Ontgonnen verleden
Ontgonnen verleden Ontgonnen verleden
met zand overstoven kleipakket, werden vroeger gebruikt als gemeenschappelijkeweide. In deze overgangszone bevonden zich ook tal van buitenplaatsen, waarvanenkele tussen Vrouwenpolder en Domburg bewaard zijn gebleven.WaterstaatDe toenemende invloed van de zee bracht de bewoners van Walcheren in de 10e, 11een begin 12e eeuw tot het opwerpen van enkele meters hoge woonheuvels of terpen.In de 12e eeuw werden de eerste dijken op Walcheren aangelegd. Sindsdien zijn erdoor dijkval en verwaarlozing verschillende overstromingen geweest, vooral aan deranden van het eiland. Grote overstromingen, waarbij het gehele eiland onderliep,waren zeldzaam. De Allerheiligenvloed van 1570 zette grote delen onder water, maardaarna is Walcheren alleen na de geallieerde bombardementen in 1944 voor hetgrootste deel onder water komen te staan.De polders in het noorden van Walcheren zijn aandijkingen die grotendeels uit deLate Middeleeuwen stammen. De Goede Polder, Vrouwenpolder en Boonepolder inhet noorden dateren uit de 13e eeuw. De Beekshoekpolder en de Noorder-Nieuwlandpolder zijn in de 14e eeuw bedijkt, de Oosternieuwlandpolder in de 16eeeuw. De polders aan de oostkant van het voormalige eiland: de MiddelburgschePolder en de Oud- Sint Jooslandpolder dateren uit de 17e eeuw. Aan de eilandsituatievan Walcheren kwam in 1871 een eind toen de dam door het Sloe werd aangelegd.Daarna vond verlanding van deze geul plaats; in de twintigste eeuw is het gebiedbedijkt (de Quarlespolder).In 1944 werden de dijken van Walcheren gebombardeerd. Grote delen van het gebiedhebben ongeveer een jaar onder water gestaan. Dit heeft onder meer grote schadeberokkend aan de vegetatie in de 'tuin van Zeeland". Ter plaatse van de toenmaligedoorbraken, bij Westkapelle, Veere en Ritthem, zijn thans de sporen van dedoorbraken, in de vorm van binnengedijkte kreken, nog in het terrein zichtbaar.Vooral het krekenstelsel bij Veere is, mede door de beplanting, landschappelijk zeerfraai. Na de oorlog vond een grootscheepse herverkaveling van Walcheren plaats.Behalve landwinst kwam er ook landverlies voor. Sommige polders gingen weerverloren nadat ze waren bedijkt. Indien mogelijk werden ze later weer op de zeeteruggewonnen, maar er waren ook polders die voorgoed verloren gingen. Aan deandere kant werd de duinkust in het westen en het zuidwesten steeds verder door dezee aangetast. Het dorp Zoutelande bijvoorbeeld werd bedreigd door het Oostgat, dathier vlak bij de kust een diepte van meer dan twintig meter heeft. De kerk, die vroegermidden in het dorp lag, ligt nu in de uiterste zuidwestpunt. De duinen zijn hier dooreen dijk beschermd voor verdere afslag. Ook bij Westkapelle konden de duinen hetniet alleen af. Een zware dijk, de Westkapelse Zeedijk, verbindt de duinen vanWestkapelle met die van Domburg.De poffertjespanstructuur van Walcheren, de laaggelegen poelgebieden omringddoor hogere kreekruggen, maakte de afwatering ingewikkeld. De poelgrondenstonden in de winter vaak onder water, en het duurde in het voorjaar geruime tijdvoordat de gronden voldoende droog waren. Ze werden vaak dan ook weinigintensief gebruikt als weide of – vaker – als hooiland. Voor bouwland waren zevanwege de waterhuishouding en de samenstelling van de bodem – zware klei – nietgeschikt. De kreekruggen