12.07.2015 Views

Bijlage 12 Beeldkwaliteitsplan Zaanse Schans - Gemeente Zaanstad

Bijlage 12 Beeldkwaliteitsplan Zaanse Schans - Gemeente Zaanstad

Bijlage 12 Beeldkwaliteitsplan Zaanse Schans - Gemeente Zaanstad

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ZAANSE SCHANSB e e l d k w a l i t e i t s p l a nSteenhuisMeurs, Schiedam


ZaanKalverringdijkSituatie <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Plangrens BKPBebouwing <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>KalverpolderBebouwing omgevingDijkNieuwe ZaanbrugKalverpolderLeeghwaterwegTuinOvertuinBoomNZaanKalverringdijkNieuwe ZaanbrugLeeghwaterweg<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>2


InhoudInleiding 5Plangeschiedenis 7Totstandkoming <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 8Het molenreservaat 10De <strong>Zaanse</strong> buurt in Arnhem <strong>12</strong>Zaans Schoon 13Locatie <strong>Zaanse</strong> buurt 14Ontwerp Schipper 18De rol van monumnetenzorg 20Van idee naar uitvoering 24Realisatie 28Het landschap 32Wonen in een attractie 34Eindbeeld van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 34Toerisme in een woonbuurt 40Herijking van het concept 42Consolidatiefase na 1976 46Nieuwe uitbreiding? 48Terugblik 50Biografieën 52Schaalniveaus <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 55Panden en molens 57Landschap 58Stedenbouw 64Gebouw en erf 72Details en materialen 80Waardering en conclusies 82Richtlijnen 85<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 2015 86Input stakeholders 88Richtlijnen 89Ontwikkelingsrichtlijnen 90Behoudsrictlijnen 95Noten 100Literatuur & Bronnen 101Colofon 102SteenhuisMeurs3


Orvelte, Drents museumdorp Archeon, themapark Alphen aan de Rijn Nagasaki Holland Village, Japan. [Huis Ten Bosch, Japan]OrvelteArcheon, themapark Alphen aan de RijnHeusden: reconstructie4<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


InleidingTerwijl minister en voormalig burgemeester vanZaandam Joris in ’t Veld in 1953 het boek Krotopruimingen vernieuwing van verbouwde kernen publiceerde,kreeg in dezelfde periode in de Zaanstreek het initiatiefvoor de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> gestalte. Destijds werd vaneen ‘houtbouwreservaat’gesproken, een veilige havenwaar bedreigde panden en molens herplaatst kondenworden in een zo getrouw mogelijk ontworpen context.Uniek is dat het buurtje ‘gewoon’ bewoond wordt.Bezoekers, bewoners en ondernemers, gemeente enstichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> en haar sympathisanten: zehebben allemaal belang bij een zorgvuldige omgang,consolidatie en doorgroei van dit complex. Tegelijkertijdhebben de genoemde groepen vanuit de aard van hunwerk andere verwachtingen over de toekomst en detoekomstige gedaante van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.Behalve de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> bestaan er wereldwijd velegereconstrueerde dorpen en steden of themaparken,die zich richten op het verleden. Ze zijn niet authentiek,maar wel echt - door een authentieke ervaring tebieden. Zo is er een historische Hollandse stad inJapan, met een gesimuleerde geschiedenis vanzeven eeuwen. Het stadsbeeld is met meer zorg (enbudget) gemaakt dan veel restauraties in Nederland.In gereconstrueerde vestingsteden als Bourtange enHeusden is een historisch moment gereconstrueerd,maar de nieuw gebouwde panden hebben soms eentypologie en morfologie, die verre van historisch is,zoals bejaardenwoningen, basisscholen, benedenbovenwoningenen garages. Het Archeon in Alphenaan de Rijn laat het verleden van Nederland in‘stijlkamers’ tot leven komen (prehistorie, Romeinen,middeleeuwen). Dat gebeurt letterlijk, want denagebootste oude gebouwen vormen het decor waarinacteurs historische scenes spelen.In het veld van simulatie, reconstructie, replica enre-enactment onderscheid de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> zichdoor de mengvorm van behoud en simulatie. Het iseen ensemble van monumenten in een gesimuleerdesetting en een authentiek landschap. Het feit datnadrukkelijk niet werd gekozen voor een museumof themapark, maar voor een open gebied dat deeluitmaakt van de stad, betekent dat de <strong>Schans</strong> in eenopen relatie tot zijn omgeving staat. Daarmee staat hetgebied in directe verbinding tot de stad, de stedelijkedynamiek en de maatschappelijke ontwikkeling van deZaanstreek. De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is daarom te zien als eendynamische stijlkamer.Hoe kunnen nieuwe voorzieningen en ingrepen hetkarakter van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, de bijna terloopsontworpen eigenheid van dit ensemble in een unieklandschap, versterken in plaats van er afbreuk aan tedoen? Was er in het oorspronkelijke ontwerp rekeninggehouden met verdere ontwikkelingen? Wat is despankracht van het ensemble, hoeveel toevoegingenkan het verdragen en waar en hoe zouden dezetoevoegingen vorm moeten krijgen?Om bovenstaande vragen te kunnen beantwoordenis een grondige analyse van de totstandkoming vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> noodzakelijk. Een groot deel vandit beeldkwaliteitsplan wordt hieraan besteed. Vanuitde ruimtelijke onderbouwing wordt vervolgens eenwaardering van de bestaande situatie gedefinieerden zijn richtlijnen voor de toekomst opgesteld.Doel is om een (toetsings)kader te bieden voor destedenbouwkundige uitwerking van de Visie op detoekomst van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (2009). De volgendegebiedsgrenzen zijn aangehouden: de Zaan, hetmolenerf van de Bonte Hen, de overgang van <strong>Schans</strong>naar Kalverpolder, het parkeerterrein (Bij het ZaansMuseum) en de Leeghwaterweg. Het opstellen van eenwelstandsparagraaf valt buiten de opdracht.Het beeldkwaliteitsplan kwam tot stand in nauwoverleg met de gemeente <strong>Zaanstad</strong>. Twee keer vondeen bijeenkomst plaats met vertegenwoordigersvan stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, stichting Zaan enDijk, vereniging De <strong>Zaanse</strong> Molen, vereniging ZaansErfgoed en de NV Stadsherstel Amsterdam. In de eerstebijeenkomst (oktober 2009) werd input gevraagd n.a.v.een reeks vragen. Bij de tweede bijeenkomst (januari2010) kon op concept richtlijnen worden gereageerd.We zijn opdrachtgever en al deze betrokkenenerkentelijk voor hun inzet en inbreng. Hetzelfde geldtvoor de medewerkers van het Zaans Archief, die zeerbehulpzaam waren bij het bronnenonderzoek.Prof. dr. ir. Paul MeursSchiedam, 7 februari 2010SteenhuisMeurs5


<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>6


Totstandkoming <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>De Zaanstreek is een uitgebreid polderlandschap metde Zaan als dynamisch middelpunt. Deze rivier waseeuwenlang een bron van welvaart voor de streek,onder meer door de levendige handel in productenals olie, pigment en hout. Ook de verwerking van dezegrondstoffen vond plaats aan de Zaan: molens warende fabrieken van de Gouden Eeuw en zorgden voor eenindrukwekkende skyline. De opkomst van Amsterdamals economisch centrum is niet los te zien van deontwikkelingen van de pre-industriële bedrijvigheidlangs de Zaan. Met name de uitvinding van dehoutzaagmolen in 1593 door Cornelis Corneliszoon vanUitgeest droeg bij aan de bloei van de streek. Nadat zijnoctrooi op het gebruik van de krukas in een windmolenin 1610 verliep, groeide het aantal windhoutzaagmolenssterk. Het geïmporteerde en in de Zaanstreek bewerktehout werd gebruikt voor de bouw van de handelsvloot.Hoe belangrijk de Zaanstreek was, bewijst het bezoekvan Tsaar Peter de Grote in 1697. Hij kwam zich hierop de hoogte stellen van de destijds modernstefabricagetechnieken.Historische kaart van de Zaanstreek omstreeks 1839-’59, waarop de padgemeenschappen en een hogeconcentratie molens duidelijk weergegeven zijn.De Zaanstreek kent geen steden of typische Hollandsestadsstructuren, maar bestaat uit een systeem vanlintdorpen. De Zaan wordt aan weerszijden begeleiddoor een haast doorlopend lint van dorpen: Zaandam,Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer en West-Knollendam. Ten oosten en westen van de Zaanliggen Oostzaan, Westzaan, Assendelft (allemaalooit uitmondend op het open IJ), Wormer, Jisp enKrommenie. Kenmerkend voor de dorpen langs deZaan, is de structuur van langgerekte bebouwingslintenaan de rivierdijk, met haaks daarop achterpaden. Aanhet lint lagen vanouds de koopmanshuizen, de molens8<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Voorname panden aan de Zaan bij de Gortershoek (Zaandijk) in de achttiende eeuw. Aan deoostzijde het molenpanorama aan de huidige Kalverringdijk. [Loosjes 1794, 218]Het Hazepad in Zaandam, voorbeeld van een pad haaks op de Zaandijk, dat leidde naar eenmolen (in dit geval de Haas). [Woudt et al. 1986, 92]en de pakhuizen. Aan de paden woonden arbeidersen ambachtslieden. Deze paden vormden eigenleefgemeenschappen, soms met hun eigen regels enwetten. De molens stonden ook buiten de dorpenlangs de rivier of in het achterland, ontsloten via paden.Voor de bouw van de huizen werd hout gebruikt, datimmers ruim voorradig was. Terwijl in de steden al vanafhet einde van de middeleeuwen wegens brandgevaarverordeningen werden afgekondigd om houtbouw uitte bannen, bleef hout het belangrijkste bouwmateriaalin de dorpen van de Zaanstreek. Zo ontstond langsde Zaan een uniek cultuurlandschap met molens enlintdorpen, met hout als belangrijkste bouwmateriaal.Eeuwenlang hield dit landschap stand, waarbij periodesvan rijkdom werden afgewisseld door stagnatie.In de loop van de negentiende eeuw kreeg dewindmolen concurrentie van de stoommachineen later van dieselmotoren en elektrische energie.Geleidelijk pasten de bedrijven zich aan. Dat ging zogoed dat zelfs van een tweede Gouden Eeuw voorde Zaanstreek kan worden gesproken. De modernefabrieken van firma’s als Honig, Duyvis en Verkadezorgden voor werkgelegenheid en brachten voorspoed.De transformatie van een dozijn dorpen en duizendmolens, tot een uitgestrekt stedelijk en industrieellandschap had grote gevolgen voor de ruimtelijkeopbouw van het gebied. Over de oude structuurvan dijken en paden in het landschap ontstond eennieuwe structuur van fabrieksterreinen, dorps- enstadsuitbreidingen. In plaats van hout werd ook inbaksteen en beton gebouwd. Industriëlen gingen mee‘in de vaart der volkeren’ door ‘karakterloze nieuwevilla’s’ te verkiezen boven <strong>Zaanse</strong> koopmanswoningen. 1De industriële ontwikkeling gebeurde nauwelijksplanmatig. Woongebieden en fabrieksterreinen lagenkriskras door elkaar en zorgden voor allerlei vormen vanoverlast en congestie. Gegeven de dynamiek van deZaanstreek, was er weinig ruimte voor het behoud vande oude dorpskernen, de houtbouw en het landschap.Als reactie op de teloorgang van de <strong>Zaanse</strong>dorpsgezichten en landschappen werd door de burgerijal aan het begin van de twintigste eeuw aangedrongenop een zorgvuldiger omgang met de erfstukken uitde eerste bloeitijd van de streek. Het ging daarbijmet name om molens en koopmanshuizen. De roepom behoud past bij de landelijke tendens van rondSteenhuisMeurs9


De houthandel was tot begin twintigste eeuw belangrijk voor de <strong>Zaanse</strong> economie. Deze ansichttoont de houthaven in Zaandam, eind negentiende eeuw.De veelheid aan molens moet een imponerend gezicht zijn geweest. De Franse impressionistClaude Monet schilderde deze Molens in het Westzijderveld in 1871. [Collectie Van Gogh Museum]de eeuwwisseling om de impact van moderniseringop oude steden en dorpen ter discussie te stellen. Zowerd de Bond Heemschut opgericht in 1909, ontstondhet Openluchtmuseum te Arnhem in 19<strong>12</strong> en was ertoenemende aandacht voor het stadsschoon in deNederlandse steden. Niet onbelangrijk in verbandmet de Zaanstreek was de oprichting van vereniging‘De Hollandsche Molen’ in 1923. Enkele bestuursledenvan het eerste uur, zoals Evert Smit en G.J. Honig,kwamen uit de Zaanstreek. In het dagelijks bestuurzaten de Amsterdammers A. Loosjes, die tussen 1922en 1932 de 17-delige reeks Nederland in Beeld zouschrijven, en C. Visser. Beiden waren van meet af aanbij het molenbehoud in de Zaanstreek betrokken. Devereniging ‘De Zaansche Molen’ ontstond in 1925,op initiatief van Frans Mars en Pieter Boorsma. Hetmolenmuseum in Koog aan de Zaan dateert uit 1928.Het molenreservaatTot de eerste initiatieven die als voorloper van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> kunnen worden opgevat, behoorteen plan uit 1920 om te komen tot een ‘OpenluchtWindmolen Museum’ in de Zaanstreek. Het was een ideevan mr. A. Loosjes uit Amsterdam, ondersteund doorEvert Smit. Verrassend is de betrokkenheid van MartStam uit Wormerveer, die later beroemd zou wordenals architect van het Nieuwe Bouwen. In een briefoppert hij de Kalverpolder als mogelijke locatie, waaroriginelen natuurgetrouw kunnen worden verplaatst,verzameld of herbouwd ‘in een stemmingsjuisteomgeving’. 2 Stam vond een dergelijk museum van‘historisch lands- of provinciaal belang’ en geen ‘typischZaansche onderneming’, aangezien ook andere typenmolens tentoongesteld zouden worden. Volgens hemzou de Kalverpolder tegenover Zaandijk zich goedvoor dit museum lenen. Pieter Boorsma adviseerde deinitiatiefnemers om allereerst steun van de regeringte zoeken en te streven naar een nationaal museum.De toeloop van vreemdelingen zou volgens hem deinternationale handelsbevordering en economischeontwikkeling van de Zaanstreek ten goede komen.Over de opzet van het museum zijn vooral de ideeënvan de <strong>Zaanse</strong> molenmaker G. Husslage en C. Visseruit Amsterdam interessant. Husslage maakte eenontwerp voor een molenreservaat aan weerszijdenvan de Poel, met het gehucht Haaldersbroek als kernen entreegebied. Hij nam bestaande molens op in zijn10<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Plattegrond van het nooit uitgevoerdeplan voor een windmolenpark rond de Poelen in de <strong>Schans</strong>polder ui 1920, waar laterde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> gebouwd zou worden.[<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Zaanstad</strong>]Windmolenpark, ontwerp G. Husslage:I. Bestaande molenschuur ‘De Halve Maan’,kleine mosterdmolen erop zettenII. Bestaande schuur ‘Sint Lucas’, ernaasteen specerijmolen met kleine maalstenenplaatsenIII. Molenwerkplaats, mogelijk met kleinewindmolen voor cirkelzaagIV. Museumgebouwen.V. Woningen voor personeelVI. Rietgedekte korenmolenVII. Stenen stadskorenmolenVIII. Bestaande molen ‘Het Zwarte Kalf’,aankopen en ombouwen tot cacaomolenIX. Kleine lattenzager, te plaatsen bovenopeen schuurX. Restant watermolen ‘De Pimpernakel’,restaurerenXI. StandaardmeelmolenXII. Paltrokmolen met cirkelzaag, bijvoorbeeld‘De Kleine Poort’XIII. Papiermolen met droogschuur, achter ophet terrein vanwege waterkwaliteitXIV. StandaardwatermolenXV. Standaard wipwatermolen (een schepraden een vijzel)XVI. Paltrokmolen buitendijks, loodsenbinnendijksXVII. Terrein voormalige oliemolen ‘DeKater’, te plaatsen bovenkruier houtzager, zomogelijk zeskant. Loods ook buitendijks.XVIII. Bestaande rijstpelmolen ‘De Witte Klok’XIX. Te plaatsen verf- of krijtmolenXX. Bestaande oliemolen ‘De Zaadzaaijer’,ombouwen tot fourage- en doppenmolen.XXI. Restanten gortmolen ‘De Koopman’,herstellen door een molen bij te plaatsen.XXII. Bestaande oliemolen De Poelsnipontwerp, stelde voor om aanwezige molenrestantente completeren en zocht locaties voor typisch <strong>Zaanse</strong>en niet-<strong>Zaanse</strong> molens – zodat een representatievecollectie van 19 molens zou ontstaan, aangevuldmet een tentoonstellingsgebouw. C. Visser steldevoor om behalve windmolens ook andere historischekrachtbronnen in het museum op te nemen, zoalsstoommachines en explosiemotoren. Daarmee zou hetmuseum de geschiedenis van de industrialisatie in beeldbrengen. 3 Dat het niets geworden is met het ‘OpenluchtWindmolen Museum’ is niet verwonderlijk. Het planvergde veel ruimte en grote investeringen. Het ideeom molens te hergroeperen in een ‘stemmingsjuisteomgeving’ werd uiteindelijk wel de strategie voor hetmolenbehoud van de Zaanstreek en een van de pijlersvan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.SteenhuisMeurs11


Een tweede voorloper van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>is de <strong>Zaanse</strong> buurt, die eind jaren dertig in hetOpenluchtmuseum in Arnhem werd gerealiseerd.Het museum was opgericht in 19<strong>12</strong> en opende zijndeuren in 1918, als reservaat van de Nederlandseplattelandscultuur. Van een representatief Nederlandslandschap was op de zandgrond ten noorden vanArnhem geen sprake. De boerderijen en andereobjecten werden herbouwd op open plekken in het bos,als collectiestukken in een vitrinekast. Temidden vande boerderijen, volkskunst, en plattelandscultuur is de<strong>Zaanse</strong> buurt uitzonderlijk. Het ensemble functioneertals een dorpskern in het museum en bestaat uit ondermeer een schoenmakershuisje en een tabakswinkel. Deaanzet was een schenking in 1939 van vier panden uitde Dubbele Buurt in Koog aan de Zaan door G.N. Honig,directeur van de N.V. Stijfselfabriek ‘De Bijenkorf’. 4 Inde oorlog raakte het ensemble beschadigd, voor hetherstel moest zelfs een gevel worden vervangen dooreen nieuwe aanwinst uit Krommenie. Later volgdenmeerdere aanvullingen. Na een brand in 1970 werd debuurt gedeeltelijk herbouwd met originele panden uitde Zaanstreek, ook kwam toen een overtuin tot stand.In de Zaanstreek werd van meet af aan betoogd dateen eigen houtbouwreservaat anders moest wordendan de <strong>Zaanse</strong> buurt: geen museum maar een ‘gewone’woonbuurt.De <strong>Zaanse</strong> buurt in ArnhemDe <strong>Zaanse</strong> buurt in het Arnhemse Openluchtmuseum, gebouwd in 1938 in een alles behalve<strong>Zaanse</strong> context. [Gelders Archief]<strong>Zaanse</strong> buurt in het Arnhemse Openluchtmuseum, 1952. [Eigen collectie]<strong>12</strong> <strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Deel van het bestuur van Zaans Schoon in het begin van dejaren vijftig. V.l.n.r. J. Trouw, J.W. de Boer, mevrouw Mars, FransMars, H. Los, W.A. van Gogh en Jaap Schipper. [Moelker 1982, 20]Toerisme in de Zaanstreek: motorsalonboot ‘Alkmaar’ teZaandijk, 1917. [Eigen collectie]Zaans SchoonIn de oorlogsjaren waren vrijwilligers in de Zaanstreekactief met het beschrijven, documenteren enfotograferen van oude panden. De eerste slooppandenwerden opgeslagen, waarmee de kiem voor de latere<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> werd gelegd. 5 Een terugblik op detotstandkoming van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> uit 1965 schetsteen romantisch beeld van deze pioniersperiode:‘Die oorsprong ligt in ieder geval in de somberebezettingsjaren toen jeugdige Zaankanters zichbij walmend kaarslicht bezonnen op verleden entoekomst van hun streekcultuur en aan de lopendeband plannen smeedden – die na de bevrijding veelalprompt weer werden vergeten.’ 6 Theo van der Koogh,houtbouwkenner en een van de initiatiefnemers vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, schreef in 1969 dat er destijdsbehoefte bestond aan het ‘teruggaan naar de eigenbestaansgronden’, in reactie op ‘de verkrachting vanstaatsbestel en maatschappijvorm door de Duitsers’. 7De <strong>Zaanse</strong> houten woonhuisbouw uit de zeventiendeen achttiende eeuw trok daarbij veel aandacht, want‘waarin vindt men het karakter van onze vooroudersbeter weerspiegeld dan in de huizen waarin zewoonden en werkten?’ 8De horizon werd eind negentiende eeuw meer en meer bepaald door industrie, zoals hier aande Kalverringdijk (in het midden molen De Ooievaar). [Kleij 2003, 16]Kort na de oorlog ontstond het burgerinitiatief ‘ZaansSchoon’. De directe aanleiding was een actie van JobDuyvis en Evert Smit in 1946 om de Gortershoek alskarakteristieke woonbuurt te behouden, onder hetmotto ‘Zaandaik moet Zaandaik blaive’. Job Duyvisschreef in zijn dagboek op 9 januari 1946: ‘Als zo’nwederkerig servituut op de woonhuizen, teneindebedrijven te weren, maar weerklank vindt! Het is nu nogde moeite waard om het <strong>Zaanse</strong> karakter van dit stukjeZaanoever te bewaren!’ 9 Andere Zaankanters slotenSteenhuisMeurs13


