zekeringen en circuitbreakers.• Controleer of alle zekeringen stevig zijn bevestigd en bedrijfsklaar zijn en of alle circuitbreakers openstaan.• Controleer op goede aardverbindingen die stevig vastzitten en vrij van oxidatie zijn.• Het aarden op een kabelgoot of het monteren van de achterwand op een metalen oppervlak is geengeschikte aarding.• Controleer op loszittende aansluitingen.• Controleer of de motor- en netvoedingskabels in aparte kabelgoten zijn geplaatst of afzonderlijk zijnafgeschermd.• Controleer of de binnenzijde van de eenheid vrij is van vuil, metaalsplinters, vocht en corrosie.• Controleer of de eenheid is gemonteerd op een ongelakt metalen oppervlak.Schakelaars • Verzeker u ervan dat alle schakelaars en werkschakelaars in de juiste stand staan.Trilling• Controleer of de eenheid stevig is gemonteerd of dat er trillingsdempers zijn gebruikt, indien nodig.• Controleer op ongebruikelijke trillingsniveaus.Tabel 4.5 InstallatiechecklistVOORZICHTIGPOTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE STORING!Er bestaat een kans op lichamelijk letsel wanneer de frequentieomvormer niet goed is afgesloten. Controleer voordat ude spanning inschakelt of alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 21


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5 Inbedrijfstelling55.1 VeiligheidsvoorschriftenZie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften.WAARSCHUWINGHOGE SPANNING!Frequentieomvormers werken met een hoge spanningwanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. Deinstallatie, het opstarten en het onderhoud mogenuitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerdpersoneel. Wanneer de installatie, het opstarten en hetonderhoud niet worden uitgevoerd door gekwalificeerdpersoneel kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.Voordat u de spanning inschakelt:1. Sluit de afdekking goed.2. Controleer of alle kabelwartels stevig zijnvastgezet.3. Verzeker u ervan dat het ingangsvermogen naarde eenheid is AFGESCHAKELD en vergrendeld.Vertrouw niet op de netschakelaars van defrequentieomvormer voor scheiding van hetingangsvermogen.4. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat opde ingangsklemmen L1 (91), L2 (92) en L3 (93),fase naar fase en fase naar aarde.5. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat opde uitgangsklemmen 96 (U), 97 (V) en 98 (W),fase naar fase en fase naar aarde.6. Controleer de elektrische geleiding door demotor door de ohmwaarden te meten op U-V(96-97), V-W (97-98) en W-U (98-96).7. Controleer op een juiste aarding van zowel defrequentieomvormer als de motor.8. Inspecteer de frequentieomvormer op losseklemaansluitingen.9. Verzeker u ervan dat de voedingsspanningovereenkomt met de spanning van de frequentieomvormeren de motor.5.2 Spanning inschakelenWAARSCHUWINGONBEDOELDE START!Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op denetvoeding kan de motor op elk moment starten. Defrequentieomvormer, motor en alle aangedrevenapparatuur moeten bedrijfsklaar zijn. Wanneer deapparatuur niet bedrijfsklaar is op het moment dat defrequentieomvormer op de netvoeding wordtaangesloten, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letselof tot schade aan apparatuur of eigendommen.1. Verzeker u ervan dat de ingangsspanning isgebalanceerd binnen een marge van 3%. Als ditniet het geval is, moet u de onbalans van deingangsspanning corrigeren voor u verdergaat.Herhaal deze procedure na de spanningscorrectie.2. Zorg dat de bekabeling van optionele apparatuur,indien aanwezig, geschikt is voor de installatietoepassing.3. Zorg dat alle bedieningselementen in de UITstandstaan. Paneeldeuren moeten zijn geslotenof de afdekking moet zijn gemonteerd.4. Schakel de spanning naar de eenheid in. Start defrequentieomvormer NOG NIET. Wanneer deeenheid met een netschakelaar is uitgerust, moetu deze in de AAN-stand zetten om de spanningnaar de frequentieomvormer in te schakelen.LET OPWanneer de statusregel onder aan het LCP de tekstAUTO EXTERN VRIJLOOP of Alarm 60, Ext. vergrendelingweergeeft, betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is,maar dat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.Zie 4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem 27) voormeer informatie.22 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


InfoInbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5.3.2 LCP-lay-out5.3 Werking lokaal bedieningspaneel5.3.1 Lokaal bedieningspaneelHet lokale bedieningspaneel (LCP) is het gecombineerdedisplay en toetsenbord aan de voorzijde van de eenheid.De functies van het LCP zijn onderverdeeld in vier groepen(zie Afbeelding 5.1).A. DisplayB. MenutoetsenHet LCP heeft diverse gebruikersfuncties:• Starten, stoppen en het regelen van de snelheidtijdens lokale bediening.• Uitlezen van bedrijfsgegevens, status, waarschuwingenen aanmaningen tot voorzichtigheid.• Programmeren van functies van de frequentieomvormer.• Voer na een fout een handmatige reset uitwanneer de autoreset niet actief is.124C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)D. Bedieningstoetsen en resettoetsA3Status0.0 % 0.00 A1(1)0.00 kWOff Remote Stop0.0Hz2605 kWh5130BD512.105 5Er is ook een optioneel numeriek LCP (NLCP) leverbaar. HetNLCP werkt op vergelijkbare wijze als het LCP. Zie deProgrammeerhandleiding voor meer informatie over hetgebruik van het NLCP.LET OPInstalleer MCT 10 setupsoftware voor inbedrijfstelling viaeen pc. De software kan worden gedownload opwww.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/softwaredownload(basisversie) of worden besteld (geavanceerdeversie, bestelnummer 130B1000)6710151617B StatusCOnWarn.AlarmBackQuickMenuOKMainMenuCancelAlarmLog98111213DHandonOffAutoonReset1418 19 20 21Afbeelding 5.1 Lokaal bedieningspaneel (LCP)A. DisplayHet display wordt geactiveerd wanneer de frequentieomvormerspanning krijgt van de netvoeding, een DCaansluitklemof een externe 24 V DC-voeding.De informatie die op het LCP wordt weergegeven, kanvoor de gebruikerstoepassing worden aangepast. Selecteerde opties via [Quick Menu], Q3-13 Displayinstellingen.Display Parameternummer Standaardinstelling1 0-20 Referentie %2 0-21 Motorstroom3 0-22 Vermogen [kW]4 0-23 Frequentie5 0-24 kWh-tellerTabel 5.1 Legenda bij Afbeelding 5.1, displayMG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 23


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5B. MenutoetsenMenutoetsen dienen om toegang te krijgen tot de parametersetup,te schakelen tussen statusuitleesmodi tijdensnormaal bedrijf en om foutloggegevens weer te geven.Toets Functie6 Status Geeft bedrijfsgegevens weer.7 Quick Menu Geeft toegang tot de parameters voor hetprogrammeren van de basisfuncties enbiedt uitgebreide toepassingsinstructies.8 Main Menu Biedt toegang tot alle programmeerbareparameters.9 Alarm Log Toont een overzicht van de actievewaarschuwingen, de laatste 10 alarmen ende onderhoudslog.Tabel 5.2 Legenda bij Afbeelding 5.1, menutoetsenC. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)Navigatietoetsen worden gebruikt voor het programmerenvan functies en het verplaatsen van de displaycursor. Denavigatietoetsen dienen tevens om de snelheid te regelenin de lokale (handmatige) bediening. In deze zonebevinden zich ook 3 statusindicatielampjes voor defrequentieomvormer.Toets Functie10 Back Brengt u terug naar de vorige stap of lijst inde menustructuur.11 Cancel Annuleert uw laatste wijziging of commando,zolang de displaymodus niet is gewijzigd.12 Info Wanneer u hierop drukt, wordt eenbeschrijving van de geselecteerde functieweergegeven.13 NavigatietoetsenGebruik de 4 navigatietoetsen om naarandere opties in het menu te gaan.14 OK Hiermee kunt u toegang krijgen tot parametergroepenof een selectie bevestigen.Tabel 5.3 Legenda bij Afbeelding 5.1, navigatietoetsenIndicator Lampje Functie15 On Groen Het On-lampje gaat brandenwanneer de frequentieomvormerspanning van een netvoeding, DCaansluitklemof externe 24 V-voeding krijgt.16 Warn. Geel Wanneer er een waarschuwingsconditieoptreedt, gaat het geleWarn.-lampje branden enverschijnt er een tekst op hetdisplay om het probleem aan tegeven.17 Alarm Rood Wanneer er een foutconditieoptreedt, gaat het rode Alarmlampjeknipperen en verschijnt ereen alarmmelding op het display.Tabel 5.4 Legenda bij Afbeelding 5.1, indicatielampjes (leds)D. Bedieningstoetsen en resettoetsDe bedieningstoetsen bevinden zich onder aan het LCP.Toets Functie18 Hand On Start de frequentieomvormer in de lokalebediening.• Een extern stopsignaal via eenstuuringang of seriële communicatieonderdrukt de lokale handmodus.19 Off Stopt de motor maar schakelt de frequentieomvormerniet af van de voeding.20 Auto On Zet het systeem in de externebedieningsmodus.• Reageert op een extern startcommandovia stuurklemmen of seriëlecommunicatie.21 Reset Hiermee kunt u de frequentieomvormerhandmatig resetten nadat u een fout hebtopgeheven.Tabel 5.5 Legenda bij Afbeelding 5.1, bedieningstoetsenen resettoetsLET OPHet contrast van het display kan worden aangepast door[Status] en de toets [▲] of [▼] gelijktijdig in te drukken.24 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5.3.3 ParameterinstellingenOm een toepassing goed te programmeren, moeten ervaak functies worden ingesteld in diverse gerelateerdeparameters. Zie 9.2 Opbouw parametermenu voor meerinformatie over de parameters.De programmeergegevens worden in de frequentieomvormerzelf opgeslagen.• De gegevens kunnen in het LCP-geheugenworden geladen bij wijze van back-up.• Om gegevens naar een andere frequentieomvormerover te zetten, sluit u het LCP aan op dieeenheid en download u de opgeslagen instellingen.• Het herstellen van de fabrieksinstellingen heeftgeen gevolgen voor de opgeslagen gegevens inhet LCP-geheugen.5.3.4 Gegevens uploaden/downloadennaar/van het LCP1. Druk op [Off] om de motor te stoppen voordat ugegevens uploadt of downloadt.2. Ga naar [Main Menu], 0-50 LCP kopiëren en drukop [OK].3. Selecteer Alles naar LCP om gegevens naar hetLCP te uploaden of selecteer Alles vanaf LCP omgegevens vanaf het LCP te downloaden.4. Druk op [OK]. Een voortgangsbalkje geeft hetverloop van het upload- of downloadproces weer.5. Druk op [Hand On] of [Auto On] om terug tekeren naar normaal bedrijf.5.3.5 Parameterinstellingen wijzigenWijzigingen weergevenVia [Quick Menu], Q5 Gemaakte wijz. kunt u alle parameterinstellingenbekijken die afwijken van destandaardinstellingen.• De lijst toont alleen parameters die afwijken vande huidige, te bewerken setup.• Parameters die weer op de standaardwaarde zijningesteld, worden niet vermeld.• De melding 'Leeg' geeft aan dat geen van deparameters is gewijzigd.Instellingen wijzigenParameterinstellingen kunnen worden bekeken engewijzigd via [Quick Menu] of [Main Menu]. [Quick Menu]geeft alleen toegang tot een beperkt aantal parameters.1. Druk op [Quick Menu] of [Main Menu] op hetLCP.2. Gebruik [▲] [▼] om door de parametergroepen tenavigeren en druk op [OK] om een parametergroepte selecteren.3. Gebruik [▲] [▼] om door de parameters tenavigeren en druk op [OK] om een parameter teselecteren.4. Gebruik [▲] [▼] om de waarde van de geselecteerdeparameter te wijzigen.5. Gebruik [◄] [►] om naar het vorige of volgendecijfer te gaan wanneer u bezig bent om decimaleparameter te wijzigen.6. Druk op [OK] om de wijziging op te slaan.7. Druk twee keer op [Back] om naar 'Status' tegaan of druk één keer op [Main Menu] om naar'Main Menu' te gaan.5.3.6 Standaardinstellingen herstellenLET OPBij een initialisatie wordt de eenheid teruggezet naar defabrieksinstellingen. De opgeslagen instellingen voorprogrammering, motorgegevens, lokalisatie en bewakingzullen verloren gaan. Voorafgaand aan initialisatie kunt ueen back-up creëren door de gegevens te uploaden naarhet LCP.Het herstellen van de standaard parameterinstellingen vande frequentieomvormer is mogelijk door de frequentieomvormerte initialiseren. De initialisatie kan via14-22 Bedrijfsmodus (aanbevolen) of handmatig wordenuitgevoerd.• Bij initialisatie via 14-22 Bedrijfsmodus wordenomvormergegevens zoals bedrijfsuren, instellingenvoor seriële communicatie, instellingenvoor het persoonlijk menu, foutlog, alarmlog enandere bewakingsfuncties niet gewijzigd.• Bij een handmatige initialisatie worden allemotor-, programmeer-, lokalisatie- en bewakingsgegevensgewist en worden defabrieksinstellingen hersteld.5 5MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 25


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5Aanbevolen initialisatieprocedure, via14-22 Bedrijfsmodus1. Druk twee keer op [Main Menu] om toegang tekrijgen tot de parameters.2. Ga naar 14-22 Bedrijfsmodus en druk op [OK].3. Ga naar Initialisatie en druk op [OK].4. Schakel de spanning naar de eenheid af en wachttot het display uitgaat.5. Schakel de spanning naar de eenheid in.Tijdens het opstarten worden de standaard parameterinstellingenhersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langerduren dan normaal.6. Alarm 80 wordt weergegeven.7. Druk op [Reset] om terug te keren naar denormale bedieningsmodus.Procedure voor handmatige initialisatie1. Schakel de spanning naar de eenheid af en wachttot het display uitgaat.2. Houd [Status], [Main Menu] en [OK] gelijktijdigingedrukt terwijl u de spanning naar de eenheidinschakelt (ongeveer 5 s of totdat u eenklikgeluid hoort en de ventilator start).Tijdens het opstarten worden de fabrieksinstellingenhersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langer duren dannormaal.Bij een handmatige initialisatie worden de volgendegegevens van de frequentieomvormer niet gereset.• 15-00 Bedrijfsuren• 15-03 Inschakelingen• 15-04 x Overtemp.• 15-05 x Overspann.5.4 Basisprogrammering5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStartDe SmartStart-wizard maakt snelle configuratie vanelementaire motor- en toepassingsparameters mogelijk.• Bij de eerste inschakeling of na een initialisatievan de frequentieomvormer start SmartStartautomatisch.• Volg de instructies op het scherm om deinbedrijfstelling van de frequentieomvormer tevoltooien. SmartStart kan altijd opnieuw wordengestart via [Quick Menu], Q4 SmartStart.• Raadpleeg 5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu] ofde Programmeerhandleiding om de inbedrijfstellingzonder de SmartStart-wizard uit tevoeren.LET OPBij de SmartStart-setup hebt u de motorgegevens nodig.De benodigde gegevens zijn gewoonlijk te vinden ophet motortypeplaatje.5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu]De aanbevolen parameterinstellingen zijn bedoeld vooropstart- en controledoeleinden. De toepassingsinstellingenkunnen variëren.De gegevens moeten worden ingevoerd terwijl despanning is INGESCHAKELD, maar voordat de frequentieomvormerin bedrijf wordt gesteld.1. Druk op [Main Menu] op het LCP.2. Gebruik de navigatietoetsen om naar parametergroep0-** Bediening/display te gaan en drukop [OK].1107 tpm3,84 A 1 (1)Hoofdmenu0-** Bediening/display1-** Belasting & motor2-** Remmen3-** Ref./Ramp.130BP066.10Afbeelding 5.2 Main Menu26 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>3. Gebruik de navigatietoetsen om naar parametergroep0-0* Basisinstellingen te gaan en druk op[OK].0.0%Operation / Display0-0*Basic Settings0-1*Set-up Operations0-2*LCP Display0-3*LCP Custom ReadoutAfbeelding 5.3 Bediening/display0.00A 1(1)0- **4. Gebruik de navigatietoetsen om naar0-03 Regionale instellingen te gaan en druk op[OK].0.0%Basic Settings0.00A 1(1)0-0*0-03 Regional Settings[0] InternationalAfbeelding 5.4 Basisinstellingen5. Gebruik de navigatietoetsen om Internationaal [0]of Noord-Amerika [1] te selecteren en druk op[OK]. (Hierdoor worden de standaardinstellingenvoor een aantal basisparameters gewijzigd.)6. Druk op [Main Menu] op het LCP.7. Gebruik de navigatietoetsen om naar 0-01 Taal tegaan.8. Selecteer de gewenste taal en druk op [OK].9. Als tussen de stuurklemmen 12 en 27 een jumperaanwezig is, laat u 5-12 Klem 27 digitale ingang opde fabrieksinstelling staan. Als dit niet het gevalis, moet u 5-12 Klem 27 digitale ingang instellenop Niet in bedrijf. Voor frequentieomvormers meteen optionele bypass is geen jumperkabel vereisttussen de stuurklemmen 12 en 27.10. 3-02 Minimumreferentie11. 3-03 Max. referentie12. 3-41 Ramp 1 aanlooptijd13. 3-42 Ramp 1 uitlooptijd14. 3-13 Referentieplaats. Gekoppeld Hand/Auto,Lokaal, Extern.130BP087.10130BP088.105.4.3 Setup asynchrone motorVoer de motorgegevens in parameter 1-20 of 1-21 tot 1-25in. Deze informatie is te vinden op het motortypeplaatje.1. 1-20 Motorverm. [kW] of 1-21 Motorverm. [PK]2. 1-22 Motorspanning3. 1-23 Motorfrequentie4. 1-24 Motorstroom5. 1-25 Nom. motorsnelheid5.4.4 Setup permanentmagneetmotorLET OPGebruik een permanentmagneetmotor (PM-motor) alleenin combinatie met ventilatoren en pompen.Stappen voor eerste programmering1. Activeer het gebruik van een PM-motor door1-10 Motorconstructie in te stellen op PM, nietuitspr.SPM [1].2. Stel 0-02 Eenh. motortoerental in op TPM [0].De motorgegevens programmerenNadat u in 1-10 Motorconstructie een PM-motor hebtgeselecteerd, zijn de PM-motorgerelateerde parameters inparametergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav. Motordata en1-4* actief.De benodigde informatie is te vinden op het motortypeplaatjeen in het motordatablad.Programmeer de volgende parameters in de aangegevenvolgorde:1. 1-24 Motorstroom2. 1-26 Cont. nom. motorkoppel3. 1-25 Nom. motorsnelheid4. 1-39 Motorpolen5. 1-30 Statorweerstand (Rs)Voer de weerstand van de statorwikkeling in voorfase naar common (Rs). Wanneer enkel fase-naarfasegegevensbeschikbaar zijn, moet u de waardedelen door 2 om de waarde voor fase-common(sterpunt) te verkrijgen.De waarde kan ook worden gemeten met behulpvan een ohmmeter; hierbij zal ook rekeningworden gehouden met de weerstand van dekabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voerhet resultaat in.5 5MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 27


