jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap jg 26 jaarboek 6 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 26Het werd, jawel, een groots pleidooi:101 ‘Die boze Wólf is een bandiet!Een hypocriet, zoals u ziet!‘t Is híj die Reynaert heeft bedot!Hij zette hem meermaals voor snot.Aanhoor ‘t relaas van zijn snood plan,alom spreekt men er schande van ...107 [Vertellend] Reynaert moest liggen in de goot,muisstil en ogenschijnlijk dood.“... zo’n vossenvacht wordt fel gegeerd ...en als de visboer straks passeert,dan gooit ie ‘t lijk vast op zijn kar ...– een kar vol krab, pladijs en schar –veel vis die iedereen graag eet”en die de Vos van de kar smeetzodat de Wolf die rapen kon,en dus eenieder daarbij won.117 ... tot bleek: de Wolf had niets gespaard!Geen moot bleef voor Oom Rein bewaard!Er was alleen een enk’le graat.Zo’n Wolf is pas een slechte maat!121 Hetzelfde deed ie met een hamdie hij dankzij Reynaert bekwam.De Vos liep hierbij groot gevaarmaar Izegrien zag geen bezwaaren at de hesp geheel alleen,hij stuurde Reynaert hong’rig heen ...~ 216 ~
Tiecelijn 26127 En ook die kleine Cuwaert klaagt ...maar heeft hij Reynaert niet gevraagd“hoe hij een kwezel worden moet”?En dan is ‘t plotseling niet goedals meester Rein hem lief vermaant.132 Alsof de Haas zich pausje waanten geen kritiek verduren mag ...Ik hou niet zo van dit beklag!135 En ‘t geil gedoe omtrent Haersind,– ‘n Wolvin die graag een man verslindten zo ook Reynaerts hartje wint –Ze zei hem zèlf: ‘Je bent mijn vrind!’... Men zwijgt dus best wat seks betreft.140 En dan is daar Courtois die keftvan worstjes die hij zelf eerst stal,geef toe, dit is een triest gevalwaarover men maar beter zwijgt.– Wie is ‘t die hier naar ‘t kwade nijgt ...?145 [Concluderend,en bijna pathetisch]Reynaert is een rechtvaardig man!Hij doet het goede, waar hij kan.Hij leeft als vrome kluizenaaren brengt dus niemand in gevaar.‘t Is hij die telkens wordt gefopt,ik kijk eerbiedig naar hem op!’[Doek]~ 217 ~
- Page 166 and 167: tiecelijn 26NOTEN1 Blijkt uit nagen
- Page 168 and 169: tiecelijn 26An Illustrated Biograph
- Page 170 and 171: tiecelijn 2632 Voor meer details/ar
- Page 172 and 173: tiecelijn 2652 Zie Sigmund Freud, T
- Page 174 and 175: tiecelijn 26~ 174 ~
- Page 176 and 177: tiecelijn 26Misschien valt het hier
- Page 178 and 179: tiecelijn 26Maar dan - de schilder
- Page 180 and 181: tiecelijn 26alle slag, bedelaars en
- Page 182 and 183: tiecelijn 26die kan zichzelf in dez
- Page 184 and 185: tiecelijn 26Zijn kleine kop steekt,
- Page 186 and 187: tiecelijn 26berustend inlevingsverm
- Page 188 and 189: tiecelijn 26drinken in het heden’
- Page 190 and 191: tiecelijn 26NOTEN1 Stefan Hertmans,
- Page 192 and 193: Vertaling / tiecelijn 26letaldus Va
- Page 194 and 195: tiecelijn 26Zodra het vuur het hout
- Page 196 and 197: tiecelijn 26Ze vragen: ‘Boze mach
- Page 198 and 199: tiecelijn 26NawoordLetaldus van Mic
- Page 200 and 201: tiecelijn 26• Paul Pascal, ‘The
- Page 202 and 203: Tiecelijn 26van bisschop Hartgar en
- Page 204 and 205: Tiecelijn 26niet ongestraft - en sl
- Page 206 and 207: Tiecelijn 26ling en commentaar, waa
- Page 208 and 209: Tiecelijn 26uitstekende Nederlandse
- Page 210 and 211: Tiecelijn 26VoorafHet dierenepos Va
- Page 212 and 213: Tiecelijn 261Akte van beschuldiging
- Page 214 and 215: Tiecelijn 26Wie ‘t janken van die
- Page 218 and 219: Tiecelijn 262Ten Paradijze ...151 P
- Page 220 and 221: Tiecelijn 26197 [Speels] Reynaert z
- Page 222 and 223: Tiecelijn 263Bruin de Beer verliest
- Page 224 and 225: Tiecelijn 26‘Als ik die honing ma
- Page 226 and 227: Tiecelijn 26men joeg hem haast over
- Page 228 and 229: Tiecelijn 26381 De Kater schreeuwde
- Page 230 and 231: Tiecelijn 26Breng hem voor mij, zod
- Page 232 and 233: Tiecelijn 26en onvolprezen toch uw
- Page 234 and 235: Tiecelijn 26Er zit helaas niets and
- Page 236 and 237: Tiecelijn 26en roofde ongestraft, b
- Page 238 and 239: Tiecelijn 26600 Hij heeft dit kwaad
- Page 240 and 241: Tiecelijn 26627 En toch bleef Nobel
- Page 242 and 243: Tiecelijn 26Ja, Nobel leek de Vlaam
- Page 244 and 245: Tiecelijn 26Hedwig Pauwels (Sint-Ni
- Page 246 and 247: Tiecelijn 26~ 246 ~
- Page 248 and 249: Tiecelijn 26~ 248 ~
- Page 250 and 251: Tiecelijn 26~ 250 ~
- Page 252 and 253: Tiecelijn 26~ 252 ~
- Page 254 and 255: Tiecelijn 26~ 254 ~
- Page 256 and 257: Tiecelijn 26~ 256 ~
- Page 258 and 259: Tiecelijn 26~ 258 ~
- Page 261 and 262: ~ 261 ~Tiecelijn 26
- Page 263 and 264: ~ 263 ~Tiecelijn 26
- Page 265 and 266: Tiecelijn 26De eerste fabel, ‘De
Tiecelijn <strong>26</strong>Het werd, jawel, een groots pleidooi:101 ‘Die boze Wólf is een bandiet!Een hypocriet, zoals u ziet!‘t Is híj die Reynaert heeft bedot!Hij zette hem meermaals voor snot.Aanhoor ‘t relaas van zijn snood plan,alom spreekt men er schande van ...107 [Vertellend] Reynaert moest liggen in de goot,muisstil en ogenschijnlijk dood.“... zo’n vossenvacht wordt fel gegeerd ...en als de visboer straks passeert,dan gooit ie ‘t lijk vast op zijn kar ...– een kar vol krab, pladijs en schar –veel vis die iedereen graag eet”en die de Vos van de kar smeetzodat de Wolf die rapen kon,en dus eenieder daarbij won.117 ... tot bleek: de Wolf had niets gespaard!Geen moot bleef voor Oom Rein bewaard!Er was alleen een enk’le graat.Zo’n Wolf is pas een slechte maat!121 Hetzelfde deed ie met een hamdie hij dankzij Reynaert bekwam.De Vos liep hierbij groot gevaarmaar Izegrien zag geen bezwaaren at de hesp geheel alleen,hij stuurde Reynaert hong’rig heen ...~ 216 ~