zich bij hen aan en daarmee was de ‘Commissie tot hetbevorderen en documenteren van Zaansch Schoon’ eenfeit. Naast Smit en Duyvis waren architect Jaap Schipper,rijksarchivaris Johan Groesbeek en houtbouwkennerTheo van der Koogh betrokken. Dat de mannen nog ergjong waren blijkt uit het dagboek van Duyvis: ‘Sprakenover monumentenzorg tot half twaalf. Konden toenniet meer in huis – alles was op slot. Evert brak knopvan waskeukendeur! Gelukkig deed vader eindelijkopen.’ 10 Zaans Schoon was zich er terdege van bewustdat sloop door groei van de industrie niet was tekeren, maar wilde de bouw van nieuwe industrieëntegenhouden. De commissie stelde zich ten doel omde ‘grondbeginselen van de planologie te propageren’en te streven naar documentatie van de streek, waarbijde Gortershoek het eerste project was. Na enkele jarenveranderde de commissie in een stichting.Zaans Schoon begon voortvarend. Bedrijven werdenbenaderd wanneer zij hun monumentale pandenslecht onderhielden. Theo van der Koogh publiceerdeeen drieluik over <strong>Zaanse</strong> houtbouw in De Zaende. Dittijdschrift was 1946 opgericht met het doel om ‘inzoo ruim mogelijke kring mededeeling te doen vanstudies en wetenswaardigheden, die de Zaanschehistorie, het Zaansche volksleven nu en in het verleden,of de genealogie van <strong>Zaanse</strong> geslachten betreffen’. 11Geleidelijk breidde Zaans Schoon haar netwerk vanbetrokken burgers uit. Er werd contact gelegd metFrans Mars uit Wormerveer, die voorzitter was van deprovinciale stichting Landschapsschoon. Zijn contactenkonden worden aangewend om overheidsinstantieste benaderen. <strong>12</strong> De commissie probeerde ook opandere manieren de aandacht van de locale overheidte trekken. Zo werden studenten van de HogereBouwkunde Opleiding (H.B.O.) te Amsterdam gevraagdom ‘opzichtig’ opmetingen uit te voeren en tekeningente maken van de Gortershoek. De studenten lietenhet echter afweten, zodat er gezocht moest wordennaar een volgend ‘psychologisch moment voor hetovertuigen van het gemeentebestuur’. 13Zaans Schoon had vanaf de oprichting een goede bandmet zowel de Rijksdienst voor de Monumentenzorg(RDMZ) als de Provinciale Planologische Dienst(PPD). Op advies van de eerste werd besloten omeen rapport te maken over de Gortershoek, met debedoeling om geld los te krijgen van het Ministerievan Onderwijs, Kunsten en Wetenschap (OKW). Hetrapport werd onder meer aangeboden aan P.K. vanMeurs, de voorzitter van de PPD, en aan Joris in ’t Veld,de burgemeester van Zaandam. 14 Via al deze kanalenprobeerde de commissie om de <strong>Zaanse</strong> gemeentenertoe te brengen een monumentenverordening op testellen en een stedenbouwkundige visie te ontwikkelen.In een vergadering werd gezegd dat ‘dit verzuim erde oorzaak van [was] dat nu, in 1947, de Zaanstreekals woongebied minder aantrekkelijk is en veelmonumenten verdwenen zijn, terwijl aan de industriebetere uitbreidingsmogelijkheden hadden kunnenworden geboden, door onder meer de aanvoerwegenaan het zware wegverkeer aan te passen’. 15Locatie <strong>Zaanse</strong> buurtDe <strong>Zaanse</strong> dorpen bevonden zich in het midden vande twintigste eeuw in een periode van uitbreiding,verdichting en modernisering. De houten huizenhielden letterlijk geen stand in dit geweld. Bij eeninventarisatie in 1947 bleek dat van de conceptmonumentenlijst uit 1921 reeds de helft van allehouten woningen verdwenen was. 16 Het idee omeen specifiek openlucht museum in de Zaanstreek tevestigen, was in deze omstandigheden een van debeste mogelijkheden om de lokale bouwkunst voor hetnageslacht te kunnen behouden. In de Zaanstreek werdde term openluchtmuseum vermeden. Het ging om een‘buurtje’ of ‘houtbouwreservaat’, dat normaal bewoondzou moeten worden. 17 Zaans Schoon beijverde zichvanaf haar oprichting voor de totstandkoming van dezebuurt en speelde een sleutelrol bij de verwezenlijkingervan. Particulieren en overheden werden benaderd enenthousiast gemaakt voor het idee.In 1949 dienden twee mogelijke locaties zich aan:Haaldersbroek bij de Kalverpolder in de gemeenteZaandam en het gebied rond het Eerste Ezelspad en hetWeeshuispad in Zaandijk. In beide gevallen ging hetom bestaande buurten, die met te verplaatsen pandenaangevuld zouden kunnen worden tot een getrouwe<strong>Zaanse</strong> buurt. Zaans Schoon meende echter dat beidelocaties niet Zaans genoeg waren, omdat ze niet aande Zaan lagen en de kenmerkende padenstructuurontbrak. 18 Volgens de commissie was de westrand vande Kalverpolder meer geschikt. Hier kon vanuit het nietseen zeventiende- of achttiende-eeuws dorp gebouwdworden in een getrouwe setting. De nabijheid van deGortershoek zou het beeld completeren, aangezienhet buurtje dan over de Zaan uitkeek op een relatiefgave rij <strong>Zaanse</strong> houtbouw. Deze overweging van ZaansSchoon illustreert de denkbeelden over authenticiteitvan de te reconstrueren buurt in deze beginperiode.In plaats van een historische plek te musealiseren,werd de voorkeur gegeven aan het ontwerpen van eengeloofwaardige <strong>Zaanse</strong> nederzetting op een ‘tabularasa’ in de polder. De ruimtelijke relatie met het weidse14<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Het Ezelspad in Zaandijk, omstreeks 1900. [Kleij 2003, 13] De buurtschap Haaldersbroek, omstreeks 1900. [Emmerig 2000, 22]landschap van de Kalverpolder werd in de beginperiodeniet expliciet als kwaliteit aangevoerd. Wel schreef Theovan der Koogh in de jaren zestig dat er ‘niet alleen eengoede buurt gevormd, maar ook de <strong>Zaanse</strong> structuurvan lagedijk en padbebouwing gerealiseerd kunnenworden en dat alles tegen de achtergrond van het wijde<strong>Zaanse</strong> polderland, geheel zoals de Zaanstreek zichdoor de eeuwen heen getoond heeft.’ 19 Dit werd echtergeschreven op het moment dat de weidsheid van deKalverpolder werd bedreigd door de voorgenomenbouw van een grote woonwijk in de polder en hiertegenmassaal verzet ontstond.Potentiële locaties <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, aangegeven op een topografische kaart uit 1951.SteenhuisMeurs15


Historische kaart van de Zaanstroom uit 1794, waarop de toenmalige padbebouwing en veel molensgetekend staan. [Loosjes 1794]PadenstructuurVaak werden bestaande paden (bijvoorbeeld naar molens of andere dorpen) bebouwd, zoalshier het Guispad dat Zaandijk verbond met Westzaan. [Woudt et al. 1986, 59]De typologie van een Zaans dorp werd vanoudsgekenmerkt door paden, water en een weidseomgeving. Dit hing samen met het ontstaan en opvan de dorpen. De eerste bebouwing ontstond achteren op de Zaandijken. Toen het gebied in de zestiendeeeuw groeide door de vestiging van ambachtslieden enkoopvaarders, breidden de nederzettingen zich uit langspaden en sloten die dwars op de dijk lagen. De eersteuitbreidingen vonden in Zaandam plaats. Deze volgdende bestaande verkavelingstructuur en dijksloten. Depaden werden later aangelegd. Ook bestaande paden,die haaks op dijk en dijksloot lagen en vooral diendenvoor de verbinding tussen de in het achterland gelegenmolens, werden bebouwd.De bewoners aan de paden vormden zogenaamdepadsgemeenschappen met hun eigen padreglement.Daarin stonden de rechten, maar vooral plichtenvan de bewoners beschreven: het uitdiepen vande padsloot, het bij bebouwing openlaten van eenbepaalde breedte van het pad voor het verkeer, hetverbod om stieren langs het pad te drijven of bepaaldehinderlijke bedrijven te vestigen. Het hield ook indat verontreinigende bedrijven of ‘stinkhuizen’ aanhet einde van de paden gebouwd moesten worden.Zogenaamde ‘padmeesters’ of ‘padheeren’ moestentoezicht houden op de naleving van dit reglement.De dijksloot, die dwars op de dijk en parallel aan hetpad liep, was de plek waar de bewoners spoeldenen wasten, maar ook hun behoefte deden. Hiervoorwerden speciale voorzieningen aangelegd: deboenstoep (ook wel boenwal of walstoep genoemd),een verdieping in de kade waar kleding op gewassenen geboend kon worden, en pleehokjes. Wanneer hetachtererf aan de dijksloot lag, werd aan de achterzijdevan het huis soms een walhuis met walpoort gebouwd.Hierin bevond zich dan de boenstoep en plee, zodatmen niet naar buiten hoefde voor toiletbezoek ofwasbeurt.16<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Het Krimp te Zaandam, eind negentiende eeuw: een boenstoep enpleehokjes aan de padsloot. [De Jong en Schipper 1976, 34]Paden in Zaandam. De eerste uitbreiding langs paden vond plaats in Zaandam, medio zestiende eeuw.. [De Jong en Schipper1987, 37]Wijnkanspad Zaandam. Bebouwing en erven aan het Wijnkanspad, een pad haaks op de Westzijde in Zaandam. [De Jongen Schipper 1987, 79]SteenhuisMeurs17


De Nieuwe Zaanburg, 1966. Links op de achtergrond ligt de locatie van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> in de Kalverpoder.[Eigen collectie]Ontwerp SchipperDe <strong>Zaanse</strong> architect Jaap Schipper (1915) won in 1946de Prix de Rome voor bouwkunst. Deze prestigieuzeprijs voor jong talent, die dat jaar was gekoppeld aaneen ontwerpwedstrijd voor een religieus centrum inKralingen, bestond uit een stipendium van twee jaar.In het eerste stipendiumjaar reisde Schipper doorFrankrijk, Spanje, Italië en Noord-Afrika. Het tweedejaar werd besteed aan een vrij project in Nederland,dat Schipper aan de <strong>Zaanse</strong> houtbouw wijdde. 20 Hijmaakte een beschrijving van het <strong>Zaanse</strong> bouwen enbedacht maatregelen om ‘het resterende’ te bewaren.’ 21Schipper formuleerde drie aanbevelingen: (1) hetmaken van stedenbouwkundige plannen (dit is deplanologische visie waar Zaans Schoon op hamerde),(2) het opstellen van plaatselijke monumentenlijsten(documentatie en behoud) en (3) het stichten van ‘eenbuurtje, waar <strong>Zaanse</strong> houten huizen herbouwd kunnenworden’. 22 De resultaten van de studie werden in 1951gepubliceerd in De Zaende. Bovendien werd het projecteind 1951 tentoongesteld in café-restaurant Zaanzichtin Zaandijk. Een jaar later maakte het ontwerp,aangevuld met een maquette van de hand van de heerHellenaar uit Wormer, deel uit van de oudheidkundigetentoonstelling Oud-Zaandam in de J. Ligthartschoolaan de Hogendijk.Het ontwerp van Schipper ging uit van over te plaatsenwoningen, maar ‘zeker zo belangrijk is het behoudvan de karakteristieke omgeving van het <strong>Zaanse</strong>Affiche van de tentoonstelling Oud-Zaandam,1952. [GAZ]huis. De plaatsing van de huizen t.o.v. elkaar en deweg en Zaan (…) zijn vaak van nog meer belang voorhet behoud van de karakteristiek, dan de meer ofmindere architectonische belangrijkheid.’ 23 Schipperhad vier verschillende bouwwijzen uit verschillendedorpstypen bestudeerd, namelijk de bebouwing aan deZaanoever, de bebouwing op de Zaandijk, de overtuinen de arbeiderswoningen aan de overzijde van deafwateringssloot (ontsloten door kwakels). Al dezeelementen zijn in het ontwerp voor de woonbuurt terugte vinden.Met de Prix de Rome van Schipper, kreeg het tot dantoe abstracte idee van het houtbouwreservaat concreetvorm. Van een idee was het een project geworden. 2418<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Foto’s van de maquette van het plan van Schipper, getoond op de tentoonstelling Oud Zaandam (1952). [GAZ]Voor Zaans Schoon was 1952 het jaar waarin de plannenvoor de bouw van het buurtje serieus werden. Destichting benaderde alle tien de Zaangemeenten methet verzoek om medewerking. 25 Deze oproep hadeffect, de gemeente Zaandam adopteerde het plan.Zaans Schoon ontving inmiddels slooppanden als giften moest op zoek naar opslagruimte. Het enthousiasmevoor een Zaans Buurtje betekende niet dat het ideevan Schipper integraal werd overgenomen door degemeente Zaandam. Het ontwerp werd te ‘on-Zaans’gevonden, omdat de nederzetting typologischniet klopte. De padenstructuur was nauwelijksherkenbaar, het dorpje was te gesloten ten opzichtevan het landschap en verder was er geen ruimte voortoeristische faciliteiten, zoals parkeren.De gemeente Zaandam legde in 1953 het concept vanSchipper voor aan de Commissie voor <strong>Gemeente</strong>lijkePlannen van de PPD. Op provinciaal niveau werden debezwaren van de gemeente gedeeld. 26 Volgens H.P.Gorter, lid van de commissie en toenmalig directeur vanNatuurmonumenten, moest er voor het buurtje een‘<strong>Zaanse</strong> plattegrond zijn, een oude wijze van vestigingin de Zaanstreek.’ Hij had ook bezwaar tegen het feit datde buurt het uitzicht op de achterliggende Kalverpolderbelemmerde. In het conceptstreekplan van 1952 washet gebied immers aangewezen als cultuurmonument;het was dus van belang dat het landschap in het planeen grotere rol zou krijgen. Verder legde de commissiehet accent op het toeristische potentieel. De ledenzagen niet veel in permanente bewoning van de buurt,omdat bewoners voor voorzieningen afhankelijkzouden zijn van Zaandam en Zaandijk. Tenslotte brachteen van de leden te berde dat bewoning van de GamleBu in het Deense Århus was mislukt. De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>zou hetzelfde lot wachten. In de commissie werd daaroverigens niet over getreurd. De leden kwamen metsuggesties voor het aanpassen van het reservaat aan deeisen van de ‘vreemdelingen-industrie’.SteenhuisMeurs19


De gemeente Zaandam adviseerde Zaans Schoonom contact op te nemen met het rijk voor steun.Een verzoek om subsidie bij het Ministerie vanWederopbouw en Volkshuisvesting liep op nietsuit. 27 Meer succes was er bij Onderwijs, Kunstenen Wetenschap (OKW) en de Rijksdienst voor deMonumentenzorg (RDMZ). De discussie die aan desubsidie vooraf ging sleepte zich evenwel enkelejaren voort en spitste zich toe op de authenticiteitvan een houtbouwreservaat en de wenselijkheidom monumenten te verplaatsen. Het belangrijksteargument voor het reservaat was dat in de <strong>Zaanse</strong>werkelijkheid het behoud van monumenten in situgeen reële optie was. De correspondentie verliep viade RDMZ, die bemiddelde tussen Zaans Schoon en deRijkscommissie voor de Monumentenzorg bij OKW.Op 18 februari 1952 bezocht een delegatie van destichting (Groesbeek, Schipper en Van der Koogh) deRijkscommissie. Uit het verslag van de bijeenkomst:‘Door de enorme industriële ontwikkeling is reedsongeveer 50% van de panden voorkomende op devoorlopige lijst van monumenten verdwenen en vande panden, die nog bestaan is de directe omgevingmeestal reeds volkomen vernield, terwijl de meestemet verdwijning worden bedreigd. Als gevolg vande ontwikkeling van de industrie zullen namelijk inde toekomst een aantal zuiver stedebouwkundigemaatregelen onvermijdelijk zijn: fabrieken zullen zichverder moeten kunnen uitbreiden, doorbraken enverbredingen zullen noodzakelijk zijn.’ 28 In een briefnaar de Minister kwam de stichting enkele maandenmet nog meer argumenten: ‘Onze Stichting meent,dat een dergelijke bescherming dwingende redenenDe rol van monumentenzorgSituatietekening van het ontwerp van Schipper voor een ‘<strong>Zaanse</strong> buurt’ gepubliceerd in maandbladDe Zaende, 1951. [GAZ]20 <strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


van bestaan heeft, niet alleen om het feit dat heteen daad van piëteit tegenover onze voorouders is,deze uitgingen van hun typisch Zaans volkskarakterte eerbiedigen, maar nog meer om het feit, dat eendergelijke consequente toepassing van de houtbouwen het vervaardigen van de Lodewijk XV- en LodewijkXVI ornamentiek in hout in ons land nergens andersvoorkomt. Als enig middel tot een werkelijk behoud, zietzij het stichten van een buurtje waarin <strong>Zaanse</strong> houtenhuizen kunnen worden herbouwd. Hierbij ziet zij ditbuurtje niet als een museum, maar als een levendeen bruikbare woonbuurt.’ Het behoud van de <strong>Zaanse</strong>huizen werd van nationaal belang geacht. 29De lobby van Zaans Schoon had succes. De RDMZadviseerde in juni 1952 aan de Rijkscommissie voorde Monumentenzorg om het initiatief te steunen:‘Het opbouwen van verplaatste panden heeftiets kunstmatigs, maar in tegenstelling met hetopenluchtmuseum in Arnhem zullen deze panden, naherplaatsing, normaal bewoond worden en wat betreftsanitair en overige centrale voorzieningen modernworden ingericht.’ 30 Concreet was het advies om eenjaarlijkse bijdrage te leveren. Desondanks wees hetMinisterie de aanvraag van Zaans Schoon af: ‘de voor derestauratie van monumenten beschikbare geldmiddelendienen in de eerste plaats te worden besteed voor hetuitvoeren van herstelwerkzaamheden, die noodzakelijkzijn voor de instandhouding van monumenten.’ 31In 1953 bood de gemeente Zaandam aan om de grondaan te kopen waar de <strong>Zaanse</strong> buurt zou moeten komen.Drie jaar later was het de gemeente, die OKW benaderdemet een subsidieverzoek. Als extra onderbouwing werdverwezen naar het streekplan, dat ‘een blijvend bestaanvan de buurt’ waarborgde. Opnieuw schreef de RDMZaan de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg dat inde Zaanstreek een reservaat de enige mogelijkheid wasom de monumenten te kunnen behouden: ‘Weliswaar ishier bovendien sprake van de verplaatsing naar en hetconcentreren op een daarvoor bestemd terrein, maarhet handhaven te midden van fabriekscomplexen enmoderne uitbreidingsplannen, dus geheel geïsoleerdin een met het monument strijdige omgeving is inZaandam zonder meer onmogelijk. Niet alleen wordtaan de vaak zeer fraaie panden door die omgevingveel afbreuk gedaan en is de direct storende werkingvan die omgeving op het monument te groot, maarook laat de geheel moderne ontwikkeling in Zaandamhet handhaven zonder meer van deze panden niettoe. (..) Het feit dat het oorspronkelijk ontworpencomplex inmiddels is uitgebreid bewijst dat sinds hetplan ontstond het aantal voor overplaatsing bestemdepercelen is uitgebreid.’ 32In 1956 stelde de Rijkscommissie voor deMonumentenzorg haar mening over het verplaatsenvan monumenten voor het uitzonderlijke geval vande Zaanstreek bij. In de vergadering van 11 decembermerkte de voorzitter op dat ‘het aantrekkelijke vanhet plan [is] dat de huizen normaal zullen wordenbewoond’. Daarnaast werd de locatie ‘zeer aanlokkelijk’genoemd. 33 In 1958 werd onder strikte voorwaardensubsidie verleend: per pand moest worden bekeken ofhet hiervoor in aanmerking zou komen (‘medewerkingvan het Rijk betekent niet dat automatisch metalle details van het plan wordt ingestemd’). Eenvoorwaarde was verder dat de gemeente en lokalebedrijven een groot deel van de financiering opzich namen. De ‘bescheiden subsidie’ zou dan ook‘meer het karakter van een aanmoediging’ hebbenen voornamelijk gebruikt moeten worden voor het instand houden van monumenten. 34 Toen eenmaal bleekdat de architectonische kwaliteit van de gebouwengehandhaafd werd, zegde het Ministerie van OKWin 1959 toe dertig procent van de bouwkosten bij tedragen, wat neerkwam op een tien jaarlijkse bijdragenvan 84.000 gulden. 35Opvallend is hoe verschillend de PPD en de Rijksdienstvoor de Monumentenzorg reageerden op het idee vaneen bewoond reservaat. Bij de provincie overheerstede scepsis en werd aangedrongen op een goedetoeristische attractie. Voor de monumentenzorg wasbewoning cruciaal voor de authenticiteit van hetreservaat – en het verlenen van subsidie. Het is eenzeldzaam vroeg voorbeeld van monumentenzorg,die zich niet beperkt tot conservering van uiterlijkevorm maar ook immateriële kwaliteit van bebouwinggebruikte als argument in discussies over authenticiteit.Authenticiteit is in de pioniersfase de drager van hetinitiatief voor het houtbouwreservaat. Het gaat om eenbijzondere vorm van monumentenzorg. Authenticiteitis opgevat als een consistente stedenbouwkundigontwerp op een passende locatie (geloofwaardigestructuur) + integrale verplaatsing, zuiverereconstructies en nauwkeurige restauratie (getrouwevorm) + bewoning (continuïteit van functie).SteenhuisMeurs21


