12.07.2015 Views

Ontgonnen verleden

Ontgonnen verleden

Ontgonnen verleden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

contact kwam met veen nam het veen een deel van het zout op en werd het lonendom dit zoute veen te gaan gebruiken voor de zoutwinning. Het veen werd daartoevergraven, gedroogd, nog enkele malen met zeewater overgoten en gedroogd, tothet verzadigd van zout was. Daarna werd het veen verbrand en werd het zout uit deas gewonnen. In onze streken was dit de enige zoutbron die beschikbaar was. Enaangezien er een omvangrijke bevolking van zout moest worden voorzien had dezoutwinning grote landschappelijke gevolgen. Door het vergraven van de zouteveenlagen nodigde men de zee als het ware uit om verder het land binnen te dringen.Tal van overstromingsrampen zijn dan ook het gevolg van zoutwinning. OpWalcheren hebben de moerneringsactiviteiten bijgedragen aan de lage ligging van depoelgebieden. Vaak bleef na de moernering een hobbelig landschap achter(hollebollige percelen) doordat men de moeite niet nam om het land goed teegaliseren. In het kader van de herverkaveling van Walcheren na de TweedeWereldoorlog hebben de poelgebieden hun hollebollige karakter verloren. Alleen bijKleverskerke is een deel van het oude landschap bewaard gebleven in eennatuurterrein van het Staatsbosbeheer.De polders in het noorden van Walcheren dateren gedeeltelijk uit de LateMiddeleeuwen. Het gebied onderscheidt zich van het oudland van Walcheren ondermeer door het grotendeels ontbreken van reliëf. Ten noorden van Serooskerke is hetoppervlak veel vlakker dan in het gebied ten zuiden ervan. De percelering in demeeste oude polders is strookvormig, zoals bijvoorbeeld in het Vierendeel, ten zuidenvan Vrouwenpolder, goed te zien is. Deze strookvormige percelering is mogelijk tebeschouwen als een overgangsvorm tussen de oudlandpercelering en de rationelepercelering in de jongere polders.In landschappelijk opzicht onderscheiden de polders in de buurt van Vrouwenpolderzich van het oudland van Walcheren door hun betrekkelijke beslotenheid (als gevolgvan de ligging van de vaak smalle polders tussen dijken en door de aanwezigheid vanoude opgaande bomen. Deze bomen hebben de inundatie overleefd doordat hetpoldergebied, door de hoge ligging, niet overstroomd is geweest.Boerderij aan de Binnendijk, Oud- SintJooslandpolderDe grote polders aan de oostkant van Walcheren, de Middelburgsche Polder en Oud-Sint Jooslandpolder zijn opwassen, die in de 17e eeuw zijn bedijkt. Vervolgens werdde Welzinge, de kreek die de toegang tot de haven van Middelburg vormde,ingepolderd en in de twintigste eeuw werden de in het voormalige Sloe opgeslibdekwelders bedijkt en in cultuur gebracht. De Middelburgsche en Oud-St.-Jooslandpolder zijn voorbeelden van planmatig opgezette ontginningen: rationeleverkaveling en volgens schema opgetrokken nederzettingen, waarvan het minivoorstraatdorpOudedorp en het ringstraatdorp Nieuwland voorbeelden zijn.Aan de noordkant en de zuidwestkant van het vroegere eiland treft men duinen aan.Bij Westkapelle is de duinstrook onderbroken en wordt Walcheren tegen de zeebeschermd door de Westkapelse zeewering. De duinstrook tussen Domburg enVrouwenpolder is tamelijk breed; tussen Breezand en de Veerse Dam groeit de kustnog aan, overal elders moet de duinstrook tegen afslag beschermd worden. TussenDishoek en Zoutelande bereiken de duinen de grootste hoogte:plaatselijk meer dan40 m boven N.A.P.In de overgangszone van duinen naar polder, de binnenduinrand, liggen dezogenaamde vroongronden. Deze gronden, die over het algemeen bestaan uit eenDirectie Kennis 51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!