liggen hoger en hebben een gunstiger bodem, waardoor zevanouds als bouwland en boomgaard in gebruik zijn geweest. Bij de afwatering wasniet alleen het teveel aan water een bron van zorg. Omdat er geen zoet water vanelders kon en kan worden aangevoerd kan er in droge jaren ook een watertekortontstaan. Vooral de vruchtbare kreekruggronden waren hier gevoelig voor. Daarnaastspeelde ook de verzilting van het water een rol. In de poelgebieden kan hetgrodwater zout worden door zoute veenlagen in de ondergrond. Elders, zoals langshet Kanaal door Walcheren, kan zoute kwel optreden vanuit het kanaal. Een te hoogzoutgehalte is nadelig voor landbouwgewassen. Ook het vee heeft last van brak waterin de sloten, vandaar dat we vanouds heel veel ‘putjes’, veedrinkputten op degraslandpercelen vinden. Deze putjes zijn waar mogelijk aangelegd op kleine52 Directie Kennis
kreekruggen, waar geen zoute bodemlagen het opgevangen regenwater kondenverzilten.Ten behoeve van de afwatering van het land kent Walcheren een stelsel van sloten,sprinken en watergangen. De sprinken zijn te vergelijken met weteringen in anderedelen van het land. Ze liggen vaak in laagten in het terrein waar kreekrestanten in dewaterlopen zijn opgenomen. De watergangen zijn deels oud, van voor deherverkaveling, voor een groot deel zijn ze nieuw gegraven of rechtgetrokken bij deherverkaveling van 1948-1951. Opmerkelijk is dat Walcheren tot 1930 een natuurlijkewaterlozing heeft gehad. Via een viertal sluizen werd het overtollige binnenwater bijlage zeestanden geloosd. De toestand van de sluizen is in de loop van de geschiedenisvaak een bron van zorg geweest en ook de ligging van de sluizen en de toestand vande waterlopen is vaak onderwerp van studie geweest. Een belangrijke verbeteringwas de aanleg van het Kanaal door Zuid-Beveland, waardoor er gespuid kon wordenvia een spuisluis in Veere. Walcheren heeft het tot 1930 kunnen redden zondermolens en gemalen. Toen werd het gemaal Boreel gebouwd in Middelburg.4.4.2 Recente ontwikkelingenNadat in 1871 de Sloedam was aangelegd ten bate van het treinverkeer naarMiddelburg en Vlissingen, verlandde het kreekgebied van de Sloe. Rond 1960 werd ditgebied in gebruik genomen als industriegebied.In het kader van schaalvergroting in de landbouw en een efficiëntere agrarischebedrijfsvoering zijn er in Walcheren verschillende herverkavelings- enruilverkavelingsprojecten uitgevoerd. Vaak zijn hierdoor verschillen in perceleringverdwenen en zijn er nieuwe wegen en waterlopen aangelegd. Hierdoor is hetwegenstelsel aanzienlijk verdicht. De oorspronkelijke verbindingswegen, die veelal opkreekruggen zijn gelegen, zijn over het algemeen gehandhaafd; de ontsluiting isverbeterd door de aanleg van nieuwe wegen (bijvoorbeeld de snelweg A58) en hetverharden en met elkaar verbinden van bestaande zoekwegen of paden. Het grootstedeel van de wegen heeft een asfaltbedekking, slechts hier en daar zijn klinkerwegenbewaard gebleven. Na de watersnoodramp van 1953, waarbij het Sloegebied onderwater liep, werd het ‘Drie Eilandenplan’ opgesteld, dat voorzag in een verbinding vanWalcheren en Noord- en Zuid-Beveland. In 1958-61 werd de Veersegatdam aangelegd.De perceelrandbegroeiing op de kreekruggen is door de inundatie van 1944 en 1953grotendeels verloren gegaan. Bij de herverkaveling is het karakter van de beslotenkreekruggen (in tegenstelling tot de open poelgebieden) in een nieuwe vormteruggebracht door langs de wegen op de kreekruggen dichte singels of hagen teplanten, voor een belangrijk deel bestaande uit meidoorn. Door de uitbraak vanperenvuur in de jaren ’80 van de vorige eeuw zijn veel van de meidoornsingelsverwijderd.Op de vroongronden zijn gedurende de laatste 15 jaar tal van campings,caravanparken en complexen met zomerhuisjes of tweede woningen verrezen. Vooreen groot deel zijn deze voorzieningen niet of slecht in het landschap ingepast,waardoor de landschappelijke waarde van het gebied belangrijk aangetast wordt.Strandhuisjes bij Dishoek, tenwesten van VlissingenDirectie Kennis 53
- Page 1: Ontgonnen verledenRegiobeschrijving
- Page 7 and 8: InleidingIs een schurveling een met
- Page 9 and 10: 1 Regio 65: Schouwen-DuivelandOoste
- Page 11: Middeleeuwen kreeg de Schelde haar
- Page 14 and 15: zeezand erg zwak is. In de regio Sc
- Page 16: Kastelen en buitenplaatsenGedurende
- Page 21 and 22: - Kuipers, S.F., 1982. Dammen en di
- Page 23 and 24: 2 Regio 66: Sint-Philipsland en Tho
- Page 25 and 26: egroeide buitendijkse gronden). De
- Page 27 and 28: Dit schorrengebied, exclusief de kr
- Page 29 and 30: - Philipsdam te Sint Philipsland (1
- Page 31 and 32: 3 Regio 67: BevelandNoord- en Zuid-
- Page 33 and 34: 3.3 Ontstaan van het natuurlijke la
- Page 35 and 36: Bedijkingen van het oudlandDe eerst
- Page 37 and 38: Bevelandse boerderijen. Alleen de l
- Page 39 and 40: De gracht van fort Ellewoutsdijk op
- Page 41 and 42: VisserijAan het eind van de negenti
- Page 43 and 44: - korenmolen De Koornbloem (1801),
- Page 45 and 46: - Bruin, M.P. de & M.H. Wilderom, 1
- Page 47 and 48: 4 Regio 67: WalcherenDe negende-eeu
- Page 49 and 50: landschap. Gedurende het laatste de
- Page 51: contact kwam met veen nam het veen
- Page 55 and 56: In de zestiende eeuw is Walcheren v
- Page 57 and 58: havenstadje, dat omstreeks 1350 van
- Page 59 and 60: - wüstung (verlaten nederzetting):
- Page 61 and 62: - spoorlijn Bergen op Zoom-Middelbu
- Page 63 and 64: - Trimpe Burger, J.A., 1973. Oost-S
- Page 65 and 66: 5 Regio 68: Zeeuws-VlaanderenDijk b
- Page 67 and 68: eerste dijken aanleggen, maar dat w
- Page 69 and 70: vandaar dat de dorpen die we hier a
- Page 71 and 72: VerdedigingswerkenDoor de dijkaanle
- Page 73 and 74: De dorpen in de nieuwe polders zijn
- Page 75 and 76: - grasland in stroken langs de krek
- Page 77 and 78: - grenspaal (1869), Cadzand, onderd
- Page 79: - Reest, P.J. van, 1993. Landinrich
met zand overstoven kleipakket, werden vroeger gebruikt als gemeenschappelijkeweide. In deze overgangszone bevonden zich ook tal van buitenplaatsen, waarvanenkele tussen Vrouwenpolder en Domburg bewaard zijn gebleven.WaterstaatDe toenemende invloed van de zee bracht de bewoners van Walcheren in de 10e, 11een begin 12e eeuw tot het opwerpen van enkele meters hoge woonheuvels of terpen.In de 12e eeuw werden de eerste dijken op Walcheren aangelegd. Sindsdien zijn erdoor dijkval en verwaarlozing verschillende overstromingen geweest, vooral aan deranden van het eiland. Grote overstromingen, waarbij het gehele eiland onderliep,waren zeldzaam. De Allerheiligenvloed van 1570 zette grote delen onder water, maardaarna is Walcheren alleen na de geallieerde bombardementen in 1944 voor hetgrootste deel