Ontwerper: J. Schipper.Landschap: nieuwe verkavelingsrichting vanuit deWormer (noord-zuid) en niet vanuit de Zaan (oost-west),zoals gebruikelijk was in de Zaanstreek.Vorm buurt: concentratie van bebouwingStructuur: rondgang, geen lintstructuurAantal erven: 30, waarvan twee molensTuinen: een overtuinParkeren: geen voorzieningenOntwerptekeningstipendium 22door Jaap Schipper voor een Zaans buurtje aanvan de Prix de Rome. [GAZ]<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Plan Schipper, 1951de Zaan, 1951. Project uit het


<strong>Zaanse</strong> SHuidige sBebWatWegHuiZaaBebOveBoo<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Huidige situatie vs plan 1951Bebouwing 1951Water 1951ZaanWegen en paden 1951Huidige bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Bebouwing omgevingOvertuinBoomNSteenhuisMeurs23


Van idee naar uitvoeringDe kritiek op het eerste ontwerp van Schipper doorgemeente en provincie, leidde tot een herzieningvan het ontwerp in 1954 door Schipper en G.M.G.Bakker, gemeentearchitect van Zaandam en lid vanZaans Schoon. Het aangepaste ontwerp verschiltwezenlijk van het Prix de Rome project. De buurtwordt niet bepaald door een driehoekige dorpskom,maar door een kamstructuur van een dijklint metzijpaden. De polderstructuur van de Kalverpolderis als onderlegger gebruikt en overal in de buurtherkenbaar. De constatering van gemeente en provinciedat het eerste ontwerp van Schipper typologischniet klopte, is daarmee ondervangen. Het verbeterenvan de toeristische infrastructuur, waar de provincieop aandrong, leidde tot het toevoegen van eenparkeerterrein naast de oprit van de Julianabrug. Deadviezen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg,gericht op authenticiteit en geloofwaardigheid vanhet ensemble, vertaalden zich in deze fase vooral inde consistentie van landschap en stedenbouwkundigontwerp en goede voornemens voor getrouwewederopbouw. De gemeenteraad stelde het resultaat in1955 als uitbreidingsplan vast en een jaar later keurdeGedeputeerde Staten het plan goed.De naam ‘<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’ werd in 1955 geopperddoor Frans Mars, ter herinnering aan een schans uitde tachtigjarige oorlog. Hetzelfde jaar ontstond deBouwcommissie, met leden van Zaans Schoon engemeenteraden uit omliggende dorpen. De commissierichtte zich op realisatie van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Deeerste stap was het bouwrijp maken van de locatie.In 1956 werden hiervoor tekeningen gemaakt envergunningen aangevraagd. Met het vooruitzichtop subsidie van het rijk, werd naarstig gezochtnaar aanvullende financiering. Hiervoor benaderdeZaans Schoon onder meer naburige industrieën enZaangemeenten. De gemeente Zaandam was nietalleen een belangrijke financier maar zorgde ook voorde sloop van de ‘zeer detonerende’ houtmeelfabriek,een van de weinige bestaande gebouwen aan deKalverringdijk. 36 De elders in de Zaanstreek te slopenpanden die voor verplaatsing naar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> inaanmerking kwamen, werden in de periode van 1957tot 1961 gedocumenteerd en na de sloop opgeslagen ineen loods aan de Poeldijk.In 1959 nam wethouder D. Metselaar plaats in deBouwcommissie. Twee later kwam uit de commissie destichting ‘de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’ voort. Zaans Schoon gafhiermee de regie over de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> uit handen, omzich weer te richten op de kerntaak: monumentenzorgen welstand van de Zaanstreek. Wel bleef Zaans Schoonmet een lid vertegenwoordigd in het stichtingsbestuurvan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Bij de installatie van de nieuwestichting waren twee vertegenwoordigers van deRijksdienst voor de Monumentenzorg aanwezig. Zefeliciteerden de stichting en wezen er op ‘dat het nuniet de bedoeling moet zijn om oude waardevollepanden welke ter plaatse gerestaureerd kunnen wordenover te hevelen naar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (…) omdat hetstadsbeeld juist door het handhaven van deze pandende nodige fleur verkrijgt.’Voorbeeld van een documentatietekening van een Zaans pandin de jaarverslagen van de <strong>Zaanse</strong> Schoon 1946-1981. [GAZ]24<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Lijsten van panden en gebouwonderdelen die de stichting Zaans Schoon als schenking kreeg en in 1961 overdroeg aan de gemeente Zaandam. [GAZ]SteenhuisMeurs25


Uitbreidingsplan 1955Ontwerper: J. Schipper en G.M.G. Bakker,Landschap: gewijzigde verkavelingsrichting vanuit deZaan (oost-west)Vorm buurt: dijkbebouwing en bebouwing langszijpadenStructuur: dijk- en padenstructuurAantal erven: onbekendTuinen: een overtuinParkeren: een parkeerterreinUitbreidingsplan <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1955. Dit plan is een herziening van het ontwerp van J. Schipper uit 1951. [GAZ]26<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


RealisatieIn 1961 begon de aanleg van een nieuwe oeverlijnlangs de Zaan, inclusief beschoeiing en het nemen vanmaatregelen voor de waterhuishouding van het gebied.Aangezien het budget van de stichting nog bescheidenwas, kon er nog niet tot wederopbouw van opgeslagenpanden worden overgegaan. 37 Op één uitzonderingna: de woning van Westzijde 10 te Zaandam was na desloop in 1959 direct opgebouwd. Een groot bouwdeelwerd zelfs in zijn geheel naar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> gerold.Westzijde 10 was een eenling, maar bleek wel eenkatalysator voor het succes van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Ookhet toekennen van rijkssubsidie in 1959 gaf een impuls.De bijdragen van bedrijven en particulieren stroomdenbinnen. De aanleg van wegen en paden, volgens hetontwerp uit 1956, ging in 1962 van start. Eerst tijdelijkmet ‘moderne’ stenen, die rond 1965 plaats maaktenvoor een tweedehandse, ‘antieke’ variant. 38< Eerste huis van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> in1959: oorspronkelijk adres: Westzijde 10in Zaandam. [GAZ]Na het begin van de realisatie trok Schipper zichterug uit de stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, zodat zijnarchitectenbureau zonder statutaire problemen bijbouwprojecten betrokken kon worden. Hij paste in 1961het stedenbouwkundig plan aan, met een verlengingvan het Zonnewijzerspad en het Zeilenmakerspaden verdichting langs de Kalverringdijk. In het totaalwas er zo in het buurtje plaats voor 43 panden en 1molen. Vanaf 1963 nam architect Cornelis de Jong de‘bouwdirectie’ van stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> op zich.Al in 1963 bleek er te weinig opslagruimte in de loodsaan de Poeldijk te zijn, aangezien Schipper wel ergactief was geweest met het aankopen en verwervenvan oude materialen. Toch had de aankoop van pandendoorgaans nog heel wat voeten in de aarde. Om deprijzen zo laag mogelijk te houden gebeurde dit inhet geheim, zodat verkopers van de vaak gebrekkigepanden de verkoop niet zouden weigeren of er hogereprijzen voor zouden vragen. 39Hoewel oud hout een voorwaarde was voor hetgebruik bij restauratie, bleek het lastig te verzagen tezijn zodat ook nieuw hout ingekocht moest worden.Daarvoor werden de Amerikaanse soorten redwood enOregon pine gekozen, aangezien nieuw grenenhoutniet voldeed aan de kwaliteitseisen van Schipper. Deauthenticiteit van het materiaal legde het af tegengebruikseisen en praktische verwerkbaarheid. Naasthet tekort aan goed hout was het moeilijk om aande typische oranje en zwarte dakpannen te komen.Zogenaamde drielingsteentjes werden bij sloopplaatsenverzameld omdat deze niet meer gemaakt werden. Vaneen gebrek aan kennis en vakmanschap was echtergeen sprake: ‘wanneer men de timmerlieden van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> aan het werk ziet, lijkt het wel alsofde klok eeuwen is teruggezet en het eeuwenoudetimmerambacht weer in ere is hersteld. Zij passenen schaven met de precisie en toewijding van hunzeventiende-eeuwse collega’s’. 40De wens om de monumenten in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> zogetrouw mogelijk te herbouwen, stelde hoge eisen aanhet vervoer, de ruimtelijke inpassing en de restauratievan de panden. Bij het vervoer was het streven zomin mogelijk te demonteren, zodat panden somsin hun geheel naar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> kwamen. Hetherstel van houten panden na overplaatsing en dereconstructie van gebouwdelen, vergde veel aanvullend28<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Verplaatsing van het huis Weeshuispad 1 te Zaandijk naar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1965. [GAZ]onderzoek en technische kennis aangezien de <strong>Zaanse</strong>houtbouw afweek van de ‘gebruikelijke constructiesen detailleringen’. 41 Het jaarverslag van de stichting de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> uit 1963 meldde dat de bouw vertragingopliep, vooral vanwege de noodzakelijke precisie enkwaliteitsbewaking bij opbouw en renovaties. Dithad ook tot gevolg dat de kosten flink opliepen ende groei van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> afhankelijk was vaneen verhoging van overheidssubsidies. 42 In hetzelfdejaar werd een kostenstijging van ruim zestig procentberekend: de bouwkosten per kubieke meter warengestegen van <strong>12</strong>5 tot 200 gulden. In 1967 waren depaden bestraat en vijftien huizen herbouwd.Krantenartikel uit De Typhoon met een voor- en nafoto van hetpand aan de Kalverringdijk 8 in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (vroeger aande Oostzijde 324 in Zaandam), 1969. [GAZ]SteenhuisMeurs29


Plan 1961Stedenbouwkundige 30opzet <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1961. [GAZ]<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Ontwerper: J. SchipperLandschap: verkavelingsrichting vanuit de ZaanVorm buurt: bebouwing langs dijk en zijpadenStructuur: dijk- en padenstructuurAantal erven: 44 waarvan een molenTuinen: een overtuinParkeren: een parkeerterrein


ZaH<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Huidige situatie vs plan 1961Bebouwing 1961Water 1961Wegen en paden 1961ZaanHuidige bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Bebouwing omgevingOvertuinBoomNSteenhuisMeurs31


Het landschapEen van de speerpunten van stichting Zaans Schoonwas vanaf het begin om de ‘grondbeginselen vande planologie te propageren’. Het Streekplan voor deZaanstreek van 1956 (eerste versie 1952), waarin deZaanstreek als een ruimtelijk geheel werd behandeld,leek dan ook een welkome ontwikkeling. Het plan werdgekenmerkt door een zoektocht naar groei enerzijdsen het behouden van een typisch <strong>Zaanse</strong> identiteitanderzijds. Deze identiteit werd gerelateerd aan hetsobere, ijverige karakter van de Zaankanters, hunfolklore en het kenmerkende ‘slagenlandschap der ziltevenen’. De wens tot behoud van dit karakter, was deaanleiging om het westelijk deel van de Kalverpolder alscultuurmonument aan te merken. 43 Het was het gebiedwaar ook het ‘Zaans buurtje’ zou moeten komen. Hetoostelijke deel van de Kalverpolder werd bestemd voorwoningbouw. Een noord-zuid georiënteerde autowegdoor de Kalverpolder moest het recreatiegedeelte(veenweidegebied en <strong>Zaanse</strong> buurt) en de woonwijkvan elkaar scheiden. De plannen uit 1956 werden in1962 vastgesteld als Structuurplan voor de Zaanstreek.Zaans Schoon schreef in 1963 Van vele dorpen tot éénstad, waarin het initiatief om de Zaanstreek als eenruimtelijke eenheid te behandelen geprezen werd. Tochbevatte het rapport stevige kritiek op het structuurplan.Eén van de conclusies van Zaans Schoon was dat ‘deKalverpolder, aansluitende aan het houtbouwreservaat‘De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’, onbebouwd [moet] blijven’. WaaromZaans Schoon niet meteen reageerde na het verschijnenvan het streekplan in 1956, waarin al sprake was vanbebouwing in de Kalverpolder, had ook met de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> te maken. In een brief aan GedeputeerdeStaten schreef de stichting dat zij ‘niet tegen het thansKaart en legenda horend bij de studie over het Structuutplan voor de Zaanstreek, 1962. [GAZ]goedgekeurde Streekplan heeft geprotesteerd, daar ervóór het verlopen van der protesttermijn (10 Nov. 1959)nog geen enkele zekerheid bestond, dat de financiën,benodigd voor het verwezenlijken van het plan-<strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>, door de diverse instanties zouden wordengevoteerd.’ Ook betoogde ze dat pas na het wettelijkworden van het structuurplan het cultuurhistorischeen toeristische belang van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> duidelijkwerd. 44Zaans Schoon kreeg steun van dagblad De Zaanlander,alsmede van De Hollandsche Molen, De <strong>Zaanse</strong> Molenen Natuurbehoud. Naast het belang van de Kalverpolderals vogelgebied, werd vooral gehamerd op de relatievan het landschap met de molens en de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.Een kop in de Zaanlander luidde: ‘Molenreservaat onzinals er ook huizen komen. Anders verzamelplaats vandoodse eigenaardigheden.’ 45 PvdA-raadslid Wiese zagsamenspel van het landschap en de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>als aanleiding om voor het behoud van de polder tepleiten: ‘als we de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> allure willen geven,dient er voldoende ruimte achter te blijven’. 46De discussie over het al dan niet bouwen in deKalverpolder ontaardde in een ware ‘<strong>Zaanse</strong> soap’,die voortduurde tot 1970. Vóór bebouwing waren degemeente Zaandam, de stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>en dagblad De Typhoon. Hoewel Stichting de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> in eerste instantie geen voorstander was vanbebouwing, zag ze de komst van een autoweg op32<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


de bebouwingsgrens van het oostelijk deel van deKalverpolder wel zitten. Een belangrijk figuur wasDirk Metselaar, in zijn dubbelrol als wethouder envoorzitter van stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Hij noemdeDe Zaanlander een ‘bron van verdachtmakingen’,aangezien ze de tegenstanders van het structuurplan zoschaamteloos verdedigden. Minstens zo partijdig wasechter De Typhoon, met de aantijging dat Zaans Schoonverwend was en zich in de handen mocht wrijven datde gemeente Zaandam al zoveel geld en kapitaal in hetbehoud van houten huizen en molens had gestoken.Dat Zaans Schoon op het punt stond de oorlog teverklaren aan de gemeente Zaandam, was volgens DeTyphoon ‘broedermoord’.Er zou immers al veel geld (Metselaar: ‘miljoenen’)besteed zijn aan het bouwrijp maken van deKalverpolder. VVD’er Wuyster vond de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>geen goede reden om niet te bebouwen: ‘de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> wordt trouwens hoe langer hoe meer eenopenluchtmuseum, waar vreemdelingen de bewonershinderen met hun gegluur door de ramen. Dit is nooitde bedoeling van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> geweest.’ Ook werdhet streekplan uit 1956 als blauwdruk gezien waarvanniet afgeweken kon worden. 47Kaart horend bij het structuurplan van de Zaanstreek, 1963. Rode vlakken: woongebieden, rode lijnenmet pijlen: hoofdstructuur, blauw: water, groen: natuurbescherming, zwart: industriegebieden. [GAZ]Gedeputeerde Staten vond de argumenten voor hetstadsuitbreiding in de Kalverpolder niet steekhoudenden liet de gemeente Zaandam in 1966 een nieuwstreekplan opstellen, waarin het oostelijk deel vande Kalverpolder geheel onbebouwd moest blijven.Het belangrijkste argument was niet het landschapvan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, maar de sterke afname vanvogelgebieden in de streek, waarvan de Kalverpoldereen van de laatste was. Ook de kwaliteit van deSteenhuisMeurs33


geplande woonwijk werd in twijfel getrokken. Volgensde provincie was de wijk te klein om levensvatbaarte zijn. In de discussie bleek dat in het streekplan van1956 geen rekening was gehouden met een eventueelsucces van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. De gemeente Zaandamging tegen de beslissing in beroep bij de Raad van State,waar zij de zaak uiteindelijk verloor. De Kalverpolderbleef onbebouwd.Wonen in een attractie‘Een prachtig excursieobject voor vakantiegangers inbinnen- en buitenland’, zo werd de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> ineen rapport van de <strong>Zaanse</strong> VVV uit 1962 genoemd.In De Typhoon van 18 mei 1962 werd hier cynisch opgereageerd: ‘wij kunnen het mis hebben maar wijnemen aan dat het bestuur van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> dezeontwikkeling nu juist niet wenst. In opzet en in wezenis deze nabootsing van een vroegere <strong>Zaanse</strong> buurt eencultuur-historisch monument (…). De inrichting van hetbewoonde wijkje, met smalle paden en dito bruggetjes,alsmede de sfeer van de bewoning lenen zich nietbepaald voor druk bezoek van grote menigten.’ 48Het vooruitzicht van de <strong>Schans</strong> als toeristische plekschrok toekomstige bewoners geenszins af. Er warenveel aanvragen om in de verplaatste woningen temogen wonen. Hierdoor konden strenge eisen gesteldwerden aan de toekomstige bewoners. Het artikelSchaven aan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, dat in 1965 in De Revueverscheen, beschreef de selectieprocedure van nieuwebewoners: ‘Uit de lange lijst van liefhebbers zal destichting dan ook een zeer zorgvuldige keuze moetendoen. Ze zal die keuze laten afhangen van punten alsde daadwerkelijke liefde voor het <strong>Zaanse</strong> schoon, demogelijkheid ook het interieur in de oorspronkelijkesfeer te houden en de bereidheid zich enigeopofferingen te getroosten (geen verbouwingen, geentv-antenne enz.)’. Het meest heikele punt was echter dat‘bewoners van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> waarschijnlijk bereidmoeten zijn hun woning of een gedeelte ervan bijtoerbeurt open te stellen voor de toeristen, die vooral inde zomermaanden worden verwacht’. 49Beide artikelen legden de vinger op een heikel puntuit het concept voor de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, namelijk dathet zowel een ‘gewone’ woonbuurt als uitzonderlijketoeristische attractie moest zijn. Rond 1965 kwam denadruk bij de exploitatie van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> steedsmeer te liggen op de toeristische functie. Dat jaar gingde museumwinkel van Albert Heijn open (mevrouwSchipper verzorgde er rondleidingen) en zelfs hetonafgebouwde woonbuurtje trok al veel bezoekers.De opening van restaurant ‘De Walvis’ in 1966 werdgezien als opening van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> in zijn geheel;volgens de Stichting luidde de plechtigheid een nieuweperiode in. 50Eindbeeld van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Terwijl de bouw van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> nog in vollegang was, ontspon er zich een discussie over hetconcept. Zo speelde de vraag of de <strong>Schans</strong> al danniet af was. Schipper gaf al in 1960 in een interviewaan dat de veertig geplande huizen niet vastlagen,mocht dat aantal niet bereikt kunnen worden vanwegebijvoorbeeld financiële problemen. Daarnaast achttehij nauwkeurigheid belangrijker dan een snelleafronding van de <strong>Schans</strong>: ‘Het is helemaal niet debedoeling met man en macht de hele <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>in enkele jaren te voltooien. Wij kunnen hoogstenstwee of drie panden tegelijk bouwen. Men heeftInterieur van de Albert Heijn in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>: eenreconstructie van de situatie in het jaar 1887 in Zaandam. [Eigencollectie]34<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Artikel uit de Zaanlander over het wonen in de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>, 1968. [GAZ]Situatietekening <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1965. [GAZ]SteenhuisMeurs35


