jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
12.07.2015 Views

Tiecelijn 263Bruin de Beer verliest het pleit237 [Levendig] Ons Bruintje Beer was toch zo fierwant hij was heden de koeriervan het hof van onze koningen begaf zich naar de woningvan Reynaert, die lepe vos,heel diep verscholen in het bos.243 ‘In naam der wet,’ gebood de Beer,‘Op last van Nobel, onze Heer,staat gij, jawel, onder arrest,hiertegen duld ik geen protest!Ik zeg het u heel klaar en luid:Uw boze spel is voortaan uit.’249 De vos die boog toen hoofs het hoofd,(terwijl de peer reeds werd gestoofd):‘Hooged’le Beer, uw woord is wet,maar eerst is ‘t tijd voor wat verzet,Ik zie dat gij zo vrees’lijk zweeten daarom beter eerst wat eet;255 een lang proces met lege maag,zoiets is pas een ware plaag!’Ons Bruintje gaf de vos gelijk,~ 222 ~

Tiecelijn 26ze deelden juist dezelfde kijk:zo’n Beer wil best een lekk’re hap,da’s iets wat Reynaert ook wel snapt.261 ‘Er is, als ik mij niet vergis,wat soep, wat brood, wat kaas, wat vis,en ja ...,’ de vos bleef even staan,‘voorts ook niet eens hier ver vandaan,265 meer dan honderd raten hòning,maar ach, dat lijkt mij niet uw ding.’267 Ons Bruintje keek hem vurig aan.Had hij dit echt wel goed verstaan?‘n Heuse schat aan lekkere honing,en dit niet ver van deze woning?Dat wou hij zelf wat graag gaan zien,(het was tenslotte pas halftien).273 Het water liep uit Bruin z’n mond,(geef toe, dat klinkt niet erg gezond),en welgemutst ging hij op pad,maar Reynaert zelf zei ook nog wat:‘Oh ja, alvoor ik het vergeet,ik zag die spijs, diep in een spleet –279 de spleet van dáár, – die oude boom,maar gij hebt vast geen enk’le schroomen steekt daarin uw knappe kop,want ‘t levert u vast heel wat op!’En daar zag Bruin geen graten in:~ 223 ~

Tiecelijn <strong>26</strong>ze deelden juist dezelfde kijk:zo’n Beer wil best een lekk’re hap,da’s iets wat Reynaert ook wel snapt.<strong>26</strong>1 ‘Er is, als ik mij niet vergis,wat soep, wat brood, wat kaas, wat vis,en ja ...,’ de vos bleef even staan,‘voorts ook niet eens hier ver vandaan,<strong>26</strong>5 meer dan honderd raten hòning,maar ach, dat lijkt mij niet uw ding.’<strong>26</strong>7 Ons Bruintje keek hem vurig aan.Had hij dit echt wel goed verstaan?‘n Heuse schat aan lekkere honing,en dit niet ver van deze woning?Dat wou hij zelf wat graag gaan zien,(het was tenslotte pas halftien).273 Het water liep uit Bruin z’n mond,(geef toe, dat klinkt niet erg gezond),en welgemutst ging hij op pad,maar Reynaert zelf zei ook nog wat:‘Oh ja, alvoor ik het vergeet,ik zag die spijs, diep in een spleet –279 de spleet van dáár, – die oude boom,maar gij hebt vast geen enk’le schroomen steekt daarin uw knappe kop,want ‘t levert u vast heel wat op!’En daar zag Bruin geen graten in:~ 223 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!