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>56. 1-37 Inductantie d-as (Ld)Voer de directe asinductantie van de PM-motor invoor fase naar common.Wanneer enkel fase-naar-fasegegevensbeschikbaar zijn, moet u de waarde delen door 2om de waarde voor fase-common (sterpunt) teverkrijgen.De waarde kan ook worden gemeten met behulpvan een inductiemeter; hierbij zal ook rekeningworden gehouden met de inductantie van dekabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voerhet resultaat in.7. 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPMVoer de tegen-EMK (fase-fase, rms-waarde) in vande PM-motor bij een mechanisch toerental van1000 tpm. Tegen-EMK is de spanning die dooreen PM-motor wordt gegenereerd wanneer ergeen omvormer is aangesloten en de as externwordt gedraaid. De tegen-EMK wordt in specificatiesmeestal vermeld voor de nominalemotorsnelheid of voor een snelheid van 1000tpm, gemeten tussen twee fasen. Als de waardevoor een motorsnelheid van 1000 tpm nietbeschikbaar is, kunt u de juiste waarde als volgtberekenen: Stel, de tegen-EMK is 320 V bij 1800tpm. De waarde bij 1000 tpm kan dan als volgtworden berekend: Tegen-EMK = (spanning/tpm)*1000 = (320/1800)*1000 = 178. Dit is dewaarde die moet worden ingevoerd bij1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.Motorwerking testen1. Start de motor bij lage snelheid (100 tot 200tpm). Als de motor niet draait, moet u deinstallatie, algemene programmering en demotorgegevens controleren.2. Controleer of de startfunctie in 1-70 PM StartMode geschikt is voor de vereisten van detoepassing.RotordetectieDeze functie is de aanbevolen optie voor toepassingenwaarbij de motor start vanuit stilstand, zoals bij pompen oftransportbanden. Bij sommige motoren is een geluidhoorbaar wanneer de meetpuls wordt verzonden. Dit isniet schadelijk voor de motor.ParkerenDeze functie is de aanbevolen optie voor toepassingenwaarbij de motor al bij lage snelheid draait, zoals bijwindmilling in ventilatortoepassingen. 2-06 Parking Currenten 2-07 Parking Time kunnen worden gewijzigd. Verhoogde fabrieksinstelling van deze parameters voor toepassingenmet hoge massatraagheid.Start de motor op nominale snelheid. Controleer de VVC+PM-instellingen als de toepassing niet goed werkt. ZieTabel 5.6 voor aanbevelingen voor diverse toepassingen.ToepassingInstellingenToepassing met lage 1-17 Voltage filter time const. moetmassatraagheidworden verhoogd met een factor 5ILoad/IMotor < 5tot 101-14 Damping Gain moet wordengereduceerd1-66 Min. stroom bij lage snelh. moetworden gereduceerd (< 100%)Toepassing met lage Handhaaf de berekende waardenmassatraagheid50>ILoad/IMotor > 5Toepassingen met hoge 1-14 Damping Gain, 1-15 Low SpeedmassatraagheidFilter Time Const. en 1-16 High SpeedILoad/IMotor > 50Filter Time Const. moeten wordenverhoogdHoge belasting bij lage 1-17 Voltage filter time const. moetsnelheidworden verhoogd< 30% (nominale snelheid) 1-66 Min. stroom bij lage snelh. moetworden verhoogd (> 100%gedurende langere tijd kan leidentot oververhitting van de motor)Tabel 5.6 Aanbevelingen voor diverse toepassingenVerhoog 1-14 Damping Gain wanneer de motor bij eenbepaalde snelheid gaat oscilleren. Verhoog de waarde inkleine stappen. Een goede waarde voor deze parameterkan 10% of 100% hoger liggen dan de standaardwaarde;dit hangt af van de motor.Het startkoppel kan worden gewijzigd in 1-66 Min. stroombij lage snelh.. 100% geeft het nominale koppel alsstartkoppel.28 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5.4.5 Automatische energieoptimalisatie(AEO)LET OPAEO is niet relevant voor permanentmagneetmotoren.Automatische energieoptimalisatie (AEO) wordt aanbevolenvoor• automatische compensatie voor overgedimensioneerdemotoren;• automatische compensatie bij langzamewijzigingen van de systeembelasting;• automatische compensatie voor seizoenswijzigingen;• automatische compensatie bij lage motorbelastingen;• een lager energieverbruik;• minder motorwarmte;• minder motorgeluid.Om AEO te activeren, stelt u parameter 1-03 Koppelkarakteristiekin op Auto Energie Optim. CT [2] of Auto EnergieOptim. VT [3].5.4.6 Automatische aanpassingmotorgegevens (AMA)LET OPAMA is niet relevant voor permanentmagneetmotoren.Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) is eenprocedure die de compatibiliteit tussen de frequentieomvormeren de motor optimaliseert.• De frequentieomvormer stelt een wiskundigmodel van de motor op voor het regelen van deuitgangsstroom van de motor. De procedure testtevens de ingangsfasebalans van het elektrischvermogen. Hierbij worden de motorgegevensvergeleken met de ingevoerde gegevens inparameter 1-20 tot 1-25.• Tijdens het uitvoeren van de AMA draait demotoras niet en wordt geen schade toegebrachtaan de motor.• Bij sommige motoren kan geen volledige versievan de test worden uitgevoerd. In dat gevalselecteert u Beperkte AMA insch. [2].• Wanneer een uitgangsfilter op de motor isaangesloten, selecteert u Beperkte AMA insch.• Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen enalarmen wanneer er waarschuwingen of alarmenworden gegenereerd.• Voor het beste resultaat moet de procedureworden uitgevoerd met een koude motor.Om een AMA uit te voeren1. Druk op [Main Menu] om toegang te krijgen totde parameters.2. Ga naar parametergroep 1-** Belasting & motor endruk op [OK].3. Ga naar parametergroep 1-2* Motordata en drukop [OK].4. Ga naar 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)en druk op [OK].5. Selecteer Volledige AMA insch. [1] en druk op [OK].6. Volg de instructies op het scherm.7. De test wordt automatisch uitgevoerd en bijvoltooiing wordt een melding gegeven.5.5 Draairichting van de motor controlerenWAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alleaangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verantwoordelijkheidvan de gebruiker om te zorgen voor eenveilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer uniet controleert of de motor, het systeem en alleaangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden totlichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.LET OPRisico op schade aan pompen/compressoren wanneer demotor in de verkeerde richting draait. Controleer dedraairichting van de motor voordat u de frequentieomvormeropstart.De motor zal kortstondig gaan draaien op 5 Hz of op deminimumfrequentie die is ingesteld in 4-12 Motorsnelh.lage begr. [Hz].1. Druk op [Main Menu].2. Ga naar 1-28 Controle draair. motor en druk op[OK].3. Ga naar Ingesch. [1].De volgende tekst zal verschijnen: NB! Motor draait mogelijkin verkeerde richting.4. Druk op [OK].5. Volg de instructies op het scherm.5 5MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 29


InbedrijfstellingVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>5LET OPOm de draairichting van de motor te wijzigen, schakelt ude voeding naar de frequentieomvormer af en wacht utot de eenheid is ontladen. Verwissel de aansluiting van2 van de 3 motorkabels aan de motor- of omvormerzijdevan de aansluiting.5.6 Test lokale bedieningWAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alleaangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verantwoordelijkheidvan de gebruiker om te zorgen voor eenveilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer uniet controleert of de motor, het systeem en alleaangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden totlichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.1. Druk op [Hand On] om de frequentieomvormer tevoorzien van een lokaal startcommando.2. Laat de frequentieomvormer accelereren door via[▲] naar de volle snelheid te gaan. Door de cursorlinks van het decimaalteken te plaatsen, kunt uwijzigingen sneller invoeren.3. Let op eventuele acceleratieproblemen.4. Druk op [Off]. Let op eventuele deceleratieproblemen.Raadpleeg 7.4 Probleem verhelpen in geval van deceleratieproblemen.Zie 7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmenvoor informatie over het resetten van de frequentieomvormerna een uitschakeling (trip).5.7 Systeem opstartenVoor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk datde bekabeling door de gebruiker en de programmeringzijn voltooid. Het wordt aanbevolen om de volgendeprocedure uit te voeren nadat de toepassingssetup isvoltooid.WAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alleaangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verantwoordelijkheidvan de gebruiker om te zorgen voor eenveilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer uniet controleert of de motor, het systeem en alleaangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden totlichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.1. Druk op [Auto On].2. Schakel een extern startcommando in.3. Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledigesnelheidsbereik.4. Schakel het externe startcommando uit.5. Controleer het geluids- en trillingsniveau van demotor om u ervan te verzekeren dat het systeemnaar behoren werkt.Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmenwanneer er waarschuwingen of alarmen wordengegenereerd.5.8 OnderhoudBij normale bedrijfscondities en belastingprofielen is defrequentieomvormer onderhoudsvrij gedurende zijnvolledige levensduur. Om uitval, gevaar en schade tevoorkomen, moet u de frequentieomvormer regelmatiginspecteren; de frequentie hiervan is afhankelijk van debedrijfscondities. Vervang versleten of beschadigdeonderdelen door originele reserveonderdelen of standaardonderdelen. Ga voor service en ondersteuning naarwww.danfoss.com/contact/sales_and_services/.VOORZICHTIGEr bestaat een risico op lichamelijk letsel of schade aanapparatuur. Enkel door Danfoss geautoriseerd personeelmag reparaties en onderhoudswerkzaamhedenuitvoeren.30 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Voorbeelden toepassingssetu...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>6 Voorbeelden toepassingssetupDe voorbeelden in deze sectie zijn bedoeld als een snellereferentie voor veelgebruikte toepassingen.• De parameterinstellingen zijn gebaseerd op destandaard regionale instelling (geselecteerd in0-03 Regionale instellingen), tenzij andersaangegeven.• De parameters die betrekking hebben op deklemmen en bijbehorende instellingen wordennaast de tekeningen weergegeven.• Wanneer schakelinstellingen nodig zijn voor deanaloge klemmen A53 of A54 wordt dit ookaangegeven.LET OPBij gebruik van de optionele STO-functie kan eenjumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13) en klem37 om de frequentieomvormer te laten werken wanneerde standaard fabrieksinstellingen worden gebruikt.+24 V+24 VD IND INCOMD IND IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOMFCU - I12131819202729323337505354554239130BB927.10ParametersFunctie instelling6-12 Klem 53 4 mA*lage stroom6-13 Klem 53 20 mA*hoge stroom6-14 Klem 53 0 Hzlage ref./terugkopp.waarde6-15 Klem 53 50 Hzhoge ref./+terugkopp.waarde* = standaardwaarde-4 - 20mA Opmerkingen:D IN 37 is optioneel.6 66.1 ToepassingsvoorbeeldenA536.1.1 ToerentalTabel 6.2 Analoge snelheidsreferentie (stroom)Parameters+24 V+24 VD IND INCOMD IND IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOMFCU - I12131819202729323337505354554239130BB926.10ParametersFunctie instelling6-10 Klem 53lage spanning 0,07 V*6-11 Klem 53 10 V*hoge spanning6-14 Klem 53 0 Hzlage ref./terugkopp.waarde6-15 Klem 53 50 Hzhoge ref./+terugkopp.waarde* = standaardwaarde-Opmerkingen:-10 - +10VD IN 37 is optioneel.FC+24 V+24 VD IND INCOMD IND IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOMU - I12131819202729323337505354554239130BB683.10Functie instelling6-10 Klem 53lage spanning 0,07 V*6-11 Klem 53 10 V*hoge spanning6-14 Klem 53 0 Hzlage ref./terugkopp.waarde6-15 Klem 53 1500 Hzhoge ref./≈ 5kΩ terugkopp.waarde* = standaardwaardeOpmerkingen:D IN 37 is optioneel.A53A53Tabel 6.1 Analoge snelheidsreferentie (spanning)Tabel 6.3 Snelheidsreferentie (via een handmatigepotentiometer)MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 31


Voorbeelden toepassingssetu...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>6FC+24 V+24 VD IND INCOMD IND IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOM12131819202729323337505354554239130BB804.10ParametersFunctie instelling5-10 Klem 18 [8] Start*digitale ingang5-12 Klem 27 [19] Ref.digitale ingang vasthouden5-13 Klem 29 [21] Snelh.digitale ingang omh.5-14 Klem 32 [22] Snelh.digitale ingang omlaag* = standaardwaardeOpmerkingen:D IN 37 is optioneel.6.1.2 Start/StopFC+24 V 12+24 V 13D IN 18D IN 19COM 20D IN 27D IN 29D IN 32D IN 33D IN 37+10 50A IN 53A IN 54COM 55130BB802.10ParametersFunctie instelling5-10 Klem 18 [8] Start*digitale ingang5-12 Klem 27 [0] Niet indigitale ingang bedrijf5-19 Klem 37 [1] AlarmVeilige stop Veilige stop* = standaardwaardeOpmerkingen:Wanneer 5-12 Klem 27 digitaleingang is ingesteld op Niet inbedrijf [0] is geen jumperkabelnaar 27 nodig.D IN 37 is optioneel.A OUT42COM39Tabel 6.5 Start/stopcommando met Veilige Stop-optieTabel 6.4 Snelheid omh./omlaagSpeed130BB805.11S p e e dR e f e r e n c e130BB840.10Start (18)Afbeelding 6.2 Start/stopcommando met Veilige StopS t a r t ( 1 8 )F r e e z e e r f ( 27 )S p e e d u p ( 2 9 )S p e e d d o w n ( 3 2 )Afbeelding 6.1 Snelheid omh./omlaag32 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Voorbeelden toepassingssetu...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>ParametersParametersFC+24 V+24 VD IN121318130BB803.10Functie5-10 Klem 18digitale inganginstelling[9] PulsstartFC+24 V+24 VD IN121318130BB934.10Functie5-10 Klem 18digitale inganginstelling[8] StartD INCOMD IND IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOM192027293233375053545542395-12 Klem 27 [6] Stopdigitale ingang geïnverteerd* = standaardwaardeOpmerkingen:Wanneer 5-12 Klem 27 digitaleingang is ingesteld op Niet inbedrijf [0] is geen jumperkabelnaar 27 nodig.D IN 37 is optioneel.D INCOMD IND IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOM192027293233375053545542395-11 Klem 19digitale ingang5-12 Klem 27digitale ingang5-14 Klem 32digitale ingang5-15 Klem 33digitale ingang3-10 Ingestelde ref.Ingest. ref. 0Ingest. ref. 1Ingest. ref. 2[10]Omkeren*[0] Niet inbedrijf[16] Ingest.ref. bit 0[17] Ingest.ref. bit 125%50%75%6 6Ingest. ref. 3100%* = standaardwaardeTabel 6.6 Pulsstart/stopOpmerkingen:D IN 37 is optioneel.Speed130BB806.10Tabel 6.7 Start/stop met omkeren en 4 vooraf ingesteldesnelheden6.1.3 Externe reset na alarmLatched Start (18)Stop Inverse (27)Afbeelding 6.3 Pulsstart/Stop geïnverteerdFC+24 V+24 VD IN121318130BB928.10ParametersFunctie instelling5-11 Klem 19 [1] Resetdigitale ingangD IN19* = standaardwaardeCOMD IND IN202729Opmerkingen:D IN 37 is optioneel.D IN32D IN33D IN37+10 VA INA INCOMA OUTCOM505354554239Tabel 6.8 Externe reset na alarmMG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 33


Voorbeelden toepassingssetu...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>6.1.4 RS-4856.1.5 Motorthermistor+24 V+24 VD INFC121318130BB685.10ParametersFunctie instelling8-30 Protocol FC*8-31 Adres 1*VOORZICHTIGGebruik uitsluitend thermistors die zijn voorzien vanversterkte of dubbele isolatie om te voldoen aan dePELV-isolatievereisten.6D INCOMD IND IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOMR1R219202729323337505354554239010203040506RS-4858-32 Baudsnelhei 9600*d* = standaardwaardeOpmerkingen:Selecteer protocol, adres enbaudsnelheid in debovenstaande parameters.D IN 37 is optioneel.+24 V+24 VD IND INCOMD IND IND IND IN+10 VA INA INCOMA OUTCOMU - IVLT121318192027293233D IN 37505354554239130BB686.12FunctieParametersinstelling1-90 Therm. [2] Thermistoruitsch.motorbeveiliging1-93 Thermistorbroningang 53[1] Anal.* = standaardwaardeOpmerkingen:Als enkel een waarschuwingnodig is, moet 1-90 Therm.motorbeveiliging wordeningesteld op Thermistorwaarsch.[1].D IN 37 is optioneel.616869+-A53Tabel 6.10 MotorthermistorTabel 6.9 RS-485-netwerkaansluiting34 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>7 Diagnostiek en problemen verhelpenDit hoofdstuk beschrijft de statusmeldingen, waarschuwingenen alarmen en elementaire foutopsporing.7.1 StatusmeldingenWanneer de frequentieomvormer in de statusmodus staat,worden automatisch statusmeldingen gegenereerd en opde onderste regel van het display weergegeven (zieAfbeelding 7.1).Status1(1)799RPM 7.83A 36.4kW0.000AutoHandOffAfbeelding 7.1 StatusdisplayRemoteLocal53.2%RampingStopRunningJogging...Stand by1 2 31 Bedieningsmodus (zie Tabel 7.2)2 Referentieplaats (zie Tabel 7.3)3 Bedrijfsstatus (zie Tabel 7.4)Tabel 7.1 Legenda bij Afbeelding 7.1Tabel 7.2tot Tabel 7.4 beschrijven de statusmeldingen ophet display.130BB037.11ExternLokaalTabel 7.3 ReferentieplaatsAC-remAMA voltooidOKAMA gereedAMA actiefRemmenMax. remmenVrijloopStuurw. uitloopDe snelheidsreferentie wordt gegeven viaexterne signalen, seriële communicatie ofinterne digitale referenties.De frequentieomvormer wordt bestuurd via[Hand On] of referentiewaarden vanaf het LCP.AC-rem werd geselecteerd in 2-10 Remfunctie.De AC-rem zorgt voor overmagnetisering vande motor om zo een gecontroleerdevertraging te realiseren.De automatische aanpassing van de motorgegevens(AMA) werd met succes voltooid.AMA is klaar om te starten. Druk op [HandOn] om te starten.Het AMA-proces is bezig.De remchopper is actief. Geregenereerdeenergie wordt geabsorbeerd door deremweerstand.De remchopper is actief. De in 2-12 Begrenzingremvermogen (kW) ingestelde vermogensbegrenzingvoor de remweerstand is bereikt.• Vrijloop geïnv. werd geselecteerd alsfunctie voor een digitale ingang (parametergroep5-1* Dig. ingangen). Debijbehorende klem is niet aangesloten.• Vrijloop werd geactiveerd via seriëlecommunicatie.Gecontr. uitloop werd geselecteerd in14-10 Netstoring.• De netspanning is lager dan de ingesteldewaarde die voor een netfout is ingesteld in14-11 Netspanning bij netfout.7 7OffDe frequentieomvormer zal niet reageren opstuursignalen totdat [Auto On] of [Hand On]wordt ingedrukt.Auto OnDe frequentieomvormer wordt bestuurd viastuurklemmen en/of seriële communicatie.De frequentieomvormer kan worden bestuurdmet behulp van de navigatietoetsen op hetLCP. De lokale modus kan worden onderdruktvia stopcommando's, resets na een alarm,omkering, DC-rem en andere signalen die opde stuurklemmen worden toegepast.Tabel 7.2 BedrijfsmodusStroom hoogStroom laagDC-houd• De frequentieomvormer laat de motoruitlopen met behulp van een gecontroleerdeuitloop.De uitgangsstroom van de frequentieomvormeris hoger dan de ingestelde begrenzingin 4-51 Waarschuwing stroom hoog.De uitgangsstroom van de frequentieomvormeris lager dan de ingestelde begrenzingin 4-52 Waarschuwing snelheid laag.DC-houd werd geselecteerd in 1-80 Functie bijstop en er is een stopcommando actief. Demotor wordt gehouden door een DC-stroomzoals gedefinieerd in 2-00 DC-houd/voorverw.stroom.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 35


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Aan/uitlopenRef. hoogRef. laagOp referentieStartverzoekActiefSlaapstandSnelheid hoogSnelheid laagStand-byStartvertragingStrt vr/acht.StopUitschakeling(trip)De motor accelereert/decelereert op basis vande actieve aan-/uitloop. De referentie, begrenzingswaardeof stilstand is nog niet bereikt.De som van alle actieve referenties is hogerdan de ingestelde referentiebegrenzing in4-55 Waarsch: referentie hoog.De som van alle actieve referenties is lagerdan de ingestelde referentiebegrenzing in4-54 Waarsch: referentie laag.De frequentieomvormer werkt binnen hetingestelde referentiebereik. De terugkoppelingswaardekomt overeen met desetpointwaarde.Er is een startcommando gegeven, maar demotor blijft gestopt totdat een startvoorwaardesignaalwordt ontvangen via een digitaleingang.De motor wordt aangedreven door defrequentieomvormer.De energiebesparingsfunctie is ingeschakeld.Dit betekent dat de motor op dit moment isgestopt, maar dat deze automatisch opnieuwzal opstarten, indien nodig.De motorsnelheid is hoger dan de ingesteldewaarde in 4-53 Waarschuwing snelheid hoog.De motorsnelheid is lager dan de ingesteldewaarde in 4-52 Waarschuwing snelheid laag.In de automodus zal de frequentieomvormerde motor starten door middel van eenstartsignaal vanaf een digitale ingang of viaseriële communicatie.In 1-71 Startvertraging werd een startvertragingstijdingesteld. Er werd eenstartcommando gegeven en de motor zalstarten nadat de startvertragingstijd isverstreken.Start en Start omgekeerd werden geselecteerdals functies voor twee verschillende digitaleingangen (parametergroep 5-1* Dig. ingangen).De motor zal in voorwaartse of achterwaartserichting starten, afhankelijk van de klem die isgeactiveerd.De frequentieomvormer heeft eenstopcommando ontvangen vanaf het LCP, eendigitale ingang of via seriële communicatie.Er is een alarm opgetreden en de motor isgestopt. Zodra de oorzaak van het alarm isweggenomen, kan de frequentieomvormerhandmatig worden gereset via de toets[Reset] of extern worden gereset viastuurklemmen of seriële communicatie.Uitschakelingmet blokkeringTabel 7.4 BedrijfsstatusLET OPEr is een alarm opgetreden en de motor isgestopt. Zodra de oorzaak van het alarm isweggenomen, moet de spanning naar defrequentieomvormer af- en weer ingeschakeldworden. Hierna kan de frequentieomvormerhandmatig worden gereset via de toets[Reset] of extern worden gereset viastuurklemmen of seriële communicatie.In de auto-/externe modus heeft de frequentieomvormerexterne commando's nodig om functies te kunnenuitvoeren.7.2 Waarschuwings- en alarmtypenWaarschuwingenEen waarschuwing wordt gegenereerd wanneer eenalarmconditie dreigt of wanneer er sprake is vanabnormale bedrijfscondities. De frequentieomvormer zal insommige gevallen een alarm genereren. Een waarschuwingverdwijnt automatisch wanneer de abnormale conditie isopgeheven.AlarmenUitschakeling (trip)Een alarm wordt gegenereerd wanneer de frequentieomvormerwordt uitgeschakeld (trip), wat betekent dat defrequentieomvormer de werking opschort om schade aande frequentieomvormer of het systeem te voorkomen. Demotor zal vrijlopen tot stop. De logica van de frequentieomvormerzal actief blijven en de status van defrequentieomvormer bewaken. Nadat de foutconditie isopgeheven, kan de frequentieomvormer worden gereset.Daarna is de frequentieomvormer weer bedrijfsklaar.De frequentieomvormer resetten na een uitschakeling(trip)Een uitschakeling (trip) kan op 4 manieren worden gereset:• Door te drukken op [Reset] op het LCP• Door een resetcommando vanaf een digitaleingang• Door een resetcommando via seriëlecommunicatie• Via een automatische resetUitschakeling met blokkeringDe ingangsspanning wordt af- en weer ingeschakeld. Demotor loopt vrij tot stop. De frequentieomvormer blijft destatus van de frequentieomvormer bewaken. Schakel deingangsspanning naar de frequentieomvormer af, neem deoorzaak van de fout weg, en reset de frequentieomvormer.7 7MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 37


InfoDiagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>7Waarschuwings- en alarmdisplays• Op het LCP wordt een waarschuwingweergegeven, samen met het waarschuwingsnummer.• Er knippert een alarm, samen met hetalarmnummer.Status0.0Hz 0.000kW1(1)0.00A0.0Hz0Earth Fault [A14]Auto Remote TripAfbeelding 7.2 Voorbeeld van alarmdisplayIn aanvulling op de tekst en de alarmcode op het LCP vande frequentieomvormer zijn er drie statuslampjes.OnWarn.AlarmHandonBackOffOKAutoonAfbeelding 7.3 StatusindicatielampjesCancelResetWaarschuwingsled AlarmledWaarschuwing Aan UitAlarm Uit Aan (knippert)Uitsch. metblokkeringAanAan (knippert)Tabel 7.5 Toelichting statusindicatielampjes130BP086.11130BB467.107.3 Lijst met waarschuwingen en alarmenOnderstaande informatie over waarschuwingen/alarmenbeschrijft de waarschuwings- en alarmcondities, geeft demogelijke oorzaak aan en biedt een oplossing of foutopsporingsprocedure.WAARSCHUWING 1, 10 V laagDe spanning van de stuurkaart is lager dan 10 V vanafklem 50.Verminder de belasting van klem 50, want de 10 V-voeding is overbelast. Maximaal 15 mA of minimaal 590 Ω.Deze conditie kan worden veroorzaakt door eenkortsluiting in een aangesloten potentiometer of eenonjuiste bedrading van de potentiometer.Probleem verhelpenVerwijder de bedrading vanaf klem 50. Wanneerde waarschuwing verdwijnt, zit het probleem inde bedrading. Als de waarschuwing nietverdwijnt, moet de stuurkaart worden vervangen.WAARSCHUWING/ALARM 2, Live-zerofoutDeze waarschuwing of dit alarm verschijnt alleen als dit isingesteld in 6-01 Live zero time-out-functie. Het signaal opeen van de analoge ingangen is minder dan 50% van deminimumwaarde die voor die ingang is geprogrammeerd.Deze conditie kan worden veroorzaakt door draadbreuk ofdoor een signaal van een defect apparaat.Probleem verhelpenControleer de aansluitingen op alle analogeingangsklemmen. De stuurkaartklemmen 53 en54 op signalen, klem 55 gemeenschappelijk. Deklemmen 11 en 12 van MCB 101 op signalen,klem 10 gemeenschappelijk. De klemmen 1, 3, 5van MCB 109 op signalen, klem 2,4, 6 gemeenschappelijk.Controleer of de programmering van de frequentieomvormeren de schakelinstellingenovereenkomen met het type analoge signaal.Voer een ingangsklemsignaaltest uit.WAARSCHUWING/ALARM 4, Faseverlies netvoedingAan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalansvan de netspanning is te hoog. Deze melding verschijntook als er een fout optreedt in de ingangsgelijkrichter opde frequentieomvormer. De opties wordengeprogrammeerd via 14-12 Functie bij onbalans netsp..Probleem verhelpenControleer de voedingsspanning en voedingsstromennaar de frequentieomvormer.38 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoogDe tussenkringspanning (DC) is hoger dan de waarschuwingslimietvoor hoge spanning. De limiet hangt af van denominale spanning van de frequentieomvormer. Deeenheid is nog steeds actief.WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laagDe tussenkringspanning (DC) is lager dan de waarschuwingslimietvoor lage spanning. De limiet hangt af van denominale spanning van de frequentieomvormer. Deeenheid is nog steeds actief.WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanningAls de tussenkringspanning hoger is dan de overspanningsbegrenzingschakelt de frequentieomvormer na eenbepaalde tijd uit.Probleem verhelpenSluit een remweerstand aan.Verleng de aan/uitlooptijd.Wijzig het type ramp.Activeer de functies in 2-10 Remfunctie.Verhoog 14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout.Als het alarm/de waarschuwing tijdens eenspanningsdip optreedt, moet u gebruikmaken vankinetische backup (14-10 Netstoring).WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanningAls de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de limietvoor lage spanning zal de frequentieomvormer controlerenof de 24 V DC-reservevoeding is aangesloten. Als geen 24V DC-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequentieomvormeruit na een vaste tijdsvertraging. Dezetijdsvertraging hangt af van de eenheidgrootte.Probleem verhelpenControleer of de voedingsspanning overeenkomtmet de spanning van de frequentieomvormer.Voer een ingangsspanningstest uit.Voer een soft-chargecircuittest uit.WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelastDe frequentieomvormer staat op het punt van uitschakelingwegens overbelasting (te hoge stroom gedurendeeen te lange tijd). De teller voor de thermo-elektronischeomvormerbeveiliging genereert een waarschuwing bij 98%en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordtgegenereerd. De frequentieomvormer kan niet wordengereset totdat de teller onder de 90% is gezakt.De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een telange tijd voor meer dan 100% werd overbelast.Probleem verhelpenVergelijk de aangegeven uitgangsstroom op hetLCP met de nominale stroom van de frequentieomvormer.Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op hetLCP met de gemeten motorstroom.Laat de thermische belasting op het LCPweergeven en houd de waarde in de gaten.Wanneer de stroom hoger is dan de nominalecontinustroom van de frequentieomvormer gaatde teller omhoog. Wanneer de stroom lager isdan de nominale continustroom van de frequentieomvormergaat de teller omlaag.WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-ETRDe thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat demotor te warm is. In 1-90 Therm. motorbeveiliging kanworden ingesteld of de frequentieomvormer eenwaarschuwing of een alarm moet genereren wanneer deteller 100% bereikt. De fout treedt op wanneer de motorgedurende een te lange tijd voor meer dan 100% wordtoverbelast.Probleem verhelpenControleer op oververhitting van de motor.Controleer of de motor mechanisch overbelast is.Controleer of de ingestelde motorstroom in1-24 Motorstroom correct is.Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25correct zijn ingesteld.Controleer bij gebruik van een externe ventilatorof deze ook is geselecteerd in 1-91 Ext. motorventilator.Door het uitvoeren van een AMA via 1-29 Autom.aanpassing motorgeg. (AMA) wordt de frequentieomvormernauwkeuriger afgestemd op de motoren wordt de thermische belasting beperkt.WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorthermistorControleer of de thermistor is losgekoppeld. In 1-90 Therm.motorbeveiliging kan worden ingesteld of de frequentieomvormereen waarschuwing of een alarm moet genereren.7 7MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 39


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>7Probleem verhelpenControleer op oververhitting van de motor.Controleer of de motor mechanisch overbelast is.Controleer bij gebruik van klem 53 of 54 of dethermistor correct is aangesloten tussen klem 53of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10V-voeding). Controleer ook of de klemschakelaarvoor 53 of 54 is ingesteld voor spanning.Controleer of 1-93 Thermistorbron is ingesteld opklem 53 of 54.Controleer bij gebruik van digitale ingang 18 of19 of de thermistor correct is aangesloten tussenklem 18 of 19 (digitale ingang, alleen PNP) enklem 50. Controleer of 1-93 Thermistorbron isingesteld op klem 18 of 19.WAARSCHUWING/ALARM 12, KoppelbegrenzingHet koppel is hoger dan de ingestelde waarde in4-16 Koppelbegrenzing motormodus of 4-17 Koppelbegrenzinggeneratormodus. 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.kan worden gebruikt om voor deze conditie eenwaarschuwing gevolgd door een alarm in te stellen inplaats van enkel een waarschuwing.Probleem verhelpenWanneer de koppelbegrenzing tijdens hetaanlopen wordt overschreden, moet u deaanlooptijd verlengen.Wanneer de koppelbegrenzing tijdens hetuitlopen wordt overschreden, moet u deuitlooptijd verlengen.Wanneer de koppelbegrenzing tijdens bedrijfwordt overschreden, kunt u de koppelbegrenzingmogelijk verhogen. Verzeker u ervan dat hetsysteem veilig kan werken bij een hoger koppel.Controleer de toepassing om te bepalen of demotor overmatig veel stroom trekt.WAARSCHUWING/ALARM 13, OverstroomDe piekstroombegrenzing van de omvormer (ongeveer200% van de nominale stroom) is overschreden. Dewaarschuwing zal ongeveer 1,5 s aanhouden, waarna defrequentieomvormer uitschakelt en een alarm genereert.Deze fout kan worden veroorzaakt door een schokbelastingof een snelle acceleratie bij belastingen met eenhoge massatraagheid. Hij kan ook optreden na eenkinetische backup in geval van een snelle acceleratie bijhet aanlopen. Als uitgebreide mechanische rembesturing isgeselecteerd, kan de uitschakeling (trip) extern wordengereset.Probleem verhelpenSchakel de voeding af en controleer of demotoras kan worden gedraaid.Controleer of het vermogen van de motorovereenkomt met dat van de frequentieomvormer.Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25correct zijn ingesteld.Alarm 14, AardfoutEr loopt een stroom van de uitgangsfasen naar de aarde,ofwel in de kabel tussen de frequentieomvormer en demotor of in de motor zelf.Probleem verhelpenSchakel de frequentieomvormer af en hef deaardfout op.Controleer op aardfouten in de motor door deweerstand van de motorkabels en de motor naaraarde te meten met behulp van eenisolatiemeter.Alarm 15, Incompatibele hardwareEen gemonteerde optie kan niet werken met de huidigestuurkaarthardware of -software.Noteer de waarde van onderstaande parameters en neemcontact op met uw Danfoss-leverancier.15-40 FC-type15-41 Vermogensectie15-42 Spanning15-43 Softwareversie15-45 Huidige typecodereeks15-49 SW-id stuurkaart15-50 SW-id voedingskaart15-60 Optie gemonteerd15-61 SW-versie optie (voor elke optiesleuf)Alarm 16, KortsluitingEr is kortsluiting in de motor of de motorkabels.Schakel de voeding naar de frequentieomvormer af en hefde kortsluiting op.WAARSCHUWING/ALARM 17, Stuurwoordtime-outEr is geen communicatie met de frequentieomvormer.Deze waarschuwing is alleen actief wanneer 8-04 Time-outfunctiestuurwoord NIET is ingesteld op Uit [0].Als 8-04 Time-out-functie stuurwoord is ingesteld op Stop enuitsch. [5] zal er een waarschuwing worden gegeven. Defrequentieomvormer stopt na de uitloop, waarna een alarmwordt gegenereerd.40 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Probleem verhelpenControleer de aansluitingen op de kabel voorseriële communicatie.Verhoog 8-03 Time-out-tijd stuurwoord.Controleer de werking van de communicatieapparatuur.Controleer of de installatie is uitgevoerd overeenkomstigde EMC-vereisten.ALARM 18, Start misluktDe snelheid heeft de ingestelde waarde in 1-77 Maxstartsnelh compressor [tpm] bij het starten nietoverschreden binnen de voorgeschreven tijd (ingesteld in1-79 Max starttijd compressor tot uitsch). Dit kan zijnveroorzaakt door een geblokkeerde motor.WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilatorDe ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiligingdie controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. Deventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via14-53 Ventilatorbew. (Uitgesch. [0]).Voor frequentieomvormers met frame D, E en F wordt degeregelde spanning naar de ventilatoren bewaakt.Probleem verhelpenControleer of de ventilator correct werkt.Schakel de voeding naar de frequentieomvormeruit en weer in en controleer of de ventilator heeleven actief is tijdens het opstarten.Controleer de sensoren op het koellichaam en destuurkaart.WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilatorDe ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiligingdie controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. Deventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via14-53 Ventilatorbew. (Uitgesch. [0]).Probleem verhelpenControleer of de ventilator correct werkt.Schakel de voeding naar de frequentieomvormeruit en weer in en controleer of de ventilator heeleven actief is tijdens het opstarten.Controleer de sensoren op het koellichaam en destuurkaart.WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstandDe remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als erkortsluiting optreedt, wordt de remfunctie uitgeschakelden wordt de waarschuwing gegenereerd. De frequentieomvormerfunctioneert nog steeds, maar zonder deremfunctie. Schakel de frequentieomvormer af en vervangde remweerstand (zie 2-15 Remtest).WAARSCHUWING/ALARM 26, Begrenzing remweerstandsvermogenHet vermogen dat naar de remweerstand wordt overgebracht,wordt berekend als een gemiddelde waarde overde laatste 120 s van de bedrijfstijd. De berekening isgebaseerd op de tussenkringspanning en de ingesteldewaarde van de remweerstand in 2-16 AC-rem max. stroom.De waarschuwing wordt gegenereerd wanneer hetafgegeven remvermogen hoger is dan 90% van hetvermogen van de remweerstand. Als Uitsch. [2] isgeselecteerd in 2-13 Bewaking remvermogen schakelt defrequentieomvormer uit en wordt een alarm gegenereerdwanneer het afgegeven remvermogen 100% bereikt.WAARSCHUWING/ALARM 27, RemchopperfoutDe remtransistor wordt bewaakt tijdens bedrijf; in gevalvan kortsluiting wordt de remfunctie uitgeschakeld enwordt een waarschuwing gegenereerd. De frequentieomvormerblijft nog wel actief, maar door de kortsluiting vande remtransistor gaat er veel vermogen naar deremweerstand, ook als deze niet actief is.Schakel de frequentieomvormer af en verwijder deremweerstand.WAARSCHUWING/ALARM 28, Remtest misluktDe remweerstand is niet aangesloten of werkt niet.Controleer 2-15 Remtest.Alarm 29, Temp. koellich.De maximumtemperatuur van het koellichaam isoverschreden. De temperatuurfout kan niet wordengereset totdat de temperatuur van het koellichaam isgezakt tot onder een vooraf ingestelde temperatuur voorhet koellichaam. De punten van uitschakelen (trip) enresetten zijn afhankelijk van het vermogen van de frequentieomvormer.Probleem verhelpenControleer op de volgende condities.Te hoge omgevingstemperatuur.Te lange motorkabel.Onvoldoende vrije ruimte voor luchtcirculatieboven en onder de frequentieomvormer.Geblokkeerde luchtstroming rondom de frequentieomvormer.Beschadigde ventilator koellichaam.Vuil koellichaam.Alarm 30, Motorfase U ontbreektMotorfase U tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.Schakel de frequentieomvormer af en controleermotorfase U.7 7MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 41


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>7Alarm 31, Motorfase V ontbreektMotorfase V tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.Schakel de voeding naar de frequentieomvormer af encontroleer motorfase V.Alarm 32, Motorfase W ontbreektMotorfase W tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.Schakel de frequentieomvormer af en controleer motorfaseW.Alarm 33, Inrush-foutEr zijn te veel inschakelingen geweest gedurende eenkorte tijd. Laat de eenheid afkoelen tot de bedrijfstemperatuur.WAARSCHUWING/ALARM 34, Communicatiefout veldbusDe veldbus op de communicatieoptiekaart werkt niet.WAARSCHUWING/ALARM 36, NetstoringDeze waarschuwing/dit alarm is alleen actief als devoedingsspanning naar de frequentieomvormer ontbreekten 14-10 Netstoring NIET is ingesteld op Geen functie [0].Controleer de zekeringen naar de frequentieomvormer ende netvoeding naar de eenheid.Alarm 38, Interne foutWanneer er een interne fout optreedt, wordt de foutcodeuit Tabel 7.6 weergegeven.Probleem verhelpenSchakel de spanning uit en weer in.Controleer of de optie correct is geïnstalleerd.Controleer op loszittende of ontbrekende kabels.Het kan nodig zijn om contact op te nemen met uwDanfoss-leverancier of de serviceafdeling. Noteer defoutcode in verband met verdere aanwijzingen voorfoutopsporing.Nr. Tekst0 Seriële poort kan niet worden geïnitialiseerd.Neem contact op met uw Danfoss-leverancier ofde serviceafdeling van Danfoss.256-258 EEPROM-gegevens van de voedingskaart zijnbeschadigd of te oud Vervang de voedingskaart.512-519 Interne fout. Neem contact op met uw Danfossleverancierof de serviceafdeling van Danfoss.783 Parameterinstelling buiten min/max begrenzingen1024-1284 Interne fout. Neem contact op met uw Danfossleverancierof de serviceafdeling van Danfoss.1299 Optiesoftware in sleuf A is te oud1300 Optiesoftware in sleuf B is te oud1315 Optiesoftware in sleuf A wordt niet ondersteund(niet toegestaan)1316 Optiesoftware in sleuf B wordt niet ondersteund(niet toegestaan)Nr. Tekst1379-2819 Interne fout. Neem contact op met uw Danfossleverancierof de serviceafdeling van Danfoss.2561 Vervang de stuurkaart.2820 Stack-overloop LCP2821 Overloop seriële poort2822 Overloop USB-poort3072-5122 Parameterwaarde valt buiten de begrenzingen5123 Optie in sleuf A: hardware incompatibel metstuurkaarthardware5124 Optie in sleuf B: hardware incompatibel metstuurkaarthardware5376-6231 Interne fout. Neem contact op met uw Danfossleverancierof de serviceafdeling van Danfoss.Tabel 7.6 Foutcodes interne foutenAlarm 39, Sensor koellichaamGeen terugkoppeling van de temperatuursensor van hetkoellichaam.Het signaal van de thermische sensor van de IGBT is nietbeschikbaar op de voedingskaart. Het probleem kan zichbevinden op de voedingskaart, op de gate-driverkaart ofde lintkabel tussen de voedingskaart en de gatedriverkaart.WAARSCHUWING 40, Overbelasting digitale uitgang klem27Controleer de belasting die is aangesloten op klem 27 ofverwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt.Controleer 5-00 Dig. I/O-modus en 5-01 Klem 27 modus.WAARSCHUWING 41, Overbelasting digitale uitgang klem29Controleer de belasting die is aangesloten op klem 29 ofverwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt.Controleer 5-00 Dig. I/O-modus en 5-02 Klem 29 modus.WAARSCHUWING 42, Overbelasting digitale uitgang opX30/6 of X30/7Controleer voor X30/6 de belasting die is aangesloten opX30/6 of verwijder de aansluiting die kortsluitingveroorzaakt. Controleer 5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB101).Controleer voor X30/7 de belasting die is aangesloten opX30/7 of verwijder de aansluiting die kortsluitingveroorzaakt. Controleer 5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB101).Alarm 45, Aardfout 2Aardfout bij het opstarten.Probleem verhelpenControleer op een juiste aarding en loszittendeaansluitingen.Controleer op de juiste kabelgroottes.Controleer de motorkabels op kortsluiting oflekstromen.42 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Alarm 46, Voeding voedingskaartDe voeding van de voedingskaart valt niet binnen hetbereik.Er zijn drie voedingen die worden gegenereerd door deschakelende voeding (SMPS – switched mode powersupply) op de stuurkaart: 24 V, 5 V, ±18 V. Bij gebruik vaneen 24 V DC-voeding met de MCB 107-optie worden enkelde 24 V- en 5 V-voedingen bewaakt. Bij gebruik van driefasenetspanningworden alle drie voedingen bewaakt.Probleem verhelpenControleer of de voedingskaart defect is.Controleer of de stuurkaart defect is.Controleer of de optiekaart defect is.Controleer bij gebruik van een 24 V DC-voedingop een juiste voedingsspanning.WAARSCHUWING 47, 24 V-voeding laagDe 24 V DC wordt gemeten op de stuurkaart. De externe24 V DC-backupvoeding kan overbelast zijn. Neem inandere gevallen contact op met uw Danfoss-leverancier.WAARSCHUWING 48, 1,8 V-voeding laagDe 1,8 V DC-voeding die op de stuurkaart wordt gebruikt,valt buiten de toegestane begrenzingen. De voeding wordtgemeten op de stuurkaart. Controleer of de stuurkaartdefect is. Controleer op een overspanningsconditiewanneer er een optiekaart aanwezig is.WAARSCHUWING 49, SnelheidsbegrenzingAls de snelheid niet binnen het ingestelde bereik in4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] en 4-13 Motorsnelh. hogebegr. [RPM] valt, geeft de frequentieomvormer eenwaarschuwing weer. Als de snelheid lager is dan deingestelde begrenzing in 1-86 Uitsch lg snelh [tpm] (metuitzondering van starten en stoppen) wordt de frequentieomvormeruitgeschakeld.ALARM 50, AMA kalibratie misluktNeem contact op met uw Danfoss-leverancier of deserviceafdeling van Danfoss.Alarm 51, AMA controleer Unom en InomDe instellingen van de motorspanning, de motorstroom enhet motorvermogen zijn verkeerd. Controleer de instellingenvan parameter 1-20 tot en met 1-25.ALARM 52, AMA lage InomDe motorstroom is te laag. Controleer de instellingen.Alarm 53, AMA motor te grootDe motor is te groot om een AMA te kunnen uitvoeren.Alarm 54, AMA motor te kleinDe motor is te klein om een AMA te kunnen uitvoeren.Alarm 55, AMA parameter buiten bereikDe parameterinstellingen voor de motor vallen buiten hettoegestane bereik. De AMA kan niet worden uitgevoerd.Alarm 56, AMA onderbroken door gebruikerAMA is onderbroken door de gebruiker.Alarm 57, AMA interne foutProbeer AMA opnieuw te starten. Bij herhaaldelijkherstarten kan de motor oververhit raken.Alarm 58, AMA interne foutNeem contact op met uw Danfoss-leverancier.WAARSCHUWING 59, StroomgrensDe stroom is hoger dan de waarde in 4-18 Stroombegr..Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25 correctzijn ingesteld. De stroomgrens kan mogelijk wordenverhoogd. Verzeker u ervan dat het systeem veilig kanwerken bij een hogere limiet.WAARSCHUWING 60, Ext. vergrendelingEen digitaal ingangssignaal geeft een foutconditie buitende frequentieomvormer aan. De frequentieomvormer isuitgeschakeld door een externe vergrendeling. Hef deexternefoutconditie op. Om terug te keren naar normaalbedrijf moet 24 V DC worden geschakeld op de klem die isgeprogrammeerd voor Externe vergrendeling. Reset defrequentieomvormer.WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op max.begrenzingDe uitgangsfrequentie heeft de ingestelde waarde in4-19 Max. uitgangsfreq. bereikt. Controleer de toepassingom de oorzaak te bepalen. De begrenzing van deuitgangsfrequentie kan mogelijk worden verhoogd.Verzeker u ervan dat het systeem veilig kan werken bij eenhogere uitgangsfrequentie. De waarschuwing zalverdwijnen wanneer de uitgangsfrequentie tot onder demaximale waarde zakt.WAARSCHUWING/ALARM 65, Overtemperatuur stuurkaartDe uitschakeltemperatuur voor de stuurkaart is 80 °C.Probleem verhelpen• Controleer of de omgevingstemperatuur binnende limieten valt.• Controleer op verstopte filters.• Controleer de werking van de ventilator.• Controleer de stuurkaart.WAARSCHUWING 66, Temperatuur koellichaam laagDe frequentieomvormer is te koud om te werken. Dezewaarschuwing is gebaseerd op de temperatuursensor in deIGBT-module.Verhoog de omgevingstemperatuur van de eenheid. Het isook mogelijk om telkens wanneer de motor wordt gestopteen minieme hoeveelheid stroom op de frequentieomvormertoe te passen door 2-00 DC-houd/voorverw.stroomin te stellen op 5% en 1-80 Functie bij stop.7 7MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 43