onder water komen te staan.De polders in het noorden van Walcheren zijn aandijkingen die grotendeels uit deLate Middeleeuwen stammen. De Goede Polder, Vrouwenpolder en Boonepolder inhet noorden dateren uit de 13e eeuw. De Beekshoekpolder en de Noorder-Nieuwlandpolder zijn in de 14e eeuw bedijkt, de Oosternieuwlandpolder in de 16eeeuw. De polders aan de oostkant van het voormalige eiland: de MiddelburgschePolder en de Oud- Sint Jooslandpolder dateren uit de 17e eeuw. Aan de eilandsituatievan Walcheren kwam in 1871 een eind toen de dam door het Sloe werd aangelegd.Daarna vond verlanding van deze geul plaats; in de twintigste eeuw is het gebiedbedijkt (de Quarlespolder).In 1944 werden de dijken van Walcheren gebombardeerd. Grote delen van het gebiedhebben ongeveer een jaar onder water gestaan. Dit heeft onder meer grote schadeberokkend aan de vegetatie in de 'tuin van Zeeland". Ter plaatse van de toenmaligedoorbraken, bij Westkapelle, Veere en Ritthem, zijn thans de sporen van dedoorbraken, in de vorm van binnengedijkte kreken, nog in het terrein zichtbaar.Vooral het krekenstelsel bij Veere is, mede door de beplanting, landschappelijk zeerfraai. Na de oorlog vond een grootscheepse herverkaveling van Walcheren plaats.Behalve landwinst kwam er ook landverlies voor. Sommige polders gingen weerverloren nadat ze waren bedijkt. Indien mogelijk werden ze later weer op de zeeteruggewonnen, maar er waren ook polders die voorgoed verloren gingen. Aan deandere kant werd de duinkust in het westen en het zuidwesten steeds verder door dezee aangetast. Het dorp Zoutelande bijvoorbeeld werd bedreigd door het Oostgat, dathier vlak bij de kust een diepte van meer dan twintig meter heeft. De kerk, die vroegermidden in het dorp lag, ligt nu in de uiterste zuidwestpunt. De duinen zijn hier dooreen dijk beschermd voor verdere afslag. Ook bij Westkapelle konden de duinen hetniet alleen af. Een zware dijk, de Westkapelse Zeedijk, verbindt de duinen vanWestkapelle met die van Domburg.De poffertjespanstructuur van Walcheren, de laaggelegen poelgebieden omringddoor hogere kreekruggen, maakte de afwatering ingewikkeld. De poelgrondenstonden in de winter vaak onder water, en het duurde in het voorjaar geruime tijdvoordat de gronden voldoende droog waren. Ze werden vaak dan ook weinigintensief gebruikt als weide of – vaker – als hooiland. Voor bouwland waren zevanwege de waterhuishouding en de samenstelling van de bodem – zware klei – nietgeschikt. De kreekruggen liggen hoger en hebben een gunstiger bodem, waardoor zevanouds als bouwland en boomgaard in gebruik zijn geweest. Bij de afwatering wasniet alleen het teveel aan water een bron van zorg. Omdat er geen zoet water vanelders kon en kan worden aangevoerd kan er in droge jaren ook een watertekortontstaan. Vooral de vruchtbare kreekruggronden waren hier gevoelig voor. Daarnaastspeelde ook de verzilting van het water een rol. In de poelgebieden kan hetgrodwater zout worden door zoute veenlagen in de ondergrond. Elders, zoals langshet Kanaal door Walcheren, kan zoute kwel optreden vanuit het kanaal. Een te hoogzoutgehalte is nadelig voor landbouwgewassen. Ook het vee heeft last van brak waterin de sloten, vandaar dat we vanouds heel veel ‘putjes’, veedrinkputten op degraslandpercelen vinden. Deze putjes zijn waar mogelijk aangelegd op kleine52 Directie Kennis