immers maar weinig vaklieden die dit werk kunnenen willen doen. Het zal dus beslist wel 15 of 20 jaarvergen voordat de gehele <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> er staat.’ 51Frans Mars schreef in 1965: ‘In de nabije toekomst, latenwe zeggen eind 1966, hoopt men het buurtje, voorwat zijn plattegrond betreft, zijn gestalte te hebbengegeven. (…) Men zal dan een aardig wandelingetjekunnen maken en de objecten rustig van alle kantenkunnen bekijken en hun schoonheid in een passende,natuurlijke omgeving kunnen ondergaan. Er zullennog een aantal ledige erven zijn, die echter niet zullenstoren als open of blinde plekken, maar er misschienjuist toe kunnen bijdragen op verrassende doorkijkjesnaar schilderachtige hoekjes te vormen.’ Uiteindelijkkwam pas in 1972 het stratenplan, met bijbehorendeovertuinen, bruggetjes, een glop en straatverlichtinggereed.In maart 1968 werd een tussenbalans opgemaaktdoor het architectenbureau van Jaap Schipper. Hijrichtte zich vooral op het gebouwen- en ervenbestanden gaf een gedetailleerd overzicht van woningen,schuren, bruggen, hekken en tuinen. Ook de manco’sin de collectie worden in zijn rapport opgesomd:herenhuizen, boerderijen, pronkgevels (periode rond1770), publieke gebouwen, kerken, vermaningen, GroteHartschuren, pakhuizen, padsbruggen, ophaalbruggen,vroeg zeventiende-eeuwse huizen, luchthuizen enwinkels. 52 Op het aangepaste bebouwingsplan was zelfsruimte gereserveerd voor de katholieke schuilkerk aanhet Papenpad in Zaandam. Het rapport van Schipperis te lezen als een ‘boodschappenlijst’ voor acquisitiesin de omringende dorpen. Toch bevat het stuk eenaanbeveling om panden in de dorpen te behouden.Schipper stelde voor om aan de hand van bestaandegebouwen een overzicht van de leemtes in deverzameling panden aan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> te maken.‘Hiervoor werden gefotografeerd ook die panden diewaarschijnlijk nooit te verwerven zijn, met de bedoelinginzicht te verkrijgen waaruit gekozen wordt, en hoerepresentatief het object is t.o.v. de vergelijkbare nogvoorkomende panden.’Dat een perfecte verzameling niet realistisch was,hing samen met het aanbod van slooppanden in deZaanstreek. De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> werd volgens architectPiet van Nugteren na verloop van tijd dan ook als ‘devuilnisbak van <strong>Zaanse</strong> burgemeesters’ aangeduid. In eenvergadering van verschillende commissies in 1969 werdde <strong>Schans</strong> een ‘tandeloos gebit’ genoemd. Toch bleef de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, door vast te houden aan het uitsluitendopnemen van verplaatste monumenten, afhankelijk vansloop. De stap naar het aanvullen van de verzamelingmet reconstructies of replica’s bleef taboe – hoezeersoms ook aan de oude verplaatste pandjes werdverbouwd, gereconstrueerd en nieuw ontworpen.Het behoud van de panden vroeg om integraleverplaatsing. In de jaren zestig werd een reeksoplossingen voor ‘vervoer op maat’ ontwikkeld, metals hoogtepunt de (afgeblazen) plannen om molen DeZoeker met een Russische helikopter over te vliegennaar de Kalverringdijk. De Zaanlander kopte op 2 januari1969: ‘Vervoeren hele panden enige juiste methode’.De aanleiding was een eerder artikel waarin gesteldwerd dat er van een overgeplaatst huisje ‘nauwelijksiets bruikbaars was overgebleven’. Volgens S. de Jong,Zaandammer en medewerker van de RDMZ, maaktehet volkomen slopen, overbrengen en opbouweneen pand waardeloos. Dit was volgens hem dan ookniet toegepast op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Een vergelijkingtussen de panden voor sloop en na de opbouw (zie p.74) illustreert de toevoegingen en ingrepen die werdengedaan om de huizen ‘authentiek’ te maken.In 1969 werd op initiatief van Zaans Schoon dewerkgroep Gortershoek-<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> ingesteld, metafgevaardigden van de <strong>Zaanse</strong> Oudheidkamer, deRDMZ, de <strong>Zaanse</strong> Molen, stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> ende gemeenten Zaandam en Zaandijk. Deze werkgroepbeoogde de aanwijzing van zowel de Gortershoek alsde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> als beschermd dorpsgezicht en hetin gemeenschappelijkheid oplossen van problemendie speelden in beide buurten. Een van de kwestieswaarover de werkgroep zich boog, was de begrenzingvan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Die werd als ‘tamelijk onduidelijk’gezien, terwijl ‘de weidegronden het hart vormen vande onvervangbare landschappelijke waarde die deKalverpolder heeft binnen de sterk geürbaniseerdeZaanstreek, een uniek decor, waartegen de <strong>Schans</strong> zichzo fraai manifesteert.’ 53 Door onderlinge tegenstellingenstrandde het initiatief al een jaar later. De aanwijzingvan Gortershoek, in samenhang met de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>,tot beschermd dorpsgezicht werd door de RDMZ inprocedure gebracht. Jan Korf, de directeur van de RDMZ:‘Mijn streven blijft er op gericht het totale beeld dat deGortershoek, de Zaan en de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> vormen,zo goed mogelijk te doen worden.’ 54 Naast stichtingde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> bleven Zaans Schoon en De <strong>Zaanse</strong>Molen betrokken bij het debat over de monumentalewaarde van het gebied. 55 In 1982 was de aanwijzing vanGortershoek een feit, evenwel zonder de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.Later volgden twee andere buurten: Haalderbroek(1990) en de kerkbuurt in Westzaan (1991).36<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Lijst van de aanwezige panden en onderdelen in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1968. [GAZ]Schetsen van typologieën van gebouwen die de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> nog mist volgens Schipper,1968. Links: boerderijen, rechtsboven: rijk geornamenteerde gevels, rechtsmidden: herenhuis,rechtsonder: schuilkerk. [GAZ]SteenhuisMeurs37


Situatie 1968Ontwerper: J. SchipperLandschap: verkavelingsrichting vanuit de Zaan (oostwest)Vorm buurt: dijkbebouwing (noord-zuid) enbebouwing langs padenstructuur (oost-west)Structuur: dijk- en padenstructuurAantal erven: 32 waarvan een molenTuinen: een overtuinParkeren: een parkeerterreinSituatietekening van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1968. Niet gearceerd zijn panden die nog herbouwd moeten worden.De gearceerde panden zijn reeds herbouwd panden. [GAZ]38<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


<strong>Zaanse</strong> SHuidige sBebWatWegHuiZaaBebOveBoo<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Huidige situatie vs plan 1968Bebouwing 1968Water 1968ZaanWegen en paden 1968Huidige bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Bebouwing omgevingOvertuinBoomNSteenhuisMeurs39


Toerisme in een woonbuurtDe populariteit van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> alstoeristische bestemming zorgde eind jaren zestigvoor grote problemen. Er ontstond een tekort aanparkeergelegenheid, waardoor de stichting eenparkeerwachter aanstelde en parkeergeld ging heffen.Metselaar zei in 1969 dat de buurt door zijn succesvan karakter veranderde: ‘Het grondprincipe, dathet stichten van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> de inzet van demenselijke persoonlijkheid waard is, is van de aanvangaf – nu bijna negen jaar geleden – tot op heden toegehandhaafd. Wij zijn nu echter genaderd aan het punt,waar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> ver uitgaat boven de betekenisdie de <strong>Schans</strong> zou hebben voor de streek. De <strong>Schans</strong>heeft landelijk bekendheid gekregen, iets wat ook inde bezoekcijfers tot uitdrukking komt. Naar schattingwordt de <strong>Schans</strong> per jaar door 500.000 personenbezocht.’ 56De aanvankelijke focus op de <strong>Schans</strong> als woonbuurtzorgde ervoor dat toeristen soms teleurgesteld waren.De bewoners zouden te ongastvrij zijn. Bovendienwas restaurant De Walvis geregeld zo vol dat zelfs eenkop koffie niet te krijgen was. Het chronisch gebrekaan parkeerruimte bleef bestaan. 57 Metselaar wildede kwaliteit van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> als attractie graagverbeteren, maar gezien de slechte financiële situatievan stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> waren daar nauwelijksmogelijkheden toe. Bij een bijeenkomst van de VVV, inmaart 1969, sprak Kees Speets, directeur van reisbureauBergmann (het huidige Holland International). Speetswas gevraagd advies te geven en gaf dat onomwonden:‘Ik zie het eenvoudig. Willen ze een culturelebuurtgemeenschap blijven – akkoord, maar dan nietéén toerist er op. (…) Ik zie kans, om er een uitstekendtoeristisch centrum van te maken. Het moet kunnen. Alshet er maar gastvrij is. Als de toeristen maar niet wordenweggekeken door de bewoners.’ Het liefst zag Speetsde bewoners helemaal verdwijnen: ‘Daar is maar éénoplossing voor: evacueren. Zet er maar ambachtsliedenvoor in de plaats.’ 58Op dezelfde bijeenkomst werd een film getoond vande reis die Metselaar en VVV-voorzitter Breeuwer naarColonial Williamsburg in 1969 hadden gemaakt, eengerestaureerd stadje in de Verenigde Staten. De reisbleek een kentering in de ideevorming over toerismeen uitbreiding in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. De Typhoon scheefover de overeenkomsten tussen dit stadje en de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>: ‘[Williamsburg] is zonder meer opgezet als eentrekpleister voor toeristen, terwijl bij het bouwen vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> allereerst is gedacht aan het bewarenvan een stuk verleden voor het nageslacht. Dat toeristenook wel belangstelling voor de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> zoudenkunnen hebben, was iets waar men verrassenderwijsmee werd geconfronteerd.’ Daarnaast werd ook duidelijkdat Williamsburg ‘geen project was waarbij – zoals bijde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> wel het geval was en nog is – op geldbehoefde te worden gekeken.’In het verlengde van de lessen uit Williamsburg steldeMetselaar voor om de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> beter als attractieneer te zetten. Dat kon door bijvoorbeeld aandachtaan oude <strong>Zaanse</strong> ambachten te besteden. Ook gaf hijaan dat ‘al heel lang en heel druk wordt gezocht naareen groot pand dat als een soort Oudheidkamer zoumoeten gaan dienen. (…) We zijn ook al bezig met eendrukkerij aan de <strong>Schans</strong> te krijgen, zo’n drukkerij waarje zou kunnen zien hoe het drukken vroeger in z’nwerk ging. Er wordt hierover al gesproken met diverseDrukte op de folkloredag in 1965, gehouden op een nogonvoltooide <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Op de achtergrond staatmosterdmolen De Huisman in feesttooi, met daarachter DeGekroonde Poelenburg en De Kat. [Kerssens 2006, 93]grafische industrieën in de streek.’ 59 Jaap Schipper,destijds bestuurslid van stichting Zaans Schoon en alsarchitect werkzaam aan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, vond dat hetaanpassen van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> op het toeristischeprogramma noodzakelijk was, ‘ervan uitgaande datbezoekers bezwaarlijk geweerd kunnen worden’. 6040<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Artikel uit de Typhoon over de vele bezoekers van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1971. [GAZ]Artikelen over het bezoek van wethouderMetselaar en VVV-directeur Breeuwer aanWilliamsburg in de Zaanlander, 1968. [GAZ]SteenhuisMeurs41


Situatie van het tweede restaurant van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, ontworpen door Schipper in 1970. [GAZ]Plattegrond van het tweede restaurant van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1970. [GAZ]42 <strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Herijking van het conceptRond 1970 waren vijftien woningen herbouwd en dezestiende woning, een zeefdrukkerij, was bijna klaar.Daarmee was nog niet de helft van de in het ontwerpuit 1954 opgenomen erven bebouwd. De financiëleomstandigheden waren stabiel. Stichting de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> meldde in het jaarverslag dat de kinderziektenoverwonnen waren en een rijke toekomst in hetverschiet lag, ‘mits commercieel geleid’. 61 Omwille vaneen gezonde exploitatie kwam uitbreiding ter sprake,vooral met het doel om de attractie gastvrijer te makenen meer toeristen te trekken. Voor de bekostiging vandeze uitbreiding deed de gemeente Zaandam beroepop de ‘subsidieregeling toeristische accommodaties1970’ bij het ministerie van Economische Zaken: eengrote stap in de erkenning van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> alstoeristische bestemming. In 1969 had Schipper, samenmet W.C. Zon (eveneens architect en lid van ZaansSchoon), een uitbreidingsplan opgesteld waarin tenoosten van de <strong>Schans</strong> een tweede parkeerterrein eneen nieuw restaurant gepland waren. Daarvoor zoudenvolgens Schipper de pakhuizen gebruikt kunnenworden die hij in de loop der jaren aangeboden hadgekregen. Zelf droeg hij het graanpakhuis ‘Raven’ uitKoog aan de Zaan aan, die hij ‘om niet’ aangeboden hadgekregen van de firma Evenblij.De molens langs de Zaan moesten volgens Schipper‘meer dan nu attractiepunten worden’ door de padentussen het woonbuurtje, de nieuwe parkeerplaats ende Kalverringdijk te verbeteren. 62 Daarnaast probeerdehij het parkeerterrein en de accommodaties zoveelmogelijk van de Leeghwaterweg, de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>en het omliggende landschap af te schermen door hetplanten van groen. Bij het ontwerp van de uitbreidingwerkte hij samen met Cornelis de Jong. De Jongvond de hoeveelheid beplanting uit Schippers planniet nodig: ‘men kan zich verbaasd afvragen waaromeen parkeerplaats afgesloten moet worden van eenverkeersweg’. Ook moest de begroeiing ondergeschiktzijn aan de openheid van het landschap en hetliefst historisch verantwoord zijn, bijvoorbeeld in devorm van boomgaardjes zoals die ‘in Westzaan enAssendelft op de veeneilandjes (…) in de nabijheid vanboerderijen voorkomen.’ Het geheel van toeristischefaciliteiten moest corresponderen met de structuurvan een oorspronkelijk Zaandorp: ‘Direct achter depaden en verder in het veld zou een achttiende-eeuwsindustrielandschap met molens het historisch beeldcompleteren.’ 63 Hierdoor werd het pakhuis, naar eenontwerp van De Jong en opgebouwd met onderdelen


Maquette van pakhuizen Kraai en Bezem, 1975. [GAZ]Situatieschets van pakhuizen Kraai en Bezem, 1975. [GAZ]van de draagstructuur van parkhuis ‘De Lelie’ uitWestzaan, in lijn met het slagenlandschap geplaatst enniet, zoals Schipper ontworpen had, verstopt achter eenhaag naast de parkeerplaats.De parkeerplaats werd gelegd op het terrein dat eerstvoor het St. Michaël Lyceum bestemd was (in 1965 isde school na een lobby van ondermeer Zaans Schoon280 meter oostelijker geplaatst). Het terrein was in 1973klaar voor gebruik. In hetzelfde jaar werd pakhuis DeLelie geopend en werd het Zeilenmakerspad verlengd inde richting van de parkeerplaats. Het tweede restaurantstaat op de tekening van 1973 nog aangegevenals boerderij ‘De <strong>Schans</strong>’, een gebouw dat nietovereenkwam met Schippers plan voor een restaurant.In 1974 werd het restaurant geopend in een verplaatstgraanpakhuis, al was het niet ‘Raven’ uit Koog aan deZaan maar ‘De Kraai’ uit Wormerveer. Stichting ZaansSchoon beschouwde 1974 als jaar waarin de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> werd afgerond. In de statuten werd opgenomendat de stichting zich minder met de totstandkoming enmeer met de instandhouding van de <strong>Schans</strong> bezig zougaan houden. De stichting beschouwde de uitbreidingmet ‘De Bezem’ als stedenbouwkundige afronding. Erwas immers een pleintje ontstaan. 64Opvallend aan de uitbreiding van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>met een tweede parkeerterrein, restaurant ‘De Kraai’,pakhuis ‘De Lelie’ en ‘De Bezem’, is dat er een heelandere argumentatie werd gebruikt dan in de eerstefase. In de jaren vijftig en zestig was de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>een vorm van monumentenzorg voor de Zaanstreek,waarbij natuurgetrouwheid op alle schalen (landschap,stedenbouw, erven, gebouwen, bestemmingen)voorop stond. Alleen op die manier kon de verplaatsingen concentratie van historische objecten wordenverantwoord. In de jaren zeventig was de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>een realiteit geworden, met een eigen dynamiek enproblemen. Er ontstond een spanningsveld tussenmonumentenzorg, wonen en toerisme. Met name hettoerisme (en op de achtergrond de exploitatie van deattractie) werden maatgevend voor veranderingenen niet zozeer het afronden van het ensemble. Denoodzakelijke voorzieningen (grote winkels, grootrestaurant, groot parkeerterrein) kregen een plek in hetgebied en werden zodanig geassembleerd of in hetgroen gezet, dat ze min of meer in het historisch verhaalpasten.SteenhuisMeurs43


Uitbreidingplan 1975Plan voorparkeerterrein 44uitbreiding van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1975. In het middente zien. [GAZ]<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Ontwerper: J. Schipper in samenwerking met C. deJongLandschap: verkavelingsrichting vanuit de ZaanVorm buurt: dijkbebouwing (noord-zuid) enbebouwing langs padenstructuur (oost-west) enuitbreiding richting het westenStructuur: dijk- en padenstructuurAantal erven: 33, waarvan vier molensTuinen: twee overtuinenParkeren: twee parkeerterreinende zijn pakhuizen De Lelie, De Bezem en De Kraai en het nieuwe


<strong>Zaanse</strong> SHuidige sBebWatWegHuiZaaBebOveBoo<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Huidige situatie vs plan 1975Bebouwing 1975Water 1975ZaanWegen en paden 1975Huidige bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Bebouwing omgevingOvertuinBoomNSteenhuisMeurs45


Consolidatiefase, na 1976Voor de stichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> vormde deuitbreiding met de pakhuizen, het grote parkeervelden het tweede restaurant de afronding van hethoutbouwreservaat. Het jaar 1976 werd gezien alsomslag van de bouwfase naar de exploitatiefase.Vooruitlopend hierop nam de stichting in hetjaarverslag over 1975 een evaluatie op, waarin werdonderzocht wat er van de oorspronkelijke ambitieswas gekomen. Er werd hierbij aandacht besteed aande stedenbouwkundige structuur, de bouwkundigeuitwerking, het kostenaspect en de ‘evolutie van deoorspronkelijke doelstelling’. 65 Wat betreft dat laatstepunt was het doel om de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> op te bouwenen te beheren, aangevuld met de ambitie er toeristen enrecreanten mee kennis te laten maken.Stedenbouwkundig bleek het ontwerp uit 1955 inhoofdlijnen gevolgd. Winst voor de stichting de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> was de aankoop en sloop van de fabriek DeHaan (1963), die zou detoneren in het buurtje enbrandgevaarlijk was. Verlies was de bouw (1965) vanhet Sint Michaelslyceum pal achter de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>,waarbij het complex nog wel 280 meter kon wordenverplaatst. Het deels al bouwrijp gemaakte terrein,kwam later van pas voor de aanleg van het tweedeparkeerterrein. Het vormde, samen met de pakhuizenKraai, Bezem en Lelie, de grootste verandering van hetontwerp, ingegeven door de ‘noodzaak de opvang vanbelangstellenden en toeristen beter te regelen’.De bouwkundige uitwerking en restauratie van deverplaatste panden liet in de loop van de jaren zestigeen aantal veranderingen en aanpassingen zien, datte maken had met kosten, comfort en efficiency. Destichting plaatste deze ontwikkeling in de algemenetendens in de monumentenzorg om de praktischebruikbaarheid van monumenten meer nadruk te gevenbij restauraties. Al snel na de start van de wederopbouwvan verplaatste panden in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> vondeen discussie plaats over het funderen: moesten detraditionele oplossingen (houten palen met kespen)worden aangehouden of was beton te prefereren? Erwerd voor beton gekozen, net zoals bij reparaties vanhoutwerk de overstap van grenen naar redwood enOregon pine was gemaakt.In verband met de authenticiteit van de objecten, laghet voor de hand om de panden te herbouwen metbehoud van patina, zoals bijvoorbeeld scheefstand. Bijde herbouw van de harenmakerij (Zonnewijzerspad 1-2)was dit de bedoeling, maar het bleek te duur, te weiniggerieflijk en praktisch ondoenlijk. In de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>werden de monumenten voortaan netjes waterpasgemaakt. Andere aanpassingen werden gedaan omde kosten laag te houden of het wooncomfort teverbeteren, zoals een betere winddichting van dewanden en de toepassing van moderne inrichting voorbadkamers en keukens. Het jaarverslag 1975: ‘Allengswerd men daar ook vrijer in’.Rond 1975 waren van de aanvankelijke lijst van47 mogelijk over te brengen objecten, 18 pandendaadwerkelijk verplaatst. Ook stonden er 14 eerst nietgeselecteerde panden. De bouw- en restauratiekostenwaren snel gestegen. Werd er in 1958 nog gerekendmet fl. <strong>12</strong>5,- per m 3 , in 1970 was dit bij de herbouw vanhet pand Rozengracht 1 (Kalverringdijk 21) opgelopentot fl. 525,- per m 3 . Mede door versimpelingen in deuitvoering kon de prijs hierna zakken, tot fl. 525,- perm 3 in 1975 bij het pand Dorpsstraat 515 uit Assendelft(Kalverringdijk 3).Een andere verandering, veroorzaakt door de opkomstvan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> als toeristische attractie, wasdat in de jaren zeventig allengs minder streng gedachtwerd over de authenticiteit van de objecten. Concreetleidde dit tot het introduceren van replica’s en hetsoms afwijken van de historisch te verantwoordenstedenbouwkundige structuur. Uit de jaarverslagen vanstichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> wordt hier impliciet meldingvan gemaakt.Een voorbeeld van veranderde uitgangspunten isde plaatsing van een replica van een luchthuis uitKrommenie aan het pand Rozengracht 1 (in 1970).Het luchthuis was een mooie aanvulling van de‘verzameling’, maar brak wel met de gewoonte omalleen verplaatste originelen op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> toete laten.Katholieke schuilkerk (1695), Papenpad Zaandam; ‘potentieel’monument voor de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> [Panoramio PoBlok]46<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> gezien vanuit het westen, 1974. [Aviodrome]Lijst van objecten op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> met de oorspronkelijke locaties. [GAZ]De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> gezien vanuit het zuiden, 1983. [Aviodrome]SteenhuisMeurs47