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>7Alarm 67, Configuratie optiemodule is gewijzigdEen of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd sinds delaatste uitschakeling. Controleer of de configuratiewijzigingbewust is aangebracht en reset de eenheid.Alarm 68, Veilige stop actiefDe veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naarnormaal bedrijf moet 24 V DC op klem 37 wordengeschakeld en moet vervolgens een resetsignaal wordenverstuurd (via bus of digitale I/O, of door op [Reset] tedrukken).Alarm 69, Temperatuur voedingskaartDe temperatuursensor op de voedingskaart is te warm ofte koud.Probleem verhelpenControleer of de omgevingstemperatuur binnende limieten valt.Controleer op verstopte filters.Controleer de werking van de ventilator.Controleer de voedingskaart.Alarm 70, Ongeldige FC-configuratieDe stuurkaart en de voedingskaart zijn incompatibel metelkaar. Neem contact op met uw leverancier. Vermeldhierbij de typecode van de eenheid die op het typeplaatjestaat en de onderdeelnummers van de kaarten om decompatibiliteit te controleren.Alarm 80, Omvormer ingesteld op standaardwaardeDe parameterinstellingen worden ingesteld op destandaardwaarden na een handmatige reset. Reset deeenheid om het alarm op te heffen.Alarm 92, Geen flowEr is een situatie zonder flow gedetecteerd in het systeem.22-23 Functie geen flow is ingesteld op alarm. Spoor foutenin het systeem op en reset de frequentieomvormer nadatde fout is opgeheven.Alarm 93, Droge pompEen situatie zonder flow in het systeem, waarbij defrequentieomvormer op hoge snelheid werkt, kan duidenop een droge pomp. 22-26 Drogepompfunctie is ingesteldop alarm. Spoor fouten in het systeem op en reset defrequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.Alarm 94, Einde curveDe terugkoppeling is lager dan het setpoint. Dit kan wijzenop lekkage in het systeem. 22-50 Einde-curvefunctie isingesteld op alarm. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.Alarm 95, Defecte bandHet koppel is lager dan de ingestelde waarde voor hetkoppel bij geen belasting, wat wijst op een defecte band.22-60 Functie Defecte band is ingesteld op alarm. Spoorfouten in het systeem op en reset de frequentieomvormernadat de fout is opgeheven.Alarm 96, Start vertraagdHet starten van de motor is vertraagd omdat debeveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startintervalis ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.WAARSCHUWING 97, Stop vertraagdHet stoppen van de motor is vertraagd omdat debeveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startintervalis ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.WAARSCHUWING 98, KlokfoutDe tijd is niet ingesteld of de realtimeklok werkt niet. Resetde klok via 0-70 Datum en tijd.WAARSCHUWING 200, BrandmodusDeze waarschuwing geeft aan dat de frequentieomvormerin de brandmodus werkt. De waarschuwing verdwijntwanneer de brandmodus wordt uitgeschakeld. Zie debrandmodusgegevens in de alarmlog.WAARSCHUWING 201, Brandmodus was actiefDit geeft aan dat de frequentieomvormer in debrandmodus staat. Schakel de spanning naar de eenheid afen weer in om de waarschuwing op te heffen. Zie debrandmodusgegevens in de alarmlog.WAARSCHUWING 202, Limieten brandmodusoverschredenTijdens brandmodusbedrijf zijn een of meer alarmconditiesonderdrukt waarbij de eenheid onder normale omstandighedenzou zijn uitgeschakeld. Wanneer de eenheidonder deze omstandigheden wordt gebruikt, vervalt degarantie. Schakel de spanning naar de eenheid af en weerin om de waarschuwing op te heffen. Zie de brandmodusgegevensin de alarmlog.WAARSCHUWING 203, Motor ontbreektEr is een onderbelastingsconditie gedetecteerd bij eenfrequentieomvormer die meerdere motoren bestuurt. Ditkan wijzen op een ontbrekende motor. Controleer hetsysteem op een juiste werking.WAARSCHUWING 204, Rotor geblokkEr is een overbelastingsconditie gedetecteerd bij eenfrequentieomvormer die meerdere motoren bestuurt. Ditkan wijzen op een geblokkeerde rotor. Controleer demotor op een juiste werking.WAARSCHUWING 250, Nieuw reserveonderdeelEr is een onderdeel in de frequentieomvormer vervangen.Reset de frequentieomvormer om terug te keren naarnormaal bedrijf.WAARSCHUWING 251, Nieuwe typecodeDe voedingskaart of andere componenten is/zijnvervangen en de typecode is gewijzigd. Reset de eenheidom de waarschuwing te verwijderen en normaal bedrijf tehervatten.44 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>7.4 Probleem verhelpenSymptoom Mogelijke oorzaak Test OplossingGeen ingangsvermogenaanwezigZie Tabel 4.5Controleer de bron voor het ingangsvermogen.Ontbrekende of openZie open zekeringen en uitgeschakelde Volg de vermelde aanbevelingen op.zekeringen of circuitbreakeruitgeschakeldcircuitbreaker in deze tabel voor mogelijkeoorzakenGeen spanning naar het LCP Controleer de LCP-kabel op een juisteaansluiting of beschadigingVervang het defecte LCP of de defecteaansluitkabel.DisplayKortsluiting stuurspanning(klem 12 of 50) of opControleer de 24 V-voeding voor destuurspanning naar klem 12/13 tot 20-39 ofZorg voor een juiste bedrading van deklemmen.donker/GeenfunctiestuurklemmenVerkeerd LCP (LCP van VLT®2800 of 5000/6000/8000/FCD ofFCM)de 10 V-voeding voor klem 50 tot 55Gebruik uitsluitend LCP 101 (onderdeelnr.130B1124) of LCP 102 (onderdeelnr.130B1107).Verkeerde contrastinstelling Druk op [Status] + [▲]/[▼] om het contrastaan te passen.Display (LCP) is defect Test met behulp van een ander LCP Vervang het defecte LCP of de defecteaansluitkabel.Interne voedingsfout of SMPS isNeem contact op met de leverancier.defectIntermitterenddisplayOverbelaste voeding (SMPS)vanwege verkeerd aangeslotenstuurkabels of een fout in defrequentieomvormerOm te controleren of het probleem wordtveroorzaakt door de stuurkabels moet udeze allemaal loskoppelen door deklemmenblokken te verwijderen.Wanneer het display verlicht blijft, ligt hetprobleem bij de stuurkabels. Controleer debekabeling op kortsluiting of onjuisteaansluitingen. Wanneer het display nogsteeds uitschakelt, moet u de procedurevoor 'Display donker' uitvoeren.Serviceschakelaar open ofontbrekende motoraansluitingControleer of de motor is aangesloten ende aansluiting niet wordt onderbrokenSluit de motor aan en controleer dewerkschakelaar.(door een werkschakelaar of anderevoorziening).Geen netvoeding met 24 V DCoptiekaartWanneer het display werkt maar geengegevens toont, moet u controleren of deSchakel de spanning naar de eenheid inom deze te activeren.netvoeding naar de frequentieomvormer isingeschakeld.Stop via LCP Controleer of [Off] werd ingedrukt Druk op [Auto On] of [Hand On](afhankelijk van de bedieningsmodus) omde motor te activeren.Motor looptnietOntbrekend startsignaal (standby)Controleer of 5-10 Klem 18 digitale ingangvoor klem 18 correct is ingesteld (gebruikGeef een geldig startsignaal om de motorte starten.standaardinstelling)Motorvrijloopsignaal actief(motor loopt vrij)Controleer of 5-12 Klem 27 digitale ingangcorrect is ingesteld op Vrijloop geïnv.Schakel 24 V op klem 27 of stel de klem inop Niet in bedrijf.(standaardinstelling).Verkeerde bron voor referentiesignaalControleer het referentiesignaal: Lokale,externe of busreferentie? Digitale referentieactief? Klemaansluiting correct? Schalingvan klemmen correct? Referentiesignaalbeschikbaar?Programmeer de juiste instellingen.Controleer 3-13 Referentieplaats.Programmeer de actieve digitale referentiein parametergroep 3-1* Referenties.Controleer op juiste bedrading. Controleerde schaling van de klemmen. Controleerhet referentiesignaal.7 7MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 45


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>7Symptoom Mogelijke oorzaak Test OplossingDraaibegrenzing motorControleer of 4-10 Draairichting motor Programmeer de juiste instellingen.correct is geprogrammeerd.Motor draait Omkeersignaal actiefControleer of er een omkeercommando Schakel het omkeersignaal uit.in verkeerderichtingvoor de klem is geprogrammeerd viaparametergroep 5-1* Dig. ingangen.Aansluiting motorfase verkeerd Zie 5.5 Draairichting van de motorcontroleren.Frequentielimieten verkeerd Controleer de uitgangslimieten inProgrammeer de juiste limieten.ingesteld4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM],4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] enDe motor4-19 Max. uitgangsfreq..bereikt deReferentiesignaal niet correct Controleer de schaling van het referentiesignaalin 6-0* Analoog In/Uit enmaximalegeschaaldsnelheid nietparametergroep 3-1* Referenties. ControleerProgrammeer de juiste instellingen.de referentielimieten in parametergroep3-0* Ref. begrenz.Parameterinstellingen mogelijk Controleer de instellingen van alleControleer de instellingen in parametergroep1-6* Anal. I/O-modus. Bij eenverkeerdmotorparameters, inclusief alle motorcompensatie-instellingen.Bij een regeling met regeling met terugkoppeling: controleer deMotorsnelheidinstabielterugkoppeling: controleer de PID-instellingen.instellingen in parametergroep 20-0*Terugkoppeling.Mogelijke overmagnetisering Controleer de motorinstellingen in alle Controleer de motorinstellingen in parametergroep1-2* Motordata, 1-3* Geav.Motor draaitmotorparametersongelijkmatigMotordata en 1-5* Bel. onafh. inst.Remparameters mogelijk Controleer de remparameters. Controleer de Controleer parametergroep 2-0* DC-rem enMotor remtverkeerd ingesteld. Uitlooptijdenmogelijk te kort.aan/uitlooptijdinstellingen.3-0* Ref. begrenz.nietFase naar fase kortgesloten De motor of het paneel heeft een kortgeslotenHef eventuele kortsluitingen opfase naar fase. Controleer de motoren het paneel op kortsluiting tussen tweefasen.OpenvoedingszekeringenofgeactiveerdecircuitbreakerOverbelasting motor De motor is overbelast voor de toepassing Voer een opstarttest uit en controleer ofde motorstroom voldoet aan de specificaties.Als de motorstroom hoger is dan deaangegeven vollaststroom op het motortypeplaatjemoet de belasting op de motorworden verlaagd. Raadpleeg de specificatiesvoor de toepassing.Losse aansluitingenVoer een prestartcontrole uit om losse Zet losse aansluitingen vast.aansluitingen op te sporenNetvoedingsprobleem (ziebeschrijving bij Alarm 4,Schuif de ingaande voedingskabels naar defrequentieomvormer 1 positie op: A naar B,Als de niet-gebalanceerde zijde met dekabel meeschuift, is er sprake van eenFaseverlies netvoeding)B naar C, C naar A.voedingsprobleem. Controleer deOnbalans vannetvoeding.de netstroomProbleem met de frequentieomvormerfrequentieomvormer 1 positie op: A naar B, steeds op dezelfde ingangsklem bevindt, isSchuif de ingaande voedingskabels naar de Als de niet-gebalanceerde zijde zich noggroter dan 3%B naar C, C naar A.er een probleem met de eenheid. Neemcontact op met de leverancier.46 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


Diagnostiek en problemen ve...VLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Symptoom Mogelijke oorzaak Test OplossingProbleem met de motor of demotorkabelsProbleem met de frequentieomvormersDe motorgegevens zijn nietcorrect ingevoerd.De motorgegevens zijn nietcorrect ingevoerd.Resonantie, bijv. in het motor-/ventilatorsysteemOnbalans vandemotorstroomgroter dan 3%AcceleratieproblemenfrequentieomvormerDeceleratieproblemenfrequentieomvormerAkoestischgeluid oftrillingen (bijv.een ventilatorbladdatgeluid maaktof trillingenbij bepaaldefrequenties)Schuif de uitgaande motorkabels 1 positie Als de niet-gebalanceerde zijde de kabelop: U naar V, V naar W, W naar U.volgt, is er een probleem met de motor ofde motorkabels Controleer de motor en demotorkabels.Schuif de uitgaande motorkabels 1 positie Als de niet-gebalanceerde zijde zich nogop: U naar V, V naar W, W naar U.steeds op dezelfde uitgangsklem bevindt,is er een probleem met de eenheid. Neemcontact op met de leverancier.Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen en Verhoog de aanlooptijd in 3-41 Ramp 1alarmen wanneer er waarschuwingen of aanlooptijd. Verhoog de stroomgrens inalarmen worden gegenereerd.4-18 Stroombegr.. Verhoog de koppelbegrenzingin 4-16 KoppelbegrenzingControleer of de motorgegevens correctzijn ingevoerd.motormodus.Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen en Verhoog de uitlooptijd in 3-42 Ramp 1alarmen wanneer er waarschuwingen of uitlooptijd. Schakel de overspanningsregelingin 2-17 Overspanningsreg. in.alarmen worden gegenereerd.Controleer of de motorgegevens correctzijn ingevoerd.Bypass kritische frequenties met behulp vande parameters in parametergroep 4-6*Snelh.-bypassSchakel overmodulatie uit in 14-03 OvermodulatieControleer of de ruis en/of trillingen zijnverlaagd tot een acceptabel niveau.Wijzig schakelpatroon en -frequentie inparametergroep 14-0* InverterschakelingVerhoog de resonantiedemping in1-64 Resonantiedemping7 7Tabel 7.7 Probleem verhelpenMG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 47


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8 Specificaties8.1 Elektrische gegevens8.1.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC8Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P3K7Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 3,7Typisch asvermogen [pk] bij 208 V 1,5 2,0 2,9 4,0 4,9IP 20/Chassis 6) A2 A2 A2 A3 A3IP 55/Type 12 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5IP 66/NEMA 4X A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5UitgangsstroomContinu (3 x 200-240 V) [A] 6,6 7,5 10,6 12,5 16,7Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 7,3 8,3 11,7 13,8 18,4Continu kVA (208 V AC) [kVA] 2,38 2,70 3,82 4,50 6,00Max. ingangsstroomContinu (3 x 200-240 V) [A] 5,9 6,8 9,5 11,3 15,0Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 6,5 7,5 10,5 12,4 16,5Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W] 4) 63 82 116 155 185IP 20, IP 21 max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]4, 4, 4 (12, 12, 12)Max. kabeldoorsnede met hoofdschakelaar 6, 4, 4 (10, 12, 12)Rendement 3) 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96Tabel 8.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P3K748 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Typeaanduiding P5K5 P7K5 P11K P15K P18K P22K P30K P37K P45KTypisch asvermogen [kW] 5,5 7,5 11 15 18,5 22 30 37 45Typisch asvermogen [pk] bij 208 V 7,5 10 15 20 25 30 40 50 60IP 20/Chassis 7) B3 B3 B3 B4 B4 C3 C3 C4 C4IP 21/NEMA 1 B1 B1 B1 B2 C1 C1 C1 C2 C2IP 55/Type 12 B1 B1 B1 B2 C1 C1 C1 C2 C2IP 66/NEMA 4X B1 B1 B1 B2 C1 C1 C1 C2 C2UitgangsstroomContinu (3 x 200-240 V) [A] 24,2 30,8 46,2 59,4 74,8 88,0 115 143 170Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 26,6 33,9 50,8 65,3 82,3 96,8 127 157 187Continu kVA (208 V AC) [kVA] 8,7 11,1 16,6 21,4 26,9 31,7 41,4 51,5 61,2Max. ingangsstroomContinu (3 x 200-240 V) [A] 22,0 28,0 42,0 54,0 68,0 80,0 104,0 130,0 154,0Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 24,2 30,8 46,2 59,4 74,8 88,0 114,0 143,0 169,0Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverlies bij nominale max.belasting [W] 4)269 310 447 602 737 845 1140 1353 1636IP 20 max. kabeldoorsnede (net, motor, rem10, 10 (8, 8, -) 35,-,-(2,-,-) 35 (2) 50 (1) 150 (300 MCM)en loadsharing)35, 25, 25 (2, 4,50 (1) 150 (300 MCM)4)IP 21, IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede (net,10, 10 (8, 8, -)motor) [mm2/(AWG)]IP 21, IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede (rem,16, 10, 16 (6, 8, 6) 35,-,-(2,-,-) 50 (1) 95 (3/0)loadsharing) [mm2/(AWG)]Rendement 3) 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96 0,97 0,97 0,97 0,97Tabel 8.2 Netvoeding 3 x 200-240 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P5K5-P45K8 8MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 49


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.1.2 Netvoeding 3 x 380-480 V AC84, 4, 4 (12, 12, 12)Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 4,0 5,5 7,5Typisch asvermogen [pk] bij 460 V 1,5 2,0 2,9 4,0 5,0 7,5 10IP 20/Chassis 6) A2 A2 A2 A2 A2 A3 A3IP 55/Type 12 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5IP 66/NEMA 4X A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5UitgangsstroomContinu (3 x 380-440 V) [A] 3 4,1 5,6 7,2 10 13 16Intermitterend (3 x 380-440 V) [A] 3,3 4,5 6,2 7,9 11 14,3 17,6Continu (3 x 441-480 V) [A] 2,7 3,4 4,8 6,3 8,2 11 14,5Intermitterend (3 x 441-480 V) [A] 3,0 3,7 5,3 6,9 9,0 12,1 15,4Continu kVA (400 V AC) [kVA] 2,1 2,8 3,9 5,0 6,9 9,0 11,0Continu kVA (460 V AC) [kVA] 2,4 2,7 3,8 5,0 6,5 8,8 11,6Max. ingangsstroomContinu (3 x 380-440 V) [A] 2,7 3,7 5,0 6,5 9,0 11,7 14,4Intermitterend (3 x 380-440 V) [A] 3,0 4,1 5,5 7,2 9,9 12,9 15,8Continu (3 x 441-480 V) [A] 2,7 3,1 4,3 5,7 7,4 9,9 13,0Intermitterend (3 x 441-480 V) [A] 3,0 3,4 4,7 6,3 8,1 10,9 14,3Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverlies58 62 88 116 124 187 255bij nominale max. belasting [W] 4)IP 20, IP 21 max. kabeldoorsnede4, 4, 4 (12, 12, 12)(net, motor, rem en loadsharing)(min. 0,2 (24))[mm2/(AWG)] 2)IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede(net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)] 2)Max. kabeldoorsnede met hoofdschakelaar6, 4, 4 (10, 12, 12)Rendement 3) 0,96 0,97 0,97 0,97 0,97 0,97 0,97Tabel 8.3 Netvoeding 3 x 380-480 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K550 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Typeaanduiding P11K P15K P18K P22K P30K P37K P45K P55K P75K P90KTypisch asvermogen [kW] 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90Typisch asvermogen [pk] bij 460 V 15 20 25 30 40 50 60 75 100 125IP 20/Chassis 7) B3 B3 B3 B4 B4 B4 C3 C3 C4 C4IP 21/NEMA 1 B1 B1 B1 B2 B2 C1 C1 C1 C2 C2IP 55/Type 12 B1 B1 B1 B2 B2 C1 C1 C1 C2 C2IP 66/NEMA 4X B1 B1 B1 B2 B2 C1 C1 C1 C2 C2UitgangsstroomContinu (3 x 380-439 V) [A] 24 32 37,5 44 61 73 90 106 147 177Intermitterend (3 x 380-439 V) [A] 26,4 35,2 41,3 48,4 67,1 80,3 99 117 162 195Continu (3 x 440-480 V) [A] 21 27 34 40 52 65 80 105 130 160Intermitterend (3 x 440-480 V) [A] 23,1 29,7 37,4 44 61,6 71,5 88 116 143 176Continu kVA (400 V AC) [kVA] 16,6 22,2 26 30,5 42,3 50,6 62,4 73,4 102 123Continu kVA (460 V AC) [kVA] 16,7 21,5 27,1 31,9 41,4 51,8 63,7 83,7 104 128Max. ingangsstroomContinu (3 x 380-439 V) [A] 22 29 34 40 55 66 82 96 133 161Intermitterend (3 x 380-439 V) [A] 24,2 31,9 37,4 44 60,5 72,6 90,2 106 146 177Continu (3 x 440-480 V) [A] 19 25 31 36 47 59 73 95 118 145Intermitterend (3 x 440-480 V) [A] 20,9 27,5 34,1 39,6 51,7 64,9 80,3 105 130 160Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverliesbij nominale max. belasting [W] 4)278 392 465 525 698 739 843 1083 1384 1474IP 20 max. kabeldoorsnede (net, motor,16, 10, - (8, 8, -) 35, -, - (2, -, -) 35 (2) 50 (1) 150 (300 MCM)rem en loadsharing)IP 21, IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede10, 10, 16 (6, 8, 6) 35, 25, 25 (2, 4, 4) 50 (1) 150 (300 MCM)(net, motor) [mm2/(AWG)]IP 21, IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede10, 10, - (8, 8, -) 35, -, - (2, -, -) 50 (1) 95 (3/0)(rem, loadsharing) [mm2/(AWG)]Inclusief netschakelaar: 16/6 35/2 35/2 70/3/0 185/kcmil350Rendement 3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,99Tabel 8.4 Netvoeding 3 x 380-480 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P11K-P90K8 8MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 51


