12.07.2015 Views

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TIeCelIJn <strong>26</strong>dienst treedt. Aan hem draagt La Fontaine in 1658 zijn eerste originele werkop: Adonis. Fouquet valt echter in 1661 door fraude met staatsgelden in ongenadebij koning Lodewijk XIV (1638-1715) en belandt in de gevangenis. LaFontaine keert wederom terug naar Château-Thierry. Hij begeleidt, al dan nietonder dwang, in 1663 zijn oom Jaques Jannart, die wegens zijn aandeel in de affaireFouquet verbannen wordt, naar Limoges. Ondertussen blijft La Fontaineschrijven en brengt hij verscheidene werken uit: Ode au roi (1663) en het eerstedeel van Contes et nouvelles en vers (1665) waarin zijn eerste sprookjes Jocondeen Le cocu battu et content zijn opgenomen. Zijn eerste fabels in zes boekenworden in 1668 in twee delen uitgebracht. Het eerste deel bevat de boeken Itot en met III, het tweede IV tot en met VI. De twee delen zijn samengebrachtin Fables choisies, mises en vers par M. de La Fontaine, een titel die de verzamelingfabels vanaf de eerste publicatie in 1668 tot de laatste in 1694 blijft dragen.De beide delen draagt La Fontaine op aan de zoon van Lodewijk de XIV, dedauphin, die dan zes jaar is.Na de val van Fouquet brengt de hertog van Bouillon hem in contact metMarguerite de Lorraine (1615-1672), weduwe van de hertog Gaston d’Orleans(1608-1660). Vanaf 1664 tot 1672 is de schrijver bij haar in dienst als een gentilhommeservant (bediende) in het Palais du Luxembourg in Parijs.In 1671 publiceert hij acht nieuwe fabels: Fables nouvelles et autres poésies, dielater ondergebracht worden in de boeken VII, VIII en IX.Na het overlijden van Marguerite de Lorraine vindt hij in 1672 onderdak bijMarguerite de La Sablière (1640-1693), een zeer ontwikkelde vrouw voor haartijd (zij beheerst Latijn, Grieks en wiskunde). In 1668 scheidde zij van de bankierAntonie de Rambouillet de la Sablière (1624-1679). Haar salon is een trefpuntvan een gemêleerd gezelschap van dichters, filosofen, geleerden en ‘hommes deplaisir’. Uit die tijd stamt La Fontaines vriendschap met Molière (1622-1673),Racine (1639-1699) en Boileau (1636-1711). Omstreeks 1674 maakte hij, metRacine en Boileau, deel uit van een groepje dichters onder protectie van Madamede Montespan en haar zuster Madame de Thiange. De verzameling fabels wordtin 1678 met twee delen uitgebreid. Deel 3 bevat de boeken VII en VIII. Eenjaar later verschijnt deel 4 waarin de boeken IX, X en XI zijn opgenomen. Zezijn door La Fontaine opgedragen aan Madame de Montespan, de maîtresse vanLodewijk XIV. De Académie française benoemt hem in 1683 tot lid van dezeprestigieuze instelling.In 1692, het jaar waarin hij ernstig ziek wordt, werkt La Fontaine aan eengereviseerde en complete versie van al zijn tot dan toe uitgebrachte fabels. De~ 74 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!