In 1975 werd gedacht de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> te kunnenafronden door de oude en de nieuwe entree teverbeteren, alsmede iets te doen aan de slechtebereikbaarheid voor fietsers en brommers. Demogelijkheid om lege kavels aan de Kalverringdijken het Zonnewijzerspad te bebouwen, bleef openmaar het stichtingsbestuur voerde er geen actiefbeleid meer voor. Liever concentreerde het zich ophet verbeteren van de faciliteiten voor de opvang vanbezoekers. Zo werd in het monumentenjaar de stapgezet van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> als centrum van de <strong>Zaanse</strong>monumentenzorg (middels het ‘transplanteren’ vanmonumenten naar een authentieke setting) tot centrumvan het toerisme in de Zaanstreek.Sinds het midden van de jaren zeventig is de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> niet wezenlijk veranderd. De overeenkomstentussen 1975 en 2010 zijn opvallender dan de verschillen.Spectaculaire verplaatsingen bleven uit. Dat kwamdoor gebrek aan geld, maar ook door een veranderingin de monumentenzorg van de Zaanstreek - die na1975 meestal wel in situ mogelijk was. De aanvullingendie nog plaatsvonden aan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> betroffenmeest schenkingen, waarbij allengs gemakkelijker werdgedaan over de materiële authenticiteit.Langs de Kalverringdijk werd de verdwenen molenop de schuur van De Bonte Hen herbouwd tergelegenheid van het 50-jarig jubileum van de <strong>Zaanse</strong>Molen in 1975) Het 100-jarig bestaan van Albert Heijn(Ahold) was aanleiding voor de gift in 1987 van eenkaasboerderij (Catharinahoeve), die naast molen DeHamel kwam te staan. Het is een recplica van eenboerderij uit Oostzaan, controversieel vanwege denamaak, de functie en de typologie (kaasboerderijenwaren niet gebruikelijk aan de oevers van de Zaan), ende positionering pal naast een molen. Aan het ensemblevan pakhuizen rondom de nieuwe entree werd in 1993rijstpakhuis Vrede toegevoegd, afkomstig uit Oost-Zaandam. Het betreft een origineel gebouw uit 1721,maar de vorming van een plein tussen de pakhuizenis een alles behalve getrouwe stedebouwkundigesetting. Een volgende toevoeging was een replicavan een vissershuisje uit Jisp, geplaatst in 2003, dat inopzet, detail en uitwerking afwijkt van de traditionelehoutbouw in de Zaanstreek. In 2007 verrees een replicavan zaagmolen Het Jonge Schaap (in 1942 gesloopt inWestzijderveld), die o.a. dankzij opmetingstekeningenvan de bekende molenkenner Anton Sipman welhistorisch verantwoord herbouwd kon worden.Nieuwe uitbreiding?Sinds 1976 verschijnen met regelmaat studies overde toekomst van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, waarin vaak devraag wordt gesteld of het buurtje klaar is of niet. 66 Zoverschenen in 1987 de Nota bezinning op de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>, opgesteld door de vereniging Vrienden vanhet <strong>Zaanse</strong> huis, en de Nota met betrekking tot detoekomstige ontwikkeling van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> door destichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Er lijkt niet veel te veranderenin de problematiek: de verhouding van wonentot toerisme blijft problematisch en ook het somsgebrekkige bestuur en financiën wordt bekritiseerd.De nota Spijkers met koppen uit 1990, opgesteld doorde externe adviescommissie ‘<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, waarheen’,komt met de aanbeveling om de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> nietlanger als depot van monumenten te zien, maar alscentrum van regionale cultuur. De collectie is nooitaf, sterker nog: de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> heeft behoefte aanVerplaatsing van pakhuis Kraai, [Stichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>,jaarverslag 1975]48<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Mogelijke uitbreiding <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> [Spijkers met koppen, 1990] Mogelijke uitbreiding attractie <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> [Spijkers met koppen, 1990]‘identiteitsversterkende’ uitbreidingen. Zo wordt gestelddat de stedenbouwkundige structuur mager is en eronvoldoende een beeld wordt gegeven van o.a. simpelearbeiderswoningen, de <strong>Zaanse</strong> bedrijvigheid en hetdagelijks leven (godsdienst, cultuur, politiek, vrije tijd).Bovendien ontbreekt, volgens de opstellers van hetrapport, de functie van oudheidkamer, die hier zo opzijn plaats zou kunnen zijn. Door uit te breiden kan de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> attractiviteit winnen en is het mogelijkmeer variatie in de routing en keuzemogelijkhedenvoor de bezoekers te realiseren. Een uitwerking vande uitbreiding van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is gegeven in denota Visie op de toekomst van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> van destichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> in 2009.Mogelijke routing <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> [Spijkers met koppen, 1990]SteenhuisMeurs49


TerugblikDe <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is inmiddels zo oud, dat het buurtjezelf al bijna een monument kan worden. Vijftig jaarna dato is het een prachtig voorbeeld van de manierwaarop in de wederopbouwperiode met identiteit,geschiedenis en monumentenzorg werd omgegaan.Maar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is allerminst een eenduidiggegeven. Het reservaat ontstond in twee fases (aanrespectievelijk de Kalverringdijk en het J. Schipperplein)en combineert drie functies (monumentenzorg,wonen, toerisme), die (soms) op gespannen voetmet elkaar staan en in de loop der jaren afwisselendprioriteit kregen. Ruimtelijk valt de <strong>Schans</strong> uiteenin drie sfeergebieden (woonbuurt, molengroep enpakhuizenplein), met onduidelijke overgangszones. Erbestaan ruimtelijke fricties tussen de zones en aan deranden van het gebied (brug, school, woningbouw).Vergeleken met het stedenbouwkundige ontwerpuit de jaren zestig, bleven ruim 20 erven onbebouwd.Het geeft de dorpskom een open karakter (nauwelijksgesloten dorpsbeelden), en in combinatie met degroenaanplant eerder het beeld van een park danvan een dorpskom. Openheid hoort vanouds bij de<strong>Zaanse</strong> dorpen, maar sporadische verdichting eveneens(bebouwing aan weerszijden van een pad of dijklint).Het beeld van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> doet zich opener engroener voor dan historische afbeeldingen van de<strong>Zaanse</strong> dorpen.Door ontwikkelingen van de Zaanstreek is de relatietussen de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> en zijn omgeving veranderd.Vijftig jaar geleden waren de dorpen langs de Zaanpermanent in verandering, onder druk van deindustriële ontwikkeling. Nu ebt deze dynamiek weg enFietsers en toeristen bij het informatieboord aan de westelijke entree van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (Kalverringdijk), 2009.treedt een musealisering van het industrielandschapop. De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is niet langer een eiland vancultuurhistorie in een zee van van industrialisatie, maareen verbijzondering in een gelaagd en cultuurhistorischwaardevol gebied.50<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Impressie van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> in een artikel uit de Revu,1965. [GAZ]SteenhuisMeurs51


BiografieënIn 1956 werd de Bethlehemkerk in IJmuiden gebouwd naar eenontwerp van Jaap Schipper. [Forum 1957]Jaap SchipperJacob Schipper junior (1915), zoon van een architect,was als architect niet alleen actief aan de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>. Na zijn opleiding aan de Academie vanBouwkunst in Amsterdam werkte hij bij de bekendearchitect W. van Tijen, waar hij betrokken was bij dewederopbouwplannen van Velzen en IJmuiden. Vanaf1948 ontwierp hij in zijn eigen bureau, onder meerwoningen, woonwijken, kerken en bejaardentehuizen.Al in 1946 won hij de Prix de Rome, eenontwerpwedstrijd met in dat jaar als opgave hetontwerp van een kerk in het wederopbouwplan vanKralingen. Als beloning maakte Schipper samen met dewinnaar van de tweede prijs, A. Nicolaï, een reis doorItalië, Noord-Afrika en Spanje. Het tweede deel van zijnprijs was de financiering voor een Nederlands plan.Dit gebruikte Schipper om zich verder te verdiepen inde problematiek van het behoud van Zaans erfgoed,met het artikel in de Zaende en een ontwerp vooreen Zaans buurtje als resultaat. Dankzij dit plan wordtSchipper nu beschouwd als geestelijk vader van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Samen met met Cornelis de Jong was hijook de ‘huisarchitect’ van de <strong>Schans</strong>. Hij was op allerleimanieren betrokken: als secretaris van Zaans Schoon,als stedenbouwkundige, restauratiearchitect en alsdeskundig geweten. Zo zei Schipper in een interviewin Het Houtblad van november 1995 over pakhuizen:‘Het mooiste is ze op hun huidige plek te laten staan.Is dat niet mogelijk, dan zouden wij graag zien dat zeworden verplaatst. Sommige kunsthistorici vindenzo’n verhuizing absurd, maar in de zeventiende eeuwgebeurde dit in de Zaanstreek bij de verkoop vanmolens en pakhuizen regelmatig. Waarom zouden wijdat niet doen, als we daarmee ons cultureel erfgoedkunnen bewaren?’ (Ekkelenboom 1995)Naar het schijnt heeft Schipper, inmiddels ver in denegentig, nog altijd ideeën voor de <strong>Schans</strong>. Zijn denkenheeft grote invloed op de verschillende organisaties diezich met de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> bezighouden.Het archief van Theo van der Koogh bevat veel stukken die hetbegin van Zaans Schoon tot leven brengen. Job Duyvis, dierond 1946 en 1947 samenkomsten bijeenriep, stuurde de ledenansichtkaartjes met daarop datum en tijdstip voor de volgendevergadering, in dit geval zelfs in bijzijn van de burgemeester.[GAZ]52<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Theo van der KooghGeboren Zaandammer Theo van der Koogh (1916-1983)was vanaf het prilste begin bij het behoud van ZaansErfgoed betrokken. Job Duyvis en Evert Smit vroegenhem bij hun initiatief ‘Zaandaik moet Zaandaik blaive’vanwege zijn kennis van de <strong>Zaanse</strong> houtbouw. In 1948publiceerde hij enkele artikelen in De Zaende waarinhij de principes van de <strong>Zaanse</strong> bouwstijl uitlegde.Zijn kennis bracht hij in de praktijk toen hij in 1955plaatsnam in de bouwcommissie voor de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>. Sinds het begin van stichting de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> (1961) heeft hij de stem van Zaans Schoonvertegenwoordigd.Wegens gezondheidsredenen moest hij in 1977 stoppenmet zijn werkzaamheden. Bij zijn afscheid kreeg hij eenerepenning van de gemeente <strong>Zaanstad</strong> en sprak hij naarhet schijnt zeer geëmotioneerd: ‘Wat hier staat is meerdan we ooit hadden durven dromen. Niet mij moeteen medaille worden gegeven. Die medaille komt allewerkers – en dat zijn er zoveel geweest – toe.’


In het kader van het 100-jarig bestaan van Albert Heijn in1987, gaf Ahold de <strong>Schans</strong> een Oostzaanse boerderij cadeau.Aangezien het laatste exemplaar in zeer slechte staat was, werdDe Jong gevraagd een replica te ontwerpen. [De Jong-de Herder2004]Cornelis de JongIn 1963 werd Cornelis de Jong door Herman Janseaangedragen als tweede restauratiearchitect op de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Uit het archief blijkt een gezondewisselwerking tussen hem en Schipper. Zo vulde DeJong Schippers ontwerp voor de uitbreiding met eentweede parkeerplaats en restaurant aan en zocht hijeen historische onderbouwing voor de uitbreiding.Uit het boek Cornelis de Jong, architectuur als ambacht,dat de vrouw van De Jong schreef over zijn werkzameleven, doemt een ander beeld over de samenwerkingop: Schipper zag De Jong als bedreiging en had hemer liever niet bij. Er bleef spanning tussen de twee;Schipper zou zelfs de monumentenzorg een paar keerop De Jong afgestuurd hebben.In de jaren tachtig en negentig ontwierp De Jong eengroot deel van de AC-restaurants met de herkenbarepuntdaken. Volgens De Jong waren de stolpboerderijenuit de Beemster de inspiratie voor deze ontwerpen.(Jansen 1999). Sinds zijn pensionering in 2003 wordthet architectenbureau in Middenbeemster door vierpartners voortgezet.Frans MarsFrans Mars (1903-1973) was onderwijzer, schilderen heemkundeambtenaar toen hij in 1947 werdgevraagd mee te werken met Zaans Schoon. Hijvertegenwoordigde een wereld aan nieuwe contactenen was op de hoogte van ontwikkelingen in hetlandschap en de monumentenzorg en daarmee eenzeer waardevolle aanwinst. Mars was degene die in 1955de naam ‘<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’ bedacht voor het te bouwenbuurtje op het grondgebied waar de Zaankanters ooitvochten tegen de Spanjaarden.Theo van der Koogh, vertegenwoordiger van ZaansSchoon bij stichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>: ‘Ongetwijfeld weetje van de windveren die het oude pand WeeshuispadZaandijk “sieren”. Deze latere toevoeging, die aan hetpand m.i. afbreuk doet, zou ik graag veranderd zien.’Mars heeft een behoorlijk aantal schilderijen van deZaanstreek nagelaten, waarvan een aantal in het ZaansMuseum wordt getoond.Naast een groot aantal schilderijen van idyllische <strong>Zaanse</strong>landschappen en molenpanorama’s, had Mars ook aandachtvoor de industriële pracht die de Zaanstreek kende. [GAZ]Ondanks zijn slechte gezondheid was hij tot zijn doodin 1967 lid van Zaans Schoon. Dat hij zich tot in detailbezig bleef houden met de realisatie van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> blijkt uit een brief die hij in 1966 stuurde aanSteenhuisMeurs53


In 1972 bezocht koningin Juliana de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, waarMetselaar haar rondleidde. [Woudt en Woudt 1991]Dirk MetselaarAl op zijn zesentwintigste werd Dirk Metselaar (1909-1975) gemeenteraadslid voor de SDAP. Na de oorlogwas hij als wethouder voor de PvdA de stuwendekracht achter de uitbreidingen van Zaandam. Naastzijn wethouderschap was hij vanaf 1959 bij debouwcommissie van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> betrokken enwerd hij in 1961 voorzitter van de indertijd opgerichtestichting de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Onder Metselaar werdde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> opgebouwd en kreeg de <strong>Schans</strong>vanaf eind jaren zestig een uitgesproken toeristischprofiel. Hij was degene die het initiatief nam totfolkloredagen, een sterkere nadruk op ambachten entoeristische voorzieningen als een tweede restauranten parkeerplaats. Tot zijn dood in 1975 bleef Metselaarvoorzitter van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. In de ZaandammerAchtersluispolder is de Dirk Metselaarhaven naar hemvernoemd.Herman JanseSubsidieverlening bestond bij de gratie vanenthousiastelingen binnen de Rijksdienst voorMonumentenzorg, die de aanvragen van <strong>Zaanse</strong>Schoon en de gemeente Zaandam bij het ministerieondersteunden en aanbevalen. Herman Janse was zo’nmedewerker van de Dienst, een architect die de <strong>Schans</strong>een warm hart toedroeg en daarmee samenwerkingbevorderde. In een lezing die hij op 24 oktober 1969 opde Houtdag , gehouden in Den Haag, hield beschreef hijde nieuwe authenticiteit zoals die vorm zou krijgen inde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>: ‘U zoudt het een staalkaart kunnennoemen van de houtbouw van de Zaanstreek van devroege 17 de tot de 19 de eeuw, compleet met hekjes,bruggen, schuurtjes en dergelijke, alles zo getrouwmogelijk vervaardigd naar oude gegevens, die dooreen team van deskundigen steeds weer met nietaflatendespeurzin ter tafel worden gebracht.’ Ook datde woningen goed te bewonen waren en daarmeebewezen werd ‘dat een oud houten huis zich bijzondergoed kan lenen voor bewoning in deze tijd’ was voorhem een argument. In 1963 introduceerde JanseCornelis de Jong als restauratie-architect voor de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>.Naast zijn werkzaamheden bij de Rijksdienst heeft Janseeen aantal boeken geschreven over architectuur, zoalsHouten huizen, een unieke bouwwijze in Noord-Holland,(Zaltbommel1970) en het bekende overzichtswerkBouwkundige termen, samen met E.J. Haslinghuis(Leiden 1997).54<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


SCHAALNIVEAUS ZAANSE SCHANSSteenhuisMeurs55


FEPanden <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>HD29PandnummerAMolennummerGCBegin 17de eeuwTweede helft 17de eeuwBegin 18de eeuw17181920F91115 <strong>12</strong>16 13142<strong>12</strong>32622 24 25A7 6E810DB323542728292130313334Tweede helft 18de eeuwBegin 19de eeuwTweede 19de eeuwReplica20ste/21ste eeuwBebouwing omgevingTuinCOvertuinBoomNBPlangrens BKP5691115<strong>12</strong>1617181920 2232A37 6 58 4101131422326292<strong>12</strong>224 25 2728<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>30313334


Panden en molens1. Pakhuis Vrede<strong>Schans</strong>end 11721-1731Oostzaan2. Pakhuis De LelieZeilenmakerspad 71789West Zaan3. Boerderij De Catharinahoeve/ De HaalZeilenmakerspad 5replica uit 19874. Bakkerij In de Gekroonde DuyvekaterZeilenmakerspad 41668Zaandijk5. WoonhuisZeilenmakerspad 3midden 18de eeuwZaandam6. Het JagershuisZeilenmakerspad 21623 (oudste pand in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>)Zaandam7. WoonhuisZeilenmakerspad 11734Zaandam8. Het huis van jufvrouw Albestel,koopmanswoningKalverringdijk 1018de eeuwKoog aan de Zaan9. Galerie Aan ‘t GlopKalverringdijk 21ca 1630Zaandam10. KoopmanswoningKalverringdijk 8ca 1750Zaandam11. Koopmanswoning d’MolKalverringdijk 19ca 1630Zaandijk<strong>12</strong>. Museum NoorderhuisKalverringdijk 17ca 1650Zaandijk13. De Hoop op d’Swarte WalvisKalverringdijk 151717Westzaan13a. VleethuisKalverringdijk 15replica14. WoonhuisKalverringdijk 13ca 1800Zaandam15. Apotheek van Van SanteKalverringdijk 11ca 1700Zaandam16. De BeschuitmandKalverringdijk 9ca 1850voor: Zaandam, achter: Koog aan de Zaan17. WoonhuisKalverringdijk 7Zaandam18. Museumwinkel Albert HeijnKalveringdijk 5ca 1820voor: Zaandam, achter: Westzaan19. Het Wevershuis / Museum van het NederlandsUurwerk, Kalverringdijk 3eindAssendelft20. Theekoepel / TingieterijKalverringdijk 1tweede helft 18de eeuwWestzijde Zaandam21. De HarenmakerijZonnewijzerspad 1-2werkplaats: 1673 / woonhuis:1743Koog aan de Zaan22. ArbeidershuisjeZonnewijzerspad 5begin 18de eeuwZaandijk23. KosterswoningZonnewijzerspad 6ca 1650Koog aan de Zaan24. WoonhuisZonnewijzerspad 7ca 1800Zaandijk25. WoonhuisZonnewijzerspad 8tweede helft 18de eeuwZaandam26. WoonhuisDe Kwakels 1vroeg 19de eeuwsZaandam27. Scheepswerf Brouwer (schuur)De Kwakels 2eind 18de eeuwZaandam27a. Scheepswerf Bakker (scheepshelling)De Kwakels 2bouwperiode onbekendZaandam28. Het JisperhuisjeDe kwakels 3replica voor Floriande, sinds 2004 in <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>29. Pakhuis De Vrede / KlompenmakerijKraaienest 4Kopie Westzaanse30. Pakhuis De BezemKraaienest 1-217de eeuwWormerveer31. Pakhuis De KraaiKraaiepad 119de eeuwsWormerveer32. Toiletgebouw en aanlegsteigerrondvaartKalverringdijk33. Zaans Museum<strong>Schans</strong>end 7ca 199534. Verkade Paviljoen<strong>Schans</strong>end 72009A. Mosterdmolen De Huisman: 1786 en1955 ZaandamSchuur De HaanB. Houtzaagmolen De GekroondePoelenburg: 1869, 1904 en 1963, Koog aande ZaanC. Verfmolen De Kat: 1664, 1781 en 1960KalverringdijkD. Oliemolen De Zoeker: voor 1673,verplaatst in 1968E. Houtzaagmolen Het Jonge Schaap:replica 2007F. Doofpot molen De Os: 1663G. Wipmolen Het Klaverblad: 2004H. Oliemolen De Bonte Hen: 1693 enwoonhuis 1975, ZaanstreekSteenhuisMeurs57


