12.07.2015 Views

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

TIeCelIJn <strong>26</strong>Bij monde van Reynaert schildert Willem Kriekeputte als een onheilspellendoord, een locus terribilis. Van Daele verwijst voor kenmerken van de locusterribilis naar een studie van Garber, die zijn karakterisering van de locus terribilisevenwel op zeventiende-eeuwse, Duitse barokpoëzie baseerde. 6 In dezebijdrage over dertiende-eeuwse Reynaertteksten benader ik de locus terribilisals een omkering van de locus amoenus, met als uitgangspunt de kenmerkenvan de locus amoenus die Van Daele geeft, gebaseerd op studies van middeleeuwseliteratuur. 7 Van Daele noemt zes standaardcomponenten: een groeneweide, geurige bloemen, zingende vogels, een beekje of bron, bloeiende bomenen zachte wind of mooi weer.Van deze kenmerken zien we in de Natureingang die in VdvR als achtergrondvoor de hofdag dient enkel terug dat bomen en struiken groen blad dragen:Het was in eenen tsinxen dagheDat beede bosch ende hagheMet groenen loveren waren bevaen. (A 41-43) 8De locus amoenus wordt hier, zoals Van Daele opmerkt, veeleer gesuggereerd enniet volgens de voorschriften uit de Latijnse middeleeuwse retorica uitgewerkt. 9Dat geldt ook voor Kriekeputte als locus terribilis: er is geen sprake van een nadrukkelijkeomkering van de standaardcomponenten van de locus amoenus. Wildernesse(A 2582), moer en wostine (A <strong>26</strong>61) suggereren dat de natuur er nietlieflijk is en dat het er niet goed toeven is. Bij Kriekeputte klinkt geen vogelzang,want vogels mijden dat oord, met uitzondering van die hule entie scuvuut. Van hetwater van Kriekeputte wordt niet vermeld dat het troebel en donker is, maar hetzal vast niet zo helder zijn als het vlietende water van de bron of beek in een locusamoenus. Cuwaert leed honger, kou en armoede (A <strong>26</strong>62-<strong>26</strong>64) in de wildernis,wat op barre weersomstandigheden wijst, terwijl het pinksterfeest in de hofdagepisodesuggereert dat het mild lenteweer is.Naast de vaste componenten van de locus amoenus kunnen aanvullende kenmerkenvan de oppositie locus amoenus – locus terribilis genoemd worden. Terwijlaan het hof van koning Nobel de rechtsorde heerst, althans aan het beginvan het verhaal, is Kriekeputte een plaats van misdaad en bedrog: Reynaertverbergt er een (niet bestaande) gestolen schat, Reynout de ries slaat er valsemunten. 10 Aan Nobels hof komen alle dieren samen, met uitzondering vanReynaert, die verstek laat gaan omdat hij vele misdaden heeft begaan (A 44-56). De vos weet de weg naar Kriekeputte echter wel te vinden, een door mens~ 54 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!