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.1.3 Netvoeding 3 x 525-600 V AC8Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P3K7 P4K0 P5K5 P7K5Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 3,7 4,0 5,5 7,5IP 20/Chassis A3 A3 A3 A3 A2 A3 A3 A3IP 21/NEMA 1 A3 A3 A3 A3 A2 A3 A3 A3IP 55/Type 12 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5IP 66/NEMA 4X A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5UitgangsstroomContinu (3 x 525-550 V) [A] 2,6 2,9 4,1 5,2 - 6,4 9,5 11,5Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 2,9 3,2 4,5 5,7 - 7,0 10,5 12,7Continu (3 x 525-600 V) [A] 2,4 2,7 3,9 4,9 - 6,1 9,0 11,0Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 2,6 3,0 4,3 5,4 - 6,7 9,9 12,1Continu kVA (525 V AC) [kVA] 2,5 2,8 3,9 5,0 - 6,1 9,0 11,0Continu kVA (575 V AC) [kVA] 2,4 2,7 3,9 4,9 - 6,1 9,0 11,0Max. ingangsstroomContinu (3 x 525-600 V) [A] 2,4 2,7 4,1 5,2 - 5,8 8,6 10,4Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 2,7 3,0 4,5 5,7 - 6,4 9,5 11,5Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverlies50 65 92 122 - 145 195 261bij nominale max. belasting [W] 4)IP 20 max. kabeldoorsnede 5) (net,4, 4, 4 (12, 12, 12)motor, rem en loadsharing)(min. 0,2 (24))[mm2/(AWG)]IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede 5)4, 4, 4 (12, 12, 12)(net, motor, rem en loadsharing)(min. 0,2 (24))[mm2/(AWG)]Max. kabeldoorsnede methoofdschakelaar6, 4, 4 (12, 12, 12)Inclusief netschakelaar: 4/12Rendement 3) 0,97 0,97 0,97 0,97 - 0,97 0,97 0,97Tabel 8.5 Netvoeding 3 x 525-600 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K552 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Typeaanduiding P11K1 P15K P18K P22K P30K P37K P45K P55K P75K P90KTypisch asvermogen [kW] 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90IP 20/Chassis B3 B3 B3 B4 B4 B4 C3 C3 C4 C4IP 21/NEMA 1 B1 B1 B1 B2 B2 C1 C1 C1 C2 C2IP 55/Type 12 B1 B1 B1 B2 B2 C1 C1 C1 C2 C2IP 66/NEMA 4X B1 B1 B1 B2 B2 C1 C1 C1 C2 C2UitgangsstroomContinu (3 x 525-550 V) [A] 19 23 28 36 43 54 65 87 105 137Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 21 25 31 40 47 59 72 96 116 151Continu (3 x 525-600 V) [A] 18 22 27 34 41 52 62 83 100 131Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 20 24 30 37 45 57 68 91 110 144Continu kVA (525 V AC) [kVA] 18,1 21,9 26,7 34,3 41 51,4 61,9 82,9 100 130,5Continu kVA (575 V AC) [kVA] 17,9 21,9 26,9 33,9 40,8 51,8 61,7 82,7 99,6 130,5Max. ingangsstroomContinu (3 x 525-600 V) [A] 17,2 20,9 25,4 32,7 39 49 59 78,9 95,3 124,3Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 19 23 28 36 43 54 65 87 105 137Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverliesbij nominale max. belasting [W] 4)300 400 475 525 700 750 850 1100 1400 1500IP 21, IP 55, IP 66 max.kabeldoorsnede (net, rem en16, 10, 10 (6, 8, 8) 35,-,-(2,-,-) 50,-,- (1,-,-) 95 (4/0)loadsharing) [mm2/(AWG)]IP 21, IP 55, IP 66 max.kabeldoorsnede (motor) [mm2/10, 10, - (8, 8, -) 35, 25, 25 (2, 4, 4) 50,-,- (1,-,-) 150 (300 MCM)(AWG)]IP 20 max. kabeldoorsnede (net,motor, rem en loadsharing) [mm2/(AWG)]10, 10, - (8, 8, -) 35, -, - (2, -, -) 50,-,- (1,-,-) 150 (300 MCM)95, 70, 70185, 150, 120 (350 MCM, 300 MCM, 4/0)(3/0, 2/0, 2/0)Max. kabeldoorsnede met16, 10, 10 (6, 8, 8) 50, 35, 35 (1, 2, 2)hoofdschakelaarInclusief netschakelaar: 16/6 35/2 70/3/0 185/kcmil350Rendement 3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98Tabel 8.6 Netvoeding 3 x 525-600 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P11K-P90K8 8MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 53


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.1.4 Netvoeding 3 x 525-690 V AC8Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 4,0 5,5 7,5Behuizing IP 20 A3 A3 A3 A3 A3 A3 A3UitgangsstroomContinu (3 x 525-550 V) [A] 2,1 2,7 3,9 4,9 6,1 9,0 11Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 3,4 4,3 6,2 7,8 9,8 14,4 17,6Continu kVA (3 x 551-690 V) [A] 1,6 2,2 3,2 4,5 5,5 7,5 10Intermitterend kVA (3 x 551-690 V) [A] 2,6 3,5 5,1 7,2 8,8 12 16Continu kVA (525 V AC) 1,9 2,5 3,5 4,5 5,5 8,2 10Continu kVA (690 V AC) 1,9 2,6 3,8 5,4 6,6 9,0 12Max. ingangsstroomContinu (3 x 525-550 V) [A] 1,9 2,4 3,5 4,4 5,5 8,0 10Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 3,0 3,9 5,6 7,1 8,8 13 16Continu kVA (3 x 551-690 V) [A] 1,4 2,0 2,9 4,0 4,9 6,7 9,0Intermitterend kVA (3 x 551-690 V) [A] 2,3 3,2 4,6 6,5 7,9 10,8 14,4Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverlies bij nominale max.44 60 88 120 160 220 300belasting [W] 4)Max. kabeldoorsnede 5) (net, motor, rem enloadsharing) [mm2]/(AWG)6, 4, 4 (10, 12, 12)(min. 0,2 (24))Max. kabeldoorsnede met hoofdschakelaar 6, 4, 4 (10, 12, 12)Rendement 3) 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96Tabel 8.7 Netvoeding 3 x 525-690 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K5Typeaanduiding P11K P15K P18K P22K P30KHoge/normale belasting NO NO NO NO NOTypisch asvermogen bij 550 V [kW] 7,5 11 15 18,5 22Typisch asvermogen bij 690 V [kW] 11 15 18,5 22 30IP 20/Chassis B4 B4 B4 B4 B4IP 21/NEMA 1 B2 B2 B2 B2 B2IP 55/NEMA 12 B2 B2 B2 B2 B2UitgangsstroomContinu (3 x 525-550 V) [A] 14 19 23 28 36Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 525-550 V) [A] 22,4 20,9 25,3 30,8 39,6Continu (3 x 551-690 V) [A] 13 18 22 27 34Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 551-690 V) [A] 20,8 19,8 24,2 29,7 37,4Continu kVA (550 V AC) [kVA] 13,3 18,1 21,9 26,7 34,3Continu kVA (690 V AC) [kVA] 15,5 21,5 26,3 32,3 40,6Max. ingangsstroomContinu (bij 550 V) [A] 15 19,5 24 29 36Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] 23,2 21,5 26,4 31,9 39,6Continu (bij 690 V) [A] 14,5 19,5 24 29 36Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 690 V) [A] 23,2 21,5 26,4 31,9 39,6Max. voorzekeringen 1) [A] 63 63 63 80 100Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W] 4) 150 220 300 370 440Max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)35, 25, 25 (2, 4, 4)[mm2]/(AWG) 2)Max. kabelgrootte met netschakelaar [mm2]/(AWG) 2) 16, 10, 10 (6, 8, 8)Rendement 3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98Tabel 8.8 Netvoeding 3 x 525-690 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P11K-P30K54 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Typeaanduiding P37K P45K P55K P75K P90KHoge/normale belasting NO NO NO NO NOTypisch asvermogen bij 550 V [kW] 30 37 45 55 75Typisch asvermogen bij 690 V [kW] 37 45 55 75 90IP 20/Chassis B4 C3 C3 D3h D3hIP 21/NEMA 1 C2 C2 C2 C2 C2IP 55/NEMA 12 C2 C2 C2 C2 C2UitgangsstroomContinu (3 x 525-550 V) [A] 43 54 65 87 105Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 525-550 V) [A] 47,3 59,4 71,5 95,7 115,5Continu (3 x 551-690 V) [A] 41 52 62 83 100Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 551-690 V) [A] 45,1 57,2 68,2 91,3 110Continu kVA (550 V AC) [kVA] 41 51,4 61,9 82,9 100Continu kVA (690 V AC) [kVA] 49 62,1 74,1 99,2 119,5Max. ingangsstroomContinu (bij 550 V) [A] 49 59 71 87 99Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] 53,9 64,9 78,1 95,7 108,9Continu (bij 690 V) [A] 48 58 70 86 94,3Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 690 V) [A] 52,8 63,8 77 94,6 112,7Max. voorzekeringen 1) [A] 125 160 160 160 -Aanvullende specificatiesGeschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W] 4) 740 900 1100 1500 1800Max. kabeldoorsnede (net en motor) [mm2]/(AWG) 2)150 (300 MCM)Max. kabeldoorsnede (loadsharing en rem) [mm2]/(AWG) 2) 95 (3/0)Max. kabelgrootte met netschakelaar [mm2]/(AWG) 2) 95, 70, 70(3/0, 2/0, 2/0)185, 150, 120(350 MCM, 300 MCM, 4/0)Rendement 3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,988 8Tabel 8.9 Netvoeding 3 x 525-690 V – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P37K-P90K1)Zie 8.8 Zekeringspecificaties voor het type zekering.2)American Wire Gauge.3)Gemeten met afgeschermde motorkabels van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie.4)Het typische vermogensverlies treedt op bij normale belastingscondities en ligt normaal tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variatie inspanning en kabelcondities).De waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement. Motoren met lager rendement zullen ook bijdragen aan het vermogensverlies in defrequentieomvormer en omgekeerd.Als de schakelfrequentie wordt verhoogd vanaf nominaal kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen.Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Extra opties en klantbelasting kunnen een verderebijdrage van 30 W aan de verliezen leveren. (Typisch geldt echter slechts 4 W extra voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de optiesvoor sleuf A of B).Hoewel de metingen zijn uitgevoerd met moderne apparatuur moet rekening worden gehouden met enige onnauwkeurigheid in de meting (±5%).5)De drie waarden voor de maximale kabeldoorsnede gelden respectievelijk voor eenaderige kabel, buigzame kabel en buigzame kabel metkabelmof. Motor- en netkabel: 300 MCM/150 mm2.6)A2+A3 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en IP 21/Type 1-behuizingsset in de Design Guide.7)B3+B4 en C3+C4 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en IP 21/Type 1-behuizingsset in de Design Guide.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 55


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.2 Netvoeding8NetvoedingVoedingsklemmenL1, L2, L3Netspanning 200-240 V ± 10%Netspanning 380-480 V/525-600 V ± 10%Netspanning 525-690 V ± 10%Netspanning laag/netstoring:Bij een lage netspanning of uitval van de netvoeding blijft de frequentieomvormer in bedrijf totdat de tussenkringspanning daalttot onder het minimale stopniveau. Dit ligt gewoonlijk 15% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieomvormer.Bij een netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieomvormer zijninschakeling en een volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk.Netfrequentie 50/60 Hz ± 5%Max. tijdelijke onbalans tussen netfasen3,0% van de nominale netspanningWerkelijke arbeidsfactor (λ)≥ 0,9 nominaal bij nominale belastingVerschuivingsfactor (cos ϕ) dicht bij één (> 0,98)Schakelen aan de netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) ≤ 7,5 kWmaximaal 2 keer/minSchakelen aan netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) 11-90 kWmaximaal 1 keer/minOmgeving volgens EN 60664-1 overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2De eenheid is geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 Arms symmetrisch en 240/500/600/690 V kan leveren.8.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevensUitgangsvermogen van de motor (U, V, W)UitgangsspanningUitgangsfrequentie (1,1-90 kW)Schakelen aan de uitgangAan- en uitlooptijden0-100% van de netspanning0-590 1) HzOnbeperkt1-3600 s1)Vanaf softwareversie 3.92 is de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer begrensd op 590 Hz. Neem contact op met uwlokale Danfoss-partner voor meer informatie.KoppelkarakteristiekStartkoppel (constant koppel) maximaal 110% gedurende 60 s 1)Startkoppel maximaal 135% gedurende max. 0,5 s 1)Overbelastingskoppel (constant koppel) maximaal 110% gedurende 60 s 1)Startkoppel (variabel koppel) maximaal 110% gedurende 60 s 1)Overbelastingskoppel (variabel koppel)maximaal 110% gedurende 60 sStijgtijd van het koppel in VVC+ (onafhankelijk van fsw)10 ms1)Het percentage heeft betrekking op het nominale koppel.2)De responstijd van het koppel is afhankelijk van de toepassing en de belasting, maar gewoonlijk is de koppelstap van 0 naarde referentiewaarde 4-5 keer de koppelstijgtijd.56 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.4 OmgevingsconditiesOmgevingIP-klasseIP 00/Chassis, IP 20 1) /Chassis, IP 21 2) /Type 1, IP 54/Type 12, IP 55/Type 12, IP 66/Type 4XTriltest1,0 gMax. relatieve vochtigheid5-93% (IEC 721-3-3; klasse 3K3 (niet-condenserend) tijdens bedrijf)Agressieve omgeving (IEC 60068-2-43) H2S-testklasse KdOmgevingstemperatuur 3)Max. 50 °C (gemiddelde over 24 uur max. 45 °C)Minimale omgevingstemperatuur bij volledig bedrijf 0 °CMinimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd bedrijf - 10 °CTemperatuur tijdens opslag/transport -25 tot +65/70 °CMaximumhoogte boven zeeniveau zonder reductie1000 mReductie wegens grote hoogte; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide.EMC-normen, emissie EN 61800-3, EN 61000-6-3/4, EN 55011EN 61800-3, EN 61000-6-1/2,EMC-normen, immuniteitEN 61000-4-2, EN 61000-4-3, EN 61000-4-4, EN 61000-4-5, EN 61000-4-6Zie Speciale omstandigheden in de Design Guide1)Alleen voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480 V)2)Als behuizingsset voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480 V)3)Reductie wegens hoge omgevingstemperatuur; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide8 88.5 KabelspecificatiesKabellengte en -dwarsdoorsnede van stuurkabels 1)Max. lengte motorkabel, afgeschermdMax. lengte motorkabel, niet-afgeschermdMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame/stijve kabel zonder kabelmoffenMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffenMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffen en kraagMinimale kabeldoorsnede naar stuurklemmen1) Zie de tabellen met elektrische gegevens in 8.1 Elektrische gegevens voor informatie over voedingskabels.150 m300 m1,5 mm2/16 AWG1 mm2/18 AWG0,5 mm2/20 AWG0,25 mm2/24 AWG8.6 Stuuringang/uitgang en stuurgegevensDigitale ingangenProgrammeerbare digitale ingangen 4 (6) 1)Klemnummer 18, 19, 27 1) , 29 1) , 32, 33,LogicaPNP of NPNSpanningsniveau0-24 V DCSpanningsniveau, logische '0' PNP< 5 V DCSpanningsniveau, logische '1' PNP> 10 V DCSpanningsniveau, logische '0' NPN 2)>19 V DCSpanningsniveau, logische '1' NPN 2)


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Veilige uitschakeling van het koppel, klem 37 3,4) (klem 37 is vaste PNP-logica)SpanningsniveauSpanningsniveau, logische '0' PNPSpanningsniveau, logische '1' PNPMaximale spanning op ingangTypische ingangsstroom bij 24 VTypische ingangsstroom bij 20 VIngangscapaciteit0-24 V DC< 4 V DC> 20 V DC28 V DC50 mA rms60 mA rms400 nFAlle digitale ingangen zijn galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.1)Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als uitgang.2)Met uitzondering van ingangsklem 37 voor veilige uitschakeling van het koppel.3)Zie voor meer informatie over klem 37 en veilige uitschakeling van het koppel.4)Wanneer een contactor met daarin een DC-spoel wordt gebruikt in combinatie met veilige uitschakeling van het koppel, is hetbelangrijk om te voorzien in een retourpad voor de stroom vanaf de spoel bij het uitschakelen. Dit kan worden gedaan doorgebruik te maken van een vrijloopdiode (of eventueel een 30 of 50 V MOV voor een snellere responstijd) over de spoel. Er zijncontactors te koop met een dergelijke diode.8Analoge ingangenAantal analoge ingangen 2Klemnummer 53, 54ModiSpanning of stroomModusselectieSchakelaar S201 en schakelaar S202SpanningSchakelaar S201/schakelaar S202 = OFF (U)Spanningsniveau-10 tot +10 V (schaalbaar)Ingangsweerstand, Riongeveer 10 kΩMax. spanning± 20 VStroommodusSchakelaar S201/schakelaar S202 = ON (I)Stroomniveau0/4-20 mA (schaalbaar)Ingangsweerstand, Riongeveer 200 ΩMax. stroom30 mAResolutie voor analoge ingangen10 bit (+ teken)Nauwkeurigheid van analoge ingangenMax. fout 0,5% van volledige schaalBandbreedte20 Hz/100 HzDe analoge ingangen zijn galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.Afbeelding 8.1 Galvanische scheiding (PELV)58 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>PulsProgrammeerbare puls 2/1Klemnummer puls 29 1) , 33 2) / 33 3)Max. frequentie op klem 29, 33110 kHz (push-pull)Max. frequentie op klem 29, 335 kHz (open collector)Min. frequentie op klem 29, 334 HzSpanningsniveauzie 8.6.1 Digitale ingangenMaximale spanning op ingang28 V DCIngangsweerstand, Riongeveer 4 kΩNauwkeurigheid van pulsingang (0,1-1 kHz)Max. fout: 0,1% van volledige schaalNauwkeurigheid van encoderingang (1-11 kHz)Max. fout: 0,05% van volledige schaalDe puls- en encoderingangen (klem 29, 32, 33) zijn galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen methoge spanning.1)Alleen FC 3022)De pulsingangen zijn 29 en 33Analoge uitgangAantal programmeerbare analoge uitgangen 1Klemnummer 42Stroombereik bij analoge uitgang0/4-20 mAMax. belasting GND – analoge uitgang500 ΩNauwkeurigheid bij analoge uitgangMax. fout: 0,5% van volledige schaalResolutie op analoge uitgang12 bitDe analoge ingang is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere hoogspanningsklemmen.8 8Stuurkaart, RS-485 seriële communicatieKlemnummer68 (P,TX+, RX+), 69 (N,TX-, RX-)Klemnummer 61 Gemeenschappelijk voor klem 68 en 69Het RS-485 seriële-communicatiecircuit is functioneel gescheiden van andere centrale circuits en galvanisch gescheiden van denetspanning (PELV).Digitale uitgangProgrammeerbare digitale/pulsuitgangen 2Klemnummer 27, 29 1)Spanningsniveau bij digitale/frequentie-uitgang0-24 VMax. uitgangsstroom (sink of source)40 mAMax. belasting bij frequentie-uitgang1 kΩMax. capacitieve belasting bij frequentie-uitgang10 nFMin. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang0 HzMax. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang32 kHzNauwkeurigheid van frequentie-uitgangMax. fout: 0,1% van volledige schaalResolutie van frequentie-uitgangen12 bit1)Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als ingang.De digitale uitgang is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.Stuurkaart, 24 V DC-uitgangKlemnummer 12, 13Uitgangsspanning24 V +1, -3 VMax. belasting200 mADe 24 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV), maar heeft dezelfde potentiaal als de analoge endigitale in- en uitgangen.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 59


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8RelaisuitgangenProgrammeerbare relaisuitgangen 2Relais 01 klemnummer1-3 (verbreek), 1-2 (maak)Max. klembelasting (AC-1) 1) op 1-3 (NC), 1-2 (NO) (resistieve belasting)240 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15) 1) (inductieve belasting bij cos φ 0,4)240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1) 1) op 1-2 (NO), 1-3 (NC) (resistieve belasting)60 V DC, 1 AMax. klembelasting (DC-13) 1) (inductieve belasting)24 V DC, 0,1 ARelais 02 (alleen FC 302) Klemnummer4-6 (verbreek), 4-5 (maak)Max. klembelasting (AC-1) 1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting) 2)3) overspanningscategorie II400 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15) 1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting bij cos φ 0,4)240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1) 1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting)80 V DC, 2 AMax. klembelasting (DC-13) 1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting)24 V DC, 0,1 AMax. klembelasting (AC-1) 1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting)240 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15) 1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting bij cos φ 0,4)240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1) 1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting)50 V DC, 2 AMax. klembelasting (DC-13) 1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting)24 V DC, 0,1 AMin. klembelasting op 1-3 (NC), 1-2 (NO), 4-6 (NC), 4-5 (NO)24 V DC 10 mA, 24 V AC 20 mAOmgeving volgens EN 60664-1 overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 21)IEC 60947 deel 4 en 5De relaiscontacten zijn galvanisch gescheiden van de rest van het circuit door middel van versterkte isolatie (PELV).2)Overspanningscategorie II3)UL-toepassingen 300 V AC 2 AStuurkaart, 10 V DC-uitgangKlemnummer 50Uitgangsspanning10,5 V ± 0,5 VMax. belasting15 mADe 10 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.StuurkarakteristiekenResolutie van uitgangsfrequentie bij 0-590 Hz± 0,003 HzHerhalingsnauwkeurigheid van Precisiestart/stop (klem 18, 19)≤± 0,1 msSysteemresponstijd (klem 18, 19, 27, 29, 32, 33)≤ 2 msBereik snelheidsregeling (zonder terugkoppeling)1:100 van synchrone snelheidBereik snelheidsregeling (met terugkoppeling)1:1000 van synchrone snelheidNauwkeurigheid van snelheid (zonder terugkoppeling)30-4000 tpm: fout ± 8 tpmSnelheidsnauwkeurigheid (met terugkoppeling), afhankelijk van de resolutie van de terugkoppelingsbron0-6000 tpm: fout ± 0,15 tpmAlle stuurkarakteristieken zijn gebaseerd op een 4-polige asynchrone motorStuurkaartprestatiesScaninterval1 msStuurkaart, seriële communicatie via USBUSB-standaardUSB-stekker1.1 (volle snelheid)USB type B 'apparaat'-stekkerAansluiting op de pc vindt plaats via een standaard USB-host/apparaatkabel.De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.De USB-aardverbinding is niet galvanisch gescheiden van de veiligheidsaarde. Sluit alleen geïsoleerde laptops aan op de USBconnectorvan de frequentieomvormer.60 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingenVermogen [kW]Aanhaalmoment [Nm]Behuizing-aansluitingDC200-240 V 380-480/500 V 525-600 V 525-690 V Net MotorRem Aarde RelaisA2 1.1-2.2 1.1-4.0 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6A3 3.0-3.7 5.5-7.5 1.1-7.5 1.1-7.5 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6A4 1.1-2.2 1.1-4.0 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6A5 1.1-3.7 1.1-7.5 1.1-7.5 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6B1 5,5-11 11-18 11-18 1,8 1,8 1,5 1,5 3 0,6B2 15 22-30 22-30 11-30 4,5 4,5 3,7 3,7 3 0,6B3 5,5 -11 11-18 11-18 1,8 1,8 1,8 1,8 3 0,6B4 15-18 22-37 22-37 11-37 4,5 4,5 4,5 4,5 3 0,6C1 18-30 37-55 37-55 10 10 10 10 3 0,6C2 37-45 75-90 75-90 37-90 14/24 1) 14/24 1) 14 14 3 0,6C3 22-30 45-55 45-55 45-55 10 10 10 10 3 0,6C4 37-45 75-90 75-90 14/24 1) 14/24 1) 14 14 3 0,6Tabel 8.10 Aanhalen van klemmen1)Voor andere kabelmaten x/y, waarbij x ≤ 95 mm2 en y ≥ 95 mm2.8 88.8 ZekeringspecificatiesHet gebruik van zekeringen en/of circuitbreakers aan de voedingszijde wordt aanbevolen. Dit biedt bescherming wanneer ereen component in de frequentieomvormer defect raakt (eerste storing).LET OPDit is verplicht wanneer moet worden voldaan aan IEC 60364 in geval van CE of aan NEC 2009 in geval van UL.Onderstaande zekeringen zijn geschikt voor gebruik in een circuit dat 100.000 Arms (symmetrisch) kan leveren, afhankelijkvan de nominale spanning van de frequentieomvormer. Met de juiste zekeringen bedraagt de nominale kortsluitstroom(SCCR – Short Circuit Current Rating) van de frequentieomvormer 100.000 Arms.MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 61


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.8.1 CE-conformiteit8200-240 VTypebehuizingVermogen [kW]AanbevolenzekeringgrootteAanbevolenmax. zekeringgrootteAanbevolen circuitbreaker(Moeller)Max. uitschakelniveau[A]A2 1.1-2.2 gG-10 (1,1-1,5)gG-25 PKZM0-25 25gG-16 (2,2)A3 3.0-3.7 gG-16 (3)gG-32 PKZM0-25 25gG-20 (3,7)B3 5,5-11 gG-25 (5,5-7,5)gG-63 PKZM4-50 50gG-32 (11)B4 15-18 gG-50 (15)gG-125 NZMB1-A100 100gG-63 (18)C3 22-30 gG-80 (22)gG-150 (22)NZMB2-A200 150aR-125 (30)aR-160 (30)C4 37-45 aR-160 (37)aR-200 (37)NZMB2-A250 250aR-200 (45)aR-250 (45)A4 1.1-2.2 gG-10 (1,1-1,5)gG-32 PKZM0-25 25gG-16 (2,2)A5 0.25-3.7 gG-10 (0,25-1,5)gG-32 PKZM0-25 25gG-16 (2,2-3)gG-20 (3,7)B1 5,5-11 gG-25 (5,5)gG-80 PKZM4-63 63gG-32 (7,5-11)B2 15 gG-50 gG-100 NZMB1-A100 100C1 18-30 gG-63 (18,5)gG-160 (18,5-22)NZMB2-A200 160gG-80 (22)gG-100 (30)aR-160 (30)C2 37-45 aR-160 (37)aR-200 (45)aR-200 (37)aR-250 (45)NZMB2-A250 250Tabel 8.11 200-240 V, behuizingstype A, B en C62 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>380-480 VTypebehuizingVermogen [kW]AanbevolenzekeringgrootteAanbevolenmax. zekeringgrootteAanbevolen circuitbreaker(Moeller)Max. uitschakelniveau[A]A2 1.1-4.0 gG-10 (1,1-3)gG-25 PKZM0-25 25gG-16 (4)A3 5.5-7.5 gG-16 gG-32 PKZM0-25 25B3 11-18 gG-40 gG-63 PKZM4-50 50B4 22-37 gG-50 (22)gG-125 NZMB1-A100 100gG-63 (30)gG-80 (37)C3 45-55 gG-100 (45)gG-150 (45)NZMB2-A200 150gG-160 (55)gG-160 (55)C4 75-90 aR-200 (75)aR-250 NZMB2-A250 250aR-250 (90)A4 1,1-4 gG-10 (1,1-3)gG-32 PKZM0-25 25gG-16 (4)A5 1.1-7.5 gG-10 (1,1-3)gG-32 PKZM0-25 25gG-16 (4-7,5)B1 11-18,5 gG-40 gG-80 PKZM4-63 63B2 22-30 gG-50 (22)gG-100 NZMB1-A100 100gG-63 (30)C1 37-55 gG-80 (37)gG-160 NZMB2-A200 160gG-100 (45)gG-160 (55)C2 75-90 aR-200 (75)aR-250 (90)aR-250 NZMB2-A250 2508 8Tabel 8.12 380-480 V, behuizingstype A, B en C525-600 VTypebehuizingVermogen [kW]AanbevolenzekeringgrootteAanbevolenmax. zekeringgrootteAanbevolen circuitbreaker(Moeller)Max. uitschakelniveau[A]A3 5.5-7.5 gG-10 (5,5)gG-32 PKZM0-25 25gG-16 (7,5)B3 11-18 gG-25 (11)gG-63 PKZM4-50 50gG-32 (15-18)B4 22-37 gG-40 (22)gG-125 NZMB1-A100 100gG-50 (30)gG-63 (37)C3 45-55 gG-63 (45)gG-150 NZMB2-A200 150gG-100 (55)C4 75-90 aR-160 (75)aR-250 NZMB2-A250 250aR-200 (90)A5 1.1-7.5 gG-10 (1,1-5,5)gG-32 PKZM0-25 25gG-16 (7,5)B1 11-18 gG-25 (11)gG-80 PKZM4-63 63gG-32 (15)gG-40 (18,5)B2 22-30 gG-50 (22)gG-100 NZMB1-A100 100gG-63 (30)C1 37-55 gG-63 (37)gG-160 (37-45)NZMB2-A200 160gG-100 (45)aR-160 (55)aR-250 (55)C2 75-90 aR-200 (75-90) aR-250 NZMB2-A250 250Tabel 8.13 525-600 V, behuizingstype A, B en CMG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 63


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>525-690 VTypebehuizingVermogen [kW]AanbevolenzekeringgrootteAanbevolenmax. zekeringgrootteAanbevolen circuitbreaker(Moeller)Max. uitschakelniveau[A]A3 1,1gG-6gG-25- -1,52,2345,57,5gG-6gG-6gG-10gG-10gG-16gG-16gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25B2/B4 11gG-25 (11)gG-63 - -151822gG-32 (15)gG-32 (18)gG-40 (22)B4/C2 30 gG-63 (30) gG-80 (30)C2/C3 37gG-63 (37)gG-100 (37)- -45gG-80 (45)gG-125 (45)C2 5575gG-100 (55)gG-125 (75)gG-160 (55-75) - -8Tabel 8.14 525-690 V, behuizingstype A, B en C8.8.2 UL-conformiteit3 x 200-240 VAanbevolen max. zekeringVermogen[kW]BussmannType RK1 1)BussmannType JBussmannType TBussmannType CCBussmannType CCBussmannType CC1,1 KTN-R-10 JKS-10 JJN-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-101,5 KTN-R-15 JKS-15 JJN-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-152,2 KTN-R-20 JKS-20 JJN-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-203,0 KTN-R-25 JKS-25 JJN-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-253,7 KTN-R-30 JKS-30 JJN-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-305,5 KTN-R-50 KS-50 JJN-50 - - -7,5 KTN-R-60 JKS-60 JJN-60 - - -11 KTN-R-80 JKS-80 JJN-80 - - -15-18,5 KTN-R-125 JKS-125 JJN-125 - - -22 KTN-R-150 JKS-150 JJN-150 - - -30 KTN-R-200 JKS-200 JJN-200 - - -37 KTN-R-250 JKS-250 JJN-250 - - -Tabel 8.15 3 x 200-240 V, behuizingstype A, B en C64 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Aanbevolen max. zekeringFerraz FerrazFerrazVermogen SIBA LittelfuseBussmann LittelfuseFerrazShawmut ShawmutShawmut[kW] Type RK1 Type RK1Type JFHR2 2) JFHR2Shawmut JType CC Type RK1 3)JFHR2 4)1,1 5017906-010 KLN-R-10 ATM-R-10 A2K-10-R FWX-10 - - HSJ-101,5 5017906-016 KLN-R-15 ATM-R-15 A2K-15-R FWX-15 - - HSJ-152,2 5017906-020 KLN-R-20 ATM-R-20 A2K-20-R FWX-20 - - HSJ-203,0 5017906-025 KLN-R-25 ATM-R-25 A2K-25-R FWX-25 - - HSJ-253,7 5012406-032 KLN-R-30 ATM-R-30 A2K-30-R FWX-30 - - HSJ-305,5 5014006-050 KLN-R-50 - A2K-50-R FWX-50 - - HSJ-507,5 5014006-063 KLN-R-60 - A2K-60-R FWX-60 - - HSJ-6011 5014006-080 KLN-R-80 - A2K-80-R FWX-80 - - HSJ-8015-18,5 2028220-125 KLN-R-125 - A2K-125-R FWX-125 - - HSJ-12522 2028220-150 KLN-R-150 - A2K-150-R FWX-150 L25S-150 A25X-150 HSJ-15030 2028220-200 KLN-R-200 - A2K-200-R FWX-200 L25S-200 A25X-200 HSJ-20037 2028220-250 KLN-R-250 - A2K-250-R FWX-250 L25S-250 A25X-250 HSJ-250Tabel 8.16 3 x 200-240 V, behuizingstype A, B en C1) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u KTS-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van KTN.2)Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u FWH-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van FWX.3) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A6KR-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats vanA2KR.8 84) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A50X-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats vanA25X.3 x 380-480 VAanbevolen max. zekeringVermogen[kW]BussmannType RK1BussmannType JBussmannType TBussmannType CCBussmannType CCBussmannType CC1,1 KTS-R-6 JKS-6 JJS-6 FNQ-R-6 KTK-R-6 LP-CC-61.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-103 KTS-R-15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-154 KTS-R-20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-205,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-257,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-3011 KTS-R-40 JKS-40 JJS-40 - - -15 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - -18 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - -22 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - -30 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - -37 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - -45 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - -55 KTS-R-200 JKS-200 JJS-200 - - -75-90 KTS-R-250 JKS-250 JJS-250 - - -Tabel 8.17 3 x 380-480 V, behuizingstype A, B en CMG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 65


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Aanbevolen max. zekeringFerraz FerrazFerrazVermogen SIBA LittelfuseBussmann FerrazLittelfuseShawmut ShawmutShawmut[kW]Type RK1 Type RK1JFHR2 Shawmut JJFHR2Type CC Type RK1JFHR2 1)1,1 5017906-006 KLS-R-6 ATM-R-6 A6K-6-R FWH-6 HSJ-6 - -1.5-2.2 5017906-010 KLS-R-10 ATM-R-10 A6K-10-R FWH-10 HSJ-10 - -3 5017906-016 KLS-R-15 ATM-R-15 A6K-15-R FWH-15 HSJ-15 - -4 5017906-020 KLS-R-20 ATM-R-20 A6K-20-R FWH-20 HSJ-20 - -5,5 5017906-025 KLS-R-25 ATM-R-25 A6K-25-R FWH-25 HSJ-25 - -7,5 5012406-032 KLS-R-30 ATM-R-30 A6K-30-R FWH-30 HSJ-30 - -11 5014006-040 KLS-R-40 - A6K-40-R FWH-40 HSJ-40 - -15 5014006-050 KLS-R-50 - A6K-50-R FWH-50 HSJ-50 - -18 5014006-063 KLS-R-60 - A6K-60-R FWH-60 HSJ-60 - -22 2028220-100 KLS-R-80 - A6K-80-R FWH-80 HSJ-80 - -30 2028220-125 KLS-R-100 - A6K-100-R FWH-100 HSJ-100 - -37 2028220-125 KLS-R-125 - A6K-125-R FWH-125 HSJ-125 - -45 2028220-160 KLS-R-150 - A6K-150-R FWH-150 HSJ-150 - -55 2028220-200 KLS-R-200 - A6K-200-R FWH-200 HSJ-200 A50-P-225 L50-S-22575-90 2028220-250 KLS-R-250 - A6K-250-R FWH-250 HSJ-250 A50-P-250 L50-S-2508Tabel 8.18 3 x 380-480 V, behuizingstype A, B en C1) U kunt A50QS-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats van A50P.3 x 525-600 VAanbevolen max. zekeringVermoFerraz FerrazBussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann SIBA LittelfusegenShawmut ShawmutType RK1 Type J Type T Type CC Type CC Type CC Type RK1 Type RK1[kW]Type RK1 J1,1 KTS-R-5 JKS-5 JJS-6 FNQ-R-5 KTK-R-5 LP-CC-5 5017906-005 KLS-R-005 A6K-5-R HSJ-61.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10 5017906-010 KLS-R-010 A6K-10-R HSJ-103 KTS-R15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15 5017906-016 KLS-R-015 A6K-15-R HSJ-154 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20 5017906-020 KLS-R-020 A6K-20-R HSJ-205,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25 5017906-025 KLS-R-025 A6K-25-R HSJ-257,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30 5017906-030 KLS-R-030 A6K-30-R HSJ-3011 KTS-R-35 JKS-35 JJS-35 - - - 5014006-040 KLS-R-035 A6K-35-R HSJ-3515 KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 - - - 5014006-050 KLS-R-045 A6K-45-R HSJ-4518 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - - 5014006-050 KLS-R-050 A6K-50-R HSJ-5022 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - - 5014006-063 KLS-R-060 A6K-60-R HSJ-6030 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - - 5014006-080 KLS-R-075 A6K-80-R HSJ-8037 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - - 5014006-100 KLS-R-100 A6K-100-R HSJ-10045 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - - 2028220-125 KLS-R-125 A6K-125-R HSJ-12555 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - - 2028220-150 KLS-R-150 A6K-150-R HSJ-15075-90 KTS-R-175 JKS-175 JJS-175 - - - 2028220-200 KLS-R-175 A6K-175-R HSJ-175Tabel 8.19 3 x 525-600 V, behuizingstype A, B en C66 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>3 x 525-690 VAanbevolen max. zekeringVermogen[kW]BussmannType RK1BussmannType JBussmannType TBussmannType CCBussmannType CCBussmannType CC1,1 KTS-R-5 JKS-5 JJS-6 FNQ-R-5 KTK-R-5 LP-CC-51.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-103 KTS-R15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-154 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-205,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-257,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-3011 KTS-R-35 JKS-35 JJS-35 - - -15 KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 - - -18 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - -22 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - -30 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - -37 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - -45 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - -55 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - -75-90 KTS-R-175 JKS-175 JJS-175 - - -Tabel 8.20 3 x 525-690 V, behuizingstype A, B en CAanbevolen max. zekeringFerrazFerrazMax. Bussmann Bussmann Bussmann SIBALittelfuseVermogenShawmut ShawmutvoorzekeringRK1/JDDZ J/JDDZ T/JDDZ RK1/JDDZ RK1/JDDZE52273 E4273 E4273 E180276E81895[kW]E163267/E2137 E2137RK1/JDDZJ/HSJ11 30 A KTS-R-30 JKS-30 JKJS-30 5017906-030 KLS-R-030 A6K-30-R HST-3015-18,5 45 A KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 5014006-050 KLS-R-045 A6K-45-R HST-4522 60 A KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 5014006-063 KLS-R-060 A6K-60-R HST-6030 80 A KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 5014006-080 KLS-R-075 A6K-80-R HST-8037 90 A KTS-R-90 JKS-90 JJS-90 5014006-100 KLS-R-090 A6K-90-R HST-9045 100 A KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 5014006-100 KLS-R-100 A6K-100-R HST-10055 125 A KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 2028220-125 KLS-150 A6K-125-R HST-12575-90 150 A KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 2028220-150 KLS-175 A6K-150-R HST-1508 8Tabel 8.21 3 x 525-690 V, behuizingstype B en CMG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 67


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen8Type behuizing A2 A3 A4 A5 B1 B2 B3 B4 C1 C2 C3 C4200-240V 1.1-2.2 3.0-3.7 1.1-2.2 1.1-3.7 5,5-11 15 5,5-11 15-18 18-30 37-45 22-30 37-45380-480/500V 1.1-4.0 5.5-7.5 1.1-4.0 1.1-7.5 11-18 22-30 11-18 22-37 37-55 75-90 45-55 75-90525-600V 1.1-7.5 1.1-7.5 11-18 22-30 11-18 22-37 37-55 75-90 45-55 75-90525-690V 1.1-7.5 11-30 37-90 45-5520Chassis20Chassis21/55/66Type 1/Type 1221/55/66Type 1/Type 1220Chassis20Chassis21/55/66Type 1/Type 1221/55/66Type 1/Type 1255/66Type 1255/66Type 1221Type 120Chassis21Type 120ChassisNominaalvermogen[kW]IPNEMAHoogte [mm]Hoogte van achterwand A 268 375 268 375 390 420 480 650 399 520 680 770 550 660Hoogte met ontkoppelingsplaatvoorveldbuskabelsA 374 374 - - - - - 420 595 630 800Afstand tussen bevestigingsgatena 257 350 257 350 401 402 454 624 380 495 648 739 521 631Breedte [mm]Breedte van achterwand B 90 90 130 130 200 242 242 242 165 230 308 370 308 370Breedte van achterwandB 130 130 170 170 242 242 242 205 230 308 370 308 370met één C-optieBreedte van achterwandB 150 150 190 190 242 242 242 225 230 308 370 308 370met twee C-opties [mm]Afstand tussen bevestigingsgatenb 70 70 110 110 171 215 210 210 140 200 272 334 270 330Diepte [mm]Diepte zonder optie A/B C 205 207 205 207 175 200 260 260 249 242 310 335 333 333Met optie A/B C 220 222 220 222 175 200 260 260 262 242 310 335 333 333Schroefgaten [mm]c 8,0 8,0 8,0 8,0 8,25 8,25 12 12 8 12,5 12,5d ø11 ø11 ø11 ø11 ø12 ø12 ø19 ø19 12 ø19 ø19e ø5,5 ø5,5 ø5,5 ø5,5 ø6,5 ø6,5 ø9 ø9 6,8 8,5 ø9 ø9 8,5 8,5f 9 9 6,5 6,5 6 9 9 9 7,9 15 9,8 9,8 17 17Maximumgewicht [kg] 4,9 5,3 6,6 7,0 9,7 13.5/14.2 23 27 12 23,5 45 65 35 50Aanhaalmoment frontpaneel [Nm]Kunststof afdekking (lage-KlikKlik Klik -KlikKlik Klik Klik Klik 2,0 2,0IP-klasse)68 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


SpecificatiesVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>Type behuizing A2 A3 A4 A5 B1 B2 B3 B4 C1 C2 C3 C4Metalen afdekking (IP- - 1,5 1,5 2,2 2,2 - - 2,2 2,2 2,0 2,055/66)Tabel 8.22 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen8 8MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 69


BijlageVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>9 Bijlage9.1 Symbolen en afkortingen9ACWisselstroomAEOAutomatische energieoptimalisatieAWGAmerican Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat)AMAAutomatische aanpassing motorgegevens°C Graden CelsiusDCGelijkstroomEMCElektromagnetische compatibiliteitETRElektronisch thermisch relaisFCFrequentieomvormerLCPLokaal bedieningspaneelMCTMotion Control ToolIPIP-beschermingIM,NfM,NPM,NUM,NPM-motorPELVPCBILIMIINVtpmRegennsTLIMIVLT,MAXIVLT,NNominale motorstroomNominale motorfrequentieNominaal motorvermogenNominale motorspanningPermanentmagneetmotorProtective Extra Low VoltagePrinted Circuit Board – printplaatStroomgrensNominale uitgangsstroom van de omvormerToeren per minuutRegeneratieve klemmenSynchroon motortoerentalKoppelbegrenzingDe maximale uitgangsstroomDe nominale uitgangsstroom die door de frequentieomvormer wordt geleverdTabel 9.1 Symbolen en afkortingen9.2 Opbouw parametermenu70 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


BijlageVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>2-** Remmen2-0* DC-rem2-00 DC-houd/voorverw.stroom2-01 DC-remstroom2-02 DC-remtijd2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm]2-04 Inschakelsnelh. DC-rem [Hz]2-06 Parking Current2-07 Parking Time2-1* Remenergie-functie2-10 Remfunctie2-11 Remweerstand (ohm)2-12 Begrenzing remvermogen (kW)2-13 Bewaking remvermogen2-15 Remtest2-16 AC-rem max. stroom2-17 Overspanningsreg.3-** Ref./Ramp.3-0* Ref. begrenz.3-02 Minimumreferentie3-03 Max. referentie3-04 Referentiefunctie3-1* Referenties3-10 Ingestelde ref.3-11 Jog-snelh. [Hz]3-13 Referentieplaats3-14 Ingestelde relatieve ref.3-15 Referentiebron 13-16 Referentiebron 23-17 Referentiebron 33-19 Jog-snelh. [TPM]3-4* Ramp 13-41 Ramp 1 aanlooptijd3-42 Ramp 1 uitlooptijd3-5* Ramp 23-51 Ramp 2 aanlooptijd3-52 Ramp 2 uitlooptijd3-8* Andere Ramps3-80 Jog ramp-tijd3-81 Snelle stop ramp-tijd3-82 Aanlooptijd bij start3-9* Dig. pot.meter3-90 Stapgrootte3-91 Ramp-tijd3-92 Spann.herstel3-93 Max. begrenzing3-94 Min. begrenzing3-95 Aan/uitloopvertr.4-** Begr./waarsch.4-1* Motorbegr.4-10 Draairichting motor4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]4-16 Koppelbegrenzing motormodus4-17 Koppelbegrenzing generatormodus4-18 Stroombegr.4-19 Max. uitgangsfreq.0-** Bediening/display0-0* Basisinstellingen0-01 Taal0-02 Eenh. motortoerental0-03 Regionale instellingen0-04 Bedieningsstatus bij insch.0-05 Eenh lok modus0-1* Setupafhandeling0-10 Actieve setup0-11 Setup wijzigen0-12 Setup gekoppeld aan0-13 Uitlez.: Gekopp. setups0-14 Uitlez.: prog. setups/kanaal0-2* LCP-display0-20 Displayregel 1.1 klein0-21 Displayregel 1.2 klein0-22 Displayregel 1.3 klein0-23 Displayregel 2 groot0-24 Displayregel 3 groot0-25 Persoonlijk menu0-3* Std uitlezing LCP0-30 Eenheid voor uitlezing gebr.0-31 Min. waarde uitlezing klant0-32 Max. waarde uitlezing klant0-37 Displaytekst 10-38 Displaytekst 20-39 Displaytekst 30-4* LCP-toetsenbord0-40 [Hand on]-toets op LCP0-41 [Off]-toets op LCP0-42 [Auto on]-toets op LCP0-43 [Reset]-toets op LCP0-44 [Off/Reset]-toets LCP0-45 [Drive Bypass]-toets LCP0-5* Kopiëren/Opsl.0-50 LCP kopiëren0-51 Kopie setup0-6* Wachtw.0-60 Wachtw. hoofdmenu0-61 Toegang hoofdmenu zonder wachtw.0-65 Wachtw persoonlijk menu0-66 Toegang pers. menu zonder wachtw.0-67 Wachtwoord bus0-7* Klokinstellingen0-70 Datum en tijd0-71 Datumindeling0-72 Tijdsindeling0-74 DST/zomertijd0-76 DST/zomertijd start0-77 DST/zomertijd einde0-79 Klokfout0-81 Werkdagen0-82 Andere werkdagen0-83 Andere niet-werkdagen0-89 Uitlezing datum en tijd1-** Belasting & motor1-0* Alg. instellingen1-00 Configuratiemodus1-03 Koppelkarakteristiek1-06 Richting rechtsom1-1* Motorselectie1-10 Motorconstructie1-1* VVC+ PM1-14 Damping Gain1-15 Low Speed Filter Time Const.1-16 High Speed Filter Time Const.1-17 Voltage filter time const.1-2* Motordata1-20 Motorverm. [kW]1-21 Motorverm. [PK]1-22 Motorspanning1-23 Motorfrequentie1-24 Motorstroom1-25 Nom. motorsnelheid1-26 Cont. nom. motorkoppel1-28 Controle draair. motor1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)1-3* Geav. Motordata1-30 Statorweerstand (Rs)1-31 Rotorweerstand (Rr)1-35 Hoofdreactantie (Xh)1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)1-37 Inductantie d-as (Ld)1-39 Motorpolen1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM1-46 Position Detection Gain1-5* Bel. onafh. inst.1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM]1-52 Min. snelh. norm. magnetisering [Hz]1-58 Stroom testpulsen vlieg.start1-59 Freq. testpulsen vlieg.start1-6* Bel. afhank. inst.1-60 Belast. comp. bij lage snelheid1-61 Belastingcomp. bij hoge snelheid1-62 Slipcompensatie1-63 Slipcompensatie tijdconstante1-64 Resonantiedemping1-65 Resonantiedemping tijdconstante1-66 Min. stroom bij lage snelh.1-7* Startaanpassingen1-70 PM Start Mode1-71 Startvertraging1-72 Startfunctie1-73 Vlieg. start1-77 Max startsnelh compressor [tpm]1-78 Max startsnelh compressor [Hz]1-79 Max starttijd compressor tot uitsch1-8* Stopaanpassingen1-80 Functie bij stop1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM]1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz]1-86 Uitsch lg snelh [tpm]1-87 Uitsch lg snelh [Hz]1-9* Motortemperatuur1-90 Therm. motorbeveiliging1-91 Ext. motor-ventilator1-93 Thermistorbron4-5* Aanp. waarsch.4-50 Waarschuwing stroom laag4-51 Waarschuwing stroom hoog4-52 Waarschuwing snelheid laag4-53 Waarschuwing snelheid hoog4-54 Waarsch: referentie laag4-55 Waarsch: referentie hoog4-56 Waarsch: terugk. laag4-57 Waarsch: terugk. hoog4-58 Motorfasefunctie ontbreekt4-6* Snelh.-bypass4-60 Bypass-snelh. vanaf [RPM]4-61 Bypass-snelh. vanaf [Hz]4-62 Bypass-snelh. naar [RPM]4-63 Bypass-snelh. tot [Hz]4-64 Semi-auto bypass setup5-** Digitaal In/Uit5-0* Dig. I/O-modus5-00 Dig. I/O-modus5-01 Klem 27 modus5-02 Klem 29 modus5-1* Digitale ingangen5-10 Klem 18 digitale ingang5-11 Klem 19 digitale ingang5-12 Klem 27 digitale ingang5-13 Klem 29 digitale ingang5-14 Klem 32 digitale ingang5-15 Klem 33 digitale ingang5-16 Klem X30/2 digitale ingang5-17 Klem X30/3 digitale ingang5-18 Klem X30/4 digitale ingang5-19 Klem 37 Veilige stop5-3* Digitale uitgangen5-30 Klem 27 dig. uitgang5-31 Klem 29 dig. uitgang5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB 101)5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB 101)5-4* Relais5-40 Functierelais5-41 Aan-vertr., relais5-42 Uit-vertr., relais5-5* Pulsingang5-50 Klem 29 lage freq.5-51 Klem 29 hoge freq.5-52 Klem 29 lage ref./terugk. waarde5-53 Klem 29 hoge ref./terugk. waarde5-54 Pulsfilter tijdconstante nr. 295-55 Klem 33 lage freq.5-56 Klem 33 hoge freq.5-57 Klem 33 lage ref./terugk. waarde5-58 Klem 33 hoge ref./terugk. waarde5-59 Pulsfilter tijdconstante nr. 335-6* Pulsuitgang5-60 Klem 27 pulsuitgangsvariabele5-62 Max. freq. pulsuitgang 275-63 Klem 29 pulsuitgangsvariabele5-65 Max. freq. pulsuitgang 295-66 Klem X30/6 pulsuitgangsvariabele5-68 Max. freq. pulsuitgang X30/65-8* I/O Options5-80 AHF Cap Reconnect Delay5-9* Via busbesturing5-90 Digitale & relaisbesturing bus5-93 Pulsuitgang 27 busbesturing5-94 Pulsuitgang 27 time-outinstelling5-95 Pulsuitgang 29 busbesturing5-96 Pulsuitgang 29 time-outinstelling5-97 Pulsuitgang X30/6 busbest.5-98 Pulsuitgang X30/6 time-outinst.6-** Analoog In/Uit6-0* Anal. I/O-modus6-00 Live zero time-out-tijd6-01 Live zero time-out-functie6-02 Live zero time-outfunctie brandmodus6-1* Anal. ingang 536-10 Klem 53 lage spanning6-11 Klem 53 hoge spanning6-12 Klem 53 lage stroom6-13 Klem 53 hoge stroom6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde6-16 Klem 53 filter tijdconstante6-17 Klem 53 live zero6-2* Anal. ingang 546-20 Klem 54 lage spanning6-21 Klem 54 hoge spanning6-22 Klem 54 lage stroom6-23 Klem 54 hoge stroom6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde6-26 Klem 54 filter tijdconstante6-27 Klem 54 live zero6-3* Anal. ingang X30/116-30 Klem X30/11 lage spanning6-31 Klem X30/11 hoge spanning6-34 Klem X30/11 lage ref./terugk. waarde6-35 Klem X30/11 hoge ref./terugk. waarde6-36 Klem X30/11 filtertijdconstante6-37 Klem X30/11 live zero6-4* Anal. ingang X30/126-40 Klem X30/12 lage spanning6-41 Klem X30/12 hoge spanning6-44 Klem X30/12 lage ref./terugk. waarde6-45 Klem X30/12 hoge ref./terugk. waarde6-46 Klem X30/12 filtertijdconstante6-47 Klem X30/12 live zero6-5* Anal. uitgang 426-50 Klem 42 uitgang6-51 Klem 42 uitgang min. schaal6-52 Klem 42 uitgang max. schaal6-53 Klem 42 uitgang busbesturing6-54 Klem 42 uitgang time-outinstelling6-55 Anal. uitgangsfilter6-6* Anal. uitgang X30/86-60 Klem X30/8 uitgang6-61 Klem X30/8 min. schaling6-62 Klem X30/8 max. schaling6-63 Klem X30/8 uitgang busbesturing9 9MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 71


BijlageVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>6-64 Klem X30/8 uitgang time-outinstelling8-** Comm. en opties8-0* Alg. instellingen8-01 Stuurplaats8-02 Stuurwoordbron8-03 Time-out-tijd stuurwoord8-04 Time-out-functie stuurwoord8-05 Einde-time-out-functie8-06 Stuurwoordtime-out reset8-07 Diagnose-trigger8-08 Uitlezing filteren8-09 Comm. tekenset8-1* Stuurwoordinst.8-10 Stuurwoordprofiel8-13 Instelbaar statuswoord STW8-3* FC-poortinst.8-30 Protocol8-31 Adres8-32 Baudsnelheid8-33 Par./stopbits8-34 Geschatte cyclustijd8-35 Min. responsvertr.8-36 Max. responsvertr.8-37 Max. tss.-tekenvertr.8-4* FC MC-protocolinst.8-40 Telegramselectie8-42 PCD-schrijfconfig.8-43 PCD-leesconfig.8-5* Digitaal/Bus8-50 Vrijloopselectie8-52 DC-remselectie8-53 Startselectie8-54 Omkeerselectie8-55 Setupselectie8-56 Select. ingestelde ref.8-7* BACnet8-70 BACnet Device Voorbld8-72 MS/TP Max Masters8-73 MS/TP Max Info Frames8-74 "Startup I am"8-75 Initialisatie wachtw.8-8* FC-poortdiagnostiek8-80 Bus Berichtenteller8-81 Bus Foutenteller8-82 Slaveberichten ontv.8-83 Slavefoutenteller8-84 Slaveberichten verz.8-85 Slavetime-outfouten8-89 Diagnostiektelling8-9* Bus-jog8-90 Snelheid bus-jog 18-91 Snelheid bus-jog 28-94 Bus Terugk. 18-95 Bus Terugk. 28-96 Bus Terugk. 39-** Profibus9-00 Instelpunt9-07 Act. waarde9-15 PCD-schrijfconfig.9-16 PCD-leesconfig.9-18 Node-adres9-22 Telegramkeuze9-23 Signaalparameters9-27 Param. wijzigen9-28 Procesregeling9-44 Teller foutmeldingen9-45 Foutcode9-47 Foutnummer9-52 Teller foutsitaties9-53 Profibus waarsch.-wrd9-63 Huid. baudsnelh.9-64 Toestelidentificatie9-65 Profielnummer9-67 Stuurwoord 19-68 Statuswoord 19-71 Datawaarden Profibus opslaan9-72 ProfibusOmvReset9-75 DO Identification9-80 Ingestelde par. (1)9-81 Ingestelde par. (2)9-82 Ingestelde par. (3)9-83 Ingestelde par. (4)9-84 Ingestelde par. (5)9-90 Gewijzigde par. (1)9-91 Gewijzigde par. (2)9-92 Gewijzigde par. (3)9-93 Gewijzigde par. (4)9-94 Gewijzigde par. (5)9-99 Profibus revisieteller10-** CAN-veldbus10-0* Alg. instellingen10-00 CAN-protocol10-01 Gesel. baudsnelh.10-02 MAC ID10-05 Uitlez. zend-foutenteller10-06 Uitlez. ontvangst-foutenteller10-07 Uitlez. bus-uit-teller10-1* DeviceNet10-10 Procesdata typeselectie10-11 Procesdata config. schrijven10-12 Procesdata config. lezen10-13 Waarschuwingspar.10-14 Netreferentie10-15 Netcontrole10-2* COS-filters10-20 COS-filter 110-21 COS-filter 210-22 COS-filter 310-23 COS-filter 410-3* Toegang parameters10-30 Array-index10-31 Datawaarden opsl.10-32 Revisie DeviceNet10-33 Altijd opslaan10-34 Productcode DeviceNet10-39 DeviceNet F parameters11-** LonWorks11-0* LonWorks ID12-98 Interfacetellers12-99 Mediatellers13-** Smart Logic13-0* SLC-instellingen13-00 SL- controllermodus13-01 Gebeurt. starten13-02 Gebeurt. stoppen13-03 SLC resetten13-1* Comparatoren13-10 Comparator-operand13-11 Comparator-operator13-12 Comparatorwaarde13-2* Timers13-20 Timer SL-controller13-4* Log. regels13-40 Logische regel Boolean 113-41 Logische regel operator 113-42 Logische regel Boolean 213-43 Logische regel operator 213-44 Logische regel Boolean 313-5* Standen13-51 SL Controller Event13-52 SL-controlleractie14-** Speciale functies14-0* Inverterschakeling14-00 Schakelpatroon14-01 Schakelfrequentie14-03 Overmodulatie14-04 PWM Random14-1* Netsp. Aan/Uit14-10 Netstoring14-11 Netspanning bij netfout14-12 Functie bij onbalans netsp.14-2* Resetfuncties14-20 Resetmodus14-21 Tijd tot autom. herstart14-22 Bedrijfsmodus14-23 Instelling typecode14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout14-28 Productie-instell.14-29 Servicecode14-3* Stroombegr. reg.14-30 Stroombegr.reg., proport. versterk.14-31 Stroombegr. reg., integratietijd14-32 Stroombegr.reg., filtertijd14-4* Energieoptimalis.14-40 VT-niveau14-41 Min. magnetisering AEO14-42 Min. AEO-frequentie14-43 Cosphi motor14-5* Omgeving14-50 RFI-filter14-51 DC-linkcompensatie14-52 Ventilatorreg.14-53 Ventilatorbew.14-55 Uitgangsfilter14-59 Huidig aantal inverters14-6* Autoreductie14-60 Functie bij overtemperatuur14-61 Functie bij inverteroverbel.14-62 Geïnv. reductiestroom bij overbel.14-9* Foutinstell14-90 Foutniveau15-** Geg. omvormer15-0* Bedrijfsgegevens15-00 Bedrijfsuren15-01 Aantal draaiuren15-02 KWh-teller15-03 Inschakelingen15-04 x Overtemp.15-05 x Overspann.15-06 kWh-teller reset15-07 Draaiurenteller reset15-08 Aantal starts15-1* Instellingen datalog15-10 Logbron15-11 Loginterval15-12 Triggergebeurt.15-13 Logmodus15-14 Steekproeven voor trigger15-2* Hist. log15-20 Hist. log: event15-21 Hist. log: waarde15-22 Hist. log: tijd15-23 Hist. log: datum en tijd15-3* Alarmlog15-30 Alarmlog: foutcode15-31 Alarmlog: waarde15-32 Alarmlog: tijd15-33 Alarmlog: datum & tijd15-4* ID omvormer15-40 FC-type15-41 Vermogensectie15-42 Spanning15-43 Softwareversie15-44 Bestelde Typecode15-45 Huidige typecodereeks15-46 Bestelnr. freq.-omvormer15-47 Bestelnr. voedingskaart15-48 LCP ID-nr.15-49 SW-id stuurkaart15-50 SW-id voedingskaart15-51 Serienr. freq.-omvormer15-53 Serienr. voedingskaart15-55 URL lever.15-56 Leverancier15-59 CSIV-bestand15-6* Optie-ident.15-60 Optie gemonteerd15-61 SW-versie optie15-62 Bestelnummer optie15-63 Serienummer optie15-70 Optie slot A15-71 SW-versie optie slot A15-72 Optie slot B15-73 SW-versie optie slot B15-74 Optie in sleuf C0911-00 Neuron ID11-1* LON-functies11-10 Omv.profiel11-15 LON-waarsch.wrd11-17 XIF-revisie11-18 LonWorks-revisie11-2* LON par. toegang11-21 Datawaarden opsl.12-** Ethernet12-0* IP-instell12-00 Toewijzing IP-adres12-01 IP-adres12-02 Subnetmasker12-03 Std gateway12-04 DHCP-server12-05 Lease eindigt12-06 Naamservers12-07 Domeinnaam12-08 Hostnaam12-09 Fysiek adres12-1* Ethernetverbindingspar12-10 Verb.status12-11 Verb.tijd12-12 Auto-onderhand.12-13 Verb.snelh12-14 Duplex-verb.12-2* Procesdata12-20 Controleobject12-21 Procesdata config. schrijven12-22 Procesdata config. lezen12-27 Primary Master12-28 Datawaarden opsl.12-29 Altijd opslaan12-3* Ethernet/IP12-30 Waarschuwingspar.12-31 Netreferentie12-32 Netcontrole12-33 CIP-revisie12-34 CIP-productcode12-35 EDS-parameter12-37 COS-blokk.timer12-38 COS-filter12-4* Modbus TCP12-40 Status Parameter12-41 Slave Message Count12-42 Slave Exception Message Count12-8* Andere Ethernetdiensten12-80 FTP-server12-81 HTTP-server12-82 SMTP-service12-89 Transparant kanaalaansluitpunt12-9* Geav Ethernetdiensten12-90 Kabeldiagnostiek12-91 Auto Cross Over12-92 IGMP-snooping12-93 Foute kabellengte12-94 Broadcaststormbeveiliging12-95 Broadcaststormfilter12-96 Port Config72 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


BijlageVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>20-06 Bron terugk. 320-07 Conversie terugk. 320-08 Eenh. bron terugk. 320-12 Referentie/terugk.eenheid20-13 Minimumreferentie/terugk.20-14 Max. referentie/terugk.20-2* Terugk/setpoint20-20 Terugkopp.functie20-21 Setpoint 120-22 Setpoint 220-23 Setpoint 320-3* Terugk. geav. conv.20-30 Koelmedium20-31 Klantspec. koelmedium A120-32 Klantspec. koelmedium A220-33 Klantspec. koelmedium A320-34 Opp. leid. 1 [m2]20-35 Opp. leid. 1 [in2]20-36 Opp. leid. 2 [m2]20-37 Opp. leid. 2 [in2]20-38 Dichth.factor lucht [%]20-6* Sensorvrij20-60 Eenh. sensorless20-69 Sensorless informatie20-7* PID autotuning20-70 Type met terugk.20-71 PID-prestaties20-72 PID uitgangswijz.20-73 Min. terugk.niveau20-74 Max. terugk.niveau20-79 PID autotuning20-8* PID-basisinstell.20-81 PID normaal/inv regeling20-82 PID startsnelheid [tpm]20-83 PID startsnelheid [Hz]20-84 Bandbreedte op referentie20-9* PID-regelaar20-91 PID-integratiebegrenzing20-93 PID prop. versterking20-94 PID integratietijd20-95 PID differentiatietijd20-96 PID diff. verst.limiet21-** Uitgebr. met terugk.21-0* Uitgebr CL autotuning21-00 Type met terugk.21-01 PID-prestaties21-02 PID uitgangswijz.21-03 Min. terugk.niveau21-04 Max. terugk.niveau21-09 PID autotuning21-1* Uitgebr. CL 1 ref/tk21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 121-11 Uitgebr min.referentie 121-12 Uitgebr max.referentie 121-13 Uitgebr referentiebron 121-14 Uitgebr terugk.bron 121-15 Uitgebr instelpt 121-17 Uitgebr ref 1 [Eenh]21-18 Uitgebr terugk. 1 [Eenh]15-75 SW-versie optie sleuf C015-76 Optie in sleuf C115-77 SW-versie optie sleuf C115-8* Operating Data II15-80 Fan Running Hours15-81 Preset Fan Running Hours15-9* Parameterinfo15-92 Ingest. parameters15-93 Gewijzigde param.15-98 ID omvormer15-99 Parameter metadata16-** Data-uitlezingen16-0* Alg. status16-00 Stuurwoord16-01 Referentie [Eenh.]16-02 Referentie %16-03 Statuswoord16-05 Vrnste huid. waarde [%]16-09 Standaard uitlez.16-1* Motorstatus16-10 Verm. [kW]16-11 Verm. [pk]16-12 Motorspanning16-13 Frequentie16-14 Motorstroom16-15 Frequentie [%]16-16 Koppel [Nm]16-17 Snelh. [RPM]16-18 Motor therm.16-20 Motorhoek16-22 Koppel [%]16-26 Verm. gefilterd [kW]16-27 Verm. gefilterd [pk]16-3* Status omvormer16-30 DC-aansluitsp.16-32 Remenergie/s16-33 Remenergie/2 min.16-34 Temp. koellich.16-35 Inverter therm.16-36 Inv. nom. stroom16-37 Inv. max. stroom16-38 SL-controllerstatus16-39 Temp. stuurkaart16-40 Logbuffer vol16-41 Logbuffer vol16-43 Status tijdgeb. acties16-49 Stroomfoutbron16-5* Ref. & terugk.16-50 Externe referentie16-52 Terugk. [Eenh]16-53 Digi Pot referentie16-54 Terugk. 1 [Eenh]16-55 Terugk. 2 [Eenh]16-56 Terugk. 3 [Eenh]16-58 PID-uitgang [%]16-6* In- & uitgangen16-60 Dig. ingang16-61 Klem 53 schakelinstell.16-62 Anal. ingang 5316-63 Klem 54 schakelinstell.16-64 Anal. ingang 5416-65 Anal. uitgang 42 [mA]16-66 Dig. uitgang [bin]16-67 Pulsingang #29 [Hz]16-68 Pulsingang #33 [Hz]16-69 Pulsuitg. nr. 27 [Hz]16-70 Pulsuitg. nr. 29 [Hz]16-71 Relaisuitgang [bin]16-72 Teller A16-73 Teller B16-75 Anal. ingang X30/1116-76 Anal. ingang X30/1216-77 Anal. uitgang X30/8 [mA]16-8* Veldbus & FC-poort16-80 Veldbus CTW 116-82 Veldbus REF 116-84 Comm. optie STW16-85 FC-poort CTW 116-86 FC-poort REF 116-9* Diagnose-uitlez.16-90 Alarmwoord16-91 Alarmwoord 216-92 Waarsch.-wrd16-93 Waarsch.woord 216-94 Uitgebr. statusw.16-95 Uitgebr. statusw. 216-96 Onderhoudswoord18-** Info & uitlez.18-0* Onderhoudslog18-00 Onderhoudslog: item18-01 Onderhoudslog: actie18-02 Onderhoudslog: tijd18-03 Onderhoudslog: datum en tijd18-1* Brandmoduslog18-10 Brandmoduslog: event18-11 Brandmoduslog: tijd18-12 Brandmoduslog: datum en tijd18-3* In- & uitgangen18-30 Anal. ingang X42/118-31 Anal. ingang X42/318-32 Anal. ingang X42/518-33 Anal. Uit X42/7 [V]18-34 Anal. Uit X42/9 [V]18-35 Anal. Uit X42/11 [V]18-36 Anal. ingang X48/2 [mA]18-37 Temp. ing. X48/418-38 Temp. ing. X48/718-39 Temp. ing. X48/1018-5* Ref. & terugk.18-50 Uitlezing sensorless [eenh]20-** Omvormer met terugkoppeling20-0* Terugkoppeling20-00 Bron terugk. 120-01 Conversie terugk. 120-02 Eenh. bron terugk. 120-03 Bron terugk. 220-04 Conversie terugk. 220-05 Eenh. bron terugk. 221-19 Uitgebr verm 1 [%]21-2* Uitgebr. CL 1 PID21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 121-21 Uitgebr prop. verst 121-22 Uitgebr integr.tijd 121-23 Uitgebr diff.tijd 121-24 Uitgebr dif. verst.limiet 121-3* Uitgebr. CL 2 ref/tk21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 221-31 Uitgebr min.referentie 221-32 Uitgebr max.referentie 221-33 Uitgebr referentiebron 221-34 Uitgebr terugk.bron 221-35 Uitgebr instelpt 221-37 Uitgebr ref 2 [Eenh]21-38 Uitgebr terugk. 2 [Eenh]21-39 Uitgebr verm 2 [%]21-4* Uitgebr. CL 2 PID21-40 Uitgebr normaal/omgekrd 221-41 Uitgebr prop. verst 221-42 Uitgebr integr.tijd 221-43 Uitgebr diff.tijd 221-44 Uitgebr dif. verst.limiet 221-5* Uitgebr. CL 3 ref/tk21-50 Uitgebr ref/terugk.eenh 321-51 Uitgebr min.referentie 321-52 Uitgebr max.referentie 321-53 Uitgebr referentiebron 321-54 Uitgebr terugk.bron 321-55 Uitgebr instelpt 321-57 Uitgebr ref 3 [Eenh]21-58 Uitgebr terugk. 3 [Eenh]21-59 Uitgebr verm 3 [%]21-6* Uitgebr. CL 3 PID21-60 Uitgebr normaal/omgekrd 321-61 Uitgebr prop. verst 321-62 Uitgebr integr.tijd 321-63 Uitgebr diff.tijd 321-64 Uitgebr dif. verst.limiet 322-** Toep. functies22-0* Diversen22-00 Ext. vergrendel.vertr.22-01 Verm.filtertijd22-2* Detectie geen flow22-20 Laag verm. autosetup22-21 Detectie laag verm.22-22 Detectie lage snelh.22-23 Functie geen flow22-24 Vertr. geen flow22-26 Drogepompfunctie22-27 Drogepompvertr.22-3* Verm.aanp. geen flow22-30 Verm. geen flow22-31 Verm.correctiefactor22-32 Lage snelh. [tpm]22-33 Lage snelh. [Hz]22-34 Verm. lage snelh. [kW]22-35 Verm. lage snelh. [pk]22-36 Hoge snelh. [tpm]22-37 Hoge snelh. [Hz]22-38 Verm. hoge snelh. [kW]22-39 Verm. hoge snelh. [pk]22-4* Slaapstand22-40 Min. draaitijd22-41 Min. slaaptijd22-42 Reactiv.snelh [tpm]22-43 Reactiv.snelh [Hz]22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil22-45 Boost instelpt22-46 Max. boosttijd22-5* Einde curve22-50 Einde-curvefunctie22-51 Einde-curvevertr.22-6* Detectie band defect22-60 Functie Defecte band22-61 Koppel Defecte band22-62 Vertr. Defecte band22-7* Beveilig. korte cyclus22-75 Beveilig. korte cyclus22-76 Startinterval22-77 Min. draaitijd22-78 Min. draaitijdonderdr.22-79 Waarde min. draaitijdonderdr.22-8* Flow Compensation22-80 Flowcompensatie22-81 Kwadr-lineaire curvebenadering22-82 Werkpuntberekening22-83 Snelh. bij gn flow [tpm]22-84 Snelh. bij gn flow [Hz]22-85 Snelh. bij ontwerppunt [tpm]22-86 Snelh. bij ontwerppunt [Hz]22-87 Druk bij geen-flowsnelheid22-88 Druk bij nom. snelheid22-89 Flow bij ontwerppunt22-90 Flow bij nom snelh.23-** Tijdgebonden functies23-0* Tijdgeb. acties23-00 AAN-tijd23-01 AAN-actie23-02 UIT-tijd23-03 UIT-actie23-04 Uitvoering23-0* Inst. tijdgeb. acties23-08 Modus tijdgeb. acties23-09 Reactivering tijdgeb. acties23-1* Onderhoud23-10 Onderhoudspunt23-11 Onderhoudsactie23-12 Onderhoud tijdsbasis23-13 Onderhoud tijdsinterval23-14 Onderhoudsdatum en tijd23-1* Onderhoudsreset23-15 Reset onderhoudswoord23-16 Onderhoudstekst23-5* Energielog23-50 Energielogresolutie23-51 Start periode23-53 Energielog9 9MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 73


BijlageVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>926-41 Klem X42/7 min. schaal26-42 Klem X42/7 max. schaal26-43 Klem X42/7 busbesturing26-44 Klem X42/7 time-outinstelling26-5* Anal. uitgang X42/926-50 Klem X42/9 uitgang26-51 Klem X42/9 min. schaal26-52 Klem X42/9 max. schaal26-53 Klem X42/9 busbesturing26-54 Klem X42/9 time-outinstelling26-6* Anal uitgang X42/1126-60 Klem X42/11 uitgang26-61 Klem X42/11 min. schaal26-62 Klem X42/11 max. schaal26-63 Klem X42/11 busbesturing26-64 Klem X42/11 time-outinstelling30-** Speciale functies30-2* Adv. Start Adjust30-22 Locked Rotor Detection30-23 Locked Rotor Detection Time [s]31-** Bypass-optie31-00 Bypassmodus31-01 Bypass-starttijdvertr.31-02 Bypass-uitschak.vertr.31-03 Inschak. testmodus31-10 Bypass statuswoord31-11 Bypass draaiuren31-19 Remote Bypass Activation35-** Sensoringangoptie35-0* Temp. ing.modus35-00 Klem X48/4 temp. eenh.35-01 Klem X48/4 ing.type35-02 Klem X48/7 temp. eenh.35-03 Klem X48/7 ing.type35-04 Klem X48/10 temp. eenh.35-05 Klem X48/10 ing.type35-06 Alarmfunctie temperatuursensor35-1* Temp. ingang X48/435-14 Klem X48/4 filtertijdconstante35-15 Klem X48/4 temp. bew.35-16 Klem X48/4 lage temp. begr.35-17 Klem X48/4 hoge temp. begr.35-2* Temp. ingang X48/735-24 Klem X48/7 filtertijdconstante35-25 Klem X48/7 temp. bew.35-26 Klem X48/7 lage temp. begr.35-27 Klem X48/7 hoge temp. begr.35-3* Temp. ingang X48/1035-34 Klem X48/10 filtertijdconstante35-35 Klem X48/10 temp. bew.35-36 Klem X48/10 lage temp. begr.35-37 Klem X48/10 hoge temp. begr.35-4* Anal. ingang X48/235-42 Klem X48/2 lage stroom35-43 Klem X48/2 hoge stroom35-44 Klem X48/2 lage ref./terugk. waarde35-45 Klem X48/2 hoge ref./terugk. waarde35-46 Klem X48/2 filtertijdconstante35-47 Klem X48/2 live zero23-54 Reset energielog23-6* Trending23-60 Trendvariabele23-61 Continue bin data23-62 Tijdgeb. bin data23-63 Tijdgeb. periodestart23-64 Tijdgeb. periodestop23-65 Min. bin waarde23-66 Reset continue bin data23-67 Reset tijdgeb. bin data23-8* Terugbet.teller23-80 Verm.referentiefactor23-81 Energiekosten23-82 Investering23-83 Energiebesparing23-84 Kostenbesparing24-** Toep. functies 224-0* Brandmodus24-00 Brandmodusfunctie24-01 Brandmodusconfiguratie24-02 Eenh. brandmodus24-03 Fire Mode Min Reference24-04 Fire Mode Max Reference24-05 Digitale ref. brandmodus24-06 Referentiebron brandmodus24-07 Bron terugk. brandmodus24-09 Alarmafh. brandmodus24-1* Omv.bypass24-10 Omv.bypassfunctie24-11 Bypassvertr.tijd24-9* Multimotorfunctie24-90 Motorfunctie ontbreekt24-91 Ontbr. motorcoëfficiënt 124-92 Ontbr. motorcoëfficiënt 224-93 Ontbr. motorcoëfficiënt 324-94 Ontbr. motorcoëfficiënt 424-95 Functie Rotor geblokk24-96 Blokk. rotorcoëfficiënt 124-97 Blokk. rotorcoëfficiënt 224-98 Blokk. rotorcoëfficiënt 324-99 Blokk. rotorcoëfficiënt 425-** Cascaderegelaar25-0* Systeeminst.25-00 Cascaderegelaar25-02 Motorstart25-04 Pompwisseling25-05 Vaste hoofdpomp25-06 Aantal pompen25-2* Bandbreedte-inst.25-20 Staging-bandbreedte25-21 Onderdr. bandbr.25-22 Bandbreedte vaste snelh.25-23 SBW staging-vertr.25-24 SBW destaging-vertr.25-25 OBW-tijd25-26 Destaging bij geen flow25-27 Staging-functie25-28 Staging-functietijd25-29 Destaging-functie25-30 Destaging-functietijd25-4* Staging-inst.25-40 Uitloopvertr.25-41 Aanloopvertr.25-42 Staging-drempel25-43 Destaging-drempel25-44 Staging-snelh. [tpm]25-45 Staging-snelh. [Hz]25-46 Destaging-snelh. [tpm]25-47 Destaging-snelh. [Hz]25-5* Wisselinstellingen25-50 Wisseling hoofdpomp25-51 Wisselgebeurt.25-52 Tijdsinterval wisseling25-53 Timerwaarde wisseling25-54 Voorgepr. wisselingstijd25-55 Wissel als bel. < 50%25-56 Staging-modus bij wissel25-58 Draai volg. pompvertr.25-59 Draai op netvertr.25-8* Status25-80 Cascadestatus25-81 Pompstatus25-82 Hoofdpomp25-83 Relaisstatus25-84 Pomp AAN-tijd25-85 Relais AAN-tijd25-86 Reset relaistellers25-9* Service25-90 Pompvergrend.25-91 Handm. wisselen26-** Anal. I/O-optie26-0* Anal. I/O-modus26-00 Modus klem X42/126-01 Modus klem X42/326-02 Modus klem X42/526-1* Anal. ingang X42/126-10 Klem X42/1 lage spanning26-11 Klem X42/1 hoge spanning26-14 Klem X42/1 lage ref./terugk. waarde26-15 Klem X42/1 hoge ref./terugk. waarde26-16 Klem X42/1 filtertijdconstante26-17 Klem X42/1 live zero26-2* Anal. ingang X42/326-20 Klem X42/3 lage spanning26-21 Klem X42/3 hoge spanning26-24 Klem X42/3 lage ref./terugk. waarde26-25 Klem X42/3 hoge ref./terugk. waarde26-26 Klem X42/3 filtertijdconstante26-27 Klem X42/3 live zero26-3* Anal. ingang X42/526-30 Klem X42/5 lage spanning26-31 Klem X42/5 hoge spanning26-34 Klem X42/5 lage ref./terugk. waarde26-35 Klem X42/5 hoge ref./terugk. waarde26-36 Klem X42/5 filtertijdconstante26-37 Klem X42/5 live zero26-4* Anal. uitgang X42/726-40 Klem X42/7 uitgang74 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


TrefwoordenregisterVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>TrefwoordenregisterAAanhaalmoment frontpaneel........................................................ 68Aanhalen van klemmen................................................................... 61Aanlooptijd............................................................................................ 47Aansluiting voedingskabels........................................................... 12Aanvullende hulpmiddelen.............................................................. 3Aarddraad.............................................................................................. 12Aarding............................................................................... 15, 17, 22, 21Aardverbindingen.............................................................................. 21AC-golfvorm............................................................................................. 4Achterwand........................................................................................... 10AC-ingang.......................................................................................... 4, 17AEO............................................................................................................ 29Afgeschermd met gedraaide paren (STP)................................ 20Afgeschermde kabel................................................................... 14, 21Afkortingen............................................................................................ 70Afmetingen............................................................................................ 68Alarm Log............................................................................................... 24Alarmen................................................................................................... 37AMA...................................................................................... 29, 35, 39, 43Analogeingang........................................................................................... 18, 38ingangen............................................................................................. 18snelheidsreferentie.......................................................................... 31uitgang................................................................................................ 18Analoog signaal................................................................................... 38Arbeidsfactor.................................................................................... 4, 21Auto On..................................................................................... 24, 30, 35Automodus............................................................................................ 37Autoreset................................................................................................ 23DC-stroom.......................................................................................... 4, 35Digitale ingang................................................................ 18, 37, 40, 19Draairichting van de motor............................................................ 29EElektrische verstoringen.................................................................. 12EMC........................................................................................................... 12EMC-storingen...................................................................................... 14Externecommando's............................................................................. 3, 4, 37referentie............................................................................................. 36regelaars................................................................................................ 3reset na alarm.................................................................................... 33vergrendeling.................................................................................... 19FFaseverlies.............................................................................................. 38Foutlog.................................................................................................... 24GGeaarde driehoekschakeling......................................................... 17Geïsoleerde netbron.......................................................................... 17Gekwalificeerd personeel.................................................................. 5Geleverde items..................................................................................... 7Gewicht.................................................................................................... 68Goedkeuringen....................................................................................... 4HHand On........................................................................................... 24, 30Handmatige initialisatie................................................................... 26Harmonischen......................................................................................... 4Hijsen........................................................................................................ 10Hoge spanning....................................................................................... 5BBedieningstoetsen.............................................................................. 23Bedradingsschema............................................................................. 13Beoogd gebruik...................................................................................... 3Bescherming tegen verstoringen................................................ 21Beveiliging tegen transiënten......................................................... 4CCertificeringen........................................................................................ 4Circuitbreakers..................................................................................... 21Communicatieoptie........................................................................... 42IIEC 61800-3............................................................................................ 17Ingangsklem............................................................................ 17, 19, 38Ingangsklemmen................................................................................ 22Ingangssignaal..................................................................................... 19Ingangsspanning................................................................................ 22Ingangsstroom..................................................................................... 17Ingangsvermogen................................ 4, 12, 14, 17, 21, 22, 37, 45Initialisatie.............................................................................................. 26Installatie......................................................................................... 19, 21Installatieomgevingen...................................................................... 10DDC-koppeling........................................................................................ 39JJumper..................................................................................................... 19MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 75


TrefwoordenregisterVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>KKabelgoot............................................................................................... 21Kabelgroottes................................................................................ 12, 15Klem53........................................................................................................... 1954........................................................................................................... 19Koeling..................................................................................................... 10Koppelbegrenzing.............................................................................. 47Kortsluiting............................................................................................ 40LLekstroom................................................................................................. 5Lokaal bedieningspaneel................................................................ 23Lokalebediening.............................................................................. 23, 35, 24start....................................................................................................... 30MMain Menu............................................................................................. 24Meerdere frequentieomvormers........................................... 12, 15Menustructuur...................................................................................... 24Menutoetsen.................................................................................. 23, 24Met terugkoppeling........................................................................... 19Montage........................................................................................... 10, 21Motorbeveiliging................................................................................... 3Motordata.............................................................................................. 29Motorgegevens............................................................... 27, 39, 47, 43Motorkabels..................................................................... 12, 14, 15, 21Motorsnelheden.................................................................................. 26Motorstatus.............................................................................................. 3Motorstroom...................................................................... 4, 29, 43, 23Motorthermistor.................................................................................. 34Motorvermogen............................................................. 12, 43, 23, 56NNavigatietoetsen............................................................ 26, 35, 23, 24Netschakelaar................................................................................ 17, 22Netspanning............................................................................ 22, 23, 35Netvoeding........................................................................................ 4, 17Nominale stroom................................................................................. 39OOmgevingscondities.......................................................................... 57Onbalans van de spanning............................................................. 38Onbedoelde start................................................................................... 5Onderhoud............................................................................................. 30Ontladingstijd......................................................................................... 5Opbouw hoofdmenu......................................................................... 71Opengewerkte tekening.................................................................... 8Opslag......................................................................................................... 7Opstarten................................................................................................ 26Optionele apparatuur................................................................ 19, 22Overspanning................................................................................ 47, 36Overstroombeveiliging.................................................................... 12PPELV.......................................................................................................... 34Potentiaalvereffening....................................................................... 13Programmeren......................................................... 19, 23, 25, 38, 24Pulsstart/stop........................................................................................ 33QQuick Menu............................................................................................ 24RReferentie................................................................... 31, 35, 36, 37, 23Relais......................................................................................................... 18Remmen........................................................................................... 41, 35Reset............................................................... 23, 37, 39, 44, 23, 24, 26RFI-filter................................................................................................... 17RMS-stroom............................................................................................. 4RS-485...................................................................................................... 20RS-485-netwerkaansluiting............................................................ 34SSchakelfrequentie............................................................................... 36Schokken................................................................................................ 10Seriële communicatie..................................... 17, 18, 24, 35, 36, 37Setpoint................................................................................................... 37Setup.................................................................................................. 30, 24Slaapstand.............................................................................................. 37Snelheidsreferentie....................................................... 19, 30, 31, 35Snelmenu................................................................................................ 23Spanningsniveau................................................................................. 57Standaardinstellingen...................................................................... 25Start/stopcommando........................................................................ 32Startcommando................................................................................... 30Startvoorwaarde.................................................................................. 36Statusmodus......................................................................................... 35Stroomgrens.......................................................................................... 47Stuurkaart............................................................................................... 38Stuurkaart, seriële communicatie via USB............................... 6076 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10


TrefwoordenregisterVLT ® HVAC Drive <strong>Bedieningshandleiding</strong>StuurkabelsStuurkabels.................................................................... 12, 14, 19, 21thermistor........................................................................................... 17Stuurklemmen................................................................. 27, 35, 37, 24Stuursignaal.......................................................................................... 35Symbolen................................................................................................ 70TTerugkoppelingTerugkoppeling.................................................... 19, 21, 42, 36, 44van het systeem.................................................................................. 3Thermische beveiliging...................................................................... 4Thermistor....................................................................................... 17, 34Trillingen................................................................................................. 10Typeplaatje............................................................................................... 7UUitgangsklem........................................................................................ 22Uitgangsstroom............................................................................ 35, 39Uitlooptijd.............................................................................................. 47Uitschakeling(trip)...................................................................................................... 37met blokkering.................................................................................. 37VVeilige uitschakeling van het koppel......................................... 20Vereisten vrije ruimte........................................................................ 10Vermogensklasse................................................................................ 68Verwijderingsinstructie...................................................................... 4Voedingsspanning................................................................ 17, 18, 42Vrije ruimte voor koeling................................................................. 21VVC+......................................................................................................... 28WWaarschuwingen................................................................................. 37Windmilling.............................................................................................. 6ZZekeringen........................................................................ 12, 21, 42, 45Zonder terugkoppeling.................................................................... 19Zwevende driehoekschakeling..................................................... 17MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 77


www.danfoss.com/drivesDanfoss Power Electronics A/SUlsnaes 16300 GraastenDenmarkwww.danfoss.com130R0083 MG11AJ10 Rev. 2013-10-10*MG11AJ10*

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!