12.07.2015 Views

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TIeCelIJn <strong>26</strong>vermoeien de paarden en honden door weg te vluchten en een ander, jong hertop te jagen, waardoor de honden en de jagers op het verkeerde spoor komenvan het andere, nog niet vermoeide hert. Patrijzen doen alsof ze verlamd zijnom zo jagers en honden naar hun toe te lokken waardoor hun kuikens met rustgelaten worden. De patrijzen vliegen op als de honden te dicht in hun buurt komenen ontvluchten zo de jagers en de honden. Bevers zijn geniaal in het bouwenvan complexe dammen en zijn nauw verwant met de vos. La Fontaine gaatmet zijn betoog in tegen de theorie van René Descartes (1595-1650), verwoordin zijn Discours de la Méthode, deel V (1637). Descartes beweert dat dierengeen verstand of instinct bezitten, maar dat zij slechts als machines (animauxmachines)functioneren, gelijk een uurwerk. Met deze fabel wil La Fontaineaantonen dat dieren wel degelijk verstand bezitten en ernaar handelen en meerop de mens lijken dan Descartes wil aannemen. Hij liet zich voor zijn betooginspireren door de Franse priester/filosoof Pierre Gassendi (1592-1655), eenaanhanger van het opkomend empirisme.Collinet gaat uitgebreid in op de bronnen die La Fontaine voor deze fabelgebruikt heeft, met name de bronnen over de herten en de bevers. Waarschijnlijkverzon La Fontaine deze fabel zelf; Collinet vermeldt geen bron (Collinet1991: 1239-1241). De fabel komt niet voor in de verzameling van Leeu.Le Fermier, le Chien et le RenardDe boer, de hond en de vos (XI, 3)De vos is uit op de kippen van een boer. Hij beloert tevergeefs dag en nachtde kippen, maar die worden overdag bewaakt door een hond en de boer sluithen ’s nachts op in een kippenhok. Op een nacht, als hij vergeet het hok af tesluiten, grijpt de vos zijn kans en richt een waar bloedbad aan onder de kippen.De volgende ochtend overziet de boer de slachting en verwijt de hond dat hijhem niet heeft gewaarschuwd. De hond verweert zich dat het niet zijn fout is:zijn baas had het hok moeten afsluiten. Hierop wordt de boer zo boos dat hijde hond afranselt.De fabel is doorspekt met mythologische allusies. Jupiter, de Olympus, deStyx, Morpheus, Apollo, Mars, Hercules, Achilles, Ajax en het feestmaal vanAtreus passeren in deze fabel de revue. Ook deze fabel zal men tevergeefs zoekenin de verzameling van Leeu.Bron: Abstemius (CXLIX) (Collinet 1991: 1<strong>26</strong>3).~ 90 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!