jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
12.07.2015 Views

TIeCelIJn 26tot een verhaal. Deze fabel gaat als een soort proloog vooraf aan de fabel van dezieke leeuw en maakt duidelijk waarom de wolf wraak wil nemen op de vos. Defabel van de visvangst ontbreekt bij La Fontaine en is hierboven niet meegeteldbij het aantal woorden dat Leeu spendeerde aan de fabel van ‘De zieke leeuw, dewolf en de vos’. De vos leert de wolf vissen. Hij bindt een mand aan zijn staartwaarmee hij door een rivier moet waden. Reynaert belooft dan alle vissen dieze tegenkomen, in de mand te gooien. De vos gooit echter geen vissen, maarstenen in de mand waardoor de wolf op het laatst niet meer vooruit kan. Opdat moment laat de vos aan de wolf weten dat hij hulp gaat halen om de overvollemand ‘met vis’ te legen. Reynaert alarmeert echter enkele dorpelingen:‘Mijn lieve heeren ende goede vrienden, wat doet ghi hier? Waerom staet ghijledich? Siet ghinder den wolf die uwe scapen etet, uwe lammeren ende alle uwebeesten verslijndet ende verderft. Ende noch daer toe nu op dese tijt hij uwevisschen uut der ryevieren trecket ende eetse!’ Na deze oproep loopt het volkte hoop, de een met een riek, de ander met een stok, de derde met een bijl, devierde met honden, en ze tuigen de wolf af. De angstige wolf die met zijn staartnog steeds aan de volle mand vastgebonden zit, trekt zo hard dat hij zijn staart‘vanden aers’ rukt en zo ontkomt. De wolf denkt later wraak op Reynaert tenemen door de koning te adviseren een warme huid van de vos op zijn buik tebinden. De rest van het verhaal komt overeen met La Fontaine.La Fontaine eindigt de fabel met een boodschap aan de hovelingen: ‘Messieursles courtisans, cessez de vous détruire: / Faites si vous pouvez votrecour sans vous nuire. / Le mal se rend chez vous au quadruple du bien. /Les daubeurs ont leur tour d’une ou d’autre manière: / Vous êtes dans unecarrière / Où l’on ne se pardonne rien.’ (‘Heren hovelingen, stop ermee uzelfneer te halen: gedraag u als een hoveling zonder uzelf te benadelen als udat nog kunt. Het kwaad keert zich dubbel en dwars tegen het goede. Dekwaadsprekers krijgen altijd op de een of andere manier toch hun zin: u bentin een positie waarin men u niets vergeeft.’)Leeu eindigt de fabel ook met een uitgebreide zedenles, maar dan in algemenetermen: ‘Ende hier om bewijst ons dese fabule dat al ist dat sake datyemant van eenighen persoen gequetst oft bescadicht is gheweest, hi en salnochtans hem niet wreken segghende mit sijnre tonghen enighe verradenisseofte blasfemie heymelijcken oft openbaer, maer hi sal overlegghen dat dieghene die sinen medebroeder bereyt een graft (kuil) om hem daer in te doenvallen, dicwijl ghebuertet dat hij selver daer eerst in comet of vallet, eer hidat weet.’~ 88 ~

Tiecelijn 26De twee fabels roepen reminiscenties op aan bekende episodes uit verschillendedierenepen. De visvangst van de wolf, die op aanraden van de vos zijnstaart in een wak steekt om te vissen, komt voor in de Ysengrimus (circa 1150,boek I v. 599 tot en met boek II v. 158 (Mann 1987: 236-271) en in de Romande Renart (branche III, La Pêche a la queue (circa 1178), v. 377-510; Dufourneten Méline 1985: 299-307). Willem refereert aan dit verhaal in Van den vos Reynaerde,v. 1504-1507 (Bouwman & Besamusca 2002: 79). Het verhaal komtten slotte ook nog voor in Reynardus vulpes (circa 1275). Balduinus, de vertaler/bewerker, heeft de passage uit Van den vos Reynaerde uitgebreid tot zestienverzen (Hellinga 1952: 92, L v. 662-677).Het verhaal van de zieke leeuw en de afgrijselijke gevolgen voor de wolf komtook voor in de Roman de Renart (branche X: Renart trompe Roënel le chien etBrichemer le cerf - Renart médecin (tussen 1189-1190) v. 1508-1560; Dufournet& Méline 1985: 269-271). Het villen van de voor- en achterpoten van respectievelijkIsegrim en Hersinde, het villen van de huid van Bruun voor een pelgrimstasvoor Reynaert, de stoet dorpelingen die de beer achterna zit nadat hijin de gespleten eik was vast komen te zitten, zijn ook terug te vinden in Vanden vos Reynaerde. Het betreft echter ook hier weer een esopische fabel. Defabel Le Lion, le Loup et le Renard is door La Fontaine voor het eerst in 1671gepubliceerd in de Fables nouvelles et autres poésies.Bron: Esope in de Anonymus Neveleti (Collinet 1991: 1192-1193).Les deux Rats, le Renard et l’ŒufDe twee ratten, de vos en het ei (eind van boek IX)Twee ratten vinden een ei. Ze willen aan hun maaltijd beginnen als plotselingde vos opduikt. Om hun maal veilig te stellen bedenken ze van alles omhet ei te vervoeren: inpakken en het dan samen met de voorste poten dragen,rollen, vooruit duwen. Geen van de voorstellen lijkt hun uitvoerbaar. Een vande ratten krijgt een lumineus idee. Hij gaat op zijn rug liggen en klemt metzijn vier poten het ei vast, terwijl de andere rat hem bij zijn staart vooruit moettrekken. Zo bereiken zij hun hol nog voordat de vos hun het ei kan afpakken.La Fontaine voegt deze fabel toe aan zijn Discours à Mme de La Sablière (surl’âme des animaux) die hij aan het eind van boek IX plaatst. Hij beargumenteertdat dieren wel degelijk verstand bezitten. Hij onderbouwt zijn betoog metenkele voorbeelden uit de natuur. Herten weten hun jagers te misleiden. Ze~ 89 ~

Tiecelijn <strong>26</strong>De twee fabels roepen reminiscenties op aan bekende episodes uit verschillendedierenepen. De visvangst van de wolf, die op aanraden van de vos zijnstaart in een wak steekt om te vissen, komt voor in de Ysengrimus (circa 1150,boek I v. 599 tot en met boek II v. 158 (Mann 1987: 236-271) en in de Romande Renart (branche III, La Pêche a la queue (circa 1178), v. 377-510; Dufourneten Méline 1985: 299-307). Willem refereert aan dit verhaal in Van den vos Reynaerde,v. 1504-1507 (Bouwman & Besamusca 2002: 79). Het verhaal komtten slotte ook nog voor in Reynardus vulpes (circa 1275). Balduinus, de vertaler/bewerker, heeft de passage uit Van den vos Reynaerde uitgebreid tot zestienverzen (Hellinga 1952: 92, L v. 662-677).Het verhaal van de zieke leeuw en de afgrijselijke gevolgen voor de wolf komtook voor in de Roman de Renart (branche X: Renart trompe Roënel le chien etBrichemer le cerf - Renart médecin (tussen 1189-1190) v. 1508-1560; Dufournet& Méline 1985: <strong>26</strong>9-271). Het villen van de voor- en achterpoten van respectievelijkIsegrim en Hersinde, het villen van de huid van Bruun voor een pelgrimstasvoor Reynaert, de stoet dorpelingen die de beer achterna zit nadat hijin de gespleten eik was vast komen te zitten, zijn ook terug te vinden in Vanden vos Reynaerde. Het betreft echter ook hier weer een esopische fabel. Defabel Le Lion, le Loup et le Renard is door La Fontaine voor het eerst in 1671gepubliceerd in de Fables nouvelles et autres poésies.Bron: Esope in de Anonymus Neveleti (Collinet 1991: 1192-1193).Les deux Rats, le Renard et l’ŒufDe twee ratten, de vos en het ei (eind van boek IX)Twee ratten vinden een ei. Ze willen aan hun maaltijd beginnen als plotselingde vos opduikt. Om hun maal veilig te stellen bedenken ze van alles omhet ei te vervoeren: inpakken en het dan samen met de voorste poten dragen,rollen, vooruit duwen. Geen van de voorstellen lijkt hun uitvoerbaar. Een vande ratten kri<strong>jg</strong>t een lumineus idee. Hij gaat op zijn rug liggen en klemt metzijn vier poten het ei vast, terwijl de andere rat hem bij zijn staart vooruit moettrekken. Zo bereiken zij hun hol nog voordat de vos hun het ei kan afpakken.La Fontaine voegt deze fabel toe aan zijn Discours à Mme de La Sablière (surl’âme des animaux) die hij aan het eind van boek IX plaatst. Hij beargumenteertdat dieren wel degelijk verstand bezitten. Hij onderbouwt zijn betoog metenkele voorbeelden uit de natuur. Herten weten hun jagers te misleiden. Ze~ 89 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!