jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 26‘Als ik die honing maar gauw vind!’285 Wat ging die Bruin toen wild te keer,hij snoof en snuffeld’ als een Beer,gretig en gulzig, nooit genoegwant alles waar hij ooit om vroeglag plots’ling binnen handbereik,och god wat voelde hij zich rijk!291 [Dramatisch] ... Tot Reynaert plots de wig wegnam(waardoor geen Beer die boom uit kan).Ook Bruintje kon geen kant meer uit,verminkte zelfs zeer zwaar zijn snuit –en rukte Bruin zich toch nog los,kwam daar opeens uit ‘t grote bos ...297 ... de imker die luid riep om wraak,(zo’n kwaaie man slaat best wel raak)en ook zijn vrouw die sloeg erop;ons Bruintje sprong daarom in ‘t sopen spoelde uren later aan,kletsnat, doodziek, geheel ontdaan303 – al had hij toen zijn les geleerd:‘t Loopt fout voor wie te veel begeert,en voortgaat op louter gevoel;blijf daarom trouw aan ‘t hoger doeldat u vooraf eens hebt gesteld –want dàt alleen is toch wat telt ...[Doek]~ 224 ~
Tiecelijn 264Kater in nood309 Wat was de vorst teleurgesteld!Die Bruin bleek een pantoffelhelden nu was ‘t weer ‘terug naar af’,de Vos ontliep nog steeds zijn straf.313 Dus deed de vorst opnieuw beroepop leden van zijn bonte troep:hij vroeg wie dit keer wilde gaanen keek hierbij de Kater aan,langdurig en indringend diep,een streng geweten dat opriepom thans te doen wat dringend moet:het wreken van dat kippenbloed.321 Tybeert had echter niet veel zin:‘Wie weet waaraan ik straks begin!’Toen vond de vorst Tybeert heel laf(en hierop zei Courtois: ‘Waf! Waf!!’)waarop de Kater toch toegaf:‘Van mijn talent staat u straks paf ...’327 Maar Nobel schudde wijs het hoofd:‘Dat heeft die Beer ons ook beloofd ...en zie eens hoe het hem verging,~ 225 ~
- Page 174 and 175: tiecelijn 26~ 174 ~
- Page 176 and 177: tiecelijn 26Misschien valt het hier
- Page 178 and 179: tiecelijn 26Maar dan - de schilder
- Page 180 and 181: tiecelijn 26alle slag, bedelaars en
- Page 182 and 183: tiecelijn 26die kan zichzelf in dez
- Page 184 and 185: tiecelijn 26Zijn kleine kop steekt,
- Page 186 and 187: tiecelijn 26berustend inlevingsverm
- Page 188 and 189: tiecelijn 26drinken in het heden’
- Page 190 and 191: tiecelijn 26NOTEN1 Stefan Hertmans,
- Page 192 and 193: Vertaling / tiecelijn 26letaldus Va
- Page 194 and 195: tiecelijn 26Zodra het vuur het hout
- Page 196 and 197: tiecelijn 26Ze vragen: ‘Boze mach
- Page 198 and 199: tiecelijn 26NawoordLetaldus van Mic
- Page 200 and 201: tiecelijn 26• Paul Pascal, ‘The
- Page 202 and 203: Tiecelijn 26van bisschop Hartgar en
- Page 204 and 205: Tiecelijn 26niet ongestraft - en sl
- Page 206 and 207: Tiecelijn 26ling en commentaar, waa
- Page 208 and 209: Tiecelijn 26uitstekende Nederlandse
- Page 210 and 211: Tiecelijn 26VoorafHet dierenepos Va
- Page 212 and 213: Tiecelijn 261Akte van beschuldiging
- Page 214 and 215: Tiecelijn 26Wie ‘t janken van die
- Page 216 and 217: Tiecelijn 26Het werd, jawel, een gr
- Page 218 and 219: Tiecelijn 262Ten Paradijze ...151 P
- Page 220 and 221: Tiecelijn 26197 [Speels] Reynaert z
- Page 222 and 223: Tiecelijn 263Bruin de Beer verliest
- Page 226 and 227: Tiecelijn 26men joeg hem haast over
- Page 228 and 229: Tiecelijn 26381 De Kater schreeuwde
- Page 230 and 231: Tiecelijn 26Breng hem voor mij, zod
- Page 232 and 233: Tiecelijn 26en onvolprezen toch uw
- Page 234 and 235: Tiecelijn 26Er zit helaas niets and
- Page 236 and 237: Tiecelijn 26en roofde ongestraft, b
- Page 238 and 239: Tiecelijn 26600 Hij heeft dit kwaad
- Page 240 and 241: Tiecelijn 26627 En toch bleef Nobel
- Page 242 and 243: Tiecelijn 26Ja, Nobel leek de Vlaam
- Page 244 and 245: Tiecelijn 26Hedwig Pauwels (Sint-Ni
- Page 246 and 247: Tiecelijn 26~ 246 ~
- Page 248 and 249: Tiecelijn 26~ 248 ~
- Page 250 and 251: Tiecelijn 26~ 250 ~
- Page 252 and 253: Tiecelijn 26~ 252 ~
- Page 254 and 255: Tiecelijn 26~ 254 ~
- Page 256 and 257: Tiecelijn 26~ 256 ~
- Page 258 and 259: Tiecelijn 26~ 258 ~
- Page 261 and 262: ~ 261 ~Tiecelijn 26
- Page 263 and 264: ~ 263 ~Tiecelijn 26
- Page 265 and 266: Tiecelijn 26De eerste fabel, ‘De
- Page 267 and 268: Tiecelijn 26Het ex libris voor titu
- Page 269 and 270: Tiecelijn 26omdat de rat hem kan do
- Page 271 and 272: iconografie/ Tiecelijn 26reynaerTS
- Page 273 and 274: Tiecelijn 263. Prent 20: Bruun op w
Tiecelijn <strong>26</strong>‘Als ik die honing maar gauw vind!’285 Wat ging die Bruin toen wild te keer,hij snoof en snuffeld’ als een Beer,gretig en gulzig, nooit genoegwant alles waar hij ooit om vroeglag plots’ling binnen handbereik,och god wat voelde hij zich rijk!291 [Dramatisch] ... Tot Reynaert plots de wig wegnam(waardoor geen Beer die boom uit kan).Ook Bruintje kon geen kant meer uit,verminkte zelfs zeer zwaar zijn snuit –en rukte Bruin zich toch nog los,kwam daar opeens uit ‘t grote bos ...297 ... de imker die luid riep om wraak,(zo’n kwaaie man slaat best wel raak)en ook zijn vrouw die sloeg erop;ons Bruintje sprong daarom in ‘t sopen spoelde uren later aan,kletsnat, doodziek, geheel ontdaan303 – al had hij toen zijn les geleerd:‘t Loopt fout voor wie te veel begeert,en voortgaat op louter gevoel;blijf daarom trouw aan ‘t hoger doeldat u vooraf eens hebt gesteld –want dàt alleen is toch wat telt ...[Doek]~ 224 ~