jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
12.07.2015 Views

TIeCelIJn 26gezien de relatieve onbekendheid van zowel Reginar als het debat lijkt het meboeiend om er vandaag nader op in te gaan.De reden dat Reginar in de twintigste eeuw niet vaker met Reynaert werdgeassocieerd kan te maken hebben met het feit dat de Lotharingse Reginar degeschiedenis is ingegaan onder de Franse versie van zijn naam, zijnde ReinierLanghals. Aangezien mijn eigen naam Reyniers is en ik opgroeide in de Langhalsbeekstraat,in een gezin dat bovengemiddeld in geschiedenis is geïnteresseerd,werd er in mijn ouderlijk huis af en toe over Reinier Langhals gesproken.Zo heb ik hem van kindsbeen af als een verre aristocratische voorvaderbeschouwd. Toen wist ik nog niet dat een ‘langhals’ een soort eend is. De figuurheeft me nooit helemaal verlaten: steeds weer aangetrokken door de naam ende herinnering dwong ik hem van tijd tot tijd mijn pad te kruisen en beetje bijbeetje kreeg ik greep op zijn levensverhaal.De Duitse historicus en taalkundige Johann Georg von Eckhart (1664-1730)schijnt de eerste te zijn geweest die een verband zag tussen Reynaert en Reginar.Latere auteurs over de Reynaert verwijzen naar hem als ‘Eccard’. Eckhartwerkte als medewerker van de filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz, die hem eenbetrekking als professor geschiedenis bezorgde. Daarna trad Eckhart in dienstvan het Huis Hannover als bibliothecaris en geschiedschrijver, later in dienstvan de geestelijkheid, waar hij zich toelegde op de methodologische ontwikkelingvan de wetenschappelijke geschiedschrijving. Eckhart schreef een aantalwerken over Duitse taal- en literatuurgeschiedenis. In de inleiding van deLeibnitii Collectanea Etymologica poneerde hij dat de Reynaertstof rechtstreeksverwijst naar de gebeurtenissen rond 900. 19 Eckhart werkte zijn argumentatieuit op basis van de kronieken van Regino von Prüm en de onbekende monnikdie Regino’s werk verder zette (dat Reginars chroniqueur zelf de naam Reginodraagt is louter toevallig).Eckhart plaatst ‘Reginardus sive Reinardus Comes & Regem suum Zuentibaldum’(Reginardus of Graaf Reinaert en zijn koning Zwentibold) 20 enigszinsfoutief in ‘Austrasiae regno’, het koninkrijk Austrasië. De uitgebreide enintrigerende passage duikt bijzonder abrupt op in de Etymologica. Middenineen summiere bespreking van Friese persoonsnamen en hun afkortingen zoalsAggo/Agobardus, Benno/Bernhardus, Dido/Didericus etc. wijdt Eckhartplots uit over de naam Reinico of Reinike, ‘zoals de vos genoemd wordt, afgeleidvan Reinhardus (vanwaar het Franse renard voor vos) ofwel, zoals het eertijdswerd geschreven, Reiginhardus, Reginardus, Reginarius & Raginerius.’ 21~ 28 ~

Tiecelijn 26Cover van het werk van EckhartDan gaat Eckhart onverstoorbaar verder:Cur autem vulpes Renardi vel Reginarii nomine veniat, in gratiamLectoris breviter exponam.Maar waarom de vos aan de naam Renardus of Reginarius komt zalik ter wille van de lezer kort uitleggen. 22Hij geeft een mooi overzicht van de sluwheid die de vos sinds de oudheid wordt toegedicht,wijzend op de Fabulae van Phaedrus en de Apologia van Apuleius, op Gregoriusvan Tours en het heiligenleven van Sint-Remigius. Vervolgens schakelt Eckhart overop de biografie van Reginar en Zwentibold volgens Regino’s overlevering. Hij brengt deelementen uit Reginars levensverhaal uitvoerig in verband met dat van Reynaert: hoehij uit de gratie van de koning valt, de verbanning, de verschansing in Durfos/Malpertuus,en hoe hij er door zijn listigheid uiteindelijk mee wegkomt en aan het langste eindtrekt. Het loont de moeite om de Latijnse brontekst erop na te slaan. 23Omstreeks 1826 is de theorie van Eckhart reeds overgewaaid naar de Angelsaksischewereld. We treffen een verwijzing aan in het voorwoord van Reynardthe Fox, a Burlesque Poem of the 15th Century. 24 Dit werk is een Engelse vertalingvan het Nederduitse Reynke de Vos, toegedicht aan Hendrik van Alkmaar(wiens identiteit niet vast staat en die zichzelf trouwens ‘de leraar en opvoedervan de hertog van Lotharingen’ noemt; dit is wellicht een fictieve literaire~ 29 ~

TIeCelIJn <strong>26</strong>gezien de relatieve onbekendheid van zowel Reginar als het debat lijkt het meboeiend om er vandaag nader op in te gaan.De reden dat Reginar in de twintigste eeuw niet vaker met Reynaert werdgeassocieerd kan te maken hebben met het feit dat de Lotharingse Reginar degeschiedenis is ingegaan onder de Franse versie van zijn naam, zijnde ReinierLanghals. Aangezien mijn eigen naam Reyniers is en ik opgroeide in de Langhalsbeekstraat,in een gezin dat bovengemiddeld in geschiedenis is geïnteresseerd,werd er in mijn ouderlijk huis af en toe over Reinier Langhals gesproken.Zo heb ik hem van kindsbeen af als een verre aristocratische voorvaderbeschouwd. Toen wist ik nog niet dat een ‘langhals’ een soort eend is. De figuurheeft me nooit helemaal verlaten: steeds weer aangetrokken door de naam ende herinnering dwong ik hem van tijd tot tijd mijn pad te kruisen en beetje bijbeetje kreeg ik greep op zijn levensverhaal.De Duitse historicus en taalkundige Johann Georg von Eckhart (1664-1730)schijnt de eerste te zijn geweest die een verband zag tussen Reynaert en Reginar.Latere auteurs over de Reynaert verwijzen naar hem als ‘Eccard’. Eckhartwerkte als medewerker van de filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz, die hem eenbetrekking als professor geschiedenis bezorgde. Daarna trad Eckhart in dienstvan het Huis Hannover als bibliothecaris en geschiedschrijver, later in dienstvan de geestelijkheid, waar hij zich toelegde op de methodologische ontwikkelingvan de wetenschappelijke geschiedschrijving. Eckhart schreef een aantalwerken over Duitse taal- en literatuurgeschiedenis. In de inleiding van deLeibnitii Collectanea Etymologica poneerde hij dat de Reynaertstof rechtstreeksverwijst naar de gebeurtenissen rond 900. 19 Eckhart werkte zijn argumentatieuit op basis van de kronieken van Regino von Prüm en de onbekende monnikdie Regino’s werk verder zette (dat Reginars chroniqueur zelf de naam Reginodraagt is louter toevallig).Eckhart plaatst ‘Reginardus sive Reinardus Comes & Regem suum Zuentibaldum’(Reginardus of Graaf Reinaert en zijn koning Zwentibold) 20 enigszinsfoutief in ‘Austrasiae regno’, het koninkrijk Austrasië. De uitgebreide enintrigerende passage duikt bijzonder abrupt op in de Etymologica. Middenineen summiere bespreking van Friese persoonsnamen en hun afkortingen zoalsAggo/Agobardus, Benno/Bernhardus, Dido/Didericus etc. wijdt Eckhartplots uit over de naam Reinico of Reinike, ‘zoals de vos genoemd wordt, afgeleidvan Reinhardus (vanwaar het Franse renard voor vos) ofwel, zoals het eertijdswerd geschreven, Reiginhardus, Reginardus, Reginarius & Raginerius.’ 21~ 28 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!