LandschapDe <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> gezien vanuit het zuidwesten, 1975. [GAZ]58<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Relatie met het landschapDe Kalverpolder is een open cultuurlandschap, eenveenweidegebied. De polderverkaveling volgt tweerichtingen: vanuit de Zaan (B) en vanuit de Wormer (A).De verkaveling vanuit de Zaan is in oost-west richting enkomt overeen met de verkaveling aan de overzijde vande Zaan. Deze verkavelingsrichting is goed te ervarenvanuit de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, omdat de padenstructuur ende bebouwing hiervan zijn afgeleid.Het rivierpanorama van de Zaan (C) heeft tweegezichten. Ten oosten van de Zaan, bij de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>, is de oever verdicht met de kleinschaligebebouwing aan de Kalverringdijk. Naar het noorden zijnde molenerven en is vanaf de Zaan de achterliggendeKalverpolder goed te ervaren. Het Jacob Visterreinligt buiten de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (maar valt binnen demolenbiotoop van de Bonte Hen).Ten westen van de Zaan is een doorlopend lint vanbebouwing tussen de Lagedijk en het water. Er zijnnauwelijks doorzichten. Het rivierpanorama heeft overhet algemeen een informeel karakter van achterkantenvan bebouwing en achtertuinen.De Kalverringdijk (D) volgt de oever van de Zaanen heeft een grillig verloop. Langs de dijk ontstaandaardoor steeds wisselende perspectieven, metzichtlijnen naar de Zaan en de overkant, de Kalverpolderen de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Er is bebouwing op de dijk enonderaan de dijk. De bebouwing van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>(B) langs de Kalverringdijk geeft geen doorzichten opde Zaan (tot aan de glop). Ten oosten aan de onderkantvan de dijk, zijn er tussen de bebouwing af en toe openkavels met doorzichten naar het oostelijk deel van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (richting de schuren en het museum).ZichtlijnenDe <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> heeft bijzondere panorama’s enzichtlijnen, die landschap, woonbuurt, molenpanorama,de Zaan en het omringende fabriekslandschap metelkaar in verband brengen. Door de openheid vanhet landschap ontstaat een sterke zichtrelatie tussende verschillende landschappen: de Kalverpolder, hetrivierpanorama, het dijklint en de <strong>Zaanse</strong> buurt.De zichtlijnen maken de oude samenhang vannederzettingen in het landschap voelbaar. Maarook het contrast met de moderne tijd (industrieen verstedelijking) is te ervaren. Het zicht vanaf deKalverringdijk op de Leeghwaterweg met op deachtergrond molen de Ooievaar en de Duyvisfabriek ishier een dramatische illustratie van. De geschiedenisvan de Zaanstreek wordt in een beeld duidelijk.1. Panorama van de Kalverpolder vanaf de parkeerplaatsvan het museum. Hier zijn beide verkavelingsrchtingenvan de polder te ervaren.2. Zicht op de Kalverpolder en de verkavelingsrichtingenvanaf het parkeerterrein van het Zaans Museum.3. Zicht vanaf de Kalverringdijk op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>met de traditionele bebouwing van het Zaans buurtjeen de moderne architectuur van het Zaans Museum enhet Verkadepaviljoen.4. Doorzichten tussen de Zaan en de Kalverpolder bij demolenerven aan de Kalverringdijk.5. Rivierpanorama vanaf de Julianabrug, met deGortershoek en de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.6. Zicht op de open kavels (Kwakels en Kraaienest),tussen de Kalverringdijk en het Schipperplein.7. Zicht op molen De Ooievaar en de Duyvisfabriek aande overkant van de Leeghwaterweg.ContrastenHet contrast tussen de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> en zijn omgevingis op veel plekken groot. Het maakt duidelijk datde Zaanstreek verschillende bloeiperioden heeftgekend maar ook dat het een gebied is met eengrote historische gelaagdheid, juist doordat in hetfabriekslandschap allerlei restanten uit eerdere periodesoverbleven. De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is niet geïsoleerd van debuitenwereld, zoals het Openluchtmuseum.De belangrijkste contrasten:8. Contrast met de Duyvisfabriek en molen De Ooievaaraan de overzijde van de Leeghwaterweg9. Contrast tussen het lege landschap van deKalverpolder en de bebouwing op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.10. Contrast van het rivierpanorama, met in hetwesten een verdichte oever met een grote historischegelaagdheid en ten oosten een oever met uitsluitendhistorische bebouwing.11. Contrast tussen de moderne architectuur vanhet Zaans Museum, het Verkadepaviljoen en het St.Michaellyceum en de historische bebouiwng van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.Daarnaast kent de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> een intern contrast:<strong>12</strong>. Contrast tussen de grootschaligheid van depakhuizen en de kleinschaligheid van het <strong>Zaanse</strong>buurtje ten oosten van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.Cijfers en letters corresponderen met kaarten en foto’s oppagina’s 60-63SteenhuisMeurs59


Landschap <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Kalverpolder verkavelingOer-WormerKalverpolder verkavelingZaanDijklintBAHistorische bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Moderne bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>3ZichtpanoramaContrasterende elementenCBebouwing omgevingTuinOvertuinBoomPlangrens BKPN4D52167E60<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


LandschapA. Kalverpolder: verkaveling vanuit de Zaan. B. Kalverpolder: verkaveling vanuit de Wormer. C. Rivierpanorama langs de Zaan met de Gortershoek(links) en de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (rechts).D. Rivierpanorama langs de Zaan met molens. E. Kalverringdijk: molenervenE. <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>: woonbuurtSteenhuisMeurs61


Panorama’s3. Zicht vanaf de Kalverringdijk op het Zaans Museum1. Zicht op de Kalverringdijk met de molenerven en de 2. Zicht op de Kalverpolder vanaf de parkeerplaats bij62 <strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Kalverpolder vanaf het Zeilenmakerspad / parkeerplaatsvan het museum.het Zaans Museum. Beide verkavelingsrichtingen van deKalverpolder zijn vanaf hier te ervaren.en het Verkade Paviljoen en de schuren aan hetSchippperplein.4. Zicht op de overkant van de Zaan: de Gortershoekmet de achterkanten van de bebouwing aan deLagedijk.5. Zicht over de onbebouwde kavels in de woonbuurtvan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Op de achtergrond zijn deboerderij Catharinahoeve, weidemolen de Hadel enpakhuis De Lelie te zien.6. Rivierpanorama van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>: vangeconcentreerde bebouwing van het Zaans buurtjenaar verspreide bebouwing van de molenerven.


Contrasten7. Zicht op de overkant van de Leeghwaterweg: molenDe Ooievaar en Duyvisfabriek.8. Woonbuurt <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, met op de achtergrondmolen De Ooievaar en de Duyvisfabriek.9. Contrast tussen het lege landschap van deKalverpolder en de bebouwing van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.10. Rivierpanorama met de historisch gelaagdeGortershoek (links) en de ‘stijlkamer’ van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> (rechts).11. Moderne architectuur (Zaans Museum,Verkadepaviljoen, St. Michaellyceum) versus dehistorische bebouwing van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.<strong>12</strong>. Grootschaligheid (pakhuizen, Zaans Museum,Verkadepaviljoen en St. Michaellyceum) versus dekleinschaligheid van het houtbouwreservaat.SteenhuisMeurs63


StedenbouwDe <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> gezien vanuit het westen, 1974. [Aviodrome]64<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


StructuurDe stedenbouwkundige structuur van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> bestaat uit verschillende elementen: het patroonvan wegen en paden, de verkaveling, korrelgrootte,oriëntatie van de bebouwing en de ralatie met hetlandschap. De structuur is een simulatie van dekenmerkende ontwikkeling van de dorpslinten langs deZaan (dijkbebouwing en zijpaden) op het ‘authentieke’cultuurlandschap van de Kalverpolder. Er is een sterkeen vanzelfsprekende ruimtelijke samenhang tussen dewoonbuurt en het omringende landschap.Het bepalend element van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is deKalverringdijk. De meeste bebouwing van de <strong>Zaanse</strong>buurt ligt op of aan deze dijk. Dit zijn vooral de rijkerepanden zoals koopmanshuizen. Naar het noorden(omgeving molen de Huisman) gaat het woonbuurtjeover in een lint met molenerven en wordt de Zaan vanafde dijk zichtbaar. Het einde van het molenensemblebevindt zich voorbij molen De Bonte Hen. Deontwikkeling van het Jacob Visterrein valt buiten deVisie op de toekomst van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.De paden van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> lopen vanaf de dijkde polder in. Dit is de plek voor arbeiderswoningen en(vervuilende) bedrijvigheid. De paden hebben aan eenzijde bebouwing en verbinden de dijk met het latertoegevoegde Schipperplein met pakhuizen. De <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> wordt ontsloten vanaf de Leeghwaterweg, zowelaan de Kalverringdijk (langzaam verkeer, bewoners) alsbij het Zaans Museum (bussen en auto’s). De achterkantvan de nederzetting is de belangrijkste toegang voorbezoekers. Via het Schipperplein en de Kwakels of hetZeilenmakerspad is de dijk te bereiken.OnderdelenDe bebouwing is georiënteerd op achtereenvolgens deKalverringdijk, de padenstructuur en het Schipperplein.Op de dijk en langs de paden bestaat een formelewereld van voorkanten en stoepen. Vanwege de ruimeopzet van de woonbuurt (paden eenzijdig bebouwd,open kavels) is vanaf de paden en de dijk ook deinformaliteit van tuinen en achtererven te ervaren. DeZaanoever heeft een informeel karakter, met tuinen enachterkanten van de huizen op de Kalverringdijk.De groenaanleg is een wezenlijk onderdeel van destructuur. Hiertoe behoren het polderlandschap,de tuinen en overtuinen, bleekvelden, een enkeleboomgaard en de beplanting op de dijk en langs depaden. Een niet-historische beplantingslaag is te vindenlangs de Leeghwaterweg en om de parkeerplaatsen.Sferen en frictiesHet ensemble van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is in viersfeergebieden te verdelen (zie p. 70):- het open cultuurlandschap van de Kalverpolder- het molenpanorama langs de Kalverringdijk- de woonbuurt met musea- de schuren en loodsen rondom het SchipperpleinDe overgang tussen de verschillende zones levertfricties op: het zijn onlogsiche plekken in het ensemble,ruimtelijk niet goed gedefinieerd en met eenonduidelijk karakter. De frictiegebieden zijn:- lege kavel hoek Kalverringdijk / Zeilenmakerspad- Toilettencomplex aan Kalverringdijk tussen molen DeHuisman en De Gekroonde Poelenburg.- Catharinahoeve (kaasboerderij) naast molen De Hadel- Pakhuizen concentratie aan het Schipperplein- Parkeerterrein naast het Zaans Museum.SteenhuisMeurs65


<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>LeeghwaterwegKalverringdijkPadenstructuurVoorkantenSchipperpleinHistorische bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Moderne bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Bebouwing omgevingTuinOvertuinBoomPlangrens BKPN66Structuur <strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


StructuurLeeghwaterweg: schakel tussen de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> en dede omgeving, hieraan liggen beide ingangen .Kalverringdijk met molenerven.Kalverringdijk met Zaans buurtje.Padenstructuur: Zonnewijzerspad, De Kwakels,Kraaienpad, Kraaienest, Zeilenmakerspad.Padenstructuur: informele achterkanten.Schipperplein: concentratie van pakhuizen in een niethistorischesetting.SteenhuisMeurs67


Onderdelen structuur<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>KalverringdijkPadenstructuurErven KalveringdijkErven padenstructuurPleinParkerenHistorische bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>OvertuinBoomWaterNPlangrens BKPPP68<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Onderdelen structuurRivierpanorama <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (achtergevels, tuinen). Gevelwand Kalverringdijk (voorkanten). Gevelwand padenstructuur (voor- en achterkanten).Groen: beplanting openbare ruimte, overtuinen entuinen.Groen: kenmerkende beplanting polderlandschap.Parkeren: kleinschalig voor bewoners (west) engrootschalig voor toerisme (oost).SteenhuisMeurs69


aanSferen <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Open cultuurlandschapMolenlintWoonbuurtSchuren en boerderijRuimtelijke frictiezoneOnduidelijke overgangenBebouwing <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Bebouwing omgevingPadenstructuurSferenZaanTuinOvertuinBoomNOpen cultuurlandschap: Kalverpolder.Plangrens BKPRuimtelijke frictiezonesOvergang van Leeghwaterwegnaar Kalverringdijk: een niet heldergedefinieerde tussenwereld.Toilettencomplex aan deKalverringdijk en de Zaan.70<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Molenpanorama: Zaan, dijk, molenerven, Kalverpolder. Zaans buurtje: zone voor bewoners en toeristen. Schipperplein: schuren met toeristische voorzieningen.Molen de Hadel naast kaasboerderij deCatharinahoeve.Concentratie pakhuizen aan hetSchipperplein.Parkeerterrein voor bussen blokkeerthet zicht op het ensemble.Geïsoleerde ligging Scheepswerf enJisperhuisje.SteenhuisMeurs71


Gebouw en ErfHet eerste huis van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, afkomstig van de Westzijde te Zaandam, 1959. [GAZ]72<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


VerkavelingenDe gebouwen van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> laten zien hoede <strong>Zaanse</strong> bouwkunst zich van het begin van dezeventiende tot het begin van de negentiende eeuwontwikkelde. De <strong>Schans</strong> bevat een diversiteit van types,functies en vormen. In beginsel zijn de gebouwengekoppeld aan de locatie: koopmanswoningen aande dijk, arbeiderswoningen langs de paden. Behalveeen verscheidenheid aan woningen zijn er schuren,pakhuizen, molens, een boerderij, bruggen, etcetera. Erzijn zes functies, allemaal met elkaar verweven: musea,voorzieningen voor het toerisme, horeca, winkels,ambachtelijke bedrijven en wonen.De locaties hebben ook een kenmerkende verkavelingen erfinrichting. De erven op de dijk hebben eenstedelijker karakter dan de erven onderaan de dijk. Opde dijk zijn geen voortuinen en zijn de panden dicht opelkaar gesitueerd. De erven onderaan de dijk wordenover de sloot, met prive bruggen bereikt. De woningenstaan middenop de kavels en hebben een tuin rondom.Bijzondere elementen op de erven zijn een overtuin(Kalverringdijk), een boomgaard en bleekveldjes(paden).Langs de paden zijn arbeiderswoningen te vinden,bescheiden in opzet en sober in uitwerking. Dehuizen staan direct aan het pad en hebben vaakeen klein bleekveldje aan de overkant van het pad.Vergeleken met oude afbeeldingen uit de Zaanstreekvalt het met de armoede van het Zonnewijzerspaden Zeilenmakerspad wel mee, niet alleen door deornamentatie van de panden maar ook door detoevoeging van bijgebouwen achterop de erven.De pakhuizen in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> zijn afkomstig uitverschillende tijdsfases. Het zijn grote langwerpigeschuren, die over het algemeen gebruikt wordenals winkels en horeca. De locatie aan het eind vande zijpaden is (deels) historisch correct, maar depositionering van een aantal schuren rondom eenplein is ongebruikelijk. Ook liggen niet alle schuren aanbevaarbaar water, zoals te verwachten zou zijn.De molenerven aan de Kalverringdijk zijn opgebouwdals kleine ensembles van bedrijfsgebouwen metmolens, pakhuizen en schuren. Kenmerkend voor deZaanstreek is de vrije positionering van de ensemblesaan dijk, water of pad. Momenteel gaan de erven van deKalveringdijk schuil achter hekwerk en schuttingen.Omwille van het vreemdelingenverkeer en de recreatiekent de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> een aantal toevoegingen dieniet thuishoren in het beeld van een Zaans dorp van1850. Deze toevoegingen zijn soms in een ‘aangepaste‘stijl gemaakt, zoals de parkeerautomaat, de fotoshoot,straatnaamborden en het toiletgebouw. Daarnaastzijn er ook toevoegingen die afwijken van de <strong>Zaanse</strong>bouwtraditie, zoals informatieborden, kunstwerken inde openbare ruimte en het Zaans Museum.AuthenticiteitDe <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is ontstaan vanuit de ambitie om eenauthentiek <strong>Zaanse</strong> dorp te creëren met een getrouwetypologie en architectuur. Omdat slooppanden werdenovergeplaatst, volgde bijna altijd een restauratieop de nieuwe locatie, waarbij - geheel in lijn met detoenmalige restauratiepraktijk in Nederland - somsingrijpend in de eerdere toestand werd ingegrepen.Het doel was daarbij om de ‘authentieke’ vorm terug tebrengen, op basis van bouwhistorisch of iconografischonderzoek, of op grond van de toenmalige inzichtenover de <strong>Zaanse</strong> bouwtraditie.Omdat verplaatsing en restauratie tegelijk plaatsvonden is het moeilijk om de ‘authenticiteit’ van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> te benoemen. Het heeft te maken metpositionering, erfopbouw, historische bouwsubstantie,specifieke bouwgeschiedenis, locale bouwtraditie,materialisatie, detaillering, geriefsaanpassingen engebruik. Met deze nuance is het moeilijk om verplaatstegebouwen wel authentiek te noemen en replica’sniet. Er is immers meer in het geding dan alleen deaanwezigheid van historische bouwsubstantie.SteenhuisMeurs73


Typologieën in de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Erf met woningMolenerfBoerderijPakhuisUtiliteitsbouwOverigBebouwing omgevingTuinOvertuinBoomPlangrens BKPNWoningen op de Kalverringdijk: ‘formele’ wand metstoepenWonigen onder de Kalverringdijk: eigen brug en vrijeplaatsing op het erf.74<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


TypologieErfinrichting langs de paden: kleine overtuinen enbleekveldenMolens aan de Kalverringdijk: ensembles in de polder.Boerderij onder de Kalverringdijk.Pakhuizen aan de Schipperplein.Overig: kiosken, toilethuisjes, kleine schuurtjesUtiliteitsbouw: Zaans MuseumSteenhuisMeurs75


76 <strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> Functies bebouwing<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>MuseumService museumWinkelsAmbachtHorecaWonenBebouwing omgevingTuinOvertuinBoomPlangrens BKPN


FunctiesMolens: ambacht en toerisme. Vreemdelingenverkeer: toiletten en kiosken. Winkels: pakhuizen op het Schipperplein.Ambacht: kaasmakkerij, klompenmakerij, tinnengieterijRestaurants: ‘De Kraai’ aan het Schipperplein en ‘DeWalvis’ op de KalverringdijkWonen: aan Kalverringdijk, Zeilenmakerspad enZonnewijzerspad.SteenhuisMeurs77


Authenticiteit:Monumenten voor en na verplaatsing (voorbeelden)Vroeger: Ezelspad 13,Zaandijk. [GAZ]Nu: Zonnewijzerspad (achterzijde).Vroeger: Noorderkerkstraat 7,Zaandam. [GAZ]Nu: Kalverringdijk 7.Vroeger: Oostzijde 322-324,Zaandam. [GAZ]Nu: Kalverringdijk 8Vroeger: Westzijde 10,Zaandam. [GAZ]Nu: Zeilenmakerspad 278<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


ReplicabouwToevoegingenHet Jisperhuisje, replica 2003.Pakhuis De Vrede / klompenmakerij, replica 1984Contrast: Zaans museum en Verkadepaviljoen.Houtzaagmolen Het Jonge Schaap, replica 2007 Boerderij De Catharinahoeve, replica 1987‘In stijl’: toilethuisje, kiosken, straatmeubelair.SteenhuisMeurs79


Details en materialenDe houtbouw in de Zaanstreek komt voort uit eentraditie. Niet de uniciteit van een enkel gebouw (alskunstwerk), maar de samenhang en de familiebandenvan de gehele bouwproduktie zijn bijzonder. Het gaatom een manier van doen, die inmiddels uitgebreidis gedocumenteerd, onder meer door A. Loosjes, J.Schipper en S. de Jong. Behalve om de vorm en deversiering kent de Zaanstreek een repertoire voor watbetreft materiaalverwerking en -toepassing, detaillering,kleurgebruik.80<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


SteenhuisMeurs81


WaarderingKwaliteiten landschap- Herkenbare ruimtelijke eenheid (polder) met tweeverkavelingsrichtingen: vanuit de Zaan (oost) en vanuitde Wormer (west), gescheiden door een pad,- Open en waterrijk cultuurlandschap,- Fijnmazig systeem van brede sloten en smalle kavels,- Openheid en daardoor verre zichten,- Voelbare dynamiek aan de oevers van de Zaan(molens, houtbouwreservaat), zichtrelaties tussen Zaan,<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> en Kalverpolder,- Landschappelijk contrast tussen de hoger gelegenKalverringdijk en de Kalverpolder,- Functie van weideland: koeien begrazen het gebiedomdat het te nat is voor landbouw,- Continuïteit van het cultuurlandschap, door denabijheid van molens De Ooievaar en de Bleke Dood,alsmede de Gortershoek aan de overzijde van de Zaan,- Wijds panorama met contrasten en tijdlagen, endaarbinnen de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> als ‘stijlkamer’.Knelpunten landschap- Vervaging van het cultuurlandschap (weideland) doorrenaturalisatie (nieuwe natuur in de polder),- Verstoring van het zich vanaf de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> naar deKalverpolder door geleidelijke verrommeling: plaatsingvan informatieborden en kunstwerken. De vloeiendeovergang van de Kalverpolder naar de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>verhardt,- Opgaand groen rondom ‘detonerende’ elementen(parkeerterrein, Leeghwaterweg) verhoudt zich niet totlandschapsinrichting en molenbiotopen.Kwaliteiten stedenbouw- Relatie tussen (ontworpen) structuur <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>en het onderliggend landschap: Kalverringdijkals hoofdweg, met haaks hierop zijpaden die deverkaveling van de polder volgen,- Consistentie in de uitwerking van de deelgebieden,wat betreft erfindeling en gebouwtypologie:aaneengesloten bebouwingsfront op de dijk,vrijstaande woningen onder aan de dijk (ontsloten meteen loopbrug over de sloot en omgeven door een tuin),simpelere huizen langs de paden (informeel karakterdoor bleekvelden, overtuinen en achtertuinen),- Samenhang van landschap, nederzetting, erven,gebouwen en details - samen levert dit een ‘stijlkamer’op, die de Zaanstreek van rond 1850 verbeeldt,- Kenmerkend profiel Kalverringdijk: rivier; achtertuin;bebouwing; dijkpad; sloot (brug); bebouwing onderaan de dijk; padenstructuur met bebouwing; kavels metagrarische bestemming; pakhuizen,- Aanwezigheid van herkenbare sferen: opencultuurlandschap, historische woonbuurt en molenlint.Een enkele schuur aan het einde van de paden pastook in dit ensemble - maar de vorming van hetSchippersplein met rondom toeristische pakhuizen enloodsen klopt niet,- Kenmerkende open ruimten in het bebouwingslint aande Kalverringdijk (glob) en tussen de achterpaden,- Inrichting en materialisatie openbare ruimte.Knelpunten stedenbouw- Onduidelijke routing door de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>,bezoekers komen aan de achterzijde binnen,- Verkeerscongestie, geparkeerde bussen blokkeren hetzicht op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> bij de belangrijkste entree.- Frictiezones op de overgangen tussen de sferen, 1)op de Kalverringdijk tussen het bebouwingslint en demolens, (2) tussen de paden en het Schipperplein, (3)tussen het Schipperplein en het molenlint,- Ontbreken van geslotenheid in het dorpsbeeld, dooronbebouwde erven en een lage bebouwingsdichtheidlangs de paden (enkelzijdig bebouwd). Invulling vanbraakliggende erven completeert het beeld van dedorpskom (manifest in de aanwezigheid van winkelsen een herberg), zonder dat daarmee de kenmerkendeopenheid en de doorzichten hoeven te verdwijnen.- Ontbreken van kenmerkende typologieën en functies.- Schipperplein met de configuratie van loodsen, alsgrootschalig en ongepast element in de ‘stijlkamer’ .Functioneel leidt dit tot de ‘degradatie’ van de Zaan ende dijk van ‘drager’ tot ‘achtergrond’.- Grootschalige en contrasterende gebouwen op korteafstand van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (museum, lyceum,bedrijfsterreinen).- Geïsoleerde ligging scheepswerf en Jispershuisje- Verkeerde positionering boerderij de Catharinahoeve,bovendien verstoring van molenbiotoop De Hadel.- Detonerend toiletgebouw op het ruimtelijkscharnierpunt van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.- Verstoring beplantingslogica door opgeschoten‘schaamgroen’ en verrommeling buitenruimte82<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Waardering <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Plangrens BKPKalverpolderWaterstructuurAnkerpunten in omgevingContrasterende elementenKalverringdijkPadenstructuurHistorische gebouwen<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>TuinOvertuinBoomKnelpuntenaaOnduidelijke OvergangenRuimtelijke frictiezoneN6bc5<strong>12</strong> 3dffe4SteenhuisMeurs83


WaarderingKwaliteiten gebouw en erf- Samenhang tussen erfindeling, bebouwingstypologie,stedenbouw en landschappelijke inbedding.- Redelijk consistente bebouwing per sfeer (locatie,indeling erf, gebouwtypologie),- Functionele diversiteit: wonen, musea, ambachten,restaurants en winkels. Deze functie liggen verspreid -zonder de kenmerkende klustering van de stedenbouwgeweld aan te doen.- Streekeigen erfbeplanting, overtuinen, bleekvelden,stoepen en bruggetjes.Knelpunten gebouw en erf- Inconsistenties: gebouwen om Schipperplein,toilethuis, kaasboerderij, Jisper vissershuis,- Detonerende erfafscheidingen (te hoog, te gesloten,afwijkende vormentaal). Dit speelt bij de achterzijdevan woningen en bij de molens. De vrij gelegenmolenerven veranderden in afgeschermde enclaves.- Schaalvergroting bijbouwen en overdadige verrijkingkleinschalige arbeidswoningen langs de paden- Ontbreken kenmerkende functies en types.Kwaliteiten detaillering en materialen:- Staalkaart Zaans bouwen van de 17de-19de eeuw.- Rijkdom en raffinement houtbouw, kleur, ornamentKnelpunten detaillering en materialen:- Afvlakken materialisatie en detaillering (o.a. Jisperhuis).Frictiesa. Toilettencomplex.b. Lege kavel op de hoek van de Kalverringdijk en hetZeilenmakerspad.c. Plaatsing boerderij De Catharinahoeve en verstoringmolenbiotoop De Hadeld. Clustering van pakhuizen op het Schipperplein.e. Geïsoleerde ligging van de Scheepwerf en hetJisperhuisje in de routing van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.f. Parkeerterreinen bij Zaans Museum, Verkadepaviljoenen ingang Zaans buurtje.Moeilijke overgangen1. Lege kavel tussen de overtuin en het koopmanshuisop Kalverringdijk 8.2. Het pad Kraaienest: ten oosten het Zaans buurtje enten westen het open landschap (onbestemdheid).3. Gebied tussen het open landschap en de pakhuizenop Schipperplein (verrommeling).4. Gebied tussen de pakhuizen op het Schipperplein enhet parkeerterrein met het Zaans Museum (congestie enverrommeling).5. Gebied tussen de pakhuizen en de Kalverpolder(verrommeling).6. Op Kalverringdijk tussen de woonbuurt en demolenpanorama (onbestemdheid en verrommeling).SamengevatDe vier schaalniveau’s van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (landschap,stedenbouw, gebouw en erf en het detail) hebben eensterke samenhang, die de <strong>Schans</strong> geloofwaardig maken.De structuur volgt de verkaveling van de Kalverpolderen het verloop van de Zaan. De relatie met de omgevinggebeurt bestaat zowel uit overeenkomsten (historischegebouwen) als contrasten (harde overgangenindustrielandschap). Deze relatie met het landschap isop sommige plekken aangestast door de plaatsing vanobjecten (kunstwerken/borden) die het zicht blokkerenen de overgang onnodig hard maken.In de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> bestaan ongedefineerde gebiedenmet een onduidelijke functie/plek, onlogische typologieof abrupte overgangen. De hoofdentree bevindt zichaan de achterkant van het ensemble. Typologisch kloptde aanleg van een plein aan het einde van de padenniet, ook de situering van de schuren is niet historischverantwoord. De overgang van de woonbuurt naar hetmolenlint langs de Kalverringdijk strookt met de oude<strong>Zaanse</strong> structuren, ware het niet dat de overgangszoneniet klopt (gebied tussen De Huisman en De GekroondePoelenburg).Voor de toekomst is het de uitdaging om de kwaliteitenop alle schaalniveaus te behouden en waar mogelijkde onlogische details, fricties en ongedefineerdeovergangen weg te nemen.84<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


RICHTLIJNENSteenhuisMeurs85


Situatietekening horend bij de visie <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 2015, 2009.86<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 2015Visie op de toekomst van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>In het Aanpakplan Toerisme Zaanstreek (2007) heeftde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> de rol gekregen van aanjager vande toeristische ontwikkelingen. Toerisme is belangrijkvoor de regio en de <strong>Zaanse</strong> economie. De <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> is een ‘typisch Hollands’ product, belangrijkvoor de toeristische aantrekkingskracht van de regio.De nabijheid van Amsterdam maakt de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>een aantrekkelijke bestemming voor buitenlandse enNederlandse toeristen. Deze aantrekkingskracht wil de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> in de toekomst blijven houden, doorde <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> te blijven ontwikkelen en meerderedoelgroepen te bereiken.De stichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> werkt samen metandere belanghebbenden aan de realisatie van detoekomstvisie 2015. De doelstellingen:- vergroting van de toeristische aantrekkingskracht enverlenging van de verblijfsduur van de bezoekers doorversterking van het Holland Classic product, nieuweattractieve product-marktcombinaties en verruimingvan het aanbod aan activiteiten en evenementen.- Versterking van de knooppunt- en transferfunctie vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> binnen het toeristische netwerk voorde Zaanstreek en de regio.- Duurzaam behoud van het cultuurhistorisch erfgoedop de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.In de visie brengt de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> voortaan op eeneigentijdse en aansprekender manier de geschiedenisvan de Zaanstreek tot leven. Hiermee is al begonnendoor aandacht te besteden aan het industriële erfgoeden de <strong>Zaanse</strong> tradities in het Verkade Paviljoenen het Zaans Museum. Het idee is dat er meerfuncties op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> komen: horeca, bed& breakfast, presentatie- en atelierruimte, almedespeelvoorzieningen voor kinderen. Dit vraagt om hettoevoegen van nieuwe gebouwen en de herinrichtingvan gebieden (zie schets op de linkerpagina).Volgens de visie wordt het dorp als volgt uitgebreid:- verlengen Zonnewijzerspad, toevoegen woningen,- bebouwen lege kavel tussen overtuin en Kalverringdijk8 ten behoeve van een toeristische verblijf / bed &breakfast met een <strong>Zaanse</strong> tuin,- deels bebouwen van het weidegebied tussende woonbuurt en het Schipperplein metvakantiewoningen, bestemmen van open gebied totspeeldernis,- toevoegen van een winkel/ambacht aan hetZeilenmakerspad,- bouw kuiperij bij de scheepswerf en het Jisperhuisje -toevoeing nieuw gebouw voor een winkel/ambacht eneen muziektent bij het Schipperplein,- nieuw entreepaviljoen op het parkeerterrein,verplaatsen van bussen naar de achterzijde van hetVerkadepaviljoen- plaatsing uitkijktoren aan het pad dat op de grensligt van de twee verkavelingsrichtingen van deKalverpolder,- toevoegen van een winkel vlakbij de steiger in hetglop en plaatsing Grand-Café i.p.v. toiletgebouw.Het beeldkwaliteitsplan heeft tot doel om eentoetsingskader voor de stedenbouwkundige uitwerkingvan de visie <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 2015 te bieden. Dat betekentdat de vraag of de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> kan veranderen nietaan de orde komt. Het gaat er om hoe de veranderingenen ambities uit het visiedocument zijn in te passen metbehoud (en liefst ook versterking) van beeldkwaliteit,historische consistentie en geloofwaardigheid van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.SteenhuisMeurs87


Input stakeholdersSamenvatting reacties bijeenkomst oktober 2009:Opzet <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>:- Het ‘terug-in-de-tijd-gevoel’ is de kracht (ZM),- Over Schipper: ‘Misschien niet wettelijk afdwingbaar,maar er rust op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> een soortauteursrecht’ (ZE),- <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> vormt, hoewel kunstmatig in opzet,een eenheid met landschap en Zaan. Voorkomen moetworden dat die eenheid wordt doorbroken (ZD),- Openbaar gebied, onderdeel van de gemeente (ZD)- Woon- en werkgebied, geen museum (ZD).Verrommeling <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>:- Eigentijdse en commerciële uitbreidingen (ZM),- Photoshop, toiletgebouw, Schipperplein(ZE)- Entree klopt niet, hoort aan Kalverringdijk (ZE)- Molenbiotopen onder druk door oprukkend groen(ZM).Toekomst <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>:- Dorp ‘spannender’ maken, routing verbeteren, zodatbezoekers langer rond kunnen blijven dwalen (ZE),- Eventueel uitbreiding Zonnewijzerspad enZeilenmakerspad. Voorkeur voor missende typologieën,bij uitzondering ‘authentiek gemaakte replica’s’ (ZE),- Integraal plan toerisme Zaanstreek (ZE),- De <strong>Schans</strong> is te klein om andere tijdslagen toe tevoegen (ZE),- Er is ruimte voor nog een molen, bijvoorbeeldverplaatsen De Ooievaar + drietal loodsen (ZM).- Bouw ‘replica’ timmerfabriek Het Tafelement op JacobVisterrein (ZM)- Afwentelen andere ontwikkelingen op gebied tenzuiden van de Leeghwaterweg (ZM)- Analyse schaalniveaus en waardering van verschillendegebieden als kader voor landschapsbehoud (ZD)Authenticiteit <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>:- Authenticiteit is de succesfactor (ZD)- Ontwikkel toelatingscriteria voor gebouwen (ZD)- Bouwen in stijl, het is een stijlkamer met een sterkeruimtelijke eenheid (ZE)- Authenticiteit = geen replicabouw of eigentijdsetoevoegingen, alleen herbouw van echte panden (ZM),- Replicabouw is onder voorwaarden mogelijk, mitsauthentiek gebouwd en op de juiste plek gezet. Daarbijvooral panden die passen in het ensemble maar nogontbreken en de (typologische) diversiteit van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> vergroten (woningen, werkplaatsenambachtslieden, schuilkerk; zie Westzijderol) (ZE),Landschap <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>:- Borg harde grenzen tussen landschap en bebouwing(ZE),- Zuidwesten bebouwd, noordoosten open houden (ZE).ZE = Vereniging Zaans ErfgoedZM = Vereniging Zaansche MolenZD = Stichting Zaan en DijkSamenvatting reacties bijeenkomst januari 2010:Gezamenlijke reactie ZE, ZM en ZD:- Oneens met veronderstelde gebrek aan beslotenheid;openheid en doorzichten zijn belangrijke kenmerken.- Replicabouw niet op voorhand afwijzen, maar eisenstellen aan materialisatie en detaillering,- Geen fabrieken of op fabriekspanden lijkendegebouwen, behoud het zuiver historische beeld tot1850, vermenging is elders voldoende waar te nemen,- Het is gevaarlijk om de kwetsbare balans tussenwonen/werken en toerisme te doorbreken,- De open erven aan de Kalverringdijk en tennoorden van Zonnewijzerspad niet bebouwen, ze zijnbeeldbepalend,- Iedere verstoring van molenpanorama (tussen DeHuisman en Jacob Visterrein) is verwerpelijk.- Laat geen ruimte open voor ongewenste programma’s,voorkom verstoring van de kwetsbare balans.Reactie Islant, namens stichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>:- Geef planbegrenzing aan, definieer heel precieshet concept en het ‘verhaal’ van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>,concretiseer ontwikkelingsrichtlijnen,- Kader voor open middengebied (tussen de <strong>Zaanse</strong>buurt en het Schipperplein) en relatie van <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> met Zaans Museum ontbreekt,- Meer precisie nodig in zichtlijnen, sfeergebieden,frictiepunten, waardering en de conceptueleuitgangspunten voor de richtlijnen.88<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


RichtlijnenDe plangeschiedenis (pp 7-51) laat zien hoe de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> is opgebouwd als spiegel van het leven inde Zaanstreek in de preïndustriële tijd. De <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> vertelt het verhaal over deze periode en maakthet voor een uiteenlopende doelgroep beleefbaar.Ruimtelijk heeft dit uitgangspunt geresulteerd in eenopzet die getrouw en geloofwaardig is op de schaalvan achtereenvolgens 1. het landschap (Kalverpolder),2. de stedenbouw (dijklint met dwarspaden), 3. deerven en gebouwen (verplaatste monumenten) en4. de materialisatie, detaillering en het kleurgebruik(restauraties). De geloofwaardigheid schuilt in dekracht van het verhaal over de preïndustriële tijd en deconsistentie van de ruimtelijke uitwerking: zo had de(kunstmatig geschapen) <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> er uit kunnenzien rond 1850.Uit de plangeschiedenis blijkt tevens dat de ruimtelijkeopzet van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> sinds de jaren zestigenkele malen is bijgesteld en aangevuld. Dit leverdeten dele een verrijking op en ten dele verrommelingen verarming (zie de knelpunten in de waardering,pp 82-85 ). De vraag hoe het verhaal van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> aan wisselende doelgroepen (streekbewoners,dagrecreanten en toeristen) kan worden verteld, is sindsde begintijd steeds belangrijker geworden.De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is geen museum achter een hek, maareen bijzondere buurt van <strong>Zaanstad</strong>. Er wordt gewoonden gewerkt en er komen toeristen en recreanten. Alsdeel van de stad en het stedelijk leven kan de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> per definitie niet statisch zijn. De <strong>Schans</strong>verandert mee met maatschappelijke opvattingenen met de behoeften van bewoners, recreanten entoeristen. Of de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> veranderingen kanopnemen is niet aan de orde in dit beeldkwaliteitsplan,wel hoe dit kan zonder het concept (een afspiegelingvan het leven in de Zaanstreek in de preïndustriëletijd) geweld aan te doen. De richtlijnen zijn verdeeldin ontwikkelingsrichtlijnen (toetsingscriteria voorveranderingen) en behoudsrichtlijnen (toetsingscriteriavoor het behoud van bestaande kwaliteiten). Bijtoetsing van het stedenbouwkundig plan dienenalle behoudsrichtlijnen gevolgd te worden en deontwikkelingsrichtlijnen zover van toepassing.Met de ontwikkelingsrichtlijnen geeft hetbeeldkwaliteitsplan een kader voor vijf mogelijkevormen van verandering. Een stedenbouwkundigplan zal doorgaans verschillende van de vijf optiesbevatten, maar van een volgordelijkheid of prioriteringis geen sprake. Het gaat om het toetsen van wat degevolgen van verandering zijn. Er wordt gekeken naarde bestaande situatie, naar eventuele toevoegingen inlijn met de eerder ontwikkelde ruimtelijke concepten,en het mogelijk introduceren van nieuwe concepten.In de Zaanstreek lopen de meningen uiteen over dewelke opties mogelijk of wenselijk zijn, zoals blijkt uitde reacties op de concept richtlijnen (zie p. 88). Hetbeeldkwaliteitsplan dient niet om deze keuzen temaken (bijvoorbeeld ten aanzien van het al dan nietintroduceren van gebouwen uit de overgangsperiodenaar de industriële tijd). Het gaat er om het geven vaneen kader om dergelijke keuzen te verantwoorden– gegeven de opzet van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> als een‘stijlkamer’ die een afspiegeling vormt van het levenin de Zaanstreek in de preïndustriële periode. Degeloofwaardigheid van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is op zichniet in het geding wanneer incidenteel zou wordenverwezen na de nadagen van deze periode. Wel komtde geloofwaardigheid van de ‘stijlkamer’ onder druk testaan wanneer zou worden gekozen voor bijvoorbeeldeigentijdse houtbouw – in een poging om de identiteiten houtbouw van de Zaanstreek te actualiseren.Dergelijke experimenten zijn interessant, maar lijkenniet te passen in het concept van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> alseen cultuurhistorisch reservaat.SteenhuisMeurs89


Ontwikkelingsrichtlijnen1. Opschonen:Draagt een plan bij aan het corrigeren vanontwikkelingen die het concept van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>hebben verstoord? Hierbij valt de denken aan: hetwegnemen van frictiepunten en het verminderenvan verrommeling (zoals het dichtslibben van deopenbare ruimte, de verharding van erfafscheidingen,ongedefinieerde overgangszones en niet-historischverantwoorde bebouwing).Voorbeelden (zie ook: waardering, pp 82-84):- Entree aan de Kalverringdijk belangrijker maken(bijvoorbeeld door hier in- en uitstaphalte voortoeristenbussen te maken),- Parkeerterrein voor het Zaans Museum opschonen enherontwerpen. Suggestie: keuzeplein met een historischgezicht als entree van de Zaans <strong>Schans</strong> (molen?),openheid naar het landschap en de aanwezigheidvan de moderne tijd in de vorm van het museum; hetparkeerterrein hoort bij het museum (moderne tijd) enmaakt scherpe overgangen naar het landschap en de‘stijlkamer’.- Blokkades in zichtlijnen wegnemen, zicht op hetlandschap niet vertroebelen met objecten,- Erfafscheidingen heroverwegen / herontwerpen,- Openbare ruimte opschonen (toegevoegde objecten,kunst en niet-streekeigen groen)- Groenplan in lijn met idee van authenticiteit brengen(deel van een historisch cultuurlandschap: dorp enpolder).- Ongedefineerde overgangszones herontwerpenRichtlijn:Nieuwe initiatieven verbeteren, corrigeren en versterkenhet concept van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> als getrouweafspiegeling (‘stijlkamer’) van het leven in de Zaanstreekin de preïndustriële tijd.Verrommeling en dichtgezette zichlijnen: erfafscheidingenbij de molenerven aan de Kalverringdijk90<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>Onduidelijke entree: de eerste indruk van bezoekers wordtgevormd door een rij geparkeerde bussen.Frictiezone: toiletcomplex op voormalig terrein meelfabriekDe Haan.


2. Afmaken concept:De concepten voor de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> uit de periode1955-1975 laten zien dat in de gesimuleerde ruimtelijkestructuur van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> plaats was voor eenkeur aan gebouwen en typologieën. Vanwege debeperkte financiën en de beperkte beschikbaarheidvan in het concept passende slooppanden is eendeel van dit bebouwingspotentieel nimmer ingevuld.Er bestaat, onder stricte voorwaarden, ruimte voorbebouwing binnen de bestaande ruimtelijke opzet vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> - die het concept kan versterken ende historische geloofwaardigheid kan vergroten.Voorbeelden:- Afmaken Zeilenmakerspad, Zonnewijzerspad.- Toevoegen bebouwing ten noorden van hetZeilenmakerspad- Bebouwen open erven aan de Kalveringdijk- Herontwikkelen eerste parkeerterrein- Herontwikkelen erf vml. Meelfabriek De HaanRichtlijn:Nieuwe initiatieven vullen het concept van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> als getrouwe afspiegeling (‘stijlkamer’) van hetleven in de Zaanstreek in de preïndustriële tijd aan.Verdichting (bebouwen van open erven) en toevoeging(extra paden) verstoort de openheid van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> niet. Dat betekent: behoud van kenmerkendedoorzichten en de ruimtelijkheid in het gebied. Nieuweontwikkelingen zijn getrouw (structuur, verkaveling,vorm, uitwerking, etc.) en historisch verantwoord(voorzien van onderbouwing en referenties). Hetgaat om de goede gebouwen op de juiste plek.Toevoegingen versterken de samenhang en detypologische diversiteit van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.Uitbreidingsplan <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1955. [GAZ]Stedenbouwkundige opzet <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1961. [GAZ]Uitbreidingsplan <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 1975. [GAZ]SteenhuisMeurs91


3. Transformatie:4. Afwentelen naar de omgeving:Nieuwe ontwikkelingen zijn gedeeltelijk mogelijkzonder verandering van de bestaande beeldkwaliteit,door het gebruik van gebouwen te veranderen. Dit kandoor herbestemming van bestaande panden of doorhet plaatsen van nieuwe panden (zie: afmaken concept,p 91) en deze een andere bestemming te geven.Voorbeelden:- Café of musea in woonpanden- Toeristische voorzieningen of grand café inmolenschuur- Kleinschalige bed/breakfast aan huisRichtlijn:Programmatische transformatie respecteert debestaande ruimtelijke kwaliteit. Historische vorm blijftintact. Er blijft sprake van een balans tussen wonen entoerisme op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.Toeristische programma’s in historische gebouwen.Haaldersbroek.92 <strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>De programmatische vernieuwing van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> als bestemming voor toerisme, dagrecreatieen ontspanning hoeft niet noodzakelijkerwijs volledigbinnen de grenzen van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> te wordengerealiseerd. Afwenteling naar de omgeving kan de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> verbreden, verrijken of vernieuwen -zonder dat het ‘laadvermogen’ van het ensemble wordtoverschreden. Bovendien kan de ambitie dat de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> geen geïsoleerd museum is maar een onderdeelvan de stad verder worden waargemaakt.Voorbeelden:- Cruiseterminal, lang parkeren, parkeren voor bussen,bed & breakfast / verblijfsaccomodaties onderbrengenten zuiden van de Leeghwaterweg.- Ontwikkelen locatie aan de Zaan achter deDuyvisfabrirek,- Programmatische link met Gortershoek, Haaldersbroek- Aanhaken op de fietsroute door de ZaanstreekRichtlijn:Programmatische toevoegingen en uitbreidingen vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> versterken de programmatische enruimtelijke relatie met de omgeving.Doel: van een consistent verhaal van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>naar een consistent verhaal van Zaanstreek - waarinverschillende tijdslagen en ‘stijlkamers’. in verband metelkaar worden gebracht.Gortershoek.


5. Oprekken van de tijd:De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is een spiegel van het leven in deZaanstreek in de preïndustriële tijd. Als einddatumwordt 1850 aangehouden - hoewel er nooit een‘authentieke’ toestand of een ‘eindbeeld’ heeft bestaan.Sinds het industrielandschap musealiseert kent deZaanstreek twee belangrijke historische lagen: de tijdvan houtbouw en molens, en de tijd van fabrieken enindustrialisatie. De overgangsfase van windmolens naarfabrieken is grotendeels verdwenen uit de Zaanstreek.Het is mogelijk om de tijdsgrens van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>iets op te rekken, zonder de intrinsieke betekenis van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (‘stijlkamer’ van de preïndustriële tijd) teverliezen. De reden hiertoe kan zijn om de ‘missing link’in het historische verhaal op te nemen in de ‘stijlkamer’.Bovendien kunnen er programmatische (<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>opnemen in routes industrieel erfgoed) of historischeoverwegingen meespelen (het contrast en momentenvan verandering als historisch gegeven opnemen).NB: locale erfgoedorganisaties zijn tegen de toevoegingvan zelfs een enkel object uit de industrietijd.Voorbeelden:- Stoommachine erf De Haan- Reconstructie tot fabriek omgebouwde molenRichtlijn:Eventuele toevoegingen uit de periode na 1850verstoren de samenhang van het concept 1850 niet.Dit betekent: niet meer dan een sporadische verwijzingnaar de overgangsfase van wind naar ander stoom.Nieuwe tijdslaag is historisch te verantwoordenals ‘pioniersbebouwing’ van de industrialisatie.De bestaande ruimtelijke structuur, verkaveling,doorzichten etc. blijven bewaard. De sporadischevernieuwing voegt zich op een vanzelfsprekendemanier in het molenpanorama en het dorpsbeeld vande <strong>Zaanse</strong> buurt (zie illustraties).Molens en fabriek (nu terrein Duyvis) langs de Zaan en de Poel,omstreeks 1900. [Eigen collectie]Langs de Zaan, 1927. [Eigen collectie]Fabrieksgebouwtje hoek de Zaan en de Poel en molen deBleke Dood. [GAZ]SteenhuisMeurs93


De Zaanstreek omstreeks 1894-1933De Zaanstreek omstreeks 1839-1859.94<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


BehoudsrichtlijnenLandschapHet landschap en de waterstructuur van de Kalverpolderzijn bepalend voor de opzet van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>. Erzijn lange zichtlijnen en er bestaat een sterke ruimtelijkesamenhang tussen Zaan, <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> en hetachterliggend landschap.Richtlijn:- Zorg dat het middeleeuwse ontginningspatroon meteen fijnmazig systeem van langgerekte brede sloten ensmalle kavels in de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> herkenbaar blijft,- Behoud en versterk de (structurele, ruimtelijkeen functionele) relatie met de water- enlandschapsstructuur,- Respecteer bij nieuwe ontwikkelingen de bestaanderuimtelijke eenheden van de Kalverpolder (tweeverkavelingsrichtingen). Handhaaf het Laarzenpad (opde grens van beide verkavelingsrichtingen) als grens enroute door de Kalverpolder,- Behoud en versterk het karakter van de Kalverpolderals historisch cultuurlandschap: weideland met koeienen schapen,- Koester de constrasten: de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (‘stijlkamer’),de Kalverpolder (open en leeg weideland), de omgeving(industrieel landschap),- Bewaar en versterk de zichtrelatie tussen deKalverpolder, de Zaan en de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.- Respecteer de molenbiotopen en borg de zichtlijnenop de molens - ook buiten de grenzen van de <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong> (zoals het zicht op De Bonte Hen over het JacobVisterrein).Twee middeleeuwse ontginningspatronen:systeem van langgerekte sloten en smallekavels vanuit de Zaan (oosten) en de Wormerwesten).Functie van de Kalverpolder: weideland.Waterijk karakter van de Kalverpolder en de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> aan de Zaan.Zichtrelatie tussen de Zaan en de Kalverpolder:doorzichten tussen de molens.Dynamiek van de Zaan (bedijvigheid opde dijk) en het statische karakter van deKalverpolder (open en lege weideland).Herkenbare grens tussen de tweeverkavelingsrichtingen van de Kalverpolder:het Laarzenpad.SteenhuisMeurs95


StedenbouwDe structuur van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is door hetlandschap bepaald en historisch te verantwoorden opgrond van nederzettingsvormen en verkavelingen in deZaanstreek rond 1850. De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> sluit aan bijde historische gelaagdheid van de directe en wijdereomgeving, zoals de Gortershoek (rivierpanorama), demolens aan weerszijden van de Julianabrug (De BlekeDood en De Ooievaar) en op enige afstand het gehuchtHaaldersbroek. De stedenbouwkundige structuur vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> wordt bepaald door de Kalverringdijken haaks hierop gelegen paden. De openbare ruimte,tuinen en gebouwen zijn door deze structuur bepaald.Het dorpsbeeld, het levendig karakter en de sfeer vande <strong>Zaanse</strong> buurt worden bepaald door landschap,stedenbouw, architectuur en detaillering.Richtlijn:- Behoud de open opzet van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>,met zichtlijnen, doorkijkjes en doorzichten naar hetlandschap en de omgeving,- Continueer de stedenbouwkundige structuur die ophet landschap is geënt: dijklint en dwarspaden,- Borg de historisch te verantwoorden verkavelingen,erf- en gebouwtypologie. Karakter, schaal en typologievan bebouwing hangt samen met de locatie: op de dijk,onderaan de dijk, langs de paden, in het achterland(omgeving Schipperplein),- Koester de sferen van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (landschap,Kalverringdijk, paden, molenlint, loodsen),- Behoud het kenmerkend dijkprofiel: Zaan - tuinen -bebouwing - Kalverringdijk - sloot (brug) - bebouwingonderaan de dijk - paden - weideland - pakhuizen,- Behoud het kenmerkend profiel van de paden:sloot - bleekveldje - pad - bebouwing (eventueel metvoortuintje) - achtertuin - sloot.,- In het Zaans buurtje: vasthouden aan de dicht tot halfopen bebouwingstructuur van de dijklint,- Bij de molenerven: vasthouden aan de open opzet vanhet lint en de open relatie tussen erf en omgeving,- Herkenbaar houden van de karakteristiek van bruggenover de sloten langs de Kalverringdijk en het gebruikvan knotbomen langs de wegen en paden,- Behoud en versterk de karakteristieke beplanting:knotbomen als erfafschaiding, rietkragen langs desloten en de formele inrichting van privé- en overtuinen,- Behouden van de relatie met het landschap en deZaan: doorzichten tussen de molenerven,- Koester bijzondere plekken (zoals de Scheepswerf)door ze te ontwikkelen en in verbinden(programmatisch, routing, visueel) met de rest van hetensemble96<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Inbedding in de omgeving door zichtlijnenen historische ‘ankerpunt’ in hetindustrielandschap.Historisch verantwoord dorpsbeeld:samenhang tussen structuur en gebouwen.Systematiek van de structuur volgt delandschappelijk opzet van de dijk en deverkaveling van de kalverpolder.Profiel van de Kalverringdijk: de Zaan -achtertuinen - bebouwing - Kalverringdijk -sloot (brug) - bebouwing onderaan de dijk.Profiel van de paden: sloot - bleekveldje - pad- bebouwig (eventueel met voortuintje) -achtertuin - sloot.Openheid en relaties met het landschap.Karakteristieken beplanting: knotbomen alserfafschaiding, rietkragen langs de sloten en deformele inrichting van privé- en overtuinen.Beplanting en inrichting buitenruimte.SteenhuisMeurs97


Gebouw en ErfDe bebouwing van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> biedt eenstaalkaart aan historisch te verantwoorden typologieënen kenmerkende oplossingen van <strong>Zaanse</strong> houtbouw.Getrouwheid van de <strong>Zaanse</strong> houtbouwtraditie enzuiverheid in de toepassing (gekoppeld aan locatieen typologie) staan hierbij voorop. Gebouwen zijnbij voorkeur authentiek (gesloopte monumenten).Replicabouw is mogelijk, mits authentiek gebouwden op de juiste plek gezet. Daarbij vooral pandendie passen in het ensemble maar nog ontbreken ende (typologische) diversiteit van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>vergroten (woningen, werkplaatsen ambachtslieden,schuilkerk; zie bijvoorbeeld de Westzijderol).Bepaalde toevoegingen, zoals schuttingen om de erven,zijn detonerend omdat ze niet passen in de logicaen de stijl van de typische <strong>Zaanse</strong> architectuur. Ookbelemmeren de schuttingen het zicht op de Zaan (bijde molenerven) of het zicht op de achterkanten van dewoningen aan de paden (in de woonbuurt ).Richtlijn:- Continueer de hiërarchie van bebouwing binnen destructuur van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>: dijkbebouwing op dedijk en padbebouwing langs de paden (zie; historischebronnen en documentatie <strong>Zaanse</strong> bouwtraditie).- Volg de (historische) logica in typologie van erven engebouwen: molenerf, woonerf, boerderij en pakhuizen.- Koester de balans tussen woonfuncties en nietwoonfunctiesin de <strong>Zaanse</strong> buurt. Hoewel niet directeen punt van beeldkwaliteit, heeft het gebruik van depanden (met name de woonbestemming) invloed ophet dorpsbeeld en de precisie van detail (met name opde overgang van openbare naar private ruimte),- Behoud (en versterk) de historisch verantwoordeerfafscheidingen, die de openheid en contact tussenopenbare en private ruimte in beginsel instandhouden,- Behoud de typologische en bouwkundigediversiteit van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> en zorg dat deze bijtoevoegingen wordt versterkt en uitgebreid. Sommigetypes en functies (kerk, arbeiderswoningen) zijnondervertegenwoordigd (zie o.a. p. 37)- Koester de stedenbouwkundige en bouwkundigegetrouwheid van gebouwen en erven, als essentieelvoor de geloofwaardigheid van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>.- Replica’s vooral zien als verrijking van de ‘collectie’panden op de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, op de juiste locatiegeplaatst en gebaseerd op orginele of verdwenen (maargoed gedocumenteerde) panden.Detaillering, materialen, kleurIn de uitwerking van de gebouwen en andere objectenaan de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> is de <strong>Zaanse</strong> houtbouwtraditierichtinggeven. Details, materialen en kleuren grijpenterug op de bouwwijze uit de zeventiende tot denegentiende eeuw. Hiermee wordt de authenticiteit vande <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> geborgd.Richtlijn:- Behoud de traditie van de houtbouw. Het gaat nietprimair om authentieke bouwsubstantie (oud hout),maar om de authentieke verwerking en toepassing(<strong>Zaanse</strong> ambachtelijkheid).- Koppel materiaal, detail en kleur aan de typologieen locatie. Afwijkende materialen en details, alsmedeaanpassingen aan hedendaagse eisen en wensenzorgvuldig overwegen en ontwerpen vanuit de <strong>Zaanse</strong>traditie.- Replicabouw: getrouwheid in materiaal, detaillering,kleurtoepassing borgen.98<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Karakteristieke bebouwing: uit een verzameling objecten wordt een dorpsbeeld en eencultuurlandschap opgebouwd.Rijkere panden aan de Kalverringdijk.Kleine woningen aan de paden.Schipperplein: loodsen en werkplaatsen.Replicabouw: hoge(re) eisen aan getrouwheiden zuiverheid s.Erfafscheidingen en beplanting zijn cruciaalvoor het realiseren van een samenhangend engetrouw beeld van de ‘stijlkamer’.Details maken het beeld.SteenhuisMeurs99


Noten1 Frans Mars, ‘Ontstaansgeschiedenis van de<strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’, Programma houtdag 24 oktober1969 in Den Haag, Amsterdam 1969 (GAZ 04.832)2 GAZ - Plan 1920. Openlucht-windmolenmuseum,ongeïnventariseerd3 GAZ - Plan 1920. Openlucht-windmolenmuseum,GAZ, ongeïnventariseerd4 A.J. Bernet Kempers, Vijftig jaaropenluchtmuseum, Arnhem 1962, 40-425 GAZ V48 - Zaans Schoon 1946-19816 ‘Schaven aan de <strong>Schans</strong>’, 19657 Van der Koogh 1967, 138 Van der Koogh 1967, 139 GAZ PA 101 – inv.nr. 5, Brief Duyvis aan deCommissie Zaans Schoon 14 juni 194610 Idem.11 De Zaende 1946, 1<strong>12</strong> GAZ PA 101 – inv. nr.5, Brief Duyvis aan deCommissie Zaans Schoon 14 juni 194613 Idem.14 GAZ V48 - Jaarverslag Zaans Schoon 1946-194715 GAZ V48 -Zaans Schoon 1946-1981, 2116 GAZ V48 - Jaarverslag Zaans Schoon 1946-194717 Van der Koogh 1967, 1518 GAZ V48 - Jaarverslag Zaans Schoon 194919 GAZ PA 101 – nr.5 Lezing vermoedelijk van Vander Koogh, rond 196<strong>12</strong>0 Van der Koogh 1967, 1521 Redactioneel over plan Schipper, De Zaende1951, 26222 Jaap Schipper, De Zaende 1951, 26523 Jaap Schipper, De Zaende 1951, 26324 GAZ V48 - Jaarverslag Zaans Schoon 195225 ‘Voor behoud van Zaans Schoon; StudieSchipper gereed gekomen’, Gooise Courant, 24oktober 195<strong>12</strong>6 PANH, Archief ETD en PPD, 640, 399, Notulenvergadering Commissie voor <strong>Gemeente</strong>lijke Plannen,26 februari 195327 GAZ V48 - Jaarverslag Zaans Schoon 195328 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong>, Advies betreffende<strong>Zaanse</strong> houten huizen, 16 juni 195229 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong>, Brief aan de ministervan OKW, <strong>12</strong> mei 195230 Advies betreffende <strong>Zaanse</strong> houten huizen, 16juni 1952, Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong>31 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong> - Brief van OKW aanZaans Schoon, 30 augustus 195232 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong> - Brief van RDMZ aanRijkscie MZ bij OKW, 13 oktober 195633 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong> - Verslag Rijkscie MZbij OKW, 11 december 195634 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong> - Verslag Rijkscie MZbij OKW, 11 augustus 195835 GAZ V48 - Jaarverslag Zaans Schoon 195936 Van der Koogh 1967, 1637 GAZ V38 - Jaarverslag <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 196138 De Typhoon, 11 mei 196239 ‘Schaven aan de <strong>Schans</strong>’ 1965, 2340 ‘Schaven aan de <strong>Schans</strong>’ 1965, 2241 Janse 1963, 11342 GAZ V38 - Jaarverslag <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 196343 Streekplan voor de Zaanstreek 1952, 6244 GAZ 1310 - Ambtelijke stukken stichten <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>, brief Zaans Schoon45 De Zaanlander <strong>12</strong> maart 196646 De Zaanlander 26 mei 196647 De Zaanlander 26 mei 196648 De Typhoon 18 mei 196249 ‘Schaven aan de <strong>Schans</strong>’ 1965, 2650 GAZ V38 - Jaarverslag <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 196651 De Typhoon (zonder datum) ongeveer 196052 GAZ PA-0151 - inv. nr. 5153 GAZ V38 - Verslag vergadering werkgroepGortershoek – <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, 14 februari 196954 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong> - Jan Korf aan <strong>Zaanse</strong><strong>Schans</strong>, 17 juni 196955 Archief RCE, 53.23 69<strong>12</strong> Verslag vergaderingZaans Schoon, <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, <strong>Zaanse</strong> Molen metafvaardiging RDMZ, 27 december 196856 Lezing Houtdag 24 oktober 1969, 4257 De Typhoon 30 juli 196958 De Zaanlander 29 maart 196959 De Typhoon 18 maart 196960 GAZ PA-151.56 - Aantekeningen Schipper op 6mei 196961 GAZ V38 - Jaarverslag <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 197162 GAZ PA-151.56 - Aantekeningen Schipper op 6mei 196963 GAZ PA 151.56 - Commentaar van Cornelis deJong op het uitbreidingsplan van Schipper, 1 maart197364 GAZ V38 - Jaarverslag <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 197565 GAZ V38 - Jaarverslag <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 197566 GAZ V38 - Jaarverslag <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> 1976100<strong>Beeldkwaliteitsplan</strong> <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>


Literatuur´Bethlehemkerk (herv.) te IJmuiden’, Forum <strong>12</strong> (1957) 1-2, 34-38Hans van der Beek, ‘Een openluchtmuseum waar ook mensenwonen’, Het Parool, 11 juli 2009Max Dendermonde, De <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, Wormerveer 1968Han Dijkstra en Jan Pieter Woudt, Zaanstreek in Panorama,Schiedam 1990John Ekkelenboom, ‘Zaandammer daken op <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’,Het Houtblad, november 1995J. Emmerig, <strong>Zaanstad</strong>. Zeven <strong>Zaanse</strong> dorpen in oude ansichten,Zaltbommel 2000Emile Fallaux, Wandelgids voor de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>, Amsterdam1973Emile Fallaux en Jaap Woudt, <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>,Thijs de Gooijer, Molens langs de Zaan, Alkmaar 2004G. Grandiek, Zaanstreek, bakermat van industrie, Haren (Gn)1971H. Janse, ‘Mededelingen van de rijksdienst voor demonumentenzorg’, Bulletin KNOB 62 (1963), pp. 111-114Annemiek Jansen, ‘Een stukje geborgenheid’, De Volkskrant, 9augustus 1999S. de Jong en J. Schipper, <strong>Zaanse</strong> houtbouw, over houtsoortenen funderingen, over buitenweegen en windveren en alles watvroeger bij de houtbouw te pas kwam, Amsterdam 1976S. de Jong en J. Schipper, Gebouwd in de Zaanstreek,Wormerveer 1987Dick Kerssens, Zaandam – Oostzijde, Kalf en Haaldersbroek.Tussen Hoornselijn en Kalverringdijk 1930-1980, Zaltbommel2006Cees Kingma, ‘Monumentale houtloods lijkt gered’,http://www.zaans-industrieel-erfgoed.nl/P. Kleij, Zaanstreek. Architectuur en stedenbouw 1850-1940,Zwolle 2003Th. M. van der Koogh, ‘De ontwikkeling van de <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’,Bulletin KNOB 66 (1967), pp. 13-18Dirk van Koten (ed.), Zaan & Waterland, Rotterdam 1994Adriaan Loosjes, Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen,Haarlem 1794H.P. Moelker, Zaans Schoon 1946-1981. Jubileumschrift tergelegenheid van het 35-jarig bestaan, Zaandam 1982W.W. Reijs, Aardrijkskunde van Nederland, Nederland gisteren enmorgen (2), Baarn 1970 [1940]‘Schaven aan de <strong>Schans</strong>’, Revu, 16 januari 1965D. Vis, De Zaanstreek, een beschrijving van het Zaanschevolksleven in zijn historische ontwikkeling, Leiden 1948Jan Pieter Woudt, Bouwen aan <strong>Zaanstad</strong>, 130.000gezagsgetrouwe anarchisten, Zaandam 1993Jan Pieter Woudt et al., De foto’s van Breebaard. De Zaanstreekbelicht, 1863-1878, Wormerveer 1986Jan Pieter Woudt en Klaas Woudt (red.), Encyclopedie van deZaanstreek A-K, Wormerveer, <strong>Zaanstad</strong> 1991Jan Pieter Woudt en Klaas Woudt (red.), Encyclopedie van deZaanstreek L-Z, Wormerveer, <strong>Zaanstad</strong> 1991K. Woudt en J.J. Zonjee, Blees aan de Westzijde 1883-1983,Zaandam 1983Frans Wytema, ‘Jaap Schipper krijgt <strong>Zaanse</strong> Schone uitgereikt’,Dagblad Zaanstreek, 20 december 2007Archieven<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Zaanstad</strong>, Koog aan de ZaanArchief Th. M. van der Koogh (PA-101)Archief J. Schipper (PA-246)Archief Stichting <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong> (PA-0151)Archief Redactie maandblad De Zaende (PA-0034)Noord-Hollands archief, HaarlemArchief van de Provinciale Planologische Dienst (604)Maja de Jong-de Herder, Cornelis de Jong, architectuur alsambacht, Midden-Beemster 2004‘Toelichting bij de excursies: <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>’, Bulletin KNOB 66(1967), pp. 55-56Archief Rijksdienst voor het Cultureel ErfgoedDossier <strong>Zaanse</strong> <strong>Schans</strong>SteenhuisMeurs101


© SteenhuisMeurs BV, februari 2010.Dit onderzoek werd uitgevoerd door SteenhuisMeurs (voorheenUrban Fabric en Steenhuis stedenbouw/landschap) te Schiedam inopdracht van de gemeente <strong>Zaanstad</strong>, afdeling Cultuur, Monumentenen Tourisme (Marjorie Verhoek).Projectteam:Prof. dr. ir. Paul Meurs, Hilde Sennema, Johanna van Doorn.Lange Haven 9, 3111 CA Schiedamwww.urbanfabric.nlwww.steenhuis-onderzoek.nlNiets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ofopenbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm ofop welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijketoestemming van Urban Fabric | Steenhuis stedenbouw/ landschap.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!