12.07.2015 Views

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TIeCelIJn <strong>26</strong>achter. Hij bespot de bok: ‘Ha, meyster bock, haddet saeck gheweest dat ghiwijs hadt gheweest, du soutste selve alre eerst overleyt hebben hoe ende in watmanieren du uut den putte hadste moghen comen, eer ghi mij hadt uut gheholpen’(Leeu VI, 3). De moraal laat zich raden: bezint eer gij begint.La Fontaine voegt een allusie op de hemel toe. Hij laat de vos zeggen: ‘Si leCiel t’eût, dit-il, donné par excellence / Autant de jugement que de barbe aumenton, / Tu n’aurais pas à la légère / Descendu dans ce puits.’ (‘Als de hemelje net zoveel verstand had gegeven,’ zei hij, ‘als je baard aan je kin lang is, danzou je niet lichtzinnig in deze put zijn afgedaald.’)Bronnen: Esope en Phèdre (IV, 9) (Collinet 1991: 1100-1101).Le Renard et les RaisinsDe vos en de zure druiven (III, 11)Wie kent niet het spreekwoord ‘De druiven zijn zuur’? Dit wordt gezegd alsiemand laat merken niet tegen zijn verlies te kunnen of laat blijken jaloers tezijn op de winnaar. Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale(2006) wilde ‘de druiven zijn zuur’ oorspronkelijk zeggen dat je onverschilligdoet over iets, omdat je weet dat je het toch niet kunt kri<strong>jg</strong>en. Het spreekwoordgaat terug op een fabel van Esopus.Een hongerige vos sluipt een wijngaard binnen waar mooie, rijpe druivenhangen. Hij wil ze heel graag opeten, maar helaas: de druiven hangen te hoog.Om zijn teleurstelling te verbergen, roept hij uit: ‘Dese druyven sijn soe suer, alwaert by also dat icse hebben mochte, ic en soudese nochtans niet willen eten’.(Leeu IV, 1.). De fabel behoort met zijn acht versregels tot de kortste fabels vanLa Fontaine. Bij hem zijn de druiven nog onrijp en goed voor belhamels: ‘Ilssont trop verts, dit-il, et bons pour des goujats.’ Ook Leeu besteedt er weinigwoorden aan. Wel voegt hij er een epimythium aan toe, dat bij La Fontaineontbreekt: ‘Ende daer om bewijst ons dese fabule dat die ghene wijs is die hemveynst enich dinck niet te begheeren dat hem niet ghebueren, noch worden enmach, al ist nochtans dat hij daer sonderlinghe begheerte toe heeft.’Een allusie op deze fabel komt voor in de Ysengrimus. Aan het eind van boekIV kri<strong>jg</strong>t de vos van de haan bramen aangeboden. Reynaert de vos weigert ze(Mann 1987: 419).Bronnen: Esope in Anonymus Neveleti; Sacy 1641: Phèdre (IV, 3.) (Collinet1991: 1103).~ 84 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!