jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 26en roofde ongestraft, brutaal ...Hij was het wreedst van allemaal.551 De Wolf werd zo mijn beste maat ...omdat hij ‘t best van al verstaathoe men roven, moorden moet.Hij lèèft gewoon van dierenbloed.Ja, Izegrien is een bandietdie wer-ke-lijk niemand ontziet.557 Ook mij draaide hij vaak een loer;koos ‘t vetste schaap bij Bram de boer,ontfutselde mij zelfs een lamnadat ie ook een kip wegnam ...561 [Terloops] Maar ach, dat vond ik toch niet ergwant ik beschik over een bergaan diamanten, zilver, goud ...[Monkelend]Wat heb ik daar toch aan gesjouwd!Het is mijn appel voor de dorst;daaróm waan ik mij vaak een vorst ...’567 Waarna een lange stilte viel.Nobel, geraakt tot in zijn ziel,kon niet geloven dat de Voszo’n schat bewaarde in het bosen wilde weten hoe dit kon.Waarna de Vos opnieuw begon:~ 236 ~
Tiecelijn 26573 ‘Ik neem u echt niet in de zeik.Die schat komt van vorst Ermenrijck ...[Bijna badinerend] Het was mijn vader die de schatgeheel per toeval vond – en dátbracht hem op een brutaal idee ...Ja, Wolf en Beer deden toen mee.579 Zo ging, weet ik, hun gruw’lijk plan:“Eerst maken wij Nobel van kanten grijpen dan maar zelf de macht.582 – De Beer heeft toch een mooier vachtdan die oude koning Leeuw!Die lijkt ons haast een zieke spreeuw;‘t ontbreekt hem op zijn oude dagaan ‘t onontbeerlijke gezagvoor een rechtvaardig, wijs bewind.Dat ziet toch zelfs het kleinste kind!En door het geld van Ermenrijckgeeft ieder dier ons vast gelijk ...”591 Zo planden zij dus een staatsgreep.Ja, Wolf en Beer zijn waarlijk leep.593 Vraagt u zich af hoe ik dit weet?Welaan, omdat ‘t mijn vader speetdat hij deelnam aan dit complot.Hij vreesde zelfs de straf van God!(Zo zei hij mij toen hij zat was ...Mijn vader keek vaak diep in ‘t glasen zei me dan wat hij echt meent ...)~ 237 ~
- Page 186 and 187: tiecelijn 26berustend inlevingsverm
- Page 188 and 189: tiecelijn 26drinken in het heden’
- Page 190 and 191: tiecelijn 26NOTEN1 Stefan Hertmans,
- Page 192 and 193: Vertaling / tiecelijn 26letaldus Va
- Page 194 and 195: tiecelijn 26Zodra het vuur het hout
- Page 196 and 197: tiecelijn 26Ze vragen: ‘Boze mach
- Page 198 and 199: tiecelijn 26NawoordLetaldus van Mic
- Page 200 and 201: tiecelijn 26• Paul Pascal, ‘The
- Page 202 and 203: Tiecelijn 26van bisschop Hartgar en
- Page 204 and 205: Tiecelijn 26niet ongestraft - en sl
- Page 206 and 207: Tiecelijn 26ling en commentaar, waa
- Page 208 and 209: Tiecelijn 26uitstekende Nederlandse
- Page 210 and 211: Tiecelijn 26VoorafHet dierenepos Va
- Page 212 and 213: Tiecelijn 261Akte van beschuldiging
- Page 214 and 215: Tiecelijn 26Wie ‘t janken van die
- Page 216 and 217: Tiecelijn 26Het werd, jawel, een gr
- Page 218 and 219: Tiecelijn 262Ten Paradijze ...151 P
- Page 220 and 221: Tiecelijn 26197 [Speels] Reynaert z
- Page 222 and 223: Tiecelijn 263Bruin de Beer verliest
- Page 224 and 225: Tiecelijn 26‘Als ik die honing ma
- Page 226 and 227: Tiecelijn 26men joeg hem haast over
- Page 228 and 229: Tiecelijn 26381 De Kater schreeuwde
- Page 230 and 231: Tiecelijn 26Breng hem voor mij, zod
- Page 232 and 233: Tiecelijn 26en onvolprezen toch uw
- Page 234 and 235: Tiecelijn 26Er zit helaas niets and
- Page 238 and 239: Tiecelijn 26600 Hij heeft dit kwaad
- Page 240 and 241: Tiecelijn 26627 En toch bleef Nobel
- Page 242 and 243: Tiecelijn 26Ja, Nobel leek de Vlaam
- Page 244 and 245: Tiecelijn 26Hedwig Pauwels (Sint-Ni
- Page 246 and 247: Tiecelijn 26~ 246 ~
- Page 248 and 249: Tiecelijn 26~ 248 ~
- Page 250 and 251: Tiecelijn 26~ 250 ~
- Page 252 and 253: Tiecelijn 26~ 252 ~
- Page 254 and 255: Tiecelijn 26~ 254 ~
- Page 256 and 257: Tiecelijn 26~ 256 ~
- Page 258 and 259: Tiecelijn 26~ 258 ~
- Page 261 and 262: ~ 261 ~Tiecelijn 26
- Page 263 and 264: ~ 263 ~Tiecelijn 26
- Page 265 and 266: Tiecelijn 26De eerste fabel, ‘De
- Page 267 and 268: Tiecelijn 26Het ex libris voor titu
- Page 269 and 270: Tiecelijn 26omdat de rat hem kan do
- Page 271 and 272: iconografie/ Tiecelijn 26reynaerTS
- Page 273 and 274: Tiecelijn 263. Prent 20: Bruun op w
- Page 275 and 276: Tiecelijn 262.~ 275 ~
- Page 277 and 278: Tiecelijn 264.~ 277 ~
- Page 279 and 280: Tiecelijn 266.~ 279 ~
- Page 281 and 282: Tiecelijn 268.~ 281 ~
- Page 283 and 284: Tiecelijn 2610.~ 283 ~
- Page 285 and 286: Tiecelijn 2612.~ 285 ~
Tiecelijn <strong>26</strong>573 ‘Ik neem u echt niet in de zeik.Die schat komt van vorst Ermenrijck ...[Bijna badinerend] Het was mijn vader die de schatgeheel per toeval vond – en dátbracht hem op een brutaal idee ...Ja, Wolf en Beer deden toen mee.579 Zo ging, weet ik, hun gruw’lijk plan:“Eerst maken wij Nobel van kanten grijpen dan maar zelf de macht.582 – De Beer heeft toch een mooier vachtdan die oude koning Leeuw!Die lijkt ons haast een zieke spreeuw;‘t ontbreekt hem op zijn oude dagaan ‘t onontbeerlijke gezagvoor een rechtvaardig, wijs bewind.Dat ziet toch zelfs het kleinste kind!En door het geld van Ermenrijckgeeft ieder dier ons vast gelijk ...”591 Zo planden zij dus een staatsgreep.Ja, Wolf en Beer zijn waarlijk leep.593 Vraagt u zich af hoe ik dit weet?Welaan, omdat ‘t mijn vader speetdat hij deelnam aan dit complot.Hij vreesde zelfs de straf van God!(Zo zei hij mij toen hij zat was ...Mijn vader keek vaak diep in ‘t glasen zei me dan wat hij echt meent ...